Boeken / Fictie

Subtiele spanning in veelzijdige roman

recensie: Bodo Kirchhoff - Wedervaring

De Duitser Bodo Kirchhoff (1948) is een meermaals bekroond schrijver – nu ook voor Wedervaring – van wie voor het eerst een roman in onze taal is verschenen. Is dit pas de eerste die de moeite waard is?

Wedervaring is een type roman dat alleen door een wat oudere auteur geschreven kan zijn. Het verhaal geeft blijk van stevig ingewortelde levenservaring en een gezonde afkeer van moderniteiten. Maar qua schrijfstijl is het Kirchhoff gelukt met zijn tijd mee te gaan. Zijn biografie verraadt dat hij een en ander gemeen zal hebben met hoofdpersonage Reither, voormalig uitgever die zich veel moeite heeft moeten getroosten om van ingestuurde manuscripten nog een enigszins leesbaar boek te maken.

Zonsopgang om de hoek

Het tweede hoofdpersonage, al ligt bij haar niet het verhaalperspectief, is Leonie Palm. Zij meldt zich aarzelend bij pensionado Reither in diens pas betrokken appartement en blijkt de schrijfster van Wedervaring, dat zij bij Reither op tafel ziet liggen. Na middernacht besluiten ze de auto te pakken voor een zonsopgang in de nabije bergen. Maar… ze rijden door tot op Sicilië.

De geleidelijke toenadering tussen de twee in het gemotoriseerde Kammerspiel wordt tamelijk minutieus en spannend beschreven. Op Sicilië pikken ze een meisje op uit een vluchtelingenmilieu en de vraag hoe die ‘adoptie’ afloopt roept spanning op. Vluchtelingen vormen ook verder een indringend motief, ook al omdat de hoofdpersonages zelf als ‘vluchtelingen’ te zien zijn, zich verwijderend van vroegere (nood)lotgevallen en op zoek nog naar liefdeskansen, al is beider vertrouwen daarin niet optimaal meer.

Im Frage

Spannend is ook hoe de hoofdpersonen in Wedervaring zich geleidelijk iets meer blootgeven. Spraakwatervallen zijn ze niet, vooral omdat ze zich er niet met voorspelbaar gepraat van af willen maken. Vooral de beroepshalve taalkritische Reither staat vaak stil bij beider taalgebruik. Wat is er verkeerd of vreemd aan, wat gaat erachter verborgen? De voortgang van het verhaal wordt door deze surplace net niet gehinderd. Wél enigszins door de beschrijvende passages in deze roadnovel. Ook het opsteken van sigaretten vergt heel wat zinnen. Toch verrassen de meeste beschrijvingen genoeg door originele details.

Spanning wordt ook opgeroepen door het ontbreken van aanhalingstekens voor de directe rede. Waakzaam moet je in de gaten houden wie iets zegt en waar dat stopt. Dat betrekt je des te sterker bij de dialoog. Boeiend is ook hoe in flashbacks een en ander over Reither ontvouwd wordt en wat autobiografisch is aan Wedervaring van Leonie Palm. Tot slot word je na enerverende gebeurtenissen getrakteerd op een doodgemoedereerd open einde.

Veelzijdig

Grappig is dat het woord ‘wedervaring’ in het Duits bestaat (Widerfahrnis) en niet in het Nederlands. Wél het werkwoord: wedervaren. De titel zinspeelt op de gezamenlijk ondernomen autorit. Het begrip staat voor wat je luchtigjes zoal overkomt, maar is voor Leonie Palm een eufemisme voor de narigheid die ze heeft moeten doorstaan. Daarover gaat haar boek. Veelzeggend is dat de titel Wedervaring haar verhaal insluit en daarmee ook zinspeelt op de wederkerigheid tussen Reither en Palm.

Het verhaal zelf én de gelaagde betekenis ervan geven de roman een rijke veelzijdigheid. De vertaling werkt goed mee.

Boeken / Non-fictie

Historisch inzicht

recensie: Jan Westerhof - We waren erbij, de eeuw van radio

Oud-directeur Radio van de NPO Jan Westerhof slaagt erin met We waren erbij een smeuïg en leesbaar boek te schrijven over een eeuw Radio met behoud van het historisch besef.

In een handzaam boek van 192 pagina’s inzicht verschaffen in het ontstaan en de ontwikkeling van radio in Nederland in woord en beeld is een machtige uitdaging. Feitelijk is de radio niet weg te denken uit ons dagelijks leven. We nemen hem tegenwoordig overal mee naartoe op onze smartphone, de auto, thuis op de stereo en op iedere computer waar we ons werk mee doen. Radio is overal toegankelijk, of je nu muziek wilt luisteren in welke vorm dan ook of het nieuws wilt horen in elke kleurtoon die je wenst.

