8WEEKLY

Piraat en padvinder

Artikel: spanning en avontuur met een GPS

Wie dacht dat GPS een synoniem was voor een beleefd pratende wegwijzer in de auto (“over honderd meter linksaf”), heeft het mis. Met een Global Positioning System kun je met behulp van satellieten heel precies aangeven of achterhalen waar ter wereld je zelf bent en waar een object of plaats zich bevindt. Een dergelijk systeem is natuurlijk uitermate handig als gids wanneer je door ruige gebieden gaat wandelen of… gaat schatzoeken.

Niet langer pielen met kruisjes op een kaart en aanwijzingen als “bij de achtste boom honderd stappen naar het westen”. Je voert gewoon de coördinaten van de schat in en de GPS wijst je de weg. Toen een Amerikaan daar in 2001 mee begon, wist hij niet dat het schatzoeken zo populair zou worden dat er inmiddels bijna honderdduizend schatten zijn verstopt in meer dan tweehonderd landen. Geocaching heet het schatzoeken en het is absoluut verslavend.

~

In jargon heet een geocaching-schat een cache en je kunt ze overal verstoppen. Op internet geef je vervolgens de coördinaten van je cache aan, en dan kunnen andere mensen gaan zoeken. De cache bestaat meestal uit een waterdichte trommel met daarin wat hebbedingetjes en een logboek. Heb je de cache gevonden, dan kun je een beloning eruit halen en een zelf meegebracht prulletje er weer in stoppen. In het logboek schrijf je wanneer en hoe je de cache gevonden hebt. Je verplaatst de cache niet, je stopt ‘m gewoon weer terug. Zo blijft de schat bestaan voor andere zoekers.

Grunncacher

Het klinkt simpel: een beetje schatzoeker moet dit op z’n boerenfluitjes kunnen. Maar toch bereidt het team van 8WEEKLY dat op een lente-zaterdag gaat geocachen zich goed voor: eten en drinken, een kompas, pen en papier, stevige schoenen en natuurlijk de GPS-ontvanger, die we lenen van Joost, die al eerder caches heeft gezocht. Zijn alias op internet is Grunncacher en hij weet een beetje hoe het moet. Om half acht ’s ochtends zitten we aan de computer en zoeken we op internet naar geschikte caches in de buurt: met sterren wordt de moeilijkheidsgraad aangegeven. We vinden er drie en we besluiten ze in oplopende moeilijkheidsgraad uit te voeren. Wanneer we in de auto zitten op weg naar de eerste cache, voelt het alsof we op een Echt Avontuur gaan. We zijn echte padvinders.

~

De plaats waar we uit de auto stappen is het eerste en enige waypoint van de cache: een punt waar de schat zelf niet ligt, maar waar je aanwijzingen krijgt voor een volgende punt. In dit geval moeten we het kompas gebruiken: de schat ligt op achthonderd meter en °81 graden. Hemelsbreed welteverstaan, dus misschien moeten we wel allerlei omwegen maken voordat we bij de schat aankomen.
Dat blijkt niet het geval. De precieze details kunnen we niet geven omdat andere geocachers dan aanwijzingen krijgen, maar naarmate we in de buurt komen, stijgt de spanning. Hoeveel meter nog? De GPS van Joost geeft ook dat aan. Het apparaat geeft een piepje wanneer we op de plaats zijn gearriveerd. Dat klinkt simpel, maar GPS-ontvangers hebben, afhankelijk van bomen, bebouwing, regen en bewolking altijd een kleine afwijking: de satellietontvangst kan soms ernstig gestoord worden wanneer je midden in een bos staat. Bij deze schat is heeft de GPS een kleine afwijking en dat betekent dat we in een straal van tien meter moeten zoeken. We kijken in het riet, onder graspollen en we willen het niet toegeven, maar we vinden het razend spannend. Vergelijk het met paaseieren zoeken toen je klein was. Je weet dat er iets ligt, maar je weet niet waar.

