8WEEKLY

Robin Hood

Artikel: Robin Hood

Robin Hood trekt ook in 2003 wederom zijn maillot aan om ten strijde te trekken tegen de Sheriff van Nothingham en zijn kwade kornuiten. Samen met Kleine Jan, Will Scarlett, Maid Marian en Broedertje Tuck zal hij diverse missies en lastige puzzels tegen komen voor hij het spel uiteindelijk tot een goed einde weet te brengen…

~

Toen ik de achterkant van het hoesje bekeek dacht ik nog met een soort van RPG van doen te hebben. Verschillende karakters met verschillende vaardigheden die allerlei missies moeten oplossen. Sinds Morrowind ben ik wel in voor dit type spelen, dus vol goede moed begon ik aan mijn werk: spelervaring op doen om uiteindelijk een recensie te schrijven. Het is een zware baan, maar het moet nou eenmaal gebeuren..;-)

RTS

Mijn RPG-droom spat al snel als een zeepbelletje uiteen. Het blijkt hier om een zogenaamd RTS spel te gaan, zoiets als Command & Conquer. Voor diegene die niet weet wat dat inhoudt: je klikt op een mannetje, en vervolgens klik je op je beeldscherm waar dit mannetje heen moet lopen, of welke handeling hij moet verrichten. Niet getreurd speelde ik stug verder, want het spel zag er op zich wel oké uit, en het had de juiste middeleeuwse sfeer te pakken.

Overzicht

~

Voor een RTS is het van levensbelang dat alle karakters goed reageren op je commando’s en de actie overzichtelijk blijft. Dit valt in Robin Hood wat tegen. Met name in flinke gevechten lijkt al je geklik er weinig toe te doen. De interface is op zich vrij simpel qua opzet, maar werkt gewoon niet lekker. Wel leuk is dat je tijdens je hoofdmissies ook kleine missies kan uitvoeren die je weer verder helpen in je hoofdmissie. Toch een soort RPG element dus.

Conclusie

Robin Hood is een vrij middelmatig spel, en dat is jammer, want qua opzet heeft het spel veel potentieel. Het ziet er prima uit, en de makers hebben opzich in presentatie de juiste touch te pakken. Ben je een behoorlijke RTS-fan en maal je niet om een wat roestige gameplay, dan is dit spel het overwegen waard. Ik was het na een uurtje of twee eigenlijk wel zat.

Film / Achtergrond
special:

New York en menselijk verval: Martin Scorsese

Iedere kunstenaar droomt op een gegeven moment van zijn magnum opus. Harry Mulisch schreef zijn De ontdekking van de hemel, de Beatles maakten hun Sgt Pepper, Mozart schreef zijn Requiem en Martin Scorsese maakte na vele jaren eindelijk zijn Gangs of New York. Het werd een bevalling van zo’n 25 jaar, en de meningen over zijn troetelkind zijn zeer verdeeld. Velen noemen Gangs niet het beste van Scorsese’s lange en imposante loopbaan.

~

Het had weinig gescheeld, of die imposante loopbaan was aan de wereld voorbij gegaan. In dat geval hadden enkele kerkgangers in New York een mis kunnen volgen bij priester Scorsese. Misschien greep God zelf in, want Scorsese besloot uiteindelijk toch zijn passie voor film te volgen. De jonge Martin ging naar New York University om daar filmwetenschappen te studeren, en voltooide zijn opleiding in 1964. Later zou hij als gevierd regisseur enkele colleges geven op NYU. Tot zijn studenten behoorden onder andere Oliver Stone en Spike Lee.

Doorbraak

~

Scorsese’s grote doorbraak kwam met het keiharde Mean Streets in 1973. In deze keiharde film doken twee jonge acteurs op die net als Scorsese een grootse carrière voor de boeg hadden: Robert DeNiro en Harvey Keitel. Met name DeNiro is een acteur die vaak in één adem met Scorsese genoemd kan worden, hij speelde tenslotte in meerdere van zijn grootste films. Scorsese haalde nog meer succes met het imponerende Alice Doesn’t Live Here Anymore (1974). Actrice Ellen Burstyn ontvangt voor deze film een oscar. De naam van Martin Scorsese is nu definitief gevestigd.

‘You talking to me?’

In 1976 maakt Scorsese zijn definitieve klassieker: Taxi Driver. Robert deNiro speelt hierin Vietnamveteraan en taxichauffeur Travis Bickle, die langzaam afglijdt in een wereld vol paranoia en geweld. De film herbergt eigenlijk alle elementen van Scorsese’s films: paranoia, New York, eenzaamheid, geweld en aftakeling. En dit alles dan op prachtige wijze in beeld gebracht. Taxi Driver is absoluut zeer gewelddadig, maar ook een onverbiddelijk meesterwerk dat door geen filmliefhebber gemist mag worden. Scorsese zou later met Bringing Out the Dead (1999) een herhalingsoefening doen, maar die film mislukte jammerlijk.

Fascinatie

~

Scorsese’s voorliefde voor New York is een overduidelijk terugkerend element. Zijn fascinatie voor misdaad, de menselijke geest en geweld worden telkens stilistisch prachtig in beeld gebracht. Ook religieuze symbolen schuwt Scorsese niet.
Vele regisseurs over de hele wereld probeerden zijn stijl over te nemen. Het gevoel voor slow motion, geweld en religie zien we bijvoorbeeld vaak terug bij John Woo, die niet voor niks zijn The Killer aan Scorsese opdroeg.

