Film / Films

Opwindende hitte en ijzige kou

recensie: Spring, Summer, Fall, Winter... and Spring

De Zuid-Koreaanse regisseur en scriptschrijver Kim Ki-duk staat onder andere bekend om zijn behoorlijk controversiële films met daarin soms afschrikwekkende scènes, bijvoorbeeld The Isle. Zijn laatste werk Spring, Summer, Fall, Winter… and Spring is echter de rust zelve. De film vertelt het verhaal van een boeddhistische monnik die zijn jonge beschermeling zo goed en zo kwaad als het kan de normen en waarden van het leven bijbrengt. Respect voor de natuur, voor de meester en natuurlijk voor de mens in het algemeen. Wanneer de monnik en de jongen gezelschap krijgen van een erg mooi meisje dat ziek is en rust en genezing zoekt, loopt de jongen tegen zijn aardse lusten aan. Zo werkt dat nou eenmaal in de natuur.

~

De film heeft, zoals de titel al doet vermoeden, een cyclisch verloop. In elk jaargetijde breekt een stadium in het leven van de jongen aan. Een constant leerproces dat begint in de veilige handen van de meester, die woont in een drijvend huis midden in een onwerkelijk mooie vallei, afgesloten door symbolische deuren. Ook wanneer de jongen zijn hart achterna gaat en de relatieve verschrikkingen van de buitenwereld ervaart, komt hij op den duur toch weer bij zijn meester terecht, waar hij boete doet voor zijn begane zonden, net als toen hij klein was.

Sprookjesachtige vallei

~

Spring, Summer, Fall, Winter… and Spring is in eerste instantie een film over het leven en de invloed van het Boeddhisme hierop. Daarnaast heeft Kim Ki-duk ook oog voor de schitterende natuur, die onmiskenbaar verbonden is met de jaargetijden en de personages. De jongen voelt de opwindende hitte van de zomer en als volwassen man de genadeloze kilte van de sprookjesachtige bevroren vallei in de ijzige kou van de winter. Een winter waarin zich een nieuw levensdoel begint af te tekenen.

Leerschool

De film zit vol met symboliek, met het boeddhisme als grote inspiratiebron. Het is echter helemaal geen ramp om weinig van deze overtuiging te weten. Spring, Summer, Fall, Winter… and Spring laat zich gemakkelijk aanschouwen en is eerder een leerschool dan een test over wie het meest heeft opgestoken bij levensbeschouwing op de middelbare school of daarna. Het is een prachtige, serene film die voor iedereen wel enig houvast zal bieden. Al is het alleen maar om de schitterende beelden die Kim Ki-duk ons voorschotelt. En wat gebruikt hij dat overweldigende land goed om zijn verhaal te vertellen. Een klein stukje natuurlijke werkelijkheid in het aardse leven, dat door de vele tragedies die zich voordoen, steeds onwerkelijker lijkt te worden. Voor de opgroeiende jongen en eigenlijk ook voor ons allemaal.

Muziek / Album

Op zoek naar de blues

recensie: Keb' Mo - Keep It Simple

Problemen in je relatie, moeilijkheden op school of ontslagen van je baan; iedereen kent het gevoel van de blues. Keb’ Mo is dat gevoel echter helemaal kwijt. Alles gaat goed in zijn leven, zo beschrijft hij in het nummer Prosperity Blues. Hij heeft geld genoeg, hoeft niet meer te werken en kan zelfs de problemen met zijn vriendin afkopen: My baby left me / but she came right back / when i gave her the keys / to that brand new Cadillac. Het is een raar idee: een gelukkige bluesartiest. En dan is Prosperity Blues nog niet eens het enige nummer waarop Keb’ Mo zijn kleinburgerlijk geluk bezingt. Het merendeel van Keb’ Mo’s teksten gaan over liefde en vriendschap.

~

Helemaal gelukkig is de zanger echter niet. Zijn ongeluk vindt hij vooral in de onoverzichtelijkheid van het burgerlijke bestaan. Twee auto’s, drie kinderen, zes telefoons en een honderdtal televisiezenders; het beangstigt Keb’ Mo allemaal nogal. Vandaar dat hij in het titelnummer er voor pleit de zaken vooral simpel te houden. In een koffiehuis wil hij niet moeten kiezen uit een lijst die van het plafond tot de vloer loopt, maar gewoon een eenvoudig kopje koffie kunnen drinken. Keb Mo’ streeft naar het geluk dat René Froger jaren geleden al zocht in een moot gebakken vis en een vers kopje thee.

