Muziek / Album

Beheerst

recensie: Motorpsycho – Here Be Monsters

Al vijfentwintig jaar bedient Motorpsycho zijn liefhebbers met kwaliteit, en daar gaat de band in 2016 vrolijk mee door. Here Be Monsters bevat met veel vakmanschap en beheersing in elkaar gestoken progrock. Het venijn zit hem in de staart.

Wat er ook gebeurt in muziekland – artiesten bereiken de top en vallen er af, nieuwe genres domineren en worden weer passé, hypes komen en gaan – Motorpsycho blijft onverstoord zijn eigen ding doen. Al meer dan 25 jaar maken de rockende Noren waar ze zin in hebben, met veel succes. Dat kunnen door lofi-pop beïnvloede liedjes zijn, of complexe werken van epische proporties. Gezien de brede waaier van mogelijke invloeden, van folk tot freejazz, is het altijd afwachten wat je van ze krijgt. In het geval van Here Be Monsters: melodieuze, zorgvuldig opgebouwde progrock.

Bijna sereen

Wilde de band op voorganger Behind the Sun (2014) nog weleens teveel in gepriegel vervallen, hier kiest de band duidelijk voor een toegankelijkere aanpak. De composities zijn stuk voor stuk overzichtelijk en daarmee direct goed te volgen. Dat begint al bij ‘Lacuna / Sunrise’, een stuk van bijna tien minuten waarin vooral de rust opvalt. Op beheerste, bijna serene wijze bouwt de band het nummer op, met onder meer subtiel toegepast gitaarspel en een orgel dat de boel uiterst efficiënt wat stuwing geeft. Zelfs de immer op het randje zittende Bent Sæther (de bassist/zanger) houdt het, net als op de rest van de plaat, opvallend rustig.

Energieker middelpunt

Over de hele linie straalt Motorpsycho dan ook totale beheersing uit. De Noren houden hun grotendeels instrumentale muziek strak in het gareel en zetten in op sfeer en melodie. Pas op het vurige ‘I. M. S.’ gooit de groep, en dan vooral gitarist Hans Magnus “Snah” Ryan, de remmen los: een uitstekend getimed, energiek middelpunt. Ook ‘Spin, Spin, Spin’ valt op, juist omdat dit het enige nummer is waarin de zang centraal staat. Het gaat om een cover van een nummer van Terry Callier, al herbewerkt Motorpsycho de versie van de psychedelische rockband H.P. Lovecraft. Hoewel de track wederom uiterst strak in elkaar zit, doet de enigszins zeurderige zang de originele nummers helaas niet genoeg eer aan.

Spookachtig epos

Het bijna achttien minuten durende epos ‘Big Black Dog’ weet dat ruimschoots goed te maken. Net als tijdens ‘Lacuna / Sunrise’ neemt de groep de tijd om op te bouwen; we keren weer helemaal terug naar de beheersing van het begin. Het verschil is dat ‘Big Black Dog’ een flink stuk venijniger klinkt. De bas borrelt op onheilspellende wijze, de gitaar zet een dreigend sfeertje neer en ook Sæther legt een op Here Be Monsters nog niet eerder gehoorde felheid aan de dag. De synthesizer voegt uiteindelijk op geweldige wijze een spookachtig element toe. De band bewijst nog altijd in staat te zijn je naar het puntje van je stoel te lokken.

Niet altijd even spannend

Op Here Be Monsters horen we dat Motorpsycho het kunstje nog lang niet verleerd is. De solide muziek druipt van het vakmanschap. Hoewel het fijn is dat de groep ditmaal de compositie weer constant in het oog heeft gehouden zonder te verzanden in gepriegel, is het nadeel dat het resultaat niet altijd even spannend is. Dit album kan zich daardoor niet meten met het beste werk van de band. Wat wel blijft hangen is een zeer positief gevoel over de vele mooie momenten die Motorpsycho hier neerzet. Zeker nadat het fantastische ‘Big Black Dog’ is uitgegierd.

Serenity - Codex Atlanticus
Muziek / Album

Codex Atlanticus neemt je mee op avontuur

recensie: Serenity - Codex Atlanticus
Serenity - Codex Atlanticus

De Oostenrijkse symfonische metalband Serenity pakt vol uit op het nieuwe album Codex Atlanticus. De cd ademt avontuur en neemt je mee op reis door fantasierijke werelden.

Codex Atlanticus begint goed met het gelijknamige instrumentale nummer dat zo de soundtrack van Game of Thrones had kunnen zijn. Het schept hoge verwachtingen voor de rest van het album, maar die worden slechts deels waargemaakt. Een nummer dat er met kop en schouders bovenuit steekt is ‘Iniquity’, dat je meeneemt in een Pirates of the Caribbean-achtige wereld, waarin gestreden wordt voor gerechtigheid. De stem van Georg Neuhauser komt goed uit en de koortjes versterken de dramatiek.

