Film / Films

Incoherente puinhoop in stalinistisch Rusland

recensie: Child 44

Child 44 kent een grauwe sfeer, voortreffelijke cast en een bestseller als basis, maar toch is de film bijna net zo’n grote puinhoop als het tijdperk waarin het zich afspeelt.

Child 44 is gebaseerd op het gelijknamige debuut van Tom Rob Smith uit 2008, waarin hij een personage gebaseerd op seriemoordenaar Andrei Chikatilo – actief in de jaren zeventig – in het stalinistische Rusland uit de jaren vijftig plaatst. In Child 44 speelt Tom Hardy de MGB-agent Leo Demidov, een pro-Stalin idealist die verraders van het regime opspoort en ondervraagt. Leo en zijn sadistische collega Vasili (Joel Kinnaman) arresteren dierenarts Anatoly Brodsky (Jason Clarke) wegens verraad. Anatoly is ondergedoken op een boerderij, Leo spoort hem op en terwijl Leo een vluchtende Anatoly achtervolgt, besluit Vasili ‘een voorbeeld te stellen’ en het halve boerengezin te executeren wegens verraad.

Moord als Westers fenomeen

34525-incoherente-puinhoop-in-stalinistisch-ruslandBrodsky wordt gevangen genomen en gemarteld door Vasili. Hij bekent, geeft een paar namen van andere ‘verraders’ en wordt geëxecuteerd. Een van de namen is die van Leo’s vrouw Raisa (Noomi Rapace). Leo krijgt de ondankbare taak van Majoor Koezmin (Vincent Cassel) om zijn eigen vrouw aan te geven, maar weigert en wordt met zijn vrouw verbannen naar Volsk. Daar aangekomen raakt Leo gefascineerd door een reeks kindermoorden in een land waar ‘moord’ een Westers fenomeen is en dus niet bestaat. Volgens de film althans, die ons tot vervelens toe ‘There is no murder in Paradise‘ mededeelt.

Zoals hierboven in twee alinea’s het plot uiteen wordt gezet, zo zou regisseur Daniel Espinosa ook in een kwartier de personages en de situatie kunnen introduceren. Half uurtje misschien. Kunnen we door met het interessante gedeelte van de film, namelijk het oplossen van de serie kindermoorden langs het spoor, binnen een regime dat weigert zoiets als een moord te erkennen. Maar dat gebeurt niet. Espinosa schetst in laag tempo en zonder suspense ruim een uur lang een situatie waarin iedereen een verrader kan zijn, zonder zich met het hoofdplot te bemoeien. Niet zo gek dat de eerste versie van Child 44 vijfenhalf uur duurde. Ook daarna ontbreekt spanning, omdat de kindermoordenaar (Paddy Considine) in beeld verschijnt en niet bepaald angstaanjagend is.

Chaotisch moddergevecht

Espinosa, bekend van het Zweedse Snabba Cash en de rechtlijnige actiethriller Safe House, heeft grote moeite met het vertellen van een complex, coherent verhaal en werkt met een script dat hoofd- en bijzaken niet van elkaar kan onderscheiden. Elke gebeurtenis en elk subplot uit het boek wordt verfilmd, waardoor de structuur vervaagt en de film een enorme puinhoop wordt. Zelfs met een eerste akte van ruim een uur is Espinosa gedwongen om allerlei ad-hocoplossingen te introduceren, zoals de scène op het station van Moskou waar Raisa van dertig meter afstand constateert dat een bewaker niet kan lezen. Dit soort scènes zijn onbedoeld lachwekkend, net als de chaotische, modderige finale tussen Vasili en Leo waar je door de modder niet kan zien wie wie is, laat staan wie wat doet.

Tevens niet optimaal zijn de Russische accenten van de getalenteerde cast. Waarom Hollywood nog steeds denkt in historische films accenten te moeten gebruiken is een raadsel, want het is eerder komisch dan authentiek. Met name het dikke accent van Tom Hardy, die verder indringend en bruut is als Leo Demidov, werkt soms op de lachspieren en doet denken aan Teddy KGB uit Rounders. Bij anderen zoals Gary Oldman en Vincent Cassel ontbreekt het accent in enkele scènes volledig. Het is typerend voor een film die schippert tussen politieke thriller, detective, historisch drama en liefdesverhaal en uiteindelijk kant noch wal raakt.

Boeken / Non-fictie

Moeten overdenken, moed te overdenken

recensie: Slavoj Žižek - Eis het onmogelijke

‘Over alles moet opnieuw worden nagedacht.’ Slavoj Žižeks Eis het onmogelijke is doordesemd van de noodzaak grenzen opnieuw te overdenken en definiëren. Met in het bijzonder aandacht voor de grond waarop we beslissen en benoemen.

Eis het onmogelijke telt 34 hoofdstukken; ontsproten aan de reacties van Žižek op vragen van een Zuid-Koreaans team, verbonden aan het Global Humanities Project van een educatief centrum in Busan. De inhoud van de bundel is even rijk en breed als de titels van de hoofdstukken doen vermoeden: de lezer wordt heen en weer geslingerd tussen grote begrippen als verantwoordelijkheid, ethiek, politisering, totalitair communisme, postmoderne mondialisering en proletarische posities. Gecombineerd met prozaïsche titels als ‘De angst voor echte liefde’ en ‘De dag erna’ is de inhoudsopgave haast exemplarisch voor de manier waarop Žižek zijn gedachten over ons uitstort: alledaagse voorbeelden uit televisieshows vervlecht hij op geestdriftige wijze met politieke stromingen, gebeurtenissen uit de geschiedenis en grote denkers.

Fundamenten en kenteringen

‘Wat moet de politiek vandaag de dag doen?’ Deze vraag, waarmee Eis het onmogelijke aftrapt, wordt genuanceerd door vervolgvragen of er, te midden van alle radicale veranderingen op onder andere ecologisch en financieel gebied, nog sprake is van zoiets als een algemeen belang.

