Kunst / Expo binnenland

Circus Boijmans

recensie: Ugo Rondinone - Vocabulary of Solitude

“Kunst doet de tijd vertragen, het remt de beschouwer af waardoor er ruimte ontstaat voor bezinning”, verklaart Ugo Rondinone bij zijn installatie Vocabulary of Solitude in Museum Boijmans van Beuningen. Heeft een zaal met bontgekleurde, egocentrische clowns dat effect?

De grote Bodonzaal in het Boijmans is omgetoverd tot een verstilde ruimte waarin, op enige afstand van elkaar, 45 levensgrote clownsfiguren zijn geplaatst. Met gesloten ogen – ieder verzonken in eigen gedachten – zitten, hangen, liggen en staan ze als eenzame deelnemers aan een circusworkshop, waarvan het programma nog opgestart moet worden. Een vervreemdende atmosfeer, vooral voelbaar als de zaal zonder publiek is en de leegte extra benadrukt wordt door deze kleurrijke, zwijgende figuren.

Kleurexplosies

ugo rondinone boijmans van beuningen

Kinderopening Ugo Rondinone. Foto: Fred Ernst.

Ugo Rondinone wil met zijn clownsbeelden een dag uit het leven van een individu beschrijven. Hij heeft ze stuk voor stuk korte namen gegeven als be, walk, cook of curse, om zo dicht mogelijk bij de menselijke realiteit te blijven. Het geheel straalt een vanzelfsprekendheid uit die de toeschouwer op een of andere manier tot bezinning moet brengen. Een mooie gedachte, ware het niet dat dit effect onbereikbaar blijft in een vrije museale opstelling met doorlopend luidruchtige publieksstromen.

Het sterke contrast tussen de uitgebeelde verstilling en de kleurexplosies van de ‘objecten’ is een element waar Rondinone patent op lijkt te hebben. Zijn werk laat, door de jaren heen, een wisselwerking van soberheid en uitbundigheid zien. De kracht van zijn beelden wordt niet door rust en regelmaat bewerkstelligd, maar juist door de enorme tegenstellingen waarmee de kunstenaar zijn publiek overrompelt.

Verweesde onderdelen

Ugo Rondinone, Vocabulary of Solitude, 2015. Foto: André van Dijk.

Ugo Rondinone, Vocabulary of Solitude, 2015. Foto: André van Dijk.

Die tegenstelling is ook in zijn clowns te vinden. Het kolderieke van de geheel uit vrolijkheid en beweeglijkheid bestaande figuren wordt direct weerlegd door de duistere en angstaanjagende kant die ook in deze karikatuur verzonken ligt. Daarbij is het uitbeelden van een menselijke cyclus door een verborgen en gekostumeerde maskerade geen keuze die automatisch tot meer helderheid leidt. Het effect waar Rondinone naar streeft, wordt op allerlei vlakken gedwarsboomd en gekenmerkt door een grote afstandelijkheid. Of juist daardoor geprikkeld?

De tentoonstelling wordt aangevuld met een aantal objecten aan de buitenranden van de ruimte die de opstelling proberen te ondersteunen. Clownsschoenen in een aantal kleurschakeringen, afgebrande kaarsstompen in dezelfde tinten, een aantal klokken in glas-in-lood, vensterramen zonder doorkijkmogelijkheid en een enorme hangende gloeilamp. Het zijn verweesde onderdelen in de zaal, die weinig verbinding met de personages op de vloer hebben en wat moeilijk te plaatsen zijn in de context van bezinning en verstilling. De grote, kleurrijke regenbogen, die ook deel uitmaken van de opstelling, brengen juist weer een mooie connectie tot stand met de in zichzelf gekeerde clowns.

Geruststellende deken

Ugo Rondinone, ‘breathe walk die’, 2014. Foto: Aad Hoogendoorn.

Ugo Rondinone, ‘breathe walk die’, 2014. Foto: Aad Hoogendoorn.

Die kleurige regenboogvormen zijn voor Rondinone een telkens opnieuw verschijnend symbool in zijn oeuvre. Ze worden gepresenteerd als mandala, een meditatieve vorm die compleetheid en tijdloosheid vertegenwoordigt en die het vermogen tot bezinning in zich lijkt te dragen. Bij de ingang van de tentoonstelling heeft de kunstenaar een grote wand bekleed met honderden regenboogtekeningen, op zijn verzoek gemaakt door kinderen uit Rotterdam en omgeving.

De regenboog komt ook terug in het sterkste beeld van deze installatie. Ironisch genoeg bevindt dit werk zich buiten het museum, op het dak van het gebouw, als een lichtgevende regenboog die vanaf grote afstand te zien is. In bonte kleuren wordt een eenvoudige mantra getoond: breathe–walk–die. ’s Nachts helder afstekend tegen de donkere lucht en neerdalend op de stad als een geruststellende deken. De intimiteit van deze uitgeschreeuwde woorden is een werkelijkheid die iedereen met zich meedraagt, een krachtige levensdroom die geen twijfel in zich heeft. Daar kan geen zwijgende clown tegenop.

