Theater / Voorstelling

Magisch a cappella geluid

recensie: Pop Art (Montezuma's Revenge)

.

~

En dat is niet het enige, want de heren vonden het ook tijd om te restylen. Niet dat ze na zoveel jaren ingekakt zijn, maar ze wilden wat meer doen met hun show. Tijdens de tour van hun vorige populaire voorstelling Hits Again! speelden ze een maand in het TIPI Theater (een soort circustent) in Berlijn. Daar maakten ze kennis met verschillende vormen van entertainment. Vol ideeën kwamen ze terug naar Nederland en namen Karel de Rooij (van het theaterduo Mini & Maxi) in de arm als regisseur.

Theatershow

Het gevolg is dat Pop Art een voorstelling is geworden met een magisch tintje. Nog steeds draait het om de zang, maar er is ook plaats gemaakt voor poppenspel, acrobatiek, magie, grappige details en acts. En met De Rooij als regisseur levert dat een prachtig, niet overdreven resultaat op. Deze show heeft meer meegekregen dan muziek alleen en door de visuele elementen is het nu meer een theatershow geworden.

Poppenspel

Een paar acts springen eruit. Om er maar eentje toe te lichten: het spel met de poppen. Alle zangers hebben een pop (kind) waarmee ze zelfspot niet uit de weg gaan. Het zijn grappige dialogen en op het moment dat het misschien iets te lang doorgaat, wordt het volgende lied ingezet. De eindact is er een in het kader van circus-theater-magie-act, waarover ik niets zal verklappen, maar die ervoor zorgt dat je het theater uitloopt met een voldaan gevoel.

Humor

Voorheen bezaten de heren ook al over een gezonde dosis humor. Dat uitte zich vooral in taalgrapjes tijdens de liedjes en bepaalde blikken daarbij. Dat zit nog steeds in hen en gelukkig maar, want ook op die manier geven ze hun eigen draai aan de songs. In de nieuwe show is daar, naast serieuze nummers, weer genoeg plaats voor. Wat dat betreft hoef je ook geen heel vernieuwde show te verwachten. Want Montezuma’s Revenge is en blijft creatief. Bij elke show hoorde tot nu toe verkleedpartijen en zo nu en dan weer een vernieuwend element, zoals het videoscherm bij Double Density (twee shows terug).

Gouden strot

Wat nu ook weer opvalt is dat de groep een en al energie en blijheid uitstraalt. Dat deze mannen er zin in hebben en zich voor de volle honderd procent inzetten, is zeker te zien en te horen. Het nieuwste lid, Menno, is goed opgenomen in de groep en blijkt een aanwinst. Alle vijf bezitten een gouden strot, goede timing en zijn prima op elkaar ingespeeld. Wat ze doen, gaat hen gemakkelijk af. Alhoewel… de choreografie is er niet gemakkelijker op geworden en sommige mannen hebben daar wat problemen mee. De eisen worden blijkbaar steeds hoger.

Interactief

Uiteindelijk komt het publiek toch voor de muziek. En dat het nog helemaal niet zo gemakkelijk zingt in zo’n a cappella groep, blijkt wel tijdens het interactieve deel (ook voor het eerst) van deze show. De heren willen dat het publiek mee gaat zingen. In eerste instantie krijg je er een ‘moet-dat-nou’-gevoel bij, maar als je dan min of meer wordt gedwongen toch je eigen zangpartij (bijvoorbeeld de baspartij doem-die-doem) voor je rekening te nemen en je buren wat anders zingen, dan merk je pas hoe lastig deze jongens het soms moeten hebben. Petje af, en laat deze mannen vooral hun creativiteit en zangtalent in ere houden.

Pop Art wordt dit theaterseizoen nog opgevoerd tot en met 12 februari 2005 in Nederland.

Film / Films

Genoeg drama voor een depressie

recensie: A Home At The End Of The World

.

~

“Jij kunt ook overal aarden, he? In de suburbs, in New York, op het platteland…” stelt Bobby’s vriendin. “Is er dan niets waar je niet tegen zou kunnen?” “Eenzaamheid”, antwoordt Bobby. Zijn leven lang is hij al bezig dat gevoel te verjagen. Daarbij blijft het aanpassingsvermogen van Bobby niet beperkt tot zijn woonplaats. Een homo- of heteroseksuele relatie, echte ouders of pleegouders, een gezin of een driehoeksverhouding: zolang hij niet alleen is, lijkt het hem allemaal niet zo veel uit te maken.