Hier wordt voor de lezer meteen een wezenlijk fundament van Žižeks denken blootgelegd: de breuk met het traditionele idee van de ethiek, in de zin dat er sprake zou zijn van een ‘hoogste belang’ in de vorm van God, het universum of de mensheid. Daarentegen hanteert Žižek een ethiek die teruggaat op filosofen als Descartes en Kant, een ethiek die niet eenvoudigweg een of ander algemeen belang veronderstelt.

Voor mij gaat de politiek voor de ethiek. Niet in de vulgaire zin dat we moeten kunnen doen wat we willen – zoals mensen doden en vervolgens de ethiek aan de politiek ondergeschikt maken – maar in een veel radicalere zin: dat wat we definiëren als ons belang niet iets is wat we zomaar ontdekken, maar dat we verantwoordelijkheid moeten nemen voor het definiëren van dat wat ons belang is.

Het is prettig dat het algemeen belang meteen in het eerste hoofdstuk ter sprake komt, aangezien deze notie als een rode draad door Eis het onmogelijke heen loopt. Het gemeenschappelijke enerzijds – in de vorm van een ‘wie zijn we?’, de positie en het potentieel van de menigte – en het belang, omringd door de vraag of dat bepaald moet worden voor of door de gemeenschap, anderzijds. Telkens is het de vraag over welke definitie we spreken; wat de grond is op basis waarvan we beslissen.

Overgave! Passie!

Het aanvaarden van de consequenties van de moderniteit gaat gepaard met radicale hervorming. Žižek spreekt van een hervorming, niet alleen in de goede zin, maar ook in de verschrikkelijke zin: dat we moeten beslissen. Er is geen mechanisme of systeem waarop we ons kunnen verlaten. Hij spreekt met Jacques Lacan wanneer hij zegt: ‘Il n’y a pas de grand Autre’ (‘Er is geen grote Ander’).

Dit is een voorbeeld van hoe, op meerdere momenten in de bundel, het accent verschuift van buiten naar binnen, van passief naar actief. Zo is bij Žižek niet het gevaar dat ons privéleven aangetast wordt door sociale media, maar dat een openbaar leven er de dupe van wordt. In plaats van een symbolisch persoon kunnen we meer en meer worden teruggebracht tot een particulier individu.

Een ander voorbeeld het gebruik van binnen, buiten, actief en passief is Žižeks verwoording over hoe links politiek bedrijft, respectievelijk gericht op insluiting, ‘Sluit je bij ons aan, je bent een van ons!’, en hoe rechts dat doet, respectievelijk gericht op uitsluiting, uitgaand van een externe bedreiging.

Of het nu gaat om liefde, politiek of een van de andere grote thema’s die aan bod komen: Žižek lijkt te pleiten voor aanhankelijkheid en tegen afhankelijkheid. Wanneer hij in het hoofdstuk ‘Angst voor echte liefde’ te spreken komt over Freuds Lustprinzip en de analogie van hoe we vandaag de dag koffie zonder cafeïne, sigaretten zonder nicotine en zelfs seks zonder seks verkopen, stelt hij dat in onze narcistische, solipsistische en individualistische cultuur elke vorm van gepassioneerde aanhankelijkheid als een bedreiging wordt gezien. Ergens voor gaan, staan of vallen is uit de mode.

Prettige provocateur

In het honderdtachtig pagina’s tellende boek vieren thema’s als de Arabische Lente, Occupy, de groeiende macht van China en begrippen als communisme, proletariaat, kapitalisme, fascisme, revolutie hoogtij. Daarnaast jongleert Žižek met het gedachtegoed van denkers als Marx, Lacan, Benjamin en Hegel, verwoord in een geheel eigen idioom. Ondanks dat deze niet aflatende gedachtestroom doordesemd is met grote thema’s blijft het geheel goed leesbaar. Het taalgebruik is van nu en de zinnen volgen elkaar in een aanstekelijk tempo op. Het uitdagende aan Eis het onmogelijke is dat ze erin slaagt reeds gemunte ideeën en begrippen om te draaien en vanaf een andere kant te bezien. Deze kenteringen zijn uitnodigend: ze bieden de lezer tegenwicht in het tegelijkertijd nogal deprimerende en zware, maar realistische, beeld dat Žižek schetst van de tijd waarin we leven.

Eis het onmogelijke laat zich op een toegankelijke en ontoegankelijke manier kennen. Het geeft misschien wel systematisch nét te weinig context. Er worden namen genoemd, voorbeelden getoond, maar het is nooit helemaal ‘af’. Daarmee is het een prikkelende prelude op de rest van Žižeks oeuvre, waar de genoemde noties ongetwijfeld verder uitgewerkt worden en diepere uiteenzettingen plaatsvinden. Eis het onmogelijke is een kennismaking met een geestdriftig man die interessante uitspraken doet over grote, mondiale thema’s die eveneens op microniveau heel relevant zijn.

Muziek / Album

Onversneden emotie op een schijfje

recensie: Sufjan Stevens - Carrie & Lowell

Sufjan Stevens, ooit populair geworden met verstilde folkliedjes, heeft allang bewezen meer dan één kunstje in huis te hebben. Zo kwam hij in 2005 met het rijk georkestreerde, bij wijlen zelfs bombastische Illinois en liet hij in 2010 met The Age of Adz horen zelfs niet bang te zijn voor experiment en elektronica. Op zijn nieuwste album, Carrie & Lowell, blijkt echter geen plaats te zijn voor dergelijke muzikale ambities. Wél voor heftige emotie en verstilde schoonheid.

Op Carrie & Lowell gaat hij namelijk, zoals dat dan heet, terug naar zijn roots. Weg zijn de koren, de blazersensembles, de bliepjes en de vervormde stemmen. Slechts spaarzame pianoaanslagen, verstild gitaarspel en een enkel keyboardloopje zijn overgebleven. En natuurlijk de zachte fluisterstem van Sufjan Stevens, die prachtige liedjes op emotionele wijze ten gehore brengt.

