Muziek / Album

Vergeet de hype

recensie: Arcade Fire - Funeral

Funeral: zoals de inleiding in de inlay van dit album aangeeft een document voortgebracht door getalenteerde personen in nagedachtenis aan dierbare overledenen. Arcade Fire: een jonge band uit Canada bestaande uit zes mensen, maar in principe geleid door het echtpaar Win Butler en Régine Chassagne. De hype: volkomen terecht, echter anders dan anders. Wij worden door het jaar heen overspoeld met hippe bands zoals Bloc Party en Kaiser Chiefs. Niets mis mee hoor, stuk voor stuk goede bands met uitstekende platen. De muziek van Arcade Fire is echter gevoeliger, tijdlozer. Niet alleen gebaseerd op hippe grote stromingen en namen uit de jaren zestig, zeventig of tachtig, maar veel en veel oorspronkelijker, persoonlijker en echter.

~

Het nationaal zelfbewuste Canada is met acts als Arcade Fire en ook The Dears (en respectievelijk Rufus Wainwright, Jason Molina en Great Lake Swimmers) niet alleen het land van de hype, maar ook het land van ongebreidelde passie, de bijkomende groots en meeslepende explosiviteit, de eerlijkheid, de kilte, de broeierigheid, het engagement en de romantiek. Wat sommigen van ons al jaren kennen van Gordon Downie en zijn Tragically Hip en Efrim en zijn Godspeed You Black Emperor! en Silver Mount Zion. Beiden zijn hier te horen. “O Canada, we stand on guard for thee.”

Neighborhood

Funeral gaat over het leven dichtbij, zo dichtbij dat het je ongekend raakt. Vier nummers dragen de toepasselijke titel Neighborhood (met specifieke subtitles) om maar aan te geven waar Arcade Fire haar inspiratie vandaan haalt. Ruziënde ouders, het geloof, de jeugd en de twijfel die daarbij komt kijken. Met een grote rol voor de dood, die nog het meest treffend opduikt in de hartverscheurende afsluiter In The Backseat, gezongen door Régine Chassagne. De manier waarop zij de kreet “Alice died in the night” er werkelijk uitjankt. En als zij het niet doet, dan doet de luisteraar het wel. Het verlies van een geliefde oma (wie herkent het gevoel niet?) in de apotheose van dit nogmaals hartverscheurende einde van deze hartverscheurende plaat, laat mij sprakeloos.

Een ongeëvenaarde schoonheid. Arcade Fire is moet wel blijvend zijn. Vergeet de hype: Funeral is een klassieker in wording. Een plaat over het leven dat niet altijd even mooi is en het soms ondraaglijke verlies. Eigenlijk de paradox van de kunst, want daar gaat het hier wel degelijk om. Voor degene die zich durft te verliezen.

Muziek / Album

Familievriendelijke pianopop

recensie: Ben Folds - Songs for Silverman

.

~

Het uiteindelijke resultaat van Songs for Silverman is heel anders dan Folds twee jaar geleden voor ogen had. In eerste instantie zou het een echte soloplaat worden, Ben op piano en voor de rest niets. Halverwege het schrijfproces werd het hem duideljk dat hij dit niet wilde, mikte het overgrote deel van de nummers de prullenbak in en positioneerde twee kennissen op drum en bas. Resultaat: een prachtige, vol klinkende cd. Op Songs for Silverman gaat Folds door op de muzikale weg die hij jaren geleden heeft ingeslagen: hij maakt nog steeds prachtige, vrolijke pianopop, schrijft nog steeds droogkomische en cynische teksten en zijn stem klinkt nog even oprecht als in zijn begindagen. Het klinkt als een kruising tussen Keane en Randy Newman: heerlijke up-tempo luistermuziek met prachtige pianopartijen en teksten die zo kinderlijk eenvoudig maar treffend zijn dat je wenste dat je ze zelf bedacht had.

Volwassen

Wat opvalt aan de teksten, behalve de gebuikelijke humor, is de vaderlijke toon. Op volwassen manier spreekt Folds in de opener Bastard de jeugd aan en vraagt zich af waarom ze zich voordoet als volwassen wereldkenners die op hun twintigste al nergens meer voor openstaan. Dat de man zijn humor nog niet heeft verloren, is te horen in de prachtige ode aan zijn dochter, Gracie (een van de twee nummers die Folds niet de prullenbak in heeft gedeponeerd). Met veel knipoogjes en glimlachjes weet hij de luisteraar’s emoties te beroeren, zonder ergens sentimenteel te worden. Ja, het familieleven doet Folds goed. Ook prachtig is Late, dat Folds’ afscheid is van Elliot Smith, de getalenteerde singer-songwriter die in 2003 overleed.

