Film / Films

Onschuld overwint alles

recensie: Due amici

Twee mannen delen samen een appartement. Is het een stel, zijn het broers of misschien toch gewoon huisgenoten? Wanneer je naar Due amici gaat zonder iets over deze film te hebben gelezen, duurt het even voordat je door hebt wat hun relatie precies is. Net zoals het een tijdje duurt voordat duidelijk wordt waarmee één van hen zijn brood eigenlijk mee verdient. Om eerlijk te zijn kwam het besef bij mij pas op het moment dat de film al was afgelopen. Om precies te zijn pas na het lezen van de persmap tijdens het wachten op de trein.

~

Nu is dit laatste misschien meer een reden om aan mijn intelligentie of oplettendheid te twijfelen dan aan de kwaliteit van de film. Maar het geeft wel aan dat de regisseurs het credo ‘less is more’ buitengewoon strak hebben nageleefd. Nergens in de film wordt meer informatie over de hoofdpersonen gegeven dan strikt noodzakelijk is om het verhaal te kunnen volgen. Een verhaal dat overigens niet veel om het lijf heeft.

Vriendschap

In Due amici draait het om de Sicilianen Pino en Nunzio. Samen bewonen ze een appartement in de grauwe buitenwijk van een noord-Italiaanse stad. Ze zijn zo verschillend als maar kan. De één (Pino) is een cynische, afstandelijke huurmoordenaar terwijl de ander (Nunzio) een buitengewoon naïeve arbeider is met chronische hoestbuien. Nunzio krijgt steeds meer last van zijn hoestbuien, maar weet met zijn kinderlijke naïviteit Pino wel te ontdooien. Hieruit ontstaat een hechte vriendschap waarbij Pino eindelijk de stap durft te zetten om te breken met zijn niet al te vriendelijke werkgever.

Prostituee

Onschuld overwint alles. Dat lijkt het thema te zijn van Due amici. Jammer alleen dat de regisseurs het credo waar ze in de rest van de film zo hardnekkig aan hangen, op het einde ineens zo laten varen. Een paar flinke hoestbuien en vooral erg veel domme vragen van Nunzio zetten Pino aan tot daden waar het Leger des Heils van zou staan te kijken. Hij kookt Nunzio’s lievelingseten en hij brengt hem naar het ziekenhuis wanneer de hoest blijft aanhouden. Wanneer hij merkt dat Nunzio nog veel te leren heeft op het gebied van vrouwen, betaalt hij zelfs een prostituee om hem in te wijden in de liefde.

Zoetsappig

Al die goede daden geven de film iets zoetsappigs. De regisseurs hadden dit eenvoudig kunnen voorkomen door hun credo ‘less is more’ ook hier toe te passen. Een vriendelijk gesprek in plaats van de gebruikelijke korte en nietszeggende antwoorden op Nunzio’s vragen was misschien wel genoeg geweest om de kijker duidelijk te maken dat Pino zo slecht nog niet is.

Plaatjes aanvragen

Toch is Due amici geen slechte film. Wanneer je door het magere verhaal en de moralistische thematiek heenkijkt, zitten er namelijk genoeg momenten in de film die wel de moeite waard zijn. De obsessie van Nunzio om er achter te komen of mensen in een couchette hun sokken aanhouden of uitdoen bijvoorbeeld. Of de café-eigenaar die iedere dag plaatjes aanvraagt bij de lokale radiozender voor Maria, de liefde van zijn leven. Hij heeft haar nooit eerder ontmoet, maar is ervan overtuigd dat de liefde wederzijds is. Ooit vroegen ze namelijk gelijktijdig hetzelfde nummer aan.

Het kille noorden

Al met al bevat Due amici genoeg grappige, tragische en zelfs ontroerende momenten om de moeite van het bekijken waard te zijn. Verwacht alleen geen film van het niveau van La meglio gioventù, die andere Italiaanse film die momenteel in de bioscopen draait. Wat je wel kunt verwachten is een lieve film over vriendschap en Sicilianen die maar niet kunnen wennen aan het kille noorden.

Theater / Achtergrond
special: Straattheater wordt steeds populairder

Pas op, een levend standbeeld!

Oerol heeft het, Lowlands en Waterpop ook en De Parade kan er niet zonder: straattheater. Deze vorm van theater wordt zeker de laatste paar jaar overal bij getrokken, zelfs op muziekfestivals. Eerst werden de straatartiesten nog een beetje met argusogen bekeken (wat doen die malloten hier?), maar nu blijkt dat ze vaak fantastische voorstellingen geven die amusant zijn om naar te kijken. Logisch dat deze artiesten steeds vaker een plekje krijgen op diverse festivals.

~

Mensen op stelten, met een step, een bewegend standbeeld en verkleedpartijen; bij straattheater weet je van te voren nooit wat je kunt verwachten. Sommige voorstellingen worden zeker goed voorbereid, terwijl er ook lustig op los geïmproviseerd wordt. Er zal maar bijvoorbeeld net een opvallend persoontje in het publiek staan waar je een grap mee uit kunt halen… Straattheater laat zich ook niet in een hokje duwen. Over de lengte van de voorstellingen is niets bekend en sommige voorstellingen trekken door de hele stad omdat ze veel ruimte nodig hebben, terwijl andere artiesten strak op één plek blijven staan. Wat er onder straattheater valt is ook heel divers; onder meer circusacts, mime, poppenspel, dans en theater. Maar al die verschillende acts proberen wel te amuseren, ontroeren, shockeren en/of verrassen.