Leonardo Da Vinci
Het eigenaardige ‘The Perfect Woman’ is het dieptepunt van het album, maar het nummer is toch interessant. De band heeft zich laten inspireren door Leonardo Da Vinci en dat komt in dit nummer, waarin het schilderen van de Mona Lisa wordt bezongen, duidelijk naar voren. Het is te zoet en bombastisch en doet aan veel andere liefdesnummers denken. Het intro heeft veel weg van ‘Baba O’Riley’ van The Who, het volgende deel doet denken aan ‘Listen To Your Heart’ van Roxette, daarna komt er een gedeelte dat veel gelijkenis heeft met ‘I’d Do Anything For Love’ van Meat Loaf. Het terugkerende thema lijkt bovendien bijna één op één op ‘Senza Una Donna’ van Zucchero. Is dit een parodie of is dit serieus gemeend?

Muzikale kracht
De kracht van Serenity is het instrumentale gedeelte van hun muziek. Muzikaal pakt de band groots uit: de stukken zijn theatraal en dramatisch en nemen je mee op avontuur in een nieuwe wereld. De zang is geen sterk punt. In 2015 verliet de vrouwelijke vocalist Clementine Delauney Serenity en dat is een groot verlies. De stem van zanger Georg Neuhauser is wel redelijk goed en door zijn accent is heen te luisteren, maar het is geen aandachttrekker. De mooiste zangstukken zijn de enkele koortjes en de vrouwenstemmen.

Codex Altanticus is al met al een wisselvallig album, met hoogtepunten die je meenemen op avontuur, maar ook met een enkel dieptepunt waarbij het glazuur van je tanden af springt.

Boekenbal voor lezers
Boeken / Reportage
special: Het Boekenbal voor Lezers - 19 maart 2016
Boekenbal voor lezers

Bier, Literatur und noch ein bisschen tanzen

Waar kun je een boekenweek met het thema ‘Was ich noch zu zagen hätte’ nou beter afsluiten dan in Nijmegen? Dé studentenstad op een steenworp afstand van Duitsland.

Het statige Concertgebouw De Vereeniging bood een chique decor voor het laatste feestje van de Boekenweek. Centraal stond natuurlijk Duitsland – een relevant thema voor een literaire studentenstad op nog geen 15 kilometer afstand van de Duitse grens. Dit jaar vond Het Nijmeegs Boekenfeest er bovendien voor de tiende keer plaats. Reden om de afsluiter van de Boekenweek voor één keer om te dopen tot het ‘Boekenbal voor Lezers’.

Es gibt kein Bier auf Hawaii

De avond begint goed met het ensemble Frommermann, dat de hele zaal binnen een paar minuten aan het zingen krijgt met de blijkbaar voor iedereen nogal nostalgische hit ‘Es gibt kein Bier auf Hawaii, es gibt kein Bier, drum fahr ich nicht nach Hawaii, drum bleib ich hier.’ De toon is gezet.

Esther Gerritsen

Esther Gerritsen (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Was ich meine familien noch zu sagen hätte…

Deutsche Schlagers? Dan heb je aan Esther Gerritsen een goede. Vrolijk begint ze in de eerste minuten na opkomst nog méér Duitse slagers te zingen. Slechts een kleine greep uit haar volgens eigen zeggen ‘enorme repertoire aan smakeloze Duitse liederen.’ Een luchtig en interessant gesprek over haar schrijverschap én haar familie volgt. Zo vertelt Gerritsen dat de eerste zin van haar Boekenweekgeschenk Broer, ‘haar broer belde haar vlak voor hij zijn been zou verliezen’, gebaseerd is op een echte gebeurtenis uit haar vaders leven. En over haar fascinatie met familie: ‘Interessant aan familie is dat het totaal verschillende personen zijn die anders voor geen goud bij elkaar zouden zijn. En die moeten het dan samen maar rooien.’ Haar personages komen dan ook vaak in de problemen met familierelaties. ‘Dat doe ik expres natuurlijk, want ik geniet daarvan. Net als ik, hebben mijn personages in die relaties vaak een zekere afstand tot de werkelijkheid. Ze observeren de situatie.’

Dennis Gaens

Dennis Gaens (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Jonge schrijvers maken indruk

Na Gerritsen is het tijd voor de jonge generatie schrijvers. Ook zij putten uit hun eigen ervaringen met familie. Neem Dennis Gaens en Lotte Lentes; twee jonge schrijvers die allebei een Duitse vader hebben. Gaens, oud-stadsdichter van Nijmegen, heeft bovendien een Duits paspoort en spreekt de taal vloeiend. Maar is hij dan ook echt Duits? Hij onderzocht het en komt tot de conclusie: echte Duitsers vertellen alleen het broodnodige. Dus nee.
Lotte Lentes weigerde – in tegenstelling tot Dennis Gaens – om tweetalig te worden opgevoed. Toch neemt ze haar Duitse vader als uitgangspunt en vertelt over het belang van zijn ‘tweede blik’, waardoor je de dingen beter leert kennen. En mooi voordragen kan ze ook nog eens.