Chronologisch en thema’s

Op 6 november 2018 werd in Beeld en Geluid op het Mediapark te Hilversum het boek We waren erbij – De eeuw van radio ten doop gehouden. Het was het moment waarop het honderdste jaar van het bestaan van de radio in Nederland startte. Jan Westerhof reikte daar het eerste exemplaar van zijn boek uit aan radio-coryfee Frits Spits.

Het boek schetst de historie en ontwikkeling van radio in Nederland. Na de uitvinding in 1888 door Heinrich Hertz duurde het tot 1919 voordat de eerste radio-uitzending in Nederland plaatsvond vanuit het Kurhaus. De radio doet vanaf dat moment zijn intrede in de maatschappij en verwerft zijn plaats in het gezinsleven. Die plek wordt later bij de uitvinding van de televisie door dat medium overgenomen, maar de radio is nooit verdwenen. Hoe die ontwikkelingen verliepen wordt door Westerhof chronologisch verteld terwijl hij tevens plaats heeft gevonden voor verschillende thema’s als regionale omroep, nieuwsradio, publieke omroep, radiopiraten en de opkomst van commerciële radio. Westerhof slaagt erin om in plaats van deze geschiedenis als wetenschappelijk werk te presenteren er een fijn leesbaar boek van te maken, dat iedere radioliefhebber met plezier zal lezen.

Veranderende radio

Westerhof staat in We waren erbij stil bij de censuur op de Nederlandse radio in de jaren twintig en dertig. Want het feit dat al ruim voor de Tweede Wereldoorlog toezicht en correcties op de radio-uitzendingen plaatsvonden, zet de invloed van de overheid op de nieuwsuitingen in ons land in een ander daglicht.

Natuurlijk kan Westerhof niet onder de invloed van de zee-zenders uit. In 1960 kiest Veronica als eerste in Nederland met zijn zendschip het ruime sop naar het voorbeeld uit Denemarken. De invloed van de commerciële radio op de uitzendingen vanuit Hilversum zal enorm groot blijken. Dat later Radio Noordzee een geduchte concurrent wordt van Veronica komt door een toevalligheid, omdat de uitzendingen – die gericht zouden zijn op Duitsland – geen doorgang kunnen vinden. De wetgeving in Duitsland loopt vooruit op die in Nederland, waar uitzendingen van zee-zenders pas in 1974 verboden worden.

Radio wordt totaalbeleving

Het radiolandschap verkleint door de wetgeving in 1974 weer tot de zenders van de publieke omroep. Maar de invloed van de zee-zenders blijft duidelijk hoorbaar. Uiteindelijk wordt commerciële radio pas begin jaren negentig legaal in Nederland en krijgen we een breder aanbod. De publieke omroep heeft er stevige concurrenten bijgekregen in de strijd om de luisteraar. Toch gaat de NPO met zenders als 3FM en later ook zeker Radio2 deze strijd met wisselend succes aan. Het vergt natuurlijk meer initiatief en creativiteit om de luisteraar te winnen en te binden. Radio wordt daarmee steeds meer een totaalbeleving met niet alleen luisteren, maar ook meekijken in de studio via visual radio en zelfs het live beleven van radio bij evenementen als Sportzomer, Serious Request en de TOP2000. DJ’s worden beroemde persoonlijkheden die via transfers verhuizen van werkgever (lees radiozender).

Westerhof gaat in We waren erbij – De eeuw van radio in op hoe radio zich staande weet te houden naast de opkomst van tv. Maar is dat wellicht wat gekleurd als oud-directeur radio? Ik denk van niet. Ga eens na wanneer en hoeveel uur je radio luistert ten opzichte van het consumeren van tv-beelden.

Hoe de radio zich de komende jaren verder zal ontwikkelen is nog niet te voorspellen. Maar dat het zich zal blijven manifesteren maakt Westerhof wel duidelijk in dit fijn leesbare boek met foto’s, die een feest der herkenning vormen bij het lezen van de geschiedenis van wat wij vandaag beleven als radio. We waren erbij – De eeuw van radio vormt een mooi startschot voor het jaar waarin de radio een eeuw bestaat.

(Foto’s gemaakt door Joost tijdens de boekpresentatie.)

 

Film / Films

Hartverscheurende helletocht door het vergeten Amerika

recensie: Lean on Pete (dvd/vod)

Na de sublieme rodeofilm The rider worden we met Lean on Pete weer getrakteerd op een ijzersterke film over man en paard. Nou ja man, hoofdpersoon Charley is vijftien, maar gedwongen door zijn sociale achtergrond wordt hij razendsnel volwassen.

