XMAS
Muziek / Achtergrond
special: Kerstalbums 2018
XMAS

Kerstmis 2018 in muziek

Een kerstalbum maken dat niet direct vervalt in clichés lijkt voor veel artiesten een enorm probleem. Het Nederlandse Hidden Agenda Deluxe lukt het om in samenwerking met het Canadese Oh Susanne weg te blijven van kerstbellen. De eveneens uit ons land afkomstige Sherry Dyanne heeft daar moeite mee.

De samenwerking tussen BJ Baartmans, Eric Devries, Gerald van Beuningen, Sjoerd van Bommel en Rob Geboers is een formatie die de vergelijking lijkt de doorstaan met o.a. Crosby, Stills, Nash en Young of The Allman Brothers. Dat zijn geen verkeerde namen. Net als twee jaar geleden trakteren ze ons op een kerst album.

Hidden Agenda Deluxe

Ondanks dat Hidden Agenda Deluxe put uit een rijk verleden aan kerstliedjes trappen ze niet in een cliché rond een kerstalbum door te kiezen voor heel bekende liedjes en alles te larderen met belletjes en dergelijke. In plaats van standaard werk weten deze doorgewinterde artiesten een album neer te zetten dat als een verademing klinkt in deze dagen zonder een overvloed aan kerstklokken en belletjes. Met liedjes van Robbie Robertson, Joni Mitchell, Lyle Lovett, Townes van Zandt, Steve Earle en enkele composities van eigen hand weet de band zichzelf te overtreffen op het gebied van een kerstalbum. Kozen ze twee jaar geleden voor zangeres Carter Sampson, dit jaar is het de Canadese Suzie Ungerleider van de band Oh Susanna die haar stembanden laat klinken op dit tiental liedjes rond de kerstsfeer.

Een heerlijk roots/americana kerstalbum is het gevolg van deze fijne samenwerking. We horen Ungerleider in drie composities de leadvocalen vertolken. De samenwerking met de Nederlandse band lijkt haar op het lijf geschreven. Ik weet zeker dat dit plaatje met deze fraai gevonden en vertolkte kerstliedjes niet alleen deze kerst maar ook vele jaren de familiedagen van het jaar zullen vergezellen. Het is opnieuw een knappe prestatie van deze Brabantse band. Het album Angels In The Snow – A Christmas Album zal vele rondjes gaan maken in de speler zo rond de feestdagen.

Sherry Dyanne & others

Daar waar Hidden Agenda Deluxe weet weg te blijven van de platgetreden kerstpaden, lukt het Sherry Dyanne niet. Met liedjes als ‘Let it Snow’, ‘Have Yourself a Merry Little Christmas’, ‘Silent Night’, ‘All I Want for Christmas’, ‘Santa Baby’ en meer van dat soort titels grijpt ze naar veel Amerikaanse kerstliederen. Dyanne moet het hebben van haar warme licht jazzy stem een begeleidingsband die gelukkig wel wegblijft van kerstbelletjes. Het maakt dat het album Let It Glow niet het glazuur van je tanden laat springen maar de warme zang van Dyanne heeft net voldoende eigenheid om het album te redden.

Tussen de kerstliedjes is een alleraardigst lied van Victoria Eman ‘One Wish For Christmas’ het vernoemen waard. Hier horen we ook haar dochtertje deelnemen. Een nummer geschreven door Sherry Hill-Whitaker dat in de vertolking van Eman lekker in het gehoor ligt. Ook Ed Ramanoff komt met het kerstlied ‘Everyday Is Christmas (Since I Met You)’. Hij komt er goed mee weg. Een door hemzelf geschreven lied dat wel in de traditie van kerst past met een americana afdronk en ook hier gelukkig zonder belletjes of andere opdringerige kersttoeters of -bellen. Ramanoff voelt wel de kersttraditie, maar heeft voldoende eigenzinnigheden om te genieten in het lied gestopt.

Jungle By Night @ Carré
Muziek / Concert

Jungle by Night groots in Carré

recensie: Releaseshow Livingstone
Jungle By Night @ Carré

Eerder las je bij 8WEEKLY al over Livingstone, het nieuwe album van Jungle by Night. De plaat ligt al even in de winkel op het moment dat de officiële releaseshow plaatsvindt in Carré. Het iconische theater is vanavond helemaal uitverkocht.

