Muziek / DVD

Technisch perfect, maar niet vernieuwend

recensie: G3 - Live in Denver

.

~

Als in 1996 verscheen er een eerste G3 live-album (toen met Eric Johnson in plaats van Malmsteen), dit naar aanleiding van een tour die het drietal maakte in Noord-Amerika. 90.000 mensen bezochten deze show, maar desondanks werd deze plaat in Europa zeker geen doorslaand succes. Ook toen was de formule dat alle drie de mannen eerst een aantal nummers solo spelen, waarna er uitgebreid tijd kon worden genomen om met drie man een stevige jam op touw te zetten.

Meer fascinatie dan genot

~

In de tijd van de klassieke muziek was technische perfectie een randvoorwaarde. De componist schreef de muziek en een artiest had dit uit te voeren, ieder had zo zijn vak. Om een klassiek stuk tot uitvoering te kunnen brengen, was vaak jarenlange studie en vooral oefening nodig waar speciaal conservatoria voor werden opgericht. Met de komst van de populaire muziek heeft er duidelijk een omslag plaatsgevonden en is het maken van mooie muziek het doel geworden, in plaats van het perfect uitvoeren van een compositie. Dit is op zich prettig en zorgt dat een grote hoeveelheid creativiteit een plaats heeft gekregen in de muziekwereld, maar zorgt er tevens voor dat de technische perfecte beheersing van instrument niet echt belangrijk meer is.

Bij de muziek van G3 ligt dit echter nog steeds anders. Op deze DVD is te zien hoe technisch perfectionistisch deze mannen met hun muziek omgaan. Zo technisch zelfs dat je af en toe het gevoel achter de muziek een beetje mist. Songs worden soms minder interessant en je zit eigenlijk gewoon verrast te kijken naar hoe ze een bepaalde compositie uit zes snaren weten te toveren. Ik kijk vaak eigenlijk meer met een mengeling van fascinatie en verwondering naar het concert kijk dan met muzikaal genot.

Op de vingers kijken

Er is voor gezorgd dat je een goed beeld krijgt van het werk van de gitaristen op het podium. Hiertoe wordt de zogenaamde spectaculaire ‘fret cam’ ingezet. Dit, op zich weinig spectaculaire, extra camerastandpunt kan zeker helpen om de show beter in beeld te krijgen, maar is ook niet meer dan dat. Je zit dan echt letterlijk op de vingers van de gitaristen te kijken. Dit is echt iets voor de gitaristen thuis die een poging willen wagen om de songs in hun huiskamer na te spelen.

Gemiste kans

Mijn fascinatie met de technische kwaliteiten van de drie gitaristen heeft ervoor gezorgd dat ik het hele concert boeiend heb zitten kijken en luisteren. Vooral het werk van Steve Vai is interessant, omdat Vai altijd op een originele, vernieuwende manier met zijn instrument om weet te gaan en niet steeds voortborduurt op bestaande klassieke- of rockmelodieën. Dit laatste is ook mijn probleem met de jamsessies van de heren aan het einde van het concert. Het eeuwige Rockin’ In The Free World en de Jimi Hendrix-klassiekers heb ik echt zo langzamerhand wel gehoord. Ik had graag gezien dat drie van zulke levende legendes meer zouden doen dan een lange gitaarsolo te geven op basis van oud materiaal. Het samenspel is beperkt en de vernieuwing die eruit spreekt is marginaal. Een echte nieuwe compositie was een veel mooiere invulling geweest van de gigantische mogelijkheden die de heren hebben door met elkaar het podium te delen. Als je kijkt wat de artiesten op hun eigen albums allemaal in petto hebben dan blijkt niet uit de gezamenlijke jamsessies dat ze uit iedereen het beste weten te halen. Het is absoluut een feest, maar wat mij betreft een gemiste kans om er echt een groots concert van te maken. En dit zijn ze eigenlijk wel aan hun stand verplicht.

Muziek / Album

De Commodore rockt weer

recensie: Persil - Duotone

.

~

Dat Persil zichzelf door deze release in de kijker heeft gespeeld mag duidelijk zijn getuige het plaatsje op het prestigieuze SxSW-festival 2004 in Austin Texas. Samen met bands als Bettie Serveert, zZz en Venus Flytrap zullen ze bij de Amerikaanse versie van Eurosonic de Nederlandse popmuziek gaan vertegenwoordigen. Met hun eigenzinnige variant van elektro-pop zullen ze Nederland nog beter op de muzikale wereldkaart gaan zetten en gaan ze hun bekendheid verbreden tot en met de gebieden aan de andere kant van de oceaan. Ze waren al populair bij dat volkje aan de andere kant van de Noordzee, het land dat zichzelf over het algemeen hoog heeft zitten. Het land waar steevast de popmuziek opnieuw wordt uitgevonden. Het land van de Beatles, Stones en Queen Elizabeth. Dat ‘Big Old England’.

