Film / Films

Aangrijpende film over leven na de dood

recensie: Kiss Of Life

Wat gebeurt er met je als je sterft maar nog iets op moet lossen op de aarde? Dat is de vraag die regisseuse Emily Young inspiratie gaf voor haar film Kiss Of Life. Het wrede lot dat oorlog heet scheidt het echtpaar Helen (Ingeborg Dapkunaite) en John (Peter Mullan). Hij werkt als hulpverlener ergens in de Balkan, terwijl zij voor hun twee kinderen zorgt. Op een dag wordt het Helen allemaal teveel. Ze belt John om te vragen of hij naar huis kan komen, maar wordt even later geschept door een auto. Terwijl zij niet beseft dat ze dood is, voelt hij een onweerstaanbare drang om naar huis te gaan. Voor veel geld huurt hij een chauffeur.

~

Zo begint een reis door een kapotgeschoten wereld temidden van de Kroatische steppen waaruit elk leven verdwenen lijkt te zijn. Troosteloos zwart zijn de huizen in Grahova, waar de filmmakers twee dagen verbleven om de verwoeste stad te filmen. ‘Het leven komt daar slechts langzaam weer op gang,’ aldus Young. Dor is de immense zandbak waar desperado’s jagen op eenzame reizigers. Tegenover deze fragmenten staan beelden uit het vreedzame Engeland waar innerlijke onrust de kinderen van John en Helen verscheurt. Ze beseffen nauwelijks dat hun moeder gestorven is. Evenmin trouwens als Helen zelf, die zich in een schemerwereld tussen leven en dood beweegt. Vanuit deze andere dimensie tast ze naar een wereld waarin ze haar dierbaren slechts in hun dromen kan bereiken.

Flashbacks

~

Flashbacks en dromen worden afgewisseld met beelden uit de realiteit en maken de film hier en daar wat warrig. Toch hoeft de kijker aan één ding niet te twijfelen: de liefde en troost die Helen haar man en kinderen alsnog wil schenken. Zowel in Engeland als in de Balkan komt ze tot hen. Ze knuffelt ze, totdat ze wakker worden en zich daardoor van haar losmaken. In één van de flashbacks zien we waarom Helen de aarde niet kan loslaten. Ze moet eerst nog iets oplossen tussen John en haar. In andere flashbacks zien we hoe haar man en kinderen van haar weglopen. Zal Helen tenslotte toch vrede vinden en zich ook van hen losmaken?

Tibetaanse dodenboek

Voor haar research putte Young onder andere uit het Tibetaanse dodenboek. Volgens dit document uit de 6e eeuw verbreekt de dood niet de onafgebroken duur van het geestelijk bewustzijn:

Men kan gaan slapen, maar als men wakker wordt is men nog steeds zichzelf, zoals altijd. Vanwege het levendig besef van voortgezet één zijn met de aarde, kan men in het begin moeilijk beseffen dat de dood is ingetreden. Zelfs de omgeving is in het begin niets anders, omdat men zich op dezelfde plaats bevindt als voorheen. Men merkt dat men zich nog steeds in een lichaam bevindt. Dit ‘schijnlichaam’ lijkt niet uit tastbare materie te bestaan. In die staat kan men dwars door muren. Ja zelfs bergwanden. Zonder enige weerstand te ontmoeten. Reizen wordt slechts een kwestie van een ogenblik. Waar men maar heen wil is men in een mum van tijd. Gedachten en waarnemingen zijn minder beperkt. Men is heel helder van geest en de zintuigen zijn veel scherper met een bovennatuurlijke waarde. Als men tijdens het stoffelijk leven blind, doof of verlamd was, kan men nu wel zien, horen en zich verplaatsen. Soms ontmoet men ook andere wezens in een dergelijk lichaam, of heeft men een ontmoeting met een helder of zuiver licht.

Hildegard von Bingen

De geest lijkt gevangen te zitten in de kooi van lichaam en gedachten. Eenmaal bevrijd neemt hij veel meer waar dan wanneer hij omfloerst wordt door het vlees. Zo ook in Kiss Of Life. Dat je daarvoor niet eerst dood hoeft te gaan, blijkt uit een brief van Hildegard von Bingen (1098-1179) aan Guilbert van Gemblours:

Dat wat ik zie kan ik niet volstrekt waarheidsgetrouw weergeven. Zo lang ik in het lichaam ben en de ziel daarginds niet waarneemt. Bij deze visioenen stijgt mijn ziel zo hoog als God dit toelaat. Ik dring door tot in de hemel, waar ik volkeren kan waarnemen die duidelijk verwijderd van mijn eigen land leven. Niet alleen deze dingen neem ik waar, ik zie ook het wisselen van wolken en van andere tot de natuur behorende verschijnselen. Ik zie dit niet meer met aardse ogen, evenmin hoor ik ze met mijn oren. Het is niet mijn verstand of een van de vijf zintuigen waarmee ik waarneem. Ik zie deze dingen uitsluitend in mijn ziel, ook al lijken mijn aardse ogen geopend. Ik ben daarbij niet in extase. Ik zie dit alles dag en nacht bij volledig bewustzijn.

Het veld

In april verscheen bij Ankh Hermes Het veld van onderzoeksjournaliste Lynne McTaggart. Hierin bewijzen wetenschappers op het bestaan van een veld waarin alle tijden samenvallen. McTaggart zegt in haar boek dat alles en iedereen met elkaar verbonden is door middel van dit energieveld waarin alle informatie van alle tijden zou zijn opgeslagen. Dit zero-point-field, waar zelfs op het absolute nulpunt nog steeds energie meetbaar is, lijkt een bron te zijn van tal van verschijnselen. Van zwaartekracht tot elektromagnetisme en van de spontane genezing van een wond tot helderziendheid en telepathie. Volgens de auteur leidt het lezen van haar boek tot de conclusie dat de ‘force’ uit Star Wars echt bestaat. Of die force God is, laat ze in het midden. Wel acht ze het bewezen dat doden en levenden met elkaar verbonden zijn dankzij dat ene veld. Kiss Of Life schakelt daarin leven en dood, realiteit en verbeelding, tijdzones en landen aaneen tot een snoer vol parels met als grootste de liefde.

