Muziek / Achtergrond
special:

Homo’s, koddigheid en Prestige: Het Songfestival

Zaterdag 1 Maart is het weer zo ver. Vele muzikale kandidaten zullen dan op TV uitmaken wie de beste is. We hebben het nu niet over aflevering zoveel van Idols, maar de finale van het nationaal songfestival. Een bijna jaarlijks terugkerend festijn dat vooral op een grote fanbase uit de homo hoek kan rekenen. Wie mag ons landje gaan vertegenwoordigen in Riga? De voorronden zijn vorig jaar afgerond, en ik zal voor de finalisten eens grondig analyseren.

~

1) Mango Nuts: Time to party

Het zestal Mango Nuts brengt met ‘Time to Party’ een aanstekelijk shownummer, en is daarmee en leuke opener voor de avond. En dat is ook in hun nadeel, want als de groep met dit feestnummer als laatste had mogen optreden waren ze een kanshebber geweest. Nu kan de kijker het feestelijke gevoel tijdens de volgende nummers rustig laten bezinken, om vervolgens op iets anders te stemmen. Het nummer mag dan wel vrolijk zijn, deze Nederlandse ‘Village People’ missen uiteindelijk de vocale diepgang om het echt te gaan maken in Riga.

2) Mary Amora: Somewhere by the river

Mary begon in de voorronde haar nummer met een soort krols kattengeluid. Ze trok vervolgens goed bij, en wist mede door gebrek aan concurrentie de eerste voorronde te winnen. Haar lied is zo’n typisch songfestivalnummer, en als Mary haar normale kunnen vertoont is het allemaal niet onaardig. Helaas voor Mary zullen er straks in Riga nog tien van dit soort liedjes aanwezig zijn. De kans is groot dat daar kandidaten tussen zitten met meer talent. In de Nederlandse finale is ze op haar best een middenmoter.

~

3) Bert Heerink en Manou: Blue skies are for free

De VVD wilde Jip en Janneketaal? Heerink is met zijn ‘Blue skies are for free’goed op weg, maar dan wel in het Engels. Het nummer is zo belachelijk simpel, het is bijna niet te geloven! Een Engelse peuter kan het op een regenachtige dag op de achterbank van de auto bedenken. Toch is dit nummer een geduchte outsider, Heerink en zijn Hippie’s wisten de finale te halen via de publiekskeuze, en liggen dus kennelijk goed bij de kijker. Het simpele Engels valt ons Nederlanders misschien niet op, maar in Riga staan we hiermee dus gewoon voor lul.

4) Gordon: I’ll be your voice

Drie voorrondes lang was ik het redelijk met de jury eens, en toen kwam in voorronde vier Gordon langs. Met een totaal kleurloos nummer kreeg hij een record aantal punten van de ‘vak’ jury, en daar snap ik nog steeds helemaal niks van. Toegegeven, Gordon brengt ervaring mee, en de kalmte waarmee hij op het podium stond onderscheidde hem wel van de rest, maar het nummer was dus echt niets. Gezien de bekendheid van Gordon en het feit dat het publiek de winnaar bepaalt in de finale, is Gordon behoorlijk favoriet. Maar mensen, kijk niet op als in Riga dit nummer de eerste 15 niet haalt. Hier wint Gordon door zijn nationale bekendheid, buiten de landsgrenzen gaat dat niet op. Sluit de ogen, luister naar het nummer, en zie in dat het totaal zoutloos is.

5) Esther Hart: One more night

~

Esther heeft in zowel Engeland als Nederland de finale weten te halen, maar koos uiteindelijk om voor Nederland mee te doen. Een slimme keuze, want met One more night heeft Esther een goed nummer in handen. Een niet onaantrekkelijke blonde dame met een lekker swingend nummer. Dit is zo’n combi waaraan je ziet dat het goed zal gaan, daar in Riga. Esther zou daar zeker bij de eerste acht kunnen komen. Dan moet ze eerst wel de landelijke finale winnen, maar ook hier is ze één van de favorieten.

6) Ebonique: Heatwave

Nog zo’n staaltje van verstandsverbijstering van de jury. Hun argument voor het aanwijzen van een winnaar was steeds: “we zoeken iemand die hoog kan eindigen in Riga”. Dit nummer blijft de internationale kijker net zo lang bij als een Brinta-ontbijt. Je zet het voor, je kauwt het weg, en je denkt er totaal niet meer aan. De dames doen hun dansje, het zit allemaal glad en gelikt in elkaar, en toch zal het niet winnen. De dames waren in hun voorronde het laatste nummer, en dat voordeel hielp ze de finale in. Kandidaat voor de top 3 in de Nederlandse finale, maar geen winnaar.

7) Arwin Kluft: Turiddu

~

Mijn persoonlijk voorkeur gaat uit naar het Italiaanse Turiddu van de gewoon Nederlandse Arwin. Het nummer combineert de klassieke operastem van Arwin met een wat moderner muzieksoort, het zogenaamde cross over-verschijnsel. Het nummer ging uiteindelijk door via de publieke voorkeur. Aangezien het publiek ook nu weer de winnaar bepaalt maakt Arwin een redelijke kans om de top drie te halen. Ook het feit dat hij als één van de laatsten mag optreden kan in zijn voordeel zijn. In Riga is hij in elk geval anders genoeg om op te vallen. De man heeft sowieso de beste stem van alle kandidaten. Kippenvel.