De show begint enorm mysterieus. De negen mannen staan volledig in het donker gehuld op het podium, terwijl de muziek aanzwelt. Het intro wordt lekker lang gerekt, waarna in één keer de lichten aan gaan, iedereen invalt en zaal los gaat. De toon voor de avond is meteen gezet. De band staat vol zelfvertrouwen op het podium en het publiek vindt het geweldig.

De droom van Carré

Na het eerste nummer vertelt de trombonist hoe hard ze negen jaar lang gewerkt hebben voor en gedroomd hebben over deze show. Het geheel staat dan ook als een huis. Het tweede nummer is wat zwoeler dan de stevige openingssong. Nu valt ook op hoe perfect het lichtenspel is afgestemd op de muziek. De drie blazers fungeren vanavond als een soort frontmannen, met percussie, gitaar, keys en bas als ondersteuning. De meerdere solo’s van elk bandlid laten zien dat de mannen afzonderlijk ook heel wat in hun mars hebben.

Dat de avond tot in de puntjes is voorbereid moge duidelijk zijn. Het is moeilijk om een show zonder zang ruim twee uur lang boeiend te houden, maar Jungle by Night doet het zonder enige moeite. Er staat één bonk passie en plezier op het podium, en dat enthousiasme is aanstekelijk. Voor de gelegenheid heeft Carré alle stoelen uit de ruimte voor het podium gehaald. Als de band op een gegeven moment aangeeft dat ‘de dansvloer geopend is’ en iedereen lekker moet doen waar hij zin in heeft – ook al zit hij op een stoel – lopen veel mensen naar beneden om ook te kunnen bewegen.

Komen, spelen, overwinnen

En gedanst wordt er de hele avond. Wie niet bij de dansvloer kan komen staat wel op de tribune voor zijn stoel te swingen. De sfeer is vaak zwoel en zomers, maar in een nummer waarin er lange stukken zonder blazers zitten toont de band aan dat ze ook tot een hele andere duistere, bijna vunzige sound in staat zijn. Dit nummer zou niet misstaan in een zweterige nachtclub. Nieuwe single ‘Hangmat’ daarentegen is bijvoorbeeld weer wat lichter en blijkt live net iets minder dansbaar. De band vertelt dat ze met de nieuwe plaat geprobeerd hebben de hitte van afgelopen zomer proberen te vangen. Het publiek vindt alles even geweldig en halverwege de show kan de trombonist niet eens zijn verhaal doen omdat hij overstemd wordt door gejoel en applaus.

Wie Jungle by Night eerder live heeft gezien, kan bevestigen dat er aan hun enthousiasme niks veranderd is. Hoewel in sommige nummers de verleiding om vocals toe te voegen groot is, hebben ze dit nooit gedaan en blijven ze trouw aan hun eigen stijl. Die authenticiteit, hard werken en volharding zijn, samen met het plezier dat ze hebben in wat ze doen, de reden dat de mannen hier eindelijk staan. Jungle by Night maakt dit soort muziek toegankelijk voor het grotere publiek.

Bij de toegift, een soort mash-up van hun oude werk, heeft de band het voor elkaar gekregen om echt iedereen te laten dansen. Het enige minpuntje dat er te bedenken valt is dat de piek van de show misschien iets te vroeg was, om daarna lichtelijk in te kakken en dan weer knallend te eindigen. Maar iedereen die dit geen 5 sterren zou geven zou een zeurpiet zijn.

Percussie

Razorlight - Olympus Sleeping
Muziek / Album

Indrukwekkende rentree na tien jaar radiostilte

recensie: Razorlight - Olympus Sleeping
Razorlight - Olympus Sleeping

Hoelang de slaap van Olympus precies heeft geduurd, laten we in het midden. De serene stilte waarin het Brits/Zweedse Razorlight zich hulde, duurde maar liefst niet minder dan tien jaar. Dat had mede te maken met de solo-uitstapjes van onder meer frontman Johnny Borrel en drummer Andy Burrows. Dat beviel laatstgenoemde dermate goed, dat hij niet terugkeerde bij de energieke indierockers. Desondanks is Razorlight terug van weggeweest. Met een nieuwe plaat én dito drummer.