Theater / Voorstelling

Een collage van plastic

recensie: Club Guy & Roni - The Jungle is our House

Een vrouw tekent gefocust een perfect vierkant op de vloer uit. De man naast haar vertelt zacht een leuke anekdote. Het publiek hangt aan zijn lippen. Waar gaat dit heen? Als de acteurs daarna rustig de tijd nemen om hun kleren uit te trekken en op te vouwen grinnikt het publiek… Dat kwam onverwacht.

Tijdens het Weekend Break Festival was het Grand Theater in Groningen een weekend lang de speeltuin van Club Guy & Roni. Dat betekent dans, muziek en natuurlijk theater. Zo ging ook de voorstelling The Jungle is our House in première. Geïnspireerd door een leus op een spandoek verkreeg de voorstelling zijn titel. “The Jungle is our house plz don’t destroy it, if you do so then where is the place to go?” luidt een van de spandoeken tijdens het protest tegen de sluiting van het illegale kamp in Calais.

Fragmentarisch

Een voorstelling over de droom van een beter bestaan en de kille realiteit, “dit is niet hoe ik het me had voorgesteld.” De toneeltekst is poëtisch, vol herhalingen en van de hak op de tak. Fragmentarisch wordt het verhaal niet alleen in tekst verteld, maar ook in beweging en muziek, want “de man met de gitaar kan het zoveel beter vertellen.” De muziek van Bert Dockx zet constant de sfeer in de voorstelling, van een bottleneckbluesriff tot duistere scheurende effecten en een eindsoundtrack die je kippenvel bezorgt.

The Jungle is our House is een collage van monologen, muziek en dans. Deze drie elementen bestaan keurig naast elkaar, de dans breekt nooit uit het wit getekende vierkant, de gitarist staat in de linkerhoek en actrice Veerle van Overloop vertelt zittend in een spot rechts. Ze versterken elkaar niet altijd: als de gitarist met zijn effectbakjes speelt terwijl actrice Veerle Overloop haar monoloog doet, werkt dat visueel verstorend.

Verbeeldend

De choreografie is prachtig en spreekt tot de verbeelding wanneer Veerle van Overloop door een grijs kleed wordt bedekt. Igor Podsiadly danst vervolgens met haar lichaam balancerend in het grijze doek. Het decor is simpel abstract, maar effectief. Plastic omlijst het toneel en dient als doek voor de projecties die soms abstract en dan weer erg letterlijk zijn. De eindtekst is geheel in een Slavisch klinkende taal, op het doek wordt de Nederlandse vertaling van de tekst als autocue meegerold. Hoewel de onverstaanbare woorden melodieus en emotioneel klinken, helpt de vertaling niet mee. De gigantische lappen tekst werken eerder afleidend. Het wordt een spelletje; bij welke zin is de acteur nu?

The Jungle is our House spreekt vanuit verschillende kunstvormen over verschillende werelden, die elkaar door de fragmentarische aard van de voorstelling niet altijd ontmoeten. Een interdisciplinaire collage die tot de verbeelding spreekt, over hemel en hel, gevangen in een paar vierkante meter, een klein wit getekend vierkant.

Happy Bachdag
Muziek / Achtergrond / Interview
special: Inspirerend initiatief van 24Classics
Happy Bachdag

Happy Bachdag!

21 maart zou de Duitse componist Johann Sebastian Bach 331 jaar geworden zijn. Je kunt nog altijd stellen dat hij springlevend is, zeker in Nederland. Zijn werken worden met de jaren steeds vaker uitgevoerd, zonder daarbij aan kracht in te leveren.

Een groep van 24 klassieke muziekfanaten en -kenners, kwam met het idee om een music discovery service opzetten, waarmee ze het ouderwetse gevoel van zelf in elkaar gezette cassettebandjes met je favoriete muziek wilden nabootsen. Onder de naam 24Classics wilden zij drie jaar geleden op een ludieke manier aandacht vragen voor klassieke muziek. Een van de manieren waarop zij dit deden, was door op de eerste dag van de lente, toevallig ook de geboortedag van de wereldbekende componist, een Happy Bachdag te organiseren.

Bach klonk in vele winkels, hotels, bars, restaurants, parkeergarages en zelfs in sportscholen. Ondernemers in Amsterdam omarmden het idee met veel enthousiasme en na twee succesvolle edities, volgt de Happy Bachdag nu ook in Utrecht, Nijmegen, Dordrecht en Groningen. Overal in deze steden zal de muziek van Bach te horen zijn tijdens speciale concerten en evenementen. Wie wil er nou niet fietsen op zijn magistrale klanken of lunchen onder het genot van prachtig door hem gecomponeerd vioolspel? Muziekwetenschapstudente Kayleigh Hagen is de coördinator van het evenement in Utrecht.