Charlotte Mutsaers

Charlotte Mutsaers (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Zeiktijd

Vreemd maar eigenlijk heel grappig is het hierop volgende optreden van Charlotte Mutsaers, die werd geïnterviewd over de Duitse psychiater Heinrich Hoffmann en zijn populaire licht-sadistische kinderboeken. Meisjes die spelen met vuur en dat moeten bekopen met de dood, dat soort dingen.  Mutsaers heeft in ieder geval geen zin om er al te diep op in te gaan. Ze lijkt juist vooral te genieten van dat sadistische element. Waarom? ‘We leven in een zeiktijd. Die opvoeding van nu waarin alles altijd “samen” is, is ongezond. Dus het is héél gezond om dit leuk te vinden.’

Inmiddels is de avond verder gevorderd en zijn de grijze haren van het begin ingewisseld voor iets meer vlotte knotjes en hippe brillen. Nijmegen is tenslotte toch ook nog een studentenstad, en dat wordt nu duidelijk. Sowieso heeft de organisatie van het Boekenbal voor Lezers een goede mix van gevestigde namen, aanstormend talent en wetenschappers geprogrammeerd. Fijn is dat je aan het eind van de avond eindelijk gehoor kan geven aan dat ene Duitse zinnetje dat na lezen van het programma steeds blijft opkomen: ‘Nein mann, ich will noch nicht gehen. Ich will noch ein bisschen tanzen.’ Op naar de Duitse disco en prost op een geslaagde afsluiter van de Boekenweek in Nijmegen.

Delain - Lunar Prelude
Muziek / Album

Een fijn tussendoortje

recensie: Delain - Lunar Prelude
Delain - Lunar Prelude

Naast dj’s zijn symfonische metalbands een groot muzikaal exportproduct van Nederland. Delain is zo’n metalband die internationaal hard aan de weg aan het timmeren is. Ze stonden al in het voorprogramma van Within Temptation en spelen momenteel in het voorprogramma van de Noord-Amerikatour van Nightwish. Afgelopen maand brachten ze een EP uit, als voorproefje op het nieuwe album dat dit jaar nog gaat komen.

Delain bestaat inmiddels al meer dan tien jaar. De band begon als project van Martijn Westerholt (ex-toetsenist van Within Temptation), die verschillende muzikanten van (symfonische) metalbands uitnodigde om een album op te nemen.

Eigen stijl
Op het debuutalbum Lucidity spelen en zingen artiesten van bands als Nightwish, Epica, Within Temptation en Leaves’ Eyes, maar Charlotte Wessels was toen ook al hoofdvocalist. Het project ontwikkelde zich uiteindelijk tot een vaste band met Charlotte als zangeres. De invloeden van Within Temptation en Nightwish zijn op de eerste albums duidelijk te horen, maar de band ontwikkelt steeds meer een eigen stijl en verwerft meer bekendheid door regelmatig in de voorprogramma’s van Nightwish en Within Temptation te spelen.

Dat Delain steeds meer een eigen stijl vindt is te merken aan de nieuwe EP Lunar Prelude, met twee nieuwe nummers, een aantal live versies en nieuwe versies van eigen nummers. De nieuwe single ‘Suckerpunch’ is een bombastisch nummer met veel elektrische klanken, dat goed in het gehoor ligt en geschikt is voor een breed publiek. Is dit de nieuwe kant die Delain op wil gaan? De tweede nieuwe track is echter weer totaal anders en past eerder in de symfonische stijl die de band al had. Om kennis te maken met Delain is ‘Suckerpunch’ een goed nummer, om daarna te beginnen met het ‘echte werk’ zoals ‘Turn The Lights Out’.

Zoet houden
Lunar Prelude is een goed tussendoortje dat de honger naar het nieuwe album even stilt en de nieuwsgierigheid alleen maar groter maakt. Naast twee nieuwe nummers staat er een nieuwe versie van ‘Don’t Let Go’ op de EP, een aantal live-versies van nummers van voorgaande albums en een orkestrale versie van de single ‘Suckerpunch’. Hierdoor krijgt de EP de lengte van een album, om de fans even zoet te houden.

Na een tour door de VS in het voorprogramma van Nightwish treedt Delain in april, mei, september en oktober op in Nederland.

Rollercoaster
Theater / Reportage
special: Scapino Ballet Rotterdam - ROLLERCOASTER
Rollercoaster

Adrenaline als verbindende factor in ROLLERCOASTER

Onder de noemer ROLLERCOASTER trekt Scapino Ballet Rotterdam dit jaar met TWOOLS 17 (2015) het land in. Acht dansstukken achter elkaar gezet; geen pauze, daar is de energie te hoog voor. Voor de leek is het een ideale kennismaking met het danspalet en voor de kenner een luchtige verademing.

