Muziek / Album

Praful vs Candy

recensie: One Day Deep

Op het moment dat je zegt dat je van jazz houdt, zit je in de problemen. Want wat bedoel je eigenlijk? Van wèlke jazz houd je precies? Word je wild van de melodieuze composities van Duke Ellington? Ben je helemaal weg van de vroege experimenten van Thelonious Monk of ben je een Miles Davis fanaat? Misschien zoek je het wel in het moderne repertoire en dan kom je pas echt in de problemen, want nooit was de scheiding tussen vrije jazz en de mainstream groter dan nu.

~

Neem nu Praful. In een persbericht meldde de distributeur van deze Amsterdamse muzikant van Duitse origine trots dat zijn cd One Day Deep het meest gedraaid werd op de Amerikaanse jazzradio. Er wordt niet bij verteld welke verzameling van radiostations die (ook) jazz draaien hier wordt bedoeld, maar het feit dat Praful volgens het persbericht Candy Dulfer van de eerste plaats heeft verdrongen, doet het ergste vrezen. We bevinden ons duidelijk in het segment van de jazz dat de mainstream zelfs voorbij steekt en zich onder de niet veel verduidelijkende term cross-over laat vangen.

Vader van de lounge

~

Er is natuurlijk niets mis met cross-over jazz, in de recente jaren zijn we zelfs overspoeld door op zijn minst interessante pogingen om dance, hip-hop en funk te combineren met jazz. Saint-Germain mag van deze onuitputtelijke rij wel de vaandeldrager worden genoemd. Het misverstand is echter ontstaan dat deze stroming ‘nieuw’ is, terwijl Saint-Germain, Jazzanova, Thievery Corporation en zelfs Erik Trufaz behoorlijk schatplichtig zijn aan met name Miles Davis. Davis maakte al in 1969 de toen grensverleggende (en op veel hoon onthaalde) elektronische plaat In A Silent Way. Misschien gaat het te ver om Miles de vader van de lounge te noemen, maar een niet te onderschatten rol speelt hij niettemin.

Weloverwogen en weldoordacht

Ook de plaat van Praful moet in deze context bekeken worden. Praful maakt rustige (of moeten we zeggen mellow?) deuntjes die dan de invloed van Indiase en dan weer de invloed van Braziliaanse muziek laten horen. Het valt op dat de Duitse Amsterdammer een begenadigd instrumentalist is. Van tenor-sax tot Indiase bamboefluit en van Rodhes-piano tot percussie, Praful speelt het allemaal. Maar levert deze diversiteit ook spannende muziek op? Jammer genoeg niet. Praful put zich uit in het etaleren van zijn muzikale invloeden en kunde en verwacht zo zijn geluid te kunnen bepalen. Op zijn site houdt hij zijn muzikale avonturen in India en Brazilië verantwoordelijk voor wat hij noemt “my own colourful sound”, maar in werkelijkheid citeert hij slechts uit alle muziek die op hem van invloed is geweest zonder er een weloverwogen en weldoordachte keuze uit te maken. Natuurlijk Miles, India, de jazz-rock saxofonist Michael Brecker, Brazilië en uiteraard de fluit van Saint-Germain, ze hebben de muziek van Praful bepaald, waar dat eigenlijk andersom had moeten gebeuren.

Slaaf van het genre

Dat er na In A Silent Way nog wel degelijk mogelijkheden liggen voor elektronische jazz, bewijzen de melodisch interessante Saint-Germain en Erik Trufaz, die het andere (vrij ontoegankelijke) elektronische avontuur van Miles Davis, Bitches Brew, dansbaar lijkt te willen maken. In tegenstelling tot Praful die zich nog een beetje de slaaf toont van het genre, zijn zij erin geslaagd hun invloeden meester te worden. Laten we hopen dat ook Praful ons eens versteld zal laten staan. Ondertussen feliciteer ik hem alvast met het feit dat hij de arme Candy van haar Amerikaanse troon heeft gestoten.

Boeken / Fictie

Lezen over de liefde

recensie: Ismael

Dat vrouwen graag over de liefde schrijven is geen nieuws. Andersom lezen vrouwen ook wel graag over de liefde en zijn de boeken daarom redelijk populair. Het genre ‘liefdesverhaal’ kent een grote verscheidenheid. Het gaat van Bouquetreeksroman naar Bridget Jones Diary, maar ook in de literatuur is de verhouding tussen twee geliefden vaak het onderwerp van schrijfsters.

~

Ariënne de Bruijn schrijft ook over de liefde. In Ismael voert ze een geschiedenis-studente Fee op, die een passionele liefde heeft opgevat voor een medestudent Ismael. Hij is niet de enige man in dit boek, want ook ontmoet ze twee dichters. Fee herinnert Ismael door de geur die hij bij zich draagt, en ze koestert de ansichtkaarten die hij stuurt. Hij schrijft over de plekken waar hij is met zijn geliefde Nadinda, die ook in een plaats krijgt in de gedachtes over de obsessie ‘Ismael’. Ben David begrijpt niet wat ze in hem ziet, en zegt haar dat ze enkel verliefd is op de persoon die ze in haar hoofd gecreëerd heeft, die de eigenschappen aan heeft genomen, waarvan ze graag zou willen dat hij ze had. Dat Ismael een soort illusie is, blijkt uit de ansichtkaarten, waardoor Fee nog meer in de war gebracht wordt, die niet door hem, maar door Ben David zijn geschreven.