Bloemen

Bloemen met Bach

Vrolijkheid in de stad

‘Happy’ is zonder meer het sleutelwoord voor deze dag. “Het gaat om een ludieke dag waarop op lichte wijze de geboortedag van Bach en de eerste dag van de lente worden gevierd. Luchtig en ludiek zijn hierbij van belang. Het is niet een standaard “klassiek” feest, maar juist een gekke dag waarbij we iedereen proberen kennis te laten maken met klassieke muziek, specifiek Bachs werken. Dat willen we op een gekke manier, tijd en plaats zodat alle conventies en drempels die er doorgaans zijn bij klassieke muziek totaal verdwijnen en het alleen nog maar een happy dag is.”

De Happy Bachdag kent verschillende facetten, maar het hoofddoel blijft om de steden onder te dompelen in Bach. In Utrecht wordt de dag zelfs ingeluid met een countdown: “In cafe ’t Pandje zal er onder het genot van een drankje worden afgeteld tot middernacht en zal de dag worden ingeleid met een prachtig stukje Bachmuziek. Op de dag zelf zijn er verschillende activiteiten zoals Spinning op Bach en Zwemmen op Bach, maar er is ook een lezing van Govert Jan Bach gevolgd door een concert van het duo Wolfs/KleinJan. Ook hebben sommige winkels Bach-specials, of -aanbiedingen en kun je bijvoorbeeld een Broodje Bach bestellen.”

Fietsen

Spinning op Bach

Participeren

Meedoen wordt uiteraard aangemoedigd, want de Bachdag is voor iedereen, van jong tot oud. “Veel activiteiten zoals de lezing en het concert in het muzieklokaal en het spinnen zijn al te bezoeken door je alleen aan te melden via reserveer@happybachdag.nl; voor andere activiteiten zoals het zwemmen kan op locatie een kaartje worden gekocht voor de reguliere prijzen. Heb je zelf een winkel, bedrijf of andere onderneming dan nodigen we je van harte uit om mee te doen aan de Happy Bachdag. Dit kan heel simpel door Bachmuziek te draaien (wij bieden een playlist aan) of door een actie te verzinnen omtrent Bach.”

 

Meer informatie via Kayleigh Hagen, mail kayleigh@happybachdag.nl

illustratie Eyckerman
Boeken / Poezie

Poëzie voor iedereen in het bijzonder

recensie: Jaap Robben & Merel Eyckerman (illustraties) - 's Nachts verdwijnt de wereld
illustratie Eyckerman

Na zijn veelgeprezen debuutroman Birk is Jaap Robben niet meer weg te denken uit het Nederlandse literaire landschap. Zijn veelzijdigheid als schrijver wordt nog maar eens bevestigd met de onlangs verschenen dichtbundel ’s Nachts verdwijnt de wereld.

In ’s Nachts verdwijnt de wereld is werk opgenomen uit eerdere dichtbundels van Robben, evenals gedichten die hij schreef als stadsdichter van Nijmegen en niet eerder gepubliceerd werk. Zijn gedichten worden vergezeld door tekeningen van Merel Eyckerman, delicate tekeningen die losjes gebaseerd zijn op de teksten die ze begeleiden. Een mooie wisselwerking, die het geheel tot een onweerstaanbare bundel maakt die je enerzijds in één klap wil uitlezen en anderzijds wil koesteren en aandachtig tot je wil nemen.

Leeftijdloos

Bijzonder aan Robbens gedichten is dat ze niet voor een specifieke leeftijdsgroep geschreven zijn. Robben vertelt op een wijze die toegankelijk is voor jong en oud. Nu is schrijven voor kinderen deze auteur niet vreemd. Zo bracht hij in 2010 De zuurtjes uit, een combinatie tussen een jeugdroman en een prentenboek. Dit boek is ook vermakelijk voor volwassenen (vergelijk het met de boeken van Roald Dahl en David Walliams die ook gewaardeerd worden door de voorlezers). Maar de gedichten in ’s Nachts verdwijnt de wereld zijn werkelijk voor een breed publiek bestemd. Neem bijvoorbeeld het gedicht ‘Vergeten gezichten’, voor in de bundel, dat slechts één enkele zin beslaat:

Waar zijn de gezichten gebleven
die niemand heeft onthouden
van middeleeuwse mensen
die niet op schilderijen staan?

Het universele karakter, het vermogen om tot de verbeelding van lezers van alle leeftijden te spreken, is bewijs voor Robbens kunde.

Ontroerend

Robbens gedichten bezitten een zeldzame tederheid. Ze lijken op het eerste gezicht luchtig, doordat hij met een haast kinderlijke onbevangenheid zijn onderwerpen benadert, maar ze resoneren nog lang door. In het treffende ‘Vier vingers en een duim’ spreekt Robben over ‘[k]leine dikke broer en zijn vier pianozussen’. Ook als volwassene leef je mee met de duim, die nog het meest alleen is in de winter: ‘Alle dagen in z’n eentje in een want.’ Het mag duidelijk zijn dat Robben weinig woorden nodig heeft om zijn lezers in te palmen.