Eigenaardige Golden oldies van Marco Goecke

In ROLLERCOASTER geen premières maar veelal reprises afgewisseld met twee golden oldies van ex-huischoreograaf Marco Goecke. Experience van Lauren Flament, onderdeel van TWOOLS 17, is in dit programma vervangen door Goecke’s Ring Them Bells (2007). Met Liza Minelli door de speakers hebben de dansers zichtbaar plezier. Het duet is losjes opgezet,met flapperende handjes en loshangende spieren. Er is ruimte voor een lach, lichamelijk contact en zelfs een skateboard. In Vuurvogel (2010) komt Goecke’s donkere kant goed naar voren. Vanuit de duisternis trippelen Scapino-legendes Mischa van Leeuwen en Bonnie Doets om de beurt de spotlight in. Het hele lichaam gespannen, met de armen gestrekt zijn hun snel trillende handen slechts wazen. Deze choreografie vergt vooral virtuositeit in het bovenlichaam. Ze lijken uit een Tim Burton-film gestapt, elegant maar eigenaardig. De vuurvogel en haar prins zijn schichtig in hun contact, maar voor het daglicht hen bereikt vinden ze elkaar in de schemer.

Wubbe’s sierlijke stempel

RollercoasterOp de muziek van progressieve rockband NITS maakte Ed Wubbe Les Nuits en The Red Dog. De twee dansstukken omlijsten de rest van ROLLERCOASTER en zijn teasers van de nieuwe voorstelling TING!, een samenwerking met NITS en de opleiding Circus Arts van Codarts. Wubbe maakt er een feestje van, steekt de dansers in smoking en voegt er zelfs wat attributen bij. Zijn choreografische stempel druipt van beide stukken af. Niet verkeerd, sierlijk zeker maar vooral vertrouwd. Het stukje slapstick komt, anders dan bij Exquisit en Ring Them Bells, te geforceerd over.

Heerlijk ongemakkelijk met Landerer

Felix Landerer’s Exquisit is net een abstracte versie van een aflevering The Big Bang Theory. Het zijn allemaal nerds, hoe – zeer gecontroleerd – stuntelig ze zich presenteren aan hun publiek. In hun blauwe pantalons en blouse, netjes met het bovenste knoopje dicht, zijn ze heerlijk ongemakkelijk. Landerer verweeft urban grondwerk van de straat soepel met hedendaagse en moderne technieken van de school. Flow wordt afgestompt in gehoekte ellebogen, knieën en enkels, van waaruit vervolgens nieuwe energie en een haakse beweging ontstaan. De choreografie zou ook goed zonder de muziek en zang van Sufjan Stevens overeind blijven. Het einde wel mag alleen iets minder ongemakkelijk.

Serussi’s gouden glimmer

RollercoasterDe bewegingsidioom van Itamar Serussi is net als dat van Landerer bijzonder origineel. Na zijn indrukwekkende – avondvullende – Henry is That’s the worst thing I could do… slechts een (gouden) glimmer van zijn kunnen. Zijn stijl is herkenbaar aan de dansers die versplinterd over elke centimeter van de vloer ieder hun eigen draai vinden. Dit keer heeft het ensemble wat weg van een stel strijders van een Egyptische farao. Er is iets meer show en shine dan in Henry. Serussi is toch wel de Kandinsky van de dans. In zijn werk kies je zelf waar je kijkt. Tableau vivantje hier, een schrijnende kreun daar. En alles op door Richard van Kruysdijk uit elkaar getrokken songs, geluidseffecten en dreunende beat.

Natuur centraal bij inventieve Dubbe en Doda

Soms ontstaat er per ongeluk een overeenkomst, een lijn tussen de voorstellingen. Zo spreken Joeri Dubbe en Gentian Doda beide de relatie tussen mens en natuur aan in hun werken Raven’s Home en Kha. Dubbe neemt de kraai als uitgangspunt en transformeert het ensemble in een zwerm. Nieuwsgierig bewegen de dansers spastisch hun koppen in de rondte, gespreide vingers hoog achter de rug suggereren vleugels. Bewonderenswaardig hoe gearticuleerd en messcherp Dubbe het waakzame en onheilspellende van de kraai heeft weten te abstraheren tot deze prachtige dans. In Kha gaat het om overleven. Kruipend en krioelend vechten de dansers zich als kleine monsters naar boven, naar het streepje licht. Je ziet alleen wat benen en armen zwaaien, af en toe een gezicht dat angstig opkijkt. Het stuk ontwikkelt van kruipen naar staan en laat zo de evolutie letterlijk zien. De Albanese choreograaf speelt inventief met meest simpele menselijke symbolen. Uitstrekkende handen en omhelzingen verbeelden de mens in haar angst én liefde voor elkaar.

Adrenaline en bloemenregen

Het creëren van een avondvullende choreografie, zoals Serussi deed, is een uitdaging. Maar dat is het organiseren van een geheel programma als ROLLERCOASTER ook. Belangrijker nog is om te bedenken hoeveel talent en professionaliteit het van de dansers vergt om tijdens een programma als dit tussen zulke uiteenlopende energieën te moeten schakelen. Toeschouwer en danser stappen wat dat betreft in dezelfde rit, adrenaline is dat wat hen verbindt. Tijdens de premièreavond bedankte Scapino Ballet Rotterdam haar publiek, trouw en nieuw, met een regen aan bosjes bloemen.