Raging Bull

De succesfilms van Scorsese blijven elkaar ondertussen in rustig tempo opvolgen. Na New York, New York (1977) weet Scorsese wederom het uiterste te halen uit deNiro in Raging Bull (1980). In deze biopic over de bokser Jake La Motta zien we zowel Scorsese als deNiro op hun best. Het is imponerend om te zien hoeveel tijd en training deNiro in deze film stak om er als bokser ‘echt’ uit te zien. DeNiro trainde zo gedreven dat zijn trainers er tot op vandaag nog van overtuigd zijn dat hij een groots bokser had kunnen worden. Wederom zien we in deze film de bekende Scorsese elementen: New York, geweld en geestelijk verval.

~

De jaren ’80 brengen enkele goede films, maar toch word het wat rustiger rond Scorsese. In 1983 maakt hij, wederom met deNiro The King of Comedy. Zowel Scorsese als DeNiro besluiten voorlopig hierna eigen wegen in te slaan. Die zouden weer bijeenkomen aan het begin van de jaren ’90. De meeste oproer rond Scorsese ontstaat rond zijn film The Last Temptation of Christ waarin Christus van zijn menselijke kant wordt belicht. Verder regisseert hij de videoclip Bad van Michael Jackson.

DeNiro

Met de jaren ’90 komen ook DeNiro en Scorsese weer samen, en dat levert prompt weer twee echte klassiekers op. Goodfellas is een echte Scorsese film: New York, mafia en flink wat geweld. Sommige scènes moesten anders, omdat enkele mensen tijdens testscreenings moesten overgeven. Robert DeNiro laat vervolgens in Cape Fear zien hoe ver hij wil gaan als acteur. Om als de psychopaat Max Cady geloofwaardig over te komen laat hij zelfs zijn gebit ombouwen bij een tandarts. De rotte tanden en imponerende tatoo’s laten op het publiek een onuitwisbare indruk achter.

Vervolgens lijkt de rek er een beetje uit bij Scorsese. Casino en Kundun zijn aardige films, maar halen het hoge niveau van zijn repertoire bij lange na niet. Met het slecht ontvangen Bringing Out the Dead vervalt Scorsese als gezegd in herhaling. Critici en fans beginnen zich angstig af te vragen of het gedaan is met de oude meester. Niks blijkt minder waar. Scorsese is namelijk eindelijk begonnen met het maken van zijn droom project: Gangs of New York.

IJskast

~

Nadat hij al in de jaren ’70 het gelijknamige boek had gelezen stond het vast: Gangs of New York moest zijn meesterwerk worden. Scorsese had het tij niet mee: spektakelfilms kosten de studio’s een hoop geld en leverden niet genoeg op. Na talloze keren van toezeggingen en de daaropvolgende afwijzingen ging het project definitief de ijskast in. Daar kwam het in de jaren ’90 weer uit. Robert DeNiro zou aanvankelijk de rol van Bill ’the Butcher’ spelen, een rol die hem op het lijf geschreven is. Maar DeNiro besloot na al die jaren dat hij nu toch echt te oud was, en maakte plaats voor iemand anders.

Bill the Butcher

Die iemand anders bleek een schot in de roos. Scorsese wist namelijk Daniel Day-Lewis uit zijn zelfgekozen kluizenaarsschap te krijgen, en te inspireren tot een grootse acteerprestatie. Bill the Butcher is een klassiek karakter uit de wereld van Scorsese: een gewelddadige en paranoïde loner die in een wereld vol geweld het hoofd boven water probeert te houden. Daniel Day-

~

Lewis ging zodanig in zijn rol op dat hij gedurende de draaiperiode constant in zijn karakter zat, en ook als Bill wilde worden aangesproken. Zijn acteren doet sterk denken aan DeNiro, en misschien heeft Scorsese hiermee een waardige opvolger voor DeNiro gevonden. Hopelijk eindigt hun samenwerking niet hier.

Weg?

In schril contrast met Daniel Day-Lewis is de rest van de film. Stilistisch mooi, bombastisch, maar inhoudelijk nogal leeg. De overige cast (waaronder DiCaprio en Cameron Diaz) wordt volledig weggespeeld en gedegradeerd tot visuele aankleding. Of ‘Gangs of New York’ een meesterwerk en klassieker zal zijn, dat gaat de tijd ons leren. Zeker is dat Martin Scorsese weer helemaal terug is. Is hij eigenlijk ooit echt weggeweest?

Film / Films

Gangs of New York

recensie: Gangs of New York

In 1977 kreeg Martin Scorsese een idee voor een historisch epos, waarin een groep op Amerikaanse bodem geboren criminelen, de zogenaamde Natives, het opnemen tegen Ierse immigranten, die hun fortuin in Amerika willen vinden. Maar de productiemaatschappij was indertijd niet zo blij met Scorsese’s kindje, omdat het een duur project zou worden. Nadat het script 20 jaar in de ijskast had gelegen, werden de dialogen opgekrikt, de geweldscenes aangepast, en na tweeëneenhalf jaar was Gangs of New York een feit.