Hitgevoelig

Duotone is de plaat waar al een tijdje op is gewacht, want Persil, de naam van het samenwerkingsverband tussen David Lingerak en Martine Brinksma, bestaat al sinds 1997. David formeerde Persil nadat zijn band Sonetic Vet, waarin ook Liesbeth Esselink van Solex speelde, er de brui aan gaf. Persil liet voor het eerst met succes van zich horen tijdens de door de VPRO georganiseerde Pixies-coverwedstrijd. Na een aantal demo’s kreeg het Britse label Shifty Disco lucht van het duo. De single Agony Aunt werd opgepikt en een Peel Session vond plaats. Dit was misschien een logisch gevolg van het succes van Solex bij BBC-Radio1-man John Peel. Begin 2003 deelde Persil samen met de nieuwe labelgenoten en Zea een plek op een split-7″. Voor Persil betekende dit de uitgave van het nummer Mum, tevens het tweede en meest hitgevoelige nummer van Duotone.

Gasttrompet

Duotone staat garant voor ongeveer drie kwartier catchy elektro-sample-indietronica met een sensueel stemgeluid. Het is het Nederlandse antwoord op Vive La Fête en Stereo Total, maar onderscheidt zich door een voller geluid. David en Martine lieten zich bijstaan door een aantal gasten. Zo zong Damon Tutunjian van het Amerikaanse The Swirlies mee op het nummer Traces of Knots en speelde Arnold de Boer van Zea trompet op de nummers Mum en June. Maar ze kunnen zich met zijn tweeën ook uitstekend redden, getuige het nummer Music dat een uiterst volle instrumentatie kent.

Doseren

De korte nummers, die veelal in up-tempo worden gespeeld, werken op den duur behoorlijk vervelend. Een paar nummers achter elkaar is leuk en goed te doen, maar het luisteren van een complete plaat werkt vermoeiend. De variatie is zeker wel aanwezig, maar niet genoeg. De hoop dat ze bij het SxSW-festival een half uur mogen spelen is dan ook niet vreemd, want pas dan komt deze laptop-pop pas goed tot zijn recht en is het zeer goed binnen te houden. Wordt het langer dan kunnen mensen afhaken. En dat zou zonde zijn, want slecht is deze plaat zeker niet. Persil is een pronkjuweel voor Transformed Dreams, laat daar geen misverstanden over bestaan, maar een dosis van drie maal daags vier nummers is het devies.

Film / Films

Goudkoorts in Mexico

recensie: The Treasure of the Sierra Madre

The Treasure of the Sierra Madre is in verschillende opzichten een bijzondere film. Allereerst is de film moeilijk in een hokje te plaatsen – een unicum in een tijd waarin elke film een musical, gangsterfilm, western of melodrama was. Verder werd de film grotendeels op locatie in Mexico opgenomen. Dit was in de periode tot aan de Tweede Wereldoorlog zeer ongebruikelijk vanwege de kosten, de logistieke problemen en het gevaar. Maar gelukkig zette regisseur John Huston zijn zin door omdat hij dit verhaal niet wilde verfilmen op de backlots van de Warner-studio’s. Hij was niet alleen op zoek naar de juiste locaties, maar ook naar markante gezichten die zijn film een extra laag zouden geven.

~

Huston was al jaren eerder verliefd geworden op het grimmige goudzoekersverhaal van de myterieuze schrijver B. Traven. Hij kocht de rechten van de roman samen met zijn producent Henry Blanke en probeerde het project van de grond te krijgen. Zelfs toen de oorlog uitbrak en Huston in dienst moest, bleef hij doorwerken aan het script. Hij vroeg Humphrey Bogart, die na de successen van The Maltese Falcon en Casablanca van B-acteur was opgeklommen tot superster, voor de hoofdrol en trok na drie weken studio-opnamen met zijn hele entourage naar Mexico, ver weg van de studio. De opnameperiode verliep allesbehalve vlekkeloos. Corrupte Mexicaanse politici en slecht weer zorgden ervoor dat de productie weken uitliep en het budget flink werd overschreden. Dit schoot studiobaas Jack Warner in het verkeerde keelgat. Hij eiste dat Huston de film een happy end zou geven, maar opnieuw hield Huston voet bij stuk. Het leverde een meesterwerk op.

Goudkoorts

The Treasure of the Sierra Madre is een merkwaardige maar uiterst plezierige mix van western, thriller en psychologisch drama. De film gaat over drie berooide mannen die in de bergen van Mexico op zoek gaan naar goud. Aan het begin van hun avontuur staan de drie neuzen nog dezelfde kant op, maar zodra de goudkoorts toeslaat, slaat ook de hebzucht toe en lopen de spanningen hoog op. Met desastreuze gevolgen…

Oscar

~

Het eerste dat opvalt aan The Treasure of the Sierra Madre is het realisme van de film. Ook zonder het verhaal over de totstandkoming te kennen, is het meteen duidelijk hoe veel het dorre Mexicaanse landschap bijdraagt aan de grimmige sfeer van de film. Een andere verrassing is het acteerwerk van de drie hoofdrolspelers. Bogart had tot dan toe alleen nog heldenrollen gespeeld, en was hier voor het eerst de slechterik. Zijn transformatie van enthousiaste avonturier tot gewetenloze schurk is geweldig om te zien en vormt een absoluut hoogtepunt in Bogie’s carrière. Westernacteur Tim Holt is goed als de nuchtere Bob Curtin, maar de show wordt gestolen door Walter Huston, de vader van de regisseur. Huston senior speelt de rol van zijn leven als de oudere goudzoeker die alles al eens heeft meegemaakt en won terecht een Oscar voor zijn werk.