8) Zooom: Boogie

K3, maar dan net even iets anders. De deelnemers van aflevering één waren allemaal zo ondermaats, dan kan zelfs een koddig nummer als ‘Boogie’ er nog tussendoor glippen. En het moet gezegd, het nummer blijft redelijk lang in je gedachten zitten. De dames missen echter diepgang en talent, en daarom dicht ik hun niet echt veel kansen toe, temeer daar de concurrentie nu velen malen groter is in vergelijk met voorronde één. Mogelijke kandidaat om laatste te eindigen.

De voorronde in zaterdag om 20.25 op Nederland 2, de presentatie zal in handen zijn van Loes Luca. Kandidaten, veel succes.

Film / Films

Solaris

recensie: Solaris

Andrei Tarkovsky is waarschijnlijk onbekend voor het gros van het Nederlandse bioscooppubliek. Toch is hij een grootheid in de wereld van de cinema. De Rus maakte in zijn toch redelijk korte leven (hij werd 54) voornamelijk spirituele, zeer alternatieve films. Veelal richtte Tarkovsky zijn zinnen op de innerlijke mens. Hij fascineerde zich over de menselijke persoonlijkheid. Perfect in het rijtje films van deze man paste Solyaris uit 1972, gebaseerd op het boek van Stanislaw Lem uit 1961.

~

Terug naar het heden. Steven Soderbergh probeert aan zijn al imposante rijtje voltreffers (Out Of Sight, Traffic, Ocean’s Eleven) nu een remake van Tarkovsky’s klassieker toe te voegen. Een rare stap zou je zeggen en eerder weggelegd voor bijvoorbeeld David Lynch. Toch durfde hij het project aan en schreef tevens het script voor de film.

Geen flauw idee

~

George Clooney speelt de rol van Chris Kelvin, een psycholoog die opgeroepen wordt om naar het ruimteschip Solaris af te reizen om te bekijken wat daar aan de hand is. Een verontrust bemanningslid vertelt in een video-oproep dat geen enkel van de bemanningsleden weg wil van Solaris en dat de situatie erger wordt. Kelvin heeft geen flauw idee, net als de lezer van bovenstaand stukje, wat er in godsnaam aan de hand is op Solaris, maar stemt toe met de uitnodiging en reist af naar het ruimteschip.

Bloedsporen

Eenmaal aangekomen ziet hij ten eerste bloedsporen en ten tweede de meeste verwarde man die je ooit zult tegenkomen. Zijn naam is Snow en hij is de belichaming van de chaos die heerst op het schip. De paranoïde gezaghebber Gordon is tevens nog aanwezig. Maar Kelvin merkt al snel dat zij niet de enige aanwezigen personen zijn op het rare Solaris. Al snel volgen de hallucinaties waar de anderen ook last van hebben. Hij krijgt visioenen van zijn vrouw (Natascha McElhone).

Allesbesturend orgaan

Het verhaal van Solaris is mysterieus tot en met, maar tevens ook oersaai. Ik wil de film niet in één zin totaal afkraken, want Solaris heeft ook zijn pluspunten. Vooral de onderliggende gedachte van de Poolse schrijver Lem is geweldig. Hij bedacht Solaris met een bewuste parallel naar God, een allesbesturend orgaan dat mensen kan maken, en het innerlijk kan manipuleren zoals Hem dat schikt. Soderbergh laat in Solaris veel van dat principe terugkomen en het einde van de film is hier de absolute sleutel in.

Geduld

De acteerprestaties van George Clooney en Natascha McElhone zijn bewonderenswaardig te noemen, maar Soderbergh heeft het verzuimd om het verhaal op tempo te houden wat jammer is en zorgt dat je eigenlijk teveel geduld moet opbrengen dan gewenst is. Voor de mensen die dit wel hebben en houden van films die je aanzetten tot nadenken is Solaris een duidelijke aanrader.

Film / Films

The Ring

recensie: The Ring

“Before you die, you see the ring”. Dat is de mysterieuze tagline van de nieuwe film van Gore Verbinski (The Mexican). Met veel bombarie is deze film de Amerikaanse bioscopen ingeluid als zijnde de engste film sinds The Exorcist. Dit trucje flikt de Amerikaanse industrie wel vaker, met gevolg dat je gewoonweg teveel verwacht van zo’n film. Denk bijvoorbeeld aan Gangs of New York die ingeluid werd door (omgekochte?) critici die de film een bestempelden als één van de tien beste films ooit. Dat kan alleen maar tegenvallen.

~

Maar goed – terug naar The Ring. Centraal in het ietwat onwerkelijke verhaal staat een videoband. Maar niet zo maar één: na het bekijken van de obscure tape vol enge beelden krijgt de kijker de telefonische boodschap dat hij of zij nog een week te leven heeft. Aan het begin van de film vertelt een meisje dit aan haar vriendin als ze op bed zitten te kletsen. Haar vriendin trekt wit weg, omdat zij inderdaad zo’n telefoontje heeft gekregen nadat ze een rare videoband had gekeken. En dat was zeven dagen geleden. Het kampvuur-verhaal zal toch niet echt waar zijn? Maar niks blijkt minder waar: ze sterft nog dezelfde avond, samen met de vrienden met wie ze de band had gekeken. En allemaal op hetzelfde tijdstip.