~

The Five Points

De Natives willen de immigrerende Ieren een lesje leren, en tegelijkertijd de controle krijgen over The Five Points, een wijk van chaos en criminaliteit in het New York van 1846. Deze vete wordt op het centrale punt van The Five Points beslist. Amsterdam Vallon (Leonardo DiCaprio) ziet hoe zijn vader (Liam Neeson), de leider van de Ierse bende de Dead Rabbits, wordt afgeslacht door William Cutting, aanvoerder van de Natives, bijgenaamd Bill “the Butcher” (Daniel Day Lewis).
Vijftien jaar later is Amsterdam volwassen en zint hij op wraak. Maar na zich anoniem bij de bende van Bill aangesloten te hebben, en steeds dichter bij Bill in de buurt komt tot Bill hem als zijn zoon begint te zien, begint hij te twijfelen aan zijn doel. Ondertussen wordt hij verliefd op de mooie Jenny (Cameron Diaz), zakkenrolster van beroep, en protégé van Bill. Al deze verwikkelingen spelen zich af in een tijd dat mannen opgeroepen worden voor dienst…waar niemand uit de Five Points ook maar iets van moet hebben.

Hollywood

~

Gangs is een echte Hollywood-productie, zoals we gewend zijn voorgeschoteld te krijgen: een paar bekende acteurs, een op wraak zinnende mooie jongen, ruwe en toch mooi gefilmde afslachtingen, een lineair en verantwoord opgebouwd verhaal, een verplicht liefdesnummer, de hele mikmak zit erin. Dit kan bij veel mensen van te voren al weerstand opwekken. Of niet, natuurlijk…voor degenen die zwijmelend in de bioscoopstoel zitten bij het zien van DiCaprio en Diaz.

Geweld

Scorsese, die we kennen als regisseur van Taxi Driver (1976), Raging Bull (1980) en GoodFellas (1990), heeft een voorliefde voor gewelddadige scenes. Geen gepolijste gevechten, zoals in The Matrix, waar Keanu Reeves nog niet eens een haartje op de verkeerde plek heeft zitten tijdens de hele film. Nee, Scorsese houdt van letterlijke gevechten, zoals we ze kennen uit Pulp Fiction en Fight Club. Deze voorliefde laat hij zien in Gangs. En de scenes zijn prachtig gefilmd. Jammer alleen, dat het dodental gewoonweg niet bij te houden is, en dat de hoeveelheid van de scenes niet veel toevoegt aan het verhaal. En of het neersteken van iemand nou echt je hele gezicht moet roodkleuren, daar heb ik zo mijn twijfels over.

Acteren

~

Naast de geweldig gefilmde vechtscenes, kunnen ook de acteurs rustig achterover leunen. Ze hebben hun best gedaan, en dat is te zien. Daniel Day Lewis wist wat hij deed, toen hij de rol van de psychopatische Bill “the Butcher” accepteerde. Al lijkt zijn acteerprestatie in het begin wat twijfelachtig, naarmate de film vordert, groeit Lewis in zijn rol, speelt hij de sterren van de hemel, en steekt hij met kop en schouders boven de rest uit.
Zoals we in Basketball Diaries (1995) hebben kunnen zien, kan Leo een aardige acteerprestatie neerzetten. DiCaprio laat zich ook hier van een goede kant zien, en bewijst dat hij zeker acteertalent heeft. De rol van Jenny zit Diaz als gegoten, lijkt het. Ze speelt haar rol als verleidster aan de ene kant en onschuldig meisje aan de andere kant als geen ander. Natuurlijk kan ik gaan zeuren over het feit dat zowel DiCaprio als Diaz moeite hebben om hun Ierse accenten vast te houden – DiCaprio’s voice over spreekt zelfs af en toe met een Southern accent -, maar een kniesoor die daarop let.

Stempel

Je zou Gangs kunnen omschrijven als een goede Hollywoodfilm, maar dat zou te weinig eer doen aan de inzet van Scorsese, die zijn stempel zeker gedrukt heeft op deze film. Al is de film vaak wat warrig, door de vele verhaallijnen die door elkaar lopen (vier stuks in totaal), de prestaties, die door zowel de acteurs als de crew zijn neergezet, zijn zeker de moeite van het kijken waard, al is het alleen maar om de heerlijk “echte” gevechtscenes en de redelijk verhitte seks-partij van DiCaprio en Diaz.

Muziek / Album

Kwijlende speakers

recensie: Soundsurfer - Allow Me

~

Sommige nieuwe bands komen nergens aan de bak, hoe goed ze hun best ook doen, andere bands worden totaal gehyped, terwijl hun muziek weinig tot niets voorstelt en bij weer andere bands blijkt dat kwaliteit altijd boven komt drijven. Hoewel het gemiddelde VPRO-adept het niet met mij eens zal zijn, is Spinvis van de middelste categorie een goed voorbeeld. Hoewel Spinvis live bijzonder enerverend schijnt te zijn, overtuigt het op plaat maar weinig. De laatste categorie is dan ook veel interessanter. En laat daar nou net de nu te recenseren band in vallen. Soundsurfer dus.

