Theater / Voorstelling

Muziek die van alle markten thuis is

recensie: Een lied voor de maan
Kim Krijnen

‘Hé, kijk’, roept een helder kinderstemmetje wanneer iets onder het dekbed beweegt, daar in een hutje op het podium, verlicht door de maan. ‘Kijk! Hij beweegt weer.’ Het blijkt de mol, een glansrol van Vera Fiselier, in de kinderopera Een lied voor de maan van Mathilde Wantenaar (1993).

Wantenaar maakte zelf met Willem Bruls het libretto naar het gelijknamige boek van Toon Tellegen. Mol hoopt dat de maan gaat dansen, maar de maan wordt niet vrolijk van het lied. Dat kan ook haast niet anders, want het is een somber lied. De mol en de andere dieren komen tot de ontdekking, dat er geen mol maar een kruis aan de kantlijn van het lied moet staan; dat vrolijkt de boel op. Het oorspronkelijke lied wordt door kikker (Jan-Willem Schaafsma) verscheurd. Met zijn dikke buik en nadrukkelijke aanwezigheid is hij een echte macho, waarbij mol klein wordt. ‘Wat jammer voor de mol’, zegt een meisje achter mij invoelend.

Twee liederen: donker en licht

Het verscheuren van het lied is een van de afwijkingen ten opzichte van het boek, waar het originele lied juist blijft (be)staan. In dat boek (Querido, 2012) staan namelijk twee liederen van Corrie van Binsbergen afgedrukt: een met inderdaad een mol aan de kantlijn en een met een kruis. Het accent in de voorstelling komt op deze manier vooral te liggen op de vrolijke noot van het verhaal en daarmee wordt Tellegen niet helemaal recht gedaan. Immers: de mol wil ook zo graag eens, onder het genot van een kopje zwarte thee, met de maan over nacht en duisternis praten. Maar de maan is wel blij met het lied (‘Dankjewel, mol’). De kinderen in de zaal vinden het prachtig wat er op het toneel gebeurt, terwijl de volwassenen mee genieten. Ook van de diepere lagen qua thematiek (identiteit, want mol blijft uiteindelijk toch mol en wordt geen kruis), en qua muziek. Zo zingt de veldmuis (Ginette Puylaert) een stukje van de beroemdste aria van de Koningin van de Nacht (!) uit Mozarts Zauberflöte en imiteert kikker een Italiaanse opera-aria.

Dit is kenmerkend voor de eclectische stijl van Wantenaar, wier orkestwerk Meander bijvoorbeeld soms aan La mer van Debussy of De Moldau van Smetana doet denken. Terwijl een ander orkestwerk van haar, Prélude à une nuit américaine, soms al even jazzy en Amerikaans klinkt als het kleine begeleidende ensemble in deze opera. En soms met eenzelfde groots en romantisch gebaar zoals in de rol van kikker.
De begeleiding bij deze opera is in handen van leden van het Nationaal Jeugdorkest. Instrumentalisten die niet alleen allemaal verkleed zijn als dieren (met bijvoorbeeld op de muziek heen-en-weer bewegende voelsprieten op het hoofd aan toe) maar op zijn tijd ook nog eens moeten acteren. Iets wat ze in alle opzichten geweldig doen en een lust voor het oog vormt.

Putten uit de traditie

In 2024 zal Wantenaar tijdens de maarteditie van het Haagse Festival Dag in de Branding (15 en 16 maart) centraal staan, zoals Lera Auerbach afgelopen oktober. Dat brengt tot slot een interessante vergelijking met zich mee, omdat ook Auerbach put uit de traditie.
De Vijfde symfonie van Auerbach, die in Den Haag de Nederlandse première beleefde, deed soms denken aan het werk van Peter Ruzicka, die zijn techniek Übermalung noemt (bij hem met name van het werk van Liszt). Dat kun je ook van Auerbach zeggen (in de Vijfde met name van Purcell) en – zoals we zagen – evengoed van Wantenaar (Mozart, Italiaanse opera, romantiek, impressionisme, jazz). Maar er is een groot verschil: Auerbachs toon is donker met enkele lichtpunten, die van Wantenaar (in ieder geval in deze opera) vooral licht. Misschien wel eens een beetje te, want – als dat tenminste de overweging was – waarom zouden kinderen een beetje donkerte niet aankunnen? Hun (groot)ouders zijn er voor het ‘ouderlijke toezicht’ immers bij.

Libretto:  Mathilde Wantenaar en Willem Bruls, naar het boek van Toon Tellegen
Decor en kostuums: Nele Ellegiers
Video: Coen Bouman
Licht: Cor van den Brink
Dramaturgie: Willem Bruls
Muzikale coach: Leonard Evers
Solisten en leden Nationaal Jeugdorkest
Compositie-opdracht en coproductie van De Nationale Opera, La Monnaie / De Munt (Brussel), Festival d’Aix-en-Provence, Escuela Superior de Música Reina Sofía (Madrid), Opera Zuid (Maastricht)

Muziek / Concert

Altijd verliefd gebleven op Morgan

recensie: Ane Brun in TivoliVredenburg

Van een schuchtere zangeres die melancholische folkliedjes op akoestische gitaar speelde, is Ane Brun in twintig jaar veranderd in een zelfbewuste frontvrouw met een stevige band aan haar zijde. Innemend is ze altijd gebleven, zo blijkt ook vanavond in TivoliVredenburg.

Onlangs verscheen alweer het twaalfde album van de Noorse zangeres, getiteld Nærmere. Na jarenlang de wereld rondgereisd te hebben voor optredens, zingt ze op dit album voor het eerst in haar moedertaal. In 2003 kwam haar debuut uit, Spending time with Morgan. Vanavond in de Ronda viert Ane Brun dat ze twintig jaar in het vak zit. Al klinkt dat wellicht een beetje raar, bijna geringschattend, voor een muzikant: ‘in het vak zitten’.

Innemend

Aan het begin van het optreden refereert ze aan haar optreden in het oude Tivoli, nog aan de Oudegracht in Utrecht, van twintig jaar geleden. Ze trad toen solo op, alleen met haar akoestische gitaar Morgan (‘Daar was, en ben ik nog steeds verliefd op’) en moest nog een drempel over om haar persoonlijke liedjes en plein public ten gehore te brengen. Vanavond blijkt dat Ane Brun in al die jaren is veranderd in een zelfbewuste frontvrouw. Nog steeds innemend, dat wel, en wars van kapsones.