Pijnlijke inkijk

Niet alleen muzikaal gezien gaat hij terug naar zijn roots. Het hele album draait tenslotte maar om één ding: de band met zijn moeder (Carrie), met een bijrol voor zijn stiefvader (Lowell). Carrie overleed in 2012 aan maagkanker, na een leven vol depressie en alcoholisme, waarin ze haar kinderen nauwelijks zag; ze verliet het gezin al toen Sufjan slechts één jaar oud was.

Carrie & Lowell biedt een pijnlijke inkijk in het verwerkingsproces dat Sufjan Stevens doormaakte na haar dood, zijn overpeinzingen over hun slechte relatie, en zijn herinneringen aan enkele zomervakanties die hij op jonge leeftijd met haar doorbracht. Het ene moment is de muziek daardoor zoals de albumhoes: een nostalgische en melancholische blik op het verleden. Remember I pulled at your shirt / I dropped the ashtray on the floor / I just wanted to be near you,” zingt Sufjan bijvoorbeeld in ‘Eugene’, slechts bijgestaan door eenvoudig akoestisch gitaarspel.

Innerlijke chaos

Het volgende moment belanden we echter in de innerlijke chaos die Sufjan na zijn moeders dood doormaakte. Juist door het gebrek aan een band met zijn moeder laat haar dood plotseling een grote leegte achter, en dat levert de nodige worstelingen op. Do I care if I survive this? / Bury the dead where they’re found / In a veil of great surprises / I wonder did you love me at all,” vraagt hij zich af in het heftige ‘The Only Thing’.

Het absolute hoogtepunt van de plaat is echter ‘Fourth of July’, een hartverscheurende dialoog tussen Sufjan en zijn stervende moeder, begeleid door treurig pianospel en bedwelmende achtergrondgeluiden. Vooral de passages van Carrie, bezongen met wellicht de mooiste en meest fragiele zanglijnen van het hele album, gaan door merg en been:

Well you do enough talk
My little hawk, why do you cry?
Tell me what did you learn from the Tillamook burn
Or the Fourth of July?
We’re all gonna die

Onversneden emotie

Dankzij de kale aankleding belandt elke pianoaanslag en elk gefluisterd woord zonder omwegen in je onderbuik. Sufjan verstopt zich nergens achter, en juist daardoor is dit album zo krachtig en intens. Aanzwellende strijkers, complexe drumpatronen, of een gladgestreken productie zouden hier alleen maar afbreuk aan gedaan hebben. Dit is onversneden emotie op een schijfje en het bewijs dat Sufjan Stevens nog altijd een van de beste liedjesschrijvers van deze planeet is.

Muziek / Reportage
special: Verslag: Record Store Day 2015

Verzamelingsdag muziekliefhebber: Record Store Day 2015

Tijdens de viering van de dag van de platenzaken stonden er op 18 april vroeg op de dag al rijen enthousiaste mensen die een speciale plaat wilden scoren. Niet alleen konden er bijzondere releases bemachtigd worden, om deze dag te vieren veranderden zo’n 90 platenzaken hun vloeren in podia voor unieke, kleine, en vooral intieme sessies.

Wat beweegt mensen om in alle vroegte naar een platenzaak te gaan om een stukje muziek te scoren? Het is natuurlijk de verzamelwoede en vooral de gecreëerde schaarste door de platenmaatschappijen. Van sommige items, die speciaal voor Record Store Day (RSD) worden uitgebracht, wordt slechts een beperkt aantal exemplaren geperst, en de platenhandelaar moet maar afwachten hoeveel er hem worden toebedeeld. De verzamelaar, die echt iets wil hebben, moet ‘op jacht’ naar het felbegeerde zwarte goud. Niet alleen door heel Nederland werden exclusieve vinylplaten, cd-releases en promotiematerialen uitgebracht die alleen op deze dag verkrijgbaar zijn; RSD is een grootschalig wereldwijd muziekevenement waar meer dan 2.000 onafhankelijke platenzaken aan mee doen. Of de artiest nu al een volledig uitverkochte clubtour in het vooruitzicht heeft of slechts debuteert op RSD, er wordt met liefde gespeeld en geluisterd. Een kleine impressie…

Stille dood voor de streamingdiensten (Rico Stroobant)2

In amsterdam lijkt een grafsfeer te hangen, maar dan op een positieve manier. Bij Concerto in de Utrechtsestraat opent Anne Soldaat met een persoonlijk praatje. Samen met zijn band gaan ze ons voor in een muzikaal gebed, “opdat de online streamingdiensten een stille dood tegemoet gaan.” Hiermee maakt hij direct een duidelijk statement dat met gejuich uit het publiek ontvangen wordt. Zijn stem is vandaag niet geweldig, maar hij weet dit helemaal te compenseren door veel zelfspottende opmerkingen te gebruiken. De band stopt zelfs even met spelen als ze een meisje met vingers in haar oren zien staan om vervolgens het lied zo zachtjes mogelijk nogmaals uit te voeren. Ook de cover van Tim Buckley en een compleet andere uitvoering van ‘Iron Man’ versterken de gemoedelijke sfeer.

Compleet anders daarentegen is het optreden van de Gallowstreet Brass Band ruim twee uur later. Met een geïmproviseerd geplakte microfoon op de sousafoon en een moersleutel als triangelstokje, brengen zij keiharde, meedogenloze afro-funk. Het podium lijkt echter niet heel geschikt voor de band; vanwege de ruimte kan het publiek niet helemaal losgaan, ondanks het beweeglijke karakter van de bandleden. Naast het instrumentbangen komen ze daardoor niet veel verder dan gewoon hard scheuren op hun instrumenten.

De grafsfeer wordt compleet gemaakt door Kovacs, waarvan nauwelijks een glimp op te vangen is. Het lijkt erop alsof de wolflady zelf dit keer verslonden wordt door het publiek. Met haar herkenbare wolvenmuts begeleidt door een tv-crew, laat ze haar donkere, grauwe stem horen. Ze zingt werkelijk fantastisch, zoals we van deze opkomende artieste verwachten, maar spookt verder helaas niets bijzonders uit op het podium. Haar bekende liedjes worden gespeeld, waardoor er na een tijdje een sleur in het optreden komt en veel hetzelfde gaat klinken.