Goede demo

De demo van de band sloeg in verschillende media goed aan; bij de Fret schopte Soundsurfer het tot demo van de maand en het 3FM programma Buzz verkoos het plaatje zelfs tot demo van het jaar. Verder heeft Soundsurfer een Essent Award gewonnen en stond de band begin deze maand op het Noorderslagfestival in Groningen. Zeker geen slechte prestatie voor een band waarvan de debuutplaat nog maar een paar weken uit is.

Natte plekken

Het aardige aan Soundsurfer is dat de muziek volstrekt niet vernieuwend is. Alles wat de band doet is al eens gedaan. Beter zelfs dan zij het doen, maar ook slechter. En dat laatste is in dit geval het belangrijkst. Een goed voorbeeld van een liedje (eindelijk is er weer eens een plaat waarbij ik kan spreken over liedjes) dat sterk aan andere muziek doet herinneren is Put It Right. In alles doet dit denken aan een mooie, rustige Beach Boys-compositie. De samenzang zorgt voor natte plekken in je speakers, maar God! wat is het een heerlijk.

Boek en Beatle

~

Allow Me is met Put It Right en 12 vergelijkbare nummers een plaat die heerlijke wegluistert. Met een goed glas wijn en een lekker boek op de bank past Soundsurfer perfect tussen platen van bijvoorbeeld de Beatles, Beach Boys en Crosby Stills Nash & Young. En voor hen die niet van lezen houden, maar oude muziek wel op waarde weten te schatten, is Allow me een leuke plaat om de platencollectie weer eens overhoop te halen.

Excelsior?

Wat mij betreft is Soundsurfer met een succesvolle demo en een mooie plaat nu één van de meestbelovende nieuwe bands in Nederland. Allow Me klinkt alsof Soundsurfer rechtstreeks uit de Excelsior-stal komt, wat de band waarschijnlijk meer publiciteit zou opleveren dan momenteel het geval is. Daarom hoop ik dat Soundsurfer binnenkort een uitgebreide tour langs het Nederlandse clubcircuit gaat maken en daar de harten van Nederlandse publiek verovert. Het mijne hebben ze in ieder geval al te pakken.

Film / Films

Gevangenisclichés

recensie: Undisputed en Animal Factory

Gevangenisfilms blijven altijd maar gemaakt worden. Meestal pakt dat slecht uit, want de clichés die het gegeven van ruige mannen in isolatie met zich mee brengt, zijn nu eenmaal moeilijk te omzeilen. Doorgaans is het geweld, verraad, relletjes in de eetzaal, eenzame opsluiting, verkrachting, drugs en corrupte cipiers wat de klok slaat in dit dubieuze genre. In beide recente gevangenisfilms, die hier de bioscoop niet haalden en zojuist op video verschenen, vind je deze uitgeputte elementen dan ook terug, maar Walter Hill, de ongekroonde koning van ongeneneerd botte mannenfilms, brengt het er een stuk beter vanaf dan topacteur Steve Buscemi.

Undisputed

~

Undisputed biedt anderhalf uur prima, pretentieloos vermaak over twee boksende negers die elkaar te lijf gaan als ze in dezelfde gevangenis geplaatst worden. Het slaat natuurlijk nergens op, door de mafia gesponsorde bokswedstrijden binnen een zogenaamde maximum security gevangenis, maar dat mag de pret niet drukken.
Wesley Snipes, een videoacteur die af en toe een uitstekende rol speelt en soms een gigantisch Hollywood-succes heeft met films als Blade en het vervolg daarop, speelt de good guy: een bokser die opgesloten is omdat hij de vrijer van zijn echtgenote dood heeft gebeukt. Hij zit al tien jaar in de nor en is de undisputed kampioen van de bokswedstrijden die daar georganiseerd worden. Totdat Ving Rhames opduikt.

Ving Rhames speelt een nog ruigere kerel die wellicht ten onrechte voor een verkrachting achter slot en grendel is gezet. Rhames is een soort opgeblazen Mike Tyson, een bijzonder opgefokt figuur die naar hartelust relletjes veroorzaakt, vragen met klappen beantwoordt en Snipes natuurlijk meteen uitdaagt en een ram voor zijn hoofd verkoopt. Er wordt een duel tussen de twee georganiseerd door een bejaarde boksfanaat/maffioso, een vermakelijk vuilbekkende Peter Falk (inspecteur Columbo!).

~

Wie meer plot nodig heeft dan dit om te kunnen genieten van twee spierbundels die elkaar het leven zuur maken, en wie zich stoort aan onlogische verwikkelingen, kan deze film maar beter niet huren. Walter Hill produceerde vroeger veel betere films (Tresspass, The Warriors, Aliens), maar als er vandaag de dag een stevige bajesfilm gemaakt moet worden, dan kan dat maar beter door Hill gebeuren, want die weet wel hoe je een onderhoudende rechttoe-rechtaan spierballenfilm in elkaar draait.

Animal Factory

Steve Buscemi debuteerde als regisseur met de uitstekende komedie Trees Lounge. Zijn tweede film is een verfilming van het boek The Animal Factory van Edward Bunker, de ex-crimineel die Mr. Blue in Reservoir Dogs speelde. Buscemi´s regietalent wordt ditmaal nergens geëtaleerd in dit humorloze drama, niet in de manier waarop hij zijn verhaal vertelt, en al helemaal niet in de manier waarop de acteurs samen spelen.