Droge krassen

Door de verschillende mannen die Fee ontmoet, dringt zich de gedachte op aan De Wetten van Connie Palmen. Dat boek is echter een zoektocht naar de liefde, terwijl Fee de liefde eigenlijk wel gevonden lijkt te hebben, maar deze haar niet wil hebben. Fee ontmoet twee dichters, Ben David, een vriend van Ismael en Wanja, een Russische dichter. Ze praat soms met hen over Ismael, maar niet in de vrouwengespreksvorm, zoals ‘wat ze voor hem voelt’. De liefde wordt nogal woordelijk bedreven en dat is mooi gevonden, omdat ze ook veel met dichters om gaan. Zij schrijven over de liefde of proberen haar misschien te omschrijven, maar in het gedicht blijft het bij dat droge krassen van de pen in plaats van de fysieke daad. Hagar Peeters heeft hier een treffend gedicht over geschreven: Genoeg gedicht over de liefde voor vandaag/want al schijvend heb ik de liefde niet bedreven./Het leven laat zich maar al te graag /liever beschrijven dan beleven. De droge manier van het beleven van de liefde voor Ismael blijkt ook uit het feit er eerder gedachtes zijn dan passionele ontmoetingen.

Clichéstukjes

De Bruijn heeft een mooie schrijfstijl die wisselt van nuchter en observerend naar passioneel en poëtisch. Deze stijl is als de persoon van Fee. In de gesprekken lijkt ze nuchter, maar de regels er tussenin zijn vol verlangen en fantasieën. Ze gebruikt frisse en nieuwe metaforen, die het boek levendig maken en soms grappig. Vooral de gesprekken met haar mannelijke vrienden zijn een opeenstapelling van intellectuele zinnen en theorieën die het boek wel erg grappig maken. Soms zitten er wel een beetje clichéstukjes in de schuingedrukte zinnen, die nog op een ander niveau de gedachten voor Fee verwoorden, maar dat mag het boek niet deren.

Nu ik er weer aan terug denk is het alsof het nooit is gebeurd. Er zijn geen tastbare bewijzen dat het ooit heeft plaats gevonden. Het oproepen van de herinnering is als het stoppen van een foto in een fotolijstje, een verstild moment dat anders was vergeten, in de eeuwigheid vastgelegd. Ik heb al deze ontmoetingen gerangschikt, in volgorde van hun onbevredigende afloop. Sommige ontmoetingen zijn eigenlijk herhalingen van een uitgesteld afscheid.

Zelfmoord

Het boek eindigt met een brief aan Ismael. Fee is in Parijs en ze schrijft hem over hoe het daar is. Het is een vluchtige beschrijving, maar tegelijk ook bedachtzaam. Een nieuwe stad brengt je op nieuwe ideeën, maar stelt je relatie met de plek waar je vandaan ging ook in een ander licht. Terwijl je nieuwe dingen beleeft ben je nogal altijd verbonden met de plaats waaruit je vertrok. Voor Fee is het een manier om achter te laten wat ze meemaakte en de mensen die ze kende. Ze omschrijft het als een vorm van zelfmoord dat ze wordt gescheiden van wat ze achterliet, maar zij kan niet van die thuiswereld gescheiden worden, omdat haar gedachten er nog constant aan refereren.

Stevige seks

Lezen over de liefde is leuk, zeker als er wat filosofisch getinte stukjes in zitten en de hoofdpersoon ook nog andere bijzondere dingen meemaakt. Het boek draait niet alleen om liefde voor Ismael, maar is ook meer een boek over Fee en over denken over de wereld en over verlangen. In sommige verhalen is de climax het moment dat de twee gelieden zich overgeven aan stevige seks. Dit is niet het geval in Ismael en juist deze droge en woordelijke manier van liefde en inpliciet verlangen, maakt het verschil met andere verhalen over de liefde.

8WEEKLY

Kijk ons eens: De Bauers

Artikel:

.

~

Ik houd niet van Frans Bauer. Niet dat ik hem ken, maar Duitsers zijn dol op zijn muziek, hij heeft in een woonwagenkamp gewoond, hij komt uit Brabant en Duitsers zijn dol op zijn muziek. Voldoende redenen om niet van Frans Bauer te houden, lijkt mij zo. En het kijken naar De Bauers heeft mijn visie op Neerlands populairste volkszanger niet veranderd: Frans bleek inderdaad de sukkel waar ik hem altijd al voor gehouden heb.

Kaaskroket

Toch heb ik me niet de hele uitzending verveeld. Het kijken naar Frans Bauer is vergelijkbaar met het spelen met een klein kind. Zoals het leuk is om met grote stoffen auto’s tegen stoelpoten aan te botsen of met veel te veel verf veel te grote vlekken op een veel te klein papier te maken, zo is het ook leuk om Frans zich te zien verbranden aan een kaaskroket. Soms doe ik mijn ogen dicht als Frans praat, bijvoorbeeld als hij in de gaten krijgt dat er allemaal mannetjes in zijn tuin aan het klussen zijn. Ik hoor hem dan tussen twee genietende slokken koffie door zeggen: “Voor die jongens is het ook koud hoor, zo ’s ochtends.” En als hij zich na het ontbijt daadwerkelijk naar buiten waagt: “Hé, volgens mij gooien ze allemaal stront in de tuin!” En even later, als hij terugkomt van een gesprek met een tuinman: “Turf, zegt ‘ie. Nou, volgens mij is het gewoon stront.”