Prachtige arrangementen

Van Bastard tot aan de meeslepende afsluiter Prison Food, Songs for Silverman verveelt geen seconde. Elk nummer zit vol prachtige melodieën en prachtige arrangementen. Het klinkt heel vertrouwd en bekend maar aan de plaat zit veel originaliteit en een heel eigen karakter. Bij elke luisterbeurt wordt Songs for Silverman mooier en hoor je hoe de nummers muzikaal echt goed in elkaar zitten. Het is een plaat die zelfs bij de meest duistere zielen wel een glimlach op het gezicht kan toveren, eentje die je jongere zusje en je vader ook mooi zullen vinden. Het moge duidelijk zijn: Ben Folds is terug, en hoe!

Muziek / Album

Hey man, slow down!

recensie: Great Lake Swimmers - Bodies and Minds

Mooie bandnaam, mooie stem en mooie liedjes. Great Lake Swimmers is afkomstig uit het momenteel uitermate populaire Canada en heeft alles wat je als band in huis moet hebben om de luisteraar te behagen. Denk aan het rustige werk van My Morning Jacket, de ingetogen schoonheid van Timesbold, alles van Will Oldham en de akoestische Neil Young. Zanger en voorman Tony Dekker doet met zijn ietwat lijzige stemgeluid denken aan de mannelijke variant van de immer prachtig klinkende Beth Orton. Genoeg handvatten om Bodies and Minds, de tweede plaat van deze band uit Toronto, eens even kort bij de oren te pakken.

~

Bodies and Minds is een plaat waarbij je ‘persoonlijke staat van zijn’ heel erg belangrijk is. Veel meer dan bij vele andere platen. Wie er aan denkt te beginnen tijdens de bezigheden die horen bij het gejaagde carrièregerichte bestaan van de 21ste eeuw, komt bekeken uit. Tenzij het is bedoeld om tot rust te komen. Bodies and Minds klinkt als de naam van de band doet vermoeden. De rust van de grote meren, de onverstoorde natuur en de contemplatieve ‘state of mind’.

Hey man, slow down!

De veelal akoestische liedjes, nota bene opgenomen in St. Theresa’s Church in southern Ontario (vandaar die Jim James/My Morning Jacket-galm), gaan pas voor je leven wanneer je er echt even voor gaat zitten. Zoals de grote Thom Yorke al riep aan het eind van OK Computer: “Hey man, slow down, idiot slow down!” Ervaar het kleine ingetogene en tegelijkertijd de enorme uitgestrekte wateren en landschappen van Canada. Laat de zachte stem- en gitaargeluiden van Dekker over je heen komen, dat zal je goed doen.

Ezel

Great Lake Swimmers maakte met Bodies and Minds een rustplaat voor de overhaaste ziel. Waarschijnlijk slaapverwekkend voor enkelen, doch naar ik aanneem inspirerend voor velen. Denk niet te snel ‘wat een saaie rukplaat’, want aan die steen stoot ondergetekende ezel zich ook geen tweemaal. De band staat de eerste weken van mei 2005 op verschillende plekken in ons land onder meer samen met de talentvolle Nederlandse bands Audiotransparent en Vladimir. Check it out, om het maar eens hip te zeggen.

Film / Films

Belazerd door je vrouw

recensie: The Green Hat (Lu mao zi)

De groene pet ophebben is een Chinese uitdrukking voor belazerd worden door je vrouw, wat het thema vormt van deze wonderbaarlijke krachttoer over penisnijd en ontrouw. Te profaan om in eigen land uitgebracht te worden, te curieus voor een groot westers publiek: de eigenzinnige Chinese film The Green Hat is gezegend met een gedurfde uitbreng door de Nederlandse distributeur Bright Angel.

~

De film begint zeer energiek met een drietal vrienden dat een bank berooft en de benen neemt. Als de vlucht voor één van hen foutgaat, doet een nieuwe hoofdpersoon zijn entree: een seksueel gefrustreerde politieinspecteur. Deze toegewijde diender, vader en echtgenoot heeft te kampen heeft met vroegtijdige zaadlozing, waardoor zijn weinig liefhebbende vrouw haar geluk buiten de deur zoekt. Als ze haar verjaardag liever met een gladde minnaar doorbrengt dan met hem, is voor de dienstklopper de maat vol: een confrontatie met de playboy kan niet uitblijven.

Overmoed

~

De eigenzinnige scenarist Liu schreef eerder de intieme tragikomedie Shower (1999, binnenkort op dvd te koop), een toegankelijke festivalhit. Met zijn regiedebuut naar eigen scenario toont hij zich ambitieuzer: de film opent zelfs met een Tarantino-achtige mededeling dat het hier om de eerste film van Fendou Liu gaat. In zijn eersteling wordt een zorgvuldig opgebouwde verhaallijn na een half uur geheel verlaten. De oorzaak van die opmerkelijke cesuur is volgens de regisseur het feit dat hij eigenlijk een raamvertelling met drie plots voor ogen had, waarvan de laatste het niet gered heeft. Liu heeft echter zoveel in zijn mars dat zulke overmoed de film niet deert.

