The Final Cut
(Omar Naim, 2004 • Dutch Filmworks)
~
In de nabije toekomst hebben sommige mensen een implantaat in hun hoofd dat een camera-opname maakt van alles wat ze zien. Bij het overlijden kan daaruit een rooskleurige compilatie gemaakt worden voor de nabestaanden. Een van de mensen die die compilaties maakt, raakt betrokken bij een complot en doet ondertussen ontdekkingen over zijn eigen verleden. Dit geruisloos op dvd verschenen science fiction-drama heeft een aantal uitmuntende ingrediënten, maar weet helaas niet te overtuigen. Een mooi introverte hoofdrol van Robin Williams, intelligente thematiek en beheerst, kraakhelder camerawerk van veteraan Tak Fujimoto (
Badlands,
The Silence of the Lambs,
Signs, etc) maken
The Final Cut fascinerend, maar het blijft een fascinerende mislukking. Debuterend regisseur Naim wekt interessante vragen op over de waarde van herinneringen en interpretatie, maar werkt ze niet bevredigend uit. Zijn eigen scenario zit vol gapende plotgaten, en hij toont zich getuige de belabberde bijrollen een zwakke acteursregisseur. De Libanees weet het geheel ondanks alle goede bedoelingen en respectabele prestaties niet helemaal in goede banen te leiden. Talent heeft hij wel, dat hopelijk in een volgende film beter tot zijn recht komt. (Paul Caspers)
The Five Obstructions (De fem benspænd)
(Jørgen Leth & Lars von Trier, 2003 • Total Film)
~
The Five Obstructions is een uniek steekspel tussen twee grootmeesters uit Denemarken, Lars von Trier en Jörgen Leth, met als wapen de filmband. In 2000 daagde von Trier zijn vriend een leermeester Leth uit om zijn intrigerende korte film
The Perfect Human (1967) vijf maal opnieuw te maken, waarbij hem telkens weer andere beperkingen zouden worden opgelegd. Leth nam de uitdaging aan en wist vijf overtuigende nieuwe filmpjes te creëren.
The Five Obstructions bestaat uit deze filmpjes, afgewisseld met de gesprekken die von Trier en Leth met elkaar voerden. Het geheel vormt een curieuze mix tussen de documentaire en de kunstfilm. Een absolute must voor cinefielen is en voor gewone filmliefhebbers ook zondermeer een aanrader. Lees ook onze
bioscooprecensie van deze film. (Martijn Boven)
Tiny Tiptoes
(Matthew Bright, 2003 • Paradiso)
~
De regisseur van bizar moordvermaak als
Freeway en
Ed Gein gooide het met dit dwergendrama over een geheel andere boeg, maar heeft zich van de film gedistantieerd: de producenten zouden hem na de opnames niet meer aan
Tiny Tiptoes hebben laten werken. Of dat de oorzaak is geweest of niet,
Tiny Tiptoes is een interessant curiosum, maar geen bijster sterke film. Matthew McConaughey speelt een jongeman die een kind krijgt bij zijn vriendin (Kate Beckinsale), maar de zaken worden gecompliceerd als ze erachter komt dat zijn hele familie uit dwergen bestaat. Gary Oldman speelt absurd genoeg zijn tweelingbroer. Een moralistisch drama volgt, dat sterk geacteerd is, maar bar weinig om het lijf heeft. (Paul Caspers)
Trauma
(Marc Evans, 2004 • Paradiso)
~
Trauma doet sterk denken aan
The Machinist, een andere recente thriller over een man die na een gruwelijk voorval werkelijkheid niet meer van inbeelding kan onderscheiden. Het Britse
Trauma is een aanvankelijk boeiende maar uiteindelijk inferieure film, die verpest wordt door een verwarrend, ontoegankelijk scenario en onnodig afleidende beeldvervormingen. Die moeten de psychische waantoestand van de hoofdpersoon (de normaal zo sympathieke Colin Firth) uitbeelden, maar werken eerder op de zenuwen. Het is een van de misplaatste trucs van regisseur Evans (
My Little Eye), die met
Trauma een akelig, onevenwichtig werkje aflevert. Overigens ten zeerste af te raden voor mensen met een spinnenfobie. (Paul Caspers)
Lemony Snicket’s A Series of Unfortunate Events
(Brad Silberling, 2004 • Universal)
~
Als de kinderen Violet, Klaus en Sunny Baudelaire hun ouders en huis verliezen bij een enorme brand, zit er voor hun niets anders op dan bij de griezelige Count Olaf (Jim Carrey) te gaan wonen. Deze vreemde man is echter alleen maar uit op het enorme fortuin van de arme wezen. Het is het begin van een serie van zeer onfortuinlijke gebeurtenissen. Op een dvd van een grote kinderproductie als deze, zou je de meest fantastische extra’s verwachten. Dat is niet het geval: de dvd is karig bepakt met enkele kleinigheidjes. Het enige waar er genoeg van zijn, zijn de verwijderde scènes. Deze zijn in twee categorieën onderverdeeld, maar er wordt niet echt duidelijk waarom dat zo is. Jammer genoeg zijn alleen de extra scènes waarin Jim Carrey er op los improviseert de moeite waard. De rest van de extra’s bevatten het commentaar van regisseur Brad Silberling, een zeer matige mini docu over de oudste Baudelaire-kinderen en een ‘interactieve Count Olaf’, die al helemaal niet interessant is. Naast de film zijn alleen de menu’s het kopen van de dvd waard. Lees hier onze
bioscooprecensie van deze film. (Nora Sinnema)
Mercano el Marciano
(Juan Antin, 2002 • De Filmfreak)
~
Nadat zijn hondachtige huisdier ‘per ongeluk’ vermoord is door een vredesschip van aarde, stapt Merciano furieus in zijn vliegende schotel en reist af richting de boosdoeners, waarna hij in een winkelstraat neerstort. Als Merciano op virtueel gebeid nogal handig schijnt te zijn, wordt hij onder valse voorwendselen naar een grote multinational gelokt, waarna de ideeën in zijn brein gekopieerd en verwerkelijkt worden. Zo ontstaat een omvangrijke virtuele wereld waarin mensen in een betere versie van zichzelf kunnen rondlopen. De echte wereld wordt vergeten en de mensheid zit gekluisterd achter zijn computerscherm, terwijl bij de makers het geld binnenstroomt. De Argentijnse animatiefilm
Mercano el Marciano is een parabel over de consumptiemaatschappij, waarin schaamteloze multinationals de dienst uitmaken en erop uit zijn de mens te veranderen in vegeterende kasplantjes. De film is gemaakt in de platte tekenstijl die ook gebruikt wordt in tekenfilms als
Beavis and Butthead en
South Park, waarbij je vooral niet moet denken aan uiterst minutieus vervaardigde films als
Toy Story of
Finding Nemo. Het geheel levert een bij vlagen vermakelijk filmpje op, dat vanwege zijn wel erg platte maatschappijkritiek echter allerminst diepzinnig genoemd kan worden. (Martijn Boven)
Lugares Comunes
(Adolfo Aristarain, 2002 • Paradiso)
~
Als Fernando, een recalcitrante professor aan de universiteit van Beuneos Aires, wordt gedwongen om met vervroegd pensioen te gaan, moet hij samen met zijn vrouw opnieuw beginnen.
