~
Wanneer Gerjan en Trijnie over hun (uit de hand gelopen) hobby vertellen is de reactie altijd hetzelfde. “Zoiets heb ik nog nooit gezien, zeggen ze altijd,” zegt Gerjan. In Nederland weten mensen vaak niet eens dat er zoiets als miniatuurboekdrukkunst bestaat. Zelfs in het boekenvak weten mensen vaak niet van het bestaan van de extreem kleine boeken. “Er zijn maar vier of vijf verzamelaars in Nederland. De Miniature Book Society, de internationale vereniging voor miniatuurboekliefhebbers, heeft rond de vijfhonderd leden. De meerderheid woont in Amerika, maar er zijn ook kleine aantallen in Engeland en Canada. Duitsland heeft een eigen vereniging.”
Het begin
Trijnie: “In 1987 studeerde ik een jaar in Engeland, en toen ik bij een vriendin logeerde kwamen we in een winkeltje een heel klein boekje tegen van de dichter Robert Burns. ‘Ik moet het maar niet kopen,’ dacht ik bij mezelf.” Trijnie voorvoelde al dat dit het begin zou worden van een verzameling. Ze kwam terug naar Nederland met een stuk of dertig miniatuurboekjes in haar koffer. Vrienden en familie keken rond, en zijzelf zocht antiquariaten en markten af. “Het groeide, het werd een sport. Van een vriendin die met de Transsiberië Express had gereisd kreeg ik het Rode Boekje van Mao in miniatuur. Losgepeuterd van een Chinees die het in zijn broekzak had.”
Meesterproef
~
De geschiedenis van miniatuurboeken begint eigenlijk al bij de kleitabletten in spijkerschrift, maar kwam in de Middeleeuwen pas echt op gang. “Het materiaal was kostbaar,” vertelt Gerjan. “Afgesneden reepjes werden hergebruikt voor kleine boekjes.” Veel bijbels werden in binnenzakformaat uitgegeven. “Maar ook ondeugende boekjes,” voegt Trijnie toe. Veel drukkers zagen in het maken van een miniatuurdruk een meesterproef. “Het is veel moeilijker om in het klein te werken, want je fouten worden enorm uitvergroot. Probeer maar een A4-tje dubbel te vouwen. Eén of twee millimeter ernaast geeft niet. Maar een A6-je is heel andere koek. Je moet daarom ook veel zorgvuldiger werken.”
Hoe zorgvuldig je moet werken, blijkt als we de thee op hebben en naar de boekentafel gaan. Trijnie pakt een paar kartonnen dozen en opent ze. Er liggen stapeltjes bedrukte vellen in, kartonnetjes, garen, naalden en nog veel meer. Die vellen krijgen Gerjan en Trijnie aangeleverd van gespecialiseerde drukkerijen. “Het is geen kwestie van kopiëren en verkleinen,” zegt Gerjan. “Nee, want dan zou het onleesbaar worden. De regels staan heel dicht op elkaar en de letters zijn niet veel groter dan een speldenknopje. Als je dit door een handelsdrukkerij laat doen, beginnen ze te huilen.”
Beetje gek
~
“Kijk,” legt Trijnie uit. “We binden onze boekjes zelf. Eerst vouwen, zodat je een katern krijgt. Dan gaatjes prikken, zodat je het katern vast kunt naaien. Dan alles op maat snijden. Om de rug van een stapeltje katernen gaat een bandje voor de stevigheid, en daaromheen komt dan de kaft.” Ze toont mallen en reepjes papier met streepjes erop: aanwijzingen voor waar en hoe te prikken of te knippen. Trijnie laat een boekje zien met schaatsende kinderen voorop:
The Twelve Months. Elke maand is gevat in een tekening. Die zijn echter niet ingekleurd, dat moet namelijk nog met de hand gebeuren. “Dat doet mijn zus met waterverf,” zegt Trijnie. “Die vond dat zo leuk om te doen.” De zus heeft nog ruim een halve doos drukwerk in te kleuren. Gerjan lacht. “Een beetje gek moet je ook wel zijn.”
Trijnie opent verschillende dozen en toont gevouwen bladen en half afgemaakte boekjes. De dozen liggen vol nog ongevouwen katernen. “We maken er een paar tegelijk. Het duurt dan ook jaren voordat een druk uitverkocht is.” Trijnie en Gerjan namen begin dit jaar Catharijne Press over, de enige uitgeverij in Nederland die zich alleen bezig houdt met miniatuurboeken. Er zit ook een miniatuurboekenantiquariaat bij. “Catharijne Press geeft elk jaar één miniatuurboekje uit. Dat zijn niet zomaar boekjes, vaak is er ook iets speciaals mee.” Catharijne Press laat tekenaars speciale illustraties maken of benadert een schoonschrijver voor mooie kalligrafie. “De uitgave van vorig jaar, een passage uit Gulliver’s Travels, is gedrukt in het lettertype Gulliver.”