Muziek / Achtergrond
special: Interview met Beth Hart

Muziek tegen de nachtmerries

.

Beth Hart is duidelijk een open persoon, die geen strak onderscheid maakt tussen publiek en privé. Op Leave The Light On, haar in maart uitgekomen derde album, zingt ze zonder terughoudendheid over de worsteling met haar drugs- en drankverslaving, tijdens optredens speelt ze expliciet met haar seksualiteit en ook tijdens ons gesprek blijkt Hart bereid over alles te praten. “Sommige journalisten verwijten me dat ik zo open ben. Zij vinden dat ik op Leave The Light On te persoonlijke dingen vertel, maar voor mij zijn die teksten juist heel belangrijk. Ze zijn healing.”

Beter door de drugs

~

“Toen ik verslaafd was, waren er dagen waarop ik het leven helemaal niet meer zag zitten. Ik had niet het gevoel dat ik het nog langer verdiende om te bestaan; ik speelde vaak met gedachten over de dood. Maar gelukkig was Scott, mijn huidige man, er toen altijd voor mij. Hij hield van mij, en sleepte me er steeds weer doorheen.” Verlangen naar de drugs en de drank doet ze niet meer, maar Beth Hart kent nog altijd dagen waarop ze moeite heeft met het leven. “Mijn probleem is dat ik geen zelfvertrouwen heb. Gisteren had ik een goede dag, toen was ik enthousiast en ging alles lekker. Maar vannacht had ik veel nachtmerries, daardoor zie ik erg tegen vandaag op. Het liefst zou ik heel de dag in bed blijven.”
De muziek houdt Hart op de been. Zodra het met haar verslavingen de beterende kant op ging, begon ze ook weer nummers te schrijven. “Leave The Light On komt uit die periode. Er was geen platenmaatschappij die tijdens de opnames binnen kon lopen en kon zeggen “dit moet anders en dit moet de radiosingle worden”: het was alleen maar ik en de band. Samen maakten we een pure plaat die weerspiegelt wat er in die periode speelde. Het schrijven en het opnemen van die nummers hielp me destijds echt. En nog altijd: erover praten is nog steeds goed voor me. Het klinkt misschien raar, maar achteraf bezien ben ik zelfs dankbaar voor die periode. Als je zoiets verschrikkelijks hebt meegemaakt, kom je er weer sterker uit. Ik ben nu een beter mens, ik kan nu meer liefde geven en ontvangen.”

Zonder maatschappij

Haar eerste twee albums, Immortal (1997) en Screamin’ For My Supper (1999), bracht ze uit bij Atlantic Records. Toen werd ze overal ter wereld in één keer in de markt gezet, maar dat is nu anders. “Ik had een contract voor twee platen, en daarna wilden ze me niet meer omdat ik een drugsverslaafde ben. Dat ik voor deze nieuwe plaat goede nieuwe nummers schreef interesseerde ze geen reet. Het gaat bij de grote labels alleen maar om geld: om goede muziek geven ze niks! Het gaat erom hoe vaak je op de radio wordt gedraaid en hoeveel ze aan je kunnen verdienen.

Nu moet ik in ieder land een aparte platenmaatschappij overtuigen dat ik de moeite waard ben. Leave The Light On is daardoor eerst in Nieuw Zeeland uitgebracht, daarna in Amerika, en nu dus in Nederland. Daarom ben ik momenteel ook zo veel in Nederland: de handel moet gepromoot worden. Over een paar maanden wordt de plaat in Denemarken uitgebracht. Dan zal ik daar wel weer veel gaan optreden.”

Spelen

~

En dat vele optreden werkt: haar Nederlandse reeks begon in januari met een akoestische set op Eurosonic en ging eind april, begin mei voort met een serie uitverkochte concerten in onder meer 013 Tilburg en Paradiso Amsterdam. “Dat laatste optreden was het beste optreden dat ik ooit gegeven heb. Het was zo geweldig! Paradiso is een prachtige zaal en het was helemaal uitverkocht. Ik had nog nooit voor zo’n groot publiek gespeeld dat speciaal voor mij kwam. Op festivals stond ik wel voor meer mensen, maar dit was voor mij heel bijzonder: al die mensen die hadden betaald om mij te zien.”
“Optreden vind ik het mooiste van mijn vak. Het is beter dan platen opnemen en liedjes schrijven, omdat je meteen resultaat ziet. Door de muziek kun je mensen vrolijk maken. Als ik zie dat de mensen zich tijdens een concert vermaken, dan voel ik me belangrijk. En dat is weer goed voor mijn zelfvertrouwen.”

Dat vermaken van mensen lukte goed in Paradiso. Ze maakte een grote groep fans intens gelukkig door van het podium te stappen en een nummer te zingen terwijl ze door het publiek liep. Later ging ze voor het podium op de grond zitten, waarop een groot deel van de zaal uiteindelijk gehurkt naar haar luisterde. “Dat was een prachtig moment. In juni ben ik weer in Nederland. Hopelijk kan ik dan een akoestisch optreden geven in Paradiso. Dan wil ik niet op het podium staan, maar in de zaal zitten. En dan wil ik niet alleen spelen, maar ook verhalen vertellen. Dat gaat in ieder geval gebeuren. Als het niet in juni is, dan wel in september, want dan kom ik ook weer naar Nederland.”

Anouk kicks ass

Tja, het is hard werken om de Nederlandse ziel en radio te veroveren, maar het gaat in ieder geval de goede kant op voor Hart. Ze is al geboekt voor Parkpop in Den Haag (27 juni) en speelt in Tivoli Utrecht (5 juni) en Bosuil Weert (6 juni). Het meest kijkt ze echter uit naar het optreden dat ze 8 juni in Zaandam samen met Anouk zal geven. “Anouk is een geweldig mens en een hele goede zangeres. Ze zou heel groot kunnen worden in Amerika. Ik speel straks in haar voorprogramma, maar ik hoop dat we ook samen een nummer gaan doen. En anders ben ik al blij als ik mee kan doen als achtergrondzangeres bij Anouk. She really kicks ass!