Lugares Comunes van de Argentijnse regisseur Adolfo Aristarain brengt minutieus in kaart hoe het echtpaar met deze moeilijke situatie omgaat. We zien hoe ze hun appartement in de stad verruilen voor een huis op het platteland en hoe ze een bezoek brengen aan hun zoon, die in het buitenland woont. De film kent enkele prachtige momenten, zoals de explosieve botsingen tussen Fernando en zijn zoon, of het wonderlijke, erotisch geladen gesprek dat Fernando voert met een vrouwelijke bibliothecaris. Het acteerwerk van Federico Luppi, die Fernando speelt, is uitstekend, maar ook de andere acteurs mogen er zijn.
Lugares Comunes is gefilmd in mooie, ietwat trage beelden die soms een poëtisch effect hebben, maar er op andere momenten voor zorgen dat de film enigszins saai wordt. Helaas wordt de film ontsierd door enkele geforceerde pogingen om diepzinnig te doen. Zo horen we via de voice-over geregeld de quasi-filosofische hersenspinsels die Fernando in zijn notieboekje noteert. Hier merk je al te duidelijk dat
Lugares Comunes gebaseerd is op een roman –
El Renacimiento van Lorenzo F. Aristarain – en niet geheel in staat is om dat boek in beelden te vertalen. (Martijn Boven)
Genesis
(Claude Nuridsany & Marie Pérennou, 2004 • A-Film)
~
Genesis begint zogenaamd met het ontstaan van het heelal, maar behalve wat gegoochel met rook en stof krijg je daar niets van te zien. Als we de makers van
Genesis moeten geloven, was het heelal er zomaar opeens. Een bultje energie kwam op uit het niets en hopla er verrezen hele zonnestelsels met een omvang van vele miljarden kilometers. Ook de overige ontwikkelingsfases in het ontstaan van het leven worden nogal tendentieus in kaart gebracht. Zo wordt de hele evolutieketen geprojecteerd in de curieuze sprongen van een doodnormale wandelende vis. Met enige goede wil zou je
Genesis een poëtische evocatie van het wonder van het leven kunnen noemen, voor hetzelfde geld kun je het echter ook als een curieus samenraapsel van op zichzelf interessante beelden beschouwen. Hoe het ook zij, wie zijn kennishorizon wil verbreden hoeft van deze film weinig te verwachten. Door de prachtige beelden is de film echter de moeite van het kijken zeker waard. Het onbetwistbare hoogtepunt van de film wordt gevormd door de subtiele paringsdans van twee spinnen, die door de uitgekiende soundtrack van Bruno Coulais nog beter tot zijn recht komt. Daarnaast zijn er nog genoeg andere mooie momenten die ervoor zorgen dat je de irritante semi-authentieke Afrikaanse verteller voor lief neemt. Qua mooie plaatjes voegt
Genesis uiteindelijk echter toch te weinig toe aan zijn voorganger
Microcosmos om echt interessant te kunnen worden. Op de tweede dvd zijn een beperkt aantal extra’s opgenomen: een ‘making of’ van een halfuurtje, enkele interviews met de crew en tenslotte een korte bijdrage over de filmmuziek. Hoewel deze extra’s enkele interessante weetjes bevatten, voegen ze niets wezenlijks toe aan de film. (Martijn Boven)
Música Cubana
(German Kral, 2004 • Just Entertainment)
~
In navolging van de succesvolle documentaire over de Buena Vista Social Club van Wim Wenders maakt de Argentijnse regisseur German Kral een vervolgdocumentaire genaamd
Música Cubana. Ditmaal worden niet zozeer oude heren gevolgd maar komt de nieuwe generatie aan bod. We volgen Pio Leyva, een van de leden van de Buena Vista Social Club, die samen met taxichauffeur Bárbaro Marín het beste aan jong muzikaal talent bij elkaar brengt voor een junior-Social Club. In deze docufilm worden we wederom overspoeld met prachtige, zonnige beelden en dito muziek. Maar waar je bij de documentaire van Wenders voelde dat alles recht uit het hart kwam, dat je zag wat was, zie je nu wat gemaakt is.
Música Cubana komt veel geregisseerder en gepland over en dat is jammer. Gemaakt met het verstand, niet met het hart. (Harrie de Vries)
Steengoed!
Borden, potten en schotels. In de meeste huishoudens gewone gebruiksvoorwerpen, soms zelfs slachtoffer van een heftige ruzie met je geliefde. Niet voor verschillende musea in Friesland, die besloten om 400 jaar Fries aardewerk als uitgangspunt te nemen voor de tentoonstelling Steengoed!. Honderden tegels, schotels, gebruiks- en sieraardewerk belichten het Friese aardewerk door de eeuwen heen.
~
Aardewerk voor het dagelijks gebruik werd vroeger gemaakt door de ambachtelijke pottenbakker. Vanaf de 18e eeuw waren er een aantal centra in Nederland, waarvan Friesland als de belangrijkste gold. Rond 1750 bereikte de provincie een hoogtepunt met meer dan 50 pottenbakkerijen die vier miljoen stukken aardewerk produceerden. Deze zomer werken zes Friese musea en drie aardewerkfabrikanten samen om alle facetten van het Fries aardewerk uit heden en verleden te tonen. De aanleiding voor deze samenwerking is de afronding van een reeks boeken waarin het Fries aardewerk wetenschappelijk wordt beschreven.