Vergrootglas
~
We laten de bezigheden van de uitgeverij even voor wat ze zijn en bekijken het antiquariaat, gevestigd in verschillende dozen. Van buitenaf lijkt het weinig bijzonder, maar als de deksel er eenmaal afgaat, zie je kunstwerkjes die je nooit voor mogelijk had gehouden. Het volledige evangelie van Mattheus (ook een uitgave van Catharijne Press) is gedrukt in een letter van 2.5 punt groot die in 1827 werd ontworpen. Dit is alleen nog te lezen met een vergrootglas.
Sommige boekjes zijn zo klein dat zelfs een vergrootglas weinig zal helpen. Het boekje
A Kapa van de Joegoslavische kunstenaar Károly Andruskó meet vijf bij vijf millimeter. Er staan ook nog twintig houtsneden in, maar die krijgen we niet te zien. “Laat hem maar in het zakje,” zegt Trijnie. “Je bent ‘m zo kwijt.”
Poppenhuisboekjes
De vijf-millimeterboekjes zijn van een hele andere categorie dan de luciferdoos-boekjes. “Officieel moet een boekje kleiner zijn dan drie inch of 7,6 centimeter om in aanmerking te komen voor de titel miniatuur,” legt Trijnie uit. “Miniaturen zijn tussen de één en drie inch groot.” Dan zijn er nog de micro-miniaturen, die kleiner dan één inch zijn: “Gemaakt op de schaal van poppenhuizen, dus 1:12. Of nog kleiner, zoals A Kapa.”
Trijnie laat een paar van die poppenhuisboekjes zien, werkjes van misschien anderhalve centimeter groot, maar wel met goud op snee en ingenaaid in blauwe zijde. Ook weer met de hand ingekleurd. “Die zijn inderdaad vrij prijzig.”
Trijnie laat ook een in leer gebonden boekje zien met een tekst van Columbus. In het leer is een indrukwekkende tekening van een schip geperst. De stempel zit ook in de doos: een metalen plaat met ragfijne lijntjes, haast te fijn om nog enig detail in te ontdekken.
Oost-Europa
~
Hoewel je de miniaturen volgens de regels echt moet kunnen lezen worden ze eigenlijk alleen verzameld vanwege het formaat en de uitgave. De druk moet zorgvuldig zijn uitgevoerd, iets waar Oost-Europeanen heel goed in zijn. De Joegoslaaf Károly Andruskó verzorgde helemaal zelf zijn A Kapa, maar ook vele andere boekjes. “Er is zelfs een miniatuurboekencatalogus met alleen uitgaven van hem.” Ook weer in miniatuur uitgegeven, uiteraard.
Hongarije is het walhalla van de miniatuurboekenverzamelaar. “In de jaren zeventig kwamen er in Hongarije jaarlijks zo’n honderd miniatuurboekjes uit. Er waren ook verenigingen, waar je miniaturen kon kopen, plus nog weer micro-miniaturen van hetzelfde boekje. Nu geven ze er jaarlijks nog enkele tientallen uit.”
Nut
Gerjan en Trijnie brengen dit jaar hun eerste geheel zelfverzorgde uitgave op de markt, de twintigste in de rij van Catharijne Press. Welke titel het wordt, weten ze nog niet, maar vast staat dat ze er, hoewel gestaag, een flink aantal zullen verkopen. “De extra bijzondere edities gaan bijna allemaal naar Amerika,” zegt Trijnie. Ze hopen dat de belangstelling in Nederland groeit. “We hoeven het niet te hypen, maar de kring van liefhebbers mag best wat groter,” zegt Gerjan. “Het is allemaal handwerk, dus het heeft een flinke prijs, maar het is zo leuk.” Waarom dan? Wat is het nut van miniatuurboeken verzamelen? Trijnie heeft deze vraag al vaker beantwoord. “Wat is het nut van het verzamelen van koekblikken?” vraagt ze gedecideerd. “Small is beautiful!”
Meer weten?
Catharijne Press heeft nog geen website, maar wel een e-mailadres. Voor meer informatie kun je mailen naar: CatharijnePress@tiscali.nl
Zie ook: The Miniature Book Society
Groningen als popstad
Even geleden zat ik op het terras aan een tafeltje naast de zanger van de Groningse band IsOokSchitterend. Deze groep had in 1997 een grote hit met het nummer Voltooid Verleden Tijd (een zesde plaats als hoogste notering). Ik hoorde hem tegen iemand zeggen dat hij trots was op een tweede plek op de ranglijst van meest succesvolle liedjes afkomstig uit Groningen. Voltooid Verleden Tijd scoorde zelfs hoger dan Liefdesliedjes van de Jazzpolitie! Deze informatie had hij uit het onlangs verschenen boek Nothing Going On In The City van Koen van Krimpen.