Zwarte humor

Een spannende misdaadfilm over drie bankrovers wordt dus voortijdig afgekapt, en de kern van de film is eigenlijk het tragikomische relaas van de politieman. Liu vult zijn film met veel seksueel expliciete zwarte humor, maar maakt er ook een overtuigend ironisch drama van. Hij vestigt met verbluffend lange, vakkundig gechoreografeerde scènes de aandacht op de acteurs. Dat zijn toneelspelers en nieuwe gezichten in de Chinese cinema die, met name Zi Xi als de politieman, ijzersterk spelen. De film blijft zodoende bijna twee uur lang tot aan het schitterend cynische einde boeien. Een buitengewoon subversieve en moderne Chinese film zoals je die nog nooit gezien hebt.

Boeken / Fictie

De bonsai van de literatuur

recensie: Wilfried de Jong - De linkerbil van Bettini

Sport en cultuur leven nog wel eens op gespannen voet met elkaar. Gelukkig is er Wilfried de Jong. Er zijn weinig programmamakers of schrijvers die de scheidslijn tussen deze werelden zo laten vervagen. De bundel De linkerbil van Bettini verheft de sportliteratuur tot kunst.

Wilfried de Jong kennen we onder meer van de theatervoorstellingen van Waardenberg en De Jong, waarin ze hun Fysiek theater tentoonspreidden. Maar ook van (bekroonde) televisieprogramma’s als Sportpalais De Jong, De Jong in Uitvoering, Pakhuis De Jong en Holland Sport. Daarmee houdt het gelukkig niet op. In zijn televisieprogramma’s gaf de Jong al blijk van zijn interesses in de mens achter de sporter. Maar die is moeilijk te vangen in het vluchtige medium van de bewegende beeldjes. Gelukkig staat hem ook nog het geschreven woord ter beschikking en daar maakt hij dankbaar gebruik van.

Delen

De Jongs debuut Aal is overal lovend ontvangen en nu mogen we dan genieten van de bundel De linkerbil van Bettini. Deze nieuwe bundel bestaat uit vier delen: verhalen, columns, belevenissen en een interview met Johan Cruijff. In het eerste deel (verhalen) zien we de krachtige verhalende verteltrant van De jong. In een viertal verhalen worden evenzoveel miniaturen neergezet. Een verongelijkte oude bokser, een dikke speerwerper of een eenzame, trotse gewichtheffer. Ze komen allemaal tot leven in de sprekende en ontroerende verhalen van De Jong.

Twee

Het tweede deel bestaat uit een bloemlezing uit zijn sportcolumns voor het NRC Handelsblad. Dit zijn grootse vertellingen in miniatuur uitgave. De Bonsai van de literatuur. Nergens wordt de trefzekerheid van De Jongs observatievermogen en de vertaling die hij daarvan naar het papier weet te maken zo duidelijk als in zijn columns. Humor en tragiek wisselen elkaar af en vullen elkaar aan.

Sjeng is een dagje ouder geworden. Wie zijn eigen dood voor ogen heeft gezien, is een stap verder in het leven. Het sterkt je. Schalken gaat nog veel winnen.

Hoewel alles met een knipoog verteld wordt, blijft de waardigheid van de mens en de sporter centraal staan. De gekte van de topsport wordt liefkozend gekoesterd.

Na die woorden wisten de omstanders dat het allemaal in orde was met de schaatser. Ik denk daar anders over. Gerard van Velde is knettergek. Net als alle andere topsporters.

Belevenissen en meer

In deel drie gaan we weer terug naar de verhalen van De Jong, met dit verschil dat het nu zijn eigen belevenissen betreft. Maar niet de ikpersoon is belangrijk. Het zijn de emoties van een sporter die hier de belangrijkste rol vervullen: de teleurstellingen, de pijn en de nostalgie. Alles wat sport zo mooi en absurd maakt. Ook hier geeft De Jong weer blijk van zijn treffende inzicht in de psyche van de sportende mens. Aan het eind wordt het boek afgerond met een interview met het bekendste sport exportproduct van Nederland: Johan Cruijff. En wie kan er beter inzicht geven in de onnavolgbaarheid van Cruijff? Bovendien is een interview met Cruijff altijd goed. Dat ligt niet zozeer aan De Jong, maar vooral aan Cruijff. De dwaalwegen van diens geest leveren altijd interessante ontdekkingstochten op. Je moet er in mee durven gaan, maar dan heb je ook wat.

Amateur

Als je ook maar een klein beetje geïnteresseerd bent in sport, dan kun je niet om Wilfried de Jong heen. Een man die zo bevlogen met de sport, maar vooral de sporters, omgaat is een must voor iedere liefhebber. Het woord amateur is voor deze man uitgevonden. Een grotere liefhebber is moeilijk te vinden. Zeker een die het zo mooi kan omschrijven. Sport verheven tot literaire kunst. Een aanwinst voor onze cultuur.