De stokjes van Burrows – ondertussen behoorlijk succesvol met vier soloalbums en enkele zijprojecten, waaronder met Editors-zanger Tom Smith – werden overgenomen door Pretenders-drummer Martin Chambers. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er van een merkbaar verlies in het slagwerk geheel geen sprake is. Dat valt gelijk van meet af aan op (na noemenswaardig intro met de smeekbede “Give me a Razorlight album that doesn’t totally suck…”), met de energie die het nieuwe repertoire bevat. De eerste vier nummers zijn duidelijk hoorbaar geënt op het geluid van bands als Ramones, Greenday en Sex Pistols. Zo doen de drums en de baslijn van ‘Brighton Pier’ bijvoorbeeld wel heel sterk denken aan Lust for life van Iggy Pop.

Herkenbare klanken

Na de eerste vier nummers manifesteert zich vanaf de eerste tonen van Carry yourself (tevens nieuwe single) al meer de onvervalste Razorlight-sound. Dit is met name te danken aan de zo herkenbare sound, die het door Borrell en muzikale kornuiten gehanteerde instrumentarium voortbrengt. De op solide wijze gedragen door de niet al te ingewikkelde, maar oh zo lekker opzwepende drumritmes van nieuwkomer Martin Chambers doet het lijf al snel bewegen.

Energieke Britpop die vanaf de eerste tonen staat als een huis, maar bij Razorlight zoals altijd ook nu weer een bepaalde nonchalance in zich heeft, vooral tijdens optredens. Denk aan de stoïcijnse houding van bijvoorbeeld de broertjes Gallagher van Oasis. Terug naar de plaat, waarop pas met ‘Iceman’ enige rust in de tent komt. Afsluiter ‘City of Women’ herbergt tot slot een aanstekelijk toetje met countrysausje, waarmee deze langspeler van kop tot staart geenszins is verstoken van de nodige lolligheid. Hoe het herrezen Razorlight in levende lijve oogt en klinkt, valt zondag 3 februari te beleven in de Amsterdamse Melkweg.

Boeken / Non-fictie

Over leugens en wetsovertredingen

recensie: Hannah Arendt - Het waagstuk van de politiek

Het waagstuk van de politiek verzamelt drie van Hannah Arendts late teksten. Samen vormen het interview en de twee essays een mooie introductie tot Arendts denken.

‘Weet u, wezenlijk voor mij is: ik moet begrijpen,’ zegt Hannah Arendt (1906–1975) in een befaamd interview uit 1964 met Günter Gaus dat deze bundel opent. Een filosofe vond de politiek theoretica zich niet: haar ingang tot de mens en menselijk gedrag was altijd via de politiek. Het interview laat mooi zien hoe Arendts leven haar denken inspireerde, en andersom. Als joodse was ze in de jaren dertig Duitsland ontvlucht; ten tijde van het interview woonde en werkte ze in de Verenigde Staten.

Het grote probleem van de Holocaust, ‘het persoonlijke probleem, was niet wat onze vijanden deden, maar wat onze vrienden deden,’ aldus Arendt. Hier is goed te zien hoe de persoonlijke angst verraden te worden door bekenden bij haar groeit tot een groter politiek-filosofisch punt, tot een inkijkje in de menselijke ziel.

Actuele essays

Waar het interview met Gaus vooral terugkijkt, behandelen de twee in Het waagstuk van de politiek opgenomen essays meer hedendaagse gebeurtenissen. In Liegen in de politiek staat Arendt stil bij de begin jaren zeventig vrijgegeven Pentagon Papers (een lijvig rapport over de oorlog in Vietnam) en in Burgerlijke ongehoorzaamheid kijkt ze naar dienstweigeraars en de burgerrechtenbeweging. Beide essays zijn nog steeds actueel.

Dat laatste weten vertalers Dirk de Schutter en Remi Peeters ook: in hun inleiding verwijzen zij naar Donald Trump, een president die geen enkele moeite lijkt te hebben met de waarheid vervormen. Wat opvalt aan Liegen in de politiek is dat Arendt het probleem dan wel helder weet te stellen – wanneer zij schrijft dat feiten ‘een getuigenis nodig’ hebben om herinnerd te worden, is gelijk duidelijk waarom machthebbers die het zonder willen stellen zo’n bedreiging vormen –, zij de kracht van feitenvrije politiek daarentegen duidelijk onderschat. Ze waarschuwt ervoor dat leugens de grens tussen waarheid en onwaarheid doen vervagen en daarmee kunnen leiden tot totalitarisme, maar vertrouwt er uiteindelijk op dat de feiten altijd zullen spreken.