 

 

Theater / Voorstelling

De Freudjes zijn komisch, scherp en herkenbaar

recensie: mugmetdegoudentand - De Freudjes, geen familie

In De Freudjes, geen familie komen drie zussen samen omdat hun moeder op sterven ligt. Elke zus heeft echter ook haar persoonlijke sores, die ze zonder omhaal op de borden van de andere zussen smijt. Oude familiepijnen worden zo beroerd en relaties worden onder druk gezet. Het levert veel komische, scherpe en bovenal herkenbare (familie)situaties op.

Het decor van De Freudjes, geen familie is een semi-abstract vormgegeven woonkamer met een trap naar boven, alwaar moeder Freud in bed ligt. De meubelstukken stralen iets rommeligs en achteloos uit; een sfeer die wellicht kenmerkend is voor veel Nederlandse woonkamers. In dezelfde soort onopvallende stijl zijn de drie zussen gekleed; degelijk, misschien ietwat truttig, maar verder ‘gewoon, normaal’. Hun persoonlijkheden zijn ook herkenbaar. Mugmetdegoudentand karakteriseert Mathilde (Lineke Rijxman), Anna (Ariane Schluter) en Renée (Karina Smulders) als respectievelijk ‘Reddende Helper’, ‘Drama-Queen’ en ‘Workaholic’. Alle drie de actrices overtuigen; ze zijn consequent en brengen de scherpe, humoristische oneliners met verve.

De Freudjes, geen familieKomische botsingen

Mathilde en Anna hebben hun jongste zus Renée opgeroepen om naar huis te komen. De reden: hun moeder heeft niet lang meer. Mathilde werkt al een hele tijd hard om alle mantelzorgtaken piekfijn uit te voeren. Hierdoor zijn haar eigen behoeften ondergesneeuwd geraakt. Ze heeft daarom regelmatig neurotische uitbarstinkjes. Zo maant ze af en toe met ‘geweld’ een ander personage tot stilte. Ze gooit bijvoorbeeld met opzet gloeiende thee over iemand heen of douwt ineens een heet borrelhapje in iemands mond.

Anna heeft zichzelf toen haar man Hector haar verliet – niet voor zomaar een andere vrouw, nee, voor ‘een jongere versie van zichzelf’ – ook nog aan Mathilde vastgeklampt. Ze grijpt elk moment aan om in de schijnwerpers te zetten hoe ontzettend zielig ze is. Daar slaat ze grote glazen wijn bij achterover. Het beginbeeld bestaat dus uit een clash tussen een neuroot en een aandachttrekker – en het zet zo meteen de humorvolle toon die de voorstelling grotendeels zal vasthouden.

Dol gesprek

Dan staat Renée voor de deur. Ook zij zit in de stress. Haar geldingsdrang zorgt ervoor dat ze haar werk geen moment kan loslaten. Al snel blijkt dat Mathilde en Anna hun zusje niet hebben laten opdraven omdat hun moeder binnenkort zal sterven. In plaats daarvan wilden ze graag dat Renée ook eens aandacht zou besteden aan de situatie. Natuurlijk kan Renée dat niet waarderen. Toch blijft ze hangen. De zussen raken in een vaak dol gesprek over de situatie, over hun eigen sores, en uiteindelijk ook over hun relaties tot elkaar. Ze concluderen dat ze allemaal gewoon graag hebben dat er iemand voor ze zorgt en van ze houdt. ‘Wat te doen met moeder?’ blijft ook een belangrijk thema. Steeds komt deze vraag terug. Had moeder het nou wel gehad met leven? Wilde ze euthanasie? De Freudjes, geen familieWas het zo erg nog niet? Het is een zwaar thema dat luchtig wordt gebracht.

Dat is ook de achilleshiel van deze voorstelling: doordat veelal de komedie wordt benadrukt, is het soms lastig om helemaal mee te gaan met de tragische elementen van het verhaal. De typetjes staan, maar doordat het typetjes zijn en ze dus een bepaalde oppervlakkigheid behouden, is het niet altijd makkelijk om met ze mee te leven als ze écht omvallen van ellende. Daarvoor hebben we al te veel gelachen om de eerdere narigheid. Desalniettemin schetst Mugmetdegoudentand met De Freudjes, geen familie over het algemeen een scherp en herkenbaar (familie)beeld in een humoristische sfeer.

Simone Kleinsma
Theater / Voorstelling

Simone gooit het over een andere boeg

recensie: Theatershow Simone! @ Stadsschouwburg Deventer
Simone Kleinsma

Simone Kleinsma valt meteen met de deur in huis en laat weten dat het een intieme soloshow gaat worden met alleen een pianist (Bernd van den Bos). Niet omdat ze geen rollen meer zou krijgen, maar omdat ze even wat anders wil dan een grote musical. Het derde soloprogramma van Simone Kleinsma is inderdaad een intieme avond zonder poespas.

