8WEEKLY

Rayman Rush

Artikel: Rayman Rush

Sinds de komst van het immens populaire Crash Team Racing worden kart-games aan de lopende band gemaakt. Zo hebben de Flintstones, de Rugrats en de Muppets hun eigen racegame. Geen van deze games komt echter ook maar in de buurt van CTR. Ubi Soft is koppig en probeert het met Rayman Rush, met als kanttekening dat het hier eigenlijk niet gaat om een kart-, maar een hardloop-game.

~

Gameplay

Ubi Soft heeft zich er niet makkelijk vanaf gemaakt door Rayman in een kart te stoppen en Crash Team Racing te kopieren, zoals de meeste developers dat hebben gedaan. Zoals gezegd laat Ubi Soft Rayman de benenwagen gebruiken in plaats van een racewagentje. (Een opmerkelijke keuze als je bedenkt dat Rayman helemaal geen benen heeft.) Daarnaast zijn sommige levels zo opgebouwd dat de camera af en toe naar een zijaanzicht verplaatst en je in 2D kan racen. Nog een welkome vernieuwing zijn de interactieve levels. Door op knoppen te schieten kan je bijvoorbeeld boosts verplaatsen of platformen verhogen of verlagen. Zo kan je het je tegenstander moeilijk maken als hij op een platform springen wil en jij het net buiten zijn bereik plaatst. Alle characters beschikken over dezelfde moves, zoals klimmen, glijden, helikopter en springen. Het vervelende van dit springen is dat het je heel erg afremt wanneer je bijvoorbeeld aan het glijden bent.

Graphics

Rayman Rush ziet er aardig uit, maar niet meer dan dat. De graphics van dit soort games zijn vanaf het begin (Mario Kart) al vrolijk en cartoony, maar bij RR ziet alles er veel grauwer uit. In principe is het natuurlijk niet erg om met dit soort tradities te breken, maar juist bij Rayman, wiens spelen altijd vrolijk en kleurrijk waren, zou dit wel het geval moeten zijn. De grauwere kleuren nemen veel van de sfeer weg die zo typisch is voor de Rayman-games. Daarnaast zijn de graphics klein en kartelig en zijn de levels erg leeg. Over het algemeen maakt het spel op dit gebied een onafgemaakte indruk.

Geluid

~

In de regel zijn de muziekjes bij kart-games vrolijke “plinkie-plonkie muziekjes”. Hoe lelijk ze ook zijn, het hoort er nu eenmaal bij. Bij RR is dit niet het geval, de muziek is een stuk stoerder dan normaal. Breken met tradities mag, zolang je het goed doet, en dat is hier zeker het geval.

Single- en multiplayer

Waar het allemaal om draait in dit soort games is eigenlijk de multiplayer. De singleplayer (die bestaat uit vijf modes per racebaan) is niet zoveel aan, omdat je maar tegen een persoon tegelijk kan racen en je maar twee wapens hebt. Het is echter wel verplichte kost, als je alle characters, levels en gamemodes wil unlocken. Je speelt het spel ook in multiplayer tegen één ander persoon. In principe heb je dus te maken met exact dezelfde gameplay in de multiplayer. Groot nadeel is echter dat de game behoorlijk lijkt te vertragen zodra je in elkaars buurt komt.

Conclusie

Zoals bijna alle games die nog voor de psx uitkomen lijkt ook Rayman Rush te snel afgemaakt. Dit spel was goed geweest als het een paar jaar terug in de winkel was verschenen, nu is het niet meer dan een aardige racegame, een die de naam Rayman eigenlijk niet waard is.

8WEEKLY

Pool of Radiance: Ruins of Myth

Artikel: Pool of Radiance: Ruins of Myth

Fantasy leeft weer als nooit tevoren. Nu hebben fantasy RPG games natuurlijk altijd wel op een trouwe schare fans kunnen rekenen, maar sinds Lord of the Rings in de bioscopen draait maakt het fantasygenre een revival door. Misschien dat uitgever Ubi Soft ons daarom verrast met de opvolger van Pool of Radiance. Maar goed, bij die mensen moet er ook gewoon brood op de plank.