Als er dan toch een minpunt moet zijn, dan is het dat de bundel voor een groot deel uit eerder gepubliceerd werk bestaat. De liefhebber heeft dat natuurlijk allang gelezen. De verschijning van ’s Nachts verdwijnt de wereld lijkt niet geheel toevallig vlak voor de Poëzieweek te zijn geweest. Natuurlijk zijn de tekeningen van Eyckerman een mooie toevoeging en wie nog geen bundels van Robben in de kast heeft staan zou zichzelf tekortdoen dit boekje niet aan te schaffen.

Theater / Voorstelling

Bizarre sketches met scootmobielen, skeletten en een tutu

recensie: Ashton Brothers - Enfants Terribles

Publiek dat een bezoek brengt aan Enfants Terribles komt al voor aanvang van de voorstelling terecht in de chaos en het kabaal dat de Ashton Brothers creëren. Op het podium bevindt zich een verscheidenheid aan rekwisieten, die later in de voorstelling gebruikt gaan worden. De artiesten zelf bevinden zich in de zaal om de gasten welkom te heten en om ze te voorzien van duct tape snorren. Op en top vermaak, maar ook niet veel meer dan dat.

Enfants Terribles is een aaneenschakeling van absurdistische sketches die zich nog het best laat omschrijven als een mengeling van kleinkunst, variété, slapstick, muziek, illusionisme, circus en een vleugje ballet. Niets lijkt te gek voor dit artiestentrio, dat geen schaamte lijkt te kennen en constant alles uit de kast haalt om in de smaak te vallen. En met succes. Van begin tot eind worden de artiesten gevoed door de gulle lach van het publiek. Daarin schuilt ook direct de keerzijde van de voorstelling. De focus op het bizarre, platte en humoristische, zorgt voor oppervlakkigheid en maakt de voorstelling uiteindelijk, ondanks de vele afwisseling, weinig verrassend.

Groot lichaamsbewustzijn

Enfants TerriblesDe artiesten zijn meesters in het bespelen van het publiek en weten hoe ze de perfecte spanningsboog moeten opbouwen. Hierdoor hebben ze dikwijls al aan één armbeweging of spiervertrekking in het gezicht genoeg. Dit lichaamsbewustzijn is ook duidelijk zichtbaar wanneer ze met zijn drieën een skelet een operanummer van Pavarotti laten uitvoeren. Zelfs de trillingen van de kaken kloppen, wat voor een vreemde gewaarwording zorgt: er wordt een esthetisch mooi plaatje gecreëerd terwijl het een skelet is dat de solo ten gehore brengt.

Anti-vaardigheid

Aan de andere kant zetten de artiesten maar weinig van hun lichaamsbeheersing in voor het tonen van spektakel. De acrobatische kunsten in de trapeze, op spitzen, en op de vloer worden met grote eenvoud uitgevoerd en verraden dat er grotere vaardigheden achter verschuild gaan. Er kan zelfs gezegd worden dat de artiesten hier en daar expres inzetten op ‘anti-vaardigheid’ als een soort aanklacht tegen het publiek, dat helemaal geen echt illusionisme wil zien. Bovenal zit het publiek te wachten op het clowneske, waarbij alle trucs worden verraden en de artiest zichzelf belachelijk maakt in plaats van dat hij respect verdient.

Niet te serieus

enfants terriblesDe horroropa’s in scootmobielen zijn terugkerende ondersteunende personages in de voorstelling. Ze komen op de meest onlogische momenten voorbij om nog net een vleugje extra verwarring te scheppen. Al aan het begin van de voorstelling zetten ze op briljante wijze het klassieke circus een hak door samen met één van de Ashton Brothers een paardendressuur uit te voeren. De scootmobielen rijden in formatie en kunnen zelfs op hun achterwielen balanceren, als paarden in het circus. Op een soortgelijke wijze wordt ook het klassieke ballet geparodieerd. Een triest en moeilijk bewegend oud mannetje betreedt het podium om vervolgens in tutu een stukje Zwanenmeer uit te voeren. Een typisch gevalletje van ‘niets is wat het lijkt’: iets wat vaker terugkomt in de voorstelling. Zo kan iemand in een rolstoel ook aan een trapeze hangen en wordt met blacklight een illusie met allerlei zwevende rekwisieten gecreëerd.

Vermakelijk

Hoewel Enfants Terribles niet aan elkaar hangt van vernieuwde en originele sketches en een gevoel van diepgang vaak ontbreekt, weten de Ashton Brothers als geen ander wat het publiek wil zien. De artiesten verstaan hun vak en slagen erin het publiek een vermakelijke avond te bezorgen.

bloemen met kerk erachter
Boeken / Non-fictie

Eigenzinnige vroomheid

recensie: Fred van Lieburg - Jan Siebelink en de geschiedenis achter Knielen op een bed violen
bloemen met kerk erachter

Nu de verfilming van Knielen op een bed violen, de succesroman van Jan Siebelink, toch mogelijk is gebleken, komt historicus Fred van Lieburg met een boekje waarin hij de achtergronden van het verhaal opdist. Een kijkje achter verduisterde ramen.