Buitenland

Opvallend is vaak dat veel straattheaterartiesten uit het buitenland komen, waar het straattheater (vooralsnog) meer leeft dan in de Nederlandse cultuur. Daarom worden er regelmatig buitenlandse groepen naar Nederland gehaald, die dan hun kunstje mogen vertonen op verschillende festivals. Vooral acts uit Frankrijk en Spanje zitten vaak geniaal in elkaar (ook als je geen Frans of Spaans verstaat) en doen het goed bij het publiek.

Kat-en-muisspel

~

Maar we moeten ook zeker niet neerkijken op product van eigen bodem. Wat dacht je bijvoorbeeld van de Drie Naakte Mannen? Ze duiken nu overal op. Dit jaar staan ze onder meer op Oerol, de Parade, het Over het IJ-festival en Lowlands. Sinds vorig jaar maken David van Griethuysen, Julien Knops en Daniel van den Broeke iets wat ze zelf mobiel bliksemtheater noemen. Na het grote-Sleurhut-avontuur van vorig jaar gaan de drie theatermakers verder met hun nieuwste voorstelling Dubble waarin ze detectives zijn en de opdracht krijgen om een bende van criminele vrouwen op te rollen. Resultaat: een levensgevaarlijk kat-en-muisspel met vliegende achtervolgingen en zinderende romances. Zeker de moeite waard om eens bij deze jongens stil te staan.

Delft in Wonderland

Nederland kent sinds een aantal jaren ook festivals die speciaal gericht zijn op straattheater en die steeds meer in trek raken. Eén van de bekendste is de Mooi Weer Spelen in Delft. Dit weekend (11, 12 en 13 juni) zijn daar ruim 60 nationale en internationale straattheateracts te zien. De openingsact is elk jaar weer een die je eigenlijk niet mag missen. Dit jaar opent het Spaanse Sèmola Teatre met hun nieuwe voorstelling Centvinticinc. Dit is een metafoor voor mensen die denken dat hun leven zal verlopen zoals zij het gepland hebben, gewoon en zonder al te veel problemen. De voorstelling wordt gespeeld in Theater de Veste en als uitzondering zul je voor deze voorstelling moeten betalen. Helaas moet je er blijkbaar iets voor over hebben als je een internationale première wilt beleven! Diezelfde avond verzorgt het Duitse Scharlatan op een plein verderop nog een (gratis) spetterende act: een ‘serieuze’ brandoefening. Je hebt het hele weekend keuze genoeg met veel verschillende acts, teveel om hier te noemen. Laat je verrassen en ga in elke straat en steeg op zoek naar wonderlijke optredens. Niet voor niets is het thema dit jaar: Delft in Wonderland.

Levende beelden

~

Er zijn nog veel meer van dit soort festivals in Nederland. Een leuk project is bijvoorbeeld Overijssel op Straat. Met meer dan 250 optredens hebben zij het grootste straattheaterfestival in Nederland. De hele zomer door brengt het festival professioneel straattheater naar straathoeken en pleinen in verschillende gemeenten in de provincie Overijssel. Doetichem (18, 19, 20 juni) en Bolsward (26 juni) houden het kleiner. Dat laatste festival richt zich overigens vooral op de ‘levende’ beelden. Je kent ze wel: van die personen (meestal geschminkt en verkleed) die stokstijf midden op straat staan en die dan ineens in beweging komen als je voorbij loopt, hoewel er ook artiesten bij zijn die rustig een hele dag geen spier verrekken. Een fenomeen dat je op een zomerse dag in bijvoorbeeld Amsterdam regelmatig tegenkomt.

Over de grens

Maar je kunt natuurlijk ook even over de Nederlandse grens van het straattheater proeven. Bijvoorbeeld in België tijdens de Internationale Straattheater Zomer (11 juli in Menen en 21 juli in Lauwe), of tijdens een van de vele festivals in Frankrijk, bijvoorbeeld Les Quais de Chine (17 t/m 20 juni in Dunkerque) of Illumines à Vauban (18 tot en met 20 juni in Lille).

Muziek / Album

Nederland zet zich schrap voor Kopna Kopna

recensie: Kopna Kopna - Like You!

Dat de Nederlandse bodem een interessant muzikaal aanbod te bieden heeft, weet de doorgewinterde 8WEEKLY-lezer al langer. En wederom is er een nieuwe naam, een nieuwe plaat, die voor de oortjes die niet schuwen een beetje hun best te doen niet te versmaden valt. Kopna Kopna brengt eindelijk haar debuut Like You! op de markt, waarvoor de verwachtingen hooggespannen waren. De release is vaak uitgesteld en live had Kopna Kopna al een goede reputatie opgebouwd. En gelukkig, het resultaat mag er wezen.

~

Het was een jaar of drie geleden dat ik Kopna Kopna zag in het Groningse Grand Theatre. Ze traden op na een toneelvoorstelling van ’t Barre Land en allemachtig, wat een overdonderend optreden was dat. Waarom het debuut zo lang op zich heeft doen wachten is mij een raadsel; drie jaar geleden klonk het al volwassen en rijp.