Telkens terugkeren

Het meest interessante essay in deze bundel is uiteindelijk Burgerlijke ongehoorzaamheid. In dit essay pleit Arendt voor het beschermen van de ongehoorzame burger, die volgens haar uit is op een rechtvaardiger wereld. Het is ‘de nieuwste vorm van vrije vereniging’, niet zomaar bandeloosheid: de wet wordt met een gerechtvaardigd doel overschreden. In dit essay zet Arendt tot denken aan.

Hannah Arendt is een denker die telkens weer terugkeert, vooral in het huidige tijdsgewricht. Het waagstuk van de politiek verzamelt een aantal van haar minder bekende, maar stuk voor stuk boeiende en relevante teksten. Samen vormen ze bovendien ook een mooie inleiding in haar denken en een fijn opstapje naar haar bekende boeken.

Theater / Voorstelling

Intelligente boekbewerking over iemand die tegen de klippen op probeert geen mens te zijn

recensie: BOG. / Het Zuidelijk Toneel - Iemand die slaapt

In Iemand die slaapt heeft het theatercollectief BOG. de bijna gelijknamige roman van Georges Perec weten om te smeden tot een indrukwekkende theaterperformance, waar vooral veel te luisteren valt.

Toeval of niet, maar alle leden van het Vlaams-Nederlandse theatercollectief BOG. (Judith de Joode, Benjamin Moen, Sanne Vanderbruggen en Lisa Verbelen) beschouwen het als een van hun lievelingsboeken: Een man die slaapt van de Franse schrijver Georges Perec. Dit boek uit 1967 staat nu aan de basis van hun nieuwe voorstelling Iemand die slaapt.

De desbetreffende slaper is een naamloze student in Parijs die steeds minder aan het leven deelneemt en zichzelf steeds meer naar de achtergrond van de wereld laat verdwijnen. Net zolang totdat zijn positie in de wereld een van louter beschouwen is geworden. Hij lijkt zodoende te proberen om een transformatie te ondergaan van mens naar ding: iets dat niet meer denkt, niet meer vindt en niet meer handelt. Is het een depressie die de student overvalt? Of is hij bezig met een langgerekte meditatieoefening? Dat blijft goeddeels onduidelijk. Die onduidelijkheid maakt identificatie met het personage vermoedelijk eenvoudiger, omdat de ervaringen minder specifiek zijn. Er valt voor iedereen die weleens door buien van melancholie, apathie of een zekere vermoeidheid met de wereld om hem heen getroffen is iets te herkennen. En wie zich kan identificeren zal geraakt worden door de bij tijd en wijle prachtige zinnen van Perec, die in hun kaalheid heel sec een gevoelstoestand beschrijven en oproepen. De leden van BOG. hebben Perecs tekst intelligent weten om te smeden tot een dynamische theatertekst.

Appel tot betrokkenheid

In Iemand die slaapt wordt het publiek de gehele voorstelling aangesproken in tweede persoon enkelvoud. Daardoor wordt de individuele ervaring van het personage op knappe wijze veralgemeniseerd en wordt er op de kijker een appel gedaan tot betrokkenheid. Voor die betrokkenheid moet je het stuk even de tijd geven: Iemand die slaapt begint erg kaal en rustig maar wordt steeds opzwepender naarmate de voorstelling vordert, zeker wanneer slagwerker Nina de Jong het ritme van de tekst gaat bepalen.

Uiteindelijk komt het tot een uitbarsting; want het al dan niet zelf gestelde doel van de student om een ding te worden, mislukt. Mensen zijn geen dingen, zo leert hij, en wie leeft zal dus ook precies dat moeten gaan doen: leven.

Theater / Interview
special: Laura van Dolron - Een antwoord op alle vragen

Laura van Dolron over Een antwoord op alle vragen

Steffen van Zundert interviewde ‘stand-up filosofe’ Laura van Dolron over haar nieuwe voorstelling Een antwoord op alle vragen. Van Dolron wordt in deze voorstelling bijgestaan door acteur en schrijver Willem de Wolf (de KOE) muzikanten Wilko Sterke en Frank van Kasteren (Circus Treurdier, Orde van de Dag) en nodigt haar publiek uit een vraag op te schrijven.

 

 

Theater / Voorstelling

Pannekoeks filosofie gaat nauwelijks verder dan de uitgekauwde man-vrouwverhoudingen

recensie: Peter Pannekoek - Later was alles beter
Hans Peter van Velthoven

De tweede voorstelling van Peter Pannekoek, onder meer bekend van het tv-programma Dit was het nieuws, kenmerkt zich vooral door het imposante decor, bestaande uit de betegelde wand van een leeg zwembad. Zo groots als hij op deze wijze uitpakt, zo weinig verheffend is het materiaal.