Nee, niet doen!

~

Rachel Keller (Naomi Watts, Mulholland Drive) is een journaliste die op onderzoek uitgaat na het horen van dit verhaal. Tevens bekijkt ze – tijdens een onvervalst “nee, niet doen!!”-moment – de videoband zelf en krijgt tevens het telefoontje. Ze ontrafelt langzamerhand de identiteit van de makers van de band, en daarmee ook het mysterie. Niet zonder zelf last te krijgen van de bijwerkingen van het kijken van de videoband. Hallucinaties en enge dromen, allemaal even afschrikwekkend.

Open einde

Het verder vertellen over het plot zou zonde zijn voor diegene die de film nog niet gezien hebben. Het beste is om The Ring, net als een Sixth Sense of Mulholland Drive, gewoon in te gaan zonder dat je er al teveel van weet. Daarmee ook hintend naar een einde wat bijzonder verrassend is en veel open laat voor eigen invulling.

Onrealistisch

The Ring stelt niet teleur. De vergelijking met The Exorcist gaat wat ver, maar The Ring is op momenten doodeng, terwijl op andere momenten het detective-verhaal de overhand heeft. Op zich niet erg, maar het mysterie neemt een groot deel van de film in en Verbinski laat hier de aandacht wat verslappen. Het concept van The Ring is leuk bedacht, maar het blijft een onrealistisch idee dat beter uitgewerkt had moeten worden om de kijker er van te overtuigen dat deze zaken wel degelijk kunnen gebeuren.

Toch levert Verbinski zijn beste werk tot nu toe af. De eerste 20 minuten van The Ring zijn ontzettend boeiend, het uur daarna is wat minder, maar de film sluit af met een gruwelijk enge climax.

8WEEKLY

Mortal Kombat 5: Deadly Alliance

Artikel: Mortal Kombat 5: Deadly Alliance

Mortal Kombat is niet zomaar een spelletje. Zelden heeft een spel zo vaak en zo veel stof doen opwaaien. Het zou onze kinderen blijvend beschadigen en gewelddadig gedrag beïnvloeden. Dat veel ouders zich zorgen maakten over de spelletjes spelende jeugd was begin jaren negentig niets nieuws, maar nu had men een maatschappelijk aanvaardbaar argument om videogames actief te bestrijden. Tevergeefs, want ondanks (of juist door) al die negatieve aandacht werd Mortal Kombat een kassucces. Na ruim 5 jaar wachten kan ik eindelijk het nieuwste deel uit de serie spelen.

~

Oud en nieuw

Voor iedereen die nog nooit een spelletje Mortal Kombat heeft gespeeld, kijk hier even voor de geschiedenis en achtergronden van dit spel. Dat scheelt deze recensent alweer een hele alinea. Mortal Kombat is een one to one beat ‘m up. In dit deel staat naast een flink aantal bekende karakters ook een nieuwe garde vechters te trappelen om door de fans ontdekt te worden. Toch blijven Sub Zero en Scorpion mijn grote favorieten: old friends never die…

Liu Kang dood?

~

Shang Tsung besluit wederom een poging te doen om de aarde te veroveren. Samen met Quan Chi sluit hij een dodelijk verbond (titelverklaring… check!) en werpt hij de huidige keizer van Outworld van de troon. Maar zijn grootste victorie moet dan nog komen: het eindelijk absorberen van de ziel van Liu Kang, de goedaardige huidige Mortal Kombat-kampioen. Door een laffe gezamenlijke aanval slagen Tsung en Quan Chin in hun opzet. Voor iemand die al ruim tien jaar Mortal Kombat speelt is de sterfscene van Liu Kang best even een indrukwekkend moment, zeker als het hier alleen nog om een begindemo gaat.

Trainen

Mortal Kombat D.A. kent enkele spelvormen. Natuurlijk is er de gewone Arcade modus waarin je gewoon een aantal anderen moet verslaan om het uiteindelijk tegen de grote boze eindbazen te mogen opnemen. Deze is redelijk pittig, dus daar kan men beter eerst oefenen in de practice en conquest modes. In de laatstgenoemde modus leer je de basisbewegingen van het spel, en kan je je vervolgens specialiseren in een karakter. Dit is absoluut geen overbodige luxe, want elk karakter bezit drie unieke vechtstijlen met elk hun eigen speciale bewegingen. Door slim tussen de stijlen heen en weer te springen kan je bijna ongekende combo’s tevoorschijn toveren. Dit geeft Mortal Kombat een diepgang die eenvoudige button bashers effectief weet uit te schakelen.

Controle

Het pick-up-and-playgehalte van Mortal Kombat is door de verschillende stijlen relatief. Iedereen kan een aardig potje knokken met dit spel, maar juist door je toe te leggen op één karakter kan je pas echt boven de gemiddelde speler uitstijgen. De Arcade modus is pittiger dan voorheen, en daarom is flink oefenen zeker aan te raden. De spelers zullen dus wel tijd moeten (en willen) investeren voordat ze ten volle van het spel kunnen genieten. Zelf ben ik nooit een fan geweest van 3D platformers omdat de echte controle over je karakter toch vaak ver te zoeken was. Juist door de handige conquest modus wordt dit euvel opgeheven.

Gevaarlijk realisme?

