Theater / Voorstelling

Kijken naar de bezoeker

recensie: Insideout

In onze recente special over straattheater constateerde theaterredacteur Nathalie van Eck dat deze kunstvorm in het buitenland op een hoger peil staat dan in Nederland. Hier wordt het vooralsnog vooral gebruikt als simpel vermaak op festivals, maar daar komt langzaamaan verandering in. Het Holland Festival heeft nu de voorstelling Insideout van de Duitse choreografe Sasha Waltz geprogrammeerd. Dit optreden ligt dichter bij straattheater dan bij een klassieke dansvoorstelling, maar is zeker geen eenvoudig amusement.

~

Insideout speelt in de Docklands, een oude loods in Amsterdam Noord. Op deze mooie plek aan het IJ staan tijdens het Holland Festival vaker stukken – dit jaar Gesualdo Considered As A Murderer en NYC Dance & Co – maar de locatie is vooral Insideout op het lijf geschreven. Deze voorstelling is niet gemaakt voor een schouwburg of concertzaal: Insideout heeft ruimte nodig en past goed in de vervallen omgeving van Docklands.

Rode draad

In een lege hal zijn verschillende bouwwerken neergezet waar mensen op staan of in liggen. Als bezoeker zit je niet een tribune, maar beweeg je tussen en in de verschillende bouwsels. Overal gebeurt wel iets en iedere bezoeker vormt zo zijn eigen voorstelling. Bij binnenkomst word je eerst geconfronteerd met een man bovenop een rond bouwwerk. Hij snijdt met een zakmes stukken draad van kluwen rode wol af, die hij vervolgens naar het schuchter binnendruppelende publiek blaast. Dan meteen wordt zichtbaar hoe verschillend de mensen zich gedragen. Een vrouw vangt de stukken draad op en blaast ze terug, wat een deel van het publiek zichtbaar irriteert: zij willen eerst acclimatiseren en zien wat er allemaal gaande is. In de eerste paar minuten blijkt die verdere activiteit echter minimaal. De spelers liggen voor dood in en op de verschillende bouwwerken. Pas na een minuut of tien verandert dat: langzaam komt iedereen dan in beweging.

Identiteit

Het Holland Festival heeft Insideout gelabeld als dansvoorstelling, maar dans is zeker niet de hoofdmoot van de avond. De spelers bewegen veel, en choreografie speelt daarbij een belangrijk rol, maar de show biedt veel meer: het is een tentoonstelling, een theatervoorstelling en een blik op de mens in één. Identiteit is een kernbegrip in Insideout: de dansers vertellen over zichzelf en tegen het einde van de avond wordt ook het publiek agressief het hemd van het lijf gevraagd. Gewapend met megafoons rennen de spelers door de zaal en vragen naar naam, beroep, paspoortnummer en reden van aanwezigheid.

Blik op bezoeker

Maar interessanter dan de grote en geforceerde vragen naar het bestaan is misschien wel de blik op de bezoeker. De voorstelling heeft leuke en diepgaande aspecten, maar biedt voor de honderd minuten die het duurt te weinig spanning. Als de verveling dreigt toe te slaan blijkt Insideout echter de mogelijkheid te bieden om ongegeneerd naar echte mensen te kijken: niet de ingestudeerde verhalen van de acteurs maar de primaire reacties van de bezoekers blijven het meeste bij. De verschillen die bij de man met de rode draad al zichtbaar waren, lopen door de hele voorstelling. De een bekijkt de spelers van een afstandje en schrikt terug als hij bij de voorstelling wordt betrokken, anderen groepen samen en benoemen voortdurend onder elkaar wat de acteurs allemaal doen (‘ha, die danst met een foto van zichzelf’), terwijl weer een ander de spelers het liefst zo dicht mogelijk op de huid zit. Zo komen de ideeën van Sasha Waltz op een onbedoelde manier toch nog tot werking.

Insideout speelt nog op 15 en 16 juni om zowel 19.00 uur als 21.30.

Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: juni 2004

Ons maandelijkse overzicht waarin we dvd’s bespreken die op de een of andere reden de moeite waard zijn, maar te weinig extra’s bevatten om er een complete recensie aan te wijden.