Al sinds de roman van Siebelink in 2005 verscheen roept het werk hevige reacties op. Velen vinden het fantastisch en treffen tussen de duistere materie toch ook sprankjes hoop en liefde aan; anderen kunnen de donkerte niet verdragen en begraven het boek – letterlijk en figuurlijk. Wellicht is Jan Siebelink en de geschiedenis achter Knielen op een bed violen voor deze laatste groep wel extra interessant. Onbegrip voor de ander komt immers vaak uit onwetendheid voort.

Vragen

Naar verluidt kreeg Paul Verhoeven, aanvankelijk de aangewezen man om de bestseller te verfilmen, na verloop van tijd zo’n hekel aan het hoofdpersonage Hans Sievez, dat de regisseur het project staakte. Ben Sombogaart maakte de film uiteindelijk wel. Is het niet frappant dat een kunstenaar als Verhoeven, iemand die zich al in heel wat verschillende figuren heeft ingeleefd (er zijn gruwelijker gevallen te bedenken dan de bloemkweker uit Velp), juist deze vrome man niet aankon? Waarschijnlijk zegt het iets over Verhoeven zelf, maar net zo goed zegt het iets over onze tijd. Sinds de verzuiling staan we mijlenver van de wereld af waarin Siebelinks vader opgroeide, begin twintigste eeuw.

Onrust op het erf

Gelukkig is daar Fred van Lieburg, hoogleraar religiegeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam; de juiste man om helder licht te werpen op ‘het zwartste calvinisme dat Nederland eigen is’, aldus Jan Siebelink zelf. Van Lieburg begint zijn relaas in het jaar 1862, het geboortejaar van Jan Siebelink I, de schrijvers grootvader. Hij schetst een boerenfamilie die aanvankelijk rustig meedeint op het religieuze landschap van toentertijd. Maar het landschap, in dit geval het protestantse, begint barsten te vertonen. Ontevreden gelovigen zeggen hun kerkelijk lidmaatschap op, splintergemeenten ontstaan. Terug naar de sobere basis is het devies. Zonder al dat nieuwerwetse gedoe.

‘Van al die onrust op het kerkelijk erf zal de familie Siebelink toch wel iets hebben opgevangen’,  schrijft van Lieburg. Inderdaad zal Siebelink I zich afscheiden van zijn geestelijke gemeente en een zogenaamd ’thuislezer’ worden, zoals de vader uit Knielen op een bed violen dat ook was. Het woord zegt het al: een thuislezer is iemand die thuis, veelal aan de keukentafel, studeert en zelf de prediking (voor)leest.

Zuivere leer

Een episode, van grote invloed op de Siebelinks én de latere roman, is de opkomst van dominee Jan-Pieter Paauwe. In Siebelinks werk is hij gemakkelijk te herkennen als dominee J.J. Poort. Een vrije prediker, niet verbonden aan een kerkelijk genootschap, die de zuivere leer propageert. Ontdaan van alle poespas, terug naar de kern: het gedachtegoed dat de bloemkweker in fictie en werkelijkheid zo na aan het hart lag. Op dezelfde wijze worden de overige romanpersonages naar de werkelijkheid gehaald. Dit alles op een manier die de verbeelding van de schrijver in zijn waarde laat.

De hoogleraar ontrafelt de familiegeschiedenis van de Siebelinks en daarmee een vergeten verhaal van Nederland. Het onderzoek dat Van Lieburg uitvoert is minutieus. De complexe materie die hij vervolgens weet om te zetten in een uiterst leesbaar en levendig geheel, vergt beheersing van het materiaal tot in de puntjes.

Eigenzinnig

Het beeld dat van de familie Siebelink komt bovendrijven, is een beeld van eigenzinnige geesten. Mensen die er niet voor terugdeinzen hun eigen weg te gaan. Zoals ook Jan Siebelink – hij was ooit leraar Nederlands en Frans toen hij op een dag besloot om schrijver te worden – een niet voor de hand liggend pad verkoos. Dat die weg met eenzaamheid en grote offers gepaard gaat, is niet een simpel op de koop toe nemen, maar een aanvaarden van uiterste consequenties. Je eigen pad volgen is een populair gedachtegoed. Een vreemde paradox ontstaat echter wanneer de volger vervolgens veroordeeld wordt, omdat hij of zij buiten buiten de sociaal geaccepteerde banen treedt. Daarom, voor iedereen die het boek begroef (en voor Paul Verhoeven): behoud een open geest, verdiep je in de ander, verdiep je in de achtergrond en geef Knielen op een bed violen nog een kans.

teloorgang-van-een-ongekroonde-idealist
Theater / Voorstelling

Van leer tegen verval

recensie: Theater Utrecht – De teloorgang van een ongekroonde idealist
teloorgang-van-een-ongekroonde-idealist

Met haar poëtische misantropie en audiovisueel expressionisme ademt Daan van Bendegems solovoorstelling De teloorgang van een ongekroonde idealist in alles de recente koers van Theater Utrecht. Deze explosieve nieuwe Hamletbewerking speelt met de behoefte om mensen die tot het ergste in staat zijn te begrijpen en te psychologiseren.