Theatraal vermaak

Nee, wie meer vermaakt wilde worden, kon beter een paar straten verderop bij Recordfriend in de Sint Antoniebreestraat aanschuiven. Hoewel hier nog minder ruimte beschikbaar is dan bij Concerto, weet het Broken Brass Ensemble een geweldig speels optreden neer te zetten. De energieke leden maken optimaal gebruik van de locatie door het aanwezige publiek, dat aan twee kanten staat, helemaal mee te laten zingen — tegen elkaar! Daarnaast wordt er technisch ook bijzonder goed gespeeld met onder andere multitonen van de basspeler op de sousafoon. De combinatie van New Orleans Jazzgeluiden en invloeden van funk, zweept het publiek helemaal op. Menig mens waagt zich dan ook onder de tromboneschuif door naar de kassa. De platen van de band verkopen terecht als warme broodjes over de toonbank, alhoewel ook hier een lid per se ‘dood’ moet gaan tijdens een lied om het theatrale karakter van het optreden en de sfeer te versterken.

Wim’s Muziekkelder (Maarten Buser)4

Ook in Doetinchem hangt een behaaglijke sfeer, al bleek dat niet elk optreden dat ook uitstraalde. Één van de optredens die er te bewonderen is in Wim’s Muziekkelder is Paulusma, de band rond Jelle Paulusma, ex-lid van Daryll-Ann. Hij vond het vorig jaar in een interview nog nodig om uit te halen naar Justin Bieber: “over Bieber hoor je over drie jaar niks meer.” Heel verantwoord natuurlijk, Bieber dissen. Zo klinkt Paulusma de band ook: ontzettend verantwoord, tegen het saaie aan. Het klinkt allemaal best prima, en vooral de pianopartijen zijn naar behoren, maar het blijft allemaal te veilig. Er is meerstemmige zang, er zijn ingehouden gitaarsolo’s, enzovoort. Er is niet echt een hoogtepunt. De muziek lijkt bedoeld te zijn om de jaren zestig naar het heden te teletijdflitsen, maar klinkt vooral als een jaren negentig-band die de jaren zestig recyclet; eigenlijk niet meer van deze tijd dus. In de teksten wordt bovendien opzichtig verwezen naar The Beatles en de Summer of Love (enigszins misplaatst vals sentiment: Paulusma was toen twee). Uiteindelijk doet het optreden toch weer aan dat ene interview denken, waarin Paulusma verder zuurpruimde: “bij jonge bands lijkt het alsof alles is gerepeteerd.” Zijn eigen muziek klinkt helaas minstens zo bedacht en a-spontaan. Het optreden is absoluut degelijk en best prima, maar de sfeer wordt er uiteindelijk behoorlijk cynisch van.

Sounds, Tilburg (Joost Festen)

Het is heel bijzonder om te zien hoe druk het is rond de vinylbakken om negen uur in de ochtend, terwijl de eerste kopers met het linnen tasje gevuld met lekkers voor de oren de winkel alweer verlaten. Soms blij en soms teleurgesteld en snel op weg naar een andere deelnemende platenzaak. Zoveel platenzaken die het hele jaar door echt een goed repertoire verkopen zijn er helemaal niet meer! De selectiecriteria voor het evenement zijn blijkbaar wat ruimer geworden, waardoor ook handelaren in louter tweedehands zich scharen bij de deelnemers.

Felbegeerd3

Bij de RSD-bak tref ik een dame die liever niet op de foto wil met haar ochtendgezicht, maar zich wel de moeite heeft getroost vroeg uit de veren te gaan om de felbegeerde live-plaat van Sly & Family Stone te pakken te krijgen. Ze heeft geluk, want Sounds heeft er één toebedeeld gekregen, en om kwart voor negen is deze nog niet door iemand anders gekocht. Haar dag kan niet meer stuk! En zo zijn er veel liefhebbers die hun slag slaan. Zelfs een picture disc single van A-ha gaat voor de prijs van bijna 37 euro over de toonbank. Gelukkig is niet alles zo duur! Voor de snelle kopers is er zelfs een bijzonder en gratis singletje op rood vinyl van The Kik & Armand met ‘Snelle Jongens’ en ‘Fuck the Blues’; volgens het label een single met twee B-kantjes.

Naast veel aandacht voor de bijzondere releases, is het de hele dag gezellig druk in de platenzaken. Bijna in iedere deelnemende zaak zijn ’s middags diverse optredens en is voor iedereen wel iets te vinden naar zijn of haar muzikale smaak. Zo had Sounds een fraai programma, dat startte om drie uur en tot een uurtje of zes duurde, met acts als Yama, Bjorn van der Doelen, Okieson, King Hiss, Boef, en de Gelogeerde Aap, met als afsluiter een akoestische sessie van de rockband Vanderbuyst. Tijdens die optredens wordt de gezelligheid ondersteund door tegen kostprijs verkrijgbare drankjes. Sounds laat zich van zijn beste kant zien en horen! Hoewel de optredens volgens oog- en oorgetuigen Wil en Birgit Opstals niet van het allerhoogste niveau zijn, wordt er veel goedgemaakt door de voortreffelijke sfeer. Een geslaagde dag voor de platen en de platenzaken!

Muziek / Concert

De stilte na de echo’s…

recensie: Concert Alamo Race Track in Mezz, Breda

Met een optreden bij De Wereld Draait Door promoten ze hun nieuwste plaat Hawks, die 20 maart is uitgebracht en met lovende recensies werd ontvangen. Een valide reden voor een goed feestje op het podium met een daarbij behorende concerttour door heel Nederland en diverse optredens op festivals. Op 7 mei speelde Alamo Race Track op het podium van Mezz in Breda, in het midden van hun tour. Tijd om poolshoogte te nemen.