Grote, bruine ogen

~

Juist omdat liefde, vriendschap en andere menselijke verhoudingen centraal staan, zal menig vrouw met een tas vol papieren zakdoekjes naar de bioscoop gaan. Dat de meeste daarvan ongebruikt zullen blijven, ligt zeker niet aan de acteurs. Regisseur Michael Mayer weet het beste te halen uit de prachtige cast die hij tot zijn beschikking had. Colin Farell is een overtuigende volwassen Bobby en hij kan zijn grote, bruine ogen eindelijk gebruiken om een zachtaardig karakter neer te zetten.

Grote Thema’s

Ook qua drama wordt de kijker op zijn wenken bediend. Een verhuizing, een geboorte, een sterfgeval en het beëindigen van een relatie: deze zaken staan bekend als de meest stressvolle gebeurtenissen in een mensenleven. Bobby krijgt het in A Home At The End Of The World allemaal voor de kiezen. Meerdere keren. Terloops worden bovendien Grote Thema’s aangesneden als aids en homoseksualiteit.

Onaantastbaar

En daar zit ‘m nu precies de crux. Er zitten prachtige momenten in, maar het is allemaal een beetje te veel. Binnen anderhalf uur zien we Bobby als negen-, veertien- en vierentwintigjarige. In die periode maakt hij zoveel drama mee dat een normaal mens er op zijn minst een kleine depressie aan over zou moeten houden. Toch lijkt Bobby onaantastbaar. We zien hem in die anderhalf uur slechts één keer huilen.

Te kil

A Home At The End Of The World is de verfilming is van het boek van Michael Cunningham (ook auteur van The Hours). Dat maakt de hoeveelheid ellende verklaarbaar: in een boek kan het drama gedoseerder worden opgediend. Misschien dat het personage van Bobby dan ook begrijpelijker wordt. In de film gaat het allemaal zo snel, dat identificatie, prikkende ogen of een glimlach niet langer duren dan een paar seconden. A Home At The End Of The World is daardoor uiteindelijk te kil om echt hartverwarmend te zijn.

Theater / Voorstelling

Een zolder als speeltuin

recensie: Loft (7 Fingers)

Traditionele, ouderwetse acrobatiek is niet leuk. Omdat die oubollig is, omdat de bijbehorende muziek niet deugt, omdat de kostuums te gelikt zijn en de kunstjes uitgekauwd. Een heel ander verhaal wordt een voorstelling van zeven acrobaten als ze een levende DJ op het podium zetten die een breed scala aan muziek ter plaatse bij elkaar mixt. En als de in ondergoed geklede acrobaten vervolgens de meligheid van hun vak zelf op de hak nemen. Bij zo’n zootje ongeregeld wordt acrobatiek vooral grappig. Loft, door The 7 Fingers, is een mengelmoes van slapstick, acrobatiek, moderne dans en disco.

~

Een springerige jongen met piekhaar staat bovenop een kolossale Amerikaanse koelkast. Hij mikt op een schuimplastic stoel die een eindje bij hem vandaan op de grond staat. Hij gaat bovenop die stoel duiken, gebaart hij. Lijkt geen goed plan: die jongen gaat zijn nek breken. Hij wordt gered doordat er van binnenuit op de deur van de koelkast wordt geklopt. Een meisje doet de koelkast open. Een heel stel toeschouwers komt door de koelkastdeur op het podium terecht: deze mensen kwamen te laat voor de voorstelling en ze mogen nu alsnog de zaal in. Ze krijgen van het meisje een kus en een appel: welkom in het huis van The 7 Fingers. De toeschouwers mogen naar hun plek, de aandacht gaat weer terug naar de koelkast. De jongen die er nog altijd bovenop staat, duikt. Recht met zijn neus in de schuimplastic stoel.

Kwak humor

~

De toon is gezet, we weten wat we bij Loft kunnen verwachten. Zeven Canadezen, een afsplitsing van glamourgroep Cirque du Soleil, brengen een jonge-honderige, brutale vorm van acrobatiek. Die zou op zichzelf snel gaan vervelen, ware het niet dat The 7 Fingers het niet laten bij acrobatiek alleen. Ze gooien er niet alleen een flinke kwak humor bij, ze doorsnijden hun waaghalzerij ook met moderne dans, met slapstick, met zang en muziek. Extra attractie vormt de muziek van de mallotige DJ Pocket, die tegelijk dienst doet als human beatbox. Trommelend op zijn borst ontlokt DJ Pocket de vreemdste geluiden aan zijn stem.