Musicalster Simon Kleinsma gooit het, na haar succesvolle soloshows Songs From The Heart (2008/2009/2010) en Simone’s Songbook (2010/2011), over een andere boeg. Geen dansers, geen orkest, maar ontroerende anekdotes en bijzondere liedjes.

Grappig en ontroerend
Voor het eerst geeft Simone een inkijkje in haar leven. Dat doet ze niet alleen met grappige anekdotes, maar ook met ontroerende verhalen. Ze vertelt over complimenten met een dubbele laag, het gebit van tante Ida dat kwijt is, over ouderdom en over loslaten. Simone weet de aandacht van het publiek vast te houden door beeldend te vertellen en soms stukjes te acteren. Af en toe lijkt het ook of ze een rol speelt als ze over haar eigen leven vertelt, maar als het emotioneel wordt zien we de echte Simone.

Hoogtepunt
Het dramatische en muzikale hoogtepunt is het nummer voor de pauze ‘Verloren’, een bewerking van ‘Je Suis Malade’ van Serge Lama. Simones vertolking geeft je kippenvel, maar het publiek wordt ruw uit zijn emotie gehaald als het ineens pauze blijkt te zijn. De voorstelling wordt steeds persoonlijker en werkt toe naar het moment waarop Simone praat over het thema ‘loslaten’. Ze vertelt over haar moeder, die zes jaar geleden is overleden toen Simone ook op solotour was, over haar doodgeboren dochtertje dat nu bijna volwassen zou zijn en over haar liefde voor haar man. Ze doet dit met weinig woorden, maar weet de emotie goed te vatten in de liedjes die ze zingt.

Bijzondere liedjes
Naast mooie anekdotes wordt de meeste tijd gevuld met het zingen van liedjes. De show bevat er maar liefst 27 en duurt zo ruim twee uur (exclusief pauze). Opvallend is ook het repertoire dat Simone zingt. In voorgaande shows bestond dit vooral uit musicalnummers, grotere shownummers en bewerkingen van een aantal bekende liedjes. Deze show is voor het eerst helemaal in het Nederlands, met veel bewerkingen van Franse en Nederlandse liedjes, en liedjes die bekend in de oren klinken maar die je niet meteen kunt plaatsen.

Net als in haar andere shows zingt ze een aantal Nederlandse versies van liedjes van Charles Aznavour, zoals ‘Voor mijn dochter’, dat ze zingt voor haar doodgeboren dochtertje. Ook is er een drietal liedjes speciaal gemaakt voor de voorstelling, onder meer ‘Liedje voor jou’ dat ze zingt voor haar man.

De musicalster is met al haar successen geen diva geworden, maar staat nog met beide benen op de grond. Na de show is er dan ook nog tijd voor een kort praatje tijdens een signeersessie. Ze laat weten dat ze deze avond op een gegeven moment een kikker in haar keel had. Dat niemand dit opviel, laat zien hoe professioneel Simone is. De show zorgt voor een mooie en bijzondere avond, zonder opsmuk. Simone inspireert, niet alleen met haar stem maar ook met haar levensverhaal.

Gezien: 16 maart Stadsschouwburg Deventer

Paper Kites
Muziek / Concert

Enthousiaste fans, intieme sfeer en onzichtbare inkt

recensie: The Paper Kites @ Paradiso
Paper Kites

“I believe I am getting a bit emotional now.” Het is niet vreemd dat het zanger Sam Bentley even teveel wordt tijdens zijn eerste optreden in Amsterdam: alles lijkt hem en zijn band The Paper Kites mee te zitten op deze dinsdagavond. Wegens de succesvolle kaartverkoop werd het optreden van de Australische band al naar de grote zaal van Paradiso verplaatst, en nog voor de eerste noten klinken, is de zaal al razend enthousiast. Amsterdam heeft lang moeten wachten op dit optreden en dat is te merken.

De band was in Nederland vanwege het in 2015 verschenen album twelvefour. De titel verwijst naar de tijd tussen twaalf en vier uur ’s nachts – in deze uren schijn je het creatiefst te zijn. Voor Bentley een reden om alle nummers midden in de nacht te schrijven. Met twelvefour lijken The Paper Kites een nieuwe weg in te slaan: de sprookjesachtige folkmuziek van eerdere albums maakt plaat voor een volwassener geluid met een elektronisch tintje. Toch is het nog steeds onmiskenbaar een plaat van The Paper Kites, en dat is mede de danken aan de altijd even poëtische teksten van Bentley.