Het begin van de voorstelling is nog verrassend: bij de opening van het doek krijgt Pannekoek de gebruikelijke bloemen van het personeel, bij wijze van dank voor de voorstelling. Hij geeft ze even later door aan een vrouw in het publiek, met alvast een excuus: ‘sorry van die opmerking’. Deze bevreemdende scène schept een aardig verwachtingspatroon. Toch lukt het hem niet helemaal om het niveau vast te houden. Dat zit ‘m onder meer in zijn ambitie om zijn theorie over circulaire tijd te verbinden met zijn visie op de (inmiddels gespannen) verhoudingen tussen mannen en vrouwen.

Eigen ervaring

Pannekoek put daarbij, zoals voor een comedian gebruikelijk is, vooral uit eigen ervaring. Zo maakt hij enkele grappen over zijn op de klippen gelopen relatie, zijn vrijgezellenbestaan en vreemdgaan. Tot zover niks nieuws. Spannender wordt het als hij stelt dat volgens de Italiaanse filosoof Antonio Gramsci tijd geen lineair verloop kent maar circulair van aard is. Er is in die zin geen sprake van een begin en een einde, maar alleen van een ’tussentijd’. Dat verklaart meteen zijn atypische opening van de voorstelling. Binnen dat interessante raamwerk vervalt hij echter te vaak in generalisaties over ‘nare mannen’ en ‘gekke vrouwen’, en lijkt daarbij  iets meer partij te kiezen voor de vrouw. Met #MeToo in het achterhoofd is dat van een haantje als Pannekoek prima te billijken.

Conflictvermijdend

Helaas komen ook de platte kanten van het onderwerp aan bod, waardoor zijn stellingname aan zeggingskracht inboet. Het is een veelgebruikte manier onder cabaretiers, waaronder Theo Maassen en Tim Fransen, om zwaardere thema’s enigszins te relativeren met wat lichtere kost. Bij Pannekoek zijn de grappen echter vaak van een net iets minder niveau, waardoor de volle lach op veel momenten uitblijft. Zijn stijl is, hoewel hij zichzelf kwalificeert als conflictvermijdend, daarbij regelmatig gericht op een schokeffect. Soms lukt dat, soms is het wel erg onder de gordel. Bijvoorbeeld wanneer hij rept over het seksleven van Stephen Hawking of het idee oppert om je dochter Adolf te noemen. Ironie of niet, echt overtuigend is het allemaal niet. Toch toont Pannekoek zich bij vlagen een echte denker met de nodige zelfspot en weet hij soms snedig uit de hoek te komen. Nu de thematiek gedurende de gehele voorstelling origineel weten te houden.

Theater / Voorstelling

BREAKING FAKE NEWS zegt weinig over fake news

recensie: George en Eran Producties - BREAKING FAKE NEWS

Niet slecht gekapte demagogen of Russische trollen, maar nieuwsorganisaties zelf worden in BREAKING FAKE NEWS als bron van nepnieuws voorgesteld. En dat is best opmerkelijk.

Ineens was die term er; in zijn helderheid zo sterk en gevat dat het gelijk in ons collectief bewustzijn gegrift stond, alsof het daar altijd al geweest was: fake news. Als Trump al niet de uitvinder van de term is, dan is hij zeker de man die hem gepopulariseerd heeft, met zijn veelvuldige nepnieuwsbeschuldigingen richting gevestigde mediabedrijven als CNN en The New York Times.

Ondertussen neemt in Nederland minister Ollongren maatregelen tegen de Russische president Poetin en zijn trollenleger, die door middel van nepnieuwsaanvallen zouden proberen onze democratie te ondermijnen. Zo blijkt nepnieuws zowel een reëel gevaar als een effectief woord om onwelgevallige media in diskrediet te brengen. En bovenal een woord dat ontegenzeggelijk bij deze tijd hoort.