~

Een met zijn kale schedel akelig ogende Willem Dafoe komt nog het beste uit de verf in een rol van harde maar meelijwekkende bajesveteraan die liefdesgevoelens koestert (“als het me om neuken ging, was dat al lang gebeurd”, sneert hij) voor nieuwkomer Edward Furlong. Hij acteert uitstekend, maar toch wekken zijn personage en het thema van de film, zijn relatie met Furlong, weinig sympathie, inlevingsvermogen of interesse op bij de kijker. Zodat het gehele verloop van het verhaal nogal aan de oppervlakte blijft en uiteindelijk nauwelijks indruk maakt.

Er gebeurt namelijk niet zoveel in deze film, behalve een brave uitvoering van genoemde gevangenisclichés: verkrachtingen of pogingen daartoe, een paar steekpartijen, onovertuigend bajes-slang (in welke tijd speelt de film eigenlijk?), eenzame opsluiting, manipulatie van personeel, vooringenomen rechters, enzovoorts. Kortom: niet slecht, maar we hebben het allemaal al eens eerder gezien.
De rolbezetting, naast de prima hoofdrollen van Dafoe en Furlong, is soms wel verrassend: een totaal onherkenbare Mickey Rourke duikt op als zachtmoedige drag queen, en Tom Arnold is even te zien als opgefokte verkrachter in spé. Buscemi heeft zichzelf een plichtmatig minirolletje toebedeeld. Het slot van de film is wel weer mooi, maar dan is het al te laat om de kijker bij het verhaal te betrekken. Zodat Buscemi niet meer aflevert dan een nauwelijks bovengemiddelde toevoeging aan een eindeloze reeks binnen een versleten genre.

8WEEKLY

F1 2002

Artikel: F1 2002

Jos Verstappen is weer terug in de Formule 1. Of het team dat hij hiervoor heeft uitgekozen nou direct een gelukkige keuze is, dat valt nog te bezien. Minardi rijdt eigenlijk al jaren mee in de achterste regionen van de koning der autosporten. De terugkeer van ‘ons Jos’ zal de Formule 1-koorts weer doen toenemen, dus wellicht dat er ook weer wat meer Formule 1-spelletjes over de toonbank vliegen.

~

De presentatie van F1 is zoals we dat van EA mogen verwachten. Leuk muziekje, strakke menu’s en degelijke opties. De speler kan een enkele race rijden, trainen, of mee doen aan het wereldkampioenschap. Voor je aan dit laatste begint moet je nog wel even een naam invoeren en een wagentje uitkiezen. Alle coureurs en wagens uit het 2002 seizoen zijn vertegenwoordigd.

Wereldkampioenschappen

Overmoedig als ik ben besloot ik meteen maar aan een wereldkampioenschap mee te doen. Om onbegrijpelijke redenen koos ik net als Jos voor een Minardi. Na het instellen van de moeilijkheidsgraad, en nog wat andere opties stond mijn wagentje dan aan de start voor een flitsende kwalificatie. Dat was in elk geval de bedoeling. Elke, maar dan ook elke bocht vloog ik er behoorlijk uit. Dat werd dus ver achteraan starten. Geen nood. Vanaf de start haalde ik meteen al een stuk of 7 wagens in, net als Jos bleek ik over een bliksemstart te beschikken.

Grindbak

~

Al denderend kwam de eerste bocht vervaarlijk snel in het zicht. Misschien moest ik dan toch maar eens overwegen om de remknop te gebruiken. Deze drukte ik kennelijk iets te enthousiast in, want het hele circus denderde me al weer vliegensvlug voorbij. Balend gaf ik weer een flinke peut gas, en dat had ik beter niet kunnen doen. Geheel in de stijl van ‘ons Jos’ eindigde ik in de grindbak.

Conclusie

F1 2002 ziet er op de GBA imponerend uit. Ik blijf het maar weer zeggen, die GBA is een fantastische handheld. Het spel stuurt in het begin wat lastig, maar als je dat eenmaal onder de knie hebt, dan F1 2002 het beste Formule 1-spel dat momenteel voor de GBA beschikbaar is. De enige kanttekening is dat het af en toe een beetje lastig inschatten is wanneer de bocht komt, en welke kant je opmoet. Hierdoor wordt het meer een reactie spelletje dan een racegame. Voor het volgende deel uit deze serie dus graag een wat hogere race-view graag.

Muziek / Concert

Eurosonic 2003

recensie: De donderdag

.

Johan

een van de beste Nederlandse bands en is een optreden van hen altijd goed en leuk. Zo ook dit maal, hoewel de band niet vol enthousiasme en overtuiging op het podium stond. Kon dus beter, maar was zeker de moeite waard. Het is trouwens wel te hopen dat Johan ons ditmaal minder lang op een nieuwe plaat laat wachten dan vorige keer, want Pergola kennen we zo onderhand ook al uit ons hoofd.