Ze speelt een mooie doorsnede uit haar repertoire. Prachtige liedjes uit de beginperiode, zoals ‘Humming one of your songs’ en ‘Balloon Ranger’ (het openingslied) worden afgewisseld met later werk, dat steviger van aard is en regelmatig door synths wordt voortgestuwd, zoals ‘Hand in the fire’, ‘Don’t run and hide’ en het hypnotiserende ‘Take hold of me’. Pittige percussie van de dubbele drums is te horen in ‘Do you remember’, ‘Directions en ‘Crumbs’.

Dynamiek

foto: Machiel Coehorst

Er staan niet alleen twee drumstellen op het podium, maar ook twee toetsenisten, een basgitarist, een fluitist, een cellist en een violist. Het geluid in vergelijking met de breekbare liedjes van haar debuutalbum is danig veranderd. Wel is de melodie altijd centraal blijven staan. Soms is het contrast tussen de ingetogen luisterliedjes en de meer beatgerichte songs vanavond wel wat groot, maar het geeft ook dynamiek aan de show.

De stem van Ane Brun is onverminderd prachtig. Met gemak gaat ze de hoogte in, of zet ze een tandje bij qua volume. Haar timbre blijft de hele avond loepzuiver. Dat is vooral goed te horen in een akoestisch liedje als ‘Hanging.’

Er is even paniek als ‘Are they saying goodbye’ door de zangeres abrupt wordt onderbroken omdat iemand in het publiek, vlak voor haar neus, onwel is geworden. Ane Brun lijkt even ontdaan, maar na een paar minuten zet ze het engelachtige, tweestemmige lied opnieuw in. ‘Let myself go’ krijgt, met voorprogramma-act Shadi G als medezangeres, (onnodig) een veel snellere uitvoering dan het ingetogen origineel. Het klinkt nu bijna als disco.

Een hipper jasje

De Noorse zangeres heeft ook aardig wat covers op haar repertoire. Ze vulde er zelfs een album mee. Schitterend zijn haar versies van Beyonce’s ‘Halo’ en het akoestische ‘All my tears (be washed away)’ van Julie Miller. Het hele optreden blijft ze contact zoeken met de zaal. Ze danst van links naar rechts over het podium en maant het publiek regelmatig tot handgeklap. ‘Oh love’ wordt luidkeels meegezongen.

De liedjes van Ane Brun hebben in de loop van de jaren meer cachet gekregen, qua opbouw en variatie. Het mooist blijven toch die songs uit haar begintijd, zonder veel opsmuk. Fijn dus dat ze de avond afsluit met ‘This Voice’ van Spending Time with Morgan. In een iets hipper jasje, dat dan weer wel …

Film / Serie

Stoppen op het hoogtepunt

recensie: Sex Education seizoen 4

Begin 2019 maakte de Britse schrijver en regisseur Laurie Nunn furore met de serie Sex Education. Het werd meteen een grote hit, wat goed uitpakte voor Netflix. De streamingdienst kon namelijk wel wat exclusieve titels gebruiken, zeker gezien het beperkte aanbod van films en series in combinatie met de zwakker wordende grip op de markt van de streamingdiensten.

Netflix moet inmiddels flink opboksen tegen de andere streamingdiensten die terrein winnen met ofwel hoogstaande producties (HBO MAX met The Last of Us, Succession, en House of the Dragon) ofwel de significante uitbreiding van de catalogus waaruit men films kan kiezen om te huren of kopen (Amazon Prime en AppleTV+). Helaas voor zowel Netflix als de fans is het pas uitgekomen seizoen ook meteen het laatste. Krijgen de hartverwarmende scholieren een gepast afscheid? Je leest het hier.

Het begon allemaal bij…

Sex Education gaat over de scholieren van Moordale Secondary School, waar de hormonen door menig lijf gieren en ieders seksualiteit vrijelijk ontdekt wordt. Behalve bij Otis. Hij voelt zich ver verwijderd van de begeerten van al zijn leeftijdsgenoten. Daardoor heeft Otis wel iets wat anderen niet hebben: hij kan, net als zijn moeder, erg goed therapie geven voor problemen rond seks en intimiteit. Samen met de rebelse Maeve en zijn beste vriend Eric beginnen ze een kliniek. Grappig, ontroerend, en met een verrassend volwassen kijk op seksualiteit.

Het probleem van de sitcom

Sex Education is een hartverwarmende coming of age komedie, begeleid door popmuziek uit de jaren 80. De afleveringen duren bijna een uur, maar het kijkt weg als een sitcom. En dat is precies waar deze serie zich weet te onderscheiden van de rest. Series als New Girl, Friends, en How I Met Your Mother kijken ontzettend makkelijk weg, maar missen een sterk uitgedachte verhaallijn. De sterkste seizoenen zijn doorgaans de eerste, waarna de personages karikaturen van zichzelf worden en dezelfde problemen (‘We were on a break!’) telkens weer terug komen zonder opgelost te worden. En dat terwijl er ook gebeurtenissen plaatsvinden die invloed hebben op de rest van de serie, met name betreffende relaties. Daarnaast geven sommige afleveringen de illusie van karakterontwikkeling, die dan bij het begin van de volgende aflevering uit het raam gegooid wordt.

Zo werkt het niet bij Sex Education. Alle karakters, hoe klein hun rol aanvankelijk ook lijkt, hebben een duidelijk, op voorhand bedachte karakterontwikkeling. Het begin is de eerste aflevering van seizoen 1 en het einde is de laatste aflevering van seizoen 4 (om en nabij, niet iedereen komt in elke aflevering voor). De beproevingen zijn exact hetzelfde als bij elke andere sitcom. Ze hadden voorkomen kunnen worden als mensen gewoon eens goed met elkaar zouden communiceren. Maar het is ook voor dit drama dat we terugkomen. Daarnaast is Sex Education, in tegenstelling tot series als Friends of How I Met Your Mother, of met name Two and a Half Men, verassend informatief en genuanceerd op het gebied van seks. Hoe belabberd de personages ook communiceren, de problemen omtrent intimiteit blijven reëel en worden op een volwassen manier opgelost.

