Tag Archief van: recensie

Boeken / Non-fictie

Historisch inzicht

recensie: Jan Westerhof - We waren erbij, de eeuw van radio

Oud-directeur Radio van de NPO Jan Westerhof slaagt erin met We waren erbij een smeuïg en leesbaar boek te schrijven over een eeuw Radio met behoud van het historisch besef.

In een handzaam boek van 192 pagina’s inzicht verschaffen in het ontstaan en de ontwikkeling van radio in Nederland in woord en beeld is een machtige uitdaging. Feitelijk is de radio niet weg te denken uit ons dagelijks leven. We nemen hem tegenwoordig overal mee naartoe op onze smartphone, de auto, thuis op de stereo en op iedere computer waar we ons werk mee doen. Radio is overal toegankelijk, of je nu muziek wilt luisteren in welke vorm dan ook of het nieuws wilt horen in elke kleurtoon die je wenst.

Chronologisch en thema’s

Op 6 november 2018 werd in Beeld en Geluid op het Mediapark te Hilversum het boek We waren erbij – De eeuw van radio ten doop gehouden. Het was het moment waarop het honderdste jaar van het bestaan van de radio in Nederland startte. Jan Westerhof reikte daar het eerste exemplaar van zijn boek uit aan radio-coryfee Frits Spits.

Het boek schetst de historie en ontwikkeling van radio in Nederland. Na de uitvinding in 1888 door Heinrich Hertz duurde het tot 1919 voordat de eerste radio-uitzending in Nederland plaatsvond vanuit het Kurhaus. De radio doet vanaf dat moment zijn intrede in de maatschappij en verwerft zijn plaats in het gezinsleven. Die plek wordt later bij de uitvinding van de televisie door dat medium overgenomen, maar de radio is nooit verdwenen. Hoe die ontwikkelingen verliepen wordt door Westerhof chronologisch verteld terwijl hij tevens plaats heeft gevonden voor verschillende thema’s als regionale omroep, nieuwsradio, publieke omroep, radiopiraten en de opkomst van commerciële radio. Westerhof slaagt erin om in plaats van deze geschiedenis als wetenschappelijk werk te presenteren er een fijn leesbaar boek van te maken, dat iedere radioliefhebber met plezier zal lezen.

Veranderende radio

Westerhof staat in We waren erbij stil bij de censuur op de Nederlandse radio in de jaren twintig en dertig. Want het feit dat al ruim voor de Tweede Wereldoorlog toezicht en correcties op de radio-uitzendingen plaatsvonden, zet de invloed van de overheid op de nieuwsuitingen in ons land in een ander daglicht.

Natuurlijk kan Westerhof niet onder de invloed van de zee-zenders uit. In 1960 kiest Veronica als eerste in Nederland met zijn zendschip het ruime sop naar het voorbeeld uit Denemarken. De invloed van de commerciële radio op de uitzendingen vanuit Hilversum zal enorm groot blijken. Dat later Radio Noordzee een geduchte concurrent wordt van Veronica komt door een toevalligheid, omdat de uitzendingen – die gericht zouden zijn op Duitsland – geen doorgang kunnen vinden. De wetgeving in Duitsland loopt vooruit op die in Nederland, waar uitzendingen van zee-zenders pas in 1974 verboden worden.

Radio wordt totaalbeleving

Het radiolandschap verkleint door de wetgeving in 1974 weer tot de zenders van de publieke omroep. Maar de invloed van de zee-zenders blijft duidelijk hoorbaar. Uiteindelijk wordt commerciële radio pas begin jaren negentig legaal in Nederland en krijgen we een breder aanbod. De publieke omroep heeft er stevige concurrenten bijgekregen in de strijd om de luisteraar. Toch gaat de NPO met zenders als 3FM en later ook zeker Radio2 deze strijd met wisselend succes aan. Het vergt natuurlijk meer initiatief en creativiteit om de luisteraar te winnen en te binden. Radio wordt daarmee steeds meer een totaalbeleving met niet alleen luisteren, maar ook meekijken in de studio via visual radio en zelfs het live beleven van radio bij evenementen als Sportzomer, Serious Request en de TOP2000. DJ’s worden beroemde persoonlijkheden die via transfers verhuizen van werkgever (lees radiozender).