Hamlet in dwangtherapie – het concept heeft een hoog risico op flauwe inkoppertjes en open deuren. Ja, natuurlijk is Hamlet, net als bijna elk ander Shakespearepersonage, getraumatiseerd door een eeuwigdurende spiraal van geweld en ja, natuurlijk lenen Hamletthema’s als identiteitspolitiek en (het dan wel niet veinzen van) waanzin zich voor een sessie bij de psycholoog. Het is echter al meerdere malen gedaan en de vraag rijst of zo’n therapeutische twist een nieuw licht werpt op de tragedie. Gelukkig vervalt Van Bendegem met De teloorgang van een ongekroonde idealist niet in koddigheden, maar brengt hij middels een poëtische en intertekstuele monoloog (of dialoog?) de gedachten in kaart van een man die met lede ogen de wereld decadenter ziet worden.

De zieke wereld

teloorgang-van-een-ongekroonde-idealistIn een kille witte kamer met enkel een stoel trekt Hamlet van leer tegen zijn psycholoog, wier (ingebeelde?) stem we enkel uit zijn eigen mond horen. Hij probeert haar te manipuleren, bedreigt haar en smeekt haar uiteindelijk hem niet te verlaten. Het publiek is aan drie zijden van de kamer gepositioneerd en kan veilig in het donker achter eenzijdig reflecterend glas de manies van de patiënt gadeslaan, als ware hij gevangen in een observatorium. Dan weer schreeuwend (de galm in de Paardenkathedraal werkt subliem), dan weer jammerend uit hij gedachten die op zichzelf niet zo gek zijn, maar die als geheel te rigide zijn om weerwoord toe te laten. Terwijl hij oreert over de zedeloosheid van zijn ‘kennissen’, de maatschappelijke angst voor afwijkende ideeën en de pervertering van het huwelijk, wordt duidelijk dat de voorgeschiedenis van deze Hamlet op een aantal belangrijke punten afwijkt van het bekende verhaal.

Herkenbare esthetiek

De teloorgang van een ongekroonde idealist is de eerste in een reeks voorstellingen van jonge makers bij Theater Utrecht. In vormgeving en gebruik van audiovisuele middelen is de invloed van Thibaud Delpeut, artistiek leider van het stadsgezelschap, onmiskenbaar. De steriele glazen architectuur, de inzet van muziek (dan weer onderhuidse soundscapes, dan weer het gebeuk van Einstürzende Neubauten) – en het gebruik van abrupte lichtwisselingen en felle contrasten zijn exemplarisch voor de esthetiek die Theater Utrecht sinds de wisseling van de wacht in 2013 hanteert. Ook past Van Bendegems Hamlet perfect in het universum van de, voorzichtig uitgedrukt, getroebleerde geesten die ronddwaalden in Delpeuts voorstellingen van de afgelopen jaren, van de naamloze wanhopigen in Crave tot de bonte club bewoners van een inrichting in Een Soort Hades.

teloorgang-van-een-ongekroonde-idealist3Tour de force

Het is echter niet rechtvaardig om De teloorgang van een ongekroonde idealist slechts als een kopie van een Delpeut-regie te beschouwen. Daarvoor is Van Bendegems prestatie immers te imposant. Zijn tekst is dusdanig rijk dat er voor iedereen wel momenten van identificatie met de patiënt te vinden zijn, totdat zijn gedachtegoed een moment later weer afstoot. Deze Hamlet is een vat vol tegenstrijdigheden, net zo narcistisch als kwetsbaar en afwisselend scherpzinnig en vaag. Hij is de ‘verwarde man’, een eufemisme dat de media hanteren voor zelfstandig opererende (blanke) terroristen als de Charleston-schutter Dylan Rooff. Met een bewonderenswaardige energie wijst Van Bendegem op de keerzijde van idealisme: de haat voor al wat niet aan dit ideaal voldoet.

parkeerplaats voor gehandicapten
Boeken / Fictie

Boekenweekgeschenk mist ietsje de echte Gerritsen

recensie: Esther Gerritsen - Broer
parkeerplaats voor gehandicapten

Ook Esther Gerritsen timmert lang genoeg aan de weg van de fictie om gevraagd te worden voor een boekenweekgeschenk, de novelle Broer dus.

We maken kennis met een vrouw, Olivia, wier ‘normale kalmte’ op de proef gesteld gaat worden. Haar broer draagt niet voor niets de titel, want hij zorgt ervoor dat de poppetjes aan het dansen slaan. Dat doen ook Olivia’s echtgenoot, twee puberende zonen, broer Marcus en betrokkenen bij een oud familiebedrijf in serviezen. Zowel de broer als het gezin en bedrijf zijn in de versukkeling geraakt. Als financieel directeur moet Olivia het bedrijf redden en het contact met de zieke broer moet hersteld worden. Oog voor wat er in haar gezin speelt heeft ze in alle drukte echter nauwelijks.