~
Little Ritz & The Rocking Butterflies
Het is vooral heel aantrekkelijk om de jaren zestig en zeventig, toen ook bij ons het Rock ‘n’ Rollgevoel aantrad, eens grondig door te nemen. Een keur van illustere namen als Big Hill & The Rock Bombers, Johnny Dynamite & The Weedons, Little Ritz & The Rocking Butterflies en Margriet Peining passeren de revue. Het moet een behoorlijke klus zijn geweest om al deze bandjes te voorzien van een biografie. Van Krimpen is hier wonderwel in geslaagd. Hij heeft het boek ook zeer overzichtelijk weten te houden. Het is daardoor makkelijk om de gehele carrière van Groningse Coryfeeën als Hanneke Kappen en Richard Cameron na te lopen.
Pink Floyd
Ook de ontstaansgeschiedenis van Vera, Simplon en voorlopers van deze popzalen wordt uitgebreid beschreven. Van Krimpen heeft gewerkt met een voor de hand liggende chronologische indeling, met per tijdsvak een overzicht van opkomende bands, popmanifestaties (bijvoorbeeld het ontstaan van Noorderslag en Eurosonic) en nieuwe intiatieven. Ook is er een sectie met concerten van grote buitenlandse bands in Groningen. Zo blijken The Ramones ooit in Huize Maas te hebben gestaan met in het voorprogramma Talking Heads. Pink Floyd heeft in 1969 eens twee keer op een dag een set gespeeld in Concertzaal de Jong. Dat is toch leuk om te weten.
Alles
~
Prijs: € 22,90
Link: VanKrimpen online
Misschien ook iets voor u
The Hunted
~
Eerst nog even het verhaal: Aaron Hallam (Benicio del Toro) is na zijn verblijf in Kosovo als regeringsmoordenaar van de VS in isolatie geraakt en leeft in de bossen waar hij al een tijd jagers om het leven brengt op een lugubere manier. Als de FBI ten einde raad is wordt de hulp ingeroepen van een FBI wildernis- en survivalspecialist L.T. Bonham (Tommy Lee Jones). Bonham krijgt de moeilijke opdracht om Hallam, die door hem zelf ooit is opgeleid, op te sporen. En dat opsporen wordt wel heel letterlijk genomen… Bonham volgt elk spoor van Hallam. Het lijkt wel een kat en muisspelletje en dat gaat maar door en gaat maar door. Hallam is namelijk ook nogal goed in ontsnappen.
Bloederig
~
Oscars
Tommy Lee Jones (Men in Black, The Fugitive) en Benicio del Toro (Traffic) zullen zich voor hun hoofd slaan, dat ze zich hiervoor hebben geleend. Terwijl zij zeker wel het talent hebben, getuige de Academy Awards. Maar dat komt hier in ieder geval niet uit de verf. Jones heeft het druk met spoorzoekertje spelen en heeft maar een paar gesproken scènes en die zijn niet om warm van te worden. Hij staat daar maar en straalt weinig uit. En het enige wat Del Toro mag doen is zijn vechtkunsten vertonen en ook dat gaat vervelen.
~
Nee, deze film met gaten in het plot, middelmatig acteerwerk en een slecht verhaal is er zeker niet eentje die je persé op je verlanglijstje hoeft te zetten.
The Hunted
Regie: William FriedkinJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
La Voix Humaine
Een paar duizend dwingende, gevoelige en niet mis te verstane woorden in een uur. Eén actrice en drie musici in een onverbiddelijke strijd met dat ene sentiment: De Liefde. Muziek en taal gaan elkaar te lijf in Orkaters versie van La Voix Humaine.
~
“Hallo, hallo” (echo echo). “Juffrouw… Juffrouw” Er zitten meerdere mensen op dezelfde lijn, de telefoniste heeft het wederom niet voor elkaar gekregen om de vrouw alleen met haar ex-geliefde in contact te brengen. De vrouw is de wanhoop nabij. Ze heeft er alles voor over om hem nog één keer te spreken.
Lijntje
Op het sobere zwart-wit ingerichte toneel staat pontificaal in het midden een ouderwetse zwarte telefoon. Daar draait alles om in deze monoloog, gespeelt door Ria Marks in een roodbruine jurk. Met haar ogen dwingt ze de telefoon te laten rinkelen. Ze wil hem nog zoveel zeggen. Als ze hem eindelijk aan de lijn krijgt, beseft ze dat deze telefoonlijn het enige lijntje nog maar is dat de relatie in stand houdt. Ze houdt zich sterk terwijl ze bang is voor de eenzaamheid, maar dat wil ze niet aan hem laten merken omdat ze te trots is. Ze praat, fluistert, roept, kermt en zwijgt. Maar de relatie is niet meer te redden.
~
Andere kant
Een telefoongesprek is een originele manier van een monoloog, maar tegelijkertijd ook heel moeilijk. Uit haar antwoorden en gezichtsuitdrukkingen moet blijken wat de man aan de andere kant zegt. Dat doet Marks goed. Af en toe valt ze een beetje uit haar rol als ze net iets te snel antwoordt, waardoor de man aan de andere kant nauwelijks een halve zin gezegd kan hebben. Maar dat is een futiliteit. Ze weet zich mooi staande te houden tijdens de voorstelling; spelend met de telefoonhoorn, het draad, haar woorden en haar blik.