Blokker
~
Eierdopje
Na tientallen jaren van onderzoek is het door goed te kijken en vergelijken gelukt om namen van de belangrijkste schilders boven water te krijgen en te verbinden met voorwerpen. Iedere schilder heeft een eigen manier van schilderen, een zogenoemd ‘handschrift’. Deze kijk-en-vergelijk methode wordt al langer toegepast op schilderijen waarvan onduidelijk is wie ze heeft gemaakt. Enkele werken getuigen van inventiviteit in combinatie met de nodige humor, zoals een grote po – vroeger een typisch huwelijkscadeau – met zeven handvatten. De handvatten moesten verhinderen dat de eigenaar met hoge nood ’s nachts in het donker misgreep. Of neem een eierschotel waarbij een eierdopje op een bord is vastgemaakt. Handig! Wie kent het niet: een ei doppen en vervolgens niet weten waar je resten zo snel laat. Bijzonder zijn ook twee bloemenvazen, die zijn voorzien van gaten in de zijkanten, waar ook enkele bloemenstelen in gestoken kunnen worden.
In het Princessehof in Leeuwarden is het meer ambachtelijke gebruiksgoed te zien (vervaardigd in de periode 1750- 1950), zoals verfpotten, kinderspeelgoed, spaarpotten, vergieten, puddingvormen en theelichtjes. Het zijn alledaagse voorwerpen, roodbruin, geel of groen van kleur, voor huis, tuin en keuken. Onmisbaar in de huishouding om het eten te bereiden, te bewaren en op tafel te zetten.
Elfstedenbrug
~
Mammoetklus
Steengoed! is de naam van de tentoonstelling, maar het zegt misschien stiekem ook iets over de ambitie van de deelnemende musea. Het moet een mammoetklus zijn geweest om het tentoongestelde aardewerk bij elkaar te brengen. Vele duizenden stukken zijn in collecties over de hele wereld terug gevonden. Kenmerkend is wellicht het citaat uit een brief aan de Romeinen in de bijbehorende catalogus: “Heeft de pottenbakker niet de vrijheid om van dezelfde klomp klei zowel een kostbare vaas als een alledaagse pot te maken?” Waar de pottenbakkers van toen ook voor kozen, het een doet niet onder voor het ander. En dat maakt Steengoed! bijzonder in zijn soort.
400 jaar Fries Aardewerk
Gezien in: o.a. Fries Museum, Princessehof, Tresoar, LeeuwardenNog te zien tot: zondag 02 oktober 2005
Link: Princessehof
Link: Tresoar
Misschien ook iets voor u
Op de trekker naar de Zuidpool
Een reis naar de Zuidpool maken is niet niks. Maar op je tractor naar de Zuidpool rijden om daar dromen te gaan planten, kun je gerust een groots avontuur noemen. Theatermaker Manon Ossevoort (28) doet het. Ze reed 8 juli j.l. op een stoere groene Deutz de Nederlandse grens over met als eindbestemming Antarctica. Haar project Zuidpool, een reis van 19.000 kilometer en daarmee de langste theatervoorstelling ter wereld, zal bij een gemiddelde tractorsnelheid van 25 km/u zo’n anderhalf jaar in beslag gaan nemen.
Tijdens de reis, die voert door Europa, de Balkan en Afrika, bezoekt Manon diverse projecten (onder meer van War Child) die net als Zuidpool getuigen van liefde en lef. Ook speelt ze onderweg de voorstelling Doe, een duet met haar tractor, waarmee ze dromen van toeschouwers verzamelt. Al die dromen zal ze uiteindelijk symbolisch in de sneeuw van de poolcirkel begraven zodat ze uit kunnen komen. “Zuidpool gaat over de wil om met een open, onbevangen blik de wereld in te kijken,” zegt Manon.
Niet nieuw, toch bijzonder
Een wereldreis op de kaart zetten met een origineel plan, een weblog en de nodige publiciteit is niet nieuw. Een paar jaar geleden wist Ramon Stoppelenburg zich al van gratis slaapplaatsen over de hele wereld te verzekeren met zijn project letmestayforaday.com. Ook trips die een goed doel onder de aandacht brengen zijn al vaker gemaakt. Het team van drivetheplanet.nl reed bijvoorbeeld in een oud Volkswagenbusje naar China voor SOS-kinderdorpen. Het bijzondere van Zuidpool is echter het theatrale aspect dat Manon (ze studeerde in 2002 af aan de Theaterschool in Amsterdam) aan haar avontuur weet mee te geven.
Sprookje
De reis doet wel wat denken aan The Straight Story, de film van David Lynch waarin een 73-jarige man op zijn grasmaaier heel Iowa doorkruist om zijn zieke broer te bezoeken. Het verhaal van Zuidpool – een dromerig meisje met een missie reist op haar trekker af naar het einde van de wereld – klinkt als een sprookje. Een ontwapenend sprookje, dat des te meer tot de verbeelding spreekt omdat Manon er niet alleen een voorstelling van maakte, maar ook besloot om haar draken te verslaan, haar droom te gaan leven en echt te vertrekken.
Op weg
En nu is ze op weg. Zuidpool is in juni officieel gestart met het opvoeren van Doe tijdens het Oerolfestival en de Parade, maar Manon heeft op 8 juli Nederland verlaten. Op naar St. Etienne, waar ze, als alles volgens plan verloopt, eind juli de Tour de France zal kruisen. We houden je de komende maanden op de hoogte.
Heb je nog vragen over dit bijzondere avontuur, mail ons dan! 8WEEKLY houdt contact met Manon en legt je vraag aan haar voor.
Een tegendraadse voorstelling
/ 0 Reactiesdoor: Nathalie van Eck0 SterrenHoe zat het ook al weer: was Floris de verkrachter van Magteld van Velsen? Theatergroep Theamus neemt je mee terug naar de Middeleeuwen. Het verhaal van Floris V is afgestoft en in een nieuw jasje gestoken en wordt opgevoerd tijdens Festival Karavaan en op kastelen in Santpoort-Zuid en Medemblik. De groep brengt Floris V als een groots muziektheater spektakel waarin de moderne tijd en de Middeleeuwen, muziek, dans en theater gecombineerd worden.
~
Gerda Holzhaus is regisseur van deze voorstelling en tevens oprichter van Theamus. Ze noemt dit stuk waarin Floris V wordt opgevoerd als populaire volksheld een “tegendraadse voorstelling”. “Hij is weliswaar een echt Middeleeuws figuur, maar de politieke en persoonlijke motieven die tot zijn moord leiden, doen ons denken aan politieke moorden als die op Pim Fortuyn of Theo van Gogh,” vertelt ze. Dat is meteen ook de reden geweest om voor Floris V te kiezen. “Er worden al eeuwenlang tegengestelde verhalen over hem verteld. Hij zou Magteld van Velsen, de vrouw van een goede vriend, verkracht hebben, de moord op zijn vader Roomskoning Willem II gewroken hebben op de Westfriezen, maar hij heeft ook Holland sterk gemaakt. Afhankelijk van de politieke situatie op dat moment werd hij als een volksvriend en dan weer als een tiran afgeschilderd, net zoals dat in de media gebeurt met Fortuyn of Van Gogh. Dat vonden we een interessant gegeven om een stuk over te maken.”