Belgen

Voor het opnemen van hun eerste demo, voorafgaand aan Like You!, riep Kopna Kopna de hulp in van Zita Swoon-toetsenist Tom Pintjens. Dat is dan ook de eerste referentie die opborrelt bij het luisteren van de plaat. Het doet soms denken aan de Belgische band (vooral hun laatste plaat Life = a Sexy Sanctuary). Dit door de funky, opzwepende en dansbare ritmes en de gelijkenis van Rik Elstgeests stem met die van Stef Kamil Carlens. Maar Kopna Kopna is geenszins een kopie van Zita Swoon, hoewel ze zich ook in het kunstenaarscircuit bewegen (de link met ’t Barre Land). Verder zijn er wat overeenkomsten met Beck en soms zelfs met de Beastie Boys.

Veroveringstocht

Like You! is een overtuigende plaat. Volwassen, professioneel en gepassioneerd. Ze weten het maximale uit hun instrumenten te halen en halen er veel bij, zoals trompetten en een contrabas. Ook schuwen ze de elektronica niet. De eerder genoemde bands waar Kopna Kopna raakvlakken mee heeft, kenmerken zich door tegendraadsheid. Eén van de grote inspiratiebronnen van deze lichting muzikanten is Captain Beefheart en daar zullen de jongens van Kopna Kopna zeker naar geluisterd hebben. Don van Vliet zou zich niet geschaamd hebben voor Like You!.

Russisch ballet

De grote avant-gardistische componist Stravinski voerde vlak voor de Eerste Wereldoorlog zijn Le Sacre du Printemps in Parijs op, met de tragische danser Nijinski van het Ballets Russes in een hoofdrol. De publiekslieveling en crowd-pleaser komt terug in het gelijknamige nummer (‘Nijinski / Dance To Make The Birds Jealous’) en dat is precies wat Kopna Kopna doet. Met geweldige energie, flexibiliteit en souplesse werken ze op de heupen en het ritme. De nummers zitten ijzersterk in elkaar en de Engelse teksten, die met een behoorlijk Nederlands accent gebracht worden wekken geen irritatie op. Het is wel charmant. Daar komt ook nog bij dat Kopna Kopna een paar sterke singles van de plaat af kan trekken (vooral Champagne en Trouble Sweet Tune). Kopna Kopna is helemaal klaar voor een succesvol jaar.

Muziek / Album

Nog steeds een belofte

recensie: Gomez - Split the Difference

Gomez is al jaren een van de leukste bands uit het Verenigd Koninkrijk, hoewel er van dat Engelse karakter doorgaans weinig te merken is. Het woord britpop is, ondanks enkele overeenkomsten met de Beatles, niet echt van toepassing op Gomez. Misschien komt dat door de niet echt Brits klinkende stemmen en de wat Amerikaans aandoende bluesy rocksound van deze vijf nog vrij jonge kerels. Vergelijkingen met een band als Pearl Jam zijn geregeld gemaakt naar aanleiding van eerdere platen, en Eddie Vedder zelf maakte op zijn beurt weer reclame voor Gomez toen hij in 2000 op Pinkpop stond.

~

Terwijl voor de zoveelste keer een flinke Engelse golf de markt bestormt met een keur aan prachtige albums en daartoe behorende hypes, brengt het inmiddels klaarblijkelijk gevestigde Gomez een vierde studioplaat uit met de titel Split the Difference. En wederom laat de band horen hoeveel betekenis een groots eigen geluid kan hebben. Hoewel de gekte er een beetje af is en er iets minder geëxperimenteerd wordt dan op vorige albums, consolideert Gomez zijn status met glans.

Perfecte popsongs

De eerste drie korte, up-tempo nummers op Split the Difference vallen eigenlijk een beetje tegen. Niet slecht, maar ook niet van dezelfde kwaliteit als bijvoorbeeld Shot Shot en Rex Kramer, de openers van het vorige uitstekende album In Our Gun. Het blijken opwarmertjes te zijn voor wat nog komen gaat. Met het folky Me, You and Everybody wordt het pas echt mooi, echt Gomez. De nummers zijn spannend (We Don’t Know Where We’re Going), lief (Sweet Virginia) en voorbeelden van perfecte popsongs (Catch Me Up). Natuurlijk met die prachtige samenzang van Ben Ottewell, Tom Gray en Ian Ball als krachtig wapen. Niet veel bands hebben de luxe te beschikken over drie zulke uitstekende stemmen.

Net geen klassieker

Er valt veel positiefs te melden over Split the Difference. Toch blijft Gomez zo’n band die die ene ‘klassieke’ plaat nog niet heeft gemaakt. Het debuut Bring It On was een erg goede poging, Liquid Skin was meer van hetzelfde en In Our Gun was compacter en kwam meer in de buurt van Liquid Skin. Maar toch kende elke plaat een aantal mindere momenten. Wat dat betreft lijkt Gomez inderdaad wel een beetje op Pearl Jam, die ook steeds op hetzelfde niveau blijft hangen, met het ene verschil dat Pearl Jam die klassieker al heeft staan. Vandaar dat geen Pearl Jam-album meer kan voldoen aan de verwachtingen en alle albums van Gomez wel. Ook Split the Difference is niet die topplaat die er zonder meer inzit, maar wel zo mooi dat je het immer jonge en frisse Gomez voor een vierde achtereenvolgende keer als belofte zou kunnen betitelen.

Muziek / Album

Retro ten top

recensie: Topless 16 - Discovered by Gruppo Sportivo

‘Hé, bestaan die ook nog?’ was mijn eerste reactie op het horen van het bericht dat er een nieuwe Gruppo Sportivo-plaat in de schappen ligt. De band die eind jaren 70, begin jaren 80 een paar bescheiden hitjes scoorde is nooit helemaal doorgebroken, wat te wijten valt aan de eigenzinnigheid van voorman Hans Vandenburg, die juist toen Gruppo in de lift zat besloot andere dingen te gaan doen. Nu is er dan Topless 16 – Discovered by Gruppo Sportivo, een misleidende plaat gezien de valse bands die de credits voor de nummers krijgen.