Ode aan de King

Opvallend aan het album Keep It Simple is ook dat de muziek gepolijster is dan op de meeste andere bluesalbums. Keb’ Mo schurkt bovendien tegen de soul aan, waardoor sommige nummers herinneren aan G. Love and Special Sauce. De catchy achtergrondkoortjes doen zelfs denken aan een moderne artiest als Ivar. Dat hij echter wel degelijk in de blues wortelt, toont Keb’ Mo in het nummer Riley B. King. Dit eerbetoon aan Riley. B. King (de eigenlijke naam van blueslegende B. B. King) is bijna een liefdesverklaring aan de ‘ongekroonde koning’.

Bluesgevoel

Dat Keb’ Mo zo vrij met een behoudende stroming als de blues omgaat, maakt Keep It Simple tot een zeer interessante plaat. Blues en soul worden op schijnbaar moeiteloos wijze vermengd, waardoor de muziek nergens gedateerd klinkt, terwijl Keb’ Mo zijn wortels in de blues nooit verloochent. Treurigheid en het echte ‘bluesgevoel’ zijn op Keep It Simple weinig te vinden. De plaat doet daardoor op het eerste gehoor vreemd aan, maar is al met al zeker een mooi werk van Keb’ Mo.

Boeken / Strip

Afgestompte emoties

recensie: Erik de Graaf - Verbleekte herinneringen

In vrij korte tijd werd de stripwereld vergast op twee albums van debutant Erik de Graaf: Verbleekte herinneringen en Gekleurd geheugen. De vormgeving oogt zeer verzorgd en het is goed om te zien dat uitgeverijen als De Harmonie en Oog & Blik met veel liefde de eerste twee delen van deze debutant hebben gepresenteerd.

~

De tekenstijl verraadt de grafische achtergrond van de auteur. De duidelijk omlijnde beelden staan strak in het gelid als saluerende frontsoldaten, iets wat de leesbaarheid bevordert. Daarbij wordt er vaak gegrepen naar primaire vormen in close up, waardoor het geheel overkomt als een instructief kinderboek. Nu hoeft dat voor de geloofwaardigheid geen bezwaar te zijn: ook de belevenissen van Boerke, de protagonist van auteur Pieter de Poortere, zijn in een soortgelijke stijl uitgewerkt. Het grootste verschil zit in de aard van de verhalen. Waar Boerke de volwassen lezer weet te boeien en zelfs aan het denken zet met zijn verknipte maar o zo herkenbare wereldbeeld, daar weet Erik de Graaf eigenlijk geen moment de geur van spruitjes te verdrijven.

Vals sentiment

Gezien de toon van de verschillende episodes moeten we aannemen dat we hier te maken hebben met een autobiografisch getint werk. Dit genre vereist echter het nodige vakmanschap. Het motto luidt dan ook: neem de nodige afstand van de gebeurtenissen die je verwerkt in de verhalen. Alleen dan zal het lukken de argeloze lezer te betrekken bij de belevenissen van de personages. Welnu, dit motto is hier wat al te ver doorgedreven. De scènes die zich ontvouwen zijn vlak en nergens echt boeiend. De acteurs bewegen zich houterig over het podium en dreunen lusteloos hun tekst op. Het sentiment, wat toch de drijfveer voor

~

het maken van deze albums zou moeten zijn, houdt zich angstvallig schuil en als het zo af en toe door de passages schemert, oogt het vals en compleet inwisselbaar. Daarmee zijn de verhaaltjes wat ze zijn: goed verteerbaar maar te vrijblijvend en zonder enige diepgang. Daar komt bij dat de hoofdpersoon (lees: de jeugdige auteur) alles wat om hem heen gebeurt enkel passief beleeft als een karakterloze sterveling, of het nu om een geslacht konijn of een doodgeknuppelde rat gaat. Op die manier is het wel heel moeilijk om als lezer binnen te dringen in zijn Wondere Wereld. Nergens is er een ontwikkeling of boodschap te bespeuren die de lezer houvast biedt.

Puberstorm in een glas water

Het probleem van jeugdherinneringen is de vluchtigheid ervan. Wat op het moment van beleving nog overkwam als een onvergetelijke manifestatie, is op latere leeftijd niet meer dan een puberstorm in een glas water. De ware emoties zijn afgestompt en veelal verdrongen door zoiets banaals als de ratio. Het is maar weinig auteurs gegeven om herinneringen na al die tijd de juiste lading mee te geven. Erik de Graaf behoort nog niet tot deze happy few.

Evenwicht

Al met al zijn de verhalen onderhoudend en de tekeningen professioneel. Maar voor het gekozen genre is dit niet voldoende. Te gemakkelijk wordt er tegenwoordig gegrepen naar de non-fictie. Daar is niets mis mee, als de auteur zich maar bedenkt dat er dan tenminste meer van hem verwacht wordt dan een persoonlijk fotoalbum. Erik de Graaf heeft als nieuwkomer echter nog alle tijd om het juiste evenwicht te vinden. Of hij hiertoe in staat is, mag hij bewijzen met zijn volgende album Gevonden verleden.