Tranentrekkend afscheid

Seizoen 4 vindt het wiel niet volledig opnieuw uit. Gelukkig hoeft dat ook niet. De gebeurtenissen uit seizoen 3 hebben voor genoeg vers materiaal gezorgd, inclusief de introductie van een aantal nieuwe personages. Geen zorgen, verdere details over het verhaal zullen hier niet behandeld worden. Wat wel opvalt aan dit seizoen is de verhouding tussen drama en komedie, waarbij het eerste de overhand neemt. Dit is niet per se frustrerend, eerder melancholisch en ontroerend. Veel gaat natuurlijk over dingen die eindigen, dingen die iets hadden kunnen worden, dingen die pijnlijk maar noodzakelijk zijn. Het laatste hoofdstuk van Sex Education heeft een bitterzoete smaak gekregen, waarbij er genoeg tranentrekkende ontwikkelingen plaatsvinden. Ieder personage krijgt een klassiek, zij het ietwat voorspelbaar, coming of age einde. Alle verhaallijnen worden netjes afgerond. Wat dat betreft is het een gedurfde en eervolle zet om na vier seizoen een punt achter een serie te zetten die nog langer had kunnen doorlopen. In plaats daarvan kan Netflix zich nu in de handjes knijpen met vier seizoenen aan kwalitatief, hartverwarmend, maar voornamelijk binge-waardig materiaal.

Theater / Voorstelling

Jongleren met identiteiten in een absurdistische vertelling

recensie: Freaky Friday Face Off – De Warme Winkel

Je identiteit is niet alleen bepalend voor hoe jij je voelt, maar ook voor je maatschappelijke mogelijkheden, en je kansen gelukkig te worden. Over de vraag wat identiteit eigenlijk is, en of die voorgoed vastligt, gaat Freaky Friday Face Off van De Warme Winkel.

Een ‘body swap’, zegt Tessa Jonge Poerink in haar introductie tegen het publiek op de voorstelling, is vooral iets voor B-films en aanverwante zwakke verhalen. Vertellingen waarin een jong personage oud wordt – of andersom. Een man een vrouw – of andersom. Een homo hetero – enzovoort.

De ‘body swap’, het ruilen van lichaam, gedaante, gender, identiteit; de verwarring tussen het personage dat je bent en het personage dat je ook prima zou kunnen spelen, is het onderwerp dan Freaky Friday face Off. Dit is het derde deel in een serie bevreemdende, maar niettemin trefzekere voorstellingen over actuele maatschappelijke thema’s. Eerdere delen waren De Warme Winkel speelt De Warme Winkel en Een oprechte ode aan de Ironie.
Freaky Friday Face Off is een even persoonlijke, als grappige, als verwarrende vertelling over twee vrouwen en twee mannen, ‘gevangen in hun eigen lichaam… maar voor hoe lang?’ aldus Jonge Poerink.

De schijn tegen

Er ontrolt zich een verhaal waarin vier personages elk op hun eigen manier ongelukkig zijn. Ryan (Florian Myjer), een eenzame homo vol zelfhaat. Tegen de zeventig, maar nog nooit verliefd geweest. Ryan heeft de uiterlijke schijn tegen, want hij gaat goed gekleed en woont in een appartement vol kunst en design. De Marokkaan Harry (Yassine Chigri) houdt het midden tussen lief en agressief. Hij blowt en snuift, en hij trekt zich op aan de gewelddadige personages uit de films Scarface en Taxidriver.

Tessa Jonge Poerink en Wine Dierickx spelen dochter Linsey en moeder Jaimie. Jonge Poerink, volwassen acteur die door een aandoening niet volgroeid is, speelt een personage dat… eh…. door een aandoening niet volgroeid is. Een puber die probeert onder haar dwingende moeder uit te komen. Moeder Jaimie wrijft haar hardhandig in dat het voor een moeder heel vervelend is een kind te hebben dat niet voldoet aan de norm.

Regisseur Ward Weemhoff daagt zijn acteurs niet uit totaal iets anders te spelen dan ze van nature te bieden hebben. Voor deze vertelling werkt die strategie goed.

Ambities

In de loop van de voorstelling wordt elke acteur geïntroduceerd door een van de andere acteurs. De naam van de acteur wordt gezegd, wat diens theatrale ambities ooit waren, en wat daarvan is terechtgekomen. Dierickx ‘speelt graag de rol van de moeder’, Jonge Poerinks ambitie was het om musicalster te worden.

De personages worden in hun leven en ambities geremd door de hokjes waarin ze worden gestopt. Identiteiten beginnen te verglijden vanaf het moment dat allen aanschuiven bij een clichématige afhaalchinees. Moeder en dochter flippen er op de gelukskoekjes die ze eten; de weduwe zoent de bejaarde homo, waardoor beiden hun honger naar intimiteit stillen.

foto: Sofie Knijff

Geniaal is de monoloog van Florian Myjer tegen Yassine Chigri waarin hij trefzeker en emotioneel verwoordt waarom het hokje van ‘jonge Marokkaan’ een mens bij voorbaat kansloos maakt. Het is een opzettelijk politiek incorrect betoog over de manier waarop de Nederlandse samenleving mensen wegzet die niet automatisch binnen de norm vallen.

Jongleren met identiteiten

Het jongleren met identiteiten wordt steeds buitenissiger, absurdistischer en ongeloofwaardiger. De teksten waarmee dat gepaard gaat, zijn hier en daar ronduit onzinnig, zoals die van de moeder die een hoogst merkwaardig verhaal ophangt over het moederschap.
De voorstelling is nou net niet leuk op de momenten dat de tekst erop is gericht het publiek aan het lachen te maken.

Het prachtige en ingenieuze decor (ontwerp: Theun Mosk/Ruimtetijd) doet in eerste aanleg denken aan een poppenhuis, met verschillende kamers in verschillende sferen. Het is opzettelijk realistisch, met lichtknopjes en stopcontacten in de muren, met een kattenluikje in de deur, en een verjaardagskalender op de wc. Het decor kan draaien en de ruimte die daarbij naar de zaal toe wordt gedraaid, staat symbool voor een personage, een sfeer, een emotie. Dat is zeer effectief, want het verglijden van personages wordt er inzichtelijk door, en het draaien prikkelt de nieuwsgierigheid naar wat voor ruimte in het ‘poppenhuis’ nu weer te zien zal zijn.