~

Topless 16 is prachtig vormgegeven. Het heeft de schijn vinyl te zijn, gezien de campy platenhoes, waarop een rondborstige jaren 60 pin-up dame te bewonderen valt. Let hierbij vooral op het niet-gebruinde bikinitopje op haar lichaam. Op de achterzijde vinden we de artiesten en songtitels van de verzamelaar: klinkende namen als Rock-a-Tronics, The B Lobsters en Côte D’Azur en nummers als Superman is Back! en Une Peu Dommage. Maar schijn bedriegt: het verhaal achter de hoes is dat een puberende Hans Vandenburg dit album tegenkwam bij een plaatselijke platenboer en hem natuurlijk meteen wilde hebben, mede ingegeven door de rondrazende hormonen. Helaas was het vinyl niet meer voor handen, waarop de kleine Hans de hoes voor niets meekreeg. Nu heeft de ruimschoots volwassen Hans de muziek gemaakt bij de hoes. Voor de gelegenheid is de oude platenhoes als promotie op grootte bijgeleverd. Daarin vinden we dan de cd en een bonus-dvd.

Songfestival

De meligheid van het concept wordt ook muzikaal doorgetrokken. De nummers zijn duidelijk Vandenburg-producten: catchy, poppy en altijd een tikje eigenwijs door het gebruik van rare bliepjes, vrouwenkoortjes, koebellen en synthesizers. De liedjes klinken altijd bekend, zonder dat je de vinger kunt leggen op waar het nu precies op lijkt. De nummers variëren nogal, maar steeds wordt er teruggegrepen op de muziekcanon. Hierdoor lijkt het af en toe alsof we naar een editie van het Songfestival uit de jaren 60 luisteren. Al met al erg grappig, hoewel de 56 minuten voor mij wat te lang duren. De bonus-dvd brengt, behalve drie live uitvoeringen, weinig interessants, zoals een paar tè melige aankondigingen van nummers en wat andere overbodige ongein.

Muziek / Album

Ode aan de melodie

recensie: Hearse - Armageddon Mon Amour

Het Zweedse Hearse debuteerde in 2003 bij Karmageddon Media met het verrassende album Dominion Reptilian. We noemden deze plaat destijds: “afwisselend en aantrekkelijk, ook voor hen die niet dagelijks metal in hun cd-speler hebben liggen.” We kunnen alleen maar hopen dat Hearse met Armageddon Mon Amour deze lijn doorzet.

~

De twee artiesten Max Thornell and Johan Liiva speelden beide al in een aantal bands toen ze in 2002 besloten om samen een nieuwe band op te zetten. Met het aantrekken van de gitarist Mattias Ljung was de band compleet. In 2003 kwam Dominion Reptilian uit en omdat dit album internationaal goed werd ontvangen was het voor zanger Johan Liiva reden om zijn andere band Non-Exist op te heffen en al zijn tijd te steken in Hearse.

Verbazingwekkende ontwikkeling

Muzikaal is het geluid van Hearse een stuk volwassener geworden dan op hun debuut. Het album begint stevig met Mountain of Solar Eclipse en nog nadrukkelijker met Turncoat. Wel valt direct weer de rol op die de leadguitar van Ljung vervult met het spelen van een tweede melodielijn. Net als op het vorige album lijkt het soms wel of de zang van Liiva minder belangrijk is dan deze gillende gitaar. Dit heeft als gunstig effect dat het de muziek van Hearse een stuk melodischer maakt dan de meeste death metal. Dit doet het niet door (zoals in de klassieke metal) met een melodisch begin het nummer op te bouwen, maar door het zware geluid zelf door een tweede melodielijn open te breken. Dit was op het debuut van de band al duidelijk, maar op Armageddon Mon Amour is dit typische geluid een stuk verder doordacht. Dit komt erg duidelijk naar voren in het nummer Determination, waarin de zware metalbegeleiding bijna melodisch gaat klinken door de melodielijn van Ljung.

Kim Wilde

Heel erg in het oog springend is Cambodia, inderdaad dat nummer van Kim Wilde. Het is verrassend om een pophitje uit de tachtiger jaren terug te horen in de versie van drie Zweedse harde rockers. Wat hierbij met name opvalt is dat het intro grappig en herkenbaar is, maar dat Hearse voor de rest van het nummer moeiteloos haar eigen geluid in het lied legt.

Moedige uitstapjes

Hearse is een metalband die zich niet schaamt om haar inspiratie van ver te halen, zoals een pophitje uit de jaren 80. Ze zijn telkens weer in staat om songs neer te zetten die net even interessanter zijn en meer diepgang hebben dan de meeste death metal. Als je daar de zo typerende tweede stem (in de vorm van een gitaar) bij optelt kun je opmerken dat Hearse ons erg interessante melodic-metal voorschotelt. Met Dominion Reptilian waren ze al goed op weg; met Armageddon Mon Amour weten ze hun eigen stijl duidelijk vast te houden te ontwikkelen.