Nadat Donald Trump in 2016 geheel onverwacht de verkiezingen won, riepen de Amerikaanse mainstreammedia het al. Ze zouden in het vervolg meer aandacht besteden aan de zwijgende meerderheid; de veelal verarmde witte arbeiders- en middenklasse die buiten de grote steden woont en de machtsbasis vormen van de populistische vastgoedmagnaat. Ook filmmakers hebben deze vergeten groep inmiddels ontdekt. Met grote regelmaat verschijnen er nu films over de Amerikaanse onderklasse. Zoals American Honey, The Florida project en nu het hartverscheurende Lean on Pete.

Geestverwant

Op papier zou het zomaar een tranentrekkend Disney-verhaal kunnen zijn. Puber Charley woont met zijn lanterfantende vader in een stacaravan. Moeder is uit beeld en wanneer pa op een dag het ziekenhuis wordt ingeslagen, moet de zachtaardige jongen voor zichzelf zorgen.

Hij meldt zich bij de renbaan waar de grof besnaarde paardentrainer Del (sterke rol Steve Buscemi) hem onder zijn hoede neemt. Charley sluit vriendschap met de eigenzinnige jockey Bonnie (Chloë Sevigny) en vindt in het oude, afgedankte racepaard Pete een geestverwant.

Derdewereldland

Tot zover de warme gloed, want regisseur Andrew Haigh (van 45 Years en Weekend) durft met dit hippische noodlotsdrama, gebaseerd op een roman van Willy Vlautin, paden in te slaan die Disney waarschijnlijk niet eens kent. Wanneer zijn vader overlijdt en Pete geofferd dreigt te worden aan de paardenslager, ondernemen Charley en het ontvoerde paard een epische helletocht door de onderbuik van Amerika. Hij gaat op zoek naar de zus van zijn vader, bij wie hij hoopt te gaan wonen voordat hij in de klauwen valt van de kinderbescherming. Van de magie van het weidse westen is weinig meer over. Het mythische Amerika is een dor derdewereldland dat bewoond wordt door agressieve daklozen en alcoholistische klaplopers.

Helemaal in balans is Lean on Pete niet. Na het meeslepende eerste deel waarin paardentrainer Del, jockey Bonnie, verzorger Charley en renpaard Pete op reis gaan langs schimmige racecircuits laat regisseur Haigh in het beklemmende tweede deel, waarin Charley en Pete op reis gaan, nogal wat verhaallijntjes open. Dat Lean on Pete toch blijft boeien, is op het conto te schrijven van hoofdrolspeler Charlie Plummer die, met zijn onderkoelde spel en kleine gebaren, van Charley een geheel geloofwaardig en memorabel personage maakt die je het allerbeste gunt.

Boeken / Fictie

REVIVAL VOOR DÜRRENMATT?

recensie: De val / Pech / Smithy – Friedrich Dürrenmatt

Dürrenmatt had nog vier jaar te leven toen in 1986 zijn drie verhalen werden gepubliceerd. De val, Pech en Smithy zijn nu in het Nederlands vertaald.

Er is de laatste tijd meer werk van de schrijver uitgegeven. Een revival? Ook loopt dit seizoen zijn toneelstuk Het bezoek, gespeeld door de Vlaamse groep De Roovers.

Onrecht

Het verhaal Pech (Die Panne) stamt uit 1956 en leende zich later voor een luisterspel en een toneelstuk. Geplaagd door autopech mag handelsreiziger Alfredo Traps gastvrij de nacht doorbrengen bij een gepensioneerd jurist, die die avond met leeftijd- en vakgenoten een overvloedige maaltijd gebruikt. De oudjes zich over aan een virtuele rechtspraak. Het komt goed uit dat zich een passant heeft aangediend die, hoewel zich van geen schuld bewust, de rol van verdachte op zich neemt. Op grond van loslippige koetjes en kalfjes over zijn leven, volgt tot zijn verbazing een onontkoombare terdoodveroordeling. Een wonder van een verhaal: uiterst knap verzonnen, sterk geschreven. Waarschijnlijk wil Dürrenmatt zeggen dat alledaagse, onschuldig lijkende levensdaden er indirect toe kunnen leiden dat iemand in het ongeluk gestort wordt. Onrecht is dan ook een basaal thema in het oeuvre van de schrijver.

De val

Ook De val zit vol onrecht (de Duitse titel Der Sturz klinkt treffender). De val speelt in een Sovjet-achtig land waar een revolutie heeft plaatsgevonden, niet zonder de allicht nodige zuiveringen en executies. Het verhaal opent met een weinig formele vergadering van het Politbureau van de Partij. De ministers – waaronder doodgewone burgers zonder politieke ervaring en sommigen al verkerend in dronkenschap – worden aangeduid met kapitalen (al hebben sommigen denigrerende bijnamen). Zo krijgen ze weinig vlees en bloed en is inleving lastig, hoewel genoeg persoonlijks over ze wordt prijsgegeven. Tegelijkertijd benadrukt dat juist hun functioneren in een kermis van machtsuitoefening en -misbruik. Ze zijn door verraad of al dan niet verzonnen onderlinge aantijgingen allemaal onzeker van hun positie. In hun halve anonimiteit worden de machinaties van het regime kil beschreven, ongeveer zoals de werking van een machine uitgelegd pleegt te worden.