Samen leven

Het decor stelt een zolder- annex huiskamer voor, type studentenhuis. Er staat een meerpersoonsbed en een grote ronde eettafel. Er is een badkuip waarin geregeld meerdere mensen zitten. Er hangt een hangmat, er zijn lampjes en kralengordijnen. Hier wonen ze, is het verhaal. Maar vervolgens doen The 7 Fingers met dat idee van ‘samen leven’ niet zo veel, het verhaaltje is te dun. De voorstelling blijft steken in een aaneenschakeling van korte acts. Die zijn vaak op zich wel heel sterk. Zo doet een vrouw een combinatie van moderne dans en acrobatiek in de trapeze. Een ander doet zo’n act in een lange rode doek, een tissue. En eentje maakt een spannende dans in een bundel hangende kettingen.

Temptation

Het enige duidelijke thema is de appel; er worden hier elke avond honderden appels verstouwd. De appel staat voor ‘Temptation’: de verleiding tot de ware kennis door Eva in het paradijs. En voor de ontdekking van de zwaartekracht door Isaac Newton, die een ‘aha-erlebnis’ had toen hij onder een appelboom zat. En heel eventjes passeert Wilhelm Tell de revue, als een meisje een appel op haar hoofd zet.

Patrick

Dat is echter een beetje weinig inhoud voor een voorstelling van anderhalf uur. Bovendien zijn niet alle spelers even sterk. Patrick, de jongen-met-piekhaar die van de koelkast sprong, heeft met afstand de sterkste présence. Hij is niet alleen een goede acrobaat, hij kan ook rolschaatsen, speelt ukelele en zingt met verdraaide stem. En Patrick heeft de lach aan zijn kont doordat hij met zijn clowneske motoriek een optelsom is van Charlie Chaplin en Jim van der Woude, de vroegere Hauser Orkater-coryfee. Als we uiteindelijk toch belanden in traditionele acrobatiek, met een jongen die een trage act doet in het donker op een rijtje verlichte zuiltjes, slaat de verveling toe. Niettemin is Loft leuk en vermakelijk. Niet meer verwachten dan een vrolijk uitje, en je hebt bij The 7 Fingers een prima avond.

Loft is nog tot en met 21 oktober 2004 in de Theaterfabriek Amsterdam te zien.

Film / Films

Hele gave rode held

recensie: Hellboy

Comicverfilmingen zijn hot. Spider-Man 2 versloeg deze zomer alle box-office records, en het wachten is nog op de nieuwe X-Men en Blade-films. Tussendoor is daar dan de bij veel mensen minder bekende Hellboy, geïnspireerd door de Dark Horse-comic van Mike Mignola.

~

Hellboy (Ron Perlman) is een wezen, een demon als je wilt, dat door een min of meer mislukte zwarte-magieceremonie van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog op Aarde is gekomen. De Geallieerden weten hem uit de handen van het kwaad te redden, en voeden hem op. Vandaag de dag is Hellboy (al is hij echt geen kleine jongen meer) in dienst van het Bureau for Paranormal Research and Defence (B.P.R.D.) en helpt hij het kwaad op deze wereld te verslaan als monsterjager.

Plotloos

~

Het grote probleem in Hellboy is het gebrek aan een goed plot. Er is een kleine verhaallijn over grote, vreemde wezens uit een andere dimensie die veel kracht kunnen geven, maar dat is zo slecht uitgewerkt dat het vrijwel niet te snappen is. Er wordt meer aandacht besteed aan Hellboy het karakter dan aan Hellboy de film. De B.P.R.D. lijkt in het begin van de film een grootse rol te gaan spelen, getuige de mooie decors (onder andere een lift waar elk flatgebouw jaloers op mag zijn), maar dat valt nog vies tegen. Het is enkel een manier om de menselijke hoofdpersoon John Myers (Rupert Evans) te introcuceren.

Tussen de gaten

Door de focus op Hellboy zelf lijken de overige castleden er soms maar een beetje voor nop bij te lopen. John Hurts rol als ‘vader’ van Hellboy had veel mooier uitgewerkt kunnen worden, en ook de ‘bad guys’ in de film hebben te weinig diepgang meegekregen. Hellboy’s grote liefde Liz (Selma Blair) lijkt vaak niet meer dan beeldvulling, terwijl haar karakter erg interessant is. De geschiedenis tussen Hellboy en Liz wordt nu alleen tussen de regels door vermeld. Maar is bij de meeste films een plot vol gaten funest, bij Hellboy is er door de gaten heen te kijken.

