Muziek / Album

Een tussendoortje om van te smullen

recensie: The Black Heart Procession & Solbakken - In the Fishtank

Er zijn van die goede ideeën. Eén ervan is om een band op tournee in Nederland twee dagen in de studio op te sluiten. Je geeft ze de vrijheid om gastmuzikanten uit te nodigen met als doel een EP met nieuwe nummers maken. Dat is wat onafhankelijk distributeur De Konkurrent doet met het project In The Fishtank, waarvan nu het elfde deel ter perse is gegaan. Het heeft een aantal zeer mooie resultaten opgeleverd (Motorpsycho met Jagga Jazzist Horns en Sonic Youth met The Ex bijvoorbeeld). Ditmaal viel de eer ten deel aan de Amerikaanse band The Black Heart Procession, die de studio indook met de Nederlandse progressieve rockers van Solbakken.

En ook deel elf van de serie is geslaagd. Ik moet bekennen dat ik nog nooit van Solbakken had gehoord, dus wiens invloed waar te horen is valt voor mij niet te herleiden. The Black Heart Procession ken ik echter wel, het is zelfs één van mijn knuffelbandjes. Vier langspelers met heerlijke sferische muziek, een beetje in de richting van Nick Cave, maar dan heel anders. Ongeveer een jaar geleden stonden ze in Vera en ook live waren ze meer dan overtuigend.

In the Fishtank

In de inlay staat te lezen dat Solbakken haar beperkingen op het gebied van improvisatie kent. Men kwam beslagen ten ijs en had al enkele stukken voorbereid. Het resultaat is dat deze plaat gelukkig niet een oeverloos gejam is geworden van twee bands, maar dat het zes liedjes heeft opgeleverd met een kop en een staart. Over Solbakken kan ik niets zeggen, maar In the Fishtank 11 zal Black Heart-liefhebbers absoluut bekoren. Het laatste album van de Amerikanen (Amore del Tropico) is het meest up-tempo uit het oeuvre, maar die lijn is hier niet doorgezet. Voor deze sessie keert The Black Heart Procession wat meer terug naar de rustige liedjes die kenmerkend zijn voor het vroegere werk.

Spanning

In the Fishtank is een erg spannende plaat geworden. De (onheilspellende) piano van Tobias Nataniel die zo op de voorgrond staat op de Black Heart-albums is ook hier maatgevend. Voor het eerste nummer kwam de Frans zingende en hijgende Rachael Rose over, die samen met Paulo Zappoli de toon zet in een ongelofelijk zwoele en erotische opener (Voiture En Rouge). De beklemmende sfeer blijft in muziek en tekst gehandhaafd: “There is a dog that waits for me, at my front door it lays asleep. And everytime I’d like to leave, it starts to bark or it follows me.” Het gevolg van een samenwerking is dat er twee drummers zijn; dat is opgelost door een breed scala aan percussie en aparte ritmes toe te voegen. Solbakken en The Black Heart Procession hebben nergens haast en dit resulteert in langzaam opbouwende sferische nummers, met als absolute apotheose het elf minuten durende Things Go On With Mistakes wat van kaal en spannend eindigt in orkestraal. Deze plaat maakt nieuwsgierig naar Solbakken en zal Black Heart Procession-liefhebbers zoet houden tot de volgende langspeler.

Muziek / Album

Voetjes van de vloer

recensie: The Zutons – Who Killed The Zutons

Bonafide polderdiva Patricia Paay had in 1967 een grote hit met Je bent niet hip. Wel, The Zutons, het Britse bandje dat centraal staat in deze recensie, zijn dat wel. Behoorlijk zelfs. De bladen aan de andere kant van het Kanaal overschreeuwden elkaar weer eens in loftuitingen. Dit nieuwe wereldwonder komt uit Liverpool, waar gouden tijden herleven met de huidige bandjesscène. We hoorden al leuke platen van The Coral, nu brengt hetzelfde label de debuutplaat van The Zutons uit: Who killed The Zutons.

~

Wat direct opvalt is het uiterst coole artwork. Men brengt een fantastisch leuke hoes die met zo’n rood/blauwe 3D-bril volledig tot zijn recht moet komen. Helaas heb ik er geen 3D-bril bij, maar dat mag de pret niet drukken. In een hele rits plaatjes in het boekje is het einde van superhelden The Zutons verbeeld. De dader is dus onbekend. Wellicht valt er uit de plaatjes op te maken wie de evil wrongdoer is, maar ik wordt er niet wijs uit. Ik heb dan ook geen 3D-bril.

Funky saxofoon

De muziek van The Zutons is een geslaagde cocktail van funk, psychedelica, country en soul. Deze stijlen komen soms individueel, soms ook samen naar voren. Opener Zuton Fever is bijvoorbeeld een heerlijk poppy nummer met een prominente rol van de funky saxofoon-loopjes van Abi Harding. De single Pressure Point bevat weer een groter aandeel gitaar. In een razend tempo schieten de heerlijke swingende songs voorbij. Het nummer Confusion is dan een onverwacht rustpunt. Zanger Dave McCabe brengt een prachtige, rustige ballade over relatieproblemen, toch komt ook hier halverwege de saxofoon meetoeteren. McCabe is overigens geen fantastisch zanger, maar zijn stem klinkt prima bij de muziek.

Muzikale voorgangers

De plaat grijpt muzikaal terug op een schat aan muzikale voorgangers. Je hoort in deze plaat bijvoorbeeld de psychedelische gitaarsound uit de 60’s, het werk van Sly & The Family Stone en de muziek van The Talking Heads terug. Stads- en labelgenoten The Coral zitten muzikaal ook in hetzelfde straatje. Dit is overigens niet zo gek als je weet dat Zutons-zanger McCabe in het verleden samenwerkte met James Skelly van The Coral. Verder heeft Ian Broudie het werk van beide bands geproduceerd.