Muziek / Album

Nergens een eigen geluid

recensie: Star Star

Op 19 februari jl. presenteerde het Rotterdamse Star Star zijn debuutalbum in het theater van Nighttown te Rotterdam. De remix van de single Dirty You, Dirty Me door Soulvation was deze avond voor het eerst te horen. Het album werd uitgereikt door Fréderique Spigt, niet geheel toevallig een labelgenoot op Idolmedia. De opnames voor het titelloze debuut vonden plaats in de Rocktown Studio te Rotterdam. De productie kwam voor rekening van Ocki Klootwijk, ondermeer bekend van zijn productiewerk voor de Hermes House Band.

~

Het geluid van Star Star leunt zwaar op The Rolling Stones en in iets mindere mate op the Black Crowes. Dit ontkennen heeft weinig zin (iets wat gelukkig ook niet gebeurt), mede omdat het 13 nummers tellende debuutalbum zelf genoeg verwijzingen bevat. Wat te denken van titels als Jaggeresque en Easy For Tonight (A Song For Ruby)? Inderdaad, een wel heel erg expliciete verwijzing naar het nummer Ruby Tuesday van de Rolling Stones.

De composities komen voor het grootste deel voor rekening van het duo Joeri Rook (gitaar) en Manfred Boor (zang). Ik moet het ze nageven, beide heren zijn goed op elkaar ingespeeld, ‘als een Jagger en Richards’. De vergelijking ligt muzikaal gezien voor de hand, maar het klinkt een beetje pretentieus voor een relatieve nieuwkomer.

Coverband

Muzikaal zou de vijfkoppige band gemakkelijk door kunnen gaan voor een Stones-coverband (inclusief mondharmonica), een goede wel te verstaan. De gitaar georiënteerde rockmuziek wordt begeleid door een lekker rauwe, ietwat zeurderige stem à la Mick Jagger. De riffs zijn pakkend, de songs eenvoudig maar goed opgebouwd, terwijl de achtergrondzangeressen zorgen voor de nodige soul. Alles steekt logisch in elkaar. Wat dat betreft is er niets op de band aan te merken. Een nummer als Liberty Belle zou zomaar ineens kunnen aanslaan bij een groot publiek. En toch blijft de schoen wringen. Het lijkt ook zo op de Rolling Stones!

Wishful thinking

Komt Star Star ermee weg? Ik twijfel. Van dit soort bands word ik normaal gesproken niet heel erg vrolijk. Ik weet dat rock & roll het vaak niet moet hebben van het predikaat ‘vernieuwend’, maar Star Star laat wel héél erg duidelijk merken waar ze de mosterd vandaan haalt. Je kunt je terecht afvragen of dit storend is. Door de platenmaatschappij wordt de vergelijking gemaakt met bands als Jet, Reef en The Darkness. Ik vind het vergezocht. Ontstijgt Star Star daarmee de Nederlandse middenmoot? Qua originaliteit helaas niet. Maar het valt niet te ontkennen dat we hier te maken hebben met goede songschrijvers en muzikanten.

In mei en juni tourt Star Star door Engeland en van de zomer zullen ze zijn te vinden op verschillende Nederlandse festivals. Ga het zien en oordeel zelf!

Film / Films

Bekentenissen over de meester

recensie: En un momento dado

In de zomer van 1973 nam de voetbalclub C.F. Barcelona uit de Spaanse provincie Catalonië voetballer Johan Cruijff voor een recordbedrag over van Ajax. De Catalaanse club had al 14 jaar geen noemenswaardig sportief succes meer behaald en zag in Cruijff de speler die voor betere sportieve tijden moest gaan zorgen. Dat Johan Cruijff voor de club Barcelona en haar fans veel meer betekenis heeft gehad dan alleen zijn prestaties op het voetbalveld, bewijst de documentaire En un momento dado van Ramón Gieling.

~

In de documentaire worden mensen uit verschillende maatschappelijke klassen geïnterviewd. Zij vertellen op een gepassioneerde manier over de wijze waarop zij door Cruijff zijn geïnspireerd in hun dagelijkse leven en welke betekenis hij heeft gehad voor hun zelfbewustzijn. Zo is er de eigenaar van een restaurant die vertelt hoe hij zijn bedrijf op dezelfde wijze leidt als Cruijff zijn voetbalteams organiseerde en liet spelen. Er is de man die vertelt hoe de Catalanen werden onderdrukt door het machtige regeringscentrum in Madrid en welke rol Cruijff heeft gespeeld bij het herwinnen van de trots en het zelfvertrouwen van de Catalanen. Huilend verklaart de man dat de Catalanen zoveel jaren later Cruijff nog steeds niet voldoende hebben bedankt voor de 0-5 overwinning van Barcelona in 1974 op het gehate Real Madrid.