~

Evil doesn’t sleep

Na een behoorlijke installatie (1 gigabyte!!!) kwam ik terecht in de fraaie openingsdemo van Pool of Radiance: Ruins of Myth. Ik moet bekennen dat ik het eerste deel nooit gespeeld heb, maar voor zover ik het begrijp speelt dit spel een aantal jaren na de gebeurtenissen uit deel 1. Een groepje soldaten bewaakt een plek waar ooit het kwaad verslagen was. Verslagen ben je echter pas in de dood, en dus keert het kwaad terug om maar weer eens een gooi te doen naar hel en verdoemenis. De speler moet een groep van vier helden verzamelen en een queeste ondernemen om iedereen op de planeet te redden.

Dood door muisklik

~

Tot zover niet veel nieuws onder de zon. Het samenstellen van de karakters stelt bitter weinig voor. Een beetje puntjes aan eigenschappen toekennen, ras kiezen en klaar is Kees. Dan ontpopt POR zich tot een turn-based spel waar ik mijn mannetjes al klikkend door landschapjes laat lopen. Zonder al te veel omhaal hak ik twee orcs aan gort. En dan… ja wat eigenlijk? Ik heb werkelijk geen flauw idee wat ik moet doen. Nu ben ik geen RPG-kenner, maar ze hadden dit allemaal wel iets toegankelijker kunnen maken voor beginners. De interface van het spel is lang niet zo gebruiksvriendelijk als bijvoorbeeld die van Might and Magic VIII.

Saaie dungeons

Grafisch is POR het neusje van de spreekwoordelijke zalm. Vooral bovengronds ziet alles er werkelijk fantastisch uit, iets wat veel spelers zaal aanmoedigen door te zetten, ondanks de vervelende spelbesturing. Al snel komt echter de eentonigheid van de beelden om de hoek kijken; met name ondergronds valt er grafisch niet veel te beleven. Trolletje hier, dungeon daar, hup klaar. Al snel begon ik mijn aandacht voor dit spel te verliezen, en juist bij een RPG is dat dodelijk. De mooie, maar spaarzaam gebruikte muziek verandert daar niets aan.

Gewoon net niet…

POR is een spel dat me twee gevoelens bezorgt. Enerzijds ziet het er allemaal puik uit, en lijkt het spelidee qua opzet best onderhoudend. Anderzijds verloor ik snel mijn interesse, en ik betwijfel of dat voor de volle 100% aan mijn gebrek aan RPG-ervaring ligt. Natuurlijk had het een stuk geholpen als ik meer feeling met het genre had, maar mijns inziens moeten spellen ook voor zogenaamde ‘groentjes’ speelbaar zijn. Verder zijn er betere spellen in het genre verkrijgbaar, denk bijvoorbeeld maar eens aan Baldurs Gate. Voor de die hards in het genre misschien te verteren. Jammer, want er had veel meer ingezeten.

Film / Films

Aliens in de bossen

recensie: Dreamcatcher

~

Vier jeugdvrienden in een schijnbaar verlaten woud. Gestrande aliens die de wereld onder hun controle willen brengen. Het nodige bloed. Een moedige strijd van ‘David’ tegen ‘Goliath’. Dit moeten de ingrediënten zijn van een nieuwe Stephen Kingverfilming.

Bij iedere nieuwe verfilming van een boek van Stephen King houd ik mijn hart vast. Is men in staat de essentie van het boek weer te geven, of haakt men gemakshalve toch weer hoofdzakelijk in op de horror-aspecten?
Te vaak komen namelijk de typische Stephen Kingonderwerpen als vriendschap en hoop te weinig aan bod. En dan blijven al snel alleen de bloederige taferelen over. Niet dat daar iets mis mee is. Het gaat tenslotte vaak om een horrorfilm. Maar je doet er de schrijver te kort mee.

Mooi

Dat juist de aspecten vriendschap en hoop mooie films kunnen opleveren bewijzen films als Stand by Me en natuurlijk het prachtige Shawshank Redemption. Nou zijn deze gebaseerd op korte verhalen van Stephen King, die veel meer op deze begrippen berusten en dus geen horrorelementen bevatten. Maar ze geven wel aan dat Stephen King meer in zijn mars heeft dan alleen wat bloederige gebeurtenissen aan elkaar rijgen.

~

Wat zou het dus opleveren als je beide onderdelen in één film onderbracht? It en The Stand doen hier al een leuke poging toe, maar laten het op het laatst net weer even liggen. De finales van beide films, It meer dan The Stand, komen op het horrorvlak net weer iets te kort. Voornamelijk doordat de visuele effecten hierbij ondermaats zijn. Het eindmonster, om even in game-termen te spreken, laat danig te wensen over.