Regenachtige zondagmiddag

Op de plaat staan veelal vrolijke swingende songs. Een song als Not A Lot To Do sleept de luisteraar echter door een regenachtige zondagmiddag. “‘Cuz God created Sundays, so we could stay in and watch the rain fall down.” Ook bovengenoemd Confusion is weinig vrolijk. Toch overheerst het zomerse feelgood-gevoel bij het luisteren. De plaat bevat verder enkele iets mindere songs waarvan Nightmare Part II er één is (de mondharp die halverwege wordt ingezet redt de boel echter nog bijna).

The Zutons bestaan als band pas sinds 2002 en deze debuutplaat is een prachtige start. Het kan bijna niet anders dat deze band deze zomer veel aandacht krijgt. Ze maakten indruk op London Calling dit jaar en ik zag al een clipje voorbijschieten op een videokanaal. Nu nog hopen dat het weer in Nederland wat verbetert, want de Zuton Fever slaat vast eerder toe in de zon.

Film / Films

Hyperrealistisch familiedrama

recensie: The Mother

Wanneer iemand ouder wordt, breekt de tijd aan om de balans op te maken van het tot dan geleefde leven. Als dan de partner overlijdt, en rouw en verdriet zijn intrede doen, komt de periode van bezinning in een versnelling en kan nadrukkelijk de worsteling met de zin van het bestaan gaan plaatsvinden. The Mother van regisseur Roger Michell (Notting Hill) laat zien dat het overlijden van de partner niet alleen hoeft te leiden tot een periode van rouw, verdriet en gelatenheid over de loop der dingen, maar ook het begin kan zijn van een moeizame en pijnlijke bevrijding uit een oud en sinds jaren en jaren vastgelegd leven.

~

May (Anne Reid) en haar man Toots (Peter Vaughan) zijn de middelbare leeftijd ver voorbij en ouders van twee volwassen kinderen. Wanneer vader komt te overlijden, zoekt moeder troost bij haar twee kinderen. Gedwongen door de situatie staan de kinderen toe dat moeder tijdelijk afwisselend bij hen woont.
Dochter Paula (Cathryn Bradshaw) is onderwijzeres, heeft een kind, schrijft verhalen waarmee zij faam hoopt te verwerven en heeft in klusjesman Darren (Daniel Craig) een twijfelende minnaar. Darren kan niet kiezen tussen Paula en een andere vrouw waarmee hij een relatie onderhoudt. Paula volgt een therapie om de trauma’s uit haar jeugd te verwerken, waar moeder prominent onderdeel van uit maakt. Zij is teveel met zichzelf bezig om haar moeder voldoende aandacht te kunnen geven na de dood van vader.

Oude patronen

~

Zoon Bobby (Steven Mackintosh) is getrouwd, heeft drie kinderen, bewoont een prachtig huis en is aanvankelijk een succesvol zakenman. Hij krijgt te maken met huwelijks- en geldproblemen en heeft te weinig binding met zijn moeder om daadwerkelijk geïnteresseerd te zijn in haar. Moeder ontdekt dat zij op weinig steun van haar kinderen kan rekenen bij haar rouwproces en dat zij er eenzamer dan ooit voorstaat in het leven. Worstelend met zichzelf en de nieuwe situatie probeert zij oude patronen van zich af te werpen en zich te richten op nieuwe doelen in haar leven. Hierbij maakt zij op bruuske wijze inbreuk op het leven van haar dochter. Moeder wordt namelijk verliefd op klusjesman Darren, de minnaar van Paula.

Keiharde confrontaties

The Mother had gemakkelijk kunnen vervallen in een voorspelbare vertelling over drama’s die zich kunnen afspelen in een familie als de gebruikelijke familieorde wegvalt door de dood van een bloedverwant. Wanneer we in deze film te maken hadden gehad met een liefderijke familie waarin warmte en betrokkenheid op elkaar vanzelfsprekend zouden zijn, was het risico van allerlei voor de hand liggende clichés over verdriet en rouwen groot aanwezig geweest. De regisseur slaagt er echter in de voorspelbaarheid uit de film te houden door te kiezen voor een kille, afstandelijke familie, waarin liefde en genegenheid, betrokkenheid en interesse voor andere familieleden allerminst gewoonlijk zijn. De ouders willen het masker van hun liefelijke gezinnetje nog wel even ophouden, maar de kinderen zijn genadeloos in het ontmaskeren van de illusie dat zij uit een warm en vrolijk nest komen.
Hierdoor is The Mother geen film geworden over verzoening en vergeving, met het nadrukkelijke uitgangspunt van een feel-good-movie, maar een hyperrealistisch en nietsontziend familiedrama vol keiharde onderlinge confrontaties, handelend over het verlies van onschuld, illusies en idealen en de grote vraag of het allemaal nog goed gaat komen.

Het Grote Geluk

De manier waarop deze familie in al zijn zwakheden wordt geportretteerd is ontroerend en dermate indringend dat het de kijker moeiteloos aanzet tot nadere gedachten en beschouwingen over herkenbare onderwerpen als de angst voor het ouder worden, de dwaasheid van verliefd zijn, moraliteit en het generatieconflict in een familie. De karakters van de hoofdpersonen komen volop tot ontwikkeling, waarbij de psychologie een voorname rol speelt. We leren ze kennen als in beginsel goedwillende, lieve mensen, op zoek naar Het Grote Geluk. Net als iedereen hebben zij hun dromen, wensen en verlangens, die echter stuk voor stuk verpulverd dreigen te worden door de bikkelharde realiteit van alledag en het al dan niet verwerkte leed dat zij meenemen uit hun verleden.
De acteerprestaties zijn fantastisch levensecht en de dialogen tussen de hoofdpersonen zijn nietsverbloemend, rauw, primair en realistisch. Hierdoor worden zij in al hun naaktheid en kwetsbaarheid aan de kijker gepresenteerd, en kunnen de kijkers zich nadrukkelijk spiegelen aan de levens van de hoofdpersonen.