Gallipoli

~

(Peter Weir, 1981 • Paramount)

Door de bizarre allianties in de Eerste Wereldoorlog kwam het voor dat Australische soldaten in Turkije tegen Duitsland vochten. Op dit gegeven baseerde Peter Weir deze verpletterende film. Mel Gibson is in een van zijn eerste hoofdrollen te zien als een jonge flierefluiter die zich in 1915 tegen wil en dank aanmeldt voor het Australische leger. Samen met zijn vriend, de hardloper Archy Hamilton, wordt hij verscheept naar het Turkse schiereiland Gallipoli, waar hun regiment gruwelijk in de pan wordt gehakt door een falende legerleiding. Mocht je om de een of andere reden vinden dat oorlog cool is, dan zal Gallipoli je snel van dit waanbeeld af helpen. Het is simpelweg een van de beste anti-oorlogsfilms die ik ooit heb gezien.

Dark Water

~

(Hideo Nakata, 2002 • Dutch Filmworks)

Veel recente Oosterse griezelthrillers draaien meer om sfeer dan om inhoud. Ook Dark Water, van de maker van het vergelijkbare en zeer populaire Ring, bevat weer veel mysterieuze beelden, ijle geluidseffecten en spannende situaties, maar als de film is afgelopen vraag je je af waar al die poeha nu voor nodig is geweest. Het verhaal van Dark Water is simpel: een vrouw trekt met haar dochtertje in een flatje, waar al gauw vochtplekken aan het plafond verschijnen. Het heeft iets te maken met een meisje dat enkele jaren eerder is verdwenen, maar het maakt niet veel uit: Dark Water is heel eng voor degenen die gevoelig zijn voor dit soort thrillers maar een beetje saai voor de mensen die gemakkelijk door de stijlmiddelen van regisseur Nataka heenkijken.

Titus

~

(Julie Taymor, 1999 • RCV)

Julie Taymor verfilmde een van de vroege werken van Shakespeare op bijzondere wijze: hoewel het verhaal zich afspeelt in het oude Rome, zijn er in de wereld van Titus ook pooltafels, videospellen en auto’s te vinden. Dit is volgens Taymor om de gruwelen uit die tijd te verbinden met al het geweld van deze tijd. Titus werd al in 2000 in Amerika uitgebracht als een uitgebreide dvd-set met twee commentaartracks (waaronder de geïsoleerde filmmuziek van Taymors echtgenoot, Elliot Goldenthal), een documentaire van bijna een uur en vele andere extra’s. In de Nederlandse heruitgave is Titus echter van al zijn extra’s ontdaan; zelfs de trailer mist. De liefhebbers van de film doen er goed aan de Nederlandse versie te laten voor wat hij is en via internet de Amerikaanse editie aan te schaffen.

Young Sherlock Holmes

~

(Barry Levinson, 1985 • Paramount)

Deze vroege Spielberg-productie staat te boek als de eerste live-actionfilm waarbij computeranimatie werd gebruikt. De film vertelt het niet-canonieke verhaal van de jonge Sherlock Holmes, die in de 19e eeuw zijn trouwe metgezel Watson ontmoet en zijn eerste grote zaak oplost. Young Sherlock Holmes is geweldig leuk voor jongere kijkers, maar volwassenen zullen hun schouders ophalen bij het voor de hand liggende mysterie en glimlachen om de vele vooruitwijzingen naar de beroemde boeken van sir Arthur Conan Doyle.

The Dirty Dozen

~

(Robert Aldrich, 1967 • Warner Home Video)

De ultieme “men on a mission”-film: twaalf gevangenen, veroordeeld tot levenslang of de galg, worden in de Tweede Wereldoorlog door Lee Marvin getraind om een zelfmoordactie uit te voeren op een Duits kasteel. Het grootste deel van de film bestaat uit de opleiding van de twaalf nietsnutten, die gaandeweg als een echt team leren werken. De rest van de film is gereserveerd voor de aanval op het kasteel, die tot in de puntjes is voorbereid maar waarbij uiteraard het nodige mis gaat. Veel actie en spanning is het gevolg, en The Dirty Dozen is terecht een klassieker in het genre geworden. Als extraatje is onder de noemer “korte film” een curieus staaltje filmjournalistiek bijgevoegd, waarin we de sterren uit de film volgen bij hun werk op de set van de film en daarbuiten. Zo zien we Lee Marvin en Charles Bronson gespeeld ontspannen in de kroeg zitten en Donald Sutherland en Telly Savalas kleding kopen in Londen.

Theater / Achtergrond
special: Een interview met Stomp

‘Alles loopt soepel zo, dus waarom zouden we het veranderen?’