Verliefd

~

Fascinerend is het interview met een dame die verslag doet van haar bewondering voor Cruijff en vertelt altijd verliefd te zijn gebleven op hem. Al haar mannelijke geliefden vergeleek zij met Cruijff, waarna zij tot de slotsom kwam dat er voor haar maar één ware liefde bestaat. Ze heeft Cruijff nooit ontmoet. Dat zou de betovering alleen maar verbreken. Interessant is het gesprek met een oud-speler van Real Madrid die verklaart dat Cruijff zijn idool is. Hij vertelt wat hij als voetballer van Cruijff heeft geleerd. Hoe Cruijff de ruimte in het veld benaderde en wat bijvoorbeeld de functie was van de tempoversnellingen van Cruijff binnen een demarrage. Voor de ingewijde voetballiefhebber zijn dit soort analyses boeiende inkijkjes in de kracht van de voetballer Cruijff, gezien door de blik van een oud-collega.

Oprecht

De bekentenissen van de mensen, gelardeerd met archiefbeelden van Cruijff in actie op het voetbalveld, zijn stuk voor stuk boeiend, en blijven binnen de grenzen van oprechte bewondering. Nergens schieten de getuigenissen door in te groteske heldenverering. De kracht van de film ligt in de originaliteit van deze bekentenissen over Cruijff en het groeiend besef bij de kijker hoeveel betekenis en invloed een voetballer kan hebben op het dagelijkse leven van mensen.

Zwijgen is goud

Aan het begin van de film schiet Cruijff vanaf een berg een bal de lucht in waarna een jongen in een Barcelona-shirt met nummer 14 de bal achterna rent door de straten van Barcelona. Deze scènes vormen de rode draad van de film, maar maken een overbodige indruk. Net als het overigens zeer persoonlijke interview met Cruijff aan het einde van de film. De verhalen over hem spreken voor zich. Hij had in deze film mogen zwijgen.

Boeken / Fictie

Heen en weer slingeren tussen hoogravend en vulgair

recensie: Robert Anker - Hajar en Daan

Een relatie tussen leraar en leerlinge is verboden. Wanneer de leerlinge achttien jaar of ouder is, zijn er geen wettelijke bezwaren, maar is een liefdesrelatie nog steeds taboe. De leraar hoort een niet meer dan vriendschappelijke relatie te onderhouden met de leerlinge. Daan Hollander, leraar geschiedenis en Hajar Nait Sibaha, een Marokkaanse eindexamenkandidate VWO, doen het toch. Dat dat problemen oplevert moge duidelijk zijn.

Hajar en Daan drijft op de liefdesrelatie tussen beide titelpersonages: een verboden liefde met veel taboes, niet in de laatste plaats omdat Hajar ook nog eens Marokkaanse is. Deze uitgangssituatie is technisch gezien niet de meest opwindende om een verhaal op te bouwen. Bij thema’s als verboden liefde, botsende culturen, integratie en emancipatie liggen cliché’s op de loer. Ook schrijver Robert Anker ontsnapt daar niet aan.

Modieuze overhemden

Daan Hollander is de geschiedenisleraar die niet eens weet wie Steve Biko was. Hij is niet geïnteresseerd in lesgeven en gedraagt zich als een feestende yup die zich meer zorgen maakt om het imago dat hij met zijn modieuze overhemden creëert dan om de geschiedenis zelf, die hij verwart en verdraait. Hajar Nait Sibaha is een slim meisje dat als favoriete boek Max Havelaar noemt en in haar vrije tijd Nederlandse les geeft aan Marokkaanse moeders. Ze is het toonbeeld van integratie en moet Daan uitleggen wie Steve Biko was. Kan de tegenstelling nog groter, nog duidelijker? Dit is een verhaal over verschillen, over oppervlakkigheid tegenover diepzinnigheid en ga zo maar door. Hajar is in zekere zin een cliché, net als Daan. En de uitwerking van hun naar elkaar toegroeien is ook een cliché. Een simpel verhaaltje, zonder al te veel diepgang.

“Moest ik mij bedoeken?”

Maar wat direct opvalt aan Hajar en Daan is het taalgebruik. Hajar spreekt in gedragen verzen die zo uit de Bijbel lijken weggelopen:

‘O Liefste,’ zal Hajar later schrijven, ‘er is honing onder je tong, mitsgaders mirre en aloë, de bijen van mijn hart weten je te vinden. Moest ik mij omgorden tegen jou? Mijn hoofd bedoeken tegen jou, om nu naar jou te tasten op mijn legerstede?’