Intieme sfeer

De set begon met het mooie ‘Electric Indigo’, dat al veel radio-aandacht heeft gekregen in Nederland. In dit nummer is goed de langzame, dromerige stijl te horen die kenmerkend is voor twelvefour. Diezelfde stijl kwam terug in, bijvoorbeeld, het prachtige ‘Revelator Eyes’ en ‘I’m Lying To You Cause I’m Lost’. Toch werden er maar weinig liedjes van het nieuwe album gespeeld; de band speelde voornamelijk oudere nummers van States en Woodland EP. Juist omdat de muziek op deze eerder verschenen albums zo verschilt van twelvefour leverde dit een afwisselende set op.

Een van de hoogtepunten was het nummer ‘Bloom’, wellicht het bekendste nummer van de band. Het publiek, dat zich tot dat moment redelijk koest had gehouden, begon heel zachtjes mee te zingen. Net hard genoeg om het te kunnen horen, maar niet hard genoeg om het over te nemen van Bentley. Die samenzang zorgde voor een mooie sfeer die goed paste bij het nummer. Voor even werd het in Paradiso nóg intiemer, en mocht het publiek onderdeel uitmaken van de band.

Die intimiteit was kenmerkend voor de sfeer gedurende de rest van het optreden. Er werd nauwelijks gepraat tussen de nummers door, en weinig fans haalden hun camera of telefoon tevoorschijn. Dat zorgde ervoor dat het publiek The Paper Kites de volledige aandacht kon geven. Aandacht die ze verdienden.

Onzichtbare inkt

Misschien werkte dit enthousiasme aanstekelijk, want ook de band had kreeg zichtbaar steeds meer plezier in het optreden. Ze prezen de zaal en het publiek meerdere keren op de avond, en Bentley vulde de stiltes tussen nummers met grapjes en verhalen. Zo vertelde hij over het nummer ‘Paint’ dat hij met onzichtbare verf een boodschap voor een ex-vriendin op zijn plafond had opgeschreven, waarin hij zijn liefde aan haar verklaarde. Om er daarna achter te komen dat de verf niet zo onzichtbaar was als hij had verwacht. Toen de relatie uit ging, moest Bentley natuurlijk het plafond opnieuw schilderen, wat ook een symbolische betekenis had die terug te horen is in ‘Paint’.

Als toegift werd nog een prachtige versie van het bekende ‘Featherstone’ gespeeld, waarna het publiek de band trakteerde op een lang, daverend slotapplaus. Het is duidelijk: Paradiso had The Paper Kites  niet beter welkom kunnen heten in Amsterdam. Niet gek dus dat Bentley de hoop uitsprak snel terug te komen en dat wij die hoop delen.

Pepijn Lanen
Boeken / Fictie

Rappende roman

recensie: Pepijn Lanen - Naamloos
Pepijn Lanen

Velen kennen Pepijn Lanen beter als Faberyayo, de rapper en tekstschrijver van De Jeugd van Tegenwoordig. Zijn achtergrond in de Nederhiphop schijnt door in zijn debuutroman, die als rauw, eerlijk en humoristisch wordt gepresenteerd.

Lanen debuteerde als romancier met de bundel Sjeumig, die in 2013 door Ambo Anthos werd uitgegeven. De verhalen in Sjeumig hadden surrealistische, absurdistische en sprookjesachtige elementen in combinatie met beschrijvingen van de banale realiteit. In zijn debuutroman Naamloos gaat Lanen op diezelfde voet verder.

Taalvernieuwing

Naamloos gaat over een maand uit het leven van een jonge dertiger, die zijn eigen naam vergeet en worstelt met alledaagse taferelen. De hoofdstukken zijn bijzonder kort en bevatten de inhoud van de dagen van de desbetreffende maand. De lezer volgt zodoende continu de verloren hoofdpersoon, al zijn de hoofdstukken niet telkens op chronologische wijze geordend.

Het vermogen tot taalvernieuwing en de creativiteit en handigheid met woorden spatten van de pagina’s af. De vaardigheden die Lanen als tekstschrijver van songteksten heeft opgebouwd, zullen door niemand onopgemerkt blijven. Daarbij komt dat de beelden die opgeroepen worden in de meeste gevallen origineel en geestig zijn.

Mager als verhaal

De keuze om met korte hoofdstukken te werken lijkt een goede te zijn, want de kwaliteit van deze debuutroman ligt vooral op zinsniveau. Naamloos is een opeenstapeling van literair interessante passages en vernieuwende metaforen. De keerzijde hiervan is echter dat de roman als geheel weinig inhoud heeft en dat het plot flinterdun is.

Potentie als romanschrijver heeft Lanen wel. Om zijn talent volledig tot wasdom te laten komen, zal hij in de toekomst toch iets minder moeten leunen op de ironische en melancholische stijl. Wat betreft de ontwikkeling van de karakters en de constructie van het plot is er nog ruimte voor verbetering.

Jong en zoekende

De roman van Lanen is vergelijkbaar met het klassieke Less than Zero van Bret Easton Ellis als het om de leefwereld en het wereldbeeld van het hoofdpersonage gaat. De naamloze held van Naamloos doet aan drank, drugs en seks terwijl hij zoekt naar verheffing in een teleurstellende en grijze wereld. Op stilistisch niveau is Naamloos net zo boeiend als Less than Zero, maar als verhaal weet het minder te overtuigen.