Westerhof gaat in We waren erbij – De eeuw van radio in op hoe radio zich staande weet te houden naast de opkomst van tv. Maar is dat wellicht wat gekleurd als oud-directeur radio? Ik denk van niet. Ga eens na wanneer en hoeveel uur je radio luistert ten opzichte van het consumeren van tv-beelden.

Hoe de radio zich de komende jaren verder zal ontwikkelen is nog niet te voorspellen. Maar dat het zich zal blijven manifesteren maakt Westerhof wel duidelijk in dit fijn leesbare boek met foto’s, die een feest der herkenning vormen bij het lezen van de geschiedenis van wat wij vandaag beleven als radio. We waren erbij – De eeuw van radio vormt een mooi startschot voor het jaar waarin de radio een eeuw bestaat.

(Foto’s gemaakt door Joost tijdens de boekpresentatie.)

 

Boeken / Non-fictie

Historisch inzicht

recensie: Jan Westerhof - We waren erbij, de eeuw van radio

Oud-directeur Radio van de NPO Jan Westerhof slaagt erin met We waren erbij een smeuïg en leesbaar boek te schrijven over een eeuw Radio met behoud van het historisch besef.

In een handzaam boek van 192 pagina’s inzicht verschaffen in het ontstaan en de ontwikkeling van radio in Nederland in woord en beeld is een machtige uitdaging. Feitelijk is de radio niet weg te denken uit ons dagelijks leven. We nemen hem tegenwoordig overal mee naartoe op onze smartphone, de auto, thuis op de stereo en op iedere computer waar we ons werk mee doen. Radio is overal toegankelijk, of je nu muziek wilt luisteren in welke vorm dan ook of het nieuws wilt horen in elke kleurtoon die je wenst.

Chronologisch en thema’s

Op 6 november 2018 werd in Beeld en Geluid op het Mediapark te Hilversum het boek We waren erbij – De eeuw van radio ten doop gehouden. Het was het moment waarop het honderdste jaar van het bestaan van de radio in Nederland startte. Jan Westerhof reikte daar het eerste exemplaar van zijn boek uit aan radio-coryfee Frits Spits.

Het boek schetst de historie en ontwikkeling van radio in Nederland. Na de uitvinding in 1888 door Heinrich Hertz duurde het tot 1919 voordat de eerste radio-uitzending in Nederland plaatsvond vanuit het Kurhaus. De radio doet vanaf dat moment zijn intrede in de maatschappij en verwerft zijn plaats in het gezinsleven. Die plek wordt later bij de uitvinding van de televisie door dat medium overgenomen, maar de radio is nooit verdwenen. Hoe die ontwikkelingen verliepen wordt door Westerhof chronologisch verteld terwijl hij tevens plaats heeft gevonden voor verschillende thema’s als regionale omroep, nieuwsradio, publieke omroep, radiopiraten en de opkomst van commerciële radio. Westerhof slaagt erin om in plaats van deze geschiedenis als wetenschappelijk werk te presenteren er een fijn leesbaar boek van te maken, dat iedere radioliefhebber met plezier zal lezen.

Veranderende radio

Westerhof staat in We waren erbij stil bij de censuur op de Nederlandse radio in de jaren twintig en dertig. Want het feit dat al ruim voor de Tweede Wereldoorlog toezicht en correcties op de radio-uitzendingen plaatsvonden, zet de invloed van de overheid op de nieuwsuitingen in ons land in een ander daglicht.