Travel Bug

Dan vindt één van ons de schat, goed verstopt (we kunnen niet zeggen waar, want dan is de cache verpest omdat iedereen weet waar hij moet zoeken). Het is een klein doosje met daarin wat prullaria en een Travel Bug, nog zo’n spelelement in het geocachen. Een Travel Bug reist van cache naar cache en via internet wordt zijn route bijgehouden. Sommige Travel Bugs doen mee aan wedstrijden: zo snel mogelijk van Australië naar Nederland bijvoorbeeld of, in dit geval, zo ver mogelijk rond de wereld. Wij nemen deze Travel Bug mee voor in de volgende cache die we vinden.

~

De eerste cache was eenvoudig, maar de tweede cache bestaat uit vijf waypoints: bij elk punt moeten we op zoek naar de nieuwe coördinaten. Die coördinaten zijn best gemakkelijk te vinden: de maker van deze cache heeft speciale plaatjes laten graveren en die op paaltjes en bankjes en ander spul geschroefd. Dit is een uitstekend verzorgde cache en vooralsnog ook helemaal niet moeilijk. Bij het laatste waypoint geeft de GPS de schat aan: tweehonderdvijftig meter recht vooruit. Probleempje: tussen ons en de cache ligt een meertje. We moeten er dus omheen.
Het is een keurige tocht, steeds over de paden en heel goed aangegeven. Het laatste stuk is echter voor de wat avontuurlijker ingestelden: door een drassig gebied, over een omgevallen boom en dan zijn we waar we de schat zouden moeten vinden. Het is even zoeken, maar dan vinden we ‘m: een oude munitiedoos, gevuld met prullaria. Travel Bug erin, een pakje krijtjes eruit. Even een lunchpauze en dan snel door naar de volgende cache!

Avontuur

De laatste is de moeilijkste. Op de website werd ons al aangeraden een spiegeltje mee te nemen, dus we kunnen ervan uitgaan dat deze cache met drie sterren een puzzeltocht is. Het begint al goed: het eerste waypoint is praktisch onvindbaar. Twee andere cachers zijn zo vrij geweest een stickertje te plakken met de coördinaten, zodat we na lang zoeken toch verder kunnen.

~

De coördinaten zijn niet zo precies (of onze GPS lijdt aan afwijkingen), dus we moeten telkens lang zoeken voordat we verder kunnen. Daar komt bij dat de bedenker van deze cache er blijkbaar plezier in schept mensen honderden meters om te laten lopen: steeds wanneer we denken dat we er vlakbij zijn, worden we tegengehouden door een hek of een sloot. Lastig, maar wel avontuurlijk. Vooral wanneer we over hekken klimmen en zelfs reeën tegenkomen is er een zekere opwinding te voelen. Voorbijgangers die ons onder bankjes zien zoeken, bekijken ons met een vreemd glimlachje, maar ze hebben geen idee wat we doen. Onze missie eindigt bij een boomstronk, waarin de cache is gepropt: opnieuw gevonden, al is het na heel lang zoeken, want ook deze coördinaten zijn onnauwkeurig. In het logboek lezen we dat sommige mensen deze tocht in het pikkedonker hebben gedaan. Dat moet nog veel moeilijker zijn geweest.

Deze geocaching-dag eindigt met een welverdiend voetenbad en het invoeren van de ‘logs’ op de website. Wat is er nu zo leuk aan geocaching? Het is wandelen met een doel: niet saai een rondje lopen door bos of veld, maar een spannende speurtocht. Caches zoeken is uitdagend, afwisselend en relatief goedkoop vermaak. Wie eenmaal een GPS-ontvanger heeft, kan bijna honderdduizend schatten gaan zoeken, en ze bovendien zelf verstoppen. Eigenlijk ben je een hypermoderne piraat: in plaats van een landkaart op perkament zet je coördinaten op internet. Schatzoeken blijkt van alle tijden.