Het verhaal

Ik was dus zeer benieuwd wat Dreamcatcher me deze keer te bieden had. Het verhaal was me al bekend van het boek, dus daar zou het niet aan liggen. Voor diegenen die het boek niet gelezen hebben:
Vier vrienden komen jaarlijks bijeen in ‘Hole in the Wall’, een blokhut in de uitgestrekte wouden van noord Amerika. Daar worden oude herinneringen opgehaald, er wordt gejaagd en dat alles voorzien van wat drank. Al twintig jaar lang. Alleen dit keer zijn ze niet alleen. Een gestrand ruimteschip gooit roet in hun jaarlijkse uitje. En zoals dat goede aliens betaamd willen ze de wereld veroveren. Drie keer raden wie dat dient te voorkomen? De vriendengroep wordt hierbij geholpen door een geestelijk gehandicapte, genaamd Duddits.
Over de band tussen Duddits en de vier vrienden wil ik hier niet te veel uitweiden aangezien deze een wezenlijk element van het plot vormt.

Uitzondering

Ik moet zeggen dat ik niet teleurgesteld ben in deze laatste verfilming. Bij wijze van uitzondering blijft zowel het element vriendschap als de horror in deze nieuwste film redelijk overeind. Het is duidelijk dat de vier mannen uit het verhaal al meer dan twintig jaar een hechte band met elkaar en ‘Duddits’ hebben. Deze vriendschap wordt snel, maar duidelijk neergezet en is uitermate functioneel. Daarnaast is de dreiging van de aliens goed uitgewerkt; mede ondersteund door de degelijke special effects. Ook de schrikeffecten zijn goed gedoseerd en werken zelfs goed op de momenten dat je ze eigenlijk al verwachtte.

Regelmatig wordt er gebruik gemaakt van humor, zodat de er een mooie samenhang tussen humor, spanning en ontroering ontstaat. Hierdoor ontstaat er eigenlijk nergens in de film een dood moment.

Angstig

Niet alleen voor de doorgewinterde Stephen Kingfanaat, maar zeker ook voor liefhebbers van een spannend avondje film, is er in Dreamcatcher een heleboel te genieten. Het is een goed uitgebalanceerde film, die van het begin tot het eind onderhoudt, beangstigt en vermaakt.

Boeken / Fictie

Papieren vliegtuigen, wereldrecords om na te bouwen

recensie: Papieren vliegtuigen, wereldrecords om na te bouwen

.

~

Vliegtuigjes vouwen doe je met oud papier. Met tentamens die je verknald hebt, met een oude krant of met aantekeningen van je vervelende broertje. Maar vliegtuigjes vouwen is geen serieuze bezigheid voor de normale mens.

Ken Blackburn is duidelijk geen normaal mens. Hij heeft het wereldrecord ‘langst durende vlucht van een papieren vliegtuig’ op zijn naam staan. Op 17 februari 1994 vloog hij een recordvlucht van maar liefst 18,80 seconden!

~

Daarvoor was hij vier weken in training geweest. Zijn werparm oefende hij onder meer met gewichtheffen, en hij produceerde meer dan dertig testmodellen voordat hij het juiste vliegtuig gevonden had. Zijn vrouw klokte de tijden.

Zijn knutselboek bevat het model waarmee hij het wereldrecord gevestigd heeft. Een simpel, onooglijk vliegtuigje, dat je in minder dan geen tijd in elkaar vouwt. Voor een ingewikkelder model als de Pterodactyl kun je met schaar en plakband aan de slag, en voor de dubbeldekker de Camel, het mooiste vliegtuigje, moet je zelfs paperclips gebruiken. Elk vliegtuigje kan vliegen, en Blackburn beschrijft ook hoe je kunt stunten met je papieren bouwsels.

~

Blackburn geeft vooraf een kort en helder college over draag- en stuwkracht en aerodynamica. Dan is het tijd om zelf te gaan vouwen. Op mooi, voorgedrukt tijdschriftenpapier, dat een beetje lastig uit het boek te scheuren is, staan de vouwen aangegeven en wie het niet snapt, kan de uitleg erbij nemen. Ook het bekendste vliegtuigje, de scherpgepunte Dart, staat erbij. Op het voorgedrukte papier staan tabellen van de Dow Jones Index en ander Wall Street nieuws.