~

Maar net als kinderen me na een tijdje beginnen te irriteren, wordt ook Frans na een kwartier vervelend. Bij Ozzy Osbourne, de oervader van de voor-veel-geld-mag-iedereen-zien-hoe-ik-leef-show, gebeurde al weinig interessants, maar het leven van Frans Bauer gaat niet veel dieper dan niveau Big Brother. Het stront-incident was het hoogtepunt van de avond en in een vorige aflevering draaide alles om de oplader van de mobiele telefoon die niet in de stopcontacten op de Antillen paste. Niet direct een half uur televisie waard.

Geluksonderbroek

Na het ontbijt gebeurde werkelijk niks interessants meer. Frans moest zich concentreren omdat hij ’s avonds de eerste uit een rij optredens in Ahoy’ had. Ik zal de rest van de aflevering (20 minuten) in enkele regels samenvatten: Frans concentreert zich, Frans’ haar wordt geknipt, Frans is zijn geluksonderbroek kwijt, Frans’ energiebanen worden gecontroleerd door een paragnost, Frans moet even naar de wc en Frans maakt een grapje tegen de meisjes van de showdans. En godzijdank: het optreden is voorbij. Zijn ouders rijden hem weer naar huis, waar Frans na een beker warme melk lekker onder de dekens kruipt. Maar niet voor nog even tegen zijn moeder te zeggen dat de tuinmannen stront in de tuin hebben gegooid. Rock ’n roll op RTL 4.

Als voorbereiding op Kill Bill, de nieuwe film van Quentin Tarantino, zal Jan aanstaande woensdag naar The making of gaan kijken. Maar niet zonder extra vraag: wat is de beste film door Tarantino ooit?

De Bauers

donderdag, 21.00u, RTL 4 – www.rtl4.nl/shows/debauers

The Making of Kill Bill

woensdag, 23.20u, Veronica

Film / Films

De zelfmoord van Wilbur

recensie: Wilbur Wants to Kill Himself

Het ene na het andere potje pillen giet Wilbur (Jamie Sives) leeg in zijn mond. Toch zijn die potjes in de badkamer niet genoeg: ook de gasoven moet aan. Op zoek naar een munt om deze aan te zetten, slaat hij alle pillen die hij tegenkomt in huis achterover. Nonchalant, doelgericht, alsof hij elke dag zelfmoord probeert te plegen.

~

Na deze eerste scène van Wilbur Wants to Kill Himself blijkt dat dat inderdaad het geval is. Wilbur heeft alle mogelijke manieren om zichzelf van het leven te beroven al eens overwogen of geprobeerd. “Pillen en gas dit keer” vertelt hij zijn therapiegroep luchtig. Als zijn therapeut hem zegt dat het wel eens had kunnen lukken, kijkt Wilbur hem doordringend aan. “Ja, dat was zo ongeveer de bedoeling.”

Zelfmoord als ‘way of life’

~

Hoe ellendig een thema als zelfmoord kan klinken, regisseuse en schrijfster Lone Scherfig (Italian For Beginners) behandelt het heel lichtvoetig. Waarom Wilbur zo nodig dood wil, blijft onuitgesproken. Ongelukkig lijkt hij niet. Hij heeft een schat van een broer, Harbour (Adrian Rawlins), die voor hem zorgt en elke keer de ambulance belt. Zelfs als Harbour trouwt met Alice (Shirley Henderson), maakt Wilbur net zo vanzelfsprekend deel uit van het gezin als haar dochtertje. Voor Wilbur lijken de pogingen eerder een ‘way of life’, voortkomend uit zijn rol als zorgenkindje, dan een uitweg uit een vreselijk leven. Na een poosje accepteer je dit als toeschouwer als een wat vreemde eigenschap: dat het hem echt zal lukken, lijkt onwaarschijnlijk.

Stuntelig

Wilbur is niet het enige karakter in de film die wat raar omgaat met de werkelijkheid. Eigenlijk doen alle hoofdrolspelers dat. Tegelijkertijd – of misschien wel juist daardoor – blijven ze heel menselijk en begrijpelijk. Een omhelzing is stuntelig, net als de manier waarop Harbour bij hun tweede ontmoeting kauwgom uit Alices haar haalt. “Haar haar was zo zacht”, vertelt hij later stralend aan zijn broertje. Zo vertederend en lief als Harbour is, zo lomp is Wilbur. “Ik had wel een hond genomen als ik in mijn oor gelikt wilde worden”, zegt hij tegen een van de vele vrouwen die desondanks als een blok voor hem vallen.

Gelikt

Dat de toch wat bizarre karakters zo sterk tot leven komen, is mede de verdienste van de acteurs. Het camerawerk en de bruin-groenige kleuren – veel gelikter dan in de dogmafilm Italian For Beginners, maar toch verre van ‘Hollywood’ – versterken dat gevoel van echtheid. De bedomptheid van de tweedehands boekenwinkel kun je bijna ruiken, net als de kou in de lucht en de grijze straten.