Extra’s

De film werd onlangs in Amerika uitgebracht in een mooie dubbele dvd-set, vergelijkbaar met de recente dvd’s van Casablanca en The Adventures of Robin Hood. Helaas heeft de filmmaatschappij ervoor gekozen de film in Nederland uit te brengen als enkele dvd, waardoor we verschillende extra’s moeten missen. Gelukkig zijn de extra’s die het wèl hebben gered de moeite waard, met als uitschieter de zeer informatieve commentaartrack van Bogart-biograaf Eric Lax. Lax is een onuitputtelijke informatiebron en vertelt talloze feitjes en anekdotes, tot aan de kleinste bijrolacteurs aan toe. Dit is veel beter dan een boek!

Aanvulling

Voor degenen die moeite hebben met een Engelstalige commentaartrack zonder Nederlandse ondertiteling, is er de prima (en wel ondertitelde) documentaire Discovering Treasure. In bijna een uur wordt uitgebreid ingegaan op de totstandkoming van de film en zijn plaats in de filmgeschiedenis. Beide extra’s overlappen elkaar op punten, maar dit is onvermijdelijk en niet echt storend. Documentaire en audiocommentaar vullen elkaar juist prima aan.

Experiment

The Treasure of the Sierra Madre laat weer eens zien dat er binnen het gewraakte studiosysteem ruimte genoeg was voor persoonlijke expressie en experiment. Huston hield zijn poot stijf om zijn geliefde roman op het scherm te brengen zoals hij voor ogen had. Ik heb zo’n vermoeden dat hem dat in het huidige studiosysteem niet was gelukt.

Muziek / Album

Groot in alles

recensie: Amy Winehouse - Frank

Wie de laatste uitzending van Never Mind the Buzzcocks heeft gekeken, kan Amy Winehouse nauwelijks over het hoofd hebben gezien. Een opvallende piercing bij haar rood gestifte lippen, grote oorbellen, grote borsten, lange donkere lokken en een lach die doet denken aan Janice: de beruchte ex-vriendin van Chandler uit Friends, met die gekke stem. Voor degenen die haar debuut-cd Frank nog niet hebben beluisterd, zal het hoogstwaarschijnlijk raar in de oren klinken dat zij ook wel de nieuwe Billie Holiday genoemd wordt. Daarnaast was Amy ook nog genomineerd voor twee Brit Awards. Helaas gingen beide prijzen aan haar neus voorbij en nam Dido de award voor Best British Female Solo Artist in ontvangst. Jammer, want haar geluid – en dan met name haar stemgeluid – klinkt een stuk spannender dan dat van Dido. Desalniettemin een grote en verdiende prestatie van de pas 20-jarige zangeres.

~

Opgroeiend in Londen raakt ze bekend met allerlei verschillende soorten muziekstijlen, zoals hiphop, soul en reggae. In de eerder genoemde muziekquiz bekende Amy ooit onder de naam Sweet, samen met vriendin Sauer, het bandje Sweet ‘n’ Sauer te hebben opgericht als eerbetoon aan de dames van Salt ‘n’ Pepa. Thuis luistert ze veel naar haar vaders oude jazzplaten van Sarah Vaughan en Dinah Washington. Al deze muziekstijlen zijn duidelijk terug te vinden in Amy’s eigen geluid, een jazzy sound met hiphop-beats en veel soul. In het cd-boekje bedankt ze dan ook netjes haar grote helden en inspiratiebronnen. Alleen Erykah Badu ontbreekt aan het lijstje. Bij de eerste luisterbeurt kon ik het maar niet laten om de vergelijking met deze dame te trekken. Maar naar verloop van tijd hoorde ik steeds minder Erykah en steeds meer Amy. Nee, dit is niet zomaar een goedkope Badu-rip-off.

Oprecht

Frank staat vol met oprechte, scherpe en grappige nummers. De meeste heeft ze zelf geschreven en gaan over de dingen die een meisje van 20 jaar dagelijks bezig houden. Ze zingt over mannen, seks en vooral de liefde in al haar facetten. In de openingstrack Stronger Than Me zingt Amy over haar vriendje, dat maar niet mans genoeg voor haar is. Het catchy Fuck Me Pumps drijft de spot met meisjes die erop uit gaan om een rijke sportman te strikken, die hen voor de rest van het leven kan onderhouden. In I Heard Love Is Blind wordt onschuld gepleit met het argument dat er geen overspel wordt gepleegd als je maar aan je liefje denkt.