Theater / Voorstelling

Erg hard lachen

recensie: C3

Drie cabaretiers hebben even geen zin meer om enkel alleen op het podium te staan. Ze besluiten samen te werken, en een parodie op de Belgische zingende pubers K3 is dan een logisch thema. Los van een drietal liedjes die aan deze parodie zijn gekoppeld brengt het trio alleen een aantal stukken uit de eigen shows. Maar het leukste zijn wel de waanzinnig komische sketches die het trio (soms haast improviserend) neer weet te zetten.

~

Het gelegenheidstrio bestaat uit Mike Boddé (Kopspijkers), Onno Innemee en Klaas van der Eerden. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Jochem Myjer de tweede helft van de tien weken durende minitournee het stokje van Klaas over zou nemen. Deze man die in 1997 het Groninger Studenten Cabaret Festival won en verder bekend werd met zijn show Adéhadé werd echter geveld door de ziekte van Pfeiffer en Klaas nam de rest van tournee van hem over. Myjer zat overigens zelf in Rijswijk ook in de zaal en genoot zichtbaar van de prestaties van zijn collega’s. Het samenvoegen van drie grote cabaretiers voor een gelegenheidsgroep voor tien weken lijkt een onmogelijke opgave te zijn. De vraag is dan ook of C3 er in slaagt om meer te zijn dan een leuke verzameling van hoogtepunten uit de laatste optredens van de afzonderlijke cabaretiers.

Klankkast

~

Mike Boddé valt vooral op door zijn sterke stukken op de piano. Zo weet hij in zijn stuk de meezingles constant liedjes op een soepele wijze over te laten lopen. Berend Botje op de melodie van Zie ginds komt de stoomboot en ga zo maar door. Dit is niet alleen hilarisch, het is ook nog eens erg ingenieus in elkaar gezet.
De sterke kant van Onno Innemee is vooral het spelen van karakters waarvoor je eigenlijk een diep medelijden gaat voelen tijdens de sketch. Zo speelt hij op een gegeven moment een stotterende docent, die aan een groep bejaarden computerles probeert te geven. Zowel in het uitleggen zelf als ook het uitspreken van de woorden faalt deze persoon hopeloos. Dit doet Innemee zo overtuigend dat je regelmatig de neiging hebt om van je stoel op te springen om hem te gaan helpen.
Klaas van der Eerden valt voornamelijk op door de verrassende manieren waarop hij geluid uit zijn hoofd weet te krijgen, via de stembanden of als hij zijn schedel slechts als klankkast gebruikt. Tevens weet Klaas op een opvallend soepele manier opmerkingen en feiten vanuit het publiek te verweven in een ter plekke bedacht lied. Het is een genot om naar deze man te kijken.

Optredens belachelijk maken

De grote vraag blijft of C3 naast de individuele kwaliteiten die de cabaretiers hebben ook nog iets toe weet te voegen. De meeste individuele optredens zijn namelijk al in het theater, of zelfs op televisie te zien geweest. De energie spat echter in de gezamenlijke delen ook van het podium. Een erg sterk voorbeeld hiervan is de muziekles. Hierin probeert een autoritaire Mike Bodde de twee andere kinderen les te geven over Bach. Deze twee kinderen worden fantastisch vertolkt en alleen al het feit dat dit tweetal er fysiek als twee kinderen uitziet zorgt dat je om de minste grap al onder de bank ligt van het lachen. Ik heb bij deze sketch minutenlang echt met tranen in mijn ogen zitten lachen, vooral op het moment dat de twee mannetjes elkaars optreden belachelijk beginnen te maken. Dit is briljant theater en ijzersterk cabaret.

Vooral lachen

Het leuke van C3 is dat het optreden geen rustige momenten kent. Het trio gaat dan ook duidelijk niet voor de diepgang maar kiest ervoor om het publiek vooral aan het lachen te krijgen. De individuele delen zijn niet nieuw, maar blijven desondanks erg grappig. Klaas mag zijn deejay-act wat mij betreft wel tien keer doen, het wordt er niet minder briljant om. Het beste aan de show zijn echter de delen die het drietal samen doet. Die stukken zijn hilarisch en ook nog mooi in elkaar gezet. Het drietal weet de individuele stukken en de gezamenlijke optredens soepel aan elkaar te koppelen, zodat je geen moment op adem kan komen. Er is duidelijk geen diepere boodschap, maar het is gewoon een avondje heel erg hard lachen. Een perfecte opwarmer om al vast toe te leven naar het volgende theaterseizoen.

Boeken / Achtergrond
special: Leesvoer voor op de tribune

Voorzitters, voetbalfans en andere snuiters

.

8WEEKLY is een cultuurhaard, en eens in de twee jaar is het culturele wereldje in beroering. Er is dan namelijk een EK of WK voetbal dat op stapel staat, en veel cultureel ingestelden hoor je alweer zuchten. Helaas voor hen zit Koning Voetbal nog dieper verankerd in onze vaderlandse cultuur dan Pinkpop, Harry Mulisch, Youp van ’t Hek of Fransje Bauer. Als cultuurminnende jongere verlies je het contact met je vrienden (die zitten Nederland-Duitsland te kijken) en kun je niet of nauwelijks meekomen in de gesprekken op straat (over de gemiste penalty’s van Seedorf). Om te voorkomen dat je deze zomer door al die sport op TV een beetje tussen de wal en het welbekende schip valt, biedt 8WEEKLY je de helpende hand: een special over voetballiteratuur. Zo ben je toch verantwoord bezig, en kun je desondanks in de bus lekker meepraten over de dramatiek van voetbal.