De zaal is nog zo goed als leeg als het voorprogramma begint te spelen. In een simpele setting speelt de Vlaamse band Barefoot and the Shoes verhalende liedjes over houthakkers, maple sirup, koningen en ridders. Ook het bier mag hier niet bij ontbreken: met het gebruik van bierblikjes op het ridebekken zijn de heren ook nog eens zeer inventief. Daarnaast laten ze meer verrassende geluiden klinken met een mondharmonica, mandoline en allerlei percussieve effecten die geluiden uit de natuur nabootsen. De vier heren komen echter over als een studentenband en lijken door hun muziek heen te zwerven, op zoek naar een eigen bestemming, waarin de balans nog enigszins ontbreekt. Zo zijn de drums te hard afgesteld en valt het geluid van de akoestische gitaar soms weg in het dynamische spel van de band. Ze zetten een mooi programma neer, waarbij de onderwerpen van hun liedjes – mensen die liever een andere droom zouden willen najagen – uitstekend bij hun zwervend karakter aansluiten en het overtuigend weten te brengen. Dit geeft prima de sfeer voor de rest van de avond weer. Althans, dat had de bedoeling moeten zijn…

Anticlimax

Leadzanger Ralph Mulder sprak in een interview van 3voor12, vlak voor de release van het nieuwe album, zijn zelfbewustzijn op het podium uit. “Het gaat mis als ik te veel ga denken, als ik me te veel bewust van mezelf word. Dan voel ik me als een duiker met zo’n loodzwaar pak uit de tijd van Jules Verne, met zo’n zware metalen helm.” Als bandleider is dit natuurlijk verre van optimaal; hij zal als reisleider moeten fungeren langs de avonturen van het nieuwe album. Een vibrafoon, pedal steel gitaar, tafelharp en het keyboard van Electro versieren het podium, de opstelling belooft veel goeds. Als het maar snaren heeft en er effect over heen kan, kunnen ze er zeker iets kunstigs mee. Maar dan, als de lichten dimmen en de mannen van Alamo Race Track het podium beklimmen, volgt er een ware deceptie. Blijkbaar is dit precies zo’n avond voor Ralph waarbij er een regenwolk boven zijn hoofd hangt en hij in de blubber van het moeras dat ontstaat voorover flikkert. Daar sleept hij de andere bandleden en het publiek helaas in mee.

Teleurstelling en arrogantie

Met een ingehouden publiek dat nauwelijks juicht en niet eens in de buurt van het podium durft te komen, werken de heren gehaast een setlist van zo’n veertien nummers af. Ze spelen alsof ze snel van die niet-uitverkochte zaal (en dat is nogal zwak uitgedrukt) in de Mezz af willen zijn. Er is verschrikkelijk veel gerommel tussen de liedjes door, waarin vooral gitaren gestemd worden en effectpedalen worden getest. Tijdens deze momenten is er totaal geen contact met elkaar of met het publiek. Op een paar momenten keert Ralph het publiek zelfs de rug toe. Alle bandleden spelen vanavond in hun eigen wereldje. Alleen de drummer gaat los en lijkt er nog een beetje zin in te hebben. De rest probeert niet eens het publiek te vermaken. Daar komt nog eens bij dat sommige liedjes verschrikkelijk vals gezongen worden. Iets wat het scala aan instrumenten op het podium en het echoënde gitaargeluid niet goed kunnen maken. In de zaal blijft het angstig stil tijdens de liedjes. Van dansen of meebewegen op de psychedelische sferen en de avontuurlijke reis, zoals verteld wordt in de songteksten, is nauwelijks sprake.

Slechts vijftien likes op hun Facebookpagina voor dit concert, een situatie binnen de band of een tegenvallende kaartenverkoop; het blijft onduidelijk. Alamo Race Track heeft zich zeker niet van de beste kant laten zien en heeft vanavond niet de kwaliteit van het album kunnen reproduceren. Een zwaar jammerlijk optreden met een spijtige beoordeling, alhoewel dat niet eerlijk is tegenover de Vlamingen van Barefoot and the Shoes die het voorprogramma verzorgden. Zij verdienen minstens twee keer zoveel sterren.

Muziek / Concert

Electro-troubadour Jack Garratt in Bird

recensie: concert Jack Garratt

In een uitverkochte zaal van Bird, Rotterdam staan de spullen opgesteld van een opkomende eenmansartiest. Een multi-instrumentalist die oude waarden van de blues, soul en folk op een creatieve manier versnijdt met synth-geluiden en electro, als we de geruchten van Reading (Leeds, UK) en SXSW (Texas, US) mogen geloven. Een belofte die de 23-jarige, rossig bebaarde jongeman nog maar eens moest zien in te lossen.

Een elektrische gitaar, drumpads, een keyboard, aardig wat pedaaltjes, een Macbook Pro en microfoons met één versterker is alles wat Jack Garratt nodig heeft om een hele show op te zetten. Alles wijst nog op de manier waarop hij ooit begon. Toen de aanvankelijk akoestische singer-songwriter vooral had ontdekt wat hij niet wilde en bijna zijn gitaar in de wilgen hing, begon hij te experimenteren met nieuwe geluiden van de drumpads en synthgeluiden in zijn slaapkamer. Hij bracht zijn muziek zelf uit en wordt daardoor ook wel de ‘bedroom producer’ genoemd. Nu zijn muziek meer voeten in de aarde heeft, is het tijd om op pad te gaan.