Ze wordt bijgestaan door drie strijkers (Jeffrey Bruinsma, Nina Hitz, Noortje Köhne) die ook op het toneel zitten. Ze storen niet en zorgen met hun wisselende spel op bepaalde momenten voor dat extra beetje emotie. De muziek van Maarten Ornstein past heel goed in deze voorstelling.
~
La Voix Humaine wordt tot en met 20 december in het land opgevoerd. Voor meer informatie: www.orkater.nl
La Voix Humaine
Artiest: OrkaterGezien op vrijdag 30 mei 2003 in Toneelschuur, Haarlem
Misschien ook iets voor u
28 Days later
Regisseur Danny Boyle had geen beter moment kunnen kiezen om met een film over een verwoestend virus te komen. In een tijd waarin de longziekte Sars over de wereld slachtoffers eist, is 28 Days Later aantrekkelijker om te kijken. Het zal je maar gebeuren: je wordt wakker in een ziekenhuis, de straten zijn verlaten en er is in eerste instantie niemand meer te bekennen…
~
28 Dagen voordat Jim (Cillian Murphy) zijn ogen opent in een ziekenhuis in Londen, hebben dierenactivisten apen bevrijd die besmet waren met een gevaarlijk virus. Het virus wordt overgedragen door bloed en veranderd mensen in twintig seconden in razende zombies, die maar één ding willen: nog meer slachtoffers maken. Jim gaat op zoek naar onbesmette mensen die nog in leven zijn. Hij treft Selena, Frank en Hannah. Samen gaan ze op weg naar Manchester, waar militairen hen kunnen beschermen tegen de zombies.
Nageslacht
En dan volgt een verassende wending in het tweede deel van de film. In de ingerichte kazerne van de militairen, achter het prikkeldraad en het mijnenveld, lijkt de kust veilig. Maar Jim en de andere drie kunnen maar even opgelucht adem halen. De militairen slaan namelijk zelf een beetje door als ze beseffen dat ze waarschijnlijk helemaal geen toekomst meer hebben nu de mensen of Engeland hebben verlaten of besmet zijn met het virus. Ze hebben in hun hoofd gehaald dat ze met de twee dames (waarvan één nog minderjarig) in het gezelschap seks willen hebben. Nu moeten Jim en de vrouwen niet alleen een gevecht leveren tegen de zombies, maar ook tegen de militairen.
~
Bloed kotsen
Dan terug naar de zombies. Die zijn goed neergezet: ze zijn vreselijk! Ze hebben bloeddoorlopen ogen, bijten onschuldige mensen om ervoor te zorgen dat zij ook besmet raken, rennen als een bezetenen rond en kotsen bloed. Daar moet je van houden. Desalniettemin is het wel tactvol in beeld gebracht, zodat je rustig kunt blijven kijken zonder je ogen van het doek af te moeten wenden. Dat geldt ook voor de schrikmomenten; die zijn voorspelbaar. Je zit zeker niet op het puntje van je stoel van de spanning tijdens deze film. Maar dat hoeft ook niet. 28 Days Later heeft andere kwaliteiten.
~
28 Days later
Regie: Danny BoyleJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
The Revenge of Shinobi
.
In dit spel neem je de rol van de legendarische Shinobi op je, en moet je de aarde weer eens redden van een gevaarlijke schurk. Deze schurk was al eens verslagen door zes Japanse krijgsheren (nou ja, 5 heren en een dame dan), maar deze overwinning corrumpeerde de ziel van de krijgers, en één voor één vervielen ze zelf in kwade daden. Om het kwaad echt te verslaan moet Shinobi dus weer eens op pad. Zijn mentor zal hem tijdens de trip mentaal begeleiden en hem met raad en daad bijstaan.
Arcade Vs. GBA
Op de Mega Drive heb ik nog wel eens een potje Shinobi gespeeld, en ook de arcadeversie is geen onbekende van me. Die laatste is zelfs mijn favoriet van alle Shinobi-games die ooit zijn verschenen. Ook deze GBA-versie maakt daar geen einde aan. Dat heeft niet direct met kwaliteit te maken, maar vooral met nostalgie. De GBA-versie bied dezelfde side-scrolling 2D beat ‘m up gameplay die we al kenden uit het origineel. De beelden zijn net even iets anders, en je kunt hier en daar door ladders op of af te gaan de levels wat meer afschuimen, maar dat is het dan ook wel.