‘Daar zit muziek in,’ moeten Steve McNicholas en Luke Cresswell twaalf jaar geleden hebben gedacht bij bijna alles wat ze deden. Of ze nu de gang veegden of een sigaret aanstaken, alles maakte geluid en als ze die geluiden maar vaak genoeg herhaalden kregen ze vanzelf een ritme. Moderne muzikanten samplen op deze manier hele platenkasten vol, maar McNicholas en Cresswell brachten het idee naar het theater, waar Stomp werd geboren.

Het succesverhaal van Stomp, de dansers/acteurs/muzikanten/komedianten die al trommelend de wereld veroverden, is onderhand wel bekend. Het gezelschap tourt nu al meer dan tien jaar onafgebroken met nog altijd dezelfde show over de aardbol. In ieder land zijn ze al wel geweest en overal boekten ze daverende successen.

~

Tegenvallende verkoop

Op de middag voor hun optreden zitten we met de Deense Peter Nielsen en de Franse Leela Petrioni, beide derdejaars Stompers, in de binnentuin van de Groningse Oosterpoort. Twee uur eerder hebben ze samen met zes andere groepsleden een klein optreden in het centrum van de stad gegeven. ‘Dat doen we niet altijd,’ vertelt Petronio. ‘Het is om het publiek te laten zien dat we in de stad zijn. Meestal doen we dit soort mini-optredens als de kaartverkoop tegenvalt of voor persbijeenkomsten.’ In Groningen is het vanwege de kaartverkoop. Afgelopen weken stond de groep al in Amstelveen, Oss, Rotterdam en Arnhem; daar verkochten de kaarten beter. ‘Als we in een stad zijn, blijven we altijd een week. Normaal verkopen we dan minimaal tachtig procent van alle kaarten. Soms is het wel zo dat de eerste avond tegenvalt, maar dat de verkoop daarna door mond-op-mondreclame omhoog schiet. Dat is het mooiste wat kan gebeuren natuurlijk. Dan blijkt pas echt dat mensen de show waarderen.’

Fysiek theater

De Stomp-show bestaat uit een flink aantal sketches die in sommige gevallen lijken op het fysieke theater zoals Waardenberg en de Jong dat vroeger maakten. Met dat verschil dat de twee cabaretiers ook nog eens rap van tong waren, terwijl tijdens de anderhalf uur Stomp geen woord wordt gesproken. Alle communicatie, ook die met het publiek, verloopt via mimiek, met af en toe een instemmend of juist verstoord gehum.
Humor speelt een belangrijke rol in de show. Er wordt niet alleen getrommeld en naar ritme gezocht, maar iedereen op het podium speelt een typetje. Doordat Stomp meer dan allen muziek biedt, moeten de artiesten van veel markten thuis zijn. Vaak zijn ze opgeleid in een specifiek deelgebied en hebben ze de rest er gaandeweg bijgeleerd. Zo is Nielsen afgestudeerd conservatoriumstudent en speelde hij als drummer in rockbands. Petronio trad eerder als tapdanseres op. ‘Iedereen bij Stomp heeft een muziek- of theaterachtergrond. We brengen een combinatie van ritme, muziek, theater, komedie, dans-surprises en humor. Als je bij Stomp komt, moet je als speler al wel een aantal van die aspecten beheersen. De rest kun je er dan wel bij leren, maar helemaal blanco Stomp binnenstappen kan niet.’

Vast stramien

~

Doordat in Stomp geen woord wordt gesproken, kan iedereen het begrijpen. Momenteel zijn er vier Stomp-groepen die overal ter wereld precies dezelfde show opvoeren. ‘Dat is allemaal ontwikkeld door oprichters McNicholas en Cresswell. Als groep hebben wij geen invloed op de uitvoering. Soms bedenken zij nog eens iets nieuws, dan leren ze ons die trucjes.’ Improviseren is er voor de leden dus niet bij. Alles bij Stomp gebeurt binnen een vast stramien, opdat de spelers binnen de verschillende groepen kunnen rouleren. Wie nu in Nederland staat, kan volgende week in New York spelen. Klagen doen de twee daar echter niet over: ‘Alles loopt soepel zo, dus waarom zouden het veranderen?’

Vrij reizen

Naast dat ze het opvoeren van de voorstelling erg leuk vinden (beiden denken na drie jaar Stomp nog niet aan stoppen) houden ze erg van het reizen. Nielsen: ‘We touren meestal in blokken van acht weken; dan hebben we één of twee weken vrij. Tijdens die reizen hebben we veel tijd om de steden te bekijken. Overdag zijn we meestal vrij, dus kunnen we doen wat we willen. En ook ’s avonds na de shows kunnen we de stad in. Gisteravond ben ik hier nog in het jazzcafé geweest.’