De waarheid is de inzet van de voorstelling

Een prima uitgangspunt voor geëngageerd theater dus. In BREAKING FAKE NEWS van George & Eran Producties (bekend van onder meer George en Eran worden racisten) en geschreven door Johan Fretz, is de waarheid de inzet van de voorstelling. We bevinden ons in de studio van het actualiteitenprogramma Nieuwsdag. Het bericht komt binnen dat er een vliegtuig gekaapt is met aan boord niemand minder dan Mark Rutte: alle hens aan dek voor Meral Polat en Eran Ben-Michaël in de rol van respectievelijk presentator en eindredacteur. Want wie zitten er achter de aanslag? En wat is het motief? Nieuws en duiding moeten zo snel mogelijk geleverd worden, voordat de concurrent het doet. Ben-Michaël in de personage van de eindredacteur blijkt een cynische televisiemaker te zijn die wordt gedreven door sensatie en kijkcijfers. In de jacht naar primeurs onthult hij overhaast de ‘identiteit’ van de dader, wat al vrij snel de verkeerde naam zal blijken te zijn.

BREAKING FAKE NEWS is een vlotte voorstelling. Het duo Polat en Ben-Michaël spelen met veel energie en zijn goed op elkaar ingespeeld. Dat levert een voorstelling op die zeker weet te vermaken, maar toch geeft de insteek van BREAKING FAKE NEWS ook te denken. Wie denkt dat de voorstelling een inkijkje geeft in hoe het er aan toe gaat op de redacties van journalistieke programma’s, zal daar behoorlijk cynisch van worden, zo makkelijk als er met de waarheid wordt omgesprongen. Daarom is het goed om te bedenken: BREAKING FAKE NEWS geeft geen realistisch kijkje achter de schermen. Daarvoor worden journalistieke principes te achteloos overboord gegooid en zijn de gehanteerde redenaties die tot waarheidsvinding moeten leiden, te stompzinnig. Daardoor is Nieuwsdag vooral een karikatuur van een journalistiek programma. En juist daardoor kan het niets scherps of pijnlijks zeggen over het onderwerp: nieuwsmedia.

Cynisme over de journalistiek

Nog opmerkelijker: BREAKING FAKE NEWS gaat geheel voorbij aan de duistere realiteit van een slecht gekapte demagoog die het volk opzet tegen nieuwsmedia die hem niet aanstaan, of de trollen van Poetin die nepnieuws verspreiden. Daarentegen worden nieuwsbedrijven zelf als een bron van nepnieuws voorgesteld. En dat op een wijze die verder weinig met de realiteit van doen heeft maar wel voeding kan geven aan cynisme over de journalistieke stand van het land.

Zo nu en dan wordt het onderwerp breder getrokken en gaat het niet zozeer om nepnieuws, als wel de waarheid in het algemeen. Dat gebeurt wanneer Polat en Ben-Michaël op verschillende momenten uit hun rol als televisiemakers stappen en elkaar en het publiek bevragen over de waarheid. Lieg jij wel eens? En is dat gordijn nu zwart of groen? Is niet alles een kwestie van interpretatie? Het probleem met dergelijke vragen over de aard van de werkelijkheid is dat het gelijk nogal grote vragen zijn die zich moeilijk laten beantwoorden. In BREAKING FAKE NEWS worden de vragen dan ook gesteld, maar ontbreekt het aan een bevredigende uitwerking.

Theater / Voorstelling

Een opmaat naar comedy die past als een jas

recensie: Nabil -Monopoly
Ron Rutten

Nabil’s tweede voorstelling Monopoly is vooral een verzameling van veel, heel veel grappen. Misschien niet altijd even origineel, maar vrijwel altijd goed getimed. Toch kan Nabil beter dan hij nu laat zien.

Nee, verwacht bij Nabil Aoulad Ayad (in 2015 nog finalist van het Leids Cabaret Festival) geen hoogdravend cabaret met een stilistisch fraai decor en een mooi uitgewerkt thema dat voldoet aan de wetten van het vak en in het klassieke cabarettheater De Kleine Komedie tot volle wasdom komt. In plaats daarvan doet Nabil waar hij goed in is en waar hij zin heeft: grappen maken. Daarmee beantwoordt hij letterlijk de vraag die hij aan zichzelf stelt in de voorstelling, namelijk of hij een cabaretier of een comedian is. Het is het laatste, want dat het woord cabaretier in Marokko een geheel andere connotatie heeft, blijkt wel uit het gesprek dat hij met zijn oom heeft. Maar het is ook vooral het type voorstelling dat Nabil heeft gemaakt: een kleurrijk palet dat toevertrouwd is aan comedians die typetjes doen, in dit geval onder meer Surinamers, kakkers, Angolezen, Tukkers en Brabanders. Behalve deze en andere clichématige sketches (De Rijdende Rechter, dat weten we nou wel), zijn er ook wat geinige dingen te ontdekken, zoals de mailcorrespondentie met ‘fan’ Bilal82, zijn overmatige drugsgebruik en James Bond. Al deze anekdotes dienen ter ondersteuning van zijn verhaal over de relatie tussen de mens en geld.