Lompe grappen

Eigenlijk is Freaky Friday Face Off vooral een screwball comedy, een satirisch verhaal, een battle of the sexes, met lompe grappen en grollen, smijten met politiek incorrecte stereotypes, afgewisseld door trefzekere, vlijmscherpe scènes waarin het stuk de toeschouwer een spiegel voorhoudt.

De Warme Winkel staat bekend om hun voorstellingen waarin ze de maatschappelijke werkelijkheid bekritiseren en uitvergroten door er nog een hardhandig schepje bovenop te doen. Freaky Friday Face Off is in die traditie absurdistisch, opzettelijk politiek incorrect en zeer geestig.

 

Freaky Friday Face Off – De Warme Winkel; coproductie Wunderbaum, Internationaal Theater Amsterdam

Tekst: Florian Myjer, Marieke Zwaan
Regie: Ward Weemhoff
Medemakers: Yassine Chigri, Wine Dierickx, Tessa Jonge Poerink
Spel: Abatutu, Yassine Chigri, Wine Dierickx, Tessa Jonge Poerink, Florian Myjer
Decorontwerp: Theun Mosk/Ruimtetijd
Kostuumontwerp: Valérie Pos
Lichtontwerp: Scott Robin Jun
Compositie en geluidsontwerp: Marijn Brussaard
Fotografie: Sofie Knijff

Muziek / Album

Een nieuwe koers voor Pip Blom

recensie: Pip Blom – Bobbie

Pip kiest voor pop! Het roer omgooien is een spannende beslissing voor een band, en niet altijd even succesvol. Het Amsterdamse indie trio Pip Blom liet zich op eerdere albums Boat en Welcome Break inspireren door indie, rock en punk. Maar voor het nieuwste album Bobbie nemen ze een nieuwe route. Gitaargeluiden worden vervangen door strakke synthesizers en een drumcomputer. Maken ze hiermee een goede keuze?

Doei gitaar, hallo synthesizers!

De Nederlandse indie band, passend vernoemd naar hun frontvrouw, doet het al een tijd goed bij onze buren in Engeland. Voor hun eerste album Boat uit 2019 werkten ze al samen met de Britse singer-songwriter en producer Dave McCracken en die samenwerking is voor Bobbie (oktober 2023) hervat. Samen slaan ze behendig de nieuwe koers in. De toon van het nieuwste album is vrolijk, zorgeloos en hier en daar euforisch. Het geluid van Bobbie wordt gekenmerkt door sterke baslijnen zoals in het nummer ‘Fantasies’ en veelvuldig terugkerende synthesizers in nummers als ‘7 Weeks’ en ‘Tigers’. Als het aan de melodieën zou liggen en aan teksten van nummers als ‘I Can Be Your Man’ en ‘Where’d You Get My Number’ zal je als luisteraar haast denken dat Bobbie een luchtig album is om te luisteren. Toch zijn daar nummers als ‘Again’ die met een iets duisterder toon niet alleen maar de optimistische kant van de liefde bezingen. Bobbie is met recht een (indie)popalbum te noemen, maar écht zorgeloos is het niet.

Indrukwekkende samenwerkingen

Op het album zijn ook twee geslaagde samenwerkingen te vinden. De eerste is die met Franz Ferdinand’s leadzanger Alex Kapranos. Het nummer ‘Is This Love?’ werd eerder al als single uitgebracht en straalt rijkelijk van de hitpotentie. Bij de start van het lied word je als luisteraar gegrepen door de indringende zangstem van Pip, terwijl de melodie langzaam maar zeker aanzwelt. Het nummer bevat een duidelijk opbouw en zodra de herkenbare stem van Alex Kapranos zich eraan toevoegt, is duidelijk waar het naartoe werkt. Het nummer is al goed, maar met zijn stem als toevoeging kan het niet meer misgaan. Met een sterke melodie, indringende tekst en twee dijken van stemmen is dit duidelijk het prijsnummer van het album.

Op het zwoelere ‘Kiss Me By The Candlelight’ is de stem van Willem Smit, zanger van de band Personal Trainer en tevens Pips partner, te horen. Hoe romantisch de titel ook mag klinken, de inhoud van het nummer mag een kleine leeftijdswaarschuwing met zich meedragen. De stijlen van de bands mixen mooi in dit nummer, maar écht memorabel wordt het niet. Daarvoor is de lat te hoog gelegd door de heer Kapranos.

Nieuwe koers: even wennen

Het album Bobbie staat als een huis, dat is duidelijk. Alleen de straat waar dit huis staat, die is anders dan we van Pip Blom gewend zijn. Pip Blom en rammelende gitaren, die gingen immers hand in hand samen. Fans die ooit vielen voor de indie rock kant van de band kunnen daar tijdens het luisteren naar al die electropop heimwee naar krijgen. Zeker bij nummers als ‘7 Weeks’ waar Pips prachtige stem wordt bedolven onder autotune, zal het gemis alleen maar groeien. Maar dat maakt het album nog niet vervelend om naar te luisteren. Immers, de ogenschijnlijk zorgeloze electropop met lekkere uptempo nummers kan een nieuw publiek aanspreken.

Pip goes pop, een slimme en geslaagde zet. Eerdere fans zullen even moeten wennen, maar het nieuwste Pip Blom album heeft de potentie om een nieuwe schare fans aan te boren voor de band. Als iets het succes in het Verenigd Koninkrijk kan doen overwaaien naar Nederland, dan is het Bobbie wel.

Kunst / Expo binnenland

Een moment met Ai Weiwei

recensie: Ai Weiwei - In Search of Humanity

Kalm komt hij de zaal binnenlopen. De fotografen staan klaar met hun camera’s voor de pers preview. Hij wacht even, poseert, en loopt vervolgens naar de talkshowachtige setting op het podium.

De mensen in de zaal worden steeds enthousiaster naarmate ze beseffen dat de wereldberoemde kunstenaar nu echt voor hun neus zit. Naast de professionele camera’s komen nu ook de mobieltjes tevoorschijn. Iedereen neemt foto’s. Als antwoord hierop begint Ai Weiwei met foto’s maken van het publiek. Ook op zijn telefoon. De aanwezigen lachen. Het interview geleid door de directeur van de Kunsthal, Marianne Splint, begint.