Cultuurverschillen

Door de shows in al de verschillende landen te spelen leren ze de achterliggende culturen ook kennen: ‘Ieder land reageert op een heel eigen manier op wat we doen. Je merkt duidelijke cultuurverschillen tussen bijvoorbeeld noord en zuid. In Portugal treden we ’s avonds laat op. Dan heeft het publiek al lekker gedronken, waardoor de sfeer meteen uitgelaten is. In het noorden zijn mensen eerst terughoudender. Maar als ze loskomen zijn ze nog wel warmer dan in het zuiden. Meer naar het oosten zie je dat mensen niet bekend zijn met dergelijke shows. In Estland was iedereen erg verbaasd en in Boedapest moesten we iedereen overtuigen dat ze mochten klappen. In Duitsland daarentegen zijn de mensen altijd erg enthousiast. Duitsers houden van humor.’

Stomp speelt nog tot 13 juni in Groningen, daarna in Zaandam (15 – 20 juni), Terneuzen (22 – 27 juni) en Eindhoven (29 juni – 4 juni). Daarna weer vanaf 24 mei t/m 26 juni 2005 in verschillende plaatsen.

Muziek / Album

Verre van inventief

recensie: Tacker - Addiction

Eric Corton, bekend als radio- en tv-presentator, soapacteur, liedjesschrijver en ouderwetse rock ’n roll-liefhebber, heeft na menig commercieel succes voor anderen gearrangeerd te hebben nu een eigen band opgericht waarmee hij de wereld wil veroveren: Tacker. Corton schreef eerst twaalf nummers en zocht daar vervolgens een band bij, wat uitmondde in een sterk Haags-georiënteerd geheel: de muzikanten speelden eerder met onder meer Billy the Kid en Anouk.

~

Den Haag dus, waar ook nog Di-rect en Kane de onderhand wel erg bekende en voorspelbare mosterd halen. Ook Tacker heeft dit Haagse successausje over zich heen, zij het in iets mindere mate en gericht op een andere doelgroep. De band van Corton laat de wensen van zestienjarige pubermeisjes links liggen; het zijn vooral de stoere alternatieve jongetjes die door Addiction zullen worden aangetrokken.

Reddende engel

Tacker maakt vooral moderne (nou ja, post-grunge) rock, waarbij weinig van de gebaande paden wordt afgeweken. Slecht zijn de nummers zeker niet – zowel Corton als de muzikanten hebben bergen ervaring, dus weten ze wel hoe ze een nummer moeten schrijven en opnemen – maar ze stralen niets eigens uit. Dit in tegenstelling tot wat de band in zijn bio schrijft. Tacker presenteert zichzelf als de reddende engel van de rock ’n roll waar we al jaren op zaten te wachten: ‘Re-animators of rock? Ja… Inventors of stage-rage? Ja… Adventurers of the string-thing? Jazeker… Maar vooral iets dat je nog niet gehoord hebt en dat een bijzondere plek inneemt.’

Minzame glimlach

Ten eerste is dit volstrekte onzin, want Tacker doet niets nieuws, maar bovendien maak je als band jezelf met dergelijke leuzen volstrekt belachelijk. Bij welke muziekliefhebber – ook die met humor, want anders krijgen we dat weer – verschijnt nu geen minzame glimlach als hij leest dat een groep zichzelf uitroept tot ‘re-animators of rock’ en de ‘inventors of stage-rage’? Laat staan bij een groep als Tacker.

Seksgod

Tacker is sterk geïnspireerd door de woeste grungebands Nirvana en Pearl Jam, maar is net te weinig authentiek om die vergelijking zonder kleerscheuren te doorstaan. Vooral referenties als Bush en Creed steken bij het luisteren steeds weer de kop op, en dat is allerminst positief bedoeld. Oftewel: Tacker rockt wel, maar gaat nooit helemaal los. En een seksgod als Bush-zanger Gavin Rossdale zal Eric Corton ook wel nooit worden.