Topgangster

Smithy opent helaas niet met een helder exposé van personages en waar die mee bezig zijn. Het verhaal is één lange compacte alinea, wat de toegang niet erg bevordert. Het speelt zich af op het voor Dürrenmatt vreemde grondgebied van de VS, waar hij Smithy ook schreef. Smith is een topgangster die een chirurg in dienst heeft om zich te laten ontdoen van lijken. Maar diens weigering om van een bendelid de vrouw uit de weg te ruimen – met wie Smith kort een verhouding had – komt hem duur te staan.

In de verhalen draait alles weer om hét thema van Dürrenmatt: onrecht, gepleegd door een overmacht, of die nu een landsbestuur is of een onderwereldorganisatie. Pech alleen al rechtvaardigt aanschaf van de bundel.

Boeken / Fictie

Een radicaal onzeker meesterwerk

recensie: Louis Paul Boon - De Kapellekensbaan

In de Perpetuareeks verschijnen de grootste werken uit de wereldliteratuur. Volstrekt logisch, dus, dat dit jaar Louis Paul Boons De Kapellekensbaan werd opgenomen.

De Kapellekensbaan (1953) is het eerste deel van een tweeluik, waarvan het drie jaar later verschenen Zomer te Ter-Muren het tweede deel vormt. Louis Paul Boon (1912–1979) wilde niets minder dan de naoorlogse wereld in taal vangen, zoals Kris Humbeeck in zijn nawoord bij deze editie schrijft. Daarbij moeten we vaststellen dat ‘dat belachelijk ambitieuze project niet totaal is mislukt.’ Dat is inderdaad opmerkelijk.

In het schrijven ontstaat het verhaal

Wat wel tot mislukken gedoemd is, is een overzicht van de plot van deze breed uitwaaierende en diep gravende roman te geven. De Kapellekensbaan bestaat uit drie lagen. Ten eerste is daar het hedendaagse verhaal van een Boon-achtige figuur die een roman over het negentiende-eeuwse meisje Ondineke schrijft, dat als roman-in-roman is opgenomen. De laatste lijn bestaat uit verhalen over de Vos Reynaerde, geschreven door een kennis van de hoofdpersoon van de eerste laag.

In het schrijven ontstaat het verhaal. Er hangt een radicale onzekerheid over het verhaal van Ondineke, en ook de gesprekken die ‘Boontje’, de verteller, met vrienden en kennissen voert, lijken zich telkens in het moment te ontvouwen. Anno 1953 bestaan geen grote idealen meer: die zijn in de Tweede Wereldoorlog ten onder gegaan. Zodoende opent zich een vertelwereld die filosofisch gezien nog het dichtst bij Hermans’ sadistische, nihilistische universum ligt. Boons werk lijkt ook met eenzelfde kracht en snelheid op papier gegooid als Willem Otterspeer opmerkte over Hermans: zonder filter, zonder al te veel redactie. Qua stijl is deze roman echter anders, zelfs uniek.

Overgave

Het eerste hoofdstuk opent namelijk zo: ‘Ge ziet van uit uw open zolderraam hoe het niemandsbos in het rood wordt geverfd door de zakkende zon, en hoort hoe het droefgeestig schaap van mossieu colson van tminnesterie nog een laatste keer blaat vooraleer het achter de knarsende staldeur verdwijnt:’, en na die dubbele punt gaat de zin nog even verder. Gelijk schuift ‘Boontje’ de standaardtaal hier deels opzij, gelijk zitten we in een geheel eigen wereld, een universum waarin de taal opgerekt wordt om de chaos te kunnen representeren.

Het moge duidelijk zijn dat De Kapellekensbaan niet de meest makkelijke roman is om te lezen. Zeker voor de Nederlandse lezer zal het zestig jaar oude Vlaams niet het meest makkelijk zijn – maar laat je daar niet door afschrikken. De Kapellekensbaan vraagt om overgave aan deze overdonderende leeservaring. Laat je meevoeren op de stroom van woorden en beelden – en daarna snel door naar Zomer te Ter-Muren.

Olsthoorn Vanderwilt, collectie 2018. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Olsthoorn Vanderwilt
Kunst / Expo binnenland

Eindelijk! Vrouwelijke Ontwerpers in de Schijnwerpers

recensie: Recensie: Femmes Fatales. Sterke vrouwen in de mode
Olsthoorn Vanderwilt, collectie 2018. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Olsthoorn Vanderwilt

Vrouwen lijken altijd een strijd te moeten leveren om erkend te worden. Dit geldt in politiek en economisch opzicht, in de beeldende kunst en ook op modegebied. Deze tentoonstelling neemt ons mee in de tijd en laat de ontwikkelingen in de mode zien vanaf de achttiende eeuw tot heden. En let wel! Natuurlijk komen er alleen vrouwelijke ontwerpers aan bod.