Het zijn mooie woorden en zinnen die een groot contrast vormen met de rest van de zinnen en, net als in Een soort Engeland, over elkaar buitelen en snel van register wisselen. Ook de toon van de dialogen verandert steeds. Daans hippe IT-vriendje Jimmy Pretzel spreekt volgens de laatste mode:

‘Ach, het is natuurlijk maar een spel maar dat wil niet zeggen dat elke moron maar een beetje mee kan piepelen, daar wil ik wel even understanding over hebben. Als iemand niet performt gaat hij eruit.’

Het levert een levendige warboel op van stijlen en soorten, maar hoofdpersoon Daan doet er zelf niet aan mee. Hij praat heel gewoontjes en wordt in zijn taalgebruik beïnvloed door degene met wie hij praat. Het enige taalvaardige wapenfeit dat hij op zijn eigen conto kan schrijven is een paginalange opsomming van synoniemen voor zijn Hajar. Voor de rest past hij zich aan, maar dat lukt hem ook maar half:

Boven bij de trap staat Jimmy met een fles Veuve Cliquot-Ponsardin te zwaaien. Of de gentlemen dit willen of eerst maar liever thee?
‘Graag het vocht van de weduwe, Jim. Als ik je niet gerief.’
‘Ontrief, jongeman. Óntrief. Niet duur doen als je het niet kunt.’

Aan de ene kant Hajar en de diepgang, de verfijning, aan de andere kant de bende rond Jimmy Pretzel, met dure auto’s, pilletjes her en der en vooral veel feest en uiterlijk vertoon. Daan wordt heen en weer geslingerd en kan niet kiezen. Niet dat hij besluiteloos is, maar omdat hij niet genoeg inhoud bezit om zelf het heft in handen te nemen.

Geen tussenweg

Als schets van een oppervlakkige man en zijn gebrek aan eigenheid is Hajar en Daan een zeer geslaagd boek. Maar de samenhang, de middenweg ontbreekt. Er is geen nuance in dit boek. Alles lijkt zwart of wit, uitvergroot of onbelangrijk, hoogdravend of vulgair, een tussenweg is er niet. Daan wordt heen en weer geslingerd maar lijdt daar niet onder en denkt daar ook niet over na: hij ondergaat. Hij is passief, een meeloper in de zuiverste zin van het woord.

Wanneer Daan Hajar echter kwijtraakt, lijkt hij te veranderen: hij leeft plotseling in dromen, gaat op zoek in zichzelf en naar zichzelf. Maar juist op dat moment verandert Robert Anker de spelregels. Het hele boek lang is de scheidslijn tussen waan en werkelijkheid niet overtreden: wat er gebeurde, gebeurde ook echt, op een paar chemische trips na misschien. Maar het laatste deel vloeien droom en werkelijkheid voor Daan in elkaar over: hij wint aan daadkracht, maar verliest aan realiteit. Daan wordt een zwevende figuur die we niet langer kunnen inschatten en die we niet langer kennen.
Nu kun je je afvragen of dat niet het gevolg is van zijn relatie met Hajar, maar de stappen die hij neemt zijn zo rigoureus en doortastend en daarmee zo in tegenspraak met het karakter dat we in het eerste deel van het boek hebben leren kennen, dat het als bedrog aanvoelt. Daan plotseling als dromerige buitenstaander, die het leven niet langer ondergaat maar nu bekijkt vanaf een afstandje? En die overgang in enkele bladzijden? Die vlieger gaat niet op.

Eigenheid

Van het eenvoudige verhaal (met clichés) moet Hajar en Daan het niet hebben, maar wat taal en stijl betreft is het boek een belevenis. De schets van Daan als man zonder eigenheid is goed gelukt, waarvoor alle lof. Het moet niet meevallen om een man te beschrijven die geen eigenschappen heeft en alles van anderen leent, tot aan zijn denkbeelden toe. Maar wanneer de schepper van die lege man dan plotseling toch wat inhoud in de schedel giet, is dat een wending die de eigenheid van het boek te veel geweld aandoet.

Film / Films

Afwisselend en boeiend

recensie: X-files seizoen 7

.

~

Het zevende seizoen is het laatste seizoen met David Duchovny, die vanaf het begin in de serie meespeelde. Met de eerste aflevering vallen we direct met de neus in de boter. Fox Mulder is volledig krankzinnig geworden aan het einde van seizoen zes: hij ziet en hoort meer dan ooit tevoren, maar is niet in staat zich te bewegen of op een andere manier te communiceren. Ik ben in eerste instantie teleurgesteld door dit overdreven restant van de cliffhanger aan het eind van seizoen zes. Het is zeker niet de beste aflevering van het seizoen en wordt dan ook nog over twee afleveringen uitgesmeerd.