34464-electro-troubadour-jack-garrat-in-birdOnzekerheid

Al gelijk met het openingsnummer ‘I Couldn’t Want You Anyway’, het lied waarmee hij zijn digitale explosie begon, is de spanning van zijn gezicht af te lezen. Op zich niet zo opzienbarend, aangezien het concert in Bird het eerste concert is van zijn eerste Europese tour. Jack Garratt probeert zich zo goed mogelijk te concentreren en speelt vrijwel de gehele tijd met zijn ogen gesloten. Dit voorkomt echter niet dat hij een aantal slordigheidsfoutjes maakt en wat slagen op de drumpads mist. Zelfs de praatjes die hij tussen de nummers door maakt, worden heel onhandig verwoord. Uit zijn gezichtsuitdrukking is af te lezen dat hij soms spijt heeft van wat hij zojuist heeft gezegd, waarmee hij lijkt te willen zeggen: “Had ik dat nu maar niet gezegd en gewoon gespeeld…”

Desalniettemin laat Jack Garratt zien hoe perfectionistisch hij kan zijn met de timing van zijn ritmische slagen. Daarnaast beschikt hij over een enorm goede controle over zijn kopstem, waarin geen enkele noot vals is. Hij sluit daarom ook af met een krachtige uitvoering van ‘Worry’ en knalt er nog even een heerlijke gitaarsolo uit. Het is vanaf dit punt dat het publiek pas echt op stoom komt. Jammer genoeg verlaat Jack hierna het podium, na slechts zes liedjes gespeeld te hebben. Op zich niet zo verwonderlijk met nog maar twee EP’s (Remnants en Synesthesiac) op zak, maar daardoor deed het concert wel aan als een voorprogramma in plaats van een hoofdact.

34464-electro-troubadour-jack-garrat-in-bird-2Een echte rookie

Zijn optreden laat zien dat hij nog niet helemaal klaar is voor het echte werk; dit is allemaal nog voorbereiding. Dat erkent hij ook zelf tijdens een interview voor SXSW: “Het is allemaal een grote leercurve.” Toch baant hij zich mooi een eigen weg door alle genres heen. Hij is een kunstenaar die met zijn poëtische teksten een uitzichtloze liefde ten tonele voert. Dit is kunst maken door zijn leven op muzikale wijze te vertellen, haast op een geïdealiseerde en ceremoniële manier door optimaal gebruik te maken van zijn apparatuur van matige kwaliteit. Ondanks dat hij nog maar aan het begin van zijn carrière staat, brengt hij dit met volle overtuiging en dat maakt het optreden een waar genot om te zien. Wat een expressie!

Zijn optreden op Lowlands dit jaar heeft hij moeten afzeggen, omdat hij deze zomer in het voorprogramma van Mumford & Sons zal spelen. Dat is een unieke kans voor de jonge soloartiest om zich verder te ontwikkelen en op veel plaatsen zijn kunsten te vertonen. Wie hem wil bewonderen kan nog wel uitkijken naar Rock Werchter en het Pitch! Festival, hoewel het wel te hopen is dat hij de grote podia zal mijden. Juist tijdens intieme sessies komt zijn ware troubadour-act het best tot zijn recht.

Theater / Voorstelling

Een geperverteerd Wonderland

recensie: Abbatoir Fermé - Alice

De absurde droomwereld van Lewis Carrolls Alice’s Adventures in Wonderland (1865) en het surrealistische theater van Abattoir Fermé lijken elkaar voorbestemd. Het komt dan ook niet als een verrassing dat de 150ste verjaardag van de klassieker door het Mechelse gezelschap wordt gevierd met een ontregelende voorstelling over Alice.

“I’m afraid I can’t explain myself, sir. Because I am not myself, you see?” De onzekerheid die Alice in Carrolls beroemde verhaal voelt als gevolg van haar vele metamorfoses vormt het uitgangspunt van Abattoir Fermé’s Alice. In de bewerking van regisseur Stef Lernous is Alice een recalcitrante puber die op haar rode sofa bezoek krijgt van de meest uiteenlopende figuren: van veel te oude vriendjes tot oversekste moeders, psychiaters en hersenspinsels. De vele vergrotingen en verkleiningen die Alice in Carrolls roman ondergaat worden in de voorstelling vertaald naar de typische problematiek van de volwassenwording: je omgeving ziet je nog als een kind terwijl je serieus genomen wilt worden als volwassen vrouw. Toch is Alice meer dan een klassieke coming of age. Balancerend op het randje van slapeloosheid en dromen maakt Alice een ‘trip down the rabbit hole’ die tegelijkertijd een verkenning van de diepste krochten van het menselijke onderbewustzijn is, zoals we intussen van de voorstellingen van Abattoir Fermé gewend zijn. Lernous hanteert daarbij een droomlogica waar Freud zijn handen vol aan zou hebben gehad. Terwijl Alice, die zichzelf herhaaldelijk omschrijft als een actrice, voortdurend andere rollen aanneemt, beginnen haar bezoekers door een inventief spel met taal, gestes en rekwisieten steeds meer op haar te lijken. Alice’ zoektocht naar een eigen identiteit krijgt zo bijzonder unheimliche trekjes.

Een bevreemdende coming of age

De surreële wereld van Alice in Wonderland sluit perfect aan bij de voorliefde van Abattoir Fermé voor onderhuidse fantasieën en absurde taferelen. Toch vormt Alice een uitzondering binnen het oeuvre van het Mechelse gezelschap. Terwijl de groep bekendstaat om hun sterk visuele en vaak woordeloze theater, primeren in deze voorstelling niet de beelden, maar de dialogen. Die zijn net als in Carrolls roman bijzonder spitsvondig. Wie echter een chronologisch consequente één-op-één-bewerking van Alice in Wonderland verwacht, zal waarschijnlijk teleurgesteld huiswaarts keren. De referenties aan de succesroman zijn even versplinterd als Alice’ identiteit en worden bovendien aangevuld door verwijzingen naar andere werken van de Britse schrijver zoals Through the Looking Glass (1871) en zijn nonsensgedicht The Hunting of the Snark (1876), dat tevens de inspiratie vormde voor de eerste voorstelling van Abattoir Fermé uit 1999. Flarden van beroemde dialogen en trekjes van bekende figuren als de March Hare, de Cheshire Cat en de Mock Turtle passeren de revue en krijgen een nieuwe betekenis in deze bevreemdende coming of age.