Mystic moves
~
Conclusie
Shinobi voor de GBA is niet direct de Shinobi die ik kende van de Mega Drive en Arcade, en ik heb er een beetje gemengde gevoelens aan overgehouden. Het spel ziet er op zich redelijk uit, maar de gameplay is wat al te simplistisch. De oude Shinobi was erg moeilijk, maar erg eerlijk. Deze versie is nogal pittig door de kwetsbaarheid van zijn karakter. Voor de fans misschien geen aanrader, het origineel houdt hen wel zoet. Voor jongere GBA bezitters een Ninja tussendoortje.
Koude rillingen
~
Gespannen
De vergelijking met Radiohead lijkt altijd een beetje makkelijk, maar is in dit geval wel heel erg voor de hand liggend. Kashmir maakt intens emotionele muziek, die ongeveer in dezelfde sfeercategorie valt als het werk van Radiohead. Wel heeft Kashmir toch een eigen, zeer overtuigend, geluid. Zitilites klinkt van de eerste tot en met de laatste minuut zeer geënspireerd en gedreven. Het album ademt een bepaalde gespannenheid uit, een ietwat opgefokte atmosfeer. Met name zanger/componist Kasper Eistrup is met zijn vaak ingetogen, soms zeer schelle stem verantwoordelijk voor een uur lang prettige koude rillingen over de rug.
Het songmateriaal is van een uitermate hoogstaande kwaliteit. Je hebt wel eens van die bands die op de plaat al het kruit al verschieten in de eerste drie à vier nummers. Kashmir maakt zich daar echter geenszins schuldig aan op Zitilites. De eerste nummers zijn prachtig en zouden het kruit kunnen zijn, wat er echter daarna nog verschoten wordt is ongelooflijk.
Vernietigende uitbarsting
~
Meters dik kippenvel
Zo zou ik elk nummer wel proberen te omschrijven. Het oordeel is echter duidelijk. Wie niet bang is voor meters dik kippenvel op beide armen doet er goed aan eens naar Zitilites te luisteren. Je wereld zal er niet vrolijker op worden, maar dat was ook niet het geval bij The Bends en OK Computer van eerder genoemde Britse voorbeeldfiguren.
Link:
www.kashmir.dk
Kashmir
Album: ZitilitesMisschien ook iets voor u
Aïda leeft!
.
~
De voorstelling begint in de Egyptische vleugel van een modern museum met witte muren. Mensen bekijken de tentoonstelling, staan stil voor de glazen vitrines. Een man en een vrouw hebben oogcontact. Op dat moment komt Amneris, een vrouwelijke farao, tot leven. Ze neemt het publiek terug in de tijd mee naar Egypte, dat in strijd is met het buurland Nubië. Aïda, dochter van de koning van Nubië, wordt aan de oever van de Nijl gevangen genomen door de Egyptische legerkapitein Radames. Afkeer en woede is in haar ogen af te lezen. Hij schenkt haar als slavin aan zijn verloofde Amneris, dochter van de farao. En dan gebeurt het onvermijdelijke… Radames wordt verliefd op Aïda. En hoewel zij eerst nog ‘hard to get’ speelt, valt ze uiteindelijk nog net iets te snel voor de stoere Radames.
~
Honderd levens
Een dramatische driehoeksverhouding ontwikkelt zich, net zoals in de musical Miss Saigon. Maar de twee musicals zijn niet te vergelijken. Aïda heeft weer hele andere wendingen en brengt een totaal ander verhaal. Toch houdt ook deze ‘geheime’ liefde geen stand. Maar Radames zweert in zijn graf dat hij honderd levens lang zal blijven zoeken om Aïda terug te vinden. En dat brengt het publiek op het eind weer terug naar het begin, in het museum. Een hele mooie symbolische manier die laat zien hoe een man en vrouw elkaar aankijken en zich op een eigenaardige manier tot elkaar aangetrokken voelen.
Gevarieerd
Over alles lijkt nagedacht te zijn in deze musical en met een succesvol resultaat. De kostuums die in contrast staan tot de knallende achtergrond, de muziek, het decor.
Het decor is eenvoudig gehouden. Dit keer geen kroonluchter of helikopter op het podium, maar een sfeer die wordt opgeroepen door de kleuren van de achtergrond in combinatie met het licht. Samen zorgen die voor een dramatische ondersteuning van het verhaal, zodat ook de aandacht makkelijk bij de acteurs blijft.
Opvallend zijn de felle kleuren die gebruikt zijn, niet alleen in de achtergrond, maar ook in de kleding. Veel aandacht is besteed aan de pakken. Er zijn meer dan driehonderd kostuums met de hand gemaakt en meer dan tachtig met de hand geknoopte pruiken van Aziatisch-, buffel- en Europees haar. De meest wonderlijke creaties zijn te zien tijdens een modeshow van Amneris. Die show leidt wel erg af van het verhaal waar het om gaat, maar het is vermakelijk om naar te kijken en het maakt duidelijk dat Amneris een schoonheidspoppetje is. Uiteindelijk is het de muziek die de musical helemaal afmaakt, je net het emotionele duwtje geeft. De muziek van Elton John is onmisbaar. Up-tempo en ballades wisselen elkaar af en de verschillende muzieksoorten (rock, reggae, gospel en pop) zorgen voor de vaart in het verhaal.