Standaardformule

Hierdoor kom ik echter wel direct bij het grootste pluspunt van het zevende seizoen X-files: je weet nooit wat je te wachten staat. Elke aflevering is een verhaal op zich, dat duidelijk door verschillende mensen geschreven en verfilmd is. Dit zorgt er voor dat je nooit naar een standaardformule aan het kijken bent. Hierdoor is zelfs het zevende seizoen van de serie nog verrassend. Het is niet een serie binnen een vast format, maar bestaat uit een aantal verhalen binnen een ruim concept. Dat maakt de serie intrigerend.

Geen climax

Een gevarieerd geheel dus. Dit maakt het minder erg dat de achterliggende ‘grote’ verhaallijn niet echt boeiend meer is. Vroeger dacht ik dat de hele serie naar een grote climax toe zou gaan leiden, maar die illusie ben ik met het zevende seizoen wel kwijt: we moeten de serie gewoon als losse afleveringen zien. Dat is op zich wel jammer, want nu kun je in principe de afleveringen door elkaar kijken.

Extra’s

~

Het prettig bekijken van X-files valt of staat eigenlijk met een goede beeld- en geluidskwaliteit. De serie moet op je af komen en je volledig grijpen. Hier is producent Chris Carter dan ook zeker in geslaagd, hoewel de beeldkwaliteit per aflevering wel eens wil verschillen. De DVD-box heeft wat dat betreft echt een meerwaarde boven het kijken van de afleveringen op televisie. Je ziet gewoon veel meer details en het geluid is vele malen helderder. De 22 afleveringen, die op 6 DVDs staan, zijn bovendien voorzien van een aantal leuke extra’s. Dit gaat met name om promo’s, trailers en audiocommentaar. Deze features zijn ruim aanwezig op alle DVD’s. Ook is op de laatste DVD een aardig computerspel opgenomen en vind je een ‘behind the scenes’ feature. Op de extra’s is duidelijk niet bezuinigd.

Verrassing

Zelf was ik blij verrast toen ik de serie bekeek. Ik had absoluut niet verwacht dat de serie me nog zo zou boeien, elf jaar na die ‘goede oude tijd’. Ook ben ik zeker niet iemand die geïnteresseerd is in allerlei paranormale creaties, en daarom moet ik het dus ook volledig van het verhaal hebben. Simpelweg de spanning van de individuele afleveringen wist me tijdens de hele serie geboeid te houden. Chris Carter doet zichzelf met de DVD box van seizoen 7 eer aan. Een gezonde dosis extra’s en een degelijke beeldkwaliteit zorgen dat we geboeid naar de serie blijven kijken. Ook maakt de diversiteit aan verhalen dat de serie, ondanks de hoge leeftijd van het format, interessant blijft. Je wordt als kijker constant geprikkeld omdat de verhalen telkens anders zijn opgebouwd. Ik ben oprecht benieuwd of met het vertrek van David Duchovny als Fox Mulder de serie in het volgende seizoen nog steeds overeind blijft staan, of dat de rek er dan echt uit is.

Film / Films

Lek script vol clichés

recensie: Gothika

Dokter Miranda Grey (Halle Berry) is een rationele vrouw die altijd bij de feiten blijft. Ze werkt in een psychiatrische inrichting en is getrouwd met de directeur, Douglas Grey (Charles Dutton). Tot zover is er niets aan de hand. Maar als Miranda op een stormachtige avond naar huis rijdt, komt ze in aanraking met een gewond, jong meisje. Een paar dagen later wordt Miranda wakker in haar eigen inrichting – als patiënt welteverstaan – en ontdekt de gruwelijke reden van haar opsluiting…

~

Gothika is de zoveelste waarom-heb-ik-toch-opeens-zo’n-last-van-geesten-en-waarom-gelooft-niemand-me-dus-ga-ik-zelf-maar-op-onderzoek-uit-thriller die de afgelopen jaren zijn verschenen. Denk bijvoorbeeld aan What Lies Beneath en The Ring. De film volgt braaf de richtlijnen die deze en andere films uit hetzelfde genres gebruiken: mysterieuze gebeurtenissen, een dood meisje, onverklaarbare verschijnselen en plotwendingen die uiteindelijk moeten leiden tot een onverwacht einde.

Voorspelbaar

Het herkauwen van zo’n succesformule is geen misdaad. Vooral niet als de makers er alles aan doen om er originele elementen aan toe te voegen. Gothika blijkt echter de zoveelste standaard copycat: de originaliteit is gewoonweg te ver te zoeken. De voorspelbaarheid is meteen de grootste oorzaak van het feit dat Gothika niet eng is. In plaats van je mee te laten voeren met het verhaal, in spanning afwachtend hoe het nou eigenlijk zit, ben je de makers steeds een paar stappen voor en kun je van te voren al aardig voorspellen hoe het gaat lopen.