Vreemd

Pas als je de bioscoop uitloopt, merk je pas echt wat deze film zo sterk maakt. Omdat je van de hoofdrolspelers met al hun vreemde karaktertrekjes gaat houden, lijkt het normaal dat het ene drama – de constante stroom aan zelfmoordpogingen van Wilbur – grappig wordt gebracht, terwijl het andere drama – de ziekte van zijn broer – wel droevig is. Zelfs de vreemde driehoeksrelatie tussen Alice, Harbour en Wilbur lijkt logisch. Dat je die tegenstellingen bijna twee uur lang niet als vreemd ervaart, toont aan hoe goed Wilbur Wants to Kill Himself in elkaar zit.

Film / Films

De ultieme klassieker

recensie: Casablanca

Om onze kennis van de filmgeschiedenis een beetje op peil te houden, houden mijn vriendin en ik bij welke meesterwerken van de cinema we al hebben gezien en, belangrijker, welke nog op ons liggen te wachten. We doen dit aan de hand van een uitgeprinte IMDb Top 250: de beste 250 films volgens de gebruikers van de Internet Movie Database. De hoogst genoteerde titel die we allebei nog nooit hadden gezien was Casablanca, nummer vijf op onze lijst van 23 september jongstleden, ingeklemd tussen Schindler’s List en The Fellowship of the Ring.

Waarom ik de film tot voor kort nog nooit had gezien, is me nog steeds een raadsel, want ik moet hem al zeker drie jaar geleden eens van de BBC hebben opgenomen op video (in die oertijd dat ik nog films van tv opnam). Laten we het erop houden dat het er gewoon nooit van gekomen is. Maar nu deze prachtige special edition dvd van de film op uitkomen staat, is er natuurlijk geen excuus meer om hem links te laten liggen.

Tijdloos

Natuurlijk is het onmogelijk nog iets nieuws toe te voegen aan de stroom publicaties die sinds 1942 over de film zijn verschenen, zeker niet na een eerste keer. Maar wat opvalt is het tempo van de film (een handelsmerk van regisseur Curtiz): afgezien van enkele technische details (achtergrondprojecties, onvaste camerabewegingen) oogt Casablanca geen moment gedateerd. Ook het verhaal, tegelijkertijd een thriller over gestolen reisdocumenten en een romantisch drama over een verloren liefde, is tijdloos en draagt bij aan de klassieke status van de film. Nu ik Casablanca eindelijk heb gezien, weet ik dat het niet bij één keer kijken zal blijven.

Bij toeval een klassieker

~

In feite was Casablanca gewoon een standaardproductie (alle grote studio’s produceerden per jaar zo’n vijftig titels, oftewel een film per week), die bijna bij toeval een klassieker werd. Het is zo’n film waarbij alle elementen perfect op elkaar zijn afgestemd: de juiste hoofdrolspelers, de juiste regisseur en het juiste verhaal (op basis van een script waaraan dagelijks nog werd gesleuteld; Ingrid Bergman wist lange tijd niet op wie van de twee kanshebbers in de film ze nu verliefd moest zijn). Timing speelde ook een grote rol: vlak voordat de film uitkwam, vond de legendarische ontmoeting tussen Roosevelt en Churchill plaats in… Casablanca. Toen de film een paar maanden later drie Oscars won (waaronder die voor beste film en beste regie), was de reputatie van de film defintief bezegeld.

Stonede Tweety

Een film als Casablanca verdient natuurlijk een deluxe-behandeling op dvd, en dat zit gelukkig wel snor: naast twee zeer enthousiaste en informatieve commentaartracks – de eerste van filmcriticus en Casablanca-fan Roger Ebert, de tweede van filmhistoricus Rudy Behlmer – bevat deze tweedelige set een schat aan uniek beeld- en geluidsmateriaal, waaronder de eerste proefaflevering van een geflopte televisieserie gebaseerd op de film en een – wel geslaagde – parodie-slash-hommage met Bugs Bunny als Rick en een stonede Tweety als de gluiperige Ugarte. Natuurlijk ontbreekt ook de terugblik op het maken van de film niet, in de vorm van de halfuur-durende documentaire You Must Remember This.

Essentieel

De film Bacall on Bogart is bijna even lang als Casablanca zelf, en bevat voornamelijk fragmenten uit films van Humphrey Bogart, aan elkaar gepraat door zijn vrouw en collega Lauren Bacall en aangevuld met interviews met schrijvers, regisseurs en andere kenners van het oeuvre van “Bogie”. Tenslotte ontbreken ook de recentelijk ontdekte outtakes en verwijderde scènes niet. Deze mooie nieuwe dvd is, door de kwaliteit van de film en de bijgeleverde extra’s voor elke filmliefhebber in één woord essentieel. En nu ik Casablanca eindelijk gezien heb, kijk ik alvast uit naar het moment waarop ik de volgende titel mag doorstrepen: 12 Angry Men van Sidney Lumet, nummer 22 op onze lijst.

Theater / Voorstelling

Zeg eens aaa

recensie: Zeg eens aaa

.

~

“Met de assistente van dokter Van der Ploeg!”