Film / Achtergrond
special: Spaanse cinema in Amsterdam en Rotterdam

Cine Espanol

Almodóvar, Medem en Amenábar: Spaanse regisseurs die het publiek de laatste jaren en masse naar de filmhuizen weten te lokken. Toch maakt hun werk slechts een klein deel uit van alle films die in Spanje verschijnen. Films die even toegankelijk, bijzonder, sprankelend of origineel kunnen zijn. Het festival van de recente Spaanse film probeert de leegte te vullen.

~

Wie wil, flitst tijdens de Semana de Cine Español van persoonlijk drama (Mar Adentro) naar een knotsgekke verfilming van de strip Paling en Ko (La Gran Aventura de Mortadelo y Filemón), van een documentaire over het Baskische dilemma (La Pelota Vasca) naar een betoverend sprookje over liefde (Frágil). De Spaanse cinema is er een van uitersten, iets wat je ook ín de films terugziet.

Inconscientes

(Joaquín Oristrell, 2004)

~

Welke stad móet wel het decor vormen van een semi-surrealistische, uitbundige kostuumfilm, gevuld met de decadentie van de ‘roaring twenties’? Barcelona! In Inconscientes zijn de stad met al haar Jugendstil-elementen en haar inwoners op zijn mooist.

De film speelt zich af in de tijd dat Gaudí de stad vorm gaf en waarin XTC en het kruiswoordraadsel werden uitgevonden. De tijd waarin vrouwen nog in ruisende jurken met glimmende pailletjes liepen, ‘in zwijm’ vielen en ‘ja’ bedoelden, maar ‘nee’ zeiden. En de tijd waarin door grootheden als Freud de fundamenten van de hedendaagse psychiatrie werd gelegd.

Regisseur Oristrell vergroot de decadentie van het tijdperk, maar schildert haar met oog voor detail. Alma (Leonor Watling) sleurt haar zwager Salvador (Luis Tosar) mee op zoek naar haar verdwenen echtgenoot, de psychiater Léon. Wat volgt is een Sherlock Holmes-achtige speurtocht langs onder meer een travestietenbal, een schuur waar pornofilmpjes worden gemaakt, een gekkenhuis en een opiumkelder, allemaal even sfeervol en uitbundig. Uiteraard zijn alle problemen – a la Freud – terug te leiden op onderdrukt verlangen en seksuele driften.

Wie de mise-en-scène echter het mooiste aspect van de film noemt, doet deze echter te kort. Meer nog ligt de kracht in het tempo en de spitsvondigheden. De grappen zijn soms bijna slapstick, soms verwijst het dubbelzinnig naar Marx, Freud, Jung of Alzheimer. De acteurs geven regelmatig een vette knipoog naar de stomme film, iets wat versterkt wordt doordat Oristrell ouderwets met prachtig omlijste titelkaartjes werkt. Het plezier dit allemaal te verzinnen, spat van het scherm. Het maakt Inconscientes tegelijkertijd een intelligent en beeldschoon feestje om naar te kijken.

(Zaterdag 7 mei, 13 uur, Melkweg Cinema; woensdag 11 mei, 19:30, Melkweg Theater.)

Jóvenes

(Carles Torras en Ramon Térmens, 2004)

~

Door de vorm schiet ook Jóvenes van het ene uiterste naar het andere. De schrijvers en regisseurs Ramon Térmens en Carles Torras schetsen de Spaanse jongerencultuur aan de hand van drie korte, enigszins verweven verhalen. Omdat jongeren zwerven, domme jeugddingen doen en vooral op zoek zijn naar zichzelf, leveren de drie korte verhalen natuurlijk een stroomversnelling aan gebeurtenissen op. Zo verliest Jordi (Roger Coma) zich in jeugdige overmoed om de top van een beleggingsfirma te bereiken. Cristina (Aina Clotet), de dochter van zijn baas, gaat over haar eigen grenzen tijdens een avond stappen. En zijn broer Pau (Pau Roca) raakt, gedreven door verveling en verliefdheid, volledig de grip op zijn situatie kwijt.

Verwacht geen tweede Piedras of Amores Perros: de relaties tussen de mensen lijken slechts een stijlmiddel om drie verschillende verhalen over jongeren te vertellen. En die zijn niet altijd even prettig om te zien. Wat achterblijft is vooral de knagende vraag wat Térmens en Torras nu willen bereiken met deze film. Voor glimlachend jeugdsentiment is het te hard. Bovendien lijkt het door de ultrahippe soundtrack (met onder meer de Chemical Brothers) en de snelle montage vooral gericht op een jong publiek. Maar als belerende film is het vergeleken met bijvoorbeeld Requiem for a Dream hooguit een zacht tikje op de neus dan een dreun in je gezicht.

(Vrijdag 6 mei, 21:45 uur, Lantaarn-Venster; dinsdag 10 mei, 22 uur, Melkweg Theater; woensdag 11 mei, 22 uur, Melkweg Theater)

La Pelota Vasca

(Julio Medem, 2003)

~

Zelfs als Julio Medem knipt in zijn interviews, laat hij dat zien. In zijn monsterproject La Pelota Vasca doet hij een poging het conflict in Baskenland zo objectief mogelijk weer te geven. Iedere keer als het beeld midden in een interview verspringt lijkt hij dat te benadrukken. “Ik móet gesprekken soms wel iets bewerken, maar ik verstop het tenminste niet.”