Alternate
En dan de acteurs. Zij moeten toch elke avond de naam van de musical hoog houden. En dat lukt ze prima. Aïda wordt tijdens de meeste voorstellingen gespeeld door Chaira Borderslee, maar deze avond neemt alternate (invaller) Carolina Dijkhuizen de rol op zich. Het is haar musicaldebuut, maar dat is niet aan haar te zien. Ze laat indringend acteerwerk zien. In het begin heel fel en moeilijk te doorgronden en later wat meer als een prinses.
~
De rol van Amneris werd deze avond ingevuld door Talita Angwarmasse. Ze valt niet zo vaak in voor deze rol, maar daar was weinig van te merken. Ze stond er, zo leek het, heel zelfverzekerd. Misschien iets te lieflijk op de momenten dat ze belangrijke beslissingen uitspreekt. Maar het is dan ook geen gemakkelijke rol, omdat schoonheidspoppetje Amneris vrij snel van een oppervlakkige in een volwassen, wijze vrouw verandert. Een andere aparte verschijning is Chris Tanamal als Mereb (de bediende van Radames). Hij krijgt de lachers op z’n hand met zijn vrolijke en soms wat onhandige verschijning. En ook de dansers zijn een lust om naar te kijken.
Aïda, de musical vol intriges, hartstocht en verraad weet te boeien van het begin tot het eind. Het is een enerverende show met mooie kostuums, kleurrijke decors, heftige dramatische scènes en goede muziek. De acteurs weten met hun spel een indrukwekkende voorstelling neer te zetten over een onmogelijke liefde.
Aïda is nog tot en met 3 augustus 2003 te zien in het Circustheater in Scheveningen.
Voor meer informatie: Musicals.nl
Aïda
Artiest: Joop van de Ende TheaterproductiesGezien op zondag 25 mei 2003 in Circustheater, Scheveningen
Misschien ook iets voor u
Big Scale Racing
Het kan nog steeds, games maken in Nederland. Onlangs legde de gamedivisie van Davilex min of meer het loodje, maar het kleine bedrijfje BumbleBeast gaat het gewoon toch proberen. Het eerste project is Big Scale Racing, een racespelletje met radiografisch bestuurde wagentjes. Er wordt tegenwoordig veel van een game geëist om mee te kunnen in de top, en we zijn benieuwd of BumbleBeast aan die eisen kan voldoen.
~
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: Big Scale Racing is leuk! Na al die racestimulatoren waarbij je alles kan instellen en afstellen is een eenvoudig pick up and play racespelletje echt welkom. Big Scale Racing biedt juist dat wat ik zoek. De eerste keer dat ik het spel begon te spelen bekroop mij het gevoel dat ik Micro Machines 3D aan het spelen was. De besturing is redelijk vergelijkbaar. De circuits zijn klein en fun, en zorgen ervoor dat je duidelijk met schaalmodellen van auto’s aan het rijden bent.
Unlock
~
Pionnetjes
Het spel ziet er erg goed uit. Sommige circuits zijn erg grappig terwijl anderen meer uitdagend zijn. Afsnijden is er vaak niet bij. Als je niet netjes om de pionnetjes gaat kan je dat heel erg veel tijd kosten. De eerste keer dat ik een pionnetje miste besloot ik door te karren, en een eventuele tijdstraf maar te accepteren. Niet dus. Mijn hele rondje werd gewoon niet meegeteld! Nog maar eens proberen…
Conclusie
BSR is echt een leuk spel. Zowel jongere als oudere gamers zullen er prima mee uit de voeten kunnen. Naast dat je soms een middagje bezig bent met diverse klasses te winnen heeft het spel ook een ‘even snel spelen voor ik naar college (of werk) moet factor’. Van internet zijn diverse gadgets zoals nieuwe circuits te downloaden, zodat het spel nog lang speelbaar blijft. Een zeer geslaagd Nederlands product, dat de concurrentie met de buitenlandse markt prima aan kan!
Normen en waarden?
.
~
Centraal staat een Marokkaanse familie, vader Driss Ajoeb, moeder Malika, zoon Mehdi en dochter Jasmina. Mehdi’s vriendinnetje, de Hollandse Diana, is zwanger van hem en het nog ongeboren kind vertelt het verhaal dat zich in het boek ontvouwt. In het eerste hoofdstuk vertelt het nog ongeboren kind dat ze een gave heeft. Ze maakt alles mee, terwijl ze in de buik van Diana zit en tegelijkertijd vertelt ze ook over de geschiedenis van de personen, hun gedachtes, verlangens en angsten. Het ongeboren kind is de langverwachte, zoals ze zelf zegt. Ze stelt de geboorte uit om precies in het nieuwe millennium geboren te worden.