Ze is terug: Mien Dobbelsteen. Niets veranderd en nog steeds mateloos populair als je op het applaus in de zaal af gaat. Naast Mien natuurlijk ook dokter Lydie van der Ploeg, dokter Hans Lansberg, zoon Gert-Jan en nichtje Wieb. De bijna complete originele cast van Zeg een aaa staat op het toneel; alleen John Leddy (Koos Dobbelsteen) heeft de reünie aan zich voorbij laten gaan.

Open deur

Een feest der herkenning! Alhoewel de openingsscène toch anders is dan iedereen verwacht had. Geen huiskamer met bloemetjesbank, maar een paar elfjes en een man in een ezelspak. De bedoeling hiervan wordt later duidelijk. Een verrassende keuze en eigenlijk wel zo leuk, want het is een open deur om in de vertrouwde huiskamer met de rinkelende telefoon te beginnen.

Bolletjesslikker

Tien jaar na het einde van de populaire televisieserie, zetten alle acteurs hun typetje weer neer zoals we van ze gewend zijn. Met nog steeds de open-deur-grappen, de versprekingen en de standaardopmerkingen. Maar we willen ook niets anders uiteraard, want wie zit er nou op een keurige huishoudster te wachten die haar mond dicht houdt?! Er zijn toch nog wel een paar kleine veranderingen, want de toneelversie moest natuurlijk wel met z’n tijd meegaan. Daarom is dokter Van der Ploeg (Sjoukje Hooymaayer) tegenwoordig mobiel bereikbaar, wordt er wiet gerookt in huis en krijgt de familie te maken met een bolletjesslikker. “In wat voor wereld leven we?” brult Mien (Carry Tefsen) regelmatig.

Chaos alom

Het is een zoete inval in het huis van de dokter. Gert-Jan (Hans Cornelissen) komt terug uit Curaçao en neemt Ray Bos (Perry Dossett), de bolletjesslikker, mee. Nel Kalkman (Coby Timp), de moeder van Mien, is gevlucht uit de Boei en zoekt onderdak. En ook Wieb (Kiki Classen) komt binnen stuiven. Chaos alom, maar wel gezellig, zoals we gewend zijn van deze komedianten.

Weinig beperkingen

~

Gelukkig blijft het decor, dankzij het draaiplateau, niet beperkt tot de huiskamer van Van der Ploeg. De scènes worden in rap tempo ook gespeeld in de keuken, de slaapkamer van Wieb, de badkamer en de spreekkamer van de dokter. Het toneel kent weinig beperkingen voor de cast en ze zijn dichterbij dan ooit als ze zelf ook even in het publiek plaats nemen om naar een ’toneelstuk’ van dokter Lansberg (Manfred de Graaf) te kijken.

Ouderwets genieten

Na het zien van de toneelversie kom je tot de conclusie dat deze net zo leuk is als de televisieserie ooit was. Topper blijft gillende keukenmeid Mien Dobbelsteen. De anderen zijn ook geen spatje veranderd, maar wel met de tijd meegegaan en dat maakt het leuk voor jong en oud. Een avondje ouderwets genieten dus!

Zeg eens aaa toert nog tot en met 31 maart 2004.
Voor meer informatie: www.zegeensaaa.nl.

Theater / Voorstelling

Zuilen van mayonaiseflessen

recensie: King Lear

Hotel Modern speelt hun eigen versie van Shakespeares King Lear, met een cast van zeven acteurs, 33 maquettes en tien kleipoppetjes, en voegt daarmee iets extra’s toe aan het sowieso al indrukwekkende stuk. Het flitst, het raast en overdondert. Het spel raakt daarbij soms wat ondergesneeuwd, maar het blijft je wel bij.

Het eerste dat het publiek ziet is een troonzaal: een gladde vloer, indrukwekkende zuilen. Maar de vloer is een stuk plastic en de zuilen zijn mayonaiseflessen. Het is een enorm uitvergrote projectie van een maquette. De eerste acteurs die op komen dagen zijn een drietal kleipoppetjes die daarna letterlijk onder het scherm vandaan kruipen en dan de gedaante aannemen van echte mensen. Het is de gimmick waarmee Hotel Modern in de afgelopen jaren bekend is geworden. Beeldend kunstenaar Herman Helle maakt indrukwekkende decors van alledaagse voorwerpen: een hoop papiersnippers wordt een winderige vuilnisbelt, een lap kant met een paar kartonnen huisjes wordt een besneeuwd oorlogslandschap. Acteurs spelen scènes met kleipoppetjes in geprojecteerde decors. En het werkt. De voorstelling is niet langer beperkt door de begrenzingen van het toneel, maar lijkt letterlijk vanuit van een veel grotere wereld te spelen.

Huichelende dochters

En in deze wereld speelt zich het hartverscheurende verhaal af van de oude koning Lear die zijn rijk verdeelt onder zijn twee oudste dochters die huichelend vertellen hoeveel ze wel niet van hem houden, en die zijn jongste dochter verbant omdat zij niet van plan is tegen haar vader te gaan liegen. Zodra de oude man zijn macht overdraagt aan zijn dochters, beginnen zij hem de paar rechten die hij heeft te ontnemen. Een gezelschap van honderd ridders die de oude koning vergezellen is toch wel erg lastig, dus dat moet maar minder. Vijftig, of twintig, of tien kan toch ook best? De koning voelt zich onbegrepen, alle partijen verliezen hun geduld (en verstand) en Lear wordt de stormachtige heide opgeschopt.