Muziek / Album

Meer muziek: editie mei

recensie: Land of Airplanes, Sanity, Emotional Elvis, Airea, Razor Crusade en Snowball

Het is opvallend om te zien hoeveel nieuwe bands er voortdurend weer ontstaan in Nederland. Inmiddels ligt er zelfs al een weer hoge stapel nieuwe bands te wachten om volgende maand besproken te worden. In deze Meer Muziek is er plaats voor nieuwe bands in alle stijlen, van de progressive rock van Sanity tot de stevige hardrock van het langverwachte debuut van Razor Crusade. Muziek leeft in Nederland, zoveel is duidelijk.

Land of Airplanes – Delta [Slung records]

~

Land of Airplanes is eind jaren negentig ontstaan in Almere. Het trio is groot geworden door live op te treden met een mix van grunge, blues en funk. Uit al deze invloeden hebben ze hun eigen stijl (die ze zelf “Airplane rock” noemen) ontwikkeld. Deze stijl is eigenlijk het best te omschrijven als rustige britpop met een heel duidelijke blues-invloed. De grunge hoor ik eigenlijk niet echt meer terug. De muziek is echter heel erg afwisselend. Zo staan er een aantal stevigere nummers op zoals Johnson maar wordt het album bijvoorbeeld afgesloten met een overtuigend lang uitgesponnen ballad We’re fading out. Wel moet de band oppassen dat de zang niet te nasaal wordt. Er is niets mis mee om de zang een belangrijke rol te geven en de zanger het verhaal te laten vertellen. Op deze demo dreigt dit echter een beetje te verwateren, maar dit kan ook komen doordat de CD niet briljant geproduceerd is. Ik heb het idee dat het geluid van de band in werkelijkheid een stuk voller is dan Delta ons doet horen. Delta is desondanks een afwisselende demo die duidelijk de veelzijdigheid van Land of Airplanes aangeeft. Het zou mooi zijn als dit in betere opnamen een keer goed te horen zou zijn.

Sanity – Sanity [Eigen beheer]

~

Sanity is begin 2000 ontstaan uit een groep vrienden die elkaar op een muziekfestival leerde kennen. Direct in 2000 bracht de band een CD met drie nummers uit (Beyond believe), maar ze kreeg pas echt aandacht toen ze in 2003 in de finale stond van het ‘Parel van de Betuwe’ festival. Als gevolg hiervan bracht de band een demo uit die internationaal aandacht en airplay kreeg. In 2003 sloot de band dan ook een deal met Musea Records in Frankrijk voor de distributie van hun debuut in ruim 50 landen. De muziek van Sanity is progressive rock, met duidelijk de kleuring van de muziek van Queenryche en Dreamtheater in zich. Een opvallend nummer op “Sanity” is Tribute to Shaffy wat een vertaling is van Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder van Rhamses Shaffy. Deze verrassende versie van dit nummer is het hoogtepunt van het album. Verder is het album niet echt verrassend, maar is Sanity wel degelijk een goede symfonische rockband. De afwerking is professioneel en de zang van Kees van Keulen is erg toonvast. Wel zou ik graag wat meer vernieuwende elementen in de muziek terughoren. Het nummer van Shaffy was een goed begin voor de band om zich te onderscheiden. Als de band dit niet doet, ben ik bang dat de band hetzelfde lot als dat van de briljante winnaar van Rockbattle 1994, Mindscape, toe gaat komen.

Emotional Elvis – Promo [Supermarket records]

~

“Iedereen die dacht dat Elvis in 1977 overleed heeft het mis. Beu van het wereldse bestaan, vertrok hij destijds naar een onbekende planeet in ons sterrenstelsel. In feite zijn de bandleden aliens van deze onbekende planeet, en zijn ze door Elvis persoonlijk uitverkoren om zijn nieuwe soloplaat te komen vertolken op planeet aarde.” Dit is het bescheiden verhaal achter de Eindhovense band Emotional Elvis. De band die is ontstaan als soloproject van Michel Geelen, een musicus die wereldberoemd is in de thuisstad van PSV. Inmiddels is de band uitgegeroeid tot (ongeveer) zes leden met een grote diversiteit aan muzikale vaardigheden. Dit is ook een goede verklaring voor de rijke en muzikaal verrassende sound van Emotional Elvis. Elk nummer klinkt verrassend en vernieuwend. Zelfs de zang klinkt op deze demo erg goed. De eerste track van hun demo Hiphop/breakdance knalt dan ook direct je boxen uit. Het is te vergelijken met Beck in zijn goede dagen. De mix tussen beats, keyboards en rock is tegelijk verfrissend en vernieuwend. Wat mij betreft is het enkel nog wachten tot er een platenmaatschappij opstaat die het in eigen beheer uitgebracht debuut “……the way the morning broke was quite unusual……” uit gaat brengen. Emotional Elvis is absoluut een grote belofte voor de toekomst.

Airea – The EP [Eigen beheer]

~

De ouderwetse klassieke rockmuziek is terug in Nederland met het Tilburgse Airea. De band maakt poppy rockmuziek met invloeden uit de zeventiger en negentiger jaren van de vorige eeuw. Het vijftal houdt er van om stevige rock liedjes te spelen en die zoals ze zelf zeggen “het publiek in te pompen”. Ook wil band het publiek een “te gekke tijd geven”. De vele reacties op deze optredens waren zo positief dat Airea besloten heeft om haar eerste plaat “The EP” uit te brengen. Deze plaat ademt dezelfde no-nonsense sfeer uit: een eenvoudige hoes met een vrouw met ballen voorop. De muziek van de band is zondermeer goed. Hun rock dampt niet van originaliteit, maar barst wel van muzikale beheersing en een hoorbaar goed gevoel voor optimaal vermaak van de luisteraar. Het is simpelweg een genot om deze band te horen spelen. Natuurlijk is op deze plaat ook ruimte voor de klassieke rockballad, in dit geval Unspoken Words, ingeruimd. Het traditionele begin met akoestische gitaar afgesloten door een climax met de hele band. Grotendeels gebaseerd op sentiment, durft ik de mening aan dat Airea met haar EP een perfecte klassieke rockplaat neerzet. Niet vernieuwend, niet verrassend, maar ze doet wel wat ze belooft: de luisteraar een te gekke tijd geven.