The Mother gaat over onszelf, de zoektocht naar onszelf, onze moeizame strijd op weg naar groot geluk en ultieme vrijheid en is hoe dan ook een confrontatie met onszelf. Subliem en schitterend dat een film dat kan bereiken.

Boeken / Fictie

Alle dertien goed

recensie: Hans van der Heijde - Horizontale reizen

Dertien verhalen in een bundel. Dertien: is dat wel een geschikt aantal verhalen om in je literaire debuut op te laten nemen? Als beginnend schrijver is het al lastig genoeg, ook als je niet met een ongeluksgetal te maken hebt. Is het niet verstandiger om voor een veiliger aantal te kiezen? Wat Horizontale reizen van Hans van der Heijde betreft is het antwoord een hartgrondig nee. Zijn eerste bundel mag er zijn. Het is weliswaar wennen aan de fragmentarische stijl en de afstandelijkheid ten opzichte van de ik-persoon. Maar eenmaal in het ritme van de schrijfstijl beland is het goed vertoeven in de werelden die de auteur heeft opgeroepen.

Het eerste wat opvalt is de manier waarop de verhalen opgedeeld zijn in korte alinea’s. Dit geeft een versnipperde indruk, alsof je geen verhaal aan het lezen bent maar een snelle opeenvolging van losse anekdotes. Een beetje het stand-up comedian concept in plaats van de samenhangende show van een cabaretier. In het begin is dat even wennen, vooral ook omdat het overkoepelende verhaal vaak geen afgebakend begin en/of einde heeft. Maar de inhoud van deze anekdotes en de manier waarop de situaties beschreven zijn, nemen je toch al snel mee in de vaart van het boek.

Douglas Adams

De verhalen spelen zich af in de Verenigde Staten en Oost-Europa maar ze ademen soms een absurditeit uit die me in de verte deden denken aan de intergalactische werelden van Douglas Adams (The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy). De personen in de diverse verhalen komen in situaties terecht die totaal wereldvreemd overkomen. Zoals bijvoorbeeld de brandweer van een klein dorpje die tijdens de ramp van 11 september in New York wordt gevraagd te assisteren, maar daar eigenlijk nooit aan toekomt omdat ten eerste de brandweerwagen de verkeerde kleur (groen) heeft en daarnaast de brandweermannen de weg kwijt zijn. En elke keer als ze die willen vragen als helden worden ontvangen door de plaatselijke bevolking en volgegoten met drank. Zo doorspekt de auteur menigmaal zware thema’s als wereldrampen en oorlogen met absurde, kleine persoonlijke problematiek. Dat werkt relativerend, maar ook confronterend. De verhalen die zich in Oost-Europa afspelen en onder andere het oorlogsverleden van Polen behandelen, geven juist door deze fragmentarische, absurde stijl de zinloosheid en waanzin aan van zo’n oorlog.

Ik

Een ander punt dat opvalt is het gebrek aan inzicht in de ik-persoon. De verhalen lijken, op een enkele na, gebaseerd op de ervaringen van de schrijver zelf, maar door al de verhalen heen krijgen we nauwelijks inzicht gegeven in diezelfde persoon. De ik-persoon vertelt het verhaal maar vervult zelden echt de hoofdrol. De overige personages zijn duidelijker uitgesneden, meer aanwezig. Ook dit voegt iets toe aan de toch al vreemde afstandelijke sfeer.

Apart

En dat geeft je als lezer een apart gevoel. Apart op een positieve manier. De stijl is wennen door de vervreemding die je erdoor ondervindt, maar niet onprettig. De verhalen lijken soms incompleet, maar wel van begin tot eind onderhoudend. De sfeer is absurd, maar ook met een trieste schoonheid.
En mijn mening is positief, met een toefje droefheid. Droefheid, omdat ik uiteindelijk denk dat dertien toch geen goed aantal is geweest. Veertien was veel beter geweest.

Boeken / Fictie

Multiculturele normen en waarden

recensie: Ebru Umar - Burka & Blahniks. Manifest van een dertiger

.

~

In het eerste artikel van haar boek, dat bestaat uit veertig collumn-achtige stukken van maximaal vijf pagina’s, weet Umar zich in ieder geval al vakkundig te diskwalificeren. Trots schrijft ze een Elsevier-journaliste gezegd te hebben dat ze schrijft ‘uit liefdesverdriet’. Geen grootse idealen, geen onstuitbare drang, maar liefdesverdriet. Ze expliciteert die drijfveer in het hoofdstukje getiteld Schrijven:

Waarom ben ik ook al weer gaan schrijven? Om indruk te maken op hem. Hem. De geshortliste meneer Umar, die zelf zijn pen regelmatig als fileermes gebruikt.

Trouwen en baren

Umar wekt met deze uitlatingen op zijn minst de suggestie niet gedreven te worden door de stand van zaken in ons land: als ze uithaalt naar godsdienst in het algemeen en de islam in het bijzonder, als ze Dyab Abou Jahjah een veeg uit de pan geeft en hem uitdaagt voor een debat en zelfs als ze schrijft dat ze zich eenzaam voelt in haar vriendenkring waar steeds meer getrouwd en gebaard wordt, doet ze dat omdat ze denkt daarmee hem, sorry: Hem, te behagen.
Het is niet uitgesloten dat uit die twijfelachtige drijfveren boeiende gezichtspunten, stellingen en meningen voortvloeien, maar dan moet je wel de Blahniks en ander geneuzel over Sex and the City-onderwerpen links laten liggen. Interessanter dan dat ‘kijk mij eens typische dertiger met alle problemen van dien zijn’ is de opvallende positie waaruit zij het multiculturele debat instapt. Als dochter van gastarbeiders, en desondanks succesvol in studie en bedrijfsleven, zijn haar uitlatingen op zijn minst interessant.