Onverstaanbaar

Marcel Faber zet een Lear neer die medelijden opwekt. Met name in de eerste helft werkt de combinatie van zijn acteren en de geprojecteerde scènes erg goed. Met name de scènes waarin de nar (hier slechts een stem in het hoofd van Lear, dat ook zo wordt geprojecteerd) de kop opsteekt vallen op. Maar er zijn toch minpuntjes te ontdekken. Met name in de tweede helft zakt het spel behoorlijk in. De scène waarin een waanzinnige Lear op een stormachtige nacht tegen zijn demonen vecht is grotendeels onverstaanbaar door alle licht- en geluidseffecten. En dat is erg jammer, want die scène is één van de belangrijkste in het stuk.

Geen impact

De combinatie van acteurs en animatie werkt goed, met name de eindprojectie van een besneeuwd oorlogslandschap en de papiersnippervuilnisbelt waar Glocester zich van het leven probeert te ontnemen, maar leidt soms toch de aandacht af. Herman Helle is een virtuoos beeldend kunstenaar, maar geen acteur. Door hem de rol van Kent te geven, ontneemt Hotel Modern dat karakter, die toch de link tussen publiek en acteurs is, van impact. Tegen het eind van het stuk zegt Lear: “Haar stem was heel zacht, heel stil, heel lieflijk. Dat is erg mooi in een vrouw.” Dat kan wel zijn, maar als dialogen niet te verstaan omdat de acteurs te zacht praten, dan is er toch iets mis. Met name Pauline Kalker (Cordelia) en Titus Boonstra (Edmund) maken zich hier schuldig aan.

Nog altijd meesterlijk

Lear begint erg veelbelovend, met indrukwekkende scènes en acteerprestaties, maar zakt helaas behoorlijk in in de tweede helft en slaagt er slechts gedeeltelijk in om de aandacht tot aan het einde vast te houden. Maar zelfs dan is de eindscène nog altijd meesterlijk geschreven, en boet slechts weinig aan kracht in.

Lear toert nog tot en met 20 december door het land.
Meer info: www.hotelmodern.nl.

Film / Films

Maillots in Technicolor

recensie: The Adventures of Robin Hood

Liefhebbers van klassieke Hollywoodfilms hoeven tegenwoordig in de winkel of videotheek maar op één ding te letten: het welbekende goud-met-blauwe schildje van Warner Bros. De studio beschikt over een schier oneindige voorraad klassieke films, van Citizen Kane tot Blade Runner, van King Kong tot Casablanca, en heeft daarnaast het hart op de goede plek zitten wat dvd’s betreft: hun oude meesterwerken worden steevast in “2-disc special editions” uitgebracht en zijn meestal rijkelijk voorzien van extra’s. De splinternieuwe uitgave van The Adventures of Robin Hood is daarop geen uitzondering.

~

Voordat deze versie uit 1938 de geschiedenisboeken in ging, was het legendarische verhaal van Robin Hood en zijn “merry men” al enkele keren eerder verfilmd. Het meeste succes had de acrobatische Douglas Fairbanks in 1925 gehad met zijn zwijgende Robin Hood, maar dertien jaar later vond de studioleiding van Warner Bros. het hoog tijd voor een update. De ontwikkelingen in de film hadden immers niet stil gestaan: het medium had inmiddels de beschikking over geluid, en het nieuwe Technicolorprocédé deed vriend en vijand versteld staan met zijn rijke, superverzadigde kleuren.

Errol Flynn

Regisseur William Keighley kreeg de artistieke leiding over het project, dat met zijn budget van 2 miljoen dollar indertijd Warners duurste film ooit was. Maar al gauw bleek dat Keighley, hoewel een prima acteursregisseur, weinig verstand had van het filmen van actiescènes, en actie was nu juist wat de producenten wilden. Keighley werd dus ontslagen en in zijn plaats kwam Michael Curtiz, een veelzijdig en zeer productief man (tussen 1930 en 1940 regisseerde hij maar liefst 45 films!) die later onder meer Casablanca zou maken. Onder zijn leiding groeide The Adventures of Robin Hood uit tot een tijdloze klassieker. Niet voor niets denkt vrijwel iedereen bij de naam Robin Hood meteen aan Errol Flynn (hoewel ik mensen ken die zweren bij de grimmige Britse tv-serie van een paar jaar geleden).

Watertanden

~

De dvd van The Adventures of Robin Hood bevat zoveel extra’s dat er op de hoes niet eens plaats is voor een beschrijving van de film. Om te beginnen hebben de makers van de set op de eerste disk geprobeerd te reconstrueren hoe een bioscoopavondje er in 1938 uit moet hebben gezien: na het kiezen van de optie “A Night at the Movies” krijg je vóór de hoofdfilm een tekenfilmpje, enkele journaalitems, een trailer en een optreden van een swingorkest te zien. Een leuk idee, maar slechts voor één keer omdat de filmpjes niet erg bijzonder zijn en al gauw vervelen. De andere extra’s op disk 1 zijn de twee alternatieve audiosporen tijdens de film. Het audiocommentaar van filmhistoricus Rudy Behlmer heeft een zeer hoge informatiedichtheid: een snelle calculatie leert ons dat hij tijdens de film zo’n 20.000 woorden spreekt, wat neerkomt op een boek van zo’n 65 pagina’s. Het andere geluidsspoor zal elke liefhebber van filmmuziek doen watertanden: het bevat de complete score van componist Erich Wolfgang Korngold.