Razor crusade – Infinite water [Reflections]

~

Het label Reflections lijkt er een sport van te willen maken om met uniek vormgegeven albums voor de dag te komen. De eerste single van Razor Crusade Are you wired? van een paar maanden geleden was al een goudkleurig schijfje met een mooi uitvouwbare verpakking en ook het debuutalbum van de band ziet er ook weer heel flitsend uit. De ondergaande zon op de voorkant doet een romantische plaat vermoeden. De muziek van de band is echter stevig gepeperd en de groep lijkt met een grote haast door het half uur durende album te willen racen. De muziek barst van de energie maar mist daardoor helaas ook nuance. In de teksten worden veel zinnige dingen gezegd zoals bijvoorbeeld in Europeanly adorable: Tempered thoughts but we’re still thirsty / for a change / our fathers fought for elements / but we’re still thirsty. Dergelijke boodschappen verdwijnen echter achter een muur van geluid. Het mengsel van grunge, hardrock en metal dat Razor Crusade ten gehore brengt is echter wel weer erg speciaal en fascinerend agressief. Het is energieke rock die muzikaal zeker niet veel wensen over laat. Een erg mooi nummer is I wish you were me waarin wel meer de tijd wordt genomen om een verhaal te vertellen. Het nummer wordt rustig opgebouwd om de klap aan het einde extra hard te laten aankomen. Dit zorgt er voor dat het verhaal dat de band te vertellen heeft een stuk indrukweekender aankomt dan in de rest van de songs.

Snowball – You know [Supermarket records]

~

Het Eindhovense Snowball is in 2000 ontstaan uit een aantal leden van band Plunk. Deze band had drie studioalbums achter haar naam staan en heeft bijvoorbeeld op het Groningse Noorderslag op het podium gestaan. Snowball heeft echter inmiddels zelf ook al de nodige podiumervaring opgedaan. De band won sinds hun oprichting de Eindhovense muziekprijs en stond in de finale van Nu of Nooit (de ‘Grote Prijs van Limburg’). De promo-cd You know is in januari en februari 2004 opgenomen en moet de opmaat vormen voor de debuutcd van de band die in het najaar van 2004 zal verschijnen. De bandleden halen hun uitspiratie uit onder andere Motorpsycho, Cure, Muse, Counting Crows en Weezer. Deze indrukwekkende opsomming van helden resulteert in een viertal popliedjes. “Popliedjes met de hoofdletter P” noemt de band ze zelf. De muziek is dan ook vederlicht, maar daardoor ook niet echt speciaal. De netjes vormgegeven promo spettert niet en er is geen nummer op te vinden dat zo aanstekelijk is dat het zich direct in je geheugen nestelt. Snowball zelf heeft het over nummers “die zich na één keer luisteren in je hoofd nestelen”. Helaas heb ik tussen de overigens leuke en vrolijke muziek het verslavende nummer nog niet kunnen horen. Ik hoop dan ook dat de band hun muziek nog wat aansprekender weet te maken om met een degelijk debuut naast de podia ook de platenzaken te gaan veroveren.

Theater / Voorstelling

Perfect uiterlijk = een gelukkig leven?

recensie: MONK - Paradise

Een felrode chaise longue, drie flatscreen televisies en een kar met een grote bak water. Theatergroep MONK heeft voor het stuk Paradise een minimalistisch decor met een futuristische uitstraling gekozen. Is de toeschouwer in het Paradise terechtgekomen? Je vraagt het je af, vooral als een van de acteurs minutenlang ondergedompeld wordt in een bak met water. Paradise is begonnen.

~

In dat futuristische decor twee vrouwen en twee mannen. De vrouwen, beide in het wit gekleed, de een donker, de ander blond, kijken verveeld om zich heen. De een (Maartje van den Brink) heeft het wereldleed op haar schouders en kan daardoor al jaren niet goed meer slapen, de ander (Ellen Goemans) maakt zich alleen maar druk om haar uiterlijk. Een van de mannen (Rutger Kroon), ook in het wit gekleed en kaal, hangt om de vrouwen heen. De andere man (een rol van kleine man Orlando Mac-Bean) is donker, klein en in het turquoise gestoken. Hij is de huisslaaf en telt dus niet echt mee.

~

De ingrediënten die de leden van MONK hebben gekozen zijn goed. De acteurs verbeelden de verveelde, verwende westerse yup, waarin iedereen zich wel een klein beetje herkent. Een collage van narcistische verbetenheid, Echte Liefde, gekend sentiment, verheven gedachten en paradijselijk geweld noemen ze het zelf op hun site. Het is een thema waar MONK goed mee uit de voeten kan, hun vorige show Couleur Locale schetste ook een hard portret van ‘dit soort mensen’. Vooral Rutger Kroon is zeer scherp in zijn oordeel over de wereld en over de beide dames. “Ik vind jou heel erg Berlijn 1938, jij bent van de 8 uur slaap generatie,” is een van de zaken die Ellen Goemans naar haar hoofd geslingerd krijgt. Het concentratievermogen van de personages is zeer klein, er zappen allerlei onderwerpen voorbij.

En daar zit nou precies het probleem van de voorstelling. De show is niet krachtig genoeg, er wordt heel veel aangestipt, maar er wordt nergens een punt gemaakt. Er blijft veel onduidelijk, zoals de onderlinge verhoudingen en het doel van de voorstelling, waardoor de theatermakers er niet in slagen om een coherent verhaal op de planken te brengen. Zo roept de huisslaaf af en toe dat hij het ook niet makkelijk heeft. Maar daar is geen aandacht voor. Het is maar een van de dingen die aangestipt worden en vervolgens blijven liggen. Paradise is van alles wat en daardoor blijft er maar heel weinig over. En dat is jammer, want de MONK-acteurs kunnen absoluut acteren, dus daar ligt het niet aan. De verveelde westerse maatschappij laat zich niet gemakkelijk vangen in een theaterstuk. Het onderliggende verhaal moet goed zijn en dat ontbreekt bij Paradise. De show eindigt even abrupt als ie begon en laat het publiek in verwarring achter.

Paradise is nog te zien tot en met 29 mei.