Uit het lood

Het verhaal komt goed op stoom met de plotse amputatie van broers been en de verstoring van een aandeelhoudersvergadering die het akelige bericht tot gevolg heeft. Dit is het voorspel van wat Olivia geleidelijk uit het lood slaat. Iets wat aan Gerritsen wel over kan worden gelaten, al gaat ze niet in extremo. Broer trekt revaliderend bij zus in, en dat legt enig oud en veronachtzaamd zeer bloot. Haar vrees is dat Marcus de verhoudingen komt verslechteren, maar wat blijkt? Hij speelt klaar waar Olivia zelf niet toe in staat is. Dat leidt maar liefst tot een bijna surrealistische happy ending die stilistisch goed uitpakt. Gerritsen legt toch nog even uit: ‘Toen drong het pas tot haar door. Iedereen kon met haar broer overweg, alleen zij niet. Ze huilde. Haar broer niet. (…) Verkrampt keek ze naar het geluk waar ze geen deel van uitmaakte.’ Symbolisch nog ‘wankel op de ongeschikte schoenen met hakken’ loopt ze erop af.

Tussen het begin en eind komt de verhaalontwikkeling helaas niet helemaal voldoende uit de grondverf. In zekere zin is er sprake van een wat droge, verslagachtige case history. Op de langere baan van de roman geeft Gerritsen blijk van een buitengemiddelde kijk op het menselijk bedrijf en van het talent om die op een even aparte manier onder woorden te brengen. Het schetsmatige Broer overstijgt te weinig het schema dat er de grondslag voor vormde. De opeenvolging van korte fragmenten geeft een snelle montage, maar gunt de schrijfster onvoldoende ruimte om met name het hoofdpersonage te doorleven. We lezen Olivia iets te weinig van binnenuit, het gebied toch waar Gerritsen vrij toegang toe had. Een roman zou Olivia’s zielement meer substantie hebben gegeven.

Naturel

Wat de spanning niet erg verhoogt is het naturel van de dialoog. Hoe het ging met de rolstoel in huis? Antwoord: ‘Het is fijn dat we geen drempels hebben.’ Overbodige vraag, maar wel naturel: ‘Hebben jullie geen drempels?’ ‘We hebben zo’n gietvloer, door het hele huis.’ Waarna: ‘O ja?’ Olivia ‘wilde heus wel een vlot en emotioneel antwoord geven, maar ze wist niet waar ze moest beginnen en zei toen maar: “Hij huilt veel.”’ En dan weer: ‘Ja?’ In dit geval, mogelijk ook in al die soortgelijke gevallen, wil de dialoog blijk geven van een zekere stroefheid, gezien ook de zin die volgt: ‘Zijn vragende “ja?” resoneerde in haar  hoofd en ze dacht: ja, dat zeg ik toch, ja.’ Maar hoeveel naturel kan een literair bedoelde tekst verdragen? Zou  iets meer verdichting niet wat meer scherpte en spanning opleveren?

De vraag is nu hoe het kooplustige Boekenweekpubliek op de novelle reageert. Broer zal waarschijnlijk als toegankelijker worden ervaren dan Gerritsens romans, en zal als een bijna gegeven paard niet al te kritisch in de bek worden gekeken.

Film / Films

Een moreel moeras

recensie: La Isla Minima (dvd)

La Isla Minima (Alberto Rodriguez) begint met betoverend mooie beelden. Vanuit de lucht zien we de abstracte patronen van een rivierdelta. Dit vrijwel ondoordringbare labyrint van water en land symboliseert de emotionele staat én het morele moeras waarin twee rechercheurs belanden bij het onderzoeken van de verdwijning van twee zusjes in het uiterste zuiden van Spanje.

Het is 1980. Het Franco-tijdperk is net afgelopen en de jonge, ambitieuze politieman Pedro wil graag de bezem door de verziekte en corrupte samenleving halen. Zijn oudere collega Juan heeft een besmet verleden. De twee agenten moeten samenwerken bij de verdwijningszaak. Ze vertrouwen elkaar voor geen cent, maar bijten zich toch vast in de jacht op een lustmoordenaar.

La Isla Minima heeft wel wat gemeen met de Amerikaanse feelbad-serie True Detective. De regisseur gebruikt dezelfde zweterige, gezandstraalde look. En ook hier zien we agenten die grenzen overschrijden om een zaak op te lossen. Het grote Kwaad lijkt overal aanwezig in dit schuldige landschap.

Genrefilm met diepgang

Voor een genrefilm heeft La Isla Minima opvallend veel diepgang. De karakters maken een mooie ontwikkeling door, er zijn morele dilemma’s en de film is knap gesitueerd in een historische context. De oude regels van het Franco-regime zijn in 1980 nog overal voelbaar, zowel bij het almachtige politie-apparaat als bij de lokale machthebbers die er een eigen dictatuur op na houden. Iedereen regelt zijn zaakjes nog zoals vroeger.

Enig minpuntje is dat het plot nogal rechtlijnig is. De moordzaak wordt aan het eind wel heel keurig opgelost. Een film met zo’n duistere ondertoon had wel een finale verdiend die iets meer mag schuren.