Willekeurige slachtoffers

Umar neemt in enkele stukken helder stelling in het voortwoekerende debat. Zo ageert ze fel tegen al te opvallende godsdienstige uitingen in het openbare leven. Wonend in de Amsterdamse wijk Bos en Lommer ergert ze zich bijvoorbeeld aan de plotse wildgroei van burka’s in haar omgeving. In het slothoofdstuk van het boek neemt ze de moeite op straat willekeurige vrouwen in burka’s aan te spreken. Haar eerste slachtoffer is een vrouw uit Egypte. Umar verwijt de vrouw dat zij in deze kledij loopt en vraagt zich oprecht verontwaardigd af waarom, aangezien deze vrouw van plan is in Nederland te blijven wonen. De vrouw meent dat het beter is een burka te dragen, maar zegt ook dat ze er niet altijd zo bij loopt: als ze op school is of bij haar Nederlandse buren op bezoek is, gaat de gezichtsluier af.

Na afloop van dit gesprek is Umar tevreden:

Ik ben helemaal in mijn nopjes met mezelf, ook al ben ik in de war. De vrouw was erg vriendelijk. En erg moederlijk naar haar kinderen toe. […] Het is typisch een vrouw die ik, als ik kinderen zou hebben, als buurvrouw zou willen om op de kinderen te passen. Maar een vrouw die er zo uitziet – bijloopt is een beter woord – wil ik niet als buurvrouw.

Hoewel de vrouw tegen alle verwachting in een goede moeder en aardig persoon blijkt, wil Umar haar puur op grond van haar kleding niet als buurvrouw. Toegegeven: ook ik ben tegen het dragen van gezichtssluiers en andere uitbundige religieuze accessoires, maar het lezen van dit gesprekje en het kortzichtige commentaar van Umar doet me twijfelen. Is het immers niet erg naïef iemand alleen op zijn uiterlijk als buur af te wijzen? Daar wordt ons land toch ook niet gezelliger van?

Schei uit

Het enge denken van Umar is gebaseerd op haar stokpaardje dat het verschijnsel godsdienst een fabel uit een verloren tijd is. Uitgaande van deze vooronderstelling, pleit zij voor een totaal weren van godsdienst uit de discussie:

hoe lang [zijn] wij, burgers van Nederland, beleidsmakers en journalisten nog van plan om godsdienst als excuus te accepteren? Pleit de islam allochtone jongeren vrij van achterblijvende integratie? Schei toch uit.

Met het innemen van deze stellinginname raakt ze echter verward in een web van principes en praktijk. Enerzijds wil ze godsdienst niet accepteren als ‘excuus’ voor de achterblijvende integratie, maar anderzijds ageert ze tegen godsdienstige uitingsvormen als de gezichtssluier, juist omdat die de integratie tegenwerken. Dat stellende spreekt ze zichzelf tegen.

Cabrio

Dat is een probleem waar Umar in haar boek niet uit komt, en belangrijker: ook niet lijkt te onderkennen. Burka & Blahniks is vooral een vlot geschreven boek, waarin Umar in een razend tempo gedachten op papier spuit, maar waarin de echte diepgang ontbreekt. Typerend is dat veel van haar meningen aansluiten bij wat filosoof Paul Cliteur in zijn laatste boek Tegen de decadentie verkondigt. Ook hij noemt godsdienst een achterlijk fenomeen en ageert tegen religieuze symbolen in de publieke ruimte, maar met het verschil dat Cliteur iets langer heeft nagedacht en het algehele probleem van onze maatschappij aan de orde stelt: de dreigende decadentie. Het kan Umar echter niet decadent genoeg, blijkt uit de vele Sex and the City-fragmenten in Burka & Blahniks. Haar westerse waarden zijn een cabrio, maandelijks een nieuw paar laarzen en shoppen in de Verenigde Staten.

Film / Films

Een humoristische geschiedenisles

recensie: Het beste van Farce Majeure

Maandag 3 mei. Het is een opvallend zonnige voorjaarsdag. Er staat een kleine groep mensen voor het sfeervolle Theater Pepijn in Den Haag. Een oldtimer komt al toeterend de straat inrijden en drie mannen op leeftijd stappen uit, gevolgd door een camera van SBS Actienieuws. Een mat applaus komt uit de kleine groep bekenden. Deze heren uit het tijdperk van de langspeelplaat zijn naar de hofstad gekomen om hun eerste dvd te presenteren: Farce Majeure, wereldberoemd bij de generatie die de seksuele revolutie nog heeft meegemaakt, maar of hun humor op dit moment nog even krachtig is als dertig jaar geleden is de vraag.