Zolang je maar deugt
~
Helderheid
Dat klinkt heel hip, maar dat valt wel mee volgens acteur Mattijn Hartemink (bekend van tv-series als Het glazen huis en Russen en films als Het wonder van Maxima en The Room) die de rol van Floris speelt. “Wel vraag ik me soms af of we niet dingen zouden moeten schrappen om de helderheid van de voorstelling te bevorderen. Doordat er heel veel mogelijk is door alle disciplines die meewerken, bestaat het gevaar dat je teveel wil en is het belangrijk te doseren. Ik zou me kunnen voorstellen dat dat hier en daar beter kan waardoor de voorstelling aan helderheid kan winnen. Dat hij scherper wordt. Vanuit mijn positie is dat moeilijk te zeggen. Ik sta er midden in en heb dus geen overzicht.”
Onbevangenheid
~
Gelijkwaardig
De tekst van deze voorstelling is geschreven door Erik Karel de Vries en de muziek door Bob Driessen (van onder meer Orkest De Volharding). Bij elkaar is het een mooi geheel, legt Holzhaus uit: “Samen vertellen deze onderdelen één verhaal, zonder voor elkaar onder te doen. Dus geen muziek in dienst van het toneelspel of toneelspel in dienst van de muziek, maar deze twee elementen maken een gelijkwaardig onderdeel uit van de voorstelling.”
Historische plekken
~
Professioneel
Verder vindt Holzhaus het bijzonder dat in deze voorstelling professionele spelers samenwerken met goede amateurs. “Wij willen laten zien hoe twee culturen binnen de kunst elkaar kunnen voeden, zodat er een nieuwe uitwisseling ontstaat. Zo zijn we in staat om met een grote groep mensen een enorm spektakel neer te zetten, buiten, op prachtige locaties en toch de hoofdthematiek door goede spelers te laten vertolken.” Ook Hartemink is enthousiast: “Het is een geweldige ervaring om met zo’n groep en met zoveel disciplines in de openlucht mee te mogen liften op de tomeloze energie die zo’n stelletje gekke gasten kennelijk samen weet te genereren.”
Floris V wordt 14 tot en met 17 juli opgevoerd tijdens Festival Karavaan, daarna op 19 en 20 juli in Santpoort Zuid en tot slot van 22 tot en met 24 juli in Medemblik.
Een interview over Floris V
Misschien ook iets voor u
Een overdonderende hartenkreet
Met de locatievoorstelling A Clockwork Orange is de geboorte van d’Electrique, de nieuwe groep rondom Ko van den Bosch, een feit. Nadat zijn groep Alex d’ Electrique na 25 jaar wegens subsidiekorting het veld moest ruimen wordt de lijn van ruw, non-conformistisch theater doorgezet.
Hij bewerkte zelf de tekst en Ola Mafaalani nam de regie op zich. Betrokken en overdonderend theater is het resultaat, althans voor de ingewijde toeschouwer.
~
Bedrieglijke eenvoud
A Clockwork Orange wordt gespeeld in de NDSM-hal aan de Noordstrook in Amsterdam. De grootte van de hal is ontzagwekkend. Zover het oog reikt volgestouwd met zooi: bouwmateriaal, roestige auto’s en allerlei ramsjgoed. Aan de overkant van deze desolate ruimte hangt een enorme houten doos aan kettingen aan het plafond, zo’n drie meter boven de grond. Dit is het podium waarin, onder, naast, voor en zelfs achter het theaterspektakel plaatsvindt. Het eenvoudige uiterlijk is bedrieglijk, de doos (ontwerp André Joosten) is een inventieve constructie met een in de loop van de avond letterlijk overdonderend effect.
Geweld
Het publiek wordt vanaf de eerste minuut bedolven onder een dikke laag audiovisueel geweld. In een hoek van het podium zit een man. Hij schreeuwt en schreeuwt. In eerste instantie onverstaanbaar maar na een tijdje wordt duidelijk dat hij een verklarende woordenlijst voorleest. Want Alex en zijn gang hebben een eigen taal, een vreemde mix van Engels en Russisch. Punkband The Ex, voor de gelegenheid aangevuld met operazangeres Daniëla Bernoulli, laat de muziek aanzwellen en het geschreeuw wordt overstemd. Maar de gewelddadigheden worden alleen maar gruwelijker. Danseres Lonneke van Leth is sterk als de personificatie van al het aangerichte leed. Bloot, rillend en bedekt met liters dikke rode verf wringt zij zich in bochten en verbeeldt zo het lijden van de slachtoffers.
Uiteindelijk wordt Alex opgepakt en ‘gebrainwashed’. Hij leert geweld associëren met misselijkheid. A Clockwork Orange is een aanklacht tegen dit soort gedragsconditionering. Deze heropvoeding van criminelen tot politiek correcte en brave burgers berooft hen van hun vrije wil, hun individualiteit en dus hun menselijkheid.
Voorkennis
De impact van deze voorstelling is sterk afhankelijk van de voorkennis van de toeschouwer. Wie de film (te) goed kent, zal teleurgesteld naar buiten komen. In een razend tempo worden de belangrijkste verhaallijnen aangestipt maar veel blijven ook onaangeroerd. De grote afstanden tussen de verschillende speelvlakken die de acteurs en muzikanten moeten overbruggen halen de vaart soms uit het spel. De – vaak zeer plastische – scènes waar de film zo beroemd door is geworden, komen in de theaterversie niet altijd even helder uit de verf en wekken dan geen inleving maar afstandelijkheid bij de toeschouwer op.
Kenners van Alex d’Electrique daarentegen zullen naast de vertrouwde zwarte humor vooral de laatste scène kunnen waarderen. Hierin grijpt Ko van den Bosch de kans om een politiek statement te maken. Hij schreeuwt zijn woede uit over het bekrompen politieke klimaat en de subsidiekorting op zijn gezelschap. Bij de toeschouwer die geen weet heeft van de crisis rondom Alex d’Electrique zal deze boodschap waarschijnlijk niet aankomen. Een gemiste kans voor deze betrokken theatermakers. Maar voor de goede verstaanders is het een hartenkreet die tot op het bot ontroert. Een hartenkreet van een kwetsbare kunstenaar die wil vechten voor zijn vrijheid en individualiteit en zich niet laat ‘brainwashen’ door politieke spelletjes. Dat geeft hoop voor de toekomst van dit in Nederland zo onmisbare non-conformistische theater.