Muziek / Concert

Lianne La Havas tovert de Oosterpoort om tot een intieme jazzclub

recensie: Lianna La Havas @ Oosterpoort Groningen, 12-11-2015

Als de altijd kritische Prince je vraagt om mee te werken aan een van zijn albums, doe je toch iets goed. Niet alleen his royal badness is onder de indruk van de hemelse stem van Lianne La Havas: haar vele fans wachtten dit jaar vol spanning op haar tweede album Blood. Net als haar debuutalbum is dit een plaat geworden vol met kleine liedjes die ergens tussen folk, jazz en soul in zitten. Jools Holland, North Sea Jazz, Pinkpop en Lowlands, ze heeft er allemaal gestaan, maar de eerste show van haar Europese tournee is vanavond in de Oosterpoort.

Als het voorprogramma begint zijn de meeste stoelen in de Grote Zaal van de Oosterpoort al bezet. Aandachtig zitten de mensen klaar in hun stoel voor amuse Roseau. Waar gaat de reis naar toe? Naar Florida blijkbaar: “I keep driving through to Florida”, zingt de jonge singer-songwriter. Met haar lijzige zang, ingebed in toetsen en drums, neemt ze ons mee op een road trip USA. Als ze later de elektrische gitaar ter hand neemt, schept ze de verwachting dat er nu misschien een wat pittiger nummer komt dan de toch wat slome electropop die ze tot nu toe heeft laten horen. Helaas blijkt dat een luchtkasteel: in tegenstelling tot wat de titel suggereert gaat ze met het nummer ‘Accelerate’ op dezelfde voet verder. Het publiek klapt beleefd, maar men is vooral vroeg gekomen om tijdens de hoofdact van een zitplaats te zijn verzekerd.

Zwarte tulp

Een levendig decor vol met bloemen is het resultaat van de korte ombouwsessie na het voorprogramma, zelfs in de microfoonstandaard wordt een bloem vastgeknoopt. Maar de mooiste bloem wordt voor het laatst bewaard: zwarte tulp Lianne La Havas verschijnt onder luid applaus ten tonele. Na een kort welkomstwoord wordt ‘Green and Gold’ ingezet – de laatste single van haar nieuwe album. Haar basgitaar produceert lage klanken, die tot diep in je lichaam doordringen. Zodra Lianne haar mond opentrekt staart jong en oud haar met hartjes in de ogen aan. Helder, maar niet te schoon. Hees, maar niet te ruw. Lianne heeft een stem die er nooit naast lijkt te zitten. Een stem om verliefd op te worden.
Aanstekelijk enthousiast, zo zou je de vibe van de band vanavond het beste kunnen typeren. Je proeft de ervaring die Lianne en haar band opdeden op al die grote podia. Tijdens Is ‘Your Love Big Enough’ staat de gitarist zelfs zo wild enthousiast mee klappen dat zijn gitaarband losschiet en keihard op het podium klettert. Dit zorgt kort voor hilariteit bij het publiek. Maar deze komische slapstickscene is gauw vergeten door de professionaliteit die de band hier tentoon weet te spreiden. Met de schitterende lap slide guitar in ‘Wonderful’ laat de gitarist zien dat hij meer met een gitaar kan dan hem uit zijn handen laten vallen. Ook het vraag en antwoord-spel tussen de elektrische gitaar en Lianne haar uitmuntende vocalen in Tokyo, is uit de kunst!

Rokerige jazzclub

Het is vanavond niet alleen de band die indruk maakt met haar spel, want ook Lianne heeft meer in huis dan alleen haar stem. Ze verruild vanavond al gauw haar basgitaar voor een elektrische hollowbody gitaar, een instrument waarmee ze inmiddels vergroeid lijkt te zijn. Met de uitgebreide akkoorden die haar nummers vereisen, de bekwame arpeggio’s in ‘Tease Me’ en de flageoletten in ‘Midnight’, laat ze zien dat ze haar instrument meester is. Tussen al dit mooie gitaarspel door, worden we getrakteerd op een schitterende uitvoerring van ‘Gone’, enkel door piano ondersteund. Haar stem kleurt wonderwel bij de piano en het publiek luistert ademloos.
“I wasn’t really leaving, I lied”, zegt Lianne, nadat ze even het podium heeft verlaten. Het publiek slikt elke leugen, als ze maar weer gaat zingen. En dat gaat ze zeker. Na een akoestische uitvoering van ‘Age’ gaat de rookmachine aan. Lianne beroert haar snaren en tovert de warmste klanken uit haar gitaar. Als ze vervolgens met haar fluwelen stem ‘Ghost’ inzet, waan je je in luttele seconden in een rokerige jazzclub in een of ander ver oord. Pure magie.
Na dit intieme afscheidsnummer neemt Lianne uitgebreid de tijd om vaarwel te zeggen tegen het enthousiaste publiek. Mensen vooraan krijgen een hand en er wordt nog een selfie met het hele publiek gemaakt. “I think I should be leaving now”, lacht Lianne naar de zaal. En het publiek is eindelijk bereid haar na deze onvergetelijke avond los te laten. Met zo’n aftrap van haar Europese tournee kan dit niet anders dan een groot succes worden. En dat is deze innemende Britse van harte gegund!