De details in dit spel zijn werkelijk wonderschoon. Bij Sub Zero zie je bijvoorbeeld het ijs op zijn armen, bloed sijpelt na een rake klap langzaam over de plooien van kleren naar beneden. Er is veel aandacht aan elk denkbaar detail van het spel besteed. Dit verhoogde realisme zal de geweldsdiscussie natuurlijk weer doen verhevigen, want hoe kan de tere kinderziel nu nog het onderscheid maken tussen realiteit en fictie? De invloed van gewelddadige TV is in enkele studies min of meer aangetoond (er zijn ook studies die dit weer tegenspreken), en meestal trekt men die conclusie gemakshalve gelijk maar voor computerspelletjes. Zelf spelen ik en enkele vrienden van me al sinds onze puberteit met Mortal Kombat, en geen van ons heeft zich ontwikkeld tot een verdwaasde vechtersbaas. Heel misschien valt het dus allemaal wel mee?

Conclusie

Mortal Kombat 5: Deadly Alliance is absolute top. Nu ben ik al sinds 1992 behoorlijk fan van de serie, dus misschien ben ik een tikkie bevooroordeeld. Zelf heb ik een aantal jaren op Tae Kwondo gezeten, en juist de vrij realistische manier waarop diverse vechtstijlen in het spel zijn verwerkt doet dit spel ver boven Virtua Fighters 4, Tekken 4 en DOA 3 uitstijgen. Ook het detail is wonderschoon. Geheel in Mortal Kombat-stijl vloeit het bloed rijkelijk en het spel is inderdaad absoluut gewelddadig en daarom misschien niet geschikt voor de jongere gamer, maar daar is over te discussiëren. Mortal Kombat 5 is op afstand het beste vechtspel voor de PS2.

Film / Films

Over lijken

recensie: Chicago

~

Chicago lijkt met een verhaal over kortstondige beroemdheid opvallend dicht bij de hedendaagse werkelijkheid te komen. Jongens en meisjes die anders verpleegster en verzekeringsmannetje zouden zijn geworden, staan nu ineens in de spotlights met hun talenten. Het talent van Roxie Hart (Renée Zellweger) is dat ze haar minnaar doodgeschoten heeft. De daaropvolgende verwikkelingen maken van haar een ster die dagelijks de voorpagina’s van kranten haalt. Een rivale die eveneens smacht naar beroemdheid, plus de nodige andere huisvrouwen die het recht in eigen hand nemen, maken het Roxie moeilijk om steeds op de cover te blijven staan.

Er zitten een aantal ijzersterke elementen in Chicago, zoals de zang en dans (door alle acteurs zelf gedaan), het acteerwerk en de aankleding van personages, set en het algehele uiterlijk van de film. De roaring twenties herleven in kostuums, kleuren en kranten, al lijken sommige dingen in een wat moderner jasje te zijn gegoten. De aankleding van de dansers en danseressen is bij tijd en wijle bijzonder schaars, met leren bikini’s en dat soort dingen. Ik weet niet of het jaren twintig-variéte er ook zo uitzag.

Bob Fosse

~

Maar die kledingschaarste is wel kenmerkend voor de stijl van Bob Fosse, de grote choreograaf achter niet alleen Chicago, maar ook bijvoorbeeld Cabaret. De choreografen van deze film hebben trouw de meester gevolgd en leveren dans en show af op de karakteristieke manier: strakke gebaren en poses, sexy en uitdagende beweging. De dansers volgen nu eens het ritme van de muziek, dan weer de melodie, wat het geheel afwisselend, origineel en sprankelend maakt. De mimiek en beweging in een nummer waar Zellweger de buikspreekpop van Richard Gere speelt, is onovertroffen. Dit is waar een zang, dans en acteren perfect samenvallen.

Revue

Zang goed, dans goed, acteerwerk prima. Is er wel iets dat schort aan deze film? Jazeker. Chicago háált het niet bij andere musicals die op het witte doek zijn geprojecteerd. Moulin Rouge blijft onbetwist nummer één en ook Fosse’s andere grote werk, Cabaret, is stukken beter. Chicago is, hoe je het ook wendt of keert, een revue op film. Elk liedje wordt aangekondigd door een spreekstalmeester. Er zijn veel te veel liedjes en optredens en pauze tussen twee nummers is er nauwelijks. Elke emotie en gedachte heeft een liedje nodig, wat je al gauw liedjesmoe maakt. De songs vertragen de film bovendien vreselijk. Nummers waarin tegelijk voortgang in het scenario te bespeuren valt zijn er nauwelijks. Het is allemaal te veel van het goede. En de muziek is ook niet eens bijzonder goed of aanstekelijk, wat bij Moulin Rouge wel het geval was.

Dan is er ook nog het flinterdunne verhaal, dat er alleen maar lijkt te zijn om enige lijn in de voorstelling te krijgen. De ontknoping stelt hoegenaamd niets voor en het grote manco is dat alle personages onsympathieke lieden zijn die alleen maar uit zijn op eigen gewin en kattengespin. De dames in de gevangenis gaan over lijken. Zo zorg je niet voor een betrokken publiek. Alleen Roxies man Amos (John C. Reilly) is aardig, maar zijn rol is te klein om al je gevoelens van medeleven op hem te projecteren. Ook het einde van de film is vergezocht en doet goedkoop aan. Dat je het in eerste instantie toch slikt, komt door de overdonderende finale, die ook weer spetterende choreografie bevat. Liedjes, ook zielige, weten je echter nooit te raken en het enige dramatische moment in de film is weggelegd voor een bijrol. Het is wel mooi, maar het doet niks.