Muziek / DVD

Een sprookje achter de piano

recensie: Tori Amos - Welcome To Sunny Florida

Lang, lang geleden in een land hier ver vandaan werd eens een heel bijzonder meisje geboren, dat over magische krachten beschikte… Dit klinkt als het begin van een sprookje, maar de waarheid zit er niet ver naast. Nou ja, lang geleden is zo’n veertig jaar terug en het land hier ver vandaan Amerika. Op 22 augustus 1963 werd daar Myra Ellen Amos geboren, die al op jonge leeftijd bijzonder muzikaal getalenteerd bleek. Tegenwoordig is ze beter bekend als Tori Amos en heeft ze de harten van menig muziekliefhebber betoverd.

~

Zoals elk sprookje heeft ook dit verhaal een nare kant. Tori verhuisde op 21-jarige leeftijd naar Los Angeles om een platencontract binnen te slepen, maar meer dan zeven jaar lang werd ze afgewezen. In 1992 debuteerde ze dan eindelijk met Little Earthquakes, een plaat vol extreem persoonlijke nummers, waarop ze onder meer zingt over de nacht dat ze verkracht werd. Inmiddels heeft ze al zeven volwaardige albums op haar naam staan en een geweldige live-reputatie opgebouwd. De dvd Welcome To Sunny Florida laat degenen die Tori Amos nog nooit live hebben meegemaakt, meeproeven van de magie die zij op het podium creëert.

Happy end

De dvd bevat een registratie van de laatste show van de Scarlet’s Walk-tour in West Palm Beach, Florida. Het concert wordt ingeleid met korte interviews en backstagebeelden. Dan betreedt Tori het podium en opent met A Sorta Fairytale. In de eerste paar nummers rekt de zangeres haar liedjes zo uit dat ze wat langdradig en saai klinken. De uitvoering van Crucify stelt zelfs teleur, gelukkig wordt dat goed gemaakt met het daaropvolgende Cornflake Girl. Hierna wordt alles beter en vanaf het B-kantje Take To The Sky kan het eigenlijk niet meer stuk. Vooral als drummer Matt Chamberlain en bassist Jon Evans het podium even verlaten, laat Amos haar sterkste kant zien. Zij en haar Bösendorfer toveren drie prachtige nummers tevoorschijn. De band keert terug en het blijft maar pareltjes regenen. Maar, al zijn de ‘vieze’ woordjes shit, fucker en cock weggedraaid, de uitvoering van Professional Widow overtreft alles. Jawel, ook dit sprookje heeft een happy end.

Verborgen schatten

Niet alleen voor het oor, maar ook voor het oog is deze registratie een lust. De extatische manier waarop Tori haar liedjes brengt is prachtig om te zien, om nog maar te zwijgen over haar jurk. Een minpuntje is dat tussen enkele nummers stukjes interview zijn geplakt, wat de spanning even vermindert. Gelukkig worden deze onderbrekingen beperkt gehouden. Verder wordt de dvd gevuld met interviews en fotomateriaal. Het interview met vader en moeder Amos is erg leuk, omdat het zo ontzettend aandoenlijk is. De mooiste extra is de bijgevoegde cd Scarlet’s Hidden Treasures, waar zes niet eerder uitgebrachte nummers op staan. De verborgen schatten zijn prachtige liedjes in ouderwetse Tori Amos-stijl. Genieten dus.

Muziek / Album

Generation Heavy

recensie: Killswitch Engage - The End of Heartache

De metalband Killswitch Engage is bekend in de VS door optredens op MTV’s Headbangers Ball en Ozzfest. Behalve bij enkele metalfans is de band echter nog relatief onbekend aan onze kant van de oceaan. De reacties op de band zijn echter over het algemeen enthousiast en het lijkt daarom tijd om deze band eens onder de loep te nemen.

~

Ondanks dat de groep pas twee jaar geleden is ontstaan, levert Killswitch Engage met The End Of Heartache al haar derde plaat af. Na een titelloos debuut en de plaat Alive Or Just Breathing heeft de vorige zanger Jesse Leach resoluut afscheid genomen van de band: Leach gaf stoer aan dat hij bang is zijn stem te verpesten als hij met de band door zou gaan.

Professioneel schreeuwen

The End Of Heartache klinkt erg gevarieerd en toegankelijk. De muziek is typische nu metal, of zoals de band het zelf trots noemt: generation Heavy. De groep gooit aan het begin van de plaat het tempo er direct goed in met het nummer A Bid Farewell. Zonder echter te vervallen in voorspelbare ballads weet de band toch vaak rust in haar nummers te brengen. Sterke voorbeelden hiervan zijn de nummers Breathe Life en When Darkness Falls. De nieuwe zanger Howard Jones doet zijn werk professioneel door in de zwaardere delen ritmisch te schreeuwen en ook stukken melodie goed aan te zetten.