De Baskische regisseur Medem, vooral bekend van poëtische films als Lucía y el sexo, streefde ernaar alle partijen aan het woord te laten. Drie mensen, die volgens Medem zelf ‘fundamenteel’ waren, weigerden; 69 van de 103 mensen hebben uiteindelijk de documentaire gehaald.

Medem versnijdt het ene gezicht razendsnel met het andere. Als een mitrailleur vuren de sprekers meningen, gedachten, historische feiten en emotionele verhalen op je af. Dit wordt afgewisseld met rustige beelden van uitgestrekte landschappen in helikoptervlucht en symbolische beelden van typisch baskische gebruiken, zoals het balspel ‘pelota vasca’, waarnaar de film genoemd is.

Wie een objectieve mening wil vormen, verlaat de bioscoop duizelig en uitgeput. Deze vorm vereist nogal wat voorkennis van het publiek, van namen, partijen en historische gebeurtenissen. Deze hypnotiserende reeks – die soms willekeurig lijkt, maar niet is – voelt alsof je terug bent op de middelbare school en niet geleerd hebt voor een proefwerk: je weet het wel, ergens, maar hebt het niet goed genoeg bestudeerd om het echt te begrijpen. Een vage combinatie van schuldgevoel, stomheid en spijt. Misschien is dat gevoel ook wel alles wat Medem bij zijn buitenlandse publiek wil bereiken.

(Zaterdag 7 mei, 22 uur, Melkweg Theater; zondag 8 mei, 22 uur, Melkweg Theater; zaterdag 14 mei, 19:30, Lantaarn-Venster)

Semana de Cine Español

Vrijdag 6 t/m 18 mei 2005, Melkweg, Amsterdam. Reserveren: 020 531 81 81.
Het complete programma is te vinden op de website van het festival.
Donderdag 5 t/m 18 mei 2005, Lantaarn-Venster, Rotterdam. Reserveren: 010 277 22 77
Programma-informatie: www.lantaarn-venster.nl

Theater / Voorstelling

Hitsige geschiedenisles over Cuba

recensie: Lady Salsa (Joop van den Ende Theaterproducties)

Nog nooit werd een geschiedenis van een land zo opwindend en bruisend verteld als door Trinidad Rolando. De koningin van de erotische salsa en Lady Salsa zelf. Hoewel ze in Cuba een beroemde actrice, zangeres en danseres is, beperkt ze haar aandeel in Amsterdam tot het heen en weer lopen over het podium en een paar kleine bewegingen.

~

Trinidad Rolando is vanavond vooral de gastvrouw met de dikke sigaar. Die soms zittend en soms staand voor de pauze de geschiedenis van Cuba vertelt en later haar levensverhaal. Het zijn vooral haar twee mede zangers en de band die het publiek meevoeren naar de zwoele straten van Havana. Rolando heeft maar een kleine rol in de zangpartijen.

Officieel exportproduct

Van een voorstelling die officieel is goedgekeurd door de regering van Cuba, kun je niet verwachten dat er maar ook één kritische noot te zien (of horen) is. Het verhaal straalt alleen maar blijdschap uit en eindigt met die zelfde boodschap. Het dans- en muziekspektakel eindigt bij de bevrijding van Cuba door Che Guevara en de machtsovername door Fidel Castro. Alsof ze daar nog steeds de vruchten van plukken.

Onuitputtende energie

~

Het is niet ondenkbaar dat de cast van Lady Salsa zich loyaal aan Castro en Cuba heeft getoond. Vrij over de wereld reizen is niet voor iedere Cubaan weggelegd. De uit 34 dansers, zangers en muzikanten bestaande cast is het grootste gezelschap Cubanen dat in het buitenland werkt. Zoals in ieder bedrijf verschilt de ‘werkkleding’ tussen de mannen en vrouwen. Komen de mannen nog met grote felgekleurde shirts en wijde broeken op, de meeste outfits van de vrouwen bestaan uit een klein stukje stof. De outfits en de charme van de dansers en danseressen zorgen voor enkele verhitte momenten. Tot op de achterste rijen is de charme van de dansers te voelen. Ondanks de afstand tussen het podium en de zaal weten ze met hun expressie voor enkele fluitconcerten uit de zaal te zorgen.

Salsales

Ondanks de sexy dansers en danseressen, de schitterende kostuums en de sensationele salsamuziek, lukt het de cast niet om het voltallige publiek mee te krijgen. De zaal reageert weinig enthousiast wanneer de zangers vragen om mee te klappen of te zingen. Het lijkt alsof maar een handvol mensen reageert. Pas als de dansers overgaan tot het echte voetenwerk en de zaal mee móet doen, komt er wat actie in de zaal. Het aanwezige publiek krijgt van de cast een snelle les in de beginselen van salsa, maar zoals de dansers aangeven: Salsa zit in je bloed.