Demon met humor

Hellboy is namelijk een vreselijk leuk persoon. Het is de anti-held der anti-helden. Hij ziet er op het eerste gezicht totaal niet uit, maar het is gewoonweg hilarisch als hij zijn horens afschuurt om menselijk te lijken. Hellboy heeft hele fijne humor. Een vleugje sarcasme, een beetje pit, wat jaloezie, heerlijk! Er is bijna geen ongeslaagde grap van Hellboy te vinden. Naast zijn krachten is humor absoluut zijn sterkste punt. Ron Perlman zet het personage neer zoals niemand anders dat had kunnen doen.

Tweede deel

Verder is de film ook stilistisch fijn om naar te kijken. Hij is niet doorspekt met special effects zoals zoveel films tegenwoordig. Misschien komt dat ook dat de effecten díe er zijn, gewoon niet heel erg mooi zijn. Hellboy is toch een hele humorvolle actiefilm geworden. Je zult je gewoon moeten instellen op het feit dat je door de plotgatenkaas heen moet krijgen. Want daarvoor in de plaats krijg je een hele gave rode held. Het is dan ook niet verrassend dat er inmiddels een tweede deel in de planning staat.

Film / Films

Sissi meets Assepoester in flauwe Costa-kopie

recensie: Snowfever

.

~

Dit moraliserend ‘kijk-niet-alleen-naar-het-uiterlijk-en-ga-niet-te-snel-met-een-jongen-naar-bed-want-hij-gebruikt-je-alleen-maar’-filmpje is duidelijk gebaseerd op Costa! en sneeuwvariant Pista! Hoewel Costa! al niet tot mijn favoriete films behoort, presteert Snowfever het om toch nog onder het niveau van Costa! te duiken. Waar deze laatste nog redelijk geslaagd was om de TMF-jeugd te bevredigen, zit het kinderachtige Snowfever qua niveau meer in de buurt van de gemiddelde K3-fan. De film is ontdaan van scherpe randjes en enige vorm van pit (en plotlogica, kan ik u vertellen). Het is een zoutloze kinderfilm geworden in plaats van een hitsige puberfilm. Wanneer regisseur Van Hoeve (Liever verliefd) en producent Nijenhuis (regisseur van Volle Maan) dat als doel voor ogen hadden, zijn ze in hun opzet geslaagd maar ik vermoed dat dat niet hun bedoeling was.

Beavis & Butthead

~

Op zich valt de acteurs weinig aan te rekenen, zij doen allen erg hun best. Verboom speelt leuk maar is veel te knap en op die manier totaal ongeloofwaardig als muurbloempje. Schuurmans zet zijn Ryan neer zoals we verwachten: een arrogante macho wiens hersenen zich tussen zijn benen lijken te bevinden. Of hij dit heel goed speelt of dat het in zijn aard ligt (hij speelt wel erg veel van zulke rollen) laat ik in het midden. Hoewel het mijlenver afligt van mijn soort humor, zorgt het komische Beavis & Butthead-achtige duo Barney en Barney (gespeeld door twee in Duitsland zeer bekende lolbroeken) wel voor een vrolijke noot in de film. Van der Gught, bekend van haar mooie hoofdrol in Iedereen Beroemd, is een goede actrice en haar personage komt in Snowfever redelijk uit de verf. Dat laatste geldt trouwens ook voor Egbert Jan Weber, wiens Erik het meest charmante karakter uit de film is.

Product placement

Misschien wel het meest opvallende aan Snowfever is de irritant aanwezige product placement. Dat het surf- en boardmerk O’Neill overal te zien is, is tot daar aan toe (het is per slot van rekening een snowboardfilm), maar dat chocolademerk Mars zo overduidelijk is beeld is, stoort enorm. Met het wegvallen van de CV-regeling (die ervoor zorgde dat over in films geïnvesteerd geld geen belasting betaald hoefde te worden) is het misschien wel nodig om op andere manieren aan geld te komen maar door de manier waarop de chocoladerepen in beeld gebracht worden, lijkt de film af en toe meer een lange reclamespot.

Cameo

Dat Snowfever niet bepaald mijn soort film is, was u misschien al duidelijk. Ondanks dat hoeft zo’n soort film niet slecht te zijn. Het genre van de seksueel getinte tiener-romkom is nou eenmaal niet aan mij besteed. Houdt u daar wel van, huur dan Costa! nog maar een keer en ga niet voor Snowfever naar de bioscoop. De film is gewoon niet scherp of origineel en kan de gemiddelde oversekste tiener niet boeien. Zelfs de cameo van idool Jim (ongetwijfeld met dank aan de reeds genoemde chocoladerepenfabrikant) kan daar niets aan veranderen.