~

De Voorzitter – Ronald Giphart

Epi Brons is de voorzitter van Bandstad ’83, een (fictieve) voetbalploeg die zwaar in de degradatienood verkeert. In de voetbalwereld kan Brons zijn natuurlijke drang naar illegale geldtransacties, macht, oplichting, afpersing en bordelen meer dan kwijt. Een invalletje door de FIOD wordt met één simpel telefoontje naar een vrindje onschadelijk gemaakt. Maar naarmate de degradatie dichterbij komt nemen de zorgen voor Brons toe, en komt de strop steeds strakker rond zijn dikke nek te liggen. De voorzitter lijkt in eerste instantie een soort persiflage op de gebeurtenissen rond Karel Aalberts en Vitesse, maar kan wel eens dichter bij de waarheid zitten dan de voetballiefhebber kan of wil vermoeden. De voorzitter is een prettig geschreven en zeer toegankelijk boek, doorspekt met Gipharts usual suspects: seks, frustratie, geldingsdrang en bij vlagen lekker botte humor.

~

Het Wonder van Castel di Sangro – Joe McGinniss

Het WK voetbal deed in 1994 de Verenigde Staten aan, en kreeg daar journalist McGinniss in zijn greep. Hij vertrok naar Italië om daar het wezen van Calcio (Italiaans voor voetbal) te doorgronden. Daar vernam hij via de kranten over Castel di Sangro, een plaatsje in het meest troosteloze deel van Italië met nog geen 5000 inwoners. Tegen alle logica in promoveerde de plaatselijke voetbalclub naar de Serie B (de op één na belangrijkste divisie van Italië). McGinniss nam contact op met de voorzitter van de club, en besloot zich een jaar te vestigen in het dorpje, om daar een boek te schrijven over het kleine clubje dat het ging opnemen tegen bekende clubs als Palermo, Genoa, Venzia, Brescia, Lecce, Torino, Padova en Foggia. Te zeggen dat dit jaar enigszins rumoerig verliep is een flink understatement. Naarmate ik in het boek vorderde, vielen de schellen me letterlijk van de ogen. IJdele clubvoorzitters, cocaïnehandel, scheldende en incapabele trainers, voetballers met heimwee naar hun moeder, dood, clubliefde, omkoopschandalen en de angst voor degradatie: deze storm treft het kleine dorpje met volle kracht, en zal zowel de schrijver als de club blijvend veranderen. HWvCdS geeft op indringende wijze weer hoezeer Italië is verbonden met voetbal.

~

Fever Pitch – Nick Hornby

De bakermat van het voetballen ligt in Engeland, en de Britse schrijver Nick Hornby (About a Boy, High Fidelity) mocht dan ook niet in dit rijtje ontbreken. In Fever Pitch schrijft Hornby over de emotionele uitersten waartoe hij gedreven word door de liefde voor zijn club Arsenal. Dat Arsenal in Engeland tot voor kort bekend stond als “boring, boring Arsenal” maakt het supporten van deze club een behoorlijk frustrerende gebeurtenis. Waarom gaat een normaal denkend mens jaren lang om de twee weken naar de plaatselijke voetbalclub om zich vervolgens op te winden over matige verdedigers, stuntelende middenvelders en te weinig scorende spitsen? Waarom is iemand fan van een club die al jaren de kansen op succes voor de winterstop weet te verkloten? Nick Hornby neemt de lezer mee in zijn belevingswereld, en probeert de lezer zo een antwoord te geven. Met de nodige opwinding, liefde, schaamte, weemoed, euforie en teleurstelling vertelt Hornby over de haat-liefdeverhouding die hij eind jaren 60 oppikte, en die hem nog steeds niet loslaat.

~

Een seizoen met Hellas Verona – Tim Parks

Italië was vroeger verdeeld in diverse rivaliserende stadstaatjes, en hoewel er tegenwoordig eenheid lijkt te zijn, is er eigenlijk niet veel veranderd. De ruzie tussen de stadstaatjes vindt volgens Tim Parks niet meer plaats op het slagveld, maar in het hedendaagse Calcio. In Nederland wordt er misschien niet raar opgekeken dat een inwoner van Groningen fan is van Ajax, maar in Italië is dat ondenkbaar. Je steunt je thuisstad door dik en dun, en vaak tegen beter weten in. Parks volgt een seizoen lang de club Hellas Verona, en wordt zodoende meegezogen in de orkaan van voetbal, passie, emotie en clubliefde. Dat dit alles echter ook een schaduwzijde heeft, bemerkt Parks vaak genoeg. Parks bewijst met zijn boek dat ieder die ook meer enigszins claimt interesse te hebben voor Italiaanse cultuur, niet om voetbal heen kan.

Zoals je ziet houden ook schrijvers wel eens van een potje ballen. Daarom kan iedereen deze zomer op een cultureel verantwoorde manier bezig zijn met het spelletje. Wil je je, ondanks je afkeer en gebrek aan kennis, toch ook in het feestgewoel werpen, en zo nu en dan een mening over het hedendaagse voetbal ventileren? Dan geef ik gauw hier nog een lijstje met zinnen die je te pas en te onpas op je voetballiefhebbende kennissen kunt uitproberen: succes gegarandeerd!

Te gebruiken bij winst van Nederland:

• Als ze het nu maar niet in de volgende ronde als vanouds verkloten!
• Als ze onder druk staan presteren onze jongens toch weer het beste.
• Dat zag ik na die dramatische aanloop naar dit toernooi niet aankomen!