Natuurlijk kan Westerhof niet onder de invloed van de zee-zenders uit. In 1960 kiest Veronica als eerste in Nederland met zijn zendschip het ruime sop naar het voorbeeld uit Denemarken. De invloed van de commerciële radio op de uitzendingen vanuit Hilversum zal enorm groot blijken. Dat later Radio Noordzee een geduchte concurrent wordt van Veronica komt door een toevalligheid, omdat de uitzendingen – die gericht zouden zijn op Duitsland – geen doorgang kunnen vinden. De wetgeving in Duitsland loopt vooruit op die in Nederland, waar uitzendingen van zee-zenders pas in 1974 verboden worden.

Radio wordt totaalbeleving

Het radiolandschap verkleint door de wetgeving in 1974 weer tot de zenders van de publieke omroep. Maar de invloed van de zee-zenders blijft duidelijk hoorbaar. Uiteindelijk wordt commerciële radio pas begin jaren negentig legaal in Nederland en krijgen we een breder aanbod. De publieke omroep heeft er stevige concurrenten bijgekregen in de strijd om de luisteraar. Toch gaat de NPO met zenders als 3FM en later ook zeker Radio2 deze strijd met wisselend succes aan. Het vergt natuurlijk meer initiatief en creativiteit om de luisteraar te winnen en te binden. Radio wordt daarmee steeds meer een totaalbeleving met niet alleen luisteren, maar ook meekijken in de studio via visual radio en zelfs het live beleven van radio bij evenementen als Sportzomer, Serious Request en de TOP2000. DJ’s worden beroemde persoonlijkheden die via transfers verhuizen van werkgever (lees radiozender).

Westerhof gaat in We waren erbij – De eeuw van radio in op hoe radio zich staande weet te houden naast de opkomst van tv. Maar is dat wellicht wat gekleurd als oud-directeur radio? Ik denk van niet. Ga eens na wanneer en hoeveel uur je radio luistert ten opzichte van het consumeren van tv-beelden.

Hoe de radio zich de komende jaren verder zal ontwikkelen is nog niet te voorspellen. Maar dat het zich zal blijven manifesteren maakt Westerhof wel duidelijk in dit fijn leesbare boek met foto’s, die een feest der herkenning vormen bij het lezen van de geschiedenis van wat wij vandaag beleven als radio. We waren erbij – De eeuw van radio vormt een mooi startschot voor het jaar waarin de radio een eeuw bestaat.

(Foto’s gemaakt door Joost tijdens de boekpresentatie.)

 

Olsthoorn Vanderwilt, collectie 2018. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Olsthoorn Vanderwilt
Kunst / Expo binnenland

Eindelijk! Vrouwelijke Ontwerpers in de Schijnwerpers

recensie: Recensie: Femmes Fatales. Sterke vrouwen in de mode
Olsthoorn Vanderwilt, collectie 2018. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Olsthoorn Vanderwilt

Vrouwen lijken altijd een strijd te moeten leveren om erkend te worden. Dit geldt in politiek en economisch opzicht, in de beeldende kunst en ook op modegebied. Deze tentoonstelling neemt ons mee in de tijd en laat de ontwikkelingen in de mode zien vanaf de achttiende eeuw tot heden. En let wel! Natuurlijk komen er alleen vrouwelijke ontwerpers aan bod.

Van bekende tot minder bekende ontwerpsters; van onmogelijke hoepelrokken tot vrijetijdskleding; van protest- tot extreme kleding en ware kunstwerken. Het is allemaal te zien. Het Gemeentemuseum in Den Haag heeft alles uit de kast gehaald om ons te laten genieten.

Coco Chanel, 1935 Foto Man Ray. Man Ray Trust ADAGP Pictoright Amsterdam 2018 Gemeentemuseum Den Haag

Coco Chanel, 1935 Foto Man Ray. Man Ray Trust ADAGP Pictoright Amsterdam 2018 Gemeentemuseum Den Haag

De Suffragettebeweging

De Suffragettes (1903) was de eerste Engelse vrouwenbeweging, die streden voor vrouwenkiesrecht. Dit was echter niet het enige dat zij bereikten. Vrouwen gingen ook op andere gebieden meer nadenken over hun rol. De vrouwen in de achttiende eeuw hadden nauwelijks bewegingsvrijheid in hun hoepelrokken. De Suffragettes droegen zogenoemde reformkleding, rechte en eenvoudige jurken met nauwelijks versiering. Deze kleding gaf vrouwen veel meer bewegingsvrijheid. Waarschijnlijk werd Coco Gabrielle Chanel (1883-1971) door deze kleding geïnspireerd. Zij ontwierp meer casual kleding en gebruikte soepele stoffen als jersey.