Niet warm of koud

De muziek op The End of Heartache is degelijk, maar laat op hetzelfde moment mijn hart geen moment echt harder kloppen. De nummers glijden aan mijn gehoor voorbij, maar laten me geen moment opspringen van bewondering of afschuw. Ik kan me goed voorstellen dat deze opzwepende muziek het erg goed doet bij tieners in de VS, maar ik denk dat de band echt te weinig toevoegt om in Europa een groot succes te worden.

Boeken / Fictie

Literaire archeologie

recensie: Luuk Gruwez - Een stenen moeder

.

Een stenen moeder bestaat uit een thematische opgewekte stroom van herinneringen. Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste gedeelte bestaat uit brieven aan bekenden en minder bekenden. In het tweede gedeelte wordt het jaar 2001 beschreven aan de hand van twaalf maanden. Het zijn echter niet zozeer de maanden van dat jaar die belangrijk zijn, maar januari tot december op zich. Gruwez geeft karakteristieken, die soms herkenbaar en vaak ook komisch zijn. Deze manier van bespreken past ook in zijn opvatting dat er geen jaren zijn die voorbijgaan, maar maanden die telkens terugkeren. Het laatste gedeelte is het meest chronologisch. Gruwez neemt een aantal jaren waarvan hij een bijzondere gebeurtenis beschrijft. Net als in de andere delen barst het stuk van mooie zinnen en interessante gedachtenkronkels en is er ook humor en zelfspot.

Basale idealen

Voor een boek dat zo fragmentarisch is opgebouwd en eigenlijk geen slot zou horen te hebben, valt de laatste bladzijde een beetje tegen. Gruwez bevindt zich met twee collega’s op het landgoed waar Marguerite Yourcenar is opgegroeid. Van werken komt weinig en de auteurs hebben het vooral erg gezellig met elkaar. Op een bepaalde manier is het alsof het leven hier voor het eerst is en weer opnieuw begint. Gruwez spreekt de wens uit een huis te hebben dat het zijne wil zijn. En in dit huis is dat het geval. Het boek eindigt met de woorden: ‘En het is precies alsof wij van ver zijn gekomen en lang hebben gezocht, maar nu eindelijk, eindelijk thuis zijn.’ De zin is een cliché, thuiskomen na een lange reis. Is dit voor Gruwez thuiskomen in zijn herinnering? Herinneren is geen proces dat afgesloten wordt, het blijft voortduren. Deze gedachte haalt een deel van de glans weg, maar is misschien ook de overtuiging dat er een aantal basale idealen bestaan, waaronder het vinden van een plek om te blijven.

Zelfspot

Behalve in het laatste hoofdstuk schurkt Gruwez vaker tegen het sentimentele en clichématige aan. Het bijzondere is dat je er tijdens het lezen niet zo vaak bewust van bent, maar bij herlezing des te meer. De cadans van het boek maakt dat die minder mooie formuleringen niet zo opvallen. En hoewel er veel aandacht is voor de ziekte van zijn vrouw Totje en hun liefde heeft Gruwez ook de nodige zelfspot, die je doet gniffelen tijdens het lezen.

Reizen is vergeten

Gruwez schrijft dat reizen niet leren is, maar vergeten. Terwijl hij schrijft om te herinneren, vergeet de lezer. De herinneringen die vaak wel in een grotere context worden geplaatst, zijn zeer individueel. Het zijn de herinneringen van de schrijver waar je in ronddwaalt. Je herinnert zelf niet, er is geen plaats voor reflectie. Integendeel: je wordt bewogen door bijzondere formuleringen, gedachten, algemene waarheden soms, die aanzetten tot denken. Het gaat niet om wat Gruwez precies heeft meegemaakt, maar om de bijzondere manier van literaire archeologie.

Muziek / Album

Word ook verliefd op The Thermals!

recensie: The Thermals - Fuckin A

Begin vorig jaar kocht ik voor een schijntje de sampler Infecting The Galaxy One Planet At A Time van het roemruchte label SubPop. Er stonden bekende namen op – waaronder Mudhoney en Murder City Devils – maar ook minder bekende bands. Enkele van de onbekende namen kenden in 2003 hun Europese doorbraak. Zo behaalde Kinski een top-drie notering in de gezaghebbende Vera-poll en verscheen er bejubeld plaatwerk van The Rapture, Hot Hot Heat en The Shins. De band op de sampler die direct opviel bracht een aanstekelijke en grappige song genaamd No Culture Icons.