Oscar

Chicago is de moeite waard om te bekijken, maar ook niet meer dan dat. De dertien Oscar-nominaties scheppen een verwachting die de filmbonzen in de handen zal doen wrijven, maar als Chicago een beeldje voor beste regie, scenario of beste film in de wacht sleept, dan weten we voortaan dat die Oscars niets voorstellen.

Muziek / Achtergrond
special: After Forever

Klassieke sopraan in metal-land

~

Het lijkt of de afgelopen tijd de vrouwelijke stem uit de popmuziek niet meer weg te denken is. Vooral binnen de metal-wereld heeft de sopraan haar intrede gedaan. In Nederland kwam dit vooral na voren toen Within Temptation met Ice queen een grote hit scoorde. Internationaal brak ook bijvoorbeeld de Finse band Nightwish in die tijd door.

Maar er is meer op komst. Misschien heeft u ze in Kopspijkers al gezien in een wervelend tv-optreden, maar als dit niet het geval is stellen we u graag voor aan: After Forever. Ook deze Nederlandse band bezit een sopraanzangeres en dat zorgt ervoor dat het geluid sterk aan de eerder genoemde bands doet denken.

Sterke zangeres

Opvallend is dat de klassiek geschoolde zangeres Floor Jansen met haar stem een grote hoeveelheid aan technieken beheerst, waardoor de muziek van de band afwisselend is. De band weet een nog redelijk nieuwe link te leggen tussen zware metal en klassieke muziek en ze doet dit heel duidelijk op een zeer eigen wijze.

~

De muziek van de band is echter niet echt toegankelijk. Pas als je de muziek een keer of tien gehoord hebt komt de echte schoonheid van de nummers tevoorschijn. Het is vaak een orkaan aan geluid, waarin de individuele melodielijnen moeilijk te ontdekken zijn.

Nog net niet

Toch kan worden gezegd dat de band nog veel meer potentie heeft dan wat uit het inmiddels uitgebrachte materiaal blijkt. Onlangs kwam de band met haar tweede studioalbum Decipher en de single Monolith of doubt. Als je de zangeres hoort en je hoort de zware begeleiding erbij, vraag je je serieus af waarom de band het lef niet heeft om de grenzen van beide genres drastisch te doorbreken en originele muziek op de eerste plaats te zetten.

After Forever lijkt nog steeds te proberen om een band te worden voor een gothic-publiek, wat dat ook moge zijn. Het zou fantastisch zijn als de duidelijk zeer muzikale band deze beperkingen los zou laten en gewoon originelere muziek zou gaan maken. Pak die akoestische gitaar eens uit de kast, laat eens een geluidseffect horen. Dat zou de muziek een stuk frisser en interessanter maken. Tot dan is de band heel veelbelovend, maar gewoon is ze het gewoon nog net even niet.

Link

Officiele website – www.afterforever.com

Film / Films

Catch Me If You Can

recensie: Catch Me If You Can

Iedereen zou wel stinkend rijk willen zijn, maar of dat ook lukt is nog maar de vraag. In Catch Me If You Can leren we dat rijk worden helemaal niet zo moeilijk is. Bijna slapen rijk worden, zou je denken. Maar natuurlijk zit daar bijna altijd een prijs aan vast… vooral als je de staat voor miljoenen dollars oplicht.

~

Gebaseerd op een waargebeurd verhaal dramatiseert Catch Me If You Can het verhaal van Frank Abagnale, Jr. (Leonardo DiCaprio), de jongste vervalser ooit – hij is 17 wanneer hij voor het slechte pad kiest – die in de jaren 60 op de lijst van de tien meest gezochte criminelen van de FBI belandde door vervalste cheques te schrijven en zich daarmee achtereenvolgens uit te geven voor een co-piloot, een dokter, en een advocaat. De film gaat uit van een gelukkig gezinnetje met een ontroerende scene waarin Franks vader, Frank Sr. (Christopher Walken) en zijn vrouw Carol (Natalie Baye) onder het toeziend oog van zoonlief ogenschijnlijk gelukkig met elkaar dansen in de woonkamer.

IRS

~

Deze gezinssituatie wordt danig verstoord, wanneer de IRS Frank Sr. beschuldigt van belastingfraude. Het geld waar de familie Abagnale altijd ruim van heeft kunnen leven, moeten ze nu afstaan aan de staat en in de daaropvolgende jaren houdt de IRS Frank Sr. nauwlettend in de gaten. Als Frank Jr.’s moeder er vandoor is gegaan met een ander, blijft hij zijn vader trouw en wil hem teruggeven wat hem is ontnomen. En met een carriere als oplichter en het daaruit voortvloeiende geld is alles te bereiken, denkt Frank Jr. Carl Hanratty (Tom Hanks), een FBI-agent voor de opsporing van fraude-criminelen, achtervolgt Frank, en een kat-en-muis spel tussen Frank en Carl volgt, waarbij Frank Carl uitdaagt hem te pakken.