Het Interbellum 1918-1939

In diezelfde periode koos Jeanne Lanvin in tegenstelling tot Chanel een ander pad; zij ontwierp onder anderen schitterende baljurken en Japanse kimono’s met borduursels, kralen, pailletten en parels. Ook Elsa Schiaparelli ontwierp vernieuwende mode, zoals pakken met brede schouders, jumpsuits, wikkeljurken en gebruik van ritsen. Ieder succesvol modehuis had zo zijn eigen specialiteit. Na de Tweede Wereldoorlog werd de vrouwenmode weer traditioneler. Het was weer de mannelijke ontwerper die de toon zette. Bewegingsvrijheid was niet het belangrijkste aspect van hun ontwerpen.

Stella McCartney. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Stella McCartney

Stella McCartney. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Stella McCartney

Ontwikkelingen sinds de jaren zestig

De tweede en derde feministische golf eiste in de jaren zestig, zeventig, tachtig en negentig gelijkheid tussen mannen en vrouwen op allerlei gebied. Dit uitte zich ook in de kleding.

Mary Quant opende in 1955 in Londen de eerste winkel met minirokjes. Agnès Troublé (b) kwam halverwege de jaren zeventig met werkkleding met een androgyn karakter. Katherine Hamnett (1947) en Vivienne Westwood (1941) zetten zich in voor een beter milieu en een duurzame mode-industrie. In de jaren tachtig kwam Donna Karan met ‘fit for the job’ op een mannelijke manier. In 1985 introduceerde zij de ‘seven easy pieces’, een minigarderobe van jersey met als basis een zwarte body stocking.

Veel van de trends uit het verleden verschijnen in een ‘nieuw jasje’ opnieuw. Stella McCartney lanceert in 2001 de eco-mode. Zij is de eerste ontwerpsters die duurzaamheid succesvol onder de aandacht brengt. De # Metoo-beweging wordt in 2017 geïntroduceerd in de kledingwinkels van Diane van Fürstenberg in New York. Iris van Herpen pioniert sinds 2010 als eerste met 3D-printtechnieken, waarmee zij de meest ongelooflijke creaties ontwerpt.

Iris van Herpen, Wilderness Embodied Courtesy Iris van Herpen. Foto Petrovsky & Ramone for Gemeentemuseum Den Haag

Iris van Herpen, Wilderness Embodied Courtesy Iris van Herpen. Foto Petrovsky & Ramone for Gemeentemuseum Den Haag

Een Feestje

De tentoonstelling laat zien wat vrouwelijke modeontwerpers hebben bereikt. Dat gebeurt door middel van beeld, geluid en natuurlijk mode. Meer dan mannelijke ontwerpers gebruiken vrouwelijke ontwerpers hun werk om een statement te maken. Ondanks de wauw- en oh-effecten is van de getoonde mode niet alles draagbaar (Comme les Garçons) voor de gewone vrouw. Ten eerste is het niet te betalen en ten tweede kan niet ieder vrouw gekleed worden als een fatale vrouw.

De Griekse ontwerpster Mary Katrantzou zei in een interview het volgende: “[…] Ik denk dat je door mode je humeur kunt verbeteren. Maar ik denk dat een femme fatale een bepaald soort vrouw is, dus, denk ik, je moet er een zijn en dan doen de kleren gewoon het werk om dat te bevorderen. Niet iedere vrouw kan een femme fatale zijn.” En zo is het maar net.