A Clockwork Orange speelt tot en met 24 juli tijdens het Over Het IJ Festival
A Clockwork Orange (d'Electrique en The Ex)
Artiest: d'Electrique en The ExGezien op woensdag 06 juli 2005 in NDSM-hal, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
In woord en grind
Natuurlijk, wat zich op With Teeth bevindt heeft Nine Inch Nails allemaal al eens gedaan. Tijdens het beluisteren van dit album werd ik regelmatig overvallen door een gevoel van déjà vu. Maar wat Trent Reznor op deze nieuwe plaat allemaal uitvreet is géén trucje, wat ik u brom. Deze plaat knarst, piept, zoemt, de luisteraar voortstuwend in een stroom melodieuze maalgeluiden.
~
Grootspraak
Helaas vervallen de Nails af en toe in een vleugje grootspraak: “I am the plague/I am the swarm” in The Collector of maakt Reznor zich schuldig aan Whitney Houston-rijm: “Underneath we’re not so tough/And love is not enough” wordt er gezongen in Love Is Not Enough. Eh, hallo? Trent, jongen, niet op alle fronten is het een pré dat je voor het eerst een plaat nuchter opnam.
Pijnlijk mooi
Het is gelukkig niet al pek wat er doft. Er is op dit album genoeg te genieten. Right Where It Belongs is pijnlijk mooi, vooral wanneer het nummer ineens wordt gelardeerd door een verontrustende ruis. Wat is dat? Gejuich? Kraaien? Angstaanjagend mooi. Ook in het wonderschone All The Love In The World kijkt Reznor weer eenzaam om zich heen: “No one’s heard a single word I’ve said/ They don’t sound as good outside my head”. Met een overslaande stem gezongen, ondersteunt door piano en ingetogen beats is het een van de sterkste nummers van het album. Over beats gesproken, de rollende voortstuwende drums (ingespeeld door ons aller Dave Grohl, die regelmatig een potje mee drumt op dit album) in The Hand That Feeds zijn absoluut meeslepend. Wachtend op de trein kreeg ik spontaan zin om willekeurige voorbijgangers neer hoeken.
Gelikt maar geloofwaardig
Wordt er zoals we gewend zijn bij tijd en wijle een flinke geluidsmuur opgeworpen, Nine Inch Nails houdt zich op deze plaat voornamelijk aan een subtielere vorm van industrial rock. Dit keer zijn de scherpe randjes minder snijdend, zoals op The Fragile en The Downward Spiral, en klinkt het album in zijn geheel gelikter. Maar dit betekent zeker niet dat dit een gelikt album ís. White Teeth blijft immer geloofwaardig. Ik ben verrast dat iemand die al sinds 1989 aan de weg timmert weer een album weet te maken waarin pijn zo meeslepend mooi wordt omgezet in woord en grind.
Nine Inch Nails
Album: With TeethMisschien ook iets voor u
Tweemaal Wyatt Earp
.
~
Subtop
Hour of the Gun (1967) is een prima western. De film (een vervolg op Sturges’ Gunfight at the OK Corral) hoort net niet thuis in het rijtje High Noon, The Searchers of het werk van Sergio Leone, maar het is zonder twijfel een van de betere films in de subtop van klassieke westerns. Deels kan dit op het conto geschreven worden van topacteurs James Garner en Jason Robards (die respectievelijk Earp en Doc spelen). Wanneer je zo’n verhaal met zulke acteurs ook nog eens laat regisseren door John Sturges (naast een van de beroemdste westerns, The Magnificent Seven, het meest bekend van The Great Escape), mag het ook geen wonder heten dat Hour of the Gun een degelijke western is geworden. Helaas is de film niet origineel of sterk genoeg om het predikaat ‘klassieke western’ te verdienen. Het verhaal is net iets te plat, de karakters net niet onderscheidend genoeg en de beelden blijven niet in je hoofd zitten.
Evenwicht
~
Alleen in de aanbieding
Het verhaal is iets interessanter dan dat van Hour of the Gun en de western is prima gefilmd. Minder actie, maar iets meer diepgang en verhaal. De personages zijn meer driedimensionaal en interessanter, alleen de acteurs zijn een stuk minder. Zij kunnen de film niet dragen, iets dat bij een western essentieel is. Faye Dunaway speelt wel fantastisch (en is beeldschoon, naar mijn mening). Al met al zijn deze twee dvd’s een must voor westernliefhebbers, maar gewone dvd-kopers moeten deze westerns alleen in de aanbieding aanschaffen.
Hour of the Gun en Doc
Regie: John Sturges / Frank PerryJaar: 2024
Distributeur: Paradiso
Misschien ook iets voor u
Intrigerend portret van het vertwijfelde Amerikaanse Zuiden
Toen in 1946 de eerste geruchten de ronde deden dat William Faulkner (1897-1962) een van de kanshebbers was op de Nobelprijs voor literatuur (die hij in 1949 ook daadwerkelijk zou krijgen), konden de meeste Amerikanen hun oren niet geloven. Op een enkele uitzondering na was geen van zijn boeken nog in druk te verkrijgen en zelfs tweedehands was het een hele toer om een exemplaar te bemachtigen.
Deze schandelijke miskenning van een van de grootste Amerikaanse schrijvers is in Amerika zelf onderhand aardig bijgetrokken, maar de Nederlanders laten Faulkner nog steeds massaal links liggen. Nu uitgeverij Atlas een nieuwe serie vertalingen van Faulkner heeft uitgebracht, komt daar hopelijk verandering in.
Naast de al eerder gepubliceerde Faulkner-vertalingen Terwijl ik al heenging (As I Lay Dying, 1930) en Onverslagen (The Unvanquished, 1938) heeft uitgeverij Atlas recentelijk ook Licht in augustus (Light in August, 1932 ) uitgebracht, in de uiterst leesbare nieuwe vertaling van Guido Goluke. De drie romans behoren tot de minst ingewikkelde uit het oeuvre van Faulkner, terwijl het ze niet aan literaire kwaliteiten ontbreekt. Zodoende vormt het een goede selectie die tegemoet komt aan de beginnende Faulkner-lezer, zonder daarbij de kenner tegen de borst te stuiten. Hopelijk wordt de reeks in de toekomst aangevuld met de fascinerende romans: Absalom, Absalom! en The Sound and the Fury, alsmede een representatieve selectie uit Faulkners vele verhalen.