~

Farce Majeure werd in 1966 samengesteld door Dick Bommel (hoofd gevarieerde programma’s, tegenwoordig heet dat gewoon entertainment) van de NCRV. De groep bestond uit Alexander Pola (Zeg ‘ns Aaa), Fred Benavente (Als je begrijpt wat ik bedoel), Ted de Braak (Teds Familie Spel Show), Jaap Fillekers (bedenker Prettig geregeld en de Nationale nieuwsquiz) en Henk van de Horst (bekend van De Henken-encyclopedie en ook van de nieuwsquiz). De bedoeling was dat het programma voornamelijk een amusementsshow zou zijn, maar toen 14 oktober 1966 het kabinet Cals viel, reageerde het vijftal hier scherp op met een grafrede. Hierna veranderde het programma al snel in politieke satire. Een bekend nummer dat nog steeds regelmatig te horen is, is de meezinger Dat is uit het leven gegrepen, een lied waarop eigenlijk elke tekst ingepast kan worden en dat dan ook vaak op bruiloften (zilveren en gouden met name) te horen is. In april 1976 eindigde met de 150e uitzending de eerste periode Farce Majeure, maar de groep maakt tot op de dag van vandaag regelmatig een comeback, telkens weer met hoge kijkcijfers.

De afsluiting van de Oosterschelde

~

Je wordt door de hele DVD heen gepraat als zit je naar een geschiedenisles te luisteren. Alles wat je uit de boeken kent kom je weer eens tegen. De dolle mina’s, witte fietsen, Van Agt, boer Koekoek, Lubbers, Den Uyl, de afsluiting van de Oosterschelde: het wordt allemaal op de hak genomen. Het programma doet eigenlijk een beetje denken aan de persiflages van Koot en Bie, maar dan minder goed gepersifleerd en met meer aandacht voor de grappen. In vergelijking met de botte humor van tegenwoordig zijn de grappen uit de zestiger jaren niet heel scherp, maar toch is het leuk om te zien dat er vroeger eigenlijk op een zelfde manier op veranderingen in de maatschappij gereageerd werd als tegenwoordig. Toen ging het over oestervissers (Oosterschelde) en nu over kokkelvissers (Waddenzee). Misschien moet onze eigen premier Balkenende deze schijf eens kopen: politieke satire is immers van alle tijden.

Nostalgisch werk

De kwaliteit van het beeld is opvallend goed. Natuurlijk zie je verschil tussen de oudere en jongere opnames, maar over het algemeen is het beeld erg goed gerestaureerd. Leuk is ook dat er af en toe een beeld uit 2004 door de oude opnames is gemonteerd. Dan zie je weer even hoe bijvoorbeeld Ted de Braak er tegenwoordig uitziet als hij zelf naar de fragmenten aan het kijken is. Daardoor is deze DVD ook vooral een nostalgisch naslagwerk, en probeert het niet op basis van de oude programma’s nieuw cabaret neer te zetten. Het gat om het ophalen van herinneringen. Daarbij valt het overigens op dat distributeur Pias de moeite heeft genomen de liedjes van Farce Majeure apart nog op een cd bij de dvd te doen. Dat zou vaker bij dvd’s met veel muziek moeten gebeuren.

Geschiedenisles

Je moet de dvd Farce Majeure niet willen vergelijken met het cabaret van tegenwoordig. Natuurlijk zijn de grappen goed opgebouwd en de teksten degelijk, maar als je simpelweg kijkt naar de hoge kwaliteit van de humor tegenwoordig, dan past Farce Majeure niet meer bij onze generatie. De dvd is vooral een boeiende geschiedenisles die je op je neus drukt dat heel veel aspecten van onze maatschappij van alle tijden zijn.

Boeken / Fictie

Ambitieuze roman stelt niet teleur

recensie: Kees 't Hart - Ter navolging

Betje Wolff en Aagje Deken zijn vooral bekend bij het Nederlandse publiek door hun roman Sara Burgerhart. Aan deze wat nuffige roman bewaren de meeste lezers (toen nog middelbare scholieren) niet veel goede herinneringen. Hoe anders zijn de twee figuren die Kees ’t Hart opvoert als personages in zijn nieuwe boek Ter navolging. De twee schrijfsters blijken geenszins moraalridders en brave burgertrutten. Betrokkenheid bij aardappelsmokkel en pornografische geschriften illustreren dat.

Vincent Gorter, een jonge onderzoek, ziet zijn vermoedens over de 18e eeuwse schrijfsters bevestigd. Na wat archiefwerk en contacten met derden komt hij achter de onbekende feiten van Wolff en Deken. Zijn vader begon in de jaren vijftig aan een roman over de twee vriendinnen. Hij vertrok hiervoor naar Trevoux, waar ze een tijd hebben gewoond ten tijde van de hevige terreur in Lyon in de periode na de Franse Revolutie. De interesse van Jan Gorter werd gewekt door de waarschijnlijkheid dat hij een nazaat is van Wolff en Deken. Deze nazaten organiseren elke 5e november een herdenking op de begraafplaats Ter navolging in Den Haag waar de schrijfsters ze begraven liggen.

Eigentijds

De roman is evenals het bekendste werk van Wolff en Deken opgebouwd als een ‘brievenroman’, zij het dat dit fenomeen geactualiseerd is door ’t Hart. De personages spreken tot elkaar in e-mails, sms-jes en faxen. Ook zijn er passages uit de roman waar Jan Gorter aan werkte opgenomen. In tegenstelling tot oudere brievenroman heeft dit literaire procédé geen invloed op de leesbaarheid van de roman. De gebeurtenissen volgen vlug op elkaar, er is een behoorlijke spanningsboog en er worden veel suggesties gewekt over dingen die vaag zijn of nog staan te gebeuren. De stijl van schrijven is erg eigentijds. Bijzonder is dat bij de passages uit de roman van Jan Gorter in cursief aantekeningen zijn gemaakt over de schrijfwijze. Betje moet zowel superieur als slachtoffer zijn, Vestdijkiaans. Ook maakt hij aantekeningen dat het meer à la Borderwijk moet zijn.