Ondanks de lauwe reactie van de zaal blijft Lady Salsa ruim twee uur swingen. Voor één keer is de geschiedenisles leuk, weet de lerares echt waar ze het over heeft en hangt de klas aan haar lippen om maar niks te missen.

Lady Salsa is nog te zien tot en met 22 mei 2005 te zien.

Boeken / Fictie

Tegen het vergeten

recensie: Heere Heeresma - Een jongen uit plan Zuid ’38-’43 (deel 1)

.

Tegen dit vergeten heeft Heere Heeresma (1932) Een jongen uit plan zuid ’38-’43 geschreven, het eerste deel van zijn tweedelige jeugdherinneringen. In de jaren zestig had hij dit project reeds aangekondigd, maar al die tijd kon hij de goede vorm niet vinden. Precies zestig jaar na het einde van de oorlog verschijnt het nu alsnog, alsof het zo was voorbestemd. Met als motto:

In de Babylonische talmoed wordt opgemerkt dat de mens twee keer sterft. Eerst gaat hij dood en dan raakt hij vergeten. Uit verzet werd dit boek geschreven.

~

Waartegen wil Heeresma zich met dit boekje echter verzetten? Tegen een al te oppervlakkige levenshouding? Tegen de woekerende onverschilligheid? Tegen de om zich heen slaande haat? Tegen het dictaat van de tijd? Of tegen dit alles tegelijkertijd? Tegen een naamloze ontwikkeling die in dit alles vervat zit?

Bezet Amsterdam

Ondanks het strijdvaardige motto is het boekje geen pamflet geworden. Gelukkig maar, want een pamflet helpt niet tegen het vergeten, versnelt het allicht alleen maar. Wat wel helpt is een oude, verloren gegane wereld weer opnieuw tot leven roepen. Dat is dan ook precies wat Heeresma doet. Met zijn fijnzinnige en beeldende impressies van bezet Amsterdam weet hij met grote nauwkeurigheid een heel tijdperk terug te roepen. Hoewel niet alles terug te halen is.

Zachtjes praat ik op hem in, maar hoe ik nu ook luister, ik hoor mijn woorden van toen niet meer. Ze moeten buiten bereik ergens rond zweven, want verloren gaan ze niet. ‘Zet een wachter voor je lippen,’ had mijn vader gezegd, ‘want alles wordt teruggeroepen.’

Heeresma’s vader is een belangrijk figuur in deze herinneringen. Hij is een man uit een stuk, iemand die de kracht heeft mensen op de been te houden hoe onmogelijk de situatie ook lijkt te zijn.

Omdat het rijmt

Heere, die bij het uitbreken van de oorlog acht jaar is, moet een zeer goede band met zijn vader gehad hebben. Ze gaan in Een jongen uit plan zuid bijna kameraadschappelijk met elkaar om en voelen elkaar als vanzelfsprekend aan. Heeres vader was een godsdienstleraar met eigenzinnige, antidogmatische opvattingen over het geloof. Hij wist drommels goed wat er aan de hand was, maar liet zich niet uit het veld slaan. Hij hielp waar hij kon en op zijn vele tochten door de stad nam hij zijn zoon vaak mee. Beiden hadden een goed oog voor de absurde kanten van de oorlog. “Waarom hangen ze toch overal die bordjes op met ‘Verboden voor joden’?,” vraagt Heere op een keer aan zijn vader. “‘Omdat het rijmt,’ zegt hij en we lachen even hartelijk. We begrijpen elkaar weer eens uitstekend.” Eerder heeft Heeresma al beschreven hoe de joden bij elkaar kwamen op een verborgen stuk grasveld dat door de moffen over het hoofd was gezien en waar wonder boven wonder geen bordje ‘Verboden voor joden’ stond. Op die plek heerste gezelligheid en konden de joden met gerust hart samenscholen.

Als gewillig vee

~

Uiteraard is ook de grimmigheid in deze herinneringen alom aanwezig. De vriendjes die plotsklaps verdwijnen. De buren die zich als gewillig vee laten wegvoeren in de overtuiging dat ze uiteindelijk wel beschermd zullen worden door papieren en connecties. De onderduiker bij de Heeresma’s die gepakt wordt doordat hij een lekke band krijgt. De Nederlandse soldaten die zich zo schandelijk snel hebben overgegeven, niet bestand tegen de overmacht van de tegenstander.

Heb ik de soldaat gevraagd hoe het was? Hij heeft een gebarsten stem wanneer hij zegt dat het leek of een grote zware kerel met een pikhouweel op een konijntje insloeg.