Theater

Stand-up comedians en een blauwe struisvogel

recensie: Arie & Silvester – Samengevat (Het slechtst of)

Arie Koomen en Silvester Zwaneveld zijn twee stand-up comedians die zich naast de vaste ingestudeerde grappen ook richten op improvisatie met het publiek. Arie is grafisch vormgever en Silvester studeerde aan de kunstacademie. Beiden speelden vroeger bij het stand-up comedygezelschap de Comedy Explosion. Als duo eindigden ze in 1996 als tweede op Cameretten. Met de dvd Samengevat hebben ze acht jaar later bijna hun hele carrière op een schijfje gezet.

~

Van Arie en Silvester hoef je geen diepgang te verwachten. De shows zijn met name grappig en je zult ook zeker niet met het gevoel de zaal verlaten dat je de wereld hebt verbeterd. Dit vinden beide heren ook niet noodzakelijk. Samengevat bevat drie hoofditems. Naast hun debuutshow Wegens ziekte uitgesteld! en de opvolger Kloten! staat op de dvd ook hun televisieavontuur bij BNN Oraal. Een waanzinnige hoeveelheid Arie en Silvester: kunnen we bijna drie en een half uur van deze twee grapjassen wel aan?

Explosief droomdebuut

De op RTL5 uitgezonden show Wegens ziekte uitgesteld! uit 1996 valt op door het spetterende begin. Met een humoristische DJ-act weet het duo het publiek in het Haagse Deligentia direct voor zich te winnen. De verbale humor met succesvolle fysieke en visuele uitstapjes spat van het enthousiasme en originaliteit. Bijvoorbeeld het volgende zielige verhaal: “Mijn vader heeft een heel nest met katjes verzopen. Dat vond ik zo gemeen: ik had het zelf willen doen.” Wat moet ik nog meer zeggen – een explosief droomdebuut. Het is wel jammer dat de show nog geen half uur duurt.

Publiek betrokken

~

De tweede show op de dvd is Kloten! uit 1998. Ook deze show is weer in Deligentia in Den Haag opgenomen, maar dit keer voor Bart de Graaffs BNN. Het tweetal heeft geleerd van haar vorige show en ook dit keer beginnen ze het spetterend met een Zuid-Afrikaanse savanne en een blauwe struisvogel. Deze show met pauze is met anderhalf uur een stuk langer dan het debuut en er is daarom ook meer plaats voor de noodzakelijke rustige momenten in de show. Zo neemt Silvester even de tijd om alleen op het podium te staan, “klassiek” te stand-uppen en het publiek uit de zaal te betrekken. Er worden ook langere grappen verteld dan in het vorige programma, wat de grappen minder flauw maakt. De afwisseling is aangenaam en geeft een volwassener Arie en Silvester weer.

Cabaret als televisieserie

Als laatste is de televisieserie Oraal uit 2001 op de schijf gezet. Van deze vier afleveringen haalde er één zelfs het beruchte Kopspijkers (natuurlijk staat dit fragment tussen de extra’s). Toch is deze serie minder spetterend dan de theatershows van de twee stand-uppers. Het lijkt moeilijker te zijn om het publiek op stoom te laten komen en houden in de show (die in één keer is opgenomen). Ook als kijker moet je telkens weer wennen aan de twee mannen en tegen de tijd dat je gewend bent is de aflevering reeds voorbij. In het theater komen de twee in ieder geval beter tot hun recht.

Menu is briljant

De beeldkwaliteit van de dvd is natuurlijk wisselend, maar de shows zijn in ieder geval allemaal van aardige kwaliteit. Zeker Kloten! is niet veel beter dan de kwaliteit op televisie, maar het is zeker wel goed aan te zien. De dvd staat ook barstensvol extra’s waarvan de video’s uit de tijd van de Comedy Explosion misschien wel het interessantst zijn. Ook is het menu van de dvd briljant. Dit meestal weggestopte detail van een dvd is hier perfect uitgewerkt. De humor wordt doorgewerkt in de diepste poriën van deze plaat, terwijl het ondertussen wel makkelijk navigeren door de menu’s is.

Afwisselend ervaring

Met deze dvd is een degelijke samenvatting gemaakt van alles wat buiten de show Vet! van de cabaretiers nog op de plank lag. Deze laatste show verscheen overigens in april reeds op dvd. Dit complete overzicht zorgt voor een afwisselende ervaring van de vooral verbale humor van het duo. De volwassen show Kloten! is het toppunt van Samengevat en de televisieserie Oraal vind ik minder geslaagd, maar ook dit is nog leuk genoeg om op dvd te hebben staan. Dit is een dvd zoals er meer zouden moeten zijn: een compleet pakket aan shows waarmee je bijna drieëneenhalf uur kijkplezier hebt.

Theater / Voorstelling

Python-humor

recensie: Productiehuis Brabant - Pass the Butler

De villa van de familie Prins. Vader Robert Prins is mediamagnaat in ruste (en minister in z’n vrije tijd), zozeer in ruste zelfs dat hij in leven wordt gehouden door een ‘levensprolongator’. De rest van de familie is eigenlijk een familie Flodder, maar dan rijk. Zoon Hugo kleedt zich goed, maar dat is het dan ook wel. Dochter Annabella, zijn tweelingzus, is het produkt van homeshopping en teveel plastische chirurgie. En jongste zoon Niels is de eeuwige student esoterische transcendente yoga. En dan zijn er nog de butler en het kindermeisje, en dat alles onder de hoede van moeder Prins, groot fan van sherry. Stereotypes zat dus.

~

Pass the Butler is gebasseerd op de bekende moordmysteries van onder andere Agatha Christie. Er is een villa, een lijk (nadat vader komt te overlijden omdat zijn machine uitvalt), een butler die de eerste verdachte is, een erfenis, en een buitenstaander: inspecteur Harrie de Vries, die de zaak komt oplossen. Productiehuis Brabant heeft zelfs een set gebouwd met vier verschillende deuren, waardoor continu mensen opkomen en afgaan. Dit werkt vooral leuk in een scène waarin de butler eigenlijk weg wil, maar steeds wordt tegengehouden door mensen die door verschillende deuren binnenkomen.