But you can still trust me – this ain’t infidelity
It’s not cheating, you were on my mind
Yes, he looked like you
But I heard love is blind

Indrukwekkend

Moeiteloos worden vette beats afgewisseld met lieve zoete liedjes, zonder dat er wordt ingeleverd op snelheid of spanning. Soms lijkt het wel of je even terug in de tijd gaat, zoals bij de oude standard (There Is) No Greater Love. Amy’s stem lijkt hier rechtstreeks uit de jaren 40 te komen. In de track erna schallen de beats weer uit de luidsprekers en ben je terug in het heden. Het prachtige Take The Box, over het terugbrengen van een doos vol met zijn spullen na het verbreken van een relatie, is misschien wel het mooiste nummer van het album. De pijn, de twijfel en het verdriet zijn bijna tastbaar. De jonge Britse heeft hiermee een indrukwekkend debuutalbum afgeleverd. Zeker eentje om in de gaten te houden, dat meisje met die grote mond, grote oorbellen, grote borsten, maar bovenal die grote stem.

Film / Films

Onafwendbaar en overrompelend

recensie: Elephant

Drie jaar na de schietpartij op Columbine High School neemt Michael Moore in zijn documentaire Bowling for Columbine twee overlevenden mee naar het hoofdkwartier van K-Mart. Of de directie even de kogels uit de schappen wil halen, vraagt het trio dwingend. Een jaar later neemt Gus van Sant voor zijn film Elephant ook het drama in Littleton als uitgangspunt. Maar veel subtieler en zonder boodschap, vindt hij zelf.

~

Het verfilmen van Amerika’s grootste high schooltrauma kent vele valkuilen: zo kan het onbekritiseerde geweld voor jongeren juist aantrekkelijk worden. Bovendien weet iedereen hoe Elephant afloopt, zeker nadat de film in Cannes een Gouden Palm won. Van Sant zorgt dat het een meerwaarde wordt. Hij laat een doodnormale schooldag zien, op een doorsnee school met gewone jongeren. De camera drijft kalm, registrerend, met de scholieren mee, van de ene schouder naar de andere. In combinatie met de rustgevende pianomuziek en de soms subtiel toegepaste slow motion krijgt het bijna iets hypnotiserends. Het onafwendbare onheil geeft de zwerftocht door het gebouw echter iets naargeestigs en de echo’s in de gangen iets onbestemds.

Daders en slachtoffers

~

Dat gevoel wordt versterkt door de schijnbaar willekeurige jongeren waar Van Sant ons vluchtig kennis mee laat maken. De acteurs in deze low budgetfilm zijn onervaren, gedeeltelijk improviserende scholieren die zichzelf spelen: een meisje dat niet in korte broek wil sporten, een jongen die voor zijn dronken vader zorgt, drie meisjes die samen hun low fat lunch uitkotsen in de wc’s. Bijna allemaal kampen ze – ook in het echte leven – met problemen die ‘deskundigen’ zo gretig als oorzaak aanwijzen voor schoolgeweld. Daardoor heb je geen idee wie straks de daders en wie de slachtoffers zullen zijn.

Verschillende kanten

Dat spel met verwachtingen houdt Van Sant de hele film lang vol. Hij laat een dader een shoot-‘m-up op zijn laptop spelen terwijl een ander op de piano Für Elise speelt. ‘Als de maker van het computerspel schuldig is, is Beethoven dat dan ook?’ lijkt hij daarmee te vragen. Toch zit er in Van Sants spelletje wel degelijk een mening verborgen. Net als in de titel van de film: de ‘olifant’ komt uit een boeddhistisch verhaal waarin drie blinden voor het eerst een olifant tegenkomen. Elke blinde bestast een deel van het beest en denkt daaruit te kunnen concluderen hoe het geheel is. Van Sant past hetzelfde principe toe in zijn film: als een scholier iemand tegenkomt, komt dat later terug, maar dan gefilmd uit het perspectief van de ander. Zo toont hij aan dat je nooit alle kanten tegelijkertijd kunt zien. Bovendien maakt hij door de sprongen in de tijd het tijdstip van het onafwendbare bloedbad onvoorspelbaar.

Eye-opener

Van Sant wil de kijker met Elephant de vrijheid geven zelf een mening te vormen, maar eigenlijk kun je niet om de zijne heen. Misschien is deze stiekeme boodschap verontrustend voor mensen die denken dat dit probleem een pasklare oplossing heeft, die te vinden is door je te richten op de ‘oorzaak’, zoals gewelddadige films, nazi-propaganda of computerspelletjes. Voor mij is het geen schok dat die ene oorzaak niet bestaat. Dat een prelude op geweld en het geweld zelf zo poëtisch en adembenemend in beeld gebracht kan worden, zonder dat het een seconde verheerlijkt wordt, was een grotere eye-opener.

Muziek / Album

Spectaculair “zijproject”

recensie: Magnus - The Body Gave You Everything

Maak uw spieren maar los en bedenk alvast welke move u het eerst gaat maken, want dansen is het eerste wat in het lichaam opkomt bij het horen van The Body Gave You Everything. Gelukkig is het binnenkort zomer en dan kan er, tijdens nachtelijke barbecues, feestjes en drankgelagen in het park, heerlijk bewogen worden op de met beats ingekleurde composities van de nieuwe Belgische sensatie van oudgedienden onder de naam Magnus. Misschien zijn de eerste zinnen uit Bowies Let’s Dance het beste van toepassing op deze plaat.