Griekse galmbak

Na Johan zou op de bovenverdieping van het Grand Theatre Neko Case & her boyfriends spelen, een aardig bandje dat we nog kennen uit het voorprogramma van Calexico. Er waren echter enkele problemen bij Neko of een vriendje, waardoor Schneider TM haar mocht vervangen. Tijdens de set van deze drie Duitsers leek de zaal omgetoverd in een laboratorium: de heren waren gekleed in witte stofjassen en stonden opgesteld achter tafels en kasten met apparatuur. De organische klanken deden het goed bij het publiek, helemaal toen één van de heren een soort Griekse gitaar tevoorschijn haalde en daar met behulp van flink veel effectpedalen en galmbakken een heerlijk sprookjesachtig geluid uit toverde. Zeker de moeite waard dus.

Duits geweld

Ondertussen speelde Caesar in de disco van het News Cafe. Op CD heeft Caesar me nooit echt kunnen boeien, maar live leek het me wel de moeite waard. Dat bleek echter een ernstige misrekening; de band kon zowel mij als de rest van de bomvolle disco niet beroeren, waardoor het gepraat de muziek overstemde. Dan maar weer door de kou naar Jazzcafé de Spiegel. Het programmaboekje vertelde mij over een Noord-Duitse sensatie die muzikaal gezien als een kruising tussen Muse, Pearl Jam en The Doors te omschrijven is. The Doors konden we tijdens dit optreden van Pinkostar eerlijk gezegd niet terug vinden, of het moet in het uiterlijk van de zanger hebben gelegen. Een sensatie is de band ook zeker niet, maar lekkere rock maken ze wel. Minpuntje is dat de Duitsers nog niet voldoende goede nummers hebben om een heel optreden te boeien, maar ze deden goed hun best.

An Pierlé

Terwijl Jan Auke bij Duits geweld zat, bekeek Melson zoetigheid uit België. An Pierlé, als gewoonlijk op haar skippybal, maakte met haar muziek in de lijn van Tori en Alanis weinig indruk, maar ze wond het publiek moeiteloos om haar vinger met haar ontwapenende accent in de praatjes tussen de nummers door. Wellicht is een iets intiemere zaal dan het Grand Theatre volgende keer aan te raden voor haar niet al te harde liedjes.

Moddervet

Vervolgens ging Melson door naar zijn hoogtepunt van de donderdagavond: Spoiler, hardrockers uit Utrecht. De band is in eigen land nog onbekend (en moest het daarom doen met een plekje in de Vindicat-kelder), maar schijnt in Engeland een stuk populairder te zijn. En terecht, want de moddervette seventies rock ging er bij de aanwezigen in als koek en afsluiter Electrifying (een geweldige cover van You’re The One That I Want uit Grease) zorgde voor het vlammende hoogtepunt. Spoiler verdient het om heel bekend te worden. Je kunt ze steunen in hun Pinkpop-campagne op spoiler.nl.

Mislukte Radiohead-kloon

Jan Auke ging na Pinkostar door naar Audiotransparant in De Troubadour. Deze Groningse band maakt dromerige pop in de traditie van Radiohead en Sigur Ros. Het publiek, dat de band merendeels kende, was bijzonder enthousiast, maar het leek ons meer een mislukte Radiohead-kloon, die niet veel verder komt dan de rustige en saaie kant van de Britten.

Videorecorders

Het uit Eindhoven afkomstige 35007 maakte met Liquid één van de beste (en meest genegeerde) Nederlandse platen van 2002. De epische instrumentale stukken kwamen goed tot zijn recht in de betonnen kelder van het Vindicatgebouw, maar de band wist de spanning niet tot het einde vol te houden. Daarvoor dreunden de riffs net iets te lang en te eentonig. Maar de sfeer was prima, mede dankzij de meegebrachte VJ die op een kratje zijn twee videorecorders bediende en voor de juiste visuele ondersteuning zorgde.

Geslaagd

De afsluiter van de donderdag was een groot succes: het Belgische Nostoc gaf in de disco van het News Cafe een geweldig optreden. Nostoc maakt een bijzondere kruising tussen Nick Cave aan de ene kant en zigeuner, klezmer en latinmuziek aan de andere. Het publiek danste vrolijk op de bijzondere klanken dat het gezelschap ten gehore bracht en de band zelf had er ook duidelijk plezier in. Nostoc is de enige band die we een toegift hebben zien geven: ze speelden minimaal een kwartier langer dan gepland. Zeker een geslaagde afsluiter.

Muziek / Concert

Eurosonic 2003

recensie: De vrijdag

.

~

Waar op donderdag het aantal zalen (en dus ook het aantal bands) beperkt was, en de keuze redelijk eenvoudig, bood de vrijdag een overvloed aan zalen, bands en mogelijkheden. We wilden onze avond beginnen met de Raveonettes in Vera, maar daar bleken opeens de te bekijken. Kijken naar zangeres Carol van Dijk is sowieso leuk, maar met een nieuwe plaat in aantocht mocht Bettie Serveert uiteraard niet missen in ons programma. Jammer genoeg hebben we het eerste stuk optreden gemist door de drukte, maar de nummers die we weel meekregen waren veelbelovend. Gitaren spelen binnen Bettie Serveert nog altijd een belangrijke rol, waardoor nummers al rockend heerlijk gerekt kunnen worden. Log 22, de nieuwe cd die in maart uitkomt, belooft een groot succes te worden, waarin Carols zang op uiterst succesvolle wijze gecombineerd wordt met heerlijke gitaarexplosies. Volgend jaar wil ik Bettie Serveert dan ook weer zien op Noorderslag.