Wie Naamloos leest zal een aantal malen hardop lachen, een paar keer versteld staan van de interessante vergelijkingen en geconfronteerd worden met een intrigerende mengeling van het absurde en het alledaagse. Het stilistische vertoon hoeft een sterke verhaallijn niet in de weg te staan, maar als geheel is de roman toch vlak en vluchtig te noemen.

Judith versus Edith
Kunst / Expo binnenland

Judith versus Edith; Twee vrouwen rond het fin de siècle

recensie: Klimt-Schiele
Judith versus Edith

De tentoonstelling over Gustav Klimt (1862-1918) en Egon Schiele (1890-1918), nu te zien in het Gemeentemuseum Den Haag, beslaat slechts vier zalen. In twee zalen bevinden zich de eyecatchers. In de ene zaal wordt het decadente portret van Judith I (1901) getoond, geschilderd door Klimt; in de andere het eenvoudige portret van Edith (1915) gemaakt door Schiele. Waarom is aan deze twee werken een speciale tentoonstelling gewijd?

Fin de siècle

In het Wenen van het fin de siècle draait het allemaal om het verschil tussen openbaar gedrag, dat onberispelijk moet zijn, en de wereld achter gesloten deuren, waar van alles mag. Van mannen wordt verwacht dat zij eerst in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, alvorens in het huwelijksbootje te stappen. Dat gebeurt zo rond vijfentwintig jarige leeftijd. Voor die tijd zoekt hij zijn genot en vertier in andere regionen, maar vooral bij prostituees. Er wordt geschat dat negentig procent van de mannelijke bevolking in die tijd gebruik maakte van deze diensten. Klimt en Schiele vormen hier geen uitzondering op. De gemeenschappelijke obsessie van Klimt en van Schiele is de vrouwelijke seksualiteit.

Judith versus Edith

Gustav Klimt: Judith I, 1901, Olieverf en verguldsel op doek. Österreichische Galerie Belvedere © Belvedere, Vienna

Judith

De eerste twee zalen zijn gedecoreerd met geometrische patronen in zwart en wit. Aan de wanden hangen tekeningen van met name vrouwen van de kunstenaars Kokoschka, Klimt en Schiele. Er bevindt zich maar één tekening in kleur. Vanuit zaal twee is er een opening naar de derde zaal. Een overgang van strakke geometrie naar een schemerige boudoirachtige sfeer. De wanden zijn gedecoreerd met verlichte parfumflesjes met als decoratie een fragment van ‘het schilderij’. Want daar hangt ze dan, de beroemde Judith, die zojuist een moord heeft gepleegd. Groot is het schilderij niet, het heeft maar een afmeting 84 bij 42 centimeter en is geschilderd met olieverf en bladgoud. Het beeld wordt omkaderd door een goudkleurige lijst met bovenin de namen Judith and Holofernes. De verwachting is iets veel groters naar aanleiding van het Bijbelse verhaal van de Joodse Judith uit het Oude testament. Er is geen zwaard en geen tent te zien in het schilderij. Ook het hoofd van Holofernes is maar vaag rechts onderin te zien. Het gaat hier ook niet om het Bijbelse verhaal, het is de bedoeling dat alleen Judith de aandacht op zich vestigt. De vrouw die Klimt inspireerde tot het schilderij Judith was de Joodse vrouw Adèle Bloch-Bauer. Wat je hier ziet is een moderne vrouw, weergegeven als een femme fatale, halfnaakt, een extatische blik in haar ogen, een Weens kapsel en met een gouden collier de chien rond haar nek.

Judith versus Edith

Egon Schiele: Portret van Edith (vrouw van de kunstenaar), 1915 Olieverf op doek Gemeentemuseum Den Haag

Edith

De vrouw die Schiele inspireert is Edith Harm, dochter van een spoorwegmedewerker, waar hij in 1915 mee trouwt.  Hoewel hij juist bekend staat om zijn expliciet erotische naakten, schildert hij zijn vrouw in haar hoog gesloten huwelijksjurk. Die jurk maakte Edith zelf van de gestreepte gordijnen uit Schieles atelier. De wanden van de zaal zijn ook gedecoreerd met een zelfde soort gestreepte gordijnen, waardoor je een besloten gevoel ervaart. Edith staat er nogal houterig bij met haar armen slap langs haar lichaam. Een portret van een femme fragile, een brave echtgenote. Want hoe mooi een femme fatale ook is, je trouwt er niet mee.

Het gaat in deze tentoonstelling niet alleen om twee schilderijen, maar ook om de hele wereld erachter, het gedachtegoed van het fin de siècle en dan met name hoe de vrouw wordt gezien door de ogen van mannen. Ondanks dat blijft de vraag: ‘Had men hier niet iets meer van kunnen maken?’ Qua inrichting heel bijzonder, maar qua inhoud te summier.