Dit boek is cool. Je kunt zestien vliegtuigjes bouwen, die natuurlijk niet allemaal even spectaculair zijn, maar wel elk hun charmes hebben. Blackburn geeft tips: als je vliegtuig eerst snel klimt, dan afremt en vervolgens duikt, moet je de hoogteroerkleppen iets omlaag buigen. Of je vliegtuig wat minder snel gooien.
Papieren vliegtuigen is een boek voor zowel de freak als voor het knutselende neefje. Wat is er nu leuker dan op een zonnige middag, terwijl je eigenlijk tentamens moet leren, vliegtuigjes te vouwen en ze uit het raam nastaren tot ze verderop in de straat eindelijk neerkomen? Het wereldrecord van 18.80 zal niet lang meer staan.

Film / Films

Fudoh: The New Generation

recensie: Fudoh: The New Generation

.

Er is niets mooiers in het leven dan wraak nemen. Onze fantasie slaat op hol wanneer we de verschillende mogelijkheden bij langs gaan om die hufter eens flink te grazen nemen. Films waarin de held wraak neemt zijn derhalve vaak zeer leuk om naar te kijken. Maar wat waren je eigen ideeën toch kinderachtig als je die gaat vergelijken met wat er in Fudoh gebeurt.

Op zevenjarige leeftijd is Riki Fudoh getuige van de moord op zijn broer. De moordenaar is zijn eigen vader die op deze manier zijn eigen leven probeert te redden. Riki vindt dit natuurlijk niet tof. Tien jaren later is Riki een populaire jongen die van vele markten thuis blijkt te zijn. Hij werkt aan het opbouwen van zijn eigen misdaadimperium, welke succesvoller zal zijn dan welke Yakuza-clan dan ook, incluis zijn vader. Om aan de macht te komen zal er heel wat fout volk een kopje kleiner gemaakt moeten worden.
En voilà, hier hebben we de rode lijn van het verhaal te pakken. Maar Riki is geen loser, hij heeft zo zijn eigen ideeën. Hij heeft geen tweederangs mannetjes in dienst, maar medestudenten en kleine kinderen van een jaar of zeven! Een voor een worden de verschillende Yakuzamannen om zeep geholpen.

Wie bekend is met het werk van Miike Takashi weet dat dit niet op een conventionele manier zal gebeuren. Hectoliters bloed, schoolmeisjes met Uzi’s, creatief gebruik van chemische middelen, zwaarden, messen in mobiele telefoons en, geloof het of niet: vaginaal dartpijlen schieten! Miike Takashi gooit alle registers open om de vele facetten van wraaklustig moorden aan ons te laten zien.

Al deze sterfgevallen zijn een lust voor het oog. Dat komt niet in de laatste plaats door de prachtige cinematografie. Alles ziet er ontzettend gelikt uit, zelf zo erg dat je Riki zelf wel een handje wilt meehelpen in zijn strijd tegen het kwaad. Zelden ben ik zo blij geworden van zoveel geweld. De hele film druipt er van over. Gooien we hier bovenop nog eens een moordend doch beheerst tempo en we hebben een van de vetste geweldfilms ooit!

Fudoh: The New Generation komt uit 1996, maar is nu pas op video in Nederland uitgebracht. De reden hiervoor is de uitgestelde release van Audition. Audition zal onder andere eerst nog in Engeland in de bioscoop te zien zijn. Waar de mensen gillend Audition verlieten, kan men nu gillend van het lachen naar Fudoh gaan kijken.

Film / Films

Intimacy

recensie: Intimacy

Zelden heeft een film bij het sneakpubliek zoveel teweeg gebracht als Intimacy. Een recensent liet zich verleiden tot de uitspraak “Het pictogrammetje met blote voetjes zal bij deze film waarschuwen voor de expliciete seksscènes, die bij een sneak preview in Groningen onlangs een groot deel van de bezoekers de stuipen op het lijf joeg: driekwart van de zaal liep weg.” Is dat de echte reden? Uw recensent was bij de bewuste sneak aanwezig en zal nu voor eens en altijd de waarheid laten overwinnen.

~

23 jaar oud was ik, een onschuldig boertje uit het naïeve achtergebleven Groningen. Op een mooie avond ging ik met mijn teerbeminde geliefde naar de bioscoop voor wat onschuldig vermaak. Tot onze grote schrik kregen we echter een Frans-Engels pornowerkje met stijve penissen, penetratie en harige kutten! Zo kon God het toch niet bedoeld hebben? Bevend van angst renden wij voortijdig de bioscoop uit. Bah wat een viezigheid, daar kunnen onze nuchtere Groningse maagjes toch echt niet tegen hoor! Gelukkig draaide die avond nog een mooie commerciële film, die veel meer aan ons besteed was.