Het gesprek is als een wals. Waarbij nauwkeurig voorbereide onderwerpen bruut maar zorgzaam afgekapt worden met de sterke meningen van Weiwei. Zo waarschuwt hij ons voor ‘mainstream thinking’ in de media en benadrukt hij dat we allemaal zowel ‘goed’ als ‘slecht’ kunnen zijn. Oftewel, de keuze is aan ons. Ook het levensverhaal van Ai Weiwei komt aan bod, en zijn luchtig aandoende humor krijgt vrij spel. Splint geeft met haar vragen secuur vorm aan de gevatte ironie die het zware levensverhaal van Ai Weiwei omvat. Hierdoor ontvouwt zich, net als in de expositie, een mensenleven.

Grootste overzichtstentoonstelling tot nu toe

De Kunsthal heeft geen eigen collectie, maar vertelt verhalen. Dit keer het verhaal van Ai Weiwei. In Search of Humanity is de grootste overzichtstentoonstelling van de kunstenaar tot nu toe. Enkele bekende werken zoals de Sunflower Seeds en de Study of Perspective serie springen er bij binnenkomst meteen uit. Een grote slang gemaakt van kinderrugtasjes introduceert de volgende ruimte. Het indrukwekkende werk genaamd Snake Ceiling vertelt over de angstaanjagende aardbeving van 2008 in Sichuan waarbij duizenden kinderen om het leven kwamen. Een ander ontzagwekkend werk is de installatie Crystal Ball. De grote bal lijkt vol te zitten met zeewater. De zwemvesten gaan letterlijk gebukt onder het gevaarte. De wanhoop en de fysieke zwaarte die de mensen moeten doorstaan om te vluchten wordt voor een moment invoelbaar. De tentoonstelling heeft ook een persoonlijke kant. De tijd die Ai Weiwei in China in gevangenschap doorbracht heeft hij namelijk tastbaar gemaakt door zijn cel op ware grootte te repliceren.

Op zoek naar zichzelf

Het oeuvre van Ai Weiwei is binnen de muren van de Kunsthal overzichtelijk, maar verliest daarbij niks van haar grootsheid. Zijn persoonlijke zoektocht is duidelijk in zijn werk. Zo bediscussieert hij op een beeldende manier het lot van China’s culturele erfgoed, komt zijn worsteling met de politieke structuren van zowel China als van de westerse wereld naar voren en klinkt zijn drang naar gerechtigheid door om hen die geen stem hebben een stem te geven. Toch noemt Ai Weiwei zichzelf geen activist. Hij is vooral bezig met wat hij denkt en voelt dat hij moet doen in het moment. ‘Freedom of expression is an essential quality of life’, aldus de kunstenaar. En zo wordt in de visie van Ai Weiwei de kritische houding er een die ons allemaal zou moeten treffen als essentieel aspect van ons leven. Persoonlijke vrijheid en subjectieve expressie zijn volgens Ai Weiwei belangrijk bij de zoektocht naar jezelf in de wereld. Een uitspraak die lijkt te materialiseren in het moment dat hij ook van de pers foto’s maakt. Met een flinke scheut ironie, die een scherpheid van waarneming verklapt, en door de simpele act van het foto maken, gooit Ai Weiwei het gemaakte uit de sociale interactie weg, waardoor hij deelneemt aan het gesprek als mens van vlees en bloed.

Eerlijke kunst vraagt om eerlijke kijkers

Ai Weiwei’s kunst is naast een persoonlijke zoektocht, een uiting van betrokkenheid bij mensen en gebeurtenissen in de wereld. Dit blijkt niet alleen uit zijn werk, maar ook uit zijn aanwezigheid. Met deze betrokkenheid sluit hij ook het interview. We hebben allemaal een verantwoordelijkheid naar elkaar. ‘Use you personal judgement rather than propaganda’, vertelt Ai. Deze woorden zijn ook treffend voor de tentoonstelling. Het werk nodigt uit om door een eerlijke lens bekeken te worden. Eerlijk in de zin van erkennen vanuit welke ‘echte’ problematiek het werk is voortgekomen ondanks dat de boodschap verpakt is in een ‘show’. De expositie is niet bedoeld voor bezoekers die louter komen om foto’s voor socials te maken. Nee, Weiwei’s kunst verlangt óók naar persoonlijke verantwoordelijkheid. Het vraagt om onafhankelijk nadenken zodat wij streven naar het menselijke in onszelf.

 

Film / Films

Een aangrijpende verfilming van een huiveringwekkende realiteit

recensie: Women Talking - Sarah Polley
Filmposter Women Talking© 2022 Orion Releasing LLC. All Rights Reserved/Pathé Thuis

Als adaptatie van het gelijknamige boek is Women Talking (Sarah Polley, 2022) gebaseerd op de gruwelijke gebeurtenissen die nog geen vijftien jaar geleden boven water kwamen over een mennonietengemeenschap in Bolivia. De film onthult een onderdrukte waarheid die schuilging achter stilgehouden misdaden, door velen in de gemeenschap afgedaan als het werk van de duivel.

Wanneer de keuze is om te blijven en niks doen, te vechten of te vluchten, blijkt al gauw dat niks doen geen optie meer is voor een groep mennonitische vrouwen. Bestaande uit een bijzondere cast, met onder meer Rooney Mara, Claire Foy, Jessie Buckley en Judith Ivey, besluit de groep vrouwen het heft in handen te nemen om de – op zijn zachtst uitgedrukt – misselijkmakende gebeurtenissen binnen hun gemeenschap onder de aandacht te brengen. De vrouwen zijn vastbesloten om verandering teweeg te brengen en delen afgezonderd van anderen uit hun gemeenschap hun ervaringen met en trauma’s veroorzaakt door seksueel misbruik en mishandeling met elkaar. Samen willen zij deze geweldplegingen tegengaan en de vooruitzichten voor de mennonietengemeenschap verbeteren. Met confronterende cinematografie geeft Polley de ongehoorde vrouwen een stem en openbaart een verhaal dat vaak wordt toegedekt.