Mary Katrantzou, collectie zomer 2018. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Mary Katrantzou

Mary Katrantzou, collectie zomer 2018. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Mary Katrantzou

Boeken / Non-fictie

Over leugens en wetsovertredingen

recensie: Hannah Arendt - Het waagstuk van de politiek

Het waagstuk van de politiek verzamelt drie van Hannah Arendts late teksten. Samen vormen het interview en de twee essays een mooie introductie tot Arendts denken.

‘Weet u, wezenlijk voor mij is: ik moet begrijpen,’ zegt Hannah Arendt (1906–1975) in een befaamd interview uit 1964 met Günter Gaus dat deze bundel opent. Een filosofe vond de politiek theoretica zich niet: haar ingang tot de mens en menselijk gedrag was altijd via de politiek. Het interview laat mooi zien hoe Arendts leven haar denken inspireerde, en andersom. Als joodse was ze in de jaren dertig Duitsland ontvlucht; ten tijde van het interview woonde en werkte ze in de Verenigde Staten.

Het grote probleem van de Holocaust, ‘het persoonlijke probleem, was niet wat onze vijanden deden, maar wat onze vrienden deden,’ aldus Arendt. Hier is goed te zien hoe de persoonlijke angst verraden te worden door bekenden bij haar groeit tot een groter politiek-filosofisch punt, tot een inkijkje in de menselijke ziel.

Actuele essays

Waar het interview met Gaus vooral terugkijkt, behandelen de twee in Het waagstuk van de politiek opgenomen essays meer hedendaagse gebeurtenissen. In Liegen in de politiek staat Arendt stil bij de begin jaren zeventig vrijgegeven Pentagon Papers (een lijvig rapport over de oorlog in Vietnam) en in Burgerlijke ongehoorzaamheid kijkt ze naar dienstweigeraars en de burgerrechtenbeweging. Beide essays zijn nog steeds actueel.

Dat laatste weten vertalers Dirk de Schutter en Remi Peeters ook: in hun inleiding verwijzen zij naar Donald Trump, een president die geen enkele moeite lijkt te hebben met de waarheid vervormen. Wat opvalt aan Liegen in de politiek is dat Arendt het probleem dan wel helder weet te stellen – wanneer zij schrijft dat feiten ‘een getuigenis nodig’ hebben om herinnerd te worden, is gelijk duidelijk waarom machthebbers die het zonder willen stellen zo’n bedreiging vormen –, zij de kracht van feitenvrije politiek daarentegen duidelijk onderschat. Ze waarschuwt ervoor dat leugens de grens tussen waarheid en onwaarheid doen vervagen en daarmee kunnen leiden tot totalitarisme, maar vertrouwt er uiteindelijk op dat de feiten altijd zullen spreken.

Telkens terugkeren

Het meest interessante essay in deze bundel is uiteindelijk Burgerlijke ongehoorzaamheid. In dit essay pleit Arendt voor het beschermen van de ongehoorzame burger, die volgens haar uit is op een rechtvaardiger wereld. Het is ‘de nieuwste vorm van vrije vereniging’, niet zomaar bandeloosheid: de wet wordt met een gerechtvaardigd doel overschreden. In dit essay zet Arendt tot denken aan.

Hannah Arendt is een denker die telkens weer terugkeert, vooral in het huidige tijdsgewricht. Het waagstuk van de politiek verzamelt een aantal van haar minder bekende, maar stuk voor stuk boeiende en relevante teksten. Samen vormen ze bovendien ook een mooie inleiding in haar denken en een fijn opstapje naar haar bekende boeken.

Theater / Voorstelling

Intelligente boekbewerking over iemand die tegen de klippen op probeert geen mens te zijn

recensie: BOG. / Het Zuidelijk Toneel - Iemand die slaapt

In Iemand die slaapt heeft het theatercollectief BOG. de bijna gelijknamige roman van Georges Perec weten om te smeden tot een indrukwekkende theaterperformance, waar vooral veel te luisteren valt.