Condooms en penissen

Ongeveer dat beeld probeerden de kranten en recensenten te schilderen van de Groningse studenten die tijdens de sneak preview massaal de zaal verlieten. Ik heb de film geheel uitgekeken, maar aan het einde van de rit zat er inderdaad nog maar een derde van het oorspronkelijke publiek. Inderdaad waren er enkele behoorlijke expliciete seksscènes te zien in Intimacy. Condooms die om stijve penissen werden gerold en dergelijke. Aanvankelijk werd dit allemaal nogal giebelend ontvangen, maar na de derde keer stevig neuken begon het allemaal dood te slaan. Het gegeeuw was tijdens de film dan ook niet van de lucht.

Neuken? Oke!

~

De film verhaalt over een man die elke woensdag een onbekende vrouw ontmoet voor een stevig robbertje buitenechtelijke seks. Zoals wel vaker bij producties waar Fransen de hand in hebben krijgt de man last van nieuwsgierige gevoelens en is het anonieme niet genoeg meer voor hem. Om meer over de vrouw te weten te komen gaat hij haar volgen. Recensenten vielen over elkaar heen om de “echte” emoties van deze film te roemen. Het was allemaal zo geweldig rauw en echt, bla bla bla bla. Grappig genoeg zat het publiek er kennelijk niet op te wachten. Niet vanwege de seks, maar vanwege het suffe, saaie en in de Franse cinema allang uitgemolken verhaaltje stroomde het publiek massaal de zaal uit.

Uitvlucht

Al met al kan ik Intimacy dus niet echt aanraden. Het verhaal loopt gewoon te stereotype, en is gewoon niet onderhoudend. De acteerprestaties zijn dik in orde, maar niet genoeg om voor het verder saaie schouwspel te compenseren. De seks is niet bepaald opwindend of zinnenprikkelend. In het begin nog wel functioneel, maar halverwege lijkt het erop dat de regisseur de seks gebruikt als uitvlucht. Vindt het grote publiek de film niks, dan kan hij de expliciete seks aanvoeren als reden. En zo geschiedde. Dus nog eenmaal voor de duidelijkheid: het Groningse publiek ging gewoon weg omdat het hier een absolute flutfilm betrof. Op video zal het niet veel beter zijn.

8WEEKLY

Gaming Legends: Atari VCS 2600

Artikel:

~

Het was November 1985. Sinds een jaar of 2 was ik de trotse bezitter van een Commodore VIC20 home computer. Hierop leerde ik basic programmeren, en speelde ik af en toe een potje schaak. Echt leuke spelletjes had je echter niet op de VIC20, en bovendien was het apparaat voor mijn kleine zusjes totaal onhandelbaar. Met het gejank van de kleine spruitjes als argument haalde ik mijn stiefvader over om mee te betalen aan een spel computer.

Daar was hij dan…

En toen stond hij daar. Het platte zwarte kastje met de vier schuifknoppen. Voor 200 piek had ik een heuse Atari spelcomputer met 3 spelletjes. De games in kwestie: Nicky Wanders, Boom Bang en Sea Quest. Met name aan die laatste titel heb ik enkele dierbare herinneringen overgehouden. In Sea Quest moest je een duikbootje besturen en duikers redden. Tijdens dat werk werd je lastig gevallen door haaien en andere duikbootjes. Verder moest je op tijd aan de oppervlakte zijn om zuurstof te tanken. Na een maand had ik het spel zo onder de knie dat ik het een half uur kon volhouden zonder dood te gaan. Hierdoor wilde gek genoeg niemand tegen mij spelen…

De pionier

~

De Atari VCS2600 was eind jaren 70, begin jaren 80 helemaal state of the art. Hoewel het apparaatje misschien niet zo geavanceerd was als de concurrentie had het twee grote voordelen. Atari was er als eerste en kon daardoor een onontgonnen markt veroveren, en het bedrijf had de betere licenties in huis. Games als Pac Man, Space Invaders, Missle Command, Pole Position, Centipide en Donkey Kong waren in de speelhallen razend populair geworden, en thuis bijna alleen op de Atari te spelen. Andere firma’s probeerden het wel met goedkope ripp-offs, maar wisten nooit echt voet aan wal te krijgen. De meest memorabele ripp-off is toch wel Happelaar, een Pac Mankloon voor de Philips VideoPack Enkele roemruchte concurrenten uit die tijd waren Coleco Vision en Intelvision.