Het is interessant om te lezen hoe de geschiedenis verweven is in de roman. Zo worden er linken gelegd met opstanden in Friesland en het verblijf van Wolff en Deken en Albitte, een ‘rebellenleider’ in Lyon, die Wolff enkele gedichten voor legt. ’t Hart is op een flexibele manier met de historische feiten omgesprongen. Zo zijn de nazaten niet echte nazaten van Wolff en Deken, die geen kinderen hadden, maar van Caroline Ravanel, een kennis van de twee schrijfsters, die mee ging naar Frankrijk om daar in alle rust te kunnen bevallen van een zoon, François Leen Martin Ravanel.

Porno

De ontdekking dat Wolff en Deken betrokken waren bij de vertaling en productie van pornografische geschriften wordt ook geïllustreerd aan de hand van brieven die Mies, de vriendin van Vincent schrijft aan haar fictieve vriendin Polly. De brieven gaan bijvoorbeeld over de verschillende sex die zij en Vincent hebben. Close reading leidt tot de conclusie dat ‘Polly’ klinkt op ‘Pretty’ het hondje van Wolff. De voorkant wordt ook opgesierd door een hondje. En in de schilderkunst verwijst de hond vaak naar wellustigheid en seks.

Zoals de achterflap al schrijft, is het een ambitieuze roman. ’t Hart probeert veel verschillende gebieden in zijn roman te bestrijken, Franse geschiedenis, vaderlandse geschiedenis, universitaire wereld, het schrijven van een roman, archiefonderzoek, verschillende persoonlijke geheimen en meer. Hoewel deze opsomming wat chaotisch aandoet, is het boek een consistent geheel geworden. De verhaallijnen vallen veelal in elkaar, hoewel van sommige gebeurtenissen het toegevoegde element nogal klein is. Verder dragen de ‘geheimen’, zoals de reden het snelle vertrek uit Trevoux van Jan Gorter en zijn zus, bij aan de spanning, maar zijn ze niet heel interessant. Ook zijn sommige uittreksels uit het archief niet altijd even boeiend om te lezen. Ook sommige grappen met namen als prof. Frits Ankersmit uit Groningen zijn wat flauw.

Beschreven

Het boek eindigt met de herdenking van de sterfdag door de nazaten. In het boek schrijft Kees ’t Hart hier een artikel over in de Vrij Nederland. Hij eindigt met een alinea over het leven en de geschiedenis van Betje Wolff en Aagje Deken, die weer herschreven moet worden. Laat hij dat nu net op een leuke manier hebben gedaan in deze roman.

Film / Films

Een lach en een traan

recensie: Les Invasions Barbares

Bij de Oscars van 2004 was Les Invasions Barbares onze Nederlandse inzending, De Tweeling, de baas. Een tijdje geleden kon ik eindelijk met eigen ogen aanschouwen of dit wel terecht was. Met een nog altijd mokkende vriendin naast me (ze had heel erg lopen duimen voor de Tweeling) probeerde ik een objectief oordeel te vellen.

~

Remy, een socialist, fijnproever en krasse knar, ligt op sterven. De seksuele revolutie en andere culturele omslagen uit de jaren zestig en zeventig hebben zo hun invloed op zijn leven achtergelaten. Remy’s gezin is uiteen gevallen. Zijn zoon is van hem vervreemd en verdient nu veel geld in de financiële wereld. Remy had liever gezien dat hij zich wat meer literair had ontwikkeld. Ondanks alles staat die familie wel aan zijn ziekenhuisbed, en zorgt zijn zoon ervoor dat Remy in waardige omstandigheden kan sterven, met familie en vrienden aan zijn zijde.

Keerzijde

~

Les Invasions Barbares heeft veel weg van een stuk zelfreflectie na de grote culturele veranderingen van de jaren zestig en zeventig. Wat hebben al die nieuwe vrijheden en idealen nou echt opgeleverd? Het gebroken gezin van Remy, en de afstandelijke verhouding met zijn zoon laat een duidelijke keerzijde van de medaille zien. Zijn zoon vertegenwoordigt dan ook een nieuwe generatie. Idealen zijn op het eerste gezicht ondergeschikt aan materialisme en zelfvervulling. Remy leert echter dat zijn zoon meer is dan een koele econoom, en de kijker ziet de geleidelijke toenadering tussen vader en zoon aan.

Zijpaadjes

Remy moet ook nog eens leren te accepteren dat hij stervende is. Voor iemand die vroeger zo vol van leven was lijkt dat heel erg moeilijk, maar geleidelijk aan komt de berusting. Sommige dingen zijn nou eenmaal niet tegen te houden. De film heeft dan ook een einde dat redelijk vast staat, en draait om hoe de karakters met dit naderende einde omgaan. De film heeft kleine subtiele zijpaadjes die allemaal dezelfde zelfreflectie vertonen als het hoofdverhaal. Een vrijgevochten moeder die moet toezien hoe haar dochter zich van haar heeft afgekeerd en verslaafd is geraakt aan drugs. Een stervende man die zich afvraagt wat hij nu werkelijk achterlaat. Een zoon die de emotionele leegte in zijn relatie evalueert.

Invasions is een vakkundige film, met de welbekende lach en een traan. Ik kan het nog steeds niet over mijn hart verkrijgen om te zeggen dat deze film terecht De Tweeling heeft verslagen, maar Les Invasions Barbares is zeker de moeite waard.

Film / Films

Geen adempauzes

recensie: Van Helsing

Stephen Sommers is een regisseur die graag weet wat hij verfilmt. En dus heeft hij elke film die hij ooit regisseerde zelf geschreven. Voorbeelden zijn The Adventures of Huck Finn uit 1993 (met opper-hobbit Elijah Wood) en Deep Rising (1998) met onze eigen Famke Janssen. Zijn doorbraak kwam echter in 1999 met het commerciële succes The Mummy. Na een (nogal slecht) vervolg op deze laatste in 2001 is Sommers nu terug met Van Helsing.