Toeval of niet, maar alle leden van het Vlaams-Nederlandse theatercollectief BOG. (Judith de Joode, Benjamin Moen, Sanne Vanderbruggen en Lisa Verbelen) beschouwen het als een van hun lievelingsboeken: Een man die slaapt van de Franse schrijver Georges Perec. Dit boek uit 1967 staat nu aan de basis van hun nieuwe voorstelling Iemand die slaapt.

De desbetreffende slaper is een naamloze student in Parijs die steeds minder aan het leven deelneemt en zichzelf steeds meer naar de achtergrond van de wereld laat verdwijnen. Net zolang totdat zijn positie in de wereld een van louter beschouwen is geworden. Hij lijkt zodoende te proberen om een transformatie te ondergaan van mens naar ding: iets dat niet meer denkt, niet meer vindt en niet meer handelt. Is het een depressie die de student overvalt? Of is hij bezig met een langgerekte meditatieoefening? Dat blijft goeddeels onduidelijk. Die onduidelijkheid maakt identificatie met het personage vermoedelijk eenvoudiger, omdat de ervaringen minder specifiek zijn. Er valt voor iedereen die weleens door buien van melancholie, apathie of een zekere vermoeidheid met de wereld om hem heen getroffen is iets te herkennen. En wie zich kan identificeren zal geraakt worden door de bij tijd en wijle prachtige zinnen van Perec, die in hun kaalheid heel sec een gevoelstoestand beschrijven en oproepen. De leden van BOG. hebben Perecs tekst intelligent weten om te smeden tot een dynamische theatertekst.

Appel tot betrokkenheid

In Iemand die slaapt wordt het publiek de gehele voorstelling aangesproken in tweede persoon enkelvoud. Daardoor wordt de individuele ervaring van het personage op knappe wijze veralgemeniseerd en wordt er op de kijker een appel gedaan tot betrokkenheid. Voor die betrokkenheid moet je het stuk even de tijd geven: Iemand die slaapt begint erg kaal en rustig maar wordt steeds opzwepender naarmate de voorstelling vordert, zeker wanneer slagwerker Nina de Jong het ritme van de tekst gaat bepalen.

Uiteindelijk komt het tot een uitbarsting; want het al dan niet zelf gestelde doel van de student om een ding te worden, mislukt. Mensen zijn geen dingen, zo leert hij, en wie leeft zal dus ook precies dat moeten gaan doen: leven.

Theater / Voorstelling

BREAKING FAKE NEWS zegt weinig over fake news

recensie: George en Eran Producties - BREAKING FAKE NEWS

Niet slecht gekapte demagogen of Russische trollen, maar nieuwsorganisaties zelf worden in BREAKING FAKE NEWS als bron van nepnieuws voorgesteld. En dat is best opmerkelijk.

Ineens was die term er; in zijn helderheid zo sterk en gevat dat het gelijk in ons collectief bewustzijn gegrift stond, alsof het daar altijd al geweest was: fake news. Als Trump al niet de uitvinder van de term is, dan is hij zeker de man die hem gepopulariseerd heeft, met zijn veelvuldige nepnieuwsbeschuldigingen richting gevestigde mediabedrijven als CNN en The New York Times.

Ondertussen neemt in Nederland minister Ollongren maatregelen tegen de Russische president Poetin en zijn trollenleger, die door middel van nepnieuwsaanvallen zouden proberen onze democratie te ondermijnen. Zo blijkt nepnieuws zowel een reëel gevaar als een effectief woord om onwelgevallige media in diskrediet te brengen. En bovenal een woord dat ontegenzeggelijk bij deze tijd hoort.