Van bekende tot minder bekende ontwerpsters; van onmogelijke hoepelrokken tot vrijetijdskleding; van protest- tot extreme kleding en ware kunstwerken. Het is allemaal te zien. Het Gemeentemuseum in Den Haag heeft alles uit de kast gehaald om ons te laten genieten.

Coco Chanel, 1935 Foto Man Ray. Man Ray Trust ADAGP Pictoright Amsterdam 2018 Gemeentemuseum Den Haag

Coco Chanel, 1935 Foto Man Ray. Man Ray Trust ADAGP Pictoright Amsterdam 2018 Gemeentemuseum Den Haag

De Suffragettebeweging

De Suffragettes (1903) was de eerste Engelse vrouwenbeweging, die streden voor vrouwenkiesrecht. Dit was echter niet het enige dat zij bereikten. Vrouwen gingen ook op andere gebieden meer nadenken over hun rol. De vrouwen in de achttiende eeuw hadden nauwelijks bewegingsvrijheid in hun hoepelrokken. De Suffragettes droegen zogenoemde reformkleding, rechte en eenvoudige jurken met nauwelijks versiering. Deze kleding gaf vrouwen veel meer bewegingsvrijheid. Waarschijnlijk werd Coco Gabrielle Chanel (1883-1971) door deze kleding geïnspireerd. Zij ontwierp meer casual kleding en gebruikte soepele stoffen als jersey.

Het Interbellum 1918-1939

In diezelfde periode koos Jeanne Lanvin in tegenstelling tot Chanel een ander pad; zij ontwierp onder anderen schitterende baljurken en Japanse kimono’s met borduursels, kralen, pailletten en parels. Ook Elsa Schiaparelli ontwierp vernieuwende mode, zoals pakken met brede schouders, jumpsuits, wikkeljurken en gebruik van ritsen. Ieder succesvol modehuis had zo zijn eigen specialiteit. Na de Tweede Wereldoorlog werd de vrouwenmode weer traditioneler. Het was weer de mannelijke ontwerper die de toon zette. Bewegingsvrijheid was niet het belangrijkste aspect van hun ontwerpen.

Stella McCartney. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Stella McCartney

Stella McCartney. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Stella McCartney

Ontwikkelingen sinds de jaren zestig

De tweede en derde feministische golf eiste in de jaren zestig, zeventig, tachtig en negentig gelijkheid tussen mannen en vrouwen op allerlei gebied. Dit uitte zich ook in de kleding.

Mary Quant opende in 1955 in Londen de eerste winkel met minirokjes. Agnès Troublé (b) kwam halverwege de jaren zeventig met werkkleding met een androgyn karakter. Katherine Hamnett (1947) en Vivienne Westwood (1941) zetten zich in voor een beter milieu en een duurzame mode-industrie. In de jaren tachtig kwam Donna Karan met ‘fit for the job’ op een mannelijke manier. In 1985 introduceerde zij de ‘seven easy pieces’, een minigarderobe van jersey met als basis een zwarte body stocking.

Veel van de trends uit het verleden verschijnen in een ‘nieuw jasje’ opnieuw. Stella McCartney lanceert in 2001 de eco-mode. Zij is de eerste ontwerpsters die duurzaamheid succesvol onder de aandacht brengt. De # Metoo-beweging wordt in 2017 geïntroduceerd in de kledingwinkels van Diane van Fürstenberg in New York. Iris van Herpen pioniert sinds 2010 als eerste met 3D-printtechnieken, waarmee zij de meest ongelooflijke creaties ontwerpt.

Iris van Herpen, Wilderness Embodied Courtesy Iris van Herpen. Foto Petrovsky & Ramone for Gemeentemuseum Den Haag

Iris van Herpen, Wilderness Embodied Courtesy Iris van Herpen. Foto Petrovsky & Ramone for Gemeentemuseum Den Haag

Een Feestje

De tentoonstelling laat zien wat vrouwelijke modeontwerpers hebben bereikt. Dat gebeurt door middel van beeld, geluid en natuurlijk mode. Meer dan mannelijke ontwerpers gebruiken vrouwelijke ontwerpers hun werk om een statement te maken. Ondanks de wauw- en oh-effecten is van de getoonde mode niet alles draagbaar (Comme les Garçons) voor de gewone vrouw. Ten eerste is het niet te betalen en ten tweede kan niet ieder vrouw gekleed worden als een fatale vrouw.