~

Eind negentiende eeuw. Dr. Gabriel Van Helsing (Hugh Jackman) lijdt aan geheugenverlies. In opdracht van een geheim genootschap jaagt hij over de hele wereld op monsters in alle soorten en maten. Uiteindelijk wordt hij naar Transsylvanië gestuurd, waar hij het moet opnemen tegen de enige echte Graaf Dracula (Richard Roxburgh). Gelukkig krijgt hij hulp van de mooie Anna (Kate Beckinsale) en zijn eigen Q (jeweetwel, die wapendeskundige van James Bond) in de vorm van monnik Carl (David Wenham). Het drietal krijgt onderweg ook nog eens te maken met de bruiden van Dracula, weerwolven en het monster van Frankenstein. Als dat maar goed afloopt…

Actie

Na The Mummy en The Mummy Returns, waarin komedie toch duidelijk de boventoon voerde, zou je in Van Helsing misschien een actiefilm vol grappen verwachten die zichzelf niet echt serieus lijkt te nemen. Al snel blijkt echter dat Van Helsing geen actiekomedie, maar toch echt een actiefilm is. De zelfspot die in The Mummy zo goed werkte, is in Van Helsing vervangen door actie. Actie, actie en nog eens actie…

Want aan actie ontbreekt het in Van Helsing zeker niet. Sterker nog, de film lijkt een beetje op één grote actiescène en is werkelijk volgepropt met gevechten. De kijker krijgt nauwelijks de tijd om op adem te komen voor ze alweer belandt in een nieuwe explosieve situatie. Heel jammer, want deze overload vormt meteen het grootste nadeel van de film. Waren er iets meer rustpunten geweest, met dialoog en waarin de personages iets meer werden uitgewerkt, dan was de film waarschijnlijk een stuk sterker geweest.

Spannend

~

Gelukkig zijn de actiescènes die de film vullen van een dergelijke kwaliteit dat je niet teleurgesteld zult worden. De special-effects zien er goed uit en geven Dracula en zijn bruiden, het monster van Frankenstein en de weerwolven een coole nieuwe look. In de actiescènes zit lekker veel vaart en een aantal schrikmomenten zijn erg effectief. Door de snelheid is de film over het algemeen zeker spannend te noemen, maar – zoals gezegd – is de hoeveelheid waarmee je wordt overladen helaas een beetje te veel van het goede.

De cast doet het aardig. Acteerprestaties zijn absoluut niet van de bovenste plank, maar de vraag is of je dat moet verwachten bij een commercieel actiespektakel als Van Helsing. Bovendien zijn alle personages uit de film stereotypes die er slechts lijken te zijn om er cool uit te zien en kwaadaardige monsters een lesje te leren. En daar slagen ze in. Alleen de bruiden van Dracula zorgen voor de betere irritatie: met hun gejengel doen ze kinderachtig aan en werken slechts op de zenuwen.

Van Helsing is een commerciële actiefilm met als duidelijk hoofddoel het opbrengen van veel geld. Verwacht dus vooral geen diepgang, breed uitgewerkte personages of een briljant plot: dit is geen filmhuisfilm, dit is actie uit Hollywood. Steven Sommers heeft een leuk verhaal geschreven waarin hij zich lekker kan uitleven. Helaas heeft hij hierbij iets te veel nadruk gelegd op de actie, waardoor het uiteindelijke plot niet goed tot zijn recht komt. Een aardige film met leuke special-effects, maar helaas ontbreekt de structuur in het plot om van Van Helsing een echt goede film te maken.

8WEEKLY

Piraat en padvinder

Artikel: spanning en avontuur met een GPS

Wie dacht dat GPS een synoniem was voor een beleefd pratende wegwijzer in de auto (“over honderd meter linksaf”), heeft het mis. Met een Global Positioning System kun je met behulp van satellieten heel precies aangeven of achterhalen waar ter wereld je zelf bent en waar een object of plaats zich bevindt. Een dergelijk systeem is natuurlijk uitermate handig als gids wanneer je door ruige gebieden gaat wandelen of… gaat schatzoeken.

Niet langer pielen met kruisjes op een kaart en aanwijzingen als “bij de achtste boom honderd stappen naar het westen”. Je voert gewoon de coördinaten van de schat in en de GPS wijst je de weg. Toen een Amerikaan daar in 2001 mee begon, wist hij niet dat het schatzoeken zo populair zou worden dat er inmiddels bijna honderdduizend schatten zijn verstopt in meer dan tweehonderd landen. Geocaching heet het schatzoeken en het is absoluut verslavend.

~

In jargon heet een geocaching-schat een cache en je kunt ze overal verstoppen. Op internet geef je vervolgens de coördinaten van je cache aan, en dan kunnen andere mensen gaan zoeken. De cache bestaat meestal uit een waterdichte trommel met daarin wat hebbedingetjes en een logboek. Heb je de cache gevonden, dan kun je een beloning eruit halen en een zelf meegebracht prulletje er weer in stoppen. In het logboek schrijf je wanneer en hoe je de cache gevonden hebt. Je verplaatst de cache niet, je stopt ‘m gewoon weer terug. Zo blijft de schat bestaan voor andere zoekers.