Game over

Halverwege de jaren 80 ging het echter mis met de VCS 2600. De nieuwe generatie stond al aan de poort te rammelen, met name de Sega Master System en de Nintendo NES. De grafische kwaliteit van deze twee consoles waren dermate beter dat het tijdperk van Atari definitief voorbij leek. Men probeerde het nog wel met nieuwe modellen, maar Atari had de slag verloren, en moest de console markt aan Sega en Nintendo laten. Het zou tot begin jaren 90 duren voor Atari weer met spelcomputers kwam. Dit was echter geen succes. De Atari Lynx en Jaguar flopten jammerlijk, deels omdat ze verkeerd getimed op de markt kwamen, maar ook omdat bekende game titels uitbleven.

Goud van oud

~

De VCS 2600 echter nog steeds niet helemaal dood te krijgen. Atari bracht zelf enkele oldies collecties uit, waadoor je de oude spelletjes op de PC kon spelen. Op internet staan diverse sites waar je oude spelletjes kan downloaden en via een emulator kan spelen. Zelf mag ik nog altijd graag een potje Missle Command spelen, en ook Tempest behoort nog steeds tot mijn favorieten. De hedendaagse aantrekkingskracht van dergelijke oude spelletjes laat zich makkelijk verklaren. Het antwoord zit hem in de eenvoud van de games. De gameplay is snel te begrijpen, en werkt erg verslavend. Terwijl je tegenwoordig soms dagen aan het pielen bent voor je de besturing van een spel onder de knie hebt, kan iedereen in een paar uur spelen een heel eind komen met Pac Man.

De Beste 10 van de Atari VCS 2600:

1 Ms. Pac Man
2 Sea Quest
3 Donkey Kong
4 River Raid
5 Space Invaders
6 Missle Command
7 Tempest
8 Grand Prix
9 Frogger
10 Superman

Links:

www.atari.com: Waar is Atari tegenwoordig mee bezig?
http://members.aol.com/bsedlmair/atari.php: Een duits Atarimuseum
www.atari.org: Veel informatie en links over Atari
http://www.atariage.com: Alles, van screenshots tot emulatie. De pagina voor de Atari fan.

8WEEKLY

Echte Vikingen bestaan nog!

Artikel:

Dacht je dat Vikingen tot een ver verleden behoren, dan heb je het mis. Ik ging op stap met vikingvereniging Byfrost. Byfrost ging een weekend naar de Schothorst in Amersfoort om daar samen met vikingvereniging Feniks te gaan knutselen, en ik mocht mee. Een verslag.

~

De Schothorst is een boerderij uit de ijzertijd die is omgetoverd tot Viking-oord. Uitsluitend de dingen die de vroegere Vikingen tot hun beschikking hadden, waren in de boerderij aanwezig – bijna niks dus (en al helemaal geen centrale verwarming). In het midden van de ruimte werd een vuur gemaakt (waar we later ook op hebben gekookt), en langzaam werd het iets warmer. Verder stonden er een soort banken langs de zijkanten van de boerderij met gevulde koeienvellen erop. Dit bleken vikingbedden te zijn.

Nepvikingen

“Nieuwerwetse zaken” als slaapzakken en pakken frisdrank werden niet gewaardeerd. Wie het al gewaagd had ze mee te nemen moest ze onmiddellijk verbergen, want de Schothorst laat ook publiek toe. En dat publiek wil natuurlijk geen nepvikingen zien. Een minpuntje van de Schothorst was volgens de meeste Byfrosters toch wel dat vlak voor de boerderij auto’s geparkeerd stonden, en er toch wel erg veel sporen te zien waren van onze moderne tijd.

Geëmancipeerd

~

We hesen ons in onze vikingkleding, die gelukkig lekker warm bleek te zijn. Mijn geleende vikingoutfit was iets te groot en de legerkistjes die ik eronder droeg, werden nog maar net getolereerd. Nadat iedereen aangekleed was gingen we aan het werk. Een aantal vrouwelijke Vikingen bekwaamde zich in het maken van kleding, terwijl de mannelijke Vikingen (en één vrouw; ja sommige Vikingen waren best geëmancipeerd) hun vechtkunsten lieten zien en wapens maakten. Verder werden er ook pannekoeken gebakken: een traditioneel vikingrecept met karnemelk, erg lekker!