Hongaarse underground

In de originele planning stonden na Bettie Serveert de Deense Superheroes op het programma, maar die waren dus naar voren geschoven, waardoor we even in een gat vielen. Dat gat wilden we opvullen met Slovo, het nieuwste project van ex-Faithless lid Dave Randall, maar gezien de lange rij voor het Grand Theatre hadden meerdere bezoekers dat plan opgevat. Doorgaan naar Vera bleek om dezelfde reden ook geen optie, dus belandden we uiteindelijk in de Muziekschool, waar het programmaboekje ons het beste van de Hongaarse rock-underground beloofde. Nyers dus, wat zoveel betekent als rauw, eerlijk, onbehouwen. Een ding werd al vrij snel duidelijk: Nyers mag wel underground blijven. De band heeft vrijwel geen enkel nummer gespeeld dat enigszins de moeite waard is. Alleen de twee achtergrondzangeressen en de violiste waren erg leuk. Met de meest belachelijke dansjes die nooit synchroon gingen wisten zij een vrolijke noot in het geheel te brengen. Wat mij betreft mag Nyers dus wel opgeheven worden, als de drie meisjes maar solo doorgaan.

Roots & grappen en grollen

Gelukkig was de volgende band wél de moeite waard. De Duitse Patrice bracht in het Grand Theatre met zijn band een geweldig optreden, dat door het gehele publiek enthousiast ontvangen werd. Lang geleden was Patrice een hiphopper, maar hij heeft zich ontwikkeld in de richting van de rootsmuziek. Met zijn gigantische band maakt hij tegenwoordig reggae-georiënteerde muziek. Patrice staat als echte leider van de band op het podium en maakt, naar het schijnt, van ieder optreden een feest. Op Eurosonic gaven de heren in ieder geval een bijzonder goede show. Zeker een naam om te onthouden als je van rootsmuziek houdt.

Mo’ Jones

Onze afsluiter van de vrijdag was het Nederlandse Mo’ Jones in cafe Koster. Muzikaal gezien brengt Mo’ goede nummers, maar de presentatie is sloeg vrijdagnacht niet goed aan. Het publiek wilde zijn muziek horen en liet de grappen en grollen een beetje langs zich heen gaan. Dat het optreden geen onverdeeld succes was bleek ook wel uit het feit dat de bezoekers ondanks de aanmoedigingen van de presentator niet hard genoeg klapten en joelden om de band terug te laten komen. Toch zou ik Mo’ Jones graag nog een keer zien, maar dan niet op een festival maar tijdens een optreden van hemzelf.

Risico tot overkill

Al met al brachten de twee Eurosonic dagen een ongekende hoeveelheid aan muziek naar Groningen waar wij slechts een beperkt gedeelte van konden zien. Voor een gedeelte kozen we voor zekere successen als Bettie Serveert en Johan, maar ook gokjes als Pinkostar en Audiotransparant ontliepen we niet. Noorderslag en Eurosonic uitbreiden tot een driedaags festival is een gok dat het risico tot overkill met zich meebrengt, wat aan het einde van de vrijdag ook al wel bleek bij Mo’ Jones. Voordeel is wel dat de donderdag een rustige dag in het bandjes-geweld was. Door het geringere aanbod en de kleinere hoeveelheid bezoekers was de keuze eenvoudiger te bepalen.
Dit jaar was een voorproefje op wat komende jaren met Eurosonic en Noorderslag gaat gebeuren; het is te hopen dat de organisatie haar hand niet overspeelt en van de donderdag eenzelfde dag als de vrijdag maakt.

8WEEKLY

Star Fox Adventures

Artikel: Star Fox Adventures

~

In den beginne had een dorpsgenootje net een Super Nintendo aangeschaft. Bij deze console zaten twee spelletjes: Star Fox en Super Mario World. Mario kende ik al, en als Sega-adept was ik dan ook niet vreselijk in hem geïnteresseerd. Star Fox heb ik wel een tijdje gespeeld, maar destijds wist ik het spel niet op waarde te schatten. Toen ik jaren later in een vlaag van nostalgie een SNES kocht voor Mario Kart kwam ik erachter dat Star Fox voor die tijd toch wel een imposante game was.

Vliegende vossen

In Star Fox was het vooral vliegen en blasten geblazen. In een voor die tijd unieke 3D-omgeving bestuurde je een ruimteschip door diverse vijandelijke werelden. Held Fox McCloud werd bijgestaan door enkele (kindvriendelijke) collega’s. Beetje, vliegen, beetje blasten, en de gemiddelde gamer was het mannetje (of vrouwtje). Daarom viel het me ook een beetje rauw op het dak toen ik hoorde dat Star Fox Adventures meer een soort Platform spel zou worden.

Dinowereld

Naast het vliegen blijkt Star Fox dit keer inderdaad vooral een platform adventure. In een door dino’s gedomineerde wereld gaat Fox op pad om de bewoners van de Dino planeet te beschermen. Fox wordt achtervolgd door een klein dinootje dat van tijd tot tijd Fox te hulp komt. Beetje graven, beetje door muren beuken, dat soort werk. Fox zelf heeft een soort staf waarmee hij wat kan schieten. Qua platformactie is Star Fox een vage eend in de bijt, het springen gebeurt namelijk min of meer automatisch, en dat is eigenlijk een verarming van de gameplay.