Te gebruiken bij verlies Nederland:

• Advocaat / Kluivert / Seedorf is gewoon een ontzettende prutser!
• Wat een stelletje volgevreten, overbetaalde ziektekiemen zijn het ook!
• Er is gewoon geen echte leider in dit team!
• Advocaat moet gewoon zo snel mogelijk ophoepelen!
• Hadden ze Van Hooijdonk gewoon meer moeten laten spelen!

Algemene opmerkingen en tips:

• Die Duitsers zijn dan wel niet meer zo goed als vroeger, maar vlak ze niet uit!
• … is de beste speler van Europa! (Vul hier één van de volgende namen in: Totti, Henry, Zidane, Raul, Beckham, Nedved of Buffon)
• Zeg nooit dat een Nederlandse speler de allerbeste is, je vrienden nemen je hierna nooit meer serieus op voetbalgebied.
• Drink geen Oranjeboom, Palm, Duits bier of witbier tijdens de wedstrijden. Eet en drink advies: een conventioneel Nederlandsch biermerk met chips en bitterballen.

Film / Films

Less is more

recensie: Harry Potter and the Prisoner of Azkaban

Een film die een vervolg is op een eerdere film krijgt nooit een eerlijke kans. Altijd vergelijk je deel twee, drie of zevenentachtig met het voorgaande deel. En vergelijken is gemakkelijker dan een mening vormen over de film op zich. Sterker nog: een oordeel vellen over deel drie van Harry Potter is onmogelijk als je deel één en twee niet gezien hebt. En als je die wel gezien hebt, ben je gauw klaar met oordelen: Harry Potter and the Prisoner of Azkaban is absoluut beter.

Waarom is het onmogelijk The Prisoner of Azkaban los te zien van de twee eerdere delen? Om het simpele feit dat dit derde deel ook bedoeld is als een vervolg. De personages en locaties zijn hetzelfde en de gebeurtenissen komen overeen met de eerste twee delen. Iemand die net vier jaar in de rimboe heeft gezeten en nu onvoorbereid de bioscoop induikt om deze film te kijken, zal niet weten waar het over gaat: al in een van de eerste scènes blaast titelheld Harry een tante letterlijk op tot ze als een luchtballon boven de slaapstad zweeft. Kun je je voorstellen dat de arme onwetende zich achter de oren krabt? Wat gebeurt hier? Tja, snel de boeken lezen, of de twee eerste films kijken, iets anders zit er niet op.

Echt

~

Deel drie is het eerste deel van een andere regisseur. De eerste twee boeken werden verfilmd door de regisseur die ook verantwoordelijk was voor Home Alone, dit deel komt van de hand van Alfonso Cuarón, de regisseur van Y tu mamá también, een een hitsige roadmovie over twee jongens en een wat oudere vrouw. Zonder nog een seconde gezien te hebben kun je nu al zeggen dat The Prisoner of Azkaban zeker anders zal zijn dan de voorgaande.
En hoe anders! In Harry Potter 3 is het verschil tussen de echte en de magische wereld lang niet meer zo groot. Harry en zijn vrienden Ron en Hermione lopen rond in gewone kleren en door Hogwarts klinkt jazzmuziek, geen magisch toontapijt. In deel drie kun je je eindelijk concentreren op het verhaal, zonder dat je om de haverklap met je neus op wéér een staaltje tovenarij gedrukt wordt. Wat een verademing. Nooit gedacht dat gewoon zo leuk kon zijn.

Natuurlijk is er sprake van tovenarij, we zijn tenslotte op een tovenaarsschool. Maar in The Prisoner of Azkaban staat bijna alle magie in dienst van het verhaal, dat draait om een ontsnapte en levensgevaarlijke gevangene die het mogelijk op Harry heeft voorzien. De bijbehorende computereffecten zijn tot het hoognodige teruggebracht: cgi wordt nu gebruikt om het verhaal te ondersteunen en niet om een technisch visitekaartje af te leveren. Dat betekent ook dat de onvermijdelijke quidditch-wedstrijden tot een absoluut minimum zijn teruggebracht en daar hoef je geen seconde rouwig om te zijn. Voor degenen die Harry graag willen zien vliegen zit er een veel mooiere scène in.

Geknipt

~

The Prisoner of Azkaban is in boekvorm het dikste deel van de drie, maar als film is hij tien minuten korter dan de eerste en twintig minuten korter dan de tweede. En dat wreekt zich, met name voor mensen die het boek niet gelezen hebben. Het gaat vaak erg snel en veel tijd om bij te komen van het ene avontuur is er niet, want het volgende mysterie dient zich alweer aan. Ook in de meeste bijrollen is fors geknipt. Snape, McGonagall, Hagrid en de eeuwig irritante en slecht acterende Malfoy (Tom Felton) moeten het doen met een paar regels of zelfs minder. Dat is jammer, want ze verlenen kleur en diepte aan het verhaal. Maar aan de andere kant is Cuaróns keuze voor alleen de hoofdlijnen ook te rechtvaardigen: het houdt de spanning erin. Ook degenen die het boek gelezen hebben mogen zich verheugen op enkele spannende momenten.

The Prisoner of Azkaban is dus veel beter dan de eerste twee delen. Je kunt er niet precies de vinger op leggen, maar ergens voelt deze film volwassener aan. Eigenlijk alles is minder of subtieler: de magie, de special effects, de bijrollen, de subplots, zelfs de muziek is veel minder opdringerig dan die bombastische score van John Williams. In het geval van The Prisoner of Azkaban kunnen we het aloude motto van de Duitse architect Ludwig Mies van der Rohe weer eens van stal halen: “Less is more.”