De Griekse ontwerpster Mary Katrantzou zei in een interview het volgende: “[…] Ik denk dat je door mode je humeur kunt verbeteren. Maar ik denk dat een femme fatale een bepaald soort vrouw is, dus, denk ik, je moet er een zijn en dan doen de kleren gewoon het werk om dat te bevorderen. Niet iedere vrouw kan een femme fatale zijn.” En zo is het maar net.

Mary Katrantzou, collectie zomer 2018. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Mary Katrantzou

Mary Katrantzou, collectie zomer 2018. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Mary Katrantzou

XMAS
Muziek / Achtergrond
special: Kerstalbums 2018
XMAS

Kerstmis 2018 in muziek

Een kerstalbum maken dat niet direct vervalt in clichés lijkt voor veel artiesten een enorm probleem. Het Nederlandse Hidden Agenda Deluxe lukt het om in samenwerking met het Canadese Oh Susanne weg te blijven van kerstbellen. De eveneens uit ons land afkomstige Sherry Dyanne heeft daar moeite mee.

De samenwerking tussen BJ Baartmans, Eric Devries, Gerald van Beuningen, Sjoerd van Bommel en Rob Geboers is een formatie die de vergelijking lijkt de doorstaan met o.a. Crosby, Stills, Nash en Young of The Allman Brothers. Dat zijn geen verkeerde namen. Net als twee jaar geleden trakteren ze ons op een kerst album.

Hidden Agenda Deluxe

Ondanks dat Hidden Agenda Deluxe put uit een rijk verleden aan kerstliedjes trappen ze niet in een cliché rond een kerstalbum door te kiezen voor heel bekende liedjes en alles te larderen met belletjes en dergelijke. In plaats van standaard werk weten deze doorgewinterde artiesten een album neer te zetten dat als een verademing klinkt in deze dagen zonder een overvloed aan kerstklokken en belletjes. Met liedjes van Robbie Robertson, Joni Mitchell, Lyle Lovett, Townes van Zandt, Steve Earle en enkele composities van eigen hand weet de band zichzelf te overtreffen op het gebied van een kerstalbum. Kozen ze twee jaar geleden voor zangeres Carter Sampson, dit jaar is het de Canadese Suzie Ungerleider van de band Oh Susanna die haar stembanden laat klinken op dit tiental liedjes rond de kerstsfeer.

Een heerlijk roots/americana kerstalbum is het gevolg van deze fijne samenwerking. We horen Ungerleider in drie composities de leadvocalen vertolken. De samenwerking met de Nederlandse band lijkt haar op het lijf geschreven. Ik weet zeker dat dit plaatje met deze fraai gevonden en vertolkte kerstliedjes niet alleen deze kerst maar ook vele jaren de familiedagen van het jaar zullen vergezellen. Het is opnieuw een knappe prestatie van deze Brabantse band. Het album Angels In The Snow – A Christmas Album zal vele rondjes gaan maken in de speler zo rond de feestdagen.

Sherry Dyanne & others

Daar waar Hidden Agenda Deluxe weet weg te blijven van de platgetreden kerstpaden, lukt het Sherry Dyanne niet. Met liedjes als ‘Let it Snow’, ‘Have Yourself a Merry Little Christmas’, ‘Silent Night’, ‘All I Want for Christmas’, ‘Santa Baby’ en meer van dat soort titels grijpt ze naar veel Amerikaanse kerstliederen. Dyanne moet het hebben van haar warme licht jazzy stem een begeleidingsband die gelukkig wel wegblijft van kerstbelletjes. Het maakt dat het album Let It Glow niet het glazuur van je tanden laat springen maar de warme zang van Dyanne heeft net voldoende eigenheid om het album te redden.

Tussen de kerstliedjes is een alleraardigst lied van Victoria Eman ‘One Wish For Christmas’ het vernoemen waard. Hier horen we ook haar dochtertje deelnemen. Een nummer geschreven door Sherry Hill-Whitaker dat in de vertolking van Eman lekker in het gehoor ligt. Ook Ed Ramanoff komt met het kerstlied ‘Everyday Is Christmas (Since I Met You)’. Hij komt er goed mee weg. Een door hemzelf geschreven lied dat wel in de traditie van kerst past met een americana afdronk en ook hier gelukkig zonder belletjes of andere opdringerige kersttoeters of -bellen. Ramanoff voelt wel de kersttraditie, maar heeft voldoende eigenzinnigheden om te genieten in het lied gestopt.

Jungle By Night @ Carré
Muziek / Concert

Jungle by Night groots in Carré

recensie: Releaseshow Livingstone
Jungle By Night @ Carré

Eerder las je bij 8WEEKLY al over Livingstone, het nieuwe album van Jungle by Night. De plaat ligt al even in de winkel op het moment dat de officiële releaseshow plaatsvindt in Carré. Het iconische theater is vanavond helemaal uitverkocht.