Blanke neger
Zoals veel van Faulkners romans speelt Licht in augustus zich af in het plaatsje Jefferson. Het boek begint met de aankomst van Lena Grove, een zelfverzekerd weesmeisje dat met onverminderd zelfvertrouwen op zoek is naar de verwekker van haar nog ongeboren kind. Op de dag van haar komst brand er aan de rand van de stad een huis en wordt het lijk van mevrouw Burden gevonden. Verdachten van de moord zijn Joe Chrismas en Joe Brown, twee vreemdelingen die zich kort na elkaar in Jefferson hebben gevestigd en samen in illegale Whisky handelen. Joe Brown verraadt zijn handlanger voor geld en vertelt dat deze op het oog zo blanke man, negerbloed in zich heeft. Met de blanke neger, Joe Christmas, die zelf niet eens weet of hij nu een blanke of een neger is, weet Faulkner het onderscheid tussen blank en zwart als een fictie te ontmaskeren.
Hoewel Faulkners werk door veel lezers moeilijk gevonden wordt, komt dit niet door de ingewikkelde ideeën die erin verstopt zitten maar door zijn ingenieuze en ongebruikelijk verteltechnieken. Zijn taal is weerbarstig en staat bol van overrompelende erupties. Hij maakt veel gebruik van lange, hypnotiserende zinnen waarin heden, verleden en toekomst tot een grote brei samenklonteren. Hierdoor raakt de lezer elk besef van tijd kwijt en verliest hij zichzelf in de schimmenwereld waarin ook de personages ronddolen. Dit effect wordt nog versterkt door de veelal labyrintische structuur van Faulkners werk. Hoewel ook in Licht in augustus het experiment niet geschuwd wordt, is de structuur van de roman vele malen eenvoudiger dan van bijvoorbeeld The Sound and the Fury. Dit maakt het tot een van zijn meest toegankelijke romans.
Faulkner praat zijn lezer niet naar de mond, maar gaat zijn eigen weg. Zoals hij zelf zegt: “Zet het neer. Neem risico’s. Misschien wordt het slecht, maar het is de enige manier waarop je iets werkelijk goed kan doen.” En hij heeft gelijk, want wat je ook kunt zeggen over bepaalde excessen in Faulkners stijl, de kracht en authenticiteit van zijn werk komt nu juist voort uit het feit dat hij compromisloos was en zich niet liet voorschrijven wat hij moest doen.
Levende doden
Het genie van Faulkner is verwant aan dat van schrijvers als Dostojevski. Net als deze laatste zweeft hij niet boven zijn personages, probeert hij geen verklaring voor hun handeling te vinden en tracht hij hun daden niet te vergoelijken, maar laat hij het uitschot der aarde naar voren treden zoals het is. De portretten die hij schetst zijn scherp, nietsontziend en neigen naar het groteske. Zijn personages zijn veelal levende doden, overgebleven schimmen die doelloos door de wereld dwalen, die hij beschrijft als poppen, ballongezichten, stukken speelgoed, of ovalen zonder gelaat. Zoals hier in Licht in augustus:
Vrijwel al Faulkners personages worstelen met hun identiteit. De een heeft een gebrek aan identiteit, terwijl de ander er juist een teveel aan heeft. Veelal zijn het vertwijfelde en gewelddadige lieden die hun eigen verdoemenis niet weten af te wenden. Uiteraard zijn er enkele markante uitzonderingen op deze regel. In Licht in augustus is de ietwat naïeve Lena Groove daar een uitstekend voorbeeld van. Terwijl ze genoeg reden heeft om vertwijfeld te zijn, neemt ze de situatie zoals die is en gaat ze monter verder. Als Byron Bunch, de goedaardige sukkel die haar geholpen heeft, zijn rechten komt opeisen en haar probeert te verkrachten, wimpelt ze hem weg met de woorden: “Wat is dat nou, meneer Bunch. Schaamt u zich niet? U had de baby nog wakker kunnen maken.” Waarna de ongelukkige bedremmeld afdruipt.
Dolgedraaide hindernisloop richting het niets
Het Amerikaanse Zuiden, dat door velen beschouwd wordt als Faulkners kernthema, is voor hemzelf slechts een bijkomend verschijnsel. In een brief schrijft hij: “Ik ben geneigd te denken dat mijn materiaal, het Zuiden, niet heel erg belangrijk voor me is. Ik ken het nu eenmaal.” Zijn werkelijke onderwerp is het leven in al zijn facetten, in zijn visie maakt het niet zoveel uit waar dat leven zich afspeelt. Het leven op de ene plek laat zich niet beter of minder beschrijven dan op de andere, het is “overal dezelfde dolgedraaide hindernisloop richting het niets,” schrijft Faulkner ergens, “en de mens stinkt dezelfde stank in welke tijd hij zich ook bevindt.” Faulkners personages zijn desondanks archetypische figuren die tezamen een beeld schetsen van de problemen en eigenaardigheden van het Amerikaanse Zuiden.
Juist vanwege het feit dat Faulkner niet geïnteresseerd was in regionale geschiedschrijving, maar in de mens en zijn universele problematiek, weet hij de problematiek van het Zuiden zo eigenzinnig aan de orde te stellen. Dit blijkt vooral uit zijn mythische koninkrijk, Yoknapatawpha County, dat hij in zijn proza tot leven wekte. Deze imaginaire provincie situeerde Faulkner in de staat Mississippi, het hart van het Amerikaanse Zuiden, waar Faulkner zelf ook vandaan kwam en zijn hele leven gewoond heeft. In het centrum van deze fictieve streek ligt Jefferson. Rondom dit plaatsje spelen zich zestien van Faulkners romans en een groot aantal verhalen af, waaronder ook Licht in augustus. Faulkner werd bij zijn unieke project ongetwijfeld geïnspireerd door de twintigdelige romancyclus Comédie Humaine van Honore de Balzac, van wie hij in een brief zegt: “hij schiep een eigen, ongerepte wereld, een bloedbaan die door twintig boeken liep.” Hetzelfde had hij ook over zijn eigen project kunnen zeggen.