~

Dit nummer was van The Thermals uit Portland, Oregon. Twee jongens en een meisje die puntige, rammelende rocksongs spelen. Songs die overtuigen door schijnbaar eenvoudige, aanstekelijke gitaarloopjes en de intense zang van Hutch Harris. Ik had mazzel, want ik zag ze in juni op het Metropolis festival in Rotterdam, waar ze voor een select publiek één van de eerste shows in Europa gaven. Daarna is het hard gegaan met The Thermals in Nederland. Er volgde een ware zegetocht ter promotie van de debuutplaat More Parts per Million, waar ik nog steeds verliefd op ben.

Daadkracht

De nieuwe plaat Fuckin A kenmerkt zich door dezelfde daadkracht die MPPM briljant maakte. En dat terwijl de eerste voor 60 dollar werd opgenomen op de 4-track van Hutch en de nieuwe in een “echte” studio. De band is er echter zeer goed in geslaagd de sound erg Thermals te houden. Zoals een vriend van me terecht opmerkte weet je als luisteraar al genoeg als na 47 seconden iemand “Hey!” roept. Zanger Hutch zingt en schreeuwt zijn opzwepende, en soms politieke teksten (“History will show our progress is slow / It’s my flag, It’s my flag”, uit God and Country) nog steeds direct en overtuigend en de melodielijntjes zijn weer heerlijk inventief. De meesterlijke songs volgen elkaar snel op zodat je na een klein half uur met een brede smile op je bakkes loopt. Inderdaad: net als bij MPPM. Wat is dit toch een schandalig leuke band. Word ook verliefd op The Thermals. Ze komen weer naar Nederland deze zomer. Tot dan.

Film / Films

Vakwerk

recensie: House of Sand and Fog

Ben Kingsley heeft een aantal memorabele rollen op zijn naam staan. Zijn Oscarwinnende rol als Gandhi in de gelijknamige film was zijn grote doorbraak. Dat Kingsley echter een breed acteur is bewees hij nog niet zolang geleden met zijn rol als agressieve gangster in Sexy Beast. Deze rol verschilde met Gandhi als dag en nacht, en toch zette Kingsley ze beiden ontzettend geloofwaardig neer. Voor zijn rol in House of Sand and Fog sleepte Kingsley andermaal een Oscarnominatie in de wacht.

~

Kathy (Jennifer Connelly) is door haar man in de steek gelaten. Ze is net bezig om te bekomen van een alcoholverslaving als ze wegens het niet betalen van 500 dollar belasting uit haar huis wordt gezet. Haar huis wordt door de gemeente verkocht aan Iranese ex-kolonel Behrani in ballingschap, die het huis ziet als een kans om zijn familie iets van de vroegere status terug te geven. Kathy neemt echter een advocaat in de arm omdat ze kan aantonen dat het huis haar onrechtmatig is afgenomen. Ze heeft gelijk, maar omdat Behrani het huis volstrekt legaal heeft gekocht, raakt de zaak in een impasse. Beide partijen weigeren uit emotionele redenen ook maar een beetje toe te geven. De ruzie loopt uit de hand en een dramatische ontknoping lijkt onafwendbaar.

Geraakt

~

Ik zal maar gewoon met de deur in huis vallen. Diep onder de indruk kwam ik de sneakbioscoop uit. House of Sand and Fog was er als één van de weinige films van de afgelopen tijd in geslaagd me eindelijk weer eens te raken. Kingsley is werkelijk in topvorm, en ook de rest van de cast levert absoluut vakwerk. Deze film behandelt op intelligente wijze meerdere thema’s: bureaucratie, familiebanden, cultuurverschillen en maatschappelijk verval komen allen op geloofwaardige en subtiele wijze aan bod.

Zwakheden

De meerwaarde van Ben Kingsley zit ‘m in zijn rol als Behrani. In veel Amerikaanse producties komen cultuurverschillen tussen mensen uit het Midden-Oosten en Amerikanen aan bod, maar meestal op een platte en stereotiepe wijze. Kingsley zet (mede geholpen door het prachtige script) niet de standaard ondoorgrondelijke, koppige en dictatoriale Iranese huisvader neer, maar een mens van vlees en bloed. Juist in deze tijden, waarin Amerikanen bang lijken voor alles dat met het Midden-Oosten van doen heeft, is het een verademing om te zien dat het dus ook anders kan. Behrani is een liefhebbende vader die hard werkt om zijn gezin een toekomst te bieden, maar ook met zwakheden, want niemand is perfect.