Zo vertelt hij onder meer over zijn schaamte op de basisschool, toen hij werd gepest omdat hij kleding droeg van de Wibra. Maar ook over de uitwassen van rijkdom, zoals het peperdure horloge van zijn vroegere held Floyd Mayweather. Hoe schrijnend of pervers ook, zijn verwondering of verbazing wordt nergens echt invoelbaar door zijn drang naar de gulle lach. Daar zit gelijk zijn kracht en zijn zwakte, want Nabil is een comedian die leunt op de punchline en dat ook ten volle uitbuit. Daarmee doet hij zichzelf ook flink tekort. Met een strakkere regie zou hij bijvoorbeeld meer rustpunten kunnen inbouwen, zodat zijn statement (te herleiden naar een oude hit van zijn favoriete rapper Notorious B.I.G) gedurende de voorstelling beter beklijft. En het is een raadsel waarom hij voor zo’n kaal decor heeft gekozen (slechts een wit doek) met een redelijk simpel lichtplan. Wie echter maling heeft aan esthetiek en een goed uitgewerkte verhaallijn, maar een avond onbekommerd wil lachen, doet er goed aan om een kaartje te kopen.

Theater / Voorstelling

Henry’s persoonlijke relaas is een ruil tussen comedy en diepgang

recensie: Henry van Loon - Onze Henry
Bob Bronshoff

Ook dit keer is er genoeg luchtigheid in de nieuwste voorstelling van Henry van Loon, al is de toon dit keer zwaarder dan normaal. Hoewel er genoeg te lachen valt, voert sentiment de boventoon. Dat levert een verrassende voorstelling op.

Henry van Loon is geen cabaretier die aan het begin van de voorstelling de grote lijnen uitzet en vervolgens anderhalf uur de tijd neemt om een verhaal met een kop en staart te vertellen. In plaats daarvan strooit hij, schijnbaar lukraak, met absurde gedachtekronkels en gemompel wat nét verstaanbaar genoeg is. Lijkt het. Want dit keer stelt Van Loon zich kwetsbaar en open op, binnen een minuut leren we alles over zijn passies: karten, motorrijden, fjorden, formica en reizen. Terwijl elk van deze passies uit de doeken doet, zet hij een lekker vet Brabants accent op. Niet voor niets, want Van Loon komt uit Oirschot en naar die plaats zal hij gedurende de voorstelling regelmatig refereren als hij het over zijn jeugd heeft. Reden daarvoor is het overlijden van zijn moeder, ongeveer een jaar geleden, wat hij beschrijft als een huis waarvan het dak is afgewaaid. Juist wanneer hij de luim verruilt voor de ernst, lijkt Van Loon op zijn sterkst.

Dat maakt zijn performance gelijk een verrassing en een verademing. De intermezzo’s over zijn vroegere gezinsleven, met name als het gaat om de moeizame relatie met zijn vader Henk, wisselt hij af met anekdotes over zijn vakanties naar Thailand en Los Angeles, of het kopen van zijn huis in Amsterdam-Noord. Niet alle stukken zijn daarin even sterk of briljant, bijvoorbeeld wanneer hij met een Amerikaans accent Batman en Spiderman probeert na te doen. Des te sterker is zijn imitatie van een typisch Amsterdamse makelaar of van een zogenaamde motorkenner. Het zijn dit soort typetjes die hij ook al succesvol verwerkte in zijn vorige voorstelling Sleutelmoment, waar hilarische radioreclames voorbij kwamen. Die lachmomenten zijn ook nu ingebouwd, al neemt Van Loon de tijd en de ruimte om het verlies van zijn moeder een plek te geven. Dat gebeurt in letterlijke zin met een tatoeage op zijn arm, maar ook door het aandoenlijke verhaal te vertellen over hun laatste tochtje samen als gezin, naar Vlissingen. Alsof dat al niet genoeg is, weet hij met een prachtig lied tot een treffend slotakkoord te komen. Het resultaat is een voorstelling met voldoende zelfspot en luchtigheid, maar met een gevoelig randje.