De personen in de roman maken van alles mee. Soms is het eerder dat de gebeurtenissen hen overkomen, ze hebben geen invloed op wat er gebeurt en lijken soms lijdzame wezens. Soms hebben andere personen invloed hebben op wat ze doen. Zoals Driss die er onder lijdt dat Malika niet meer tegen hem praat en daardoor zijn handelen verandert. Hoe klein de rol van sommige personen soms is, ze krijgen allemaal veel aandacht. Dit komt dan meestal omdat ze tijdens hun rol in het verhaal iemand van de familie Ajoeb tegenkomen. Alle elementen die in Rotterdam wonen bewegen langs elkaar en komen elkaar soms tegen, terwijl ze elkaar nog niet kennen. Ze zijn op zoek en vinden soms even. Grappig zijn de advertenties van allerlei dokterachtige mannen, die hun diensten aanbieden. Ze vormen een illustratie van de verstrooidheid die de personen soms hebben.
Een heel mooi motief in het boek zijn de glazen van Malika. Ze is een fervente theedrinker. Ze poetst de glazen en koestert ze. De glazen zijn zo ongeveer het enige dat ze uit Marokko heeft kunnen meenemen. Soms probeert ze in de glazen te kijken wat de toekomst haar zal brengen. Ze zijn misschien het verlangen naar Marokko, maar tegelijk ook wat haar weghoudt bij haar geschiedenis. De glazen staan voor theedrinken en het verlangen iemand te vinden om bij thee te drinken en je bij die persoon te rusten leggen.
Abdelkader Benali schrijft onhollands. De kille en zakelijke stijl die bij veel Nederlandse schrijvers te lezen is ken je niet terug in De Langverwachte. De woorden lijken soms over elkaar heen te vallen, weer op te staan en dan een zin te vormen. Ze buitelen bijna over elkaar heen. Er zit soms een ongelooflijke vaart en beweging in de zinnen. Ook onhollands zijn de mooie, oosters aandoende spreekwoorden en wijsheden, waar het boek vol mee zit. Je zou zo een bundel mooie one-liners uit deze roman kunnen samenstellen.
Sprookjesachtig zijn de verhalen over Marokko over de peetvader van Malika die verleid werd door een jurk uit een gesloten koffer, die hij eens kocht en die zijn dood werd. In deze jurk zal Malika moeten trouwen, maar ze maakt haar eigen jurk, die ze aan zal houden totdat ze trouwt.
~
Het is eigenlijk geen boek over de allochtoon die een vreemde is in Nederland. Eerder is het een familieverhaal à la Marquez waarin van alles gebeurt, wat soms niet meer goed na te gaan is. Oude tradities worden gekoesterd, maar tegelijk willen de personen de familiegeschiedenis vergeten. Volgens het juryrapport is De Langverwachte is ‘een gedurfde roman die (…) in de verste verte niet wil moraliseren’. Het is een verademing in deze tijd van het ‘normen en waarden’-debat. En misschien een signaal van de jury? Ach nee, gewoon een mooie roman.
Bladzijden: 359
ISBN: 90 5000 055 x
Misschien ook iets voor u
Klein? Miniatuurboekdrukkunst!
/ 0 Reactiesdoor: Els Bertens0 SterrenDe thee en koekjes op de ene tafel blijven strikt gescheiden van de boeken op de andere tafel. Lezen met een kopje koffie erbij kan echt niet. Maar eigenlijk zijn de boeken van Trijnie Duut en Gerjan Heij, eigenaren van Catharijne Press, ook niet echt om te lezen maar om te verzamelen. Bibliofilie in het kwadraat, zou je kunnen zeggen, hoewel dit geen grote verzameling is, maar juist een extreem kleine: miniatuurboeken.
~
Wanneer Gerjan en Trijnie over hun (uit de hand gelopen) hobby vertellen is de reactie altijd hetzelfde. “Zoiets heb ik nog nooit gezien, zeggen ze altijd,” zegt Gerjan. In Nederland weten mensen vaak niet eens dat er zoiets als miniatuurboekdrukkunst bestaat. Zelfs in het boekenvak weten mensen vaak niet van het bestaan van de extreem kleine boeken. “Er zijn maar vier of vijf verzamelaars in Nederland. De Miniature Book Society, de internationale vereniging voor miniatuurboekliefhebbers, heeft rond de vijfhonderd leden. De meerderheid woont in Amerika, maar er zijn ook kleine aantallen in Engeland en Canada. Duitsland heeft een eigen vereniging.”
Het begin
Trijnie: “In 1987 studeerde ik een jaar in Engeland, en toen ik bij een vriendin logeerde kwamen we in een winkeltje een heel klein boekje tegen van de dichter Robert Burns. ‘Ik moet het maar niet kopen,’ dacht ik bij mezelf.” Trijnie voorvoelde al dat dit het begin zou worden van een verzameling. Ze kwam terug naar Nederland met een stuk of dertig miniatuurboekjes in haar koffer. Vrienden en familie keken rond, en zijzelf zocht antiquariaten en markten af. “Het groeide, het werd een sport. Van een vriendin die met de Transsiberië Express had gereisd kreeg ik het Rode Boekje van Mao in miniatuur. Losgepeuterd van een Chinees die het in zijn broekzak had.”