Muziek / Album

De andere kant van de medaille

recensie: Hermano – Dare I Say

Het was 1994 en ik was vijftien. De lokale platenboer liet me een nieuw album horen: Sky Valley van Kyuss. Ik kocht hem meteen en na een paar dagen deed ik niet anders dan ’s nachts dit magistrale album luisteren met de koptelefoon op. Het bleek dè staalkaart te zijn van de zogenaamde stonerrock. Kyuss maakte nog één album en toen was het genoeg. In navolging van die band schoten de stonerrock-bandjes als paddenstoelen uit de grond maar telkens had je het gevoel: Kyuss heeft het al gedaan. En beter.

~

Na Kyuss zou gitarist Josh Homme op zegetocht gaan met Queens of the Stone Age. Van zanger John Garcia wist ik dat hij wat projecten had, die veelal ontaardden in glam-rock. Toen kreeg ik deze week een album opgestuurd: Dare I Say van Hermano. Nooit van gehoord. Op de cover een ongeveer 12-jarig jongetje met een enorme gun. Ik zet het album op en ga een beetje stofzuigen. Een snoeiharde gitaar een beukende drum komen uit de boxen. Na een minuutje zet ik de stofzuiger toch maar uit. Dit klinkt goed, verdomd goed. En die stem, ken ik die niet ergens van? Jazeker. Het is John Garcia.

Project

Om kort te gaan de ontstaansgeschiedenis van Hermano. Ene Dandy Brown, leraar Engels, producer en multi-instrumentalist, krijgt het idee om een ‘superband’ te beginnen, in ieder geval met drummer Steve Earle (ex-Afghan Whigs) en John Garcia in de gelederen. Na een tijdje rondgekeken te hebben wordt de band gecomplementeerd met gitarist David Angstrom (Supafuzz) en tweede gitarist Mike Callahan. Hermano is een feit.

Woestijnrock

Dare I Say doet ontegenzeggelijk denken aan Kyuss. Donker, hard, psychedelisch, hypnotiserend, broeierig en agressief (“go motherfucker go motherfucker go / this is how it’s done”), om maar een paar bijvoeglijke naamwoorden te laten vallen. Het eerste nummer Cowboy Sucks is snoeihard, eigenlijk vergelijkbaar met opener Gardenia van Sky Valley. Bij beide nummers worden we eerst overdonderd door het rauwe en harde geluid met de beukende drums, maar na een minuut of twee komt er een psychedelische brug om daarna twee keer zo hard door te slaan. Verder is Dare I Say misschien nèt iets melodieuzer dan Sky Valley. Op de hele plaat valt, behalve het schreeuwerige Angry American, geen zwak punt te vinden. Hermano trapt niet in de val waarin zoveel ‘harde’ bands vallen: een muur van gitaren opzetten en ongelimiteerd raggen. Hermano maakt juist gebruik van de harde groovende gitaren om het contrast tussen stilte en rust te accentueren. Luister bijvoorbeeld naar Roll Over, wat een harde repeterende southern rock gitaarloop bevat. Halverwege verdwijnt de gitaar en krijgt de bas ruimte om zich helemaal uit te leven. Het recept is simpel maar blijkbaar moeilijk te bereiden.

Koptelefoon

Dare I Say is een topplaat. Een plaat waar ik waarschijnlijk vergeefs mee ga leuren bij vrienden. Het is niet een album dat je opzet als je op de koffie bent. Voor Dare I Say moet het donker zijn zodat je de plaat, het liefst liggend met een koptelefoon op, over je heen kunt laten komen. Het is een album dat je uitleent aan je beste vrienden en anders voor jezelf houdt. En dat het lijkt op Sky Valley maakt helemaal niks uit. Het is de andere kant van de medaille. En hij blinkt net zo hard.

Film / Films

Celerities bij de neus genomen

recensie: Punk'd – Het eerste seizoen

Laten we eerlijk zijn: deze serie had eigenlijk ‘fucked’ moeten heten. Punk’d is niet meer dan een creatief eufemisme voor ‘verneukt worden’. Gelukkig heeft de MTV-censuur niet alle harde randjes van de serie afgesneden en blijft Punk’d daarom te pruimen. Desondanks blijft het niet meer dan leedvermaak gebaseerd op een prehistorisch concept.