Magnus lijkt op het eerste gezicht weer eens wat anders dan die ongelofelijk fraaie nummers die je bijna gewend bent van de voorman van dEUS. Nummers die in alle eenvoud lijken te zijn geschreven, maar waarvan de impact zijn weerga niet kent. Maar als je verder kijkt dan bestaat Barmans zijproject, wat overigens geen zijproject genoemd mag worden, uit niet veel meer dan schitterende songs in een dance-jasje. Waar de nu al vier jaren durende sabbatical al niet goed voor kan zijn. Naast een film en een schitterende live-plaat met Guy van Nueten, combineert Barman nu zijn kunnen met de specialiteiten van CJ Bolland en Peter Vermeersch.

Toppers uit de scene

Christian Jay Bolland is vooral bekend om zijn eurohouse, techno en trance, terwijl je Vermeersch meer als een klassieke muzikant kunt beschouwen. Doe dit samen met Barman in een blender en je krijgt songs die worden ondersteund door opvallende arrangementen met interessante beats en niet minder interessante instrumentatie. Jammer genoeg moest producer Vermeersch zijn kunstje vroegtijdig staken, zodat Barman en Bolland het idee verder tot in de puntjes hebben uitgewerkt. Maar de beide heren deden het niet alleen. Naast Vermeersch klaarden ze samen met mensen als Mauro Pawlowski, Tim Vanhamel, Tomas de Smet en Björn Eriksson, ofwel het summum van de Belgische popwereld, het klusje.

Mind music

Na een optreden op Pukkelpop 2002, de muzikale ondersteuning onder de trailer van Barmans film, de twee nummers op de soundtrack en de uitgebrachte singles, geeft dit album pas echt een goed beeld van het hersenspinsel Magnus. Het album is kleurrijk, stijlvol en voert je mee langs varianten van soul, funk, drum ‘n’ bass, triphop en electroclash. De grootste klasse van deze plaat ligt misschien wel in het omzetten van body music naar mind music.

Niet te versmaden

Vooral Jumpneedle, French Movies en Summer’s Here geven de plaat vanaf het begin zoveel cachet dat het afzetten ervan geen moment in je hoofd opkomt. Aan het einde zitten ook enkele toppers. Te denken valt aan het groovy en funky Pistolero Savvy en de in het begin Air-achtige Assault on Magnus, dat zich weet te ontwikkelen tot een verrukkelijke afsluiter van The Body Gave You Everything. De dieptepunten die aanvankelijk een dubbel gevoel veroorzaken, worden per luisterbeurt beter geslikt. Neem bijvoorbeeld het nummer Rock Chick, dat met een idee van een gemiddelde amateuristische Trance-DJ begint, maar zich verder uitwerkt tot een relaxed en niet te versmaden nummer dat meerdere lagen kent.

Onweerstaanbaar

Al met al is Magnus meer dan genieten, smullen en zwingen alleen. Het is diepgaande, verrassende en interessant blijvende dance. Magnus beheerst vele stijlen en geeft er steevast een eigen tintje aan. Magnus verveelt geen moment. Magnus is cool, bloedstollend, spectaculair en buitengewoon. Magnus is my new sensation.

Prijsvraag

Wil jij ook kennismaken met deze nieuwe sensatie? Dat kan, want 8WEEKLY geeft een exemplaar weg van deze geweldige cd van Magnus! Laat hieronder gewoon je adresgegevens achter, en wie weet sta jij binnenkort te springen op dit briljante album.

Voornaam:
Achternaam:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
Emailadres:
 Abonneer mij gratis op 8WEEKLY.
Muziek / Album

Gimmick van hoogstaand niveau

recensie: Scissor Sisters

MTV heeft jaarlijks een aantal nieuwe alternatieve helden nodig voor hun awardshows. Natuurlijk doen gevestigde namen als U2 en R.E.M. het steevast goed bij het grote publiek, maar deze bands vallen al lang niet meer in de categorie hypes. Vorig jaar waren The White Stripes en The Darkness de uitverkorenen voor het charme-offensief van MTV, om te verbloemen dat de zender op het gebied van ‘alternatieve’ muziek (een imago met name opgebouwd in het begin van de jaren negentig) niets meer voorstelt. Maar wel de award voor beste clip geven aan Sigur Rós, een video die niemand ooit gezien heeft omdat die gewoon amper wordt uitgezonden?! Wie zullen dit jaar de excuus-rockers zijn? Franz Ferdinand kan met het nummer Take Me Out zo de plaats van The White Stripes innemen. En voor The Darkness… ja hoor: Scissor Sisters.

~

Ik moet eerlijk toegeven dat die dames en heren van MTV wel weten wat ze het publiek voorschotelen. Hoewel The Darkness inmiddels niet meer leuk is, was die act toch een schot in de artistieke/commerciële roos (die lui kregen zelfs een of andere prestigieuze style award) en ook met Scissor Sisters (deze naam is naar verluid teen verwijzing naar een seksuele houding met twee vrouwen) zit de muziekzender op het goede spoor, hoewel het woord ‘rock’ hier niet echt van toepassing is. De fantastische Pink Floyd-cover Comfortably Numb was echt een perfecte single. De band heeft zich het nummer dusdanig eigen gemaakt dat zelfs de doorgewinterde Floyd-fan respect zal hebben voor dit flamboyante New Yorkse vijftal, dat onlangs haar titelloze debuut uitbracht.