De show begint enorm mysterieus. De negen mannen staan volledig in het donker gehuld op het podium, terwijl de muziek aanzwelt. Het intro wordt lekker lang gerekt, waarna in één keer de lichten aan gaan, iedereen invalt en zaal los gaat. De toon voor de avond is meteen gezet. De band staat vol zelfvertrouwen op het podium en het publiek vindt het geweldig.

De droom van Carré

Na het eerste nummer vertelt de trombonist hoe hard ze negen jaar lang gewerkt hebben voor en gedroomd hebben over deze show. Het geheel staat dan ook als een huis. Het tweede nummer is wat zwoeler dan de stevige openingssong. Nu valt ook op hoe perfect het lichtenspel is afgestemd op de muziek. De drie blazers fungeren vanavond als een soort frontmannen, met percussie, gitaar, keys en bas als ondersteuning. De meerdere solo’s van elk bandlid laten zien dat de mannen afzonderlijk ook heel wat in hun mars hebben.

Dat de avond tot in de puntjes is voorbereid moge duidelijk zijn. Het is moeilijk om een show zonder zang ruim twee uur lang boeiend te houden, maar Jungle by Night doet het zonder enige moeite. Er staat één bonk passie en plezier op het podium, en dat enthousiasme is aanstekelijk. Voor de gelegenheid heeft Carré alle stoelen uit de ruimte voor het podium gehaald. Als de band op een gegeven moment aangeeft dat ‘de dansvloer geopend is’ en iedereen lekker moet doen waar hij zin in heeft – ook al zit hij op een stoel – lopen veel mensen naar beneden om ook te kunnen bewegen.

Komen, spelen, overwinnen

En gedanst wordt er de hele avond. Wie niet bij de dansvloer kan komen staat wel op de tribune voor zijn stoel te swingen. De sfeer is vaak zwoel en zomers, maar in een nummer waarin er lange stukken zonder blazers zitten toont de band aan dat ze ook tot een hele andere duistere, bijna vunzige sound in staat zijn. Dit nummer zou niet misstaan in een zweterige nachtclub. Nieuwe single ‘Hangmat’ daarentegen is bijvoorbeeld weer wat lichter en blijkt live net iets minder dansbaar. De band vertelt dat ze met de nieuwe plaat geprobeerd hebben de hitte van afgelopen zomer proberen te vangen. Het publiek vindt alles even geweldig en halverwege de show kan de trombonist niet eens zijn verhaal doen omdat hij overstemd wordt door gejoel en applaus.

Wie Jungle by Night eerder live heeft gezien, kan bevestigen dat er aan hun enthousiasme niks veranderd is. Hoewel in sommige nummers de verleiding om vocals toe te voegen groot is, hebben ze dit nooit gedaan en blijven ze trouw aan hun eigen stijl. Die authenticiteit, hard werken en volharding zijn, samen met het plezier dat ze hebben in wat ze doen, de reden dat de mannen hier eindelijk staan. Jungle by Night maakt dit soort muziek toegankelijk voor het grotere publiek.

Bij de toegift, een soort mash-up van hun oude werk, heeft de band het voor elkaar gekregen om echt iedereen te laten dansen. Het enige minpuntje dat er te bedenken valt is dat de piek van de show misschien iets te vroeg was, om daarna lichtelijk in te kakken en dan weer knallend te eindigen. Maar iedereen die dit geen 5 sterren zou geven zou een zeurpiet zijn.

Percussie

Razorlight - Olympus Sleeping
Muziek / Album

Indrukwekkende rentree na tien jaar radiostilte

recensie: Razorlight - Olympus Sleeping
Razorlight - Olympus Sleeping

Hoelang de slaap van Olympus precies heeft geduurd, laten we in het midden. De serene stilte waarin het Brits/Zweedse Razorlight zich hulde, duurde maar liefst niet minder dan tien jaar. Dat had mede te maken met de solo-uitstapjes van onder meer frontman Johnny Borrel en drummer Andy Burrows. Dat beviel laatstgenoemde dermate goed, dat hij niet terugkeerde bij de energieke indierockers. Desondanks is Razorlight terug van weggeweest. Met een nieuwe plaat én dito drummer.

De stokjes van Burrows – ondertussen behoorlijk succesvol met vier soloalbums en enkele zijprojecten, waaronder met Editors-zanger Tom Smith – werden overgenomen door Pretenders-drummer Martin Chambers. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er van een merkbaar verlies in het slagwerk geheel geen sprake is. Dat valt gelijk van meet af aan op (na noemenswaardig intro met de smeekbede “Give me a Razorlight album that doesn’t totally suck…”), met de energie die het nieuwe repertoire bevat. De eerste vier nummers zijn duidelijk hoorbaar geënt op het geluid van bands als Ramones, Greenday en Sex Pistols. Zo doen de drums en de baslijn van ‘Brighton Pier’ bijvoorbeeld wel heel sterk denken aan Lust for life van Iggy Pop.