Licht in de duisternis

Doordrenkt van symboliek en emotionele intensiteit heeft Women Talking een diepgaande impact op de kijker. Veelal gevuld met close-ups van de verschillende sprekers, accentueert de cinematografie een benauwende omgeving waarin de vrouwen zich bevinden. Een haast somber, troosteloos kleurenpalet creëert een sfeer die er niet enkel naar streeft om de sobere leefstijl van mennonieten te reflecteren, maar die tevens de onderdrukking van de vrouwen accentueert.

Ondanks de sombere omstandigheden worden de vrouwen niet tot slachtoffers gereduceerd. Ze zijn luchthartig en goedlachs, maar tegelijkertijd vastberaden om weerstand te bieden en in staat kritische vragen te stellen die op hun beurt de toeschouwer stof tot nadenken geven. In het bijzonder zetten de woorden van Ona (Rooney Mara) de kijker aan het denken: ‘Why does love – the absence of love, the end of love, the need for love – result in so much violence?’ vraagt zij zich af. ‘Surely, there must be something worth living for in this life, not only in the next’, voegt ze later toe. Deze woorden tonen dan ook dat veilige omstandigheden cruciaal zijn. Terwijl Salome (Claire Foy) onwrikbare hoop betoont in haar uitspraak: ‘Jesus was able to return to life, live for thousands of years, and then drop down to Earth from Heaven to scoop up his supporters. Surely he’d also be able to locate a few women who left the colony’. De variatie aan perspectieven en stemmen van de vrouwen geeft de vertelling diepgang en legitimiteit en stimuleert tevens tot nadenken.

Ongehoorde stemmen

Waar August (Ben Whishaw) – de enige mannelijke aanwezigheid in het vrouwelijk gezelschap – in de novelle het verhaal doet, wordt deze rol in de verfilming overgenomen door Autje (Kate Hallett). Hoewel de vrouwen ongeletterd zijn – waardoor zij moeten vertrouwen op August om hun bevindingen te noteren – wordt het woord van de vrouw des te meer benadrukt door de voice-over in handen van een jong meisje te leggen. Terwijl Autje worstelt met haar eigen trauma’s en angsten voor repercussies van haar familie en de leiders van de gemeenschap, vindt zij troost en solidariteit bij andere vrouwen met gelijke ervaringen. Het belang van saamhorigheid en verbinding is een boodschap die zij in haar vertelling wenst over te dragen aan de volgende generaties mennonieten.

Women Talking is niet zomaar een film, maar een krachtig pleidooi voor bewustwording en verandering. Een werk dat een schokkende realiteit aan de kaak stelt en je aanzet tot nadenken via kritische uitspraken, humor en dubieuze praktijken. Het is een werk dat ons eraan herinnert dat stilte de grootste bondgenoot is van misbruik en dat het doorbreken van deze stilte de eerste stap naar gerechtigheid is. Met overtuigende cinematografie en indringende vertellers brengt Sarah Polley een belangrijk verhaal tot leven, dat een boekje open doet over helaas nog vaak verzwegen ellende.

 

Gezien op Pathé Thuis

Film / Films

In a galaxy not so far away

recensie: The Creator
THE CREATORFilmdepot

The Creator is een science fiction film geregisseerd door Gareth Edwards, bekend van Godzilla (2014) en Rogue One: A Star Wars Story (2016). De film gaat over de vooruitgang van AI, een bekend thema binnen het genre en nu relevanter dan ooit. Wat voor toekomst schetst de film? En is deze geloofwaardig? Je leest het hier.

Wetenschap en vooruitgang

In de niet al te verre toekomst is AI dusdanig geëvolueerd dat robots en simulants (robots die bijna niet te onderscheiden zijn van mensen) deel uitmaken van de maatschappij. Na een rampzalige gebeurtenis met miljoenen doden tot gevolg zegt de Amerikaanse regering het vertrouwen in de AI op. Robots en simulants mogen niet meer ontwikkeld worden. Overheidsinstanties in Azië weigeren daar gehoor aan te geven en gaan rustig door met de productie. En dat betekent oorlog.

Science (non-)fiction

De vooruitgang die wordt geboekt op het gebied van AI is ongekend. Met name in het afgelopen jaar heeft de toepasbaarheid van kunstmatige intelligentie veel terrein gewonnen. Zo kan het schrijven van teksten of het animeren van mensen nu volledig aan AI worden overgelaten, wat mede heeft geleid tot de stakingen onder schrijvers en acteurs in Hollywood.

Het concept van AI is de bakermat van het genre science fiction. Inmiddels zijn er genoeg klassiekers binnen het genre die ook dit thema behandelen. Of The Creator in de boeken komt te staan als een van de klassiekers valt nog te bezien (misschien pas jaren later met terugwerkende kracht, net als Blade Runner), maar de visuele pracht en indrukwekkende wereldbouw staan in ieder geval als een huis.

Verbluffend design

De wereld van The Creator is prachtig vormgegeven. Ten eerste speelt het verhaal zich voornamelijk af in Azië, waar de AI nog geproduceerd mogen worden. Dit klinkt logisch, maar de setting van menig science fiction film beperkt zich tot Amerika. Dat maakt dat The Creator meteen origineel oogt. De rijstvelden worden bewerkt door simulants en in kleine dorpjes leven robots en mensen met elkaar in harmonie. De integratie van mens en AI is naadloos in de wereld verwerkt. Er zijn religieuze bouwwerken ter ere van AI helden, begrafenissen voor robots, en kinderen en simulants die met elkaar spelen en lachen. De wereld druipt van de inspiratie en is schitterend in beeld gebracht. Met name de CGI ziet er levensecht uit. Dit is vrij ironisch, aangezien het de film, net als veel door AI en computers gemaakte creaties, ontbreekt aan inhoud en bezieling.

Vorm boven inhoud

Het minpunt is namelijk dat er weinig met de interessant vormgegeven wereld wordt gedaan. Het verhaal heeft geen verrassingen in petto en weet qua karakters weinig empathie op te brengen. Daar komt nog bij dat de zielloze dialoog alleen maar daar is om het plot vooruit te duwen. Grote namen als John David Washington (Tenet, BlacKkKlansman), Ken Watanabe (The Last Samurai, Inception), en Alison Janney (I, TonyaThe Help) doen een vergeefse poging het script tot leven te brengen.