Grote grap

Scissor Sisters zijn geïnspireerd door de jaren zeventig. En niet alleen op muzikaal gebied, maar wat kleding en artwork betreft. De vrij psychedelische hoes valt wat dat betreft nog in het niet bij de carnavalskleding van de vijf bandleden, die namen dragen als Ana Matronic, Babydaddy en Paddy Boom. Het lijkt allemaal een grote grap, ware het niet dat de muziek zeer authentiek en daarbij ook zeker niet slecht is. Alleen Comfortably Numb werd door een andere artiest geschreven, wat vergelijkingen met bijvoorbeeld ABBA-aftreksel Björn Again overbodig maakt.

Disco en singer/songwriter

Scissor Sisters doen denken aan Elton John en Billy Joel met hier en daar een vleugje Stevie Wonder, maar met name aan The Bee Gees. Het album is een combinatie van disco met het betere singer/songwriterwerk uit de zeventiger jaren. De muziek is hier en daar zelfs mooi genoeg om voor het nodige kippenvel te zorgen. Dat maakt deze band een regelrechte gimmick van een zeer hoog niveau, met terecht succes. MTV heeft een prima alternatief voor de retro-glamrock van The Darkness en Duran Duran zal minstens een handvol extra bezoekers trekken wanneer Scissor Sisters eind april in hun voorprogramma staat. De New Yorkers staan 17 april tevens op het Rotterdamse festival Motel Mozaique.

Film / Films

Claustrofobie in een hotelkamer

recensie: Tape

Tape duurt nog geen anderhalf uur, speelt zich af in een enkele hotelkamer en heeft slechts drie acteurs. Richar Linklater maakte met deze minimale middelen met behulp van een draagbare camera een uiterst boeiende film.

~

Na enkele jaren radiostilte kwam Linklater in 2001 ineens met twee films op de proppen: Tape en het nogal wisselend ontvangen, hier niet uitgebrachte animatie-experiment Waking Life. Hij gooide tien jaar geleden hoge ogen met zijn low-budget debuut Slackers en had in 1993 enig succes met zijn prachtige 70s-hommage Dazed and Confused. Daarna raakte hij enigszins in de vergetelheid, hoewel zijn films, de Eric Bogosian-verfilming SubUrbia, het romantische Before Sunrise en de boevenfilm The Newton Boys, altijd interessant bleven. Met zijn laatste twee experimentele en bijzondere films stond Linklater ineens weer in welverdiende belangstelling.

Spanning

~

Het gegeven van Tape: Vince (Ethan Hawke) ontmoet zijn oude vriend Jon (Robert Sean Leonard) in een hotelkamer, en onderwerpt hem aan een vraaggesprek over zijn relatie met hun toenmalige klasgenote Amy (Uma Thurman), die later in de film op komt dagen. Het zou zonde zijn om meer van de plot de verklappen, want het leukste aan de film is de spanning tussen de verschillende versies van wat er volgens hen gebeurd is.

Indrukwekkend staaltje

Het in-your-face camerawerk en de hyperactieve editing hebben binnen de ruimte van die ene hotelkamer een claustrofobisch effect, maar dat komt de film alleen maar ten goede, omdat je als kijker alleen maar dichter bij de dialogen getrokken wordt. Want het zijn natuurlijk de acteurs die de film dragen: een natuurtalent als Ethan Hawke is geweldig in een rol van onsympathieke loser en legt een hoop menselijkheid in de zielige figuur van Vince. Robert Sean Leonard speelt eens geen typische braverik of lulletje-rozenwater, en is hier met zijn dubieuze karakter heel overtuigend. Uma Thurman heeft niet meer dan een cameo in de film, maar acteert zoals altijd volkomen solide. Er zit gelukkig ook veel humor in de film, vooral in de rol van Vince. Tape blijft overduidelijk een toneelstukverfilming (naar een stuk van Stephen Belber), maar is binnen de beperkingen van dat genre een vermakelijk en indrukwekkend staaltje acteurscinema.

Muziek / Album

In de ruimte of onder water

recensie: Aqualung - Still Life

Stelt u zich het eens voor. Het is begin augustus. Een buitengewoon warme vrijdag loopt op zijn einde, de zon is reeds onder. We bevinden ons op een klein festival in Duitsland waar de meeste mensen al uitgeput voor hun tent zijn gaan liggen. Slechts enkelen durven het nog aan hun vochtverlies te trotseren en zichzelf weer naar het podium te slepen. Misschien driehonderd man zien dat een piano het podium wordt opgesleept. Er komt een mannetje met bril het podium op; nogal een nerd. Zenuwachtig neemt hij plaats achter het klavier. Na wat gewauwel in de microfoon stelt hij zich voor als Matt en begint rustig te spelen. Het publiek zwijgt. Af en toe komt zijn broer Ben hem bijstaan met zijn gitaar. ‘Did you see the moon tonight? It’s so very beautiful…’.