Spielberg

Ja, we hebben er weer een: een Hollywood-film. Totaal voorspelbaar, grote acteurs, het zit er allemaal in. Deze achtervolgingsfilm laat de gebruikelijke elementen zien, zoals bijna-arrestaties, groot drama, een beetje liefde, en hoop. Maar daarnaast laat deze film nog veel meer zien, waardoor Steven Spielberg er wederom in slaagt een boeiende film te maken. Het schijnt dat in welk script Spielberg ook zijn tanden zet, of het nou voor het witte doek of voor de televisie is, het altijd uitdraait op succes. De achronologische manier van filmen, die inmiddels vrij standaard is geworden, verraadt het einde voor we de film ook maar hebben gezien, maar dat geeft niet, want het gaat immers om het kat-en-muisspel tussen Frank en Carl. De film spant over de hele breedte van emoties: ontroering, kwaadheid, vertedering, medelijden, en de onvermijdelijke lach, noem ze allemaal maar op. Catch Me If You Can is een amusementsfilm van een redelijk formaat, zoals het een Spielberg-film betaamt.

Acteurs

Zoals gewoonlijk bij een film uit de Spielberg-stal, passeren grote namen de revue. Een ervan hebben we net een aantal weken geleden op het witte doek zien vechten als een leeuw in Gangs of New York. Inderdaad, Leo is hot op dit moment lijkt het. En acteren kan hij. Vooral de rol die de arrogante meester-vervalser en -oplichter speelt, als hij mensen oplicht, lijkt hem op het lijf geschreven. Ook Wanneer Leo de langzaam obsessief wordende Frank Jr. moet spelen, zit het pak van Frank hem als gegoten. Als 16-jarige is hij helaas iets minder overtuigend, al doet hij wel erg zijn best met een brede onschuldige glimlach. En dan Christopher Walken, die met deze rol als de idealistische mislukte oplichter, van wie Frank Jr. zijn trucjes leert, laat zien dat hij het acteren niet verleerd is. Wanneer er bij Frank Sr. langzaam aan een paar steekjes los gaan zitten, weet Walken de fijne lijn tussen een goede acteerprestatie en overacting goed te bewandelen. De rol die Tom Hanks kreeg aangeboden, daarentegen, is te twee-dimensionaal, wat waarschijnlijk voor het komische effect dat Spielberg wilde bereiken zo is gedaan. We hoeven dus van Tom Hanks geen hoogstandjes te verwachten, zoals we ze zagen in Philadelphia (1993) en Forrest Gump (1994). Carl Hanratty vervalt vaak in clichématige uitspraken, zoals “I can’t stop. It’s my job”, waardoor Tom Hanks’ potentie om uit te blinken in deze film ver te zoeken is.

Genieten

Spielberg weet wat hij doet, en weet welke acteurs hij moet kiezen om een kassuccesje te garanderen. Ook al zitten er in de film een aantal minder geloofwaardige scenes, en wordt er niet goed uitgelegd hoe het Frank Jr. lukte om cheques en certificaten zo precies kon namaken – je zou het eens kunnen nadoen! -, als Hollywood-film is deze film zeker de moeite van het kijken waard, zeker als je op zoek bent naar een avondje lol, lekker achterover leunen en niet te veel nadenken. Gewoon genieten! Dat is ook weer eens wat anders.

Muziek / DVD

Homevideo’s voor de fans

recensie: Drowning Pool - Sinema

Drowning Pool is een veelbelovende band die in de Amerikaanse metalscene hoge ogen gooit. Ze hebben inmiddels hun eerste album Sinner uit en er wordt goed op gereageerd. De single Sinner was zelfs een hit in de VS en verwerft in Europa ook enige bekendheid. Tevens staan ze op de main stage van de beroemde concertserie Ozzfest. Kortom de band lijkt een gouden toekomst te hebben.

~

Maar dan slaat het noodlot toe. In Augustus 2002 wordt het lijk van Drowning Pool zanger Dave Williams aangetroffen in de toerbus van de groep. Later blijkt de man overleden te zijn aan een redelijk zeldzame hartkwaal. De metalscene is geschokt, en de band is in droefenis gehuld. De DVD Sinema is dan ook een tribute aan Dave Williams. Tevens heeft deze als doel om Dave’s grootste wens, een eigen huis voor zijn ouders, te financieren.

Typisch Amerikaanse metal

In Europa is de band nog niet zo bekend, maar ik moet zeggen dat de muziek aangenaam in het gehoor ligt. Gewoon echt typisch Amerikaanse metal, met een aangename melodielijn, en een prettige opbouw van de dynamiek. Erg speciaal is het echter niet, maar gewoon wel lekker om te horen.

Menu niet duidelijk

~

Het menu van de DVD is overigens niet echt duidelijk, maar na even puzzelen is er wel uit te komen. De backstage beelden zijn best grappig om te zien, al lijkt het af en toe wel erg op een slappe imitatie van Jackass. Aan de andere kant zijn de groupies die regelmatig half naakt door het beeld schuiven (al dan niet onherkenbaar gemaakt) wel prettig om te zien. Er wordt in ieder geval alles aan gedaan om je het gevoel te geven dat het leven van een rockster echt ruig is.

Wat betreft de Unseen live bootleg videos denk ik dat dit echt super is om als fan te zien, maar niet meer dan dat. De kwaliteit is erg wisselend per video, zeker qua geluid.

Tevens staan er nog vier exclusieve songs op de DVD. Omdat dit natuurlijk een DVD is en geen CD worden die nummer geïllustreerd met een slideshow van livefoto’s. Deels zijn deze beelden ook in de concert-video’s langs gekomen, maar toch, het is beter dan alleen de audiotrack.