Te weinig vliegen

~

Het vlieggedeelte blijft in dit spel ver op de achtergrond, iets wat vele Star Fox-fans zullen betreuren. Soms begrijp ik de strategie van Nintendo niet helemaal. Na het geweldige Mario World kwam er op de SNES nooit een deel 2, maar wel allerlei andere spelletjes met Mario waarvan alleen het karten echt leuk was. Waarom met gameplay gaan rommelen als iets juist zeer wordt gewaardeerd? De vlieggedeelten in Star Fox Adventures zijn spaarzaam, maar wel dik in orde.

Conclusie

Star Fox ziet er prima uit, hoewel het spel bij al te heftige beelden wel eens begint te haperen. Al snel kwam ik er achter dat Star Fox niet echt een platformer is, maar meer een soort Zelda-kloon. Zeker geen slecht spel, maar gewoon niet direct wat ik van Star Fox had verwacht. Toch is het momenteel één van de betere titels die verkrijgbaar is op de Gamecube.

8WEEKLY

Pro Evolution Soccer 2

Artikel: Pro Evolution Soccer 2

~

Er is een groot mysterie gaande in voetbalspelletjesland. Dat raadsel betreft de onderlinge strijd tussen EA’s Fifa-reeks en Konami’s Pro Evolution Soccer (PES). Ook op de next generation consoles gaat die strijd vrolijk verder. Alle Nederlandse games magazines probeerden elkaar te overtreffen qua superlatieven als het over PES2 ging. En nu de grote schok: eigenlijk vindt ik er niet zoveel aan…

Fifa 2003 tegen PES2

Wat nu volgt is geen aanval op Promotime (uitgever van onder meer de bladen Playnation, GameQuest en PC Zone), maar meer een constatering. Altijd kreeg een Fifa-spel een redelijke hoge beoordeling, maar zodra er een PES-game ter sprake kwam was Fifa eigenlijk maar een matig spelletje en melkte EA de markt op laaghartige manier uit. PES was helemaal je van het, en die moest je dus kopen.
Toegegeven, die Fifa-reeks is niet de meest vernieuwende, maar het spel is makkelijk te leren, en je kunt daardoor snel zonder veel voetbal ervaring tegen meer gevorderde spelers spelen. Ik heb in elk geval jaren lol van Fifa 1999 en Fifa 2000 gehad.

Hype

~

Het werd helemaal dol toen in de persoonlijke top 3-tjes van redactieleden van Playnation Fifa af en toe als slechtste spel ooit opdook, terwijl Playnation het spel toch steeds prima had beoordeeld. Een beetje een rare gang van zaken. Bovendien valt het me ontzettend op dat niemand echt negatief durft te zijn over PES2, terwijl ik genoeg gamers ken die net als ik PES2 eigenlijk niet zo ontzettend bijzonder vinden. Het begint er op te lijken dat men PES2 behoorlijk loopt te hypen.

Vrije tijd

PES2 is een gewoon voetbal spel met alles erop en eraan. Het had hier en daar best een onsje meer mogen zijn, want de hele presentatie is nogal karig. Ook het voetbalgedeelte ziet er grafisch ontzettend armoedig uit, en laten we over het wedstrijdcommentaar al helemaal niet beginnen. Verder mist PES2 een belangrijk ingrediënt waardoor ze de strijd met Fifa 2003 dik verliest: het spel is tamelijk moeilijk. Nu speel ik sportspelletjes liever niet in mijn eentje. De hardcore gamer zal vast wel iemand vinden die net als hij PES2 in de vingers heeft zitten, maar voor beginners is er zo niks aan, ze moeten lijdzaam toezien dat ze keer op keer worden afgeslacht door hun tegenstander (die kennelijk te veel vrije tijd heeft).

Dit is voetbal

De concurrentie in voetballand werd vorig jaar uitgebreid met This Is Footbal (TIF). Het tweede deel in die reeks voldeed niet geheel aan de verwachtingen, maar was zeker een aardige middenmoter. Qua beeld en geluid is PES2 echt niet zoveel beter, en eerlijk gezegd had ik qua gameplay uiteindelijk meer lol met TIF2003. Beide game beschikken over een soort carrièremodus, en dat is het enige echte pluspunt ten opzichte van de Fifa-reeks. De Fifa-reeks heeft echter weer de beste licenties en echte spelers namen, terwijl PES2 en TIF2003 zich hier en daar moeten behelpen met vervormingen van spelersnamen. Dit is overigens met de in game editor te verhelpen, maar wel een hels karwei.

Conclusie

PES2 is een spel waaraan je veel tijd moet besteden om het te gaan waarderen. En het spel is na enige uren van frustratie en gepriegel best redelijk. Toch speel ik veel vaker met Fifa, omdat het spel simpelweg toegankelijker is voor newbies en veel veer een echt voetbalsfeertje weet op te roepen in de huiskamer. Voor de echte freaks misschien een goede keus, voor de casual gamer een absolute afrader. Die kunnen dus veel beter Fifa 2003 kopen.