Overvloed

De tweede disk bevat zo’n schat aan beeld- en geluidsmateriaal over de film dat het onmogelijk – en onwenselijk – is alles op te noemen. Rabiate filmfans zullen uren zoet zijn met de vele documentaires, outtakes, cartoons en geluidsopnamen, terwijl de leek genoeg zal hebben aan de nieuwe documentaire Welcome to Sherwood: in precies een uur wordt de complete totstandkoming van de film belicht aan de hand van interviews, archiefbeelden en audiomateriaal.

Het moge duidelijk zijn: The Adventures of Robin Hood is opnieuw een klapper in de rij klassieke films die de laatste tijd op dvd zijn uitgekomen. Zware tijden dus voor de filmliefhebber en zijn portemonnee, want het jaar is nog niet om en er komen nog stapels mooie dvd’s uit. De vraag bij al deze juweeltjes is niet of je ze zult aanschaffen, maar in welke volgorde.

Muziek / Album

Rotjeugd

recensie: Fatherfucker

Stel je voor: je bent een te oud meisje, bent weinig aantrekkelijk, hebt een rotjeugd gehad, wordt door niemand begrepen, en hebt altijd moeite gehad vrienden te maken. Uit wrevel heb je je moederland verlaten en nu woon je in een kunstenaarskraakpand in Berlijn. De maatschappij ziet je als een uitvreter, en strikt genomen ben je dat ook. Wat doe je dan? Precies: je plaatst jezelf boven de ‘bekrompen’ maatschappij die het altijd maar over regels, waarden en normen heeft. Je werkt ‘confronterend’, noemt jezelf kunstenaar en verdomd, als je dat ver genoeg doorvoert, word je nog gewaardeerd door die verfoeide maatschappij ook.

~

Dit is niet het ware verhaal van Peaches, de nieuwe twijfelachtige aanwinst van hip-muziekland, maar veel zal het niet schelen. Peaches maakt films en muziek, schopt overal tegen aan en werd een week geleden uitgebreid geportretteerd in VPRO’s cultuurmagazine R.A.M. Wat is dat toch met intellectueel Nederland? Waarom omarmen ze ‘poëtische’ bands als Spinvis en shockrock-acts als Peaches, terwijl er zo veel écht goede muziek wordt gemaakt?

Shake your tits

Zo’n VPRO-verslaggever volgt het meiske achter Peaches een dag lang in wat ze zoal doet, en vraagt met een veel te serieus gezicht: “Zat je in deze kamer, toen je het nummer Shake yer dix schreef? En inspireerde deze foto je toen ook?” Voor alle duidelijkheid: het gaat hier over een nummer waarvan de muziek door een kind gespeeld kan worden en de tekst bestaat uit het herhalen van de zinnen Shake your dicks, shake your dicks / Shake your tits, shake your tits / All the fatherfuckers ready for the motherfuckers? / All the motherfuckers ready for the fatherfuckers? En dat zijn dan nog de betere tekstregels van het nummer.

Keyboardsolo

~

Het verslaggevertje kruipt het liefst helemaal in Peaches: kritische geluiden komen er niet over de VPRO-lippen. Zelfs niet als na afloop van het optreden in Nighttown de band gedesillusioneerd naar de kleedkamer teruggaat en daar op het publiek begint af te geven. Vervloekt worden wij Nederlanders. Omdat we niet van muziek houden? Nee, juist ómdat we van muziek houden. “Toen jij met je benen uit elkaar ging zitten reageerden ze niet eens, terwijl ze wel applaudisseerden na de keyboardsolo,” fulmineert de frontvrouw tegen haar bassiste. De VPRO kruipt op dat moment nog wat dichter tegen Peaches aan, terwijl wij Nederlanders er juist trots op moeten dat we voor de muziek naar een optreden gaan. Flauwe shockrock-achtige streken halen ze maar samen met Marilyn Manson en Rockbitch in Amerika uit; hier zullen ze zich muzikaal moeten bewijzen.

Suck it

Maar goed, voor al de verloren zielen die nu denken: “Wauw, dát wil ik wel eens zien!” nog even een kleine samenvatting van wat Peaches nou precies is. Peaches is een band met weinig aantrekkelijke vrouwen, die niet zozeer goede muziek willen maken, maar de wereld willen shockeren. De debuutplaat telt twaalf nummers, welke bijna allemaal over seks gaan. Peaches: “Ja, ik realiseerde me dat helemaal niet, tot de plaat af was en mensen dat tegen me zeiden.” En dan hebben we het, naast de tekst van Shake yer dix, over regels als Eat a big dick every day, eat a big cunt every day en Do you wanna suck it? Allright, let’s suck it. Deze teksten schreeuwt ze, gehuld in alleen bh en slip, de zaal in. Mocht dit alles je aanspreken, dan kun je haar 14 december met Marilyn Manson in Amsterdam zien. En als je geluk hebt kun je zelfs in haar tieten knijpen tijdens het crowdsurfen.