Muziekvideo’s beste stuk DVD

Wat echter het beste stuk van de DVD is, is de sectie met de drie video’s die de band in haar korte bestaan heeft weten te produceren. Dit is eigenlijk het enige deel van de DVD dat van topkwaliteit is, zowel qua muziek als ook wat betreft de beeldkwaliteit.

Afsluiting

Onlangs werd bekend dat Drowning Pool samen met Rob Zombie een song voor de soundtrack van Daredevil opgenomen heeft. Het lijkt dan ook dat deze DVD de afsluiting van een periode is, en dat de band gewoon blijft bestaan. Ik vraag me af of het nodig was om deze periode zo uit te melken, dat elke scheet die er in die tijd gelaten is op deze DVD beland is. Helaas is het daardoor niet echt een muziek DVD geworden, maar eerder een verzameling homevideo’s voor de fans.

Link:

Officiële website Drowning Pool

Theater / Voorstelling

Hitler, handlangers en handelaren

recensie: Arturo Ui

Begin jaren ’40 schreef de naar Amerika gevluchte socialistisch-pacifistische Duitser Bertolt Brecht Arturo Ui als een aanklacht tegen het kapitalistische systeem en de twee volgens hem belangrijkste uitwassen daarvan: Hitler en de georganiseerde misdaad. Het NNT heeft het stuk zo’n twee jaar geleden van het nodige stof ontdaan en speelt het nu in reprise in een aan de actualiteit aangepaste versie.

Karaoke

~

Arturo Ui is de leider van de maffia. Het gaat echter niet goed met zijn beweging; de concurrenten halen hem aan alle kanten in, zijn eigen mannen verlaten hem en aan zijn charisma schort ook nog het één en ander. In de campagne om een deel van de stad in zijn greep te krijgen volstaan de tips van één van zijn handlangers nog, maar als zijn heerschappij zich uitstrekt over een groter gebied moet er een leraar aan te pas komen om hem de uitstraling van een échte leider te geven. En die leraar wordt gevonden in… een toneelspeler.
En zo haalt het NNT spelen met toneel in de voorstelling. En het is niet alleen deze prototype homoseksuele toneelspeler waarin het NNT spot met de conventies van het spel. Ook wordt er een show opgevoerd alsof we bij Joop van den Ende terecht zijn gekomen (inclusief applaus- en boeh-bord), biedt Hitler zelfgebakken koekjes aan de voorste rijen aan, stappen acteurs uit hun rol en zingt de zaal op het einde en masse de karaoke-versie van I did my way mee.

Macht

Tussen alle vreugd en jolijt door slaagt het NNT er ook nog eens in op gevoelige wijze de raderen van de macht bloot te leggen. Het blijkt dat de economie, de politiek en de georganiseerde misdaad feitelijk op hun sterkst zijn als ze een krachtig verbond met elkaar gesloten hebben. En in dat verbond wint de oprechte nooit; zo veel is duidelijk. Slechts door list en bedrog kan de eigen positie worden vastgehouden en versterkt. Om nog te verduidelijken dat dat nu niet anders is dan zestig jaar geleden spreekt Arturo op het hoogtepunt van zijn illegaal verkregen macht de woorden ‘wie niet voor mij is, is tegen mij‘. Ook tegenwoordig bepaalt een leider met een half-democratisch mandaat de gang van zaken in de wereld.

Hitler in lederhosen

~

Naast deze ontwikkelingen rond de macht strompelt zo nu en dan een oude Hitler in lederhosen over het podium. De acteurs willen niets van hem weten en slaan zijn zelfgebakken koekjes dan ook vastberaden af. Als hij het later bij de zaal probeert heeft hij ook daar weinig succes; slechts één man is bereid een koekje te proeven.
Ondanks (of dankzij?) zijn beperkte rol is Hitler het mooiste karakter uit het stuk. Zijn recept voor koekjes schreeuwt hij vol overgave de zaal in, alsof hij de rassenleer uitlegt aan de massaal opgetrommelde Hitler-jugend. Naar het einde toe wordt hij echter een verbitterde oude man in een rolstoel. Daar krijgt hij nog éénmaal de kans ons te overtuigen van zijn gelijk. In rustige bewoording legt hij uit dat hij gezien dient te worden als een product van zijn tijd, dat Mao veel erger was en dat zonder hem de staat Israel nooit bestaan zou hebben. Dat het Westen heel Midden- en Oost-Europa heeft overgeleverd aan de grillen van Stalin en dat de Belgen en Nederlanders in hun koloniale politiek miljoenen doden op hun geweten hebben. Hij is slechts een product van zijn tijd dat door de geschiedenis tot een monster is gemaakt. En hij heeft gelijk.

In de Arturo Ui van het NNT spelen een drietal instanties een prominente rol: de handelaren, de politiek, de georganiseerde misdaad. Door het stuk heen worden deze steeds meer met elkaar vervlochten tot een oppermachtig conglomeraat, waarin zelfs de rechtspraak niet meer objectief is. Het NNT speelt Arturo Ui op hilarisch wijze en toont in een gestructuraliseerd chaotisch stuk dat in de moderne wereld macht, eerlijkheid, politiek, geld, oprechtheid en criminaliteit gevaarlijk dicht bij elkaar blijken te liggen.