Bioscoopfilm

Al met al is The Creator vanwege de originele uitstraling en schitterende beelden een echte bioscoopfilm. Het verhaal laat te wensen over, maar de visuele pracht en prikkelende wereldbouw zullen ongetwijfeld bijblijven en hopelijk meer van dit soort films teweegbrengen.

Film
special: Camera Japan Festival Rotterdam 21 t/m 24 september 2023

Een middag in Japan

Bij de woorden ‘Japanse cinema’ zal bij veel mensen het genre ‘anime’ als eerste te binnen schieten. Maar Japanse cinema is zoveel meer dan enkel dit genre. Het Camera Japan Festival bewijst dit en biedt de kans Japanse parels te ontdekken. Met een liefde voor Japanse cultuur presenteert de 18e editie van het festival een vol programma met voor ieder wat wils.

foto: Romy Struik

Een coming-of-age drama, een snoeiharde horrorfilm of een feelgood drag roadmovie; het filmprogramma is mooi uitgebalanceerd. Er zijn niet alleen shorts, documentaires, animes en Q&A’s maar ook specials, een filmbrunch en films met live muziek. Met zo’n enthousiaste programmering is een grote venue dan ook noodzakelijk. Bioscoop Lanterenvenster is al jaren de locatie voor het festival in Rotterdam en ook deze editie weer leuk aangekleed in Japanse stijl. Tickets koop je onder de torii, de karakteristieke rode boog. Er is ook een kleine Japanse woonkamer waar je plaats kan nemen voor een leuke foto, inclusief Studio Ghibli gimmicks. Dit alles zorgt voor een uiterst gezellige sfeer.

Een kleine greep uit de programmering

Polan (door Kota Nakamura) gaat over een ouderlijk stel dat tijdens de coronapandemie noodgedwongen hun fysieke antieke boekenwinkel moet sluiten. De film toont hiermee een verhaal dat zich niet alleen in deze boekenwinkel in Japan afspeelt maar wereldwijd de realiteit is voor heel veel kleine ondernemingen. Dit in combinatie met de zichtbare passie voor boeken en de wijze levenslessen van de integere eigenaar van de winkel, Kyosuke, maakt het tot een documentaire die de toeschouwer aangrijpt en niet onberoerd laat.

Suncream and Windchimes (door Eiichi Takahashi) is dan weer heel andere koek. Een surrealistische film over wantrouwen en paranoia waarin personage Hajime zo overtuigd raakt van het idee dat hij zijn vrouw in vreemde kleding op straat heeft gezien dat hij camera’s in heel zijn woning ophangt, met alle gevolgen van dien. Door het coole acteerwerk en de schaarste aan dialoog is het moeilijk te begrijpen wat Hajime voelt of denkt, waardoor zijn handelingen nogal arbitrair lijken. Zo achtervolgt hij de dame die hij aanziet voor zijn vrouw zonder echt de moeite te doen om te ontdekken of ze het nu wel of niet is. De personages lijken zo van elkaar vervreemd dat er twijfel ontstaat of ze überhaupt registreren wat de ander tegen ze zegt. Gestelde vragen worden niet beantwoord en conversaties lijken in het niets op te lossen of nergens naar toe te gaan. Dit maakt het een ambitieuze debuutfilm die net niet helemaal goed genoeg in elkaar steekt om het surrealisme op overtuigende wijze over te brengen.

De anime Macross Plus (door Shinichirō Watanabe) wint de harten van het publiek door de opmerkelijke up-beat soundtrack in combinatie met fantastisch geanimeerde sequenties. Hoewel de sci-fi klassieker al in 1995 uitkwam is hij door het thema AI (en de gevaren die hierin schuilen) nog altijd opmerkelijk modern. Het voor anime typerende overdreven stemacteerwerk en de soms wat afgezaagde one-liners brengen bijna 30 jaar na dato een zekere onbedoelde humor met zich mee.

Meer dan alleen film

Hoewel de focus van het cultuurfestival op de Japanse film ligt, is er niet alleen veel te zien maar zeker ook veel te doen. Kinderen kunnen meedoen aan de ‘kids day’ waar allerlei leuke knutselactiviteiten en spelletjes te doen zijn. Aansluitend zijn er voor het jongste publiek een aantal korte Japanse films geprogrammeerd. Op donderdagavond is er voor de volwassenen een origami workshop, op zaterdagavond een whiskey proeverij en op zondagochtend een workshop maki-e (een traditionele Japanse lakdecoratietechniek waarbij afbeeldingen en patronen op specifieke voorwerpen worden getekend). Samen met de uitgebreide filmprogrammering weet het festival op deze manier iedere doelgroep aan te spreken.

In de Taiyaki zit een vulling, traditioneel zoete rodebonen pasta maar tegenwoordig ook custardcrème, chocola of zelfs kaas

Wie na afloop van activiteit of film zijn of haar smaakpapillen op de proef wil stellen is aan het juiste adres: in Lantarenvenster is een erg leuke markt waar je authentiek Japans eten koopt, veelal ter plekke vers bereid. Sushi, Taiyaki (gevulde wafels in de vorm van een vis), Sake maar ook snoepgoed zijn volop beschikbaar. Tijdens het middaguur hangt er een heerlijke lucht in Lantarenvenster door de lunch, bestaande uit Japanse lekkernijen, die wordt geserveerd in het restaurant.

Het festival bevat door al deze activiteiten een educatief aspect. De twee fotoreeksen Becoming a Geisha door Paul van der Veer en Commute Rush door Aoyaga Mitsuhi dragen hier ook aan bij. Van der Veer kreeg namelijk toegang tot het geishahuis Hanafusa waar hij de kans kreeg om de afstudeerceremonie van trainee Kikuya te fotograferen, waarna zij een volwaardig geisha zal zijn. Dit wordt maar zelden vastgelegd door buitenstaanders en is daarom extra bijzonder. De foto’s worden vergezeld van teksten die meer uitleg bieden over de rituelen. Samen schetsen ze een beeld van een wonderlijk beroep dat bestaat uit dag in dag uit hard studeren en werken. Mitsuhi’s fotoreeks heeft het dagelijks reizen in de grote Japanse steden als uitgangspunt. De foto’s zijn energiek en dynamisch, exact zoals de grote Japanse steden.