Herkenbaar

~

Het stuk is geschreven door Eric Idle, beroemd geworden door Monty Python, en eigenlijk de enige van dat gezelschap die nog steeds fanatiek tourt met dat soort humor. Dat Idle de schrijver is is erg goed te merken. Als fan van Monty Python herken ik veel terug in Pass the Butler; de absurde woordgrapjes, de vreemde situaties, en de over-the-top (of juist enorm onderkoelde) reacties van de karakters. Het nadeel van Idle, en van veel acteurs die voor zichzelf schrijven, is dat hij bepaalde rollen creëert met zichzelf in het achterhoofd. Ik weet niet wie Idle speelde toen het stuk in 1982 in première ging, maar het zou me niet verbazen als hij Hugo was, de sul, de droogkloot en luilak. Het gaat zelfs zo ver, dat ik bepaalde karakteristieken van andere Python-leden terugzie. De butler leek soms net John Cleese, en Niels zou gemakkelijk door Michael Palin neergezet kunnen zijn. In eerste instantie hoeft dat niet slecht te zijn. Idle heeft ongetwijfeld karakters geschreven die hij heeft gebaseerd op mensen die hij kende of had meegemaakt. Het enige nadeel is dat hij daar soms zo ver in is gegaan dat een andere acteur erg moeilijk die rollen kan spelen, omdat ze zo toegespitst zijn op bepaalde acteurs.

Moeite

De acteurs in deze produktie zijn allemaal oudgedienden van Productiehuis Brabant, maar hebben duidelijk moeite met dit stuk. De acteurs die de kinderen en de butler speelden hadden duidelijk wel plezier in hun rol en slaagden erin die overtuigend en grappig te brengen, maar dat succes werd weer opgeheven door met name de acteurs die Harrie de Vries en Jasmijn, de studente journalistiek die toch al geen duidelijke functie in het stuk heeft, speelden.

Moderniseren

Productiehuis Brabant heeft Pass the Butler hier en daar gemoderniseerd door verwijzingen naar commerciële televisie, de media, en (ja hoor, daar zijn ze weer) terroristen. Het origineel is geschreven in 1984, en afgezien van de commerciële TV, die toen in Groot-Brittanie net opkwam, vallen de toevoegingen gewoon ontzettend op. Wat is dat toch, dat toneelstukken zo gedwongen opgeleukt of gemoderniseerd moeten worden? Soms werkt het wel, zoals bij Richard III dat ik drie dagen eerder zag, maar meestal niet. Het is zo ontzettend gemakkelijk, en heeft geen functie.

Maaiveld

Pass the Butler, in deze uitvoering in ieder geval, is een moeilijk stuk om te recenseren, omdat er niks opviel als ontzettend goed of pijnlijk slecht. De acteurs doen hun ding, de grapjes lokken hier en daar wat gegrinnik op, maar worden al meteen weer verdrongen door de volgende zin tekst. Ik weet niet of het aan het stuk ligt (Eric Idle heeft zeker wel wat schuld) of aan de acteurs, maar Pass the Butler steekt bepaald niet boven het maaiveld uit.

Theater / Voorstelling

Het einde van de oorlog

recensie: De Theatercompagnie en KVS/Brussel - Lysistrata

Hoe beëindig je een oorlog? Het is een vraag waar eigenlijk niemand antwoord op heeft. De vraag inspireerde Aristophanes in 411 voor Christus tot het schrijven van het stuk Lysistrata. Het stuk werd op 03-03-’03 wereldwijd voorgelezen om te protesteren tegen de oorlog in Irak. Regisseur Theu Boermans van de Theatercompagnie vatte toen het plan op om het stuk opnieuw op de planken te brengen en hij vroeg de Oostenrijkse schrijver Gustav Ernst om het stuk te bewerken. Het eindresultaat is nu te zien in de coproductie van de Theatercompagnie en KVS/Brussel.

~

Zeven vrouwen bevinden zich al op het toneel als het publiek de zaal van het Compagnietheater binnenkomt. Twee kamermeisjes roken een sigaret op een hotelbed, een oosterse vrouw staat te koken en aan de linkerzijde hangen drie vrouwen verveeld in hun eigen tweepersoonsbed. Een westerse vrouw hangt voor een zuil met televisies, haar rug naar het publiek gekeerd. De mannen zijn aan het onderhandelen en de vrouwen wachten. Op hun mannen, op de vrede, op het einde van het geweld. Want het is de hoogste tijd dat oost en west vrede met elkaar sluiten. De vrouwen doden de tijd door met elkaar te praten, door een boek te lezen en door te klagen. De kokkin houdt een verhandeling over de kracht van goed eten, de hotelmanager moppert, de kamermeisjes filosoferen over het verschil tussen oosterse en westerse mannen.

Geen seks tijdens de oorlog

~

Eén vrouw kan het niet meer aan. Lysistrata (Marisa van Eyle), de vrouw van de president van de christelijk-westerse coalitie (Harry van Rijthoven), heeft genoeg van het geweld dat iedere dag via de televisie over haar uitgestort wordt en neemt een besluit. Geen seks meer zolang het oorlog is. ‘Ik wil me door mijn man niet meer laten neuken. Ik wil zijn nabijheid niet meer in mij geperst krijgen, die nabijheid van oorlog. Ik zal hem het bed uit gooien. Of de oorlog of ik. Dat zal hij begrijpen. Het enige dat hem zal dwingen het te begrijpen. De mannen mogen hun misdaden niet meer in ons kunnen ontladen. Niet meer in ons op krachten kunnen komen voor hun nieuwe misdaden.’

Optimaal presteren

Dan stormen de mannen binnen en wordt alles anders. De mannen worden vertroeteld en bewonderd, ze mogen snel hun frustratie even wegneuken, kunnen lekker schelden op hun opponenten en hoeven heel even niet aan de onderhandelingen te denken. Die zitten namelijk muurvast, de heren kunnen het niet eens worden. Het grootste struikelblok is de olie die het oosten bezit en het westen wil. De vrouwen slikken hun geklaag in, de mannen moeten immers optimaal presteren? Als de mannen weer afgedaald zijn naar de conferentiezaal is ook voor de andere dames de maat vol. Alleen Siba, de vrouw van de voorzitter van de Arabische Unie (Nazmiye Oral) houdt nog vast aan haar oude standpunt, zij blijft vooralsnog pal achter haar man staan (een rol van Saabri Saad el Hamus).

In de fantasie van Gustav Ernst krijgen de vrouwen de macht en mogen zij bewijzen dat ze het beter kunnen. De strijd gaat dan niet om olie, maar om drinkwater. De vrouwen gedragen zich net als de mannen, hun eigen belang staat boven alles en compromissen zijn moeilijk te sluiten.