Goedkope schrikmomenten

~

De film heeft qua verhaal en opzet verdacht veel gemeen met What Lies Beneath (2000) van Robert Zemeckis. En laat hem nou net een van de producenten van Gothika zijn… De film moet het hebben van een flinke dosis vrij goedkope schrikmomenten, die je eigenlijk al van verre ziet aankomen. Slechts enkele hiervan zijn effectief, maar dat is lang niet goed genoeg om van Gothika een goede horrorfilm te maken. Vooral wanneer Berry wanhopig het standaardzinnetje ‘What do you want from me?!’ schreeuwt, vraag je je af of de makers dan tenminste hebben geprobeerd dit soort foute clichés te vermijden.

Aan de cast zal het verder niet liggen. Naast Oscarwinnares Halle Barry zien we Penélope Cruz als patiënte Chloe en Robert Downey Jr. als dokter Pete Graham. Helaas kunnen zij het lekke script niet redden.

Dus?

Gothika is dus niet eng. Spannend? Op een aantal momenten wel. Maar het is zeker geen film waar je ’s nachts van wakker zult liggen. Voor de liefhebbers van horrorfilms een aardige teleurstelling, want zo wordt de film wel gepresenteerd. Gothika is echter niet meer dan een standaardthriller boordevol clichés.

Film / Films

Terreur op de snelweg

recensie: Highwaymen

Rutger Hauer brak in Amerika door met The Hitcher. Deze door Robert Harmon geregisseerde film bereikte weliswaar geen miljoenenpubliek, maar bleek een cultklassieker. De keiharde thriller wordt nog met enige regelmaat op de televisie uitgezonden en alleen in de late uurtjes. Hauer speelt een personage, die zich door automobilisten langs de snelweg laat oppikken en ze daarna ombrengt. Harmon heeft met de road movie-cum-thriller Highwaymen hetzelfde thema gebruikt, maar op een verrassende manier opnieuw vorm gegeven.

~

De openingstitels verraden de bedoeling: Highwaymen wordt een film met veel auto’s, half weggegeven plots en ruim voldoende spanning. De kijker komt ogen tekort om alle informatie in de eerste drie minuten te verwerken. Diffuse beelden, snel gemonteerde scènes en personages, die karikaturaal zullen blijken te zijn. In de openingsscène staat Rennie Cray op een balkon en hij kijkt naar zijn vrouw, die inkopen doet bij een marktkraampje aan de overkant van de weg. Aan de horizon verschijnt een auto die het bioscooppubliek tegemoet rijdt. De auto versnelt plotseling en Cray ziet dat zijn vrouw wordt geschept door de auto. Hit and run, moord op de snelweg. Cray rent de trap af, maar is natuurlijk te laat. Zijn vrouw wordt voor zijn ogen aan stukjes gereden.

Rotzooi

~

Zes jaar later. Cray rijdt op een snelweg. Hij rijdt behoedzaam en slaat een zijweg in. In een garage vindt hij een prothese. Hij doet de achterklep van zijn auto open en daar liggen minimaal voldoende protheses om twee etalagepoppen mee op te bouwen. Cray blijkt al zes jaar de moordenaar van zijn vrouw te achtervolgen. De moordenaar is James Fargo. Hij heeft zelf ooit een ongeluk gehad en blijkt, naast zijn eigen lichamelijke restanten, vooral te zijn opgebouwd uit mechanische onderdelen. Hij rijdt een 1972 Cadillac Eldorado en deze auto is een evenbeeld van de mens/machine Fargo. Deze moordenaar zoekt zijn slachtoffers niet uit, hij doodt willekeurig. Cray is de enige die de achtervolging volhoudt. Na elk dodelijk ongeluk ruimt de politie de rotzooi op, maar de ongelukken worden niet met elkaar in verbinding gebracht.

Verwachte winnaar

Molly Poole raakt betrokken bij een ongeluk, veroorzaakt door Fargo. Ze weet te ontsnappen en ontmoet Cray bij een praatgroep van verkeersslachtoffers. Aanvankelijk gelooft ze de verhalen niet, maar als Fargo terugkomt om haar om te brengen, moet ze Cray gelijk geven. Het gevecht tussen de mens/machine Fargo en het duo Cray/Poole krijgt de verwachte winnaar, maar niet na een verrassende verhaal. Humor relativeert de harde en spannende strijd.

Geen franje

Regisseur Robert Harmon heeft een uitgelezen cast acteurs voor deze film bij elkaar gezocht. De drie belangrijkste personages op een rij: Jim Cazievel (Rennie Cray) speelde eerder in Pay It Forward en The Thin Red Line, Rhona Mitra (Molly Poole) was te zien in The Life Of David Gale en Hollow Man, terwijl Colm Feore (James Fargo) te zien was in Paycheck en Chicago. Harmon geeft de acteurs veel ruimte, maar maakt duidelijk dat Highwaymen een film is over auto’s en de dood. Hij maakt op een meesterlijke manier gebruik van tegenstellingen. De stilte van de natuur versterkt de effecten van de grommende motoren en de goed gefilmde achtervolgingen. Natuurlijk eten de personages niet, ze zien geen bed en nooit een douche. Er wordt aan een verhaal gewerkt en alle franje is uit de film gelaten.