~

Punk’d is eigenlijk een variant op de klassieker Bananasplit (of later, het iets hippere Boobytrap). De programmamakers proberen met een practical joke iemand keihard in de zeik te nemen. Presentator en celebrity Aston “Dude, Where’s My Car” Kutcher neemt echter vooral bekende Amerikanen in de zeik. Rijke vriendjes uit het society-wereldje wordt de zenuwen op het lijf gejaagd. En natuurlijk kijkt iedereen graag mee, want afgunst is de mooiste gunst die je iemand kan verlenen, nietwaar? Persoonlijk vond ik TROS-coryfee Ralph Inbar interessanter en origineler. Misschien zegt dat genoeg?

Via Google

~

De grappen die Kutcher uithaalt, zijn allemaal potentieel grappig. Zo krijgt Justin Timberlake te maken met een deurwaarder die al zijn spullen in beslag neemt en krijgt Kelly Osbourne het aan de stok met een image-consultant. Ook komen Pink, Jack Osbourne en Britney Spears in de serie voor. Daarnaast komen er nog een aantal bekende Amerikanen uit Kutchers vriendenkring voorbij die wij alleen maar met behulp van Google weten te herkennen. Dat is op zich jammer, want leedvermaak is alleen maar leuk als je het lijdend voorwerp kent. Deze celebs ken ik niet en die afleveringen worden dan ook snel saai.

Balans herhaling en programma zoek

Er zijn een paar puntjes in de opzet van het programma die goed passen in het MTV-concept, maar die de serie op DVD ondergraven. Zo wordt voor elke aflevering nog een keer uitgebreid herhaald wie er (na de reclame) gepunk’d wordt. Er zijn ook veel flashy animaties te zien, waardoor er minder tijd is voor de eigenlijke inhoud van het programma. Behoorlijk irritant, omdat eigenlijk maar weinig tijd wordt besteed aan de opbouw van een grap. Op het moment dat je de sterren echt diep ziet gaan, komt Aston al te voorschijn en verlost ze uit hun lijden. De balans tussen herhaling en het echte programma is echt zoek.

Stapeltje extra’s

De DVD stikt van de extra’s. Zo staan er veel deleted scenes op en is er een commentaartrack aanwezig. Ook zijn er twee niet uitgezonden afleveringen op de schijf gezet. Dit alles geeft een beter beeld van de serie, maar het is eigenlijk niet veel meer dan een stapel gearchiveerde beelden. Je ziet direct dat het tweedekeus beelden zijn die eigenlijk niets toevoegen aan de show. Waarom staan er geen exclusieve interviews op met de makers of een verhaal over het ontstaan van de serie? De beelden die er nu op staan zijn alleen maar extra materiaal voor fans van de gepunkte beroemdheden.

Knip Ashton eruit

Punk’d is in het kort gezegd niet origineel en een grote herhaling. Het is best een aardige serie om zo op televisie langs te zappen, maar meer ook zeker niet. Het gaat redelijk ver om dit soort materiaal op DVD te zetten en lijkt ook meer voer voor fans van de gepunkte bekende mensen dan een echte serieuze poging om een leuke DVD uit te brengen. Voorlopig blijft het een DVD waar je veel op moet zappen om er een spannend geheel van te maken. Ik zou zeggen: knip Ashton eruit en laat die celebrities harder op hun bek gaan. Een leuk voorstel is bijvoorbeeld om Britney Spears te laten bezoeken door iemand die het bed met haar deelde toen ze pas 14 was, en nu voor de camera zijn verhaal wil doen. Dan zien we pas echt leedvermaak.

Muziek / Album

Een uitstapje naar de USA

recensie: Elvis Costello & The Imposters - The Delivery Man

Wie de liner notes van The Delivery Man, de nieuwste cd van Elvis Costello, leest, zal zien dat Emmylou Harris en Lucinda Williams meedoen, dat het album helemaal in Amerika is opgenomen en is uitgebracht op Lost Highway, een Americana-label. Dat betekent niet dat deze plaat een countryplaat is geworden, maar hij heeft wel een heel Amerikaans tintje meegekregen.

~

Natuurlijk is er wel country te vinden op deze plaat, want anders nodig je natuurlijk niet twee vrouwelijke countrygrootheden uit om mee te spelen. There’s a Story In Your Voice, met Lucinda Williams, is een sterk countryrocknummer dat echt in je hoofd blijft zitten. Nothing Clings Like Ivy, met een andere countryster op de achtergrond, Emmylou Harris, klinkt lang niet zo country, maar meer naar een liedje als de klassieke Costello-song Good Year For The Roses. Wel erg country is Heart Shaped Bruise, waarin Harris een veel belangrijker aandeel heeft. Helaas zorgt dat er wel voor dat het nummer een stuk sentimenteler klinkt, en dat zal lang niet iedereen mooi vinden. Daarentegen is het titelnummer The Delivery Man, dat erg doet denken aan Johnny Cash, met een poëtische, iets mysterieuze tekst wel mooi country.