~

Matthew Hales, ofwel Aqualung, was voor mij een van de grote verassingen van Haldern 2003. Deze Britse romanticus speelde een werkelijk prachtige set ingetogen pianoliedjes, met als hoogtepunt een indrukwekkende cover van God Only Knows van The Beach Boys. Terug in Nederland schafte ik direct zijn naamloze debuutalbum aan. En jawel, vanaf het eerste nummer, de hit Strange and Beautiful, was dit wat ik zocht: eeb herinnering aan zijn show.

Reclamespotje

Juist dat nummer Strange and Beautiful is de reden geweest dat Aqualung doorbrak in Engeland, en met zijn muziek het Kanaal overstak. Het nummer werd zomer 2002 in Engeland gebruikt voor een reclamespotje van Volkswagen. Massa’s Britten belden naar het televisiestation en Volkswagen om erachter te komen van wie het liedje was, en waar het te krijgen was. Matt Hales trok zich terug en maakte zijn debuutalbum af. Aqualung werd direct getekend, en in december 2003 waren er al 100.000 platen verkocht.

Jeugd

Matt Hales groeide op boven een muziekwinkel, en in zijn ouderlijk huis stond een piano. Al vanaf zeer jonge leeftijd schreef hij liedjes. Tijdens enkele jaren klassieke scholing, en wat kleinschalig succes met wat bandjes, bleef hij liedjes schrijven voor zichzelf. Nadat zijn laatste band RUTH ter ziele ging, besloot hij zich te werpen op een solocarrière. Hij had immers al die jaren al songs geschreven. Zijn muziek was reeds enkele malen eerder voor een reclame gebruikt. De massale reclamecampagne van Volkswagen was echter de beslissende factor. De muziek gaf Matt het gevoel dat hij zich in de ruimte bevond, of onder water; zie daar de naam Aqualung.

Still life

Na het overweldigende succes van zijn debuut komt Aqualung dus nu met de opvolger Still Life. De naam van het album is veelbetekenend: Matthew Hales is er nog steeds, en de muziek van Aqualung ook. In tegenstelling tot het debuut is er op Still Life iets meer begeleiding bij de sfeervolle pianoballads; de gitaar speelt dit keer een grotere, doch subtiele rol. De hele sound is iets voller ten opzichte van de voorganger. Toch wordt de hoofdmoot nog steeds gevormd door het dromerige pianospel van Hales. Zijn frêle, soms fluisterende stem is nog altijd even prachtig, en de songs zijn ook iets beter geworden. Brighter Than Sunshine en Another Little Hole zijn prachtig, en vooral bij de laatste is het meezingen van Kim Olivier ontzettend mooi. Met teksten over verlatingsangst, hartzeer, hartstochtelijke liefde en dood is Still Life absoluut geen vrolijk album. Maar wat een schoonheid ligt er in die soms zo simpele klinkende pianoliedjes.

Boeken / Achtergrond
special: Je grondig verdiepen in de boekenweek van 2004

Bienvenue en France!

.

L’art du cinema

Mooiere plaatjes van 19e-eeuws Frankrijk vind je nergens dan in The Duellists (1977). Het regiedebuut van Ridley Scott gaat over twee officieren in het leger van Napoleon die gedurende een periode van twintig jaar met elkaar duelleren om een uit de hand gelopen ruzie. Het dunne verhaal was voor Scott aanleiding een paar van zijn mooiste beelden ooit te componeren (en dat zegt wat, met een carrière die vol zit met mooie beelden). Eén blik op The Duellists en je zou willen dat je tweehonderd jaar eerder en vijfhonderd kilometer zuidelijker was geboren.

Flics

~

Hoe anders is het tegenwoordig in Frankrijk: weg zijn de goudomrande beelden, weg de romantische muziek: het Parijs van La Haine (1995) is zwart-wit, grofkorrelig en levensgevaarlijk. Maar de duels zijn gebleven, alleen worden ze nu uitgevochten tussen de kansarme, allochtone jeugd en les flics. La Haine laat Frankrijk op zijn hardst zien.

Heb je het niet zo op realisme en houd je meer van escapisme, dan heb je maar één vluchtroute nodig, en die heet Amélie (2001). Jean-Pierre Jeunet schiep een perfecte droomwereld waarin hij al het goede van Frankrijk voorgoed vastlegde. De zwijmelende Amélie voert ons mee naar een plek die nooit heeft bestaan en toch overal voelbaar is. Het is niet meer dan logisch dat er op die plek Frans wordt gesproken.

Bibliothèque extraordinaire

Met Franse literatuur kun je een bibliotheek vullen waarin elk genre vertegenwoordigd is: Filosofie van Descartes, opvoedkundige geschriften van Rousseau, encyclopedieën van Diderot en klassieke avonturen van vader en zoon Dumas (De drie musketiers, De graaf van Monte Cristo), maar ook sociaal-realistische romans van Zola (over de mijnindustrie in Germinal), en het enorme Op zoek naar de verloren tijd, een vijftiendelige serie herinneringen van schrijver Marcel Proust (aan een complete ‘verstripping’ wordt gewerkt). Maar zonder nu meteen in het diepe te springen valt er allerlei leuks te lezen over en uit Frankrijk.