Grap

Highwaymen kan een breed publiek trekken. De spanning blijft tot het laatste moment in de bioscoopzaal hangen en de grap op het einde werkt bevrijdend. Deze grap is te leuk om in een recensie weg te geven. Ga dus Highwaymen zelf bekijken en verlaat de bioscoopzaal na de voorstelling met een glimlach.

8WEEKLY

Alles of niets

Artikel: James Bond: Everything or Nothing

James Bond-games bestaan al langer dan vele van EA’s favoriete series. Jaren geleden kwam Domark al met een James Bond-spel op de Mega Drive, een 2D-platformer. De gamer van toen kon James Bond spelen, maar EA belooft dat je met deze game geheel in een James Bondfilm gezogen wordt. James Bond: Everything or Nothing heeft een volwaardige filmcast en script tot zijn beschikking, en is na Lord of the Rings de zoveelste troef van EA om de afstand tussen games en film te slechten.

~

Met een volwaardige cast bedoel ik ook een volwaardige cast. Als stemacteurs horen we Pierce Brosnan, Judi Dench en John Cleese, alledrie onderdeel van de filmserie. Ook de absoluut noodzakelijke bondgirls mogen er zijn. Wat dacht je van Heidi Klum, Shannon Elizabeth, Misaki Ito (uit de Oosterse film Ju-On) en zangeres Mya? Maar geen Bondfilm kan zonder een paar flinke megalomane schurken. Naast de oude en vertrouwde Jaws (Richard Kiel) zien we niemand minder dan Willem Dafoe, die gestalte geeft aan Nikolai Diavolo, een high-tech schurk zoals we die de laatste jaren wel vaker zien in Bondfilms.

Introductie

~

De presentatie is ook net als in een film. We krijgen een korte introductie waarin Bond een koffertje explosieven uit de handen van wat misdadigers moet houden. Hier bij wordt hij lastig gevallen door enkele tientallen soldaten van onbekende origine, helikopters, tanks en raketwerpers. Maar zoals het hoort, weet Bond alle verwachtingen te overtreffen, en redt hij zich uit de meest onmogelijke situaties. En terwijl Bond met en flinke sprong de ontploffende legerbasis achter zich laat, begint de titelsong van deze film/game, gezongen door Mya.

Kleine steekjes

Qua presentatie is dus alles petje af in deze game. Maar hoe zit dat met de gameplay? Die is op zich in orde, maar laat links en rechts wel een paar flinke steken vallen. James moet bijvoorbeeld op zijn eerste missie een granaat in een soort schoorsteen of luchtbuis mikken. Simpel genoeg zou je zeggen, maar wat liet ik me weer foppen door het aanschijn der dingen. Je moet exact op het goede plekje staan om de handeling in werking te stellen, terwijl je lekker onder vuur wordt genomen door de gemene tegenstanders. Dat zorgt ervoor dat de missies misschien niet heel moeilijk zijn, maar door dit soort haperingen wel ineens heel hachelijk worden.

Van alle markten thuis

James Bond staat zijn mannetje te land, ter zee en in de lucht. Ook in dit spel is dat niet anders. Dus is er een auto-onderdeel waarbij je bijvoorbeeld een rijdende trein moet achtervolgen, terwijl je natuurlijk weer flink wordt dwarsgezeten. Verder is er een helikopterlevel, en is er zowaar ook nog gewoon ouderwets rennen, springen en schieten wat de klok slaat. De gameplay is dus zeker niet eentonig te noemen, maar over het algemeen ook niet te moeilijk. De racefan zal het autogedeelte niet heel imponerend vinden. De shooter-fan zal dat gedeelte van de game ook niet heel indrukkwekkend achten, en de flightsimulator-puristen zien zo’n helikopter-onderdeel meer als een tussendoortje.

Conclusie

Gelukkig moet je van alle markten thuis zijn om deze game tot een goed einde te brengen. Daardoor is de gameplay uiteindelijk toch wel voldoende. Ook qua beeld en geluid valt er weinig te klagen. Maar het is uiteindelijk de enorme presentatie die deze game ver boven de middelmaat uittilt. James Bond: Everything or Nothing is qua gameplay nog geen enorme stap voorwaarts, maar zet alvast wel de norm voor de filmgames van de toekomst. Voor de diehard gamer die de vorige James Bond-games geweldig vond misschien niet heel indrukwekkend, maar voor de filmliefhebber en de casual gamer een prima en toegankelijke aanschaf.