Smeuïg

De country op The Delivery Man blijft echter beperkt tot een nummer of vijf van de in totaal dertien nummers. Opener Button My Lip is bijvoorbeeld een vreemde eend in de bijt, want het is een soort jazzrock die je eerder zou verwachten bij, ik noem maar wat, Zita Swoon. Wel minder freaky dan die band, maar beslist geen typisch Costello-nummer. Die zijn verder op de plaat wel te vinden, waarmee Button My Lip een nogal eenzaam nummer blijft op deze plaat. Er zijn wel een aantal nummers te vinden met een meer soulachtige inslag, zoals Bedlam of juist met een rocksound, zoals Needle Time, of Monkey To Man dat een beetje rockabilly is. Deze nummers geven de smeuïgheid tussen de andere nummers die de plaat nodig heeft.

Bedrieglijk Costello

Een aantal nummers van de cd zijn typische Costello-nummers, vooral vergelijkbaar met zijn rustigere liedjes uit het begin van de jaren 80. Al de verschillende invloeden op deze plaat maken dat The Delivery Man moeilijk onder één noemer te vatten is. Het is gewoon een heel eigenzinnige, typische Elvis Costello-plaat. Prima om naar te luisteren, maar niet echt een van zijn uitschieters, hoewel hij wel na een aantal luisterbeurten groeit. Er is een ding dat blijft hangen, en dat is het gevoel dat de poging die Costello kennelijk heeft gedaan om een typisch Amerikaanse plaat te maken niet goed gelukt is. Dat komt deels doordat Costello zelf een Engels accent heeft, en dat zijn begeleidingsband The Imposters ook Engelsen zijn. (The Impostors zijn trouwens gewoon The Attractions, maar met een andere bassist). En als je eenmaal een Engels geluid hebt, dan kun je niet meer doen alsof je Amerikaans bent. Misschien ook daarom wel de nieuwe naam The Imposters: de bedriegers.

Theater / Voorstelling

De wereld blijft hetzelfde

recensie: Don Carlos (Huis aan de Amstel)

.

~

Don Carlos speelt uitsluitend in het eigen theater van Huis aan de Amstel. De zaalcapaciteit is klein en hierdoor is het een intieme voorstelling. Het geeft een huiskamergevoel, alsof je bij de Koningsfamilie op bezoek bent. Je zit zowat bij je buren op schoot en de gezichtsuitdrukkingen van de acteurs zijn goed te zien. Ik zie zelfs tranen! Er wordt goed en met enthousiasme geacteerd. Het spel is vlot en vol gevoel. De soms gedateerde teksten klinken niet stijf of onnatuurlijk, maar juist helder en gemeend.

Don Carlos

~

Don Carlos is de Spaanse kroonprins en de zoon van Philips II. Carlos wordt door zijn vader verafschuwd en heeft het vuur voor het leven verloren; zijn politieke toekomst én de liefde van zijn leven zijn hem door zijn vader ontnomen. Nog voordat Carlos in het huwelijk kon treden met zijn geliefde Elisabeth, werd zij uitverkoren door Philips om zijn echtgenote te worden. Nu verneemt Philips geruchten over de nog steeds bestaande liefde tussen zijn zoon en zijn vrouw. Prinses Eboli is verliefd op Carlos, maar wordt door hem afgewezen. Haar wraak doet het rijk op haar grondvesten schudden. Om de waarheid te achterhalen zet Philips de boezemvriend van Carlos, de Markies van Posa, in. Posa is een sterke voorvechter van de vrijheidsidealen en Philips kijkt hierdoor op hem neer. Posa slaagt er toch in om de onschuld van de Koningin te bewijzen. Hij ruikt de macht en maakt met Carlos een plan waarbij ook zij hun idealen verloochenen. Dit zal hen duur komen te staan. Het is een verhaal vol intriges, iedereen bedondert elkaar om er zelf beter van te worden omwille van zijn of haar idealen.