Meesterproef
~
Hoe zorgvuldig je moet werken, blijkt als we de thee op hebben en naar de boekentafel gaan. Trijnie pakt een paar kartonnen dozen en opent ze. Er liggen stapeltjes bedrukte vellen in, kartonnetjes, garen, naalden en nog veel meer. Die vellen krijgen Gerjan en Trijnie aangeleverd van gespecialiseerde drukkerijen. “Het is geen kwestie van kopiëren en verkleinen,” zegt Gerjan. “Nee, want dan zou het onleesbaar worden. De regels staan heel dicht op elkaar en de letters zijn niet veel groter dan een speldenknopje. Als je dit door een handelsdrukkerij laat doen, beginnen ze te huilen.”
Beetje gek
~
Trijnie opent verschillende dozen en toont gevouwen bladen en half afgemaakte boekjes. De dozen liggen vol nog ongevouwen katernen. “We maken er een paar tegelijk. Het duurt dan ook jaren voordat een druk uitverkocht is.” Trijnie en Gerjan namen begin dit jaar Catharijne Press over, de enige uitgeverij in Nederland die zich alleen bezig houdt met miniatuurboeken. Er zit ook een miniatuurboekenantiquariaat bij. “Catharijne Press geeft elk jaar één miniatuurboekje uit. Dat zijn niet zomaar boekjes, vaak is er ook iets speciaals mee.” Catharijne Press laat tekenaars speciale illustraties maken of benadert een schoonschrijver voor mooie kalligrafie. “De uitgave van vorig jaar, een passage uit Gulliver’s Travels, is gedrukt in het lettertype Gulliver.”
Vergrootglas
~
Sommige boekjes zijn zo klein dat zelfs een vergrootglas weinig zal helpen. Het boekje A Kapa van de Joegoslavische kunstenaar Károly Andruskó meet vijf bij vijf millimeter. Er staan ook nog twintig houtsneden in, maar die krijgen we niet te zien. “Laat hem maar in het zakje,” zegt Trijnie. “Je bent ‘m zo kwijt.”
Poppenhuisboekjes
De vijf-millimeterboekjes zijn van een hele andere categorie dan de luciferdoos-boekjes. “Officieel moet een boekje kleiner zijn dan drie inch of 7,6 centimeter om in aanmerking te komen voor de titel miniatuur,” legt Trijnie uit. “Miniaturen zijn tussen de één en drie inch groot.” Dan zijn er nog de micro-miniaturen, die kleiner dan één inch zijn: “Gemaakt op de schaal van poppenhuizen, dus 1:12. Of nog kleiner, zoals A Kapa.”
Trijnie laat een paar van die poppenhuisboekjes zien, werkjes van misschien anderhalve centimeter groot, maar wel met goud op snee en ingenaaid in blauwe zijde. Ook weer met de hand ingekleurd. “Die zijn inderdaad vrij prijzig.”
Trijnie laat ook een in leer gebonden boekje zien met een tekst van Columbus. In het leer is een indrukwekkende tekening van een schip geperst. De stempel zit ook in de doos: een metalen plaat met ragfijne lijntjes, haast te fijn om nog enig detail in te ontdekken.
Oost-Europa
~
Hongarije is het walhalla van de miniatuurboekenverzamelaar. “In de jaren zeventig kwamen er in Hongarije jaarlijks zo’n honderd miniatuurboekjes uit. Er waren ook verenigingen, waar je miniaturen kon kopen, plus nog weer micro-miniaturen van hetzelfde boekje. Nu geven ze er jaarlijks nog enkele tientallen uit.”
Nut
Gerjan en Trijnie brengen dit jaar hun eerste geheel zelfverzorgde uitgave op de markt, de twintigste in de rij van Catharijne Press. Welke titel het wordt, weten ze nog niet, maar vast staat dat ze er, hoewel gestaag, een flink aantal zullen verkopen. “De extra bijzondere edities gaan bijna allemaal naar Amerika,” zegt Trijnie. Ze hopen dat de belangstelling in Nederland groeit. “We hoeven het niet te hypen, maar de kring van liefhebbers mag best wat groter,” zegt Gerjan. “Het is allemaal handwerk, dus het heeft een flinke prijs, maar het is zo leuk.” Waarom dan? Wat is het nut van miniatuurboeken verzamelen? Trijnie heeft deze vraag al vaker beantwoord. “Wat is het nut van het verzamelen van koekblikken?” vraagt ze gedecideerd. “Small is beautiful!”
Meer weten?
Catharijne Press heeft nog geen website, maar wel een e-mailadres. Voor meer informatie kun je mailen naar: CatharijnePress@tiscali.nl
Zie ook: The Miniature Book Society
Misschien ook iets voor u