Balans

De cast is een goede mix van oost en west, jong en oud, Vlaams en Nederlands. De verschillende talen hebben een heel natuurlijke plek in het stuk gekregen, maar op de een of andere manier komt Lysistrata niet helemaal tot zijn recht. Misschien waren de acteurs van hun stuk omdat de zaal bijna leeg was, dat zou kunnen. Maar het stuk mist ook een bepaalde balans. De makers hebben gezocht naar een balans tussen ernst en lichtvoetigheid, tussen snelheid en mooie teksten. Die balans is er (nog) niet helemaal. De actualiteit van het eeuwenoude stuk maakt veel goed. Want wat zou er gebeuren als de vrouwen van de huidige wereldleiders het voorbeeld van de strijdbare Lysistrata zouden volgen? Zou er dan vrede zijn?

Lysistrata is nog te zien tot 5 juni.

Muziek / Album

Slap aftreksel

recensie: Drew – Songs from the Devil's Chimney

.

Uitgaande van de titel van de plaat lijkt het erop dat Drew Kennett je zwartgallige songs om je oren smijt en dat je elf songs later samen met deze songwriter de wanhoop nabij bent. Maar wanneer je de teksten tot je neemt valt het leven van Drew wel mee. Het is waarschijnlijk een jongen die is opgegroeid in een veilige omgeving en gelukkig voor hem nooit het leed van de wereld heeft meegemaakt, want je krijgt bij Drew een palet van lichtelijke onzekerheid, liefde, hoop en probleempjes met zijn vriendin. Het is best mogelijk dat deze onderwerpen een boeiende plaat kunnen opleveren, maar Drew is daar nauwelijks in geslaagd.

Nauwelijks avontuur

Drew heeft namelijk zijn inspiratie jammerlijk omgezet en gegoten in nietszeggende songs. Het ontbreekt bij de liedjes aan de nodige fluwelen weerhaken. Met een nasale stem vuurt Drew Kennett de boel op je af. Hij wordt bijna de gehele plaat bijgestaan door zijn muzikale kompaan Paul Butler. Terwijl ze op zoek zijn naar een kopie van Crosby, Stills en Nash, komen ze niet verder dan een slap aftreksel. De steeds irritanter wordende dubbele stem wordt zouteloos en flauw over de begeleiding heen gebracht. Zelfs in de gitaarpartijen zit geen avontuur. Zonder peper in zijn kont brengt Drew hetgeen je al vaker gehoord hebt, waardoor het zoeken is naar de nummers waarin Drew weet te overtuigen. Hierdoor rijst de vraag, waarom men op Drew moet gaan letten en wat het toevoegt aan hetgeen we al hebben.

Teleurstelling

Songs from the Devil’s Chimney kan qua artwork een mooie toevoeging aan een platenkast zijn, maar wordt op muzikaal gebied overklast door de rest van de collectie. Met de enige uitschieters in de vorm van Without Your Love, OK to Cry en Leave the Fear duurt de plaat een half uur te lang. Het album bevat voor de rest nauwelijks een nummer dat blijft steken in het hoofd. De twijfel is aanwezig of het kwartje nog moet gaan vallen en de overtuiging dat de pluggerman een andere smaak heeft wordt steeds sterker. Deze Brit kan niet de verwachting niet waarmaken en de plaat zal stoffig worden op de stapel cd’s.

Boeken / Fictie

Dichterlijke driften en dierlijke lusten

recensie: Rob Schouten - Apenlier

De kont plus staart van een aap siert de voorkant van de nieuwe bundel van criticus, schrijver en dichter Rob Schouten. Apenlier is een bundel die misschien wel gaat over waar het soms misging in de ontwikkeling van mens naar aap en dat driften niet te onderdrukken zijn, zelfs niet voor de dichter.

In zijn nieuwe bundel stelt Schouten zich veel existentiële vragen, maar tegelijk zwakt hij deze ook af, want ach, het stelt misschien niet zoveel voor. De toon van de gedichten is luchtig, zoals bijvoorbeeld in het gedicht Testament, waarin de ik-figuur zegt: ‘ik heb geen zin te overlijden / maar wie geen zin heeft moet maar zin maken,’ en waarna hij ironisch een scenario voor na zijn dood schept.

Onder de oppervlakte

Die ironie is in meer gedichten terug te vinden, vooral omdat het gewone leven in veel gedichten een rol speelt. Het zijn niet zozeer de huis-tuin-en keukendingen die Schouten tot onderwerp neemt, maar eerder de gedragingen onder de oppervlakte. Het zijn de lusten en dierlijke neigingen die hem interesseren. Het eerste gedicht van de bundel, Anvers sous la pluie, lijkt daarvoor een aanwijzing te zijn. In de laatste strofe komt het ‘ongeregisseerde’ voor, dat duidt op iets dat niet geregeld is, dat aan impulsen wordt overgelaten. Ook geeft hij een lichte kritiek op mogelijk overinterpreteren:

Gij zegt het: heel het ongeregisseerde
oplettend gadeslaan en onderdrukken
wat meer verwacht laat staan hier zoekt.

Deze strofe lijkt iets te zeggen over de manier waarop de dichter werkt (is hij de ‘gij’ die zichzelf iets oplegt, of ziet hij deze dingen zich door anderen opgelegd?). Is voor hem poëzie ook een ongeordend proces of zijn de driften ironisch gebruikt, omdat voor hem schrijven nu juist strak bepaald wordt door ordening? De bundel zelf is namelijk vrij strak gecomponeerd. De bundel bestaat uit vier gedeelten, die titels hebben die dicht bij huis blijven: Vijf vervelingen, Familie en vrienden, Uit & thuis en Goede tekorten. De versvorm is vaak het sonnet.

Rozen kijken

Het impulsieve is vooral te vinden in de manier waarop de dichter onderwerpen als liefde behandelt. Het zijn geen zoetgevooisde rijmsels, maar bijvoorbeeld de ervaring van een man die naar de hoeren wil, maar uiteindelijk onverrichter zake thuis belandt. Of wat te doen met een liefde voor een buitenlandse vrouw. Het zijn instincten die hem leiden, lusten die hem doen afvragen ‘of ik je wil platnaaien / of samen uit een venster / naar de rozen kijken.’ De woorden die de dichter gebruikt soms zijn weinig dichterlijk te noemen.