De basis

~

Voor een eerste kennismaking met Frankrijk moet je meteen aan de bak met een trilogie, maar het is jeugdliteratuur en het leest gemakkelijk en snel. Thea Beckman schreef in de jaren 70 Geef me de ruimte!, De triomf van de verschroeide aarde en Het rad van fortuin, drie boeken over de Honderdjarige Oorlog die in de veertiende eeuw woedde tussen Frankrijk en Engeland. Op luchtige maar niet oppervlakkige wijze komen de Grote Franse thema’s aan bod: liefde en dood, opoffering voor het vaderland, verlichting en verstand, romantiek en muziek.

Meer geïnteresseerd in avontuur? Stort je dan op Les Misérables van Victor Hugo of de avonturen van Edmond Dantès in Le comte de Monte Cristo van Dumas. Bekende avonturen uit de negentiende eeuw komen van de hand van Jules Verne: in zijn serie Wonderreizen herken je ongetwijfeld titels als De reis naar de maan, 20.000 Mijlen onder zee en Reis om de wereld in tachtig dagen.

Er is zoveel over Frankrijk te lezen dat je je afvraagt waarom dit in ’s hemelsnaam het thema van de boekenweek is geworden, want je kunt er alles wel mee verbinden. Een biografie van Vincent van Gogh, Het gouden ei van Tim Krabbé, de nieuwste van Houellebecq, Het leven een gebruiksaanwijzing van Georges Perec of de schandaalroman Les liaisons dangereuses van Choderlos de Laclos (schitterend verfilmd overigens met John Malkovich). Je ziet: er is te veel om op te noemen. Begin maar met Beckman, dan komt de rest vanzelf.

Vive la musique

Franse muziek heeft altijd een beetje op een eiland gestaan, dankzij de taal maar ook vanwege de meest beroemde Franse uitvinding: het chauvinisme. Sterren die in Frankrijk een enorme status genieten staan hier als winkeldochters weg te rotten maar andersom is het absoluut niet gezegd dat succes in een buitenland ook succes in Frankrijk betekent. Allerlei mesjogge maatregelen zoals de oekaze van cultuurminister Jack Lang om 70% Franstalige muziek te moeten draaien op de radio schijnen daar weinig aan te hebben bijgedragen – het waren vooral de stronteigenwijze Fransen zelf die hun eigen product nadrukkelijk de voorkeur gaven.
De status van Frankrijk als een zelfstandige ‘muzikale planeet’ gaat een paar eeuwen terug. Terwijl Gustav Mahler ingewikkelde symfonieën in elkaar draaide, schreef Gabriel Fauré verfijnde, tere kamermuziek; Schoenberg probeerde de wereld atonaal om zeep te helpen terwijl Les Six, Debussy en Ravel juist muziek als kleurpalet leerden te gebruiken. En ga zo nog maar even door.

Chanson

~

De Fransen hebben dan ook altijd hun eigen genres gekend, waarvan het Chanson wellicht het bekendste is. Het onderscheidt zich met name door onderwerpskeuze (levensleed, liefde, dat werk), een doorgaans nogal spartaanse vormgeving (denk Jacques Brel) en een vrij gedragen
manier van zingen (denk Gilbert Bécaud). Maar het Heel Verantwoorde chanson is niet het hele verhaal; ook megasterren van het type Johnny Halliday (een soort Tom Jones) en viespeuken-met-een-knipoog zoals Serge Gainsbourg (een soort Serge Gainsbourg) veroverden hun plek, echter zonder veel aanspraak buiten de grenzen.

Toch lijkt zelfs Frankrijk zich niet meer aan de rest van de wereld te kunnen onttrekken: Franse jongeren luisteren meer naar buitenlandse muziek en ook Franse muziek wordt in toenemende mate door die van buiten beïnvloedt. Het repertoire van Noir Désir was een decennium eerder moeilijk te verteren geweest en de folk-rock van Louise Attaque knipoogt heel nadrukkelijk. Het interessantste is echter de rol van Noord-Afrikaanse muziek, variërend van een rijke Franse rap-scene tot de etno-pop van Zebda. Maar Frankrijk exporteert ook, en nergens is dat zo duidelijk geworden als in de Dance, waar Franse acts, zoals St. Germain, mee de toon zetten. Het lijkt erop dat het einde van Frankrijks muzikale isolement nadert.

Amuse de bouche

~

De ware Francofiel eet natuurlijk altijd croissantjes, stokbrood, salade niçoise, quiche lorraine, slakken, boeuf bourguignon, ganzenleverpaté en ga zo maar door. Sla de receptenbijbel van Escoffier er maar eens op na. Voor de wat armlastige liefhebber zijn dit soort gerechten echter niet altijd even gemakkelijk bereikbaar. Toch kun je voor weinig geld echt Frans eten in elkaar draaien: uiensoep. Spotgoedkoop, vegetarisch en iedereen vindt het lekker. Snijd vier uien in ringen en laat ze tien minuten in een flinke klont boter glazig worden. Teentje knoflook erbij plus een lepel suiker en het vuur nu hoger zetten, zodat de uien lichtbruin worden. Daarna een liter bouillon en eventueel een scheutje witte wijn erbij. Lang en langzaam laten pruttelen en je hebt, samen met een stokbroodje kaas, de lekkerste Franse week die je kunt bedenken!