Faulkner sprak niet graag over zijn privéleven en de keren dat hij het wel deed, verschool hij zich meestal achter ironie en verzinsels. Zo vertelde hij, zonder blikken of blozen, in een van zijn eerste interviews: “Ik werd geboren uit een negerslaaf en een alligator, die beide Gladys Rock heetten.” Interviewers en critici die zijn verzinsels niet begrepen, ze voor zoete koek slikten of de ironie volledig over het hoofd zagen, hebben vele mythes en misverstanden over Faulkner de wereld in geholpen. Vermoedelijk speelde niet alleen bescheidenheid, maar ook schaamte een rol bij Faulkners terughoudendheid betreffende zijn privé-leven. Zowel hijzelf als zijn omgeving, had geen hoge pet op van zijn schrijverschap. “Het beoefenen van kunst,” zei Faulkner niet zonder ironie in een speech, “is een vredige hobby, zoals het fokken van Dalmatiërs.”
Prijs: 34,90
Bladzijden: 480
ISBN: 9045009420
Misschien ook iets voor u
Eiland voor culturele ontdekkingsreizigers
/ 0 Reactiesdoor: Charissa van der Vlies, Diana van der Sluis, Sara van der Kooi, Jan Auke Brink0 SterrenNa slechts tien minuten varen met een pont vanaf Amsterdam centraal station waan je je ver buiten de stad. Waar? Op het Over het IJ Festival. Tot en met 17 juli biedt de locatie, op de NDSM werf, ruimte aan meer dan twintig voorstellingen in grote oude hallen, tenten en containers. In tien zeecontainers direct aan de kaai vinden de producties voor jong talent, Het Hollands Mirakel, plaats. Zij proberen hier in de kleine ruimtes theatraal een antwoord te vinden op de vraag naar de Nederlandse identiteit. Maar er is zoveel meer te zien en te beleven. 8WEEKLY ging op onderzoek uit, lees hier wat we van een selectie Over het IJ Festival voorstellingen vonden.
12 juli
De locatie aan het water leent zich uitstekend om te spelen met het thema zee. Het water komt dan ook in meerdere voorstellingen aan bod. Op hoop van zegen, Neêrlands bekendste zeeklassieker, lijkt alleen daarom al snel op zijn plaats.
Op hoop van zegen
~
Net als de erg vrije Heijermans-bewerking Seemannslieder puilt deze versie uit van de muzikale bijdragen. Soms versterken deze het drama, maar vaker voegen ze niets wezenlijks toe, of leiden ze alleen maar af van het spel. De voorstelling als geheel is eveneens van wisselend niveau. De scène waarin de vrouwen tijdens een zware storm thuis zitten en zich manmoedig proberen niet te bekommeren maakt echter veel goed. Dan blijkt ook de kracht van het Heijermans stuk: de zorgen van de vrouwen zijn onmetelijk veel interessanter dan de stoere praat van de mannen. Dit is de kurk die Op hoop van zegen drijvende houdt. (Jan Auke Brink)
Een Magistrale stralende zon
~
Deze voorstelling maakt je vooral nieuwsgierig naar het intrigerende werk van The Selfkicker. Te meer omdat aan de waterval van snelle teksten meestal geen touw vast te knopen is. Toch is dit niet heel storend omdat de woorden worden geïllustreerd met bombastische muziek (bijvoorbeeld Duitse a capella, vrolijke jazz en rock & roll) en de jonge acteurs leuk zijn om te zien. Ze dragen hippe vintage (wijde pijpen, bont en leer), kwebbelen hysterisch en hebben ieder typische maniertjes. Van den Eijnden zet een prettig verknipte Van Doorn neer.
Als publiek word je twee keer gevraagd een tekst op te dreunen van Van Doorn. En zo kan het dus gebeuren dat je op een doorsnee dinsdagavond temidden van volslagen vreemden jezelf hoort roepen: ”Kom toch eens klaar klootzak, kom toch eens klaar!” Bij de tweede keer pruttel je: “Magistrale Stralende Zon, Magistrale Stralende Zon.” En als je tijdens deze slotmantra alle acteurs uitgelaten en dartelend ziet wegrennen terwijl ze zich ontdoen van hun kleding, kun je niets anders dan concluderen: Die Van Doorn, die was zo gek nog niet. (Diana van der Sluis)
8 juli
Het campinggevoel viert hoogtij op het industrieterrein in Amsterdam-Noord en daarmee is het de grote tegenhanger van zusje Parade. Het is hier geen kwestie van zien en gezien worden, hier overleeft men. In regenpakken, joggingbroeken en op bergschoenen. En juist dat maakt de sfeer op het eiland zo bijzonder. Mensen komen hier nog echt voor het theater, de rest is bijzaak.
Zeeuwse nachten
Voor een kleine circustent waar je tot een half uur voor de voorstelling kunt eten, heet acteur Rogier Schippers zijn publiek welkom bij Zeeuwse Nachten. Het Volksoperahuis vertelt het verhaal over good old Hansje Brinker meets Zeeuws meisje.
~
Waar Kees Scholten als Hans Brinker opvalt door zijn heerlijke hitsige stemgeluid, daar blinkt Schippers uit in de typetjes die hij vertolkt. Met zijn vettige voorkomen speelt hij even makkelijk een agressieve voetbalsupporter in slowmotion, als een snerende Albert Mol. Hoogtepunt is het hilarisch aandoenlijke Zeeuws meisje dat hij met slechts een kapje en een deken tot leven wekt.
Met de goede zang op de lekkere zeetonen is dit een grappige muziekvoorstelling over een klein stukje Nederlandse geschiedenis. De Brabantse nachten mogen dan lang zijn, de Zeeuwse zijn swingend zwoel. (Diana van der Sluis)
6 juli
Zonder zon en in de regen ziet de omgeving er rauw, grauw en desolaat uit. De Kunstroute is modderig en mensen lopen met uitgeklapte paraplus snel langs elkaar heen. Binnen in de IJ Kantine is het gezellig druk, maar op de tribunes tijdens de voorstellingen blijven vele plekken leeg. Het is te hopen dat de weergoden snel gezelligheid en warmte naar deze culturele oase brengen.
Kursk
~
De neus wordt gevuld met de sterke geur van diesel en mede door de warmte en beperkte zuurstof, werkt dit een beetje bedwelmend. Alle zintuigen lijken hier beneden anders te werken, ook omdat je je niet goed kunt oriënteren.