Herkenbare klanken

Na de eerste vier nummers manifesteert zich vanaf de eerste tonen van Carry yourself (tevens nieuwe single) al meer de onvervalste Razorlight-sound. Dit is met name te danken aan de zo herkenbare sound, die het door Borrell en muzikale kornuiten gehanteerde instrumentarium voortbrengt. De op solide wijze gedragen door de niet al te ingewikkelde, maar oh zo lekker opzwepende drumritmes van nieuwkomer Martin Chambers doet het lijf al snel bewegen.

Energieke Britpop die vanaf de eerste tonen staat als een huis, maar bij Razorlight zoals altijd ook nu weer een bepaalde nonchalance in zich heeft, vooral tijdens optredens. Denk aan de stoïcijnse houding van bijvoorbeeld de broertjes Gallagher van Oasis. Terug naar de plaat, waarop pas met ‘Iceman’ enige rust in de tent komt. Afsluiter ‘City of Women’ herbergt tot slot een aanstekelijk toetje met countrysausje, waarmee deze langspeler van kop tot staart geenszins is verstoken van de nodige lolligheid. Hoe het herrezen Razorlight in levende lijve oogt en klinkt, valt zondag 3 februari te beleven in de Amsterdamse Melkweg.

Boeken / Non-fictie

Over leugens en wetsovertredingen

recensie: Hannah Arendt - Het waagstuk van de politiek

Het waagstuk van de politiek verzamelt drie van Hannah Arendts late teksten. Samen vormen het interview en de twee essays een mooie introductie tot Arendts denken.

‘Weet u, wezenlijk voor mij is: ik moet begrijpen,’ zegt Hannah Arendt (1906–1975) in een befaamd interview uit 1964 met Günter Gaus dat deze bundel opent. Een filosofe vond de politiek theoretica zich niet: haar ingang tot de mens en menselijk gedrag was altijd via de politiek. Het interview laat mooi zien hoe Arendts leven haar denken inspireerde, en andersom. Als joodse was ze in de jaren dertig Duitsland ontvlucht; ten tijde van het interview woonde en werkte ze in de Verenigde Staten.

Het grote probleem van de Holocaust, ‘het persoonlijke probleem, was niet wat onze vijanden deden, maar wat onze vrienden deden,’ aldus Arendt. Hier is goed te zien hoe de persoonlijke angst verraden te worden door bekenden bij haar groeit tot een groter politiek-filosofisch punt, tot een inkijkje in de menselijke ziel.

Actuele essays

Waar het interview met Gaus vooral terugkijkt, behandelen de twee in Het waagstuk van de politiek opgenomen essays meer hedendaagse gebeurtenissen. In Liegen in de politiek staat Arendt stil bij de begin jaren zeventig vrijgegeven Pentagon Papers (een lijvig rapport over de oorlog in Vietnam) en in Burgerlijke ongehoorzaamheid kijkt ze naar dienstweigeraars en de burgerrechtenbeweging. Beide essays zijn nog steeds actueel.

Dat laatste weten vertalers Dirk de Schutter en Remi Peeters ook: in hun inleiding verwijzen zij naar Donald Trump, een president die geen enkele moeite lijkt te hebben met de waarheid vervormen. Wat opvalt aan Liegen in de politiek is dat Arendt het probleem dan wel helder weet te stellen – wanneer zij schrijft dat feiten ‘een getuigenis nodig’ hebben om herinnerd te worden, is gelijk duidelijk waarom machthebbers die het zonder willen stellen zo’n bedreiging vormen –, zij de kracht van feitenvrije politiek daarentegen duidelijk onderschat. Ze waarschuwt ervoor dat leugens de grens tussen waarheid en onwaarheid doen vervagen en daarmee kunnen leiden tot totalitarisme, maar vertrouwt er uiteindelijk op dat de feiten altijd zullen spreken.

Telkens terugkeren

Het meest interessante essay in deze bundel is uiteindelijk Burgerlijke ongehoorzaamheid. In dit essay pleit Arendt voor het beschermen van de ongehoorzame burger, die volgens haar uit is op een rechtvaardiger wereld. Het is ‘de nieuwste vorm van vrije vereniging’, niet zomaar bandeloosheid: de wet wordt met een gerechtvaardigd doel overschreden. In dit essay zet Arendt tot denken aan.

Hannah Arendt is een denker die telkens weer terugkeert, vooral in het huidige tijdsgewricht. Het waagstuk van de politiek verzamelt een aantal van haar minder bekende, maar stuk voor stuk boeiende en relevante teksten. Samen vormen ze bovendien ook een mooie inleiding in haar denken en een fijn opstapje naar haar bekende boeken.