Grunncacher

Het klinkt simpel: een beetje schatzoeker moet dit op z’n boerenfluitjes kunnen. Maar toch bereidt het team van 8WEEKLY dat op een lente-zaterdag gaat geocachen zich goed voor: eten en drinken, een kompas, pen en papier, stevige schoenen en natuurlijk de GPS-ontvanger, die we lenen van Joost, die al eerder caches heeft gezocht. Zijn alias op internet is Grunncacher en hij weet een beetje hoe het moet. Om half acht ’s ochtends zitten we aan de computer en zoeken we op internet naar geschikte caches in de buurt: met sterren wordt de moeilijkheidsgraad aangegeven. We vinden er drie en we besluiten ze in oplopende moeilijkheidsgraad uit te voeren. Wanneer we in de auto zitten op weg naar de eerste cache, voelt het alsof we op een Echt Avontuur gaan. We zijn echte padvinders.

~

De plaats waar we uit de auto stappen is het eerste en enige waypoint van de cache: een punt waar de schat zelf niet ligt, maar waar je aanwijzingen krijgt voor een volgende punt. In dit geval moeten we het kompas gebruiken: de schat ligt op achthonderd meter en °81 graden. Hemelsbreed welteverstaan, dus misschien moeten we wel allerlei omwegen maken voordat we bij de schat aankomen.
Dat blijkt niet het geval. De precieze details kunnen we niet geven omdat andere geocachers dan aanwijzingen krijgen, maar naarmate we in de buurt komen, stijgt de spanning. Hoeveel meter nog? De GPS van Joost geeft ook dat aan. Het apparaat geeft een piepje wanneer we op de plaats zijn gearriveerd. Dat klinkt simpel, maar GPS-ontvangers hebben, afhankelijk van bomen, bebouwing, regen en bewolking altijd een kleine afwijking: de satellietontvangst kan soms ernstig gestoord worden wanneer je midden in een bos staat. Bij deze schat is heeft de GPS een kleine afwijking en dat betekent dat we in een straal van tien meter moeten zoeken. We kijken in het riet, onder graspollen en we willen het niet toegeven, maar we vinden het razend spannend. Vergelijk het met paaseieren zoeken toen je klein was. Je weet dat er iets ligt, maar je weet niet waar.

Travel Bug

Dan vindt één van ons de schat, goed verstopt (we kunnen niet zeggen waar, want dan is de cache verpest omdat iedereen weet waar hij moet zoeken). Het is een klein doosje met daarin wat prullaria en een Travel Bug, nog zo’n spelelement in het geocachen. Een Travel Bug reist van cache naar cache en via internet wordt zijn route bijgehouden. Sommige Travel Bugs doen mee aan wedstrijden: zo snel mogelijk van Australië naar Nederland bijvoorbeeld of, in dit geval, zo ver mogelijk rond de wereld. Wij nemen deze Travel Bug mee voor in de volgende cache die we vinden.

~

De eerste cache was eenvoudig, maar de tweede cache bestaat uit vijf waypoints: bij elk punt moeten we op zoek naar de nieuwe coördinaten. Die coördinaten zijn best gemakkelijk te vinden: de maker van deze cache heeft speciale plaatjes laten graveren en die op paaltjes en bankjes en ander spul geschroefd. Dit is een uitstekend verzorgde cache en vooralsnog ook helemaal niet moeilijk. Bij het laatste waypoint geeft de GPS de schat aan: tweehonderdvijftig meter recht vooruit. Probleempje: tussen ons en de cache ligt een meertje. We moeten er dus omheen.
Het is een keurige tocht, steeds over de paden en heel goed aangegeven. Het laatste stuk is echter voor de wat avontuurlijker ingestelden: door een drassig gebied, over een omgevallen boom en dan zijn we waar we de schat zouden moeten vinden. Het is even zoeken, maar dan vinden we ‘m: een oude munitiedoos, gevuld met prullaria. Travel Bug erin, een pakje krijtjes eruit. Even een lunchpauze en dan snel door naar de volgende cache!

Avontuur

De laatste is de moeilijkste. Op de website werd ons al aangeraden een spiegeltje mee te nemen, dus we kunnen ervan uitgaan dat deze cache met drie sterren een puzzeltocht is. Het begint al goed: het eerste waypoint is praktisch onvindbaar. Twee andere cachers zijn zo vrij geweest een stickertje te plakken met de coördinaten, zodat we na lang zoeken toch verder kunnen.

~

De coördinaten zijn niet zo precies (of onze GPS lijdt aan afwijkingen), dus we moeten telkens lang zoeken voordat we verder kunnen. Daar komt bij dat de bedenker van deze cache er blijkbaar plezier in schept mensen honderden meters om te laten lopen: steeds wanneer we denken dat we er vlakbij zijn, worden we tegengehouden door een hek of een sloot. Lastig, maar wel avontuurlijk. Vooral wanneer we over hekken klimmen en zelfs reeën tegenkomen is er een zekere opwinding te voelen. Voorbijgangers die ons onder bankjes zien zoeken, bekijken ons met een vreemd glimlachje, maar ze hebben geen idee wat we doen. Onze missie eindigt bij een boomstronk, waarin de cache is gepropt: opnieuw gevonden, al is het na heel lang zoeken, want ook deze coördinaten zijn onnauwkeurig. In het logboek lezen we dat sommige mensen deze tocht in het pikkedonker hebben gedaan. Dat moet nog veel moeilijker zijn geweest.

Deze geocaching-dag eindigt met een welverdiend voetenbad en het invoeren van de ‘logs’ op de website. Wat is er nu zo leuk aan geocaching? Het is wandelen met een doel: niet saai een rondje lopen door bos of veld, maar een spannende speurtocht. Caches zoeken is uitdagend, afwisselend en relatief goedkoop vermaak. Wie eenmaal een GPS-ontvanger heeft, kan bijna honderdduizend schatten gaan zoeken, en ze bovendien zelf verstoppen. Eigenlijk ben je een hypermoderne piraat: in plaats van een landkaart op perkament zet je coördinaten op internet. Schatzoeken blijkt van alle tijden.