Boeken / Fictie

De slaaf die slavenhouder werd

recensie: De bekende wereld

Over het slavernijverleden van Amerika is al veel geschreven. Te denken valt aan de boeken van Nobelprijswinnares Toni Morison of de klassieker De negerhut van oom Tom van Harriët Beecher Stowe. Onmiddellijk doemt het beeld van de wrede blanke meester op die met harde hand over enkele beklagenswaardige zwarte slaven regeert. Minder bekend is dat sommige slaven na hun vrijlating zelf ook slaven gingen houden. Dit curieuze gegeven vormt het uitgangspunt van het historische epos De bekende wereld, dat recentelijk in het Nederlands is vertaald. De Amerikaanse schrijver Edward P. Jones won er de Pulitzer Prize 2004 en de National Critics Circle Award mee.

Henry Townsend groeit op als slaaf. Na lang sparen en hard werken slaagt zijn vader Augustus er echter in om hem vrij te kopen. Henry gaat, tot grote teleurstelling van zijn ouders, vervolgens zelf ook slaven houden. Aan het eind van zijn leven – het begin van het boek – heeft hij drieëndertig slaven onder zich en meer dan twintig hectare land, “waardoor hij meer aanzien geniet dan vele anderen, zowel blank als zwart, in Manchester County in de staat Virginia.” Voor zijn slaven maakt het niet uit dat ze een zwarte meester hebben in plaats van een blanke, hun onvrijheid is er niet minder om.

Henry had altijd gezegd dat hij een betere meester wilde zijn dan alle blanken die hij ooit gekend had. Hij begreep niet dat het soort wereld dat hij wilde scheppen al ten dode was opgeschreven voordat hij de eerste lettergreep van het woord meester had uitgesproken.

Ambiguïteit

Henry’s dood markeert het einde van een tijdperk. Zijn weduwe Caldonia krijgt een verhouding met een van de slaven en vrijwel onmiddellijk verzwakt haar grip op de plantage. Er verdwijnen slaven. Enkelen van hen weten zelfs de weg naar de vrijheid te vinden. Langzaam maar zeker brokkelt de bekende wereld met haar verouderde zekerheden af. Mensen worstelen met de veranderende verhoudingen. In de roman is dan ook veel aandacht voor de ambiguïteit van de omgangsvormen. Zo probeert de plaatselijke sheriff een zwart slavinnetje, dat hij als huwelijksgeschenk heeft gekregen, op te voeden alsof het zijn eigen dochter is. Waarbij hij echter voortdurend in de gaten moet houden of hij de grenzen van het welvoeglijke niet in het openbaar overschrijdt. Een andere verhaallijn gaat over de in vrijheid gestelde slaaf Augustus. Om hem te sarren pakken ze zijn kostbare vrijlatingpapieren weer net zo snel van hem af.

Wat heb je voor me, Harvey?
Een nikker die niet wist wat hij met zijn vrijheid moest doen. Dacht dat het betekende dat hij vrij was.

Zekerheid zou er pas komen na de beëindiging van de Amerikaanse burgeroorlog in 1865, toen de afschaffing van de slavernij een feit werd. De bekende wereld gaat over de onrustige periode die direct aan die oorlog voorafging.

Overkill

~

Feitelijk staat in de roman vooral een tijdperk centraal. In plaats van een duidelijke hoofdpersoon met wie je je als lezer kunt identificeren, voert de alwetende verteller à la Márquez een eindeloze stroom personages ten tonele. Uit de diverse verhaallijnen ontstaat een doorwrochte narratieve structuur van epische proporties. Het nadeel hiervan is dat het nogal wat moeite kost om de romanfiguren goed uit elkaar te houden, het lijkt er zelfs op dat deze verwarring bewust wordt nagestreefd. Soms is het ronduit irritant als er wéér iemand geïntroduceerd wordt met wéér een nieuw verhaal, terwijl je net in het midden van een plotlijn zit. Hoewel deze overkill aan karakters ten koste gaat van de psychologische diepgang, weet de schrijver stereotyperingen goed te vermijden. Zijn romanfiguren zijn nooit eendimensionaal goed of slecht. Een goed voorbeeld hiervan is Henry Robbins, een geharde blanke slavenhouder die in tegenstelling tot de meeste van zijn collega’s liefde opvat voor de kinderen die hij bij een zwarte slavin heeft verwekt. Het boek geeft zo een genuanceerd beeld van de slavernij, waarbij een gemakzuchtig moraliserend vingertje afwezig is.

Authenticiteit

Na de verschijning van zijn eerste boek in 1992, de korte verhalenbundel Lost in the City, is Jones meer dan tien jaar bezig geweest met het bedenken van alle verwikkelingen uit het vierhonderd pagina’s tellende De bekende wereld. Hoewel de personages geen historische figuren zijn, doet Jones zijn uiterste best om ons dat te laten vergeten. Hele passages van de roman zijn opsommingen van hun levenswandel: waar en wanneer ze aan hun einde komen, welke banen ze hebben en met wie ze trouwen. Om authenticiteit te suggereren onderbouwt de auteur deze fictieve gegevens met citaten uit niet-bestaande universitaire onderzoeken. Hij begint pas met schrijven als hij alles tot in detail in zijn hoofd heeft uitgedacht. Zelfs Manchester County, een plaats in de zuidelijke staat Virginia waar het geheel zich afspeelt, is volledig aan zijn eigen fantasie ontsproten. In eerste instantie had Jones een bestaande locatie willen nemen, maar gaandeweg voelde hij dat hij dan te zeer vast zat aan de feiten. En inderdaad, dat zou geen recht hebben gedaan aan zijn enorme vermogen om te vertellen.