Muziek / DVD

Pinkpop Classics is pil van Drion voor festival

recensie: Pinkpop: The Vintage Years

Pinkpop bestond dit jaar 35 jaar, en die mijlpaal moest gevierd. Er zijn twee dvd’s met beelden van de eerste tien jaar uitgebracht en een vernieuwde programmering moest de tegenvallende kaartverkoop van vorig jaar goedmaken. Mooie initiatieven, maar terugkijkend valt het allemaal toch wel een beetje tegen. Muzikaal stellen de dvd’s niks voor en hoewel de programmering dit jaar anders was, spraken maar weinigen van een verbetering. Pinkstermaandag waren slechts 35.000 van de 50.000 beschikbare kaarten verkocht; daarmee kwam de organisatie niet eens uit de gemaakte kosten.

~

Nu de puberende dance-liefhebbers niet massaal voor Tiësto kwamen en de ‘TMF-jongeren’ niet meteen op de Sugababes afgestormden zoals een horde intellectuelen op een Spinvis optreden afkomt, verlaten Jan Smeets en vrienden meteen weer het niet eens zo’n gekke idee van een verjongde programmering. Neerlands oudste festival is duidelijk op zoek naar een eigen plekje binnen het steeds verder uitbreidende festivallandschap, maar gunt zichzelf niet de tijd een nieuwe doelgroep aan zich te binden.

Versteende hippies

De verjongingsstrategie wordt nu als niet-geslaagd terzijde geschoven. Voor volgend jaar mikt de organisatie op een ander deel van het gezin. In plaats van de hippe zoon en dochter moeten dan vader, moeder, opa en oma naar Limburg afreizen: voor versteende hippies die de oude tijden wel weer eens willen herbeleven wordt dan naar alle waarschijnlijkheid een speciale Pinkpop Classics georganiseerd. Bands die op de twee uitgebrachte dvd’s te horen zijn, mogen dan in het echt laten zien dat ze nog altijd leven: Golden Earring, Status Quo en andere oude rockers die ogenschijnlijk even vaak hun kleding als hun muziek verversen.

Deze terugkeer naar het verleden lijkt voor Pinkpop de pil van Drion te zijn: de omslag garandeert een zacht en geruisloos wegglijden uit het woeste festivalleven. Lowlands slaagt er evenwel nu al enige jaren in oeroude vertolkers van het Nederlandse lied tussen jonge en hippe acts te programmeren. Daarmee worden voorheen verguisde artiesten als Koos Alberts en Johnny Hoes tot een leuk en campy extraatje voor jongeren. Dat lijkt echter niet het uitgangspunt van Pinkpop, dat met bands die al jaren over hun houdbaarheidsdatum zijn het oude publiek wil weer lokken.

Amateurfilm

Wellicht zijn Smeets en consorten op het idee van Pinkpop Classics gekomen tijdens het samenstellen van de onlangs uitgebrachte dvd’s Pinkpop: The Vintage Years. Overmand door nostalgie en geplaagd door de slechte verkoop kunnen dergelijke ideeën worden geopperd, en zelfs positief worden ontvangen. Maar als er een of desnoods een aantal nachtjes over is geslapen, dan moet de persoon die het bedacht heeft – of op zijn minst mensen in zijn omgeving – toch inzien dat dit niet de manier is om het festival te redden.

~

Alleen al een keer objectief kijken naar de twee dvd’s moeten alle rare ideeën als sneeuw voor de zon doen verdwijnen. Het eerste schijfje beslaat de jaren 1970-1974 en het vervolg 1975-1979. Daarmee krijgt de kijker naast Status Quo (foto) en Golden Earring groepen als Cockney Rebel, Supersister, Nazareth en Kevin Coyne voorgeschoteld. Hoewel, de bands zelf krijgen we maar sporadisch te zien. De schijfjes zijn grotendeels gevuld met amateurfilmmateriaal waar vooral het publiek op staat. Onder die beelden zijn studio-opnames van de beloofde nummers geplakt.

Ouderwets en achterhaald

Daarmee hangen deze dvd’s tussen concertregistratie en rockumentary in. Want hoewel de beelden an sich leuk zijn, wordt er niets aan toegevoegd. Een van de hoogtepunten uit het genre, de nog voor de eerste Pinkpop geschoten film over Woodstock, weet mooie beelden goed te combineren met ondermeer interviews en de originele podiumgeluiden. Organisatoren, buurtbewoners, beveiligingsmensen en festivalbezoekers komen daarbij ruim aan bod, waarmee voor de kijker een goed beeld van het festival wordt geschetst. De enige keer dat The Vintage Years even op Woodstock lijkt, is in een apart toegevoegde documentaire van KRO’s Brandpunt uit 1976. Verder is het dus vooral studiogeluid van niet eens de meest interessante bands – die wilden hun medewerking niet aan dit project verlenen – onder beelden van een languit in het gras liggend publiek.

Vintage is tegenwoordig vooral in trek als hippe term voor bijzondere tweedehands kleding, maar hier zal met vintage years gedoeld worden op de ‘mooie jaren’ of de ‘klassieke jaren’. Een andere betekenis van vintage is echter meer van toepassing op deze dvd’s: ouderwets en achterhaald. Daarom lijkt een Pinkpop Classic ook niet de juiste manier om het festival nieuw leven in te blazen.

Later dit jaar worden ook dvd’s over de jaren 80 en 90 uitgebracht.