Film / Films

Schoonheid en het niets

recensie: La grande bellezza

.

Toni Servillo speelt Jep met een gereserveerde passie en de gepaste melancholie van iemand die observeert en schrijft. De toevallige plotstructuur doet denken aan Fellini’s La dolce vita. Net als de journalist en schrijver Marcello Rubini (de onvergetelijke Marcello Mastroianni) in Fellini’s meesterwerk valt Jep tussen de wal en het schip van het zoeken naar betekenis en de jacht naar genot.

La grande bellezza zit vol met dit soort tegenstellingen, die Sorrentino aan elkaar verbindt door vloeiende camerabewegingen en een prachtige soundtrack. In een scène zien we Jep vanuit zijn dakterras met een uitzicht op het Collosseum, kijken naar spelende kinderen in een hemelse tuin terwijl vrome muziek van Arvo Pärt te horen is. Dit loopt over in een absurde performance van een kunstenares die Jep moet interviewen en die alleen lijkt te kunnen antwoorden in clichés. Op andere momenten zit de kijker middenin het decadente feestgeweld om vervolgens bij te komen in de rust van een middag onder de Italiaanse zon, als Rome gehuld is in een onwerkelijke en tijdloze stilte. Zo verspringt de film tussen polen. Van heilig naar profaan. Van hoge kunst naar plat vermaak en van diepgang naar schaamteloze decadentie. Dat kan allemaal omdat het Rome is. Een heilige stad, maar ook de stad van levenslust en oppervlakkigheid.

Verwijzingen en inspiratie

~

En dan zijn er nog de verwijzingen naar de filmgeschiedenis. De Franse actrice Fanny Ardant, die in een korte scène zichzelf speelt. Jep komt haar tegen op een verlaten Via Veneto, in La dolce vita het epicentrum van de Romeinse jetset. Of de verlopen stripper Ramona die Jep op sleeptouw neemt en hem nog troost biedt omdat zij nuchter kan kijken naar de wereld om haar heen. Is zij niet zoals die volkse maar wijze Romeinse vrouwen die je terugziet in de films van Pasolini en Rossellini?

Er is ook een sterke link met Fellini’s Otto e mezzo waar een regisseur zoekt naar inspiratie en die denkt te vinden in de verschijning van de actrice Claudia Cardinale. De figuur van de muze, de belichaming van een perfecte schoonheid, heeft een lange traditie in Italië. Denk aan Dante en zijn Beatrice of Petrarca en zijn Laura. De vrouw die inspireert maar ongrijpbaar blijft en daarmee symbool staat voor alles boven de alledaagse werkelijkheid.

En zo denkt Jep terug aan zijn eigen grote schoonheid. Zijn oude vlam en het moment van inspiratie. Ook hier balanceert Sorrentino als een koorddanser tussen de troost van schoonheid en het niets. Zijn film werkt vanuit de kennis dat het leven in duisternis is gehuld. Vandaar de quote van de zwartgallige Franse schrijver Louis-Ferdinand Céline’s roman Reis naar het einde van de nacht aan het begin van de film. La grande bellezza werkt vanuit die duisternis naar kleine lichtpuntjes die het leven nog even op kunnen klaren en zin kunnen geven. Het is in die balans dat Sorrentino met zijn film weet te overtuigen door te tonen dat kunst een illusie en een truc is, maar een noodzakelijke illusie tegenover de onloochenbare duisternis van het bestaan.