Verhalen vertellen

Nadat de pannekoeken verorberd waren, begonnen de vrouwen gelijk met het koken van het vikingdiner. En dit was ook wel nodig, want eten voor veel mensen koken boven een kampvuur duurt ontzettend lang! Tijdens het eten van de vis en de graansoep met honing en groenten begon één van de oudere Vikingen met het vertellen van een verhaal in de traditie van de Edda. Daarna werden volgens de traditie verhalen verteld waarbij iedereen een stukje van het verhaal voor zijn rekening nam. Dit gaf soms erg leuke effecten en af en toe wat ergernis als een verhaal een totaal andere kant opging dan de oorspronkelijke bedoeling was van de Viking die het verhaal opstartte. Tja, Vikingen zijn ook maar mensen!

Grolsch in plaats van mede

~

Uit praktische overwegingen lieten de Vikingen in de loop van de avond hun striktheid wat varen. Een krat Grolsch en wijn van de Albert Heijn in plaats van mede (honingwijn die in de vikingtijd werd gedronken) behoorden ineens tot de mogelijkheden. Na een koude nacht – het vuur was uit en de boerderij bleek erg tochtige kieren te hebben – en een ochtend van knutselen werd de boerderij opgeruimd, en vertrokken we stinkend naar de rook van ons kampvuur weer naar Groningen.

Info

Al met al was het erg leuk om eens mee te maken. Ik kan iedereen een uitstapje met de Vikingen aanraden. Ben je nieuwsgierig geworden? Neem eens een kijkje op de website van Byfrost.

8WEEKLY

Star Wars Jedi Knight II: Jedi Outcast

Artikel: Star Wars Jedi Knight II: Jedi Outcast

Star Wars-games blinken de laatste tijd over het algemeen uit in middelmatigheid. Gamers worden keer op keer teleurgesteld, omdat ze spellen willen die de geweldige films evenaren. LucasArts heeft Raven Software onder de arm genomen en probeert het opnieuw met de first-person-shooter Jedi Knight II: Jedi Outcast.

~

Het verhaal

Kyle Katarn was ooit een Jedi tot hij besloot zijn lightsaber (lichtzwaard) in de kast te leggen en een “gewone” huurling van de rebellen te worden. Het verhaal speelt kort na de films en Kyle en z’n vrouwelijke collega Jan Ors worden eropuit gestuurd om een planeet te checken waar nog wat tegenstand zou kunnen zitten. In eerste instantie lijkt het een vrij standaard opdracht, tot het blijkt dat de basis vergeven is van de Imperial Stormtroopers.

De gameplay

Je begint het spel als fps, echter zodra Kyle z’n lightsaber later in de game weer tevoorschijn haalt, verspringt het spel automatisch naar een third person-aangezicht. Dit komt de gameplay absoluut ten goede. Deze lightsaber is echt verreweg het handigste en leukste wapen waar je over beschikt. Je kan er perfect mee aanvallen, je kan er mee slaan en gooien, je zwaard komt dan als een boemerang terug in je hand. (Leuke tip: op internet kan je een mod downloaden, zodat je ook lichaamsdelen van je vijanden kan afhakken.) Maar ook voor de verdediging is dit het perfecte wapen: sta stil met een saber in je hand en Kyle weert praktisch alle kogels af die op hem afkomen. Naarmate de game vordert leert Kyle de jedi powers weer die hij lange tijd verdrukt heeft. Dit brengt een variërende gameplay met zich mee. Zo kun je een hele meute vijanden in een keer omver duwen met force push.
JK2 is geen standaard shooter, er zal veel in gepuzzeld moeten worden, schakelaars overhalen, codes invoeren etc. Het kan gebeuren dat je iedereen al hebt afgeslacht tijdens een missie, maar dat je dan nog op zoek bent naar die ene schakelaar. Een map was hier een goed idee geweest, aangezien de levels vaak gigantisch zijn.