Een speciale rol is weggelegd voor de oude vriend van Alice, die op haar aandringen het verhaal vertelt van een meisje dat een wit konijn achternagaat en in een konijnenpijp valt. Zijn personage lijkt de incarnatie van de schrijver zelf, wiens Alice in Wonderland volgens de overlevering ook ontstond uit het vertellen van een verhaal aan een meisje genaamd Alice. Het blijft in de voorstelling niet bij deze ene biografische verwijzing. Referenties aan de vermeende pedofilie van Carroll zijn niet van de lucht: zo heeft Alice een opmerkelijke voorliefde voor oudere mannen en probeert men haar te verleiden met snoepjes en kinderboeken. Abattoir Fermé’s Alice is dan ook een stuk minder onschuldig dan het origineel. Hier wordt een geperverteerd Wonderland afgeschilderd waarin de ultieme onschuld van Alice een felbegeerde buit is.

Alice revisited

Door het droomlandschap uit het origineel te vertalen naar een volwassenenwereld waarin Alice haar weg moet zien te vinden, weet Abattoir Fermé aan het overbekende verhaal een interessante nieuwe wending te geven, die bovendien ook interessant is voor mensen die niet bijzonder bekend zijn met het boek. Het iconische beeld van Alice die opgesloten zit in een huis dat haar veel te klein is geworden, krijgt zo de metaforische betekenis van een ontgroeide kindertijd. Bewerkingen die een waardevol inzicht weten toe te voegen aan het origineel zijn zeldzaam. Met deze versie van Alice vormt Abattoir Fermé gelukkig een uitzondering op die regel.

Muziek / Album

R&B van een andere planeet

recensie: THEESatisfaction – EarthEE

Sub Pop, vooral bekend van de indierock en folk, is haar horizon aan het verbreden. Na de noisy hiphop van clipping. en de bizarre spacehop van Shabazz Palaces doen ze ook aan R&B die van een andere planeet lijkt te komen: THEESatisfaction.

THEESatisfaction onderhoudt warme banden met Shabazz Palaces; ze doen ook regelmatig mee op elkaars albums. Dat EarthEE regelmatig aan de muziek van laatstgenoemde formatie doet denken, is dan ook niet verrassend. De opvallendste overeenkomst zit in de synthesizers en drumcomputers die tegelijkertijd de jaren tachtig en de nabije toekomst suggereren. Bovendien is EarthEE net als Shabazz Palaces’ Lese Majesty (2013) opgezet als een bijna doorlopend album waarin nummers regelmatig in elkaar overvloeien.

Esthetiek staat voorop

Het probleem met EarthEE is, net als met Lese Majesty, dat de aandacht na een tijdje verslapt. THEESatisfaction zet een uitstekende sfeer neer, maar de nummers worden snel eenvormig. Als bijvoorbeeld op de tweede helft van het album ‘Post Black, Anyway’ langskomt, zal Satisfactie de meeste luisteraars wel (even) kwijtraken. In dat ruim drie minuten emmerende nummer blijft rapper Stas maar wat voor zich uit mompelen. Als intermezzo had het vast gewerkt, maar met deze lengte niet.

De esthetiek en producties staan op EarthEE overduidelijk voorop, de vocalen komen daarna pas, en van echt sterke liedjes is geen sprake. THEESatisfaction lijkt ergens in de ruimte te zweven, als een moderne austronautenversie van TLC, maar mag de grond best wat vaker raken. Zangeres Cat levert net als Stas prima werk, maar memorabel wordt het nergens. Een virtuoze productie of verse, of gewoon een sterke uitschieter, dat is wat eraan ontbreekt. Laat staan dat er een potentiële klassieker van de allure van ‘Waterfalls’ of ‘No Scrubs’ op staat.

Funky genoeg voor balans

Misschien dat het gebrek aan uitschieters de reden is dat het album op de koptelefoon (of op een andere manier heel aandachtig beluisterd) eigenlijk niet echt overtuigt. Over een paar goede speakers heen klinkt het geheel echter best prima. Dat de aandacht af en toe verslapt maakt dan niet zoveel uit; het lukt meestal wel om na een paar nummers toch weer aan te haken. Daar is de plaat funky wel genoeg voor.

EarthEE zorgt er zelf voor dat ze uiteindelijk vrij gebalanceerd uitvalt. Anders dan bij Shabazz Palaces’ Lese Majesty is het gewoonweg niet jammer dat de aandacht soms verslapt en je uit de plaat valt, want je zit er zo weer in. Maar eerlijk is eerlijk: de kans is ook weer niet heel groot dat EarthEE geregeld opgezet gaat worden, want daar mist de plaat toch dat beetje extra kwaliteit voor.

 

 

Film / Serie

Russische spionnen in Amerikaanse suburb

recensie: The Americans: seizoen 2.

Kletsen over televisieseries is uitgegroeid tot een nationaal tijdverdrijf bij het koffiezetapparaat. Wie na alle briljante HBO- en Netflix-producties nog een beetje origineel uit de hoek wil komen, geeft zich over aan twee seizoenen van The Americans. Bepaald geen straf.

 

1The Americans startte twee jaar geleden bij de Amerikaanse kabelzender FX. Hoofdpersonen zijn de twee KGB-agenten Elizabeth en Philip Jennings die al jaren in een aangeharkte Amerikaanse suburb wonen en zich voordoen als een keurig getrouwd die een reisbureau runnen. Uit het geënsceneerde huwelijk hebben ze twee kinderen en het gezinsleven combineren ze zo goed en kwaad met spionageactiviteiten.

Ronald Reagan

Tijd en handeling is begin jaren tachtig. De KGB en de Amerikaanse geheime diensten gunnen elkaar geen millimeter ruimte en Ronald Reagan is de president van dienst. Het vak van spion bestaat nog uit ouderwets handwerk. Denk aan afspraken op duistere plekken, afpersen van hoge regeringsfunctionarissen en wetenschappers. Geen werkdag is compleet zonder een nieuwe vermomming.