Link:

www.fatherfucker.net/

Boeken / Fictie

Een magnetiserende puzzel

recensie: De tegenhanger

De schrijver Atte Jongstra is in het dagelijkse leven psychiater. Wie dat weet, wil waarschijnlijk wel geloven dat de schrijver Atte Jongstra en het personage Atte Jongstra, psychiater van beroep in het boek De tegenhanger, dezelfde zijn. Maar los van het simpele feit dat er in dit boek bizarre dingen gebeuren die de werkelijke Jongstra niet zelf heeft ondergaan, wat schiet je ermee op? Niemand is wie hij lijkt in De tegenhanger, en wat er gebeurt, gebeurt waarschijnlijk ook niet eens echt.

De tegenhanger begint als een razend spannende psychologische thriller. De psychiater Jongstra komt erachter dat zijn vrouw Mary hem bedriegt met zijn collega Lemnik. Hij is verbaasd, want hij dacht dat zij in de overgang was en dat ze geen seks meer wilde, terwijl ze zich wel heeft laten naaien door zijn collega. Terwijl hij zich daarover verbaast en opwindt, krijgt hij een nieuwe patiënt: Hudiger. Deze Hudiger is bezeten van de theorie van de significante ander: de gedachte dat voor elk mens een perfect passende geliefde op aarde rondloopt.

Raadselachtig

Hudiger is geen gewone patiënt, zo blijkt al snel. Hij belt Jongstra thuis op en valt hem lastig, maar niet lastig genoeg om het stalken te noemen en de politie op hem af te sturen. Jongstra probeert Hudiger van zich af te schudden, maar deze heeft zich goed vastgebeten in de psychiater, die inmiddels behoorlijk overspannen is geraakt. Daar komt nog bij dat Hudiger als twee druppels water op Jongstra lijkt. Jongstra moet dus plotseling bekennen dat hij een wilde liefdesnacht heeft gehad met een scharrel, terwijl Hudiger het eigenlijk gedaan heeft. Mary probeert alles te begrijpen, net als de lezer, maar het is een complex geheel en razend spannend bovendien. In een zinderende climax wordt duidelijk wat er precies aan de hand is met Jongstra, Hudiger en Mary.

~

Maar niet duidelijk genoeg. Het boek gaat verder. Jongstra wordt wakker in een psychiatrische inrichting genaamd Pappenheim. Zijn oud-collega Lemnik, bekeerd tot het katholieke geloof, voert er het bewind en doet het nog altijd met Mary. Hudiger zwerft ook ergens rond, evenals een aantal ex-patiënten van Jongstra. Het is een vreemde bedoening daar op Pappenheim, vol raadselachtige tuinen, vunzige rituelen en knettergekke observaties. Hudiger en Jongstra blijken één te zijn, maar toch ook niet. Wat is dit voor een boek?

Was het eerste deel nog een strak geregisseerde thriller met een zeer compacte schrijfstijl, in de daarna volgende delen slaat de gekte toe. Niets is meer wat het lijkt. De tegenhanger ontaardt in een psychologisch weefsel dat dicht geweven is met verwijzingen, intertekstuele
grapjes, onverklaarbare gebeurtenissen en een schijnbaar zinloos voortkabbelende verhaallijn.
Wie zijn klassieken kent ziet zinsnedes, passages en titels terugkomen uit de literatuur, van Nijhoff, Couperus, Leopold en Tessa de Loo. Pim Fortuyn wandelt ook nog ergens rond. Het is om dol van te worden.

Hoofdstuk 23 bijvoorbeeld, draagt de titel ‘waarin Lemnik een heel verhaal vertelt’. Niets mis mee. Het hoofdstuk eindigt met de zinnen:

Lemnik zuchtte.
‘Dat is een heel verhaal…’

Geen onthullingen dus. Maar dan. Hoofdstuk 26 begint met de opmerking:

Eindelijk had Lemnik zijn lange verhaal van hoofdstuk 23 gedaan.

Het is maar een van de vele voorbeelden. In De tegenhanger wordt gespeeld met al je verwachtingen en aannames. Niets is meer wat het lijkt. Het is absurd, het is een sensatie.

Belevenis

De tegenhanger is een belevenis. Het is een totaal overdonderend boek. Maar waar moet je beginnen als je hier iets van wilt duiden? Het boek zit vol symboliek, vol met torens tot in de hemel, bronnen van leven, paradijselijke steden, idiote personages met geniale uitspraken en dorre takken in vazen in geheime kamers. De tegenhanger schreeuwt om uitleg, als de verwarde ziel van een psychiatrische patiënt. Maar kun je dit analyseren? Het nalaten is een ontkennen van de waarde van het boek: het is complex en gelaagd en steekt duidelijk als een puzzel in elkaar. Hier moet je echt voor gaan ziten.

Maar ik kan het niet. Ik heb het niet begrepen. Veel dingen kan ik met elkaar verbinden en ik zie de samenhang, maar de duiding ontbreekt. Ik heb de essentie van De tegenhanger nog niet kunnen bevatten, ook niet nu het boek al een paar dagen, gelezen, aan de kant ligt. Het is geniaal, het is zinderend complex en het is een magnetiserende puzzel, maar ik krijg hem niet opgelost. Misschien schrijf ik over een tijdje nog een stuk over dit boek, maar nu wil ik eerst even uitpuffen!