Moderne accenten

De bovenzaal en de buitengevel op de binnenplaats van Huis aan de Amstel zijn door Guus van Geffen omgetoverd tot een kasteel. Alles is wit geverfd, zelfs de ramen. Er staat een stelling waarop het publiek plaatsneemt. De acteurs maken gebruik van de hele ruimte en klimmen ook in de stellingen. Zo zijn ze op ooghoogte van het publiek. De acteurs zijn door Carly Everaert in denim en zwarte kleding gestoken, een mooie uniformiteit; hip, maar toch past het goed in dit tijdsbeeld. Er zijn meer moderne accenten zoals een koelkast en wasmachines. Die hadden ze vast niet in de tijd van Don Carlos! Er wordt speels gebruik gemaakt van dance- en popmuziek, zoals het moment dat er heel melig Stand By Your Man gezongen wordt. Al tijdens de voorstelling wordt als proloog op de pauze koffie gezet. De pauze vindt plaats in de zaal, je bent dan even onderdeel van de set en voorstelling.

Drama

Iedere uitvoering van Don Carlos is een bewerking van het originele, wel erg lange toneelstuk. Binnen deze vrije bewerking is plek voor de hoogtepunten, maar ook zeker voor de menselijke diepgang en een tikje humor. Alle ingrediënten voor een goed drama zijn vertegenwoordigd; macht, onmacht, passie, bedrog, jaloezie, wraak, woede en liefde. Een avontuurlijke voorstelling die zeker de moeite waard is om te gaan zien.

Muziek / Album

Vloek en een zegen

recensie: Finn Brothers – Everyone Is Here

Op vakantie draaiden we vroeger altijd een bandje met daarop het album Recurring Dream: alle grote hits van Crowded House. Een plaat vol perfecte popliedjes met een hoog meezinggehalte. Weather With You, Don’t Dream It’s Over en onze persoonlijke meezingfavoriet It’s Only Natural passeerden allen de revue. Met elk één oordopje in probeerden mijn zus en ik de vocale harmonieën van de gebroeders Finn te evenaren. Op eenzelfde manier, of zo stel ik me voor, zijn Tim en Neil Finn ook ooit begonnen, zo’n veertig jaar geleden. Maar anders dan mijn zus en ik beschikten zij wel over de muzikale capaciteiten.

~

Als kinderen traden Tim en Neil al op voor vrienden van hun ouders, later speelden ze samen in Split Enz en Crowded House. Maar ook solo maakten beide heren carrière. In 1994 kwamen ze weer samen als The Finn Brothers en brachten het album Finn uit. Op hun nieuwe plaat Everyone Is Here zijn ze opnieuw herenigd.

Ouder

De liedjes klinken warm en vertrouwd. Als vanouds glijden de stemmen moeiteloos langs en om elkaar heen. Vooral op Disembodied Voices, een lieflijk liedje over hun kindertijd, laten de broers een prachtig staaltje samenzang horen. In hun gedeelde slaapkamer praatten ze lang nadat het licht uitging tot ze de slaap uiteindelijk vatten. Heel herkenbaar en misschien daarom wel zo mooi.

Melancholie

Het is goed te horen dat de gebroeders Finn ouder zijn geworden, de toon van de nummers is wat serieuzer en minder zorgeloos dan voorheen. Ze blikken terug en overdenken het leven. Soms melancholisch, dan weer vol goede moed. De liedjes met een dosis melancholie werken het best. Zoals Edible Flowers, over het verstrijken van tijd, ouder worden en de dood. Een ander hoogtepunt van het album is het sobere en werkelijk prachtige Gentle Hum. De simpele melodielijn zuigt je het nummer in en laat je niet meer los. Mooie liedjes schrijven kunnen ze dus nog wel.

Geen magie

Jammer genoeg wil op de rest van het album de vonk maar niet echt overslaan. Het zijn leuke popliedjes met hier en daar weer een lekkere meezinger, maar nergens is het echt pakkend. Luckiest Man Alive slaat zelfs de plank helemaal mis. Het nummer is zo’n cliché rockballade dat het bijna gênant wordt. Ook tekstueel valt er geen greintje originaliteit te bespeuren: “You saw me / And what I could be / And now I know what love is for / It’s the only thing sets you free / Must be the luckiest man alive.” Gelukkig sluit het album wel goed af met het eerder genoemde Gentle Hum.

Everyone Is Here is absoluut geen slecht album, maar de magie die The Finn Brothers in hun Crowded House-periode konden creëren, komt helaas te weinig naar boven. De broers lijken over hun hoogepunt heen te zijn. Het moet ook wel een vloek en een zegen zijn om zo’n rijk muzikaal verleden te hebben. Laten we het maar op een zegen houden.