Cognac

Het expliciete seksmotief dat in de bundel zit, werd niet erg gewaardeerd door de uitgever. Hij weigerde de bundel vanwege ‘godlasterlijkheid en obsceniteiten’. Een gedicht als Ex Machina behoort waarschijnlijk tot de afgewezen gedichten. In dit gedicht wordt er een Hij-figuur voorgesteld, die echter weinig overeenkomsten heeft met een beeld van God. Door een paar zinnen wordt duidelijk dat het toch om de ‘deus’ (ex machina) gaat die opnieuw opduikt: ‘Zo nu en dan heeft-Ie een zetje nodig / maar levensvragen en Hij is stand-by!’ Uit het gedicht spreekt een weinig respectvol idee over God, die wordt vergeleken met Donald Duck, en die ‘een glas cognac / niet afsloeg, neukte’.

Tepels

Toch bestaat niet de hele bundel uit grof taalgebruik. De observaties en kleine anekdotes van Schouten zijn soms vermakelijk opgeschreven. Hij heeft een goed gevoel voor taal, haalt taalspelletjes uit, zoals in het gedicht opgedragen aan Tonnus Oosterhoff, Leer lezen in een wip. In In Paradisum schrijft hij een bijzondere uitgewerkte vergelijking over het ‘hoofd’ en ook vaak spelen herinneringen een rol. Hij bedient zich soms plotseling van mooie woordcombinaties of neologismen, die de lezer meer verrassen dan ‘seks’ of ’tepels’.

Boeken / Fictie

Hopeloos langdradig

recensie: Philip Ardagh - De Eddie Dickens trilogie, boek twee: Hopeloze daden

In het voorwoord van Hopeloze daden stelt schrijver Philip Ardagh over zijn boek: “Als je er niets aanvindt, hou dan je slappe mening voor je.” In deze recensie zal ik toch mijn “slappe” mening over dit kinderboek verkondigen. Want als er iets slap is, dan is het wel het gekeuvel van Ardagh zelf.

Het verhaal van dit tweede boek over de jongeman Eddie Dickens speelt zich af in negentiende-eeuws Engeland. De hoofdpersoon woont met zijn ouders bij zijn Gekke oom Gerrit en Nog gekkere tante Gerda, Markus de net niet echte nerts en nog wat geassorteerd personeel. Het is een huishouden dat wordt gedomineerd door chaos en wereldvreemdheid. De avonturen beginnen op het moment dat, nadat het halve huis is ontploft, uit een lijkkoets in de tuin een doodskist valt met daarin de nog springlevende boeienkoning De Grote Crustini. Door allerlei verwikkelingen raakt Eddie dankzij deze Crustini en zijn assistente eerst verzeild in een politiecel en vervolgens op de heidevelden waar hij gevangen wordt genomen door ontsnapte bajesklanten, die hem inzetten bij hun zoektocht naar hun buit. Wat er vervolgens gebeurt… nou ja, het is een kinderboek, dus bedenk zelf maar.

Diepe Dahlen

Afgaand op de portettekening van auteur Philip Ardagh zelf die, zo zegt ook het persbericht, zo uit De Griezels van Roald Dahl lijkt gestapt en de goede aanbevelingen uit de Engelse pers, verwacht je een verhaal dat toch zeker enigszins vergelijkbaar is met het werk van deze grootste kinderboekenschrijver allertijden. Bepaalde elementen van de boeken van Dahl komen ook wel terug. Eddie Dickens is een vrij normale jongen tussen allemaal geheel geflipte, gemene of corrupte volwassenen, maar het geheel wordt minder sterk uitgewerkt dan bij Dahl. Het verhaal is in wezen vrij rechtlijnig en het loopt ook goed af, terwijl dat in een boek als Dahls De Heksen niet gebeurt. Ook mist een zekere grofheid die de boeken van Roald Dahl kenmerkt, hoewel Hopeloze daden geen typisch good-guy/bad-guy verhaal is: de politie blijkt corrupt en dom en de boeven slim en misschien zelfs wel een beetje vriendelijk.

(heel vervelend)

Het bijzondere, maar ook het storende van Hopeloze daden zit in de vermeende humor van het boek. Er wordt veel gespeeld met taal, maar de woordgrapjes zijn waarschijnlijk in de originele Engelse versie een stuk leuker. Het voortdurende gebruik van het woord “kip” voor politieagenten is bijvoorbeeld heel vervelend (maar als je bedenkt dat het in het Engels “pig” is, wordt het al een stuk leuker). Daarnaast is het verhaal doorspekt met zogenaamd lollig commentaar van de schrijver, om de lezer duidelijk te maken wat hij met bepaalde woorden of termen bedoelt of om hem te herinneren aan wat eerder in het verhaal is gebeurt (zoals ik hiervoor tussen haakjes al deed. Oh nee, nu doe ik het weer. Nou zoiets doet Ardagh dus ook) (en dat wordt op een gegeven moment echt heel vervelend).

Raar, raarder, complete chaos

Veel absurdistische zaken in Hopeloze daden, die het boek leuk zouden moeten maken en dat soms ook wel doen, hebben niet echt nut voor het verhaal en zorgen vooral voor onnodige afleiding en verwarring bij de lezer. Een voorbeeld daarvan is dat De Grote Crustini door iedereen wordt aangezien voor de ijzerwarenhandelaar Oudekerk. Een echt verband met de rest van het verhaal is er niet, maar je wordt er als lezer wel de hele tijd mee lastig gevallen. Samen met het commentaar van Ardagh zorgen deze absurditeiten er voor dat de vaart uit het verhaal verdwijnt en het geheel nogal chaotisch aandoet. Doordat het boek niet lekker doorleest wordt het wat langdradig. Er wordt geen suspense opgebouwd die je als het ware dwingt om het boek uit te lezen, iets wat bij een kinderboek naar mijn mening wel belangrijk is om bij de jonge lezer de interesse voor lezen van andere boeken op te wekken. Iets wat schrijvers als de eerder genoemde Roald Dahl en J.K. Rowling wel lukt.