Film / Films

Stenen en vuurwapens

recensie: Bloody Sunday

11 september 2002 heeft een gat geslagen in de vrijheid van de mensheid, zo beweren de Verenigde Staten. Een grote klopjacht op terrorisme is een van de gevolgen. Saddam Hoessein heeft kernwapens, zo beweren de Verenigde Staten. Oorlog zou het gevolg kunnen zijn. Het enthousiasme waarmee de Verenigde Staten steeds andere landen willen aanpakken, is schrikbarend echt in deze wereld. Zou iedereen nog steeds zo enthousiast zijn over die bloederige aanvaringen, als ze zien welke gevolgen er achterweg kunnen komen? Bloody Sunday spreekt. Natuurlijk kennen een aantal van ons de verhalen die over de bewuste zondag in 1972 zijn verteld, maar het is regisseur Greengrass gelukt om bij deze verhalen een beeld te creëren dat gerust “waarheidsgetrouw” genoemd mag worden. Hij spreekt dan ook de hoop uit, dat deze film een verzoening tussen beide partijen zal bespoedigen, zonder dat men een beschuldigende vinger wijst naar de ander.

~

Over de aftiteling laat U2 in een live-concert het nummer Sunday, Bloody Sunday horen. Het nummer is afkomstig van het album War uit 1983, waarmee U2 wilde protesteren tegen alle strijd die plaatsvond in de wereld. De strijd, die het nummer beschreef, kwam alleen wel heel dicht bij de Ierse groep.

Hooligans en de Britten

Bloody Sunday, de film, beschrijft de “bloederige zondag”, op 30 januari 1972, waarmee de Irish Republican Army (IRA) een grote vinger in de pap zou krijgen in de Ierse strijd tegen de Britse overheersing. Terwijl de Irish Civil Rights Association – een vredige organisatie tegen Britse internering – een rustige mars door het centrum van Derry wil leiden, steekt het Britse leger daar een stokje voor, en verbiedt de mars. Ivan Cooper, leider van de groep, besluit de mars langs het centrum te leiden, maar hier gaat het mis. Een aantal hooligans zien het als hun taak om de Britten weg te jagen door ze met stenen te bekogelen. Er wordt in de chaos geschoten: twee Ieren laten het leven. De woede laait hoog op: terwijl de Ierse hooligans “Brits Out!” scanderen op de barricades, worden ze een voor een door de Britten neergehaald met scherp geschut. In totaal worden 13 ongewapende (!) Ieren doodgeschoten en 14 raken gewond (van de 14 overlijdt er later nog een aan zijn verwondingen). De film sluit af met een boodschap van Cooper aan het adres van de Britten: “this is the day you have killed the Irish Civil Rights Association, and given life to the IRA.” Het feit dat deze bloederige zondag nooit gevolgen heeft gehad voor de Britse soldaten die destijds omhoog gehouden stenen aanzagen voor vuurwapens, is nog steeds niet te geloven, en zal door deze film altijd herinnerd worden.

Adrenaline

~

Bloody Sunday, de tweede film van regisseur Paul Greengrass (regiedebuut: The Theory of Flight uit 1998), is moeilijk in alle opzichten. De fatale zondag in 1972 is een moeilijk onderwerp, dat weten we allemaal. Om dan de film het labeltje “de waarheid” mee te geven, is nog veel moeilijker. Deze Brits/Ierse film is opgenomen met in de hand gehouden camera’s in Derry samen met de plaatselijke bewoners, die een grote zeggenschap hadden over het uiteindelijke resultaat. Ook de Britten mochten hun zegje doen. Waar het verhaal totaal in het voordeel van de Ieren verteld had kunnen worden, blijft de film onpartijdig. Een van vele schokkerige scenes op de barricades laat zien hoe de provocatie van de hooligans (toepasselijk “provo’s” genoemd door Cooper) de Britten tot waanzin drijft. In hun “enthousiasme” zien ze overal vijanden, daar waar geen duidelijke vijand te identificeren is. Op de vraag of een Britse soldaat het doelwit ziet, antwoordt de onzekere, door adrenaline opgefokte, soldaat: “No, I don’t see a target, sir!”. Waarom schiet hij dan toch gericht op de provo’s op de barricades?

Eerste schot

Het eerste schot wordt niet gefilmd. Was het een van de mannen van de toen nog redelijk onbetekenende IRA of was het een Britse paratrooper, die het eerste schot loste? Wat duidelijk uit de film naar voren komt, is dat het eerste schot irrelevant is. Het eerste schot werd gevolgd door andere schoten, en dat leidde tot deze dramatische afloop van een mars, die zo vredig begon vanuit Free Derry.

Beeld

Een moeilijk maar prachtig gefilmd relaas, zo zou ik Bloody Sunday willen omschrijven. Het is een film die zeker met enig opletten gekeken moet worden, waarbij de verschrikkingen van die dag nog dagen door het hoofd kunnen spoken. Deze film is een ware wake-up call, om weer even herinnerd te worden aan het feit dat er nog genoeg mis is in de wereld, en dat we zeker kunnen leren van het verleden. Het deels meemaken – al is het dan via de media – van een dertig jaar oude zinloze strijd tussen Ieren en Britten, waaraan de gebeurtenissen in deze film ten grondslag liggen, moet voldoende reden zijn om deze film te gaan zien.