De oorlog is overal voelbaar maar daar tussendoor gaat het gewone leven gewoon door. Heere ruilt gestolen oorlogsspeelgoed voor foto’s van vliegtuigen. Er worden meisjeshanden vastgehouden, kussen uitgewisseld. Op school is er een bloeiende handel in granaatscherven gaande. Er wordt geknikkerd en gespeeld. Vriendjes komen bij elkaar op bezoek en gelovigen gaan met elkaar in discussie over de rustdag. Tussen hen in bevindt zich ook de jonge Heere Heeresma die alles in zijn geheugen prent om het jaren later aan het papier toe te kunnen vertrouwen, tegen het vergeten in.

Muziek / Album

Acht handen op één buik

recensie: Meindert Talma & the Negroes

Liefhebbers van Meindert Talma kunnen hun hart ophalen want de Fries presenteert op 8 mei zijn nieuwe cd in het Grand Theatre van Groningen. Op de kersverse titelloze cd doet hij het gelukkig weer met zijn eigen band, the Negroes. De sound is als vanouds: simplistisch, droog en heerlijk wereldvreemd. Na beluistering van Talma’s nieuwe anekdotische productie is de uitkomst duidelijk: De Fries en zijn Negroes klinken closer dan ooit tevoren.

~

Een dromerige sfeer wordt direct aan het begin van de cd neergezet in het nummer Suikerspin. Verliefd zingt Meindert over zijn vriendin Suikerspin met “rode lippen en wangen die blozen”. Meindert Talma en zijn Negroes zijn inmiddels feilloos op elkaar zijn ingespeeld; het is niet meer ‘Meindert en zijn begeleidingsband’, maar een saamhorige brij van nuchtere maar fijnzinnige melodieën die over je heen worden gestort door de vier bandleden. Wel krijg je voorgeschoteld wat je van de hem gewend bent: veel afwisseling tussen Friese en Nederlandse teksten, veelal gezongen in zijn bekende anekdotische spreektaal. De ondertoon van de cd is wat minder vrolijk en wat poëtischer dan die van zijn vorige cd Kriebelvisje. De zonnigheid die hij hier tevoorschijn wist te toveren met twee heren van Daryll-Ann is compleet verdwenen, nu Meindert met een cd op de proppen komt waarvan een aantal teksten over de dood gaan.

Dood

“Veel over de dood? Dat kan toeval zijn hoor…” reageert de nuchtere noorderling. Toch wordt er vanuit verschillende hoeken gefluisterd dat dit wel het thema van de nieuwe cd lijkt te zijn. De nummers Datst du net mear bestiest en Een smerig karwei zijn beiden nogal realistische nummers over een sterke drang tot moorden. Gelukkig valt er voor de vaste aanhangers van de Friese zanger ook weer veel te lachen, zoals in het nummer Buslijn 1, 17.35 uur:

Ik wil een lekker gezond warm prakje
Gemaakt door zo’n mooie dame in zo’n sexy mantelpakje
Met daaronder een zwart slipje
Als een draad tussen haar kuiten
Die ze zo nu een dan speciaal voor me uitdoet

Uniek

De vertellende manier van zingen die Meindert altijd opnieuw gebruikt maakt zijn muziek uniek. Om deze reden vallen de nummers niet te vergelijken met welke artiest dan ook. Het klinkt af en toe alsof hij een tekst in zijn hoofd heeft die hoe dan ook in een nummer verwerkt moet worden. Hierdoor krijgt een liedje soms een ietwat absurdistische inslag, wat de luisteraar wakker houdt. De cd is het type dat, net als de vorige vijf, erg geliefd is bij een selecte groep mensen. Geen hitgevoelige Top 40-plaat, hoewel Talma wel hoopt dat zijn nummers meer op de landelijke radiozenders gedraaid zullen worden.

Walsje

Een van de nummers komt hier waarschijnlijk in ieder geval voor in aanmerking; Dûnsje Wyldekat Dûnsje, tevens het winnende nummer van Liet 2004. Het is een kwestie van heel hard op je lippen bijten om niet automatisch mee te gaan neuriën met dit Friese nummer, zo aanstekelijk is het. Het lied zorgt voor de perfecte afwisseling op de cd; het is een lieflijk walsje met een deuntje dat je dagenlang niet meer uit je hoofd krijgt. Het zou niet verbazingwekkend zijn als Meinderts droom werkelijkheid wordt en dit lied binnenkort landelijk uit de radio schalt.

Boeken / Fictie

De slaaf die slavenhouder werd

recensie: De bekende wereld

Over het slavernijverleden van Amerika is al veel geschreven. Te denken valt aan de boeken van Nobelprijswinnares Toni Morison of de klassieker De negerhut van oom Tom van Harriët Beecher Stowe. Onmiddellijk doemt het beeld van de wrede blanke meester op die met harde hand over enkele beklagenswaardige zwarte slaven regeert. Minder bekend is dat sommige slaven na hun vrijlating zelf ook slaven gingen houden. Dit curieuze gegeven vormt het uitgangspunt van het historische epos De bekende wereld, dat recentelijk in het Nederlands is vertaald. De Amerikaanse schrijver Edward P. Jones won er de Pulitzer Prize 2004 en de National Critics Circle Award mee.