Zorgvuldig opgebouwd

De eerder genoemde stereotiepen zoals koppigheid en de dictatoriale huisvader zijn zeker aanwezig, maar worden door Kingsley zodanig verbeeld dat de kijker het kan begrijpen. En daar zit ‘m voor een groot deel de kracht van deze film. Zowel Kathy als Behrani hebben niet alleen een legale, maar ook morele claim op het huis, en het is voor de kijker bijna ondoenlijk om te zeggen waar het gelijk ligt, of wat de beste oplossing is. De film komt wat traag op gang, maar naarmate het plot zorgvuldig opgebouwd wordt, raak je steeds meer in de ban van het intrigerende morele dilemma, en de naderende culminatie.

Vergezocht

Zoals gezegd is het al weer een tijdje dat een film me zo wist te raken. Het einde van de film is emotioneel, hard en genadeloos. Elke keer als een goede afloop lijkt te gloren aan de horizon komt het script met een wending op de proppen die op het oog wat vergezocht lijkt, maar door het zorgvuldig opgebouwde verhaal, en de uitgewerkte karakters totaal onderbouwd word. Van de films die momenteel in de bioscoop draaien biedt House of Sand and Fog moeiteloos de meeste kwaliteit, ook voor een breed bioscooppubliek.

Film / Films

Geen liefde zonder vrijheid

recensie: Te Doy Mis Ojos

Huiselijk geweld is een modern thema, maar een probleem dat al eeuwen oud is. De gewelddadige confrontaties tussen partners leiden in geen enkel geval tot winnaars: bij dit soort geweld zijn slechts verliezers aan te wijzen. Regisseur Icíar Bollaín heeft het thema in de Spaanse film Te Doy Mis Ojos op een indrukwekkende manier aan de orde gesteld.

~

Op een winterse avond vlucht Pilar weg van huis. Ze heeft genoeg van het regime van haar echtgenoot Antonio. Ze neemt haar zoontje Juan mee en ze vinden onderdak bij haar zus. Pilar neemt wat kleine spullen mee en ziet na haar vertrek dat ze op haar slippers is gevlucht. Antonio gaat in therapie, maakt zijn vrouw opnieuw het hof en samen besluiten ze hun huwelijk nog een kans te geven. Antonio zegt dat Pilar de zon in zijn leven is. Ze heeft hem haar ogen gegeven (“Te Doy Mis Ojos”) bij zijn huwelijksaanzoek. Maar hij wil niet alleen haar ogen, hij wil elk lichaamsdeel van zijn vrouw bezitten.

Rolpatronen

~

Te Doy Mis Ojos is een productie met louter Spaanse topacteurs. Luis Tosar is voortreffelijk in de rol van de echtgenoot Antonio en brengt de ingehouden woede op een overtuigende manier in beeld. Laia Marull speelt de echtgenote Pilar, die weg wil van het geweld en kiest voor haar eigen ontwikkeling. Ze trotseert haar familie, de aangeleerde rolpatronen en komt tot haar eigen keuzes. Op een bijna laconieke manier laten de acteurs voortreffelijk spel zien. De kijker begrijpt het verhaal onmiddellijk, leeft mee en heeft begrip voor de keuzes die worden gemaakt.

Keuzes

De regisseur heeft niet gekozen voor eendimensionale karakters. Antonio is niet alleen de echtgenoot die geweld gebruikt, Pilar is niet alleen maar slachtoffer. Thema’s als jaloezie, liefde en de angst voor verlies komen in Te Doy Mis Ojos op een herkenbare manier aan de orde. Antonio heeft een baan met weinig vooruitzichten, terwijl Pilar zich wil ontwikkelen. De twee partners komen voor belangrijke vragen te staan en blijken niet in alle gevallen in staat tot het vinden van de juiste antwoorden.

Samen zien

Regisseur Icíar Bollaín neemt slechts voor één conclusie de verantwoordelijkheid: geweld tussen partners is in alle gevallen fout. Hij laat op overtuigende en emotionele wijze zien hoe moeilijk het is om vastgelopen patronen te veranderen, aan de kaak te stellen en met elkaar te bespreken. Te Doy Mis Ojos gaat over een onderwerp waar iedereen zo af en toe eens bij stil zou moeten staan. Het is een film om samen te gaan zien.