Als theaterervaring is de Kursk spannend en verfrissend anders. Je zit echt op de lippen van de acteurs en andere bezoekers en dit maakt het intiem en claustrofobisch. Soms is het zo aardedonker dat je echt geen hand voor ogen ziet. Al klauterend langs ladders en kruipend door kleine deurtjes probeer je maar je mannetje te staan. Weer buiten op de brug lijkt de lucht zoeter dan voorheen. Toch wel opgelucht dat het met ons in ieder geval goed is afgelopen. (Charissa van der Vlies)
Gemini
~
Een waterscherm deelt het bassin in tweeën, waarop videobeelden als droomschimmen worden vertoond. De dansers spelen met het water, het bindt hen op het ene moment en scheidt hen later weer van elkaar. Water is een bekende metafoor voor reiniging en lijkt hier ook deze diepere betekenis te hebben.
Als toeschouwer zit je dicht op de dansers en word je zo nu en dan geraakt door opspattend water. Het is mede hierdoor een intieme voorstelling. Een dans over de relatie tussen deze twee mensen. Soms kwetsbaar en parend, dan weer afwijzend, worstelend met het zoeken naar elkaars liefde en genegenheid in een manische harmonie. (Charissa van der Vlies)
A Clockwork Orange
~
De ongeduldige theaterbezoekers verdringen zich voor de ingang. Wie is er niet benieuwd naar de eerste voorstelling van Alex ‘d Electrique ‘nieuwe stijl’? Maar eenmaal binnen wordt hun geestdrift getemperd door de ontzagwekkende grootte van de hal. Zover het oog reikt volgestouwd met zooi: bouwmateriaal, roestige auto’s en allerlei ramsjgoed.
Aan de overkant van deze desolate ruimte hangt een grote houten doos aan kettingen aan het plafond, zo’n drie meter boven de grond. Dit is het podium waarin, onder, naast en voor het theaterspektakel plaats zal vinden. Het is een uitermate inventieve en doeltreffende constructie met een letterlijk overdonderend effect.
Het publiek, gezeten op een verhoogde tribune tegenover de hangende doos, wordt vanaf de eerste minuut bedolven onder een dikke laag audiovisueel geweld. Snoeiharde muziek, grove teksten, rauw spel, gruwelijke gebeurtenissen, bloed, regen, dit totaaltheater gaat tot op het bot. (Sara van der Kooi)
Nieuwsgierig geworden naar deze versie van A Clockwork Orange? Lees dan onze uitgebreide recensie.
Verslag van Over het IJ 2005
Misschien ook iets voor u
Videotapes op een schijfje
.
The Final Cut
(Omar Naim, 2004 • Dutch Filmworks)
~
The Five Obstructions (De fem benspænd)
(Jørgen Leth & Lars von Trier, 2003 • Total Film)
~
Tiny Tiptoes
(Matthew Bright, 2003 • Paradiso)
~
Trauma
(Marc Evans, 2004 • Paradiso)
~
Lemony Snicket’s A Series of Unfortunate Events
(Brad Silberling, 2004 • Universal)
~
Mercano el Marciano
(Juan Antin, 2002 • De Filmfreak)
~
Lugares Comunes
(Adolfo Aristarain, 2002 • Paradiso)
~
Genesis
(Claude Nuridsany & Marie Pérennou, 2004 • A-Film)
~
Música Cubana
(German Kral, 2004 • Just Entertainment)
~
The Final Cut // The Five Obstructions // Tiny Tiptoes // Trauma // Lemony Snicket // Mercano el Marciano // Lugares Comunes // Genesis // Música Cubana
Regie: DiverseJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Vertellen in een plaatje
Bijna iedereen weet wel dat een cartoon een strip is van slechts één plaatje. In dat enkele plaatje moet de tekenaar een mop vertellen door middel van een visuele of een tekstuele grap, of een combinatie van beide. In deze recensie bespreken we twee boeken met cartoons die van elkaar verschillen als water en vuur: Bwurp! van Kim en Niets meer aan doen van Paul Faassen.
Kim – Bwurp!
Uitgeverij Oogachtend & Van Halewyck • prijs: € 14.00 • 84 pagina’s (gekartonneerd) • ISBN 9077549110
~
Bwurp! is alweer Kims zesde album. Het bevat in plaats van korte strips een collectie van cartoons die hij maakte voor de Belgische magazines P-Magazine en Teek, en voor de cultuurbijlage van de eveneens Belgische krant De Morgen. De cartoons hebben hierdoor vaak te maken met de actualiteit. Daardoor lijkt het album een beetje op de Het afzien van… boekjes van Fokke en Sukke, een jaarlijkse bundeling van actuele cartoons uit NRC Handelsblad. Gelukkig gaat het bij Kim meestal niet over politieke of heel lokale kwesties, die ervoor kunnen zorgen dat je de grap na een aantal jaren niet meer begrijpt omdat je de aanleiding bent vergeten. Veel van de grappen gaan bijvoorbeeld over de tsunami, zoals eentje waarbij je een jongetje onder water ziet zwemmen met een grote nepgolf aan een stok, die boven water de mensen wegjaagt. Naast de actuele grappen bevat Bwurp! een groot aantal kunst- en cultuurgrappen die nauwelijks culturele kennis vergen en die voor de nodige afwisseling zorgen. Hoewel de cartoons in Bwurp! wel geslaagd zijn, is Kim toch beter in zijn gewone strips, omdat hij daarin meer kan spelen met het verhaal. Ook scheelt het dat hij dan meer artistieke vrijheid heeft. Door de dwang van de actualiteit zijn niet alle grappen even leuk, maar 95 procent van het boek tovert zeker een glimlach op je gezicht, als er al niet geschaterd wordt!
Paul Faassen – Niets meer aan doen
Uitgeverij De Harmonie • prijs: € 19,90 • 112 pagina’s (gekartonneerd) • ISBN 906169745x
~
De illustraties die wel als echte cartoons beschouwd kunnen worden, draaien in het ene geval om een (actuele) kwestie en in het andere geval om seksuele getinte situaties. De cartoons over de actualiteit zijn veelal wel erg algemeen en nietszeggend, zoals een stadion met een groot scorebord met daarop de tekst “lief zijn”. De seksuele grappen zijn vaak ronduit plat of saai. De mensen die de illustraties van Faassen bevolken, komen op mij onsympathiek over. Het zijn yuppen, kantoorsukkels of andere mensen die ‘iets’ willen betekenen, types die mij in ieder geval niet aanspreken. Misschien doen ze dat wel voor de lezers van de bladen waarin de werken uit dit boek eerder verschenen, zoals Carp, Elle en Quote.
Link: Paul Faassen homepage
Link: Website uitgeverij Oogachtend
Link: Kim homepage
Misschien ook iets voor u