Graphics

~

Heel veel games worden tegenwoordig gemaakt op de Quake III Arena engine, denk bijvoorbeeld aan Medal of Honor. Raven heeft deze engine aangepast voor JK2 en het spel is werkelijk prachtig geworden. De graphics zijn prachtig, vooral de lichteffecten zijn erg mooi wanneer je in een saber-duel bent met een Dark Jedi. Je tegenstanders vallen enorm realistisch neer en het is een waar genoegen als je een Stormtrooper vanaf een platform neerschiet en hij al schreeuwend naar beneden valt. Het hele spel ademt de Star Wars-sfeer uit, onder andere doordat sommige settings rechtstreeks zijn overgenomen uit de films en daar zullen de fans ongetwijfeld erg blij mee zijn.

Multiplayer

JK2 beschikt over een geniale multiplayer: je kunt elkaar naar hartelust aan gort knallen met geweren, aan stukken slicen met lightsabers, of electrocuteren met force powers. De mogelijkheid bestaat om elkaar tijdens het spel uit te dagen voor een duel, waarin je enkel beschikt over je lightsaber en beperkte force powers.

Conclusie

Jedi Knight II: Jedi Outcast is een must-have voor alle Star Wars-fans, maar ook voor iedereen die houdt van first-person-shooters.

Systeemeisen

OS: Win 95 OSR2/98/ME/2000/XP
PC: PII/ Athlon -350Mhz
RAM: 64 MB, voor Win 2000 en XP: 128MB
Video: OpenGl compatible 3D kaart, DirectX 8.0a

8WEEKLY

Streetfighter II Turbo revival

Artikel: Streetfighter II Turbo revival

De gameboy Advance is altijd leuk om wat oude herinneringen op te halen. Streetfighter II is een goed voorbeeld. Het waren de gloriedagen van Sega en Nintendo. Tussen deze twee bedrijven vond een keiharde concurrentiestrijd plaats. Een tussenweg bestond niet: je vond gewoon het ene leuk en het andere niet. Het was Ajax vs Feyenoord, Coca Cola vs Pepsi, Sega vs Nintendo en Streetfighter vs Mortal Kombat.

~

In die tijd was ik de gelukkige bezitter van een Mega Drive. Mijn favoriete spel was Mortal Kombat II, en top op heden zal ik altijd verdedigen dat MKII de ultieme one to one Beat ‘m up is. Op de Super Nintendo van een dorpsgenootje speelde ik veel Streetfighter II turbo. Een spel dat ik in eerste instantie altijd afdeed als een stom Button Bash spel. Tactiek leek niet altijd belangrijk, want ik heb het spel meerdere keren weten uit te spelen met wat rammen op de gamepad.

Pak slaag

Al snel ontdekte ik echter dat Streetfighter II meer diepte had dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Door me toe te leggen op twee karakters wist ik meer tactiek en moves uit de gameplay te halen. Vooral tegen vrienden die ook wel een potje virtueel konden knokken is me dat zeer van pas gekomen. Om yogameester Dhalsim maar even te qouten: “Fighting is just like a game of chess, you got to think before you move!” Ware woorden, want een verkeerd getimede trap kon een enorm pak slaag betekenen.

Knopjes knopjes knopjes!!!

~

Op de Advance heb je ‘slechts’ de beschikking over vier knopjes. Dat betekent dat er veel aan de besturing is gesleuteld om alle moves (die normaal over zo’n zes tot acht knoppen waren verdeeld) er toch in te krijgen. Dit is gelukt zonder dat de gameplay daar onder te lijden heeft. Na even een paar potjes oefenen haal je zonder al te veel vingergymnastiek je oude vertrouwde special moves weer te voorschijn.

MSX Advance?

Qua beeld is Streetfighter imposant te noemen. Het is toch maar knap wat de programmeurs allemaal uit zo’n spelcomputertje weten te toveren. De meeste achtergronden zijn prima bewaard gebleven, enkele anderen zijn een tikje aangepast om ze op de Advance goed tot hun recht te laten komen. Het geluid is echter wat minder, met name het muzikale gedeelte. Soms dacht ik even dat ik op een MSX of een Commodore 64 aan het spelen was, zo blikkerig.

Conclusie:

Al met al is Streetfighter II een mooie aanschaf voor je Advance. Het is een spel dat zijn geld dubbel en dwars waard is, omdat het met zoveel moeilijkheidsgraden, karakters en de multiplay-optie garant staat voor een lange speelduur. Was je nog niet bekend met het Streetfighter-fenomeen, dan is dit een mooie gelegenheid om daar wat aan te doen. Ben je wel een kenner, dan is dit een kans op enkele nostalgische momenten. Absolute aanrader!