Dat maakt van The Americans al een sterk Koude Oorlog-epos in de stijl van John Le Carré. Maar2 eigenlijk gaat de serie over het moeizame huwelijk van het echtpaar Jennings. Elizabeth is een communistische hardliner. Philip is meer praktisch ingesteld. Hij ziet ook voordelen aan de Amerikaanse samenleving en luistert niet altijd naar de orders van het KGB-hoofdkwartier. Toch is in de loop der jaren de liefde tussen de twee gegroeid. Maar de relatie komt iedere keer weer onder druk te staan door de ‘buitenechtelijke’ klussen die de twee moeten opknappen. Net als bij Engelse collega 007 liggen ook de Russen regelmatig in vreemde bedden.

FBI-buurman

Voor wat extra spanning zorgt de buurman van de Jennings: Stan Beeman. Hij werkt bij de afdeling contraspionage van de FBI en jaagt op geïnfiltreerde KGB-agenten. Hij werft een secretaresse van de Russische ambassade als spion. Zij begint een affaire met hem en voor Beeman het weet werkt hij voor de Russen.

Bedenker van The Americans is Joe Weisberg, die begin jaren negentig zelf bij de CIA werkte. 3Dat waren blijkbaar niet zijn meest gelukkige jaren, want op een pro-Amerikaanse agenda kun je deze op ware feiten geïnspireerde serie – de KGB infiltreerde inderdaad in de VS – niet betrappen. De sympathie ligt vooral bij de Russen. Steeds weten ze op het nippertje aan een ontmaskering te ontsnappen. Het sterke acteerwerk van Keri Russell en Matthew Rhys als het echtpaar Jennings en de fijne jaren tachtig setting, met alle analoge spionagetechnieken, maken van The Americans een van de betere series van de laatste tijd.

Violist en publiek 1942
Kunst / Expo binnenland

In de vitrines ontstaat langzaam de kunstenaar

recensie: Hendrik Werkman (1882-1945) - Leven & Werk
Violist en publiek 1942

Waar anders dan in het Groninger Museum zou je het verhaal van De Ploeg-drukker Hendrik Werkman willen vertellen? In het gebouw dat middenin zijn verleden staat krijgen de kunst en het leven van de kunstenaar alle ruimte.

Wat deze tentoonstelling rijk maakt is dat het leven van de man erachter er onlosmakelijk doorheen geweven is. Zo staat in de eerste zaal zijn prille en gelukkige jeugd centraal en wordt twee zalen verder zijn creativiteit gekoppeld aan de verveling die zijn semi-werkloosheid hem opleverde. De schetsen van zijn vele vrouwen en kinderen getuigen van zijn “nogal ingewikkelde liefdesleven”, en in bijna elke zaal hangt een foto—metershoog—geflankeerd door de collega-kunstenaars en creatievelingen van toen aan wie hij grote inspiratie te danken had. Het zorgt ervoor dat zijn leven letterlijk de achtergrond vormt van het verhaal dat het museum hier gestaag ontvouwt.

Twee paarden en vier figuren

H.N. Werkman, Twee paarden en vier figuren, 1944. Sjabloon en stempel

Nieuwe kunstvorm

“Met zijn zetmaterialen creëerde hij een nieuwe kunstvorm, waar zelfs nog geen benaming voor bestond.” In de openingstekst, nog voor de bezoeker de tentoonstellingsruimte betreedt, staat samengevat waar het om gaat. Hij noemde ze “druksels” en vanaf zaal twee tot zaal vier valt op de muren te lezen en in de lijsten en vitrines te zien wat hij daar mee bedoelde. In eigen woorden wordt zijn techniek aan de bezoekers uitgelegd: “Als pers gebruik ik een oude handpers met hefboom (ong. 1800) de druk geschiedt dan rechtstanding en men moet op gevoel de drukkracht bepalen. Soms is het nodig zwaar te drukken, soms heel licht.”

Iets héél anders, waaruit meteen Werkmans veelzijdigheid blijkt, zijn de olieverfschilderijen die zijn liefde voor het werk van van Gogh en Munch tonen. Bekijk bijvoorbeeld Station (De Punt) uit 1920 of Kerkgang in de sneeuw, waarin duidelijk de Van Gogh-invloed is terug te zien in dikke kriebelverf.

Kerkgang in de sneeuw

H.N. Werkman, Kerkgang in de sneeuw, circa 1919-1920, Collection Fie Werkman, Groningen

Jazzmuziek en de geur van inkt

Wanneer er jarenlang een stichting heeft bestaan die alle materiaal van een kunstenaar opspoort en bewaart is er de mogelijkheid dat werkelijk iemands hele leven wordt tentoongesteld. Het lijkt hier dan ook haast alsof de hele Werkmanzolder is ‘leeggehaald’ en hier tentoongespreid, terwijl men een stap terug zet en kijkt: wat hebben we hier nu eigenlijk? Dat tentoonspreiden gebeurt daarentegen wel rustig, stap voor stap en met veel ruimte voor de bezoeker. Er is weinig zaaltekst en waar uitleg wordt gegeven over zijn persoonlijke stijl en technieken gebeurt dat bijna altijd in zijn eigen woorden, uit brieven en stukjes in kranten. Eerder dan de indruk dat er teveel aan details is vormt er zich de mogelijkheid om in die vitrines van normaal levensmateriaal langzaam de kunstenaar zien te ontstaan.

In de grote, centrale zaal waar alles op uitkomt is jazzmuziek te horen en staat op een houten plateau een drukpers in het midden. Hier is de belichting expres wat verminderd en de spotjes op de werken geven ze dezelfde kwaliteit als kleine opgloeiende olieverfschilderijen uit de gouden eeuw. De geur van drukverf overheerst. De donkerpaarse achterwanden zijn bekleed met de druksels, in prachtige heldere kleuren uit zijn hoogtijperiode. “Is het wat en betekent het wat?” Die vraag, gesteld in typisch Groningse, nuchtere termen hangt er aan de muur en mag de bezoeker zelf beantwoorden.