Henry Townsend groeit op als slaaf. Na lang sparen en hard werken slaagt zijn vader Augustus er echter in om hem vrij te kopen. Henry gaat, tot grote teleurstelling van zijn ouders, vervolgens zelf ook slaven houden. Aan het eind van zijn leven – het begin van het boek – heeft hij drieëndertig slaven onder zich en meer dan twintig hectare land, “waardoor hij meer aanzien geniet dan vele anderen, zowel blank als zwart, in Manchester County in de staat Virginia.” Voor zijn slaven maakt het niet uit dat ze een zwarte meester hebben in plaats van een blanke, hun onvrijheid is er niet minder om.

Henry had altijd gezegd dat hij een betere meester wilde zijn dan alle blanken die hij ooit gekend had. Hij begreep niet dat het soort wereld dat hij wilde scheppen al ten dode was opgeschreven voordat hij de eerste lettergreep van het woord meester had uitgesproken.

Ambiguïteit

Henry’s dood markeert het einde van een tijdperk. Zijn weduwe Caldonia krijgt een verhouding met een van de slaven en vrijwel onmiddellijk verzwakt haar grip op de plantage. Er verdwijnen slaven. Enkelen van hen weten zelfs de weg naar de vrijheid te vinden. Langzaam maar zeker brokkelt de bekende wereld met haar verouderde zekerheden af. Mensen worstelen met de veranderende verhoudingen. In de roman is dan ook veel aandacht voor de ambiguïteit van de omgangsvormen. Zo probeert de plaatselijke sheriff een zwart slavinnetje, dat hij als huwelijksgeschenk heeft gekregen, op te voeden alsof het zijn eigen dochter is. Waarbij hij echter voortdurend in de gaten moet houden of hij de grenzen van het welvoeglijke niet in het openbaar overschrijdt. Een andere verhaallijn gaat over de in vrijheid gestelde slaaf Augustus. Om hem te sarren pakken ze zijn kostbare vrijlatingpapieren weer net zo snel van hem af.

Wat heb je voor me, Harvey?
Een nikker die niet wist wat hij met zijn vrijheid moest doen. Dacht dat het betekende dat hij vrij was.

Zekerheid zou er pas komen na de beëindiging van de Amerikaanse burgeroorlog in 1865, toen de afschaffing van de slavernij een feit werd. De bekende wereld gaat over de onrustige periode die direct aan die oorlog voorafging.

Overkill

~

Feitelijk staat in de roman vooral een tijdperk centraal. In plaats van een duidelijke hoofdpersoon met wie je je als lezer kunt identificeren, voert de alwetende verteller à la Márquez een eindeloze stroom personages ten tonele. Uit de diverse verhaallijnen ontstaat een doorwrochte narratieve structuur van epische proporties. Het nadeel hiervan is dat het nogal wat moeite kost om de romanfiguren goed uit elkaar te houden, het lijkt er zelfs op dat deze verwarring bewust wordt nagestreefd. Soms is het ronduit irritant als er wéér iemand geïntroduceerd wordt met wéér een nieuw verhaal, terwijl je net in het midden van een plotlijn zit. Hoewel deze overkill aan karakters ten koste gaat van de psychologische diepgang, weet de schrijver stereotyperingen goed te vermijden. Zijn romanfiguren zijn nooit eendimensionaal goed of slecht. Een goed voorbeeld hiervan is Henry Robbins, een geharde blanke slavenhouder die in tegenstelling tot de meeste van zijn collega’s liefde opvat voor de kinderen die hij bij een zwarte slavin heeft verwekt. Het boek geeft zo een genuanceerd beeld van de slavernij, waarbij een gemakzuchtig moraliserend vingertje afwezig is.

Authenticiteit

Na de verschijning van zijn eerste boek in 1992, de korte verhalenbundel Lost in the City, is Jones meer dan tien jaar bezig geweest met het bedenken van alle verwikkelingen uit het vierhonderd pagina’s tellende De bekende wereld. Hoewel de personages geen historische figuren zijn, doet Jones zijn uiterste best om ons dat te laten vergeten. Hele passages van de roman zijn opsommingen van hun levenswandel: waar en wanneer ze aan hun einde komen, welke banen ze hebben en met wie ze trouwen. Om authenticiteit te suggereren onderbouwt de auteur deze fictieve gegevens met citaten uit niet-bestaande universitaire onderzoeken. Hij begint pas met schrijven als hij alles tot in detail in zijn hoofd heeft uitgedacht. Zelfs Manchester County, een plaats in de zuidelijke staat Virginia waar het geheel zich afspeelt, is volledig aan zijn eigen fantasie ontsproten. In eerste instantie had Jones een bestaande locatie willen nemen, maar gaandeweg voelde hij dat hij dan te zeer vast zat aan de feiten. En inderdaad, dat zou geen recht hebben gedaan aan zijn enorme vermogen om te vertellen.