In plaats van de focus op het populaire of stereotyperende te leggen is het duidelijk dat balans het uitgangspunt is op het cultuurfestival. Wie gefascineerd is door de Japanse cultuur moet dus zeker een volgend festival bezoeken. Maar ook wanneer het enkel een kleine nieuwsgierigheid naar het onbekende betreft, is het Camera Japan Festival een goed begin om meer te leren over deze bijzondere en veelzijdige cultuur.

Bekijk hier de aftermovie van de 18e editie.

 

Theater / Voorstelling

Het recht om zelf te bepalen wie je bent

recensie: Orlando – Toneelschuur Producties

De verwachtingen van anderen: die maken het leven moeilijk. ‘Ik ben Orlando, en ik bepaal zelf wie ik ben.’ Daarmee definieert Orlando de kern van diens personage: afhankelijk van hoe die zich ‘voelt’, is Orlando man, dan weer vrouw. Orlando laat zich niet in een hokje stoppen.

Het personage is echter ook zoekende en vindt tijdens die zoektocht eigenlijk noch geluk, noch liefde, noch rust. Daarmee is Orlando van Toneelschuur Producties een verwarrende voorstelling die de toeschouwer aan het denken zet: is het nu bevredigend of juist onbevredigend om je niet te voegen naar conventies?

Het beroemde en controversiële boek Orlando, een biografie (1928) van de Britse schrijver Virginia Woolf is ettelijke keren bewerkt voor theater, voor film. Woolfs fictieve personage leeft vanaf de zeventiende eeuw, de tijd van koning Elizabeth I van Engeland, tot het begin van de twintigste eeuw. Orlando is edelman, man, vrouw, dichter, soldaat, geliefde, rivaal: het personage laat zich uitdrukkelijk niet vastpinnen op één identiteit.

Genderfluïditeit

In onze tijd, waarin meer en meer mensen merkbaar worstelen met gender, identiteit en seksuele voorkeur is de keuze van de makers van Toneelschuur Producties voor Orlando actueel. Woolf was haar tijd ver vooruit: genderfluïditeit was toen niet bepaald een issue; haar vertelling was eerder vervreemdend dan dat mensen er hun eigen problematiek in herkenden.

Regisseur Loek de Bakker zet zijn Orlando tussen hoge transparante schermen. Die kunnen open en draaien en wisselende ruimtes vormen (scenografie: Studio Dennis Vanderbroeck). De acteurs kunnen daar doorheen, er omheen. Daardoor kan Orlando suggereren dat die zich verplaatst naar een volgend tijdperk, een andere locatie, met andere personages. Per slot leeft Orlando drie eeuwen. De schermen kunnen open en dicht. Het zijn barrières, maar ze bieden ook veiligheid.

Bovenlip

Milou van Duijnhoven speelt Orlando. Gekleed in jas over jas, broek over broek; nu en dan door andere personages voorzien van weer een volgend kostuum. Zo wordt Orlando steeds een volgend personage (kostuumontwerp: Rebekka Wörman). In de interpretatie van Toneelschuur Producties heet dat personage weliswaar steeds hetzelfde, maar in feite is het steeds iemand anders. Constante is dat Orlando in elke gedaante met de tong langs de bovenlip likt, een gebaar dat evengoed triomf als wellust kan uitdrukken.

Van Duijnhoven speelt Orlando goeddeels met een nogal strak en onbewogen gezicht. Binnen die beperking speelt ze trots, hooghartigheid, cynisme en nu dan onzekerheid. Opvallend is dat ze eigenlijk nooit lacht. Alsof Orlando ondanks diens onafhankelijkheid en ongrijpbaarheid het geluk niet vindt. Intrigerend aan Van Duijnhoven is dat ze behalve acteur ook danser is, haar bewegingen raken de grenzen tussen spel en dans.

Rembrandtkraag

foto: Gergely Ofner

Alicia Boedhoe, Michael Muller en Thom Vendrik nemen met zijn drieën alle rollen op zich van de personages die Orlando in drie eeuwen ontmoet. Sterk is Michael Muller in de rol van koningin Elizabeth I van Engeland. Het hoofd vastgeprikt op een stijve witte Rembrandtkraag, brengt Muller haar nukkig, autoritair, verwend, maar ook geestig. Alicia Boedhoe wisselt probleemloos en overtuigend van man naar vrouw en terug. Thom Vendrik maakt brede gebaren met handen en armen, waardoor zijn spel doet denken aan de standaardfiguren uit de Italiaanse commedia dell’arte.

Een aantal scèneovergangen wordt begeleid door muziek en liedjes die Muller, Boedhoe en Vendrik goeddeels live brengen (muziek: Reinier van Harten). De voorstelling krijgt daardoor een bijzondere muzikaliteit mee.

Gevecht, dans of vrijpartij

Jammer is dat regisseur De Bakker ervoor kiest Orlando zo weinig blij, vrolijk of zelfs gelukkig te laten zijn. Daardoor ontstaat het gevoel dat deze manier van leven niet echt tot aanbeveling strekt. Orlando gaat weliswaar nooit een verbintenis aan, maar wordt daar ook niet zichtbaar blijer van. Eigenlijk maakt deze Orlando nauwelijks echt contact met diens omgeving, behalve tijdens de laatste ontmoeting, een zeer fysieke, die het midden houdt tussen een gevecht, een dans, en een vrijpartij.

Sterk aan Orlando is dat het een fraai kijkspel is dat de toeschouwer aan het denken zet: is zo’n ‘eeuwig leven’, met al zijn mogelijkheden en beperkingen, prettig? Word je gelukkig van het verwerpen van conventies, van het weigeren van verbintenissen, van je nooit echt overgeven aan een beminde? Van het steeds veranderen van identiteit? Echte antwoorden geeft deze Orlando niet.

 

Geïnspireerd op ‘Orlando, een biografie’ van Virginia Woolf
Vertaling en bewerking: Geraldine Franken, Loek de Bakker, Tjeerd Posthuma

Regie: Loek de Bakker
Spel: Alicia Boedhoe, Milou van Duijnhoven, Michael Muller, Thom Vendrik
Scenografie: Studio Dennis Vanderbroeck
Kostuumontwerp: Rebekka Wörmann
Lichtontwerp: Casper Leemhuis
Muziek: Reinier van Harten
Choreografie: Xiomara Virdó
Fotografie: Gergely Ofner