Boeken / Fictie

De bonsai van de literatuur

recensie: Wilfried de Jong - De linkerbil van Bettini

Sport en cultuur leven nog wel eens op gespannen voet met elkaar. Gelukkig is er Wilfried de Jong. Er zijn weinig programmamakers of schrijvers die de scheidslijn tussen deze werelden zo laten vervagen. De bundel De linkerbil van Bettini verheft de sportliteratuur tot kunst.

Wilfried de Jong kennen we onder meer van de theatervoorstellingen van Waardenberg en De Jong, waarin ze hun Fysiek theater tentoonspreidden. Maar ook van (bekroonde) televisieprogramma’s als Sportpalais De Jong, De Jong in Uitvoering, Pakhuis De Jong en Holland Sport. Daarmee houdt het gelukkig niet op. In zijn televisieprogramma’s gaf de Jong al blijk van zijn interesses in de mens achter de sporter. Maar die is moeilijk te vangen in het vluchtige medium van de bewegende beeldjes. Gelukkig staat hem ook nog het geschreven woord ter beschikking en daar maakt hij dankbaar gebruik van.

Delen

De Jongs debuut Aal is overal lovend ontvangen en nu mogen we dan genieten van de bundel De linkerbil van Bettini. Deze nieuwe bundel bestaat uit vier delen: verhalen, columns, belevenissen en een interview met Johan Cruijff. In het eerste deel (verhalen) zien we de krachtige verhalende verteltrant van De jong. In een viertal verhalen worden evenzoveel miniaturen neergezet. Een verongelijkte oude bokser, een dikke speerwerper of een eenzame, trotse gewichtheffer. Ze komen allemaal tot leven in de sprekende en ontroerende verhalen van De Jong.

Twee

Het tweede deel bestaat uit een bloemlezing uit zijn sportcolumns voor het NRC Handelsblad. Dit zijn grootse vertellingen in miniatuur uitgave. De Bonsai van de literatuur. Nergens wordt de trefzekerheid van De Jongs observatievermogen en de vertaling die hij daarvan naar het papier weet te maken zo duidelijk als in zijn columns. Humor en tragiek wisselen elkaar af en vullen elkaar aan.

Sjeng is een dagje ouder geworden. Wie zijn eigen dood voor ogen heeft gezien, is een stap verder in het leven. Het sterkt je. Schalken gaat nog veel winnen.

Hoewel alles met een knipoog verteld wordt, blijft de waardigheid van de mens en de sporter centraal staan. De gekte van de topsport wordt liefkozend gekoesterd.

Na die woorden wisten de omstanders dat het allemaal in orde was met de schaatser. Ik denk daar anders over. Gerard van Velde is knettergek. Net als alle andere topsporters.

Belevenissen en meer

In deel drie gaan we weer terug naar de verhalen van De Jong, met dit verschil dat het nu zijn eigen belevenissen betreft. Maar niet de ikpersoon is belangrijk. Het zijn de emoties van een sporter die hier de belangrijkste rol vervullen: de teleurstellingen, de pijn en de nostalgie. Alles wat sport zo mooi en absurd maakt. Ook hier geeft De Jong weer blijk van zijn treffende inzicht in de psyche van de sportende mens. Aan het eind wordt het boek afgerond met een interview met het bekendste sport exportproduct van Nederland: Johan Cruijff. En wie kan er beter inzicht geven in de onnavolgbaarheid van Cruijff? Bovendien is een interview met Cruijff altijd goed. Dat ligt niet zozeer aan De Jong, maar vooral aan Cruijff. De dwaalwegen van diens geest leveren altijd interessante ontdekkingstochten op. Je moet er in mee durven gaan, maar dan heb je ook wat.

Amateur

Als je ook maar een klein beetje geïnteresseerd bent in sport, dan kun je niet om Wilfried de Jong heen. Een man die zo bevlogen met de sport, maar vooral de sporters, omgaat is een must voor iedere liefhebber. Het woord amateur is voor deze man uitgevonden. Een grotere liefhebber is moeilijk te vinden. Zeker een die het zo mooi kan omschrijven. Sport verheven tot literaire kunst. Een aanwinst voor onze cultuur.