De waarheid is de inzet van de voorstelling

Een prima uitgangspunt voor geëngageerd theater dus. In BREAKING FAKE NEWS van George & Eran Producties (bekend van onder meer George en Eran worden racisten) en geschreven door Johan Fretz, is de waarheid de inzet van de voorstelling. We bevinden ons in de studio van het actualiteitenprogramma Nieuwsdag. Het bericht komt binnen dat er een vliegtuig gekaapt is met aan boord niemand minder dan Mark Rutte: alle hens aan dek voor Meral Polat en Eran Ben-Michaël in de rol van respectievelijk presentator en eindredacteur. Want wie zitten er achter de aanslag? En wat is het motief? Nieuws en duiding moeten zo snel mogelijk geleverd worden, voordat de concurrent het doet. Ben-Michaël in de personage van de eindredacteur blijkt een cynische televisiemaker te zijn die wordt gedreven door sensatie en kijkcijfers. In de jacht naar primeurs onthult hij overhaast de ‘identiteit’ van de dader, wat al vrij snel de verkeerde naam zal blijken te zijn.

BREAKING FAKE NEWS is een vlotte voorstelling. Het duo Polat en Ben-Michaël spelen met veel energie en zijn goed op elkaar ingespeeld. Dat levert een voorstelling op die zeker weet te vermaken, maar toch geeft de insteek van BREAKING FAKE NEWS ook te denken. Wie denkt dat de voorstelling een inkijkje geeft in hoe het er aan toe gaat op de redacties van journalistieke programma’s, zal daar behoorlijk cynisch van worden, zo makkelijk als er met de waarheid wordt omgesprongen. Daarom is het goed om te bedenken: BREAKING FAKE NEWS geeft geen realistisch kijkje achter de schermen. Daarvoor worden journalistieke principes te achteloos overboord gegooid en zijn de gehanteerde redenaties die tot waarheidsvinding moeten leiden, te stompzinnig. Daardoor is Nieuwsdag vooral een karikatuur van een journalistiek programma. En juist daardoor kan het niets scherps of pijnlijks zeggen over het onderwerp: nieuwsmedia.

Cynisme over de journalistiek

Nog opmerkelijker: BREAKING FAKE NEWS gaat geheel voorbij aan de duistere realiteit van een slecht gekapte demagoog die het volk opzet tegen nieuwsmedia die hem niet aanstaan, of de trollen van Poetin die nepnieuws verspreiden. Daarentegen worden nieuwsbedrijven zelf als een bron van nepnieuws voorgesteld. En dat op een wijze die verder weinig met de realiteit van doen heeft maar wel voeding kan geven aan cynisme over de journalistieke stand van het land.

Zo nu en dan wordt het onderwerp breder getrokken en gaat het niet zozeer om nepnieuws, als wel de waarheid in het algemeen. Dat gebeurt wanneer Polat en Ben-Michaël op verschillende momenten uit hun rol als televisiemakers stappen en elkaar en het publiek bevragen over de waarheid. Lieg jij wel eens? En is dat gordijn nu zwart of groen? Is niet alles een kwestie van interpretatie? Het probleem met dergelijke vragen over de aard van de werkelijkheid is dat het gelijk nogal grote vragen zijn die zich moeilijk laten beantwoorden. In BREAKING FAKE NEWS worden de vragen dan ook gesteld, maar ontbreekt het aan een bevredigende uitwerking.

Boeken / Non-fictie

Neem verantwoordelijkheid

recensie: Jordan B. Peterson - 12 regels voor het leven

Het boek 12 regels voor het leven van de populaire en controversiële Jordan B. Peterson werd direct een internationale bestseller. De Canadese hoogleraar psychologie heeft een grote schare fans, maar roept ook veel weerstand op. Het boek zou seksistisch, fascistisch en racistisch zijn. Terecht?

Tot de zomer van 2016 was Jordan Peterson een onbekende hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Toronto. Zijn verzet tegen een wet in Canada die het strafbaar maakt mensen niet met hun gewenste genderneutrale voornaamwoorden aan te spreken, maakte hem plotsklaps een beroemdheid. Het filmpje waarin hij met studenten hierover de discussie aanging, ging viral.

Inmiddels is Peterson een intellectuele popster. Hij geeft lezingen (‘events’) waar duizenden, soms tienduizenden bezoekers op afkomen. Zijn colleges op YouTube en zijn podcasts worden honderdduizenden keren bekeken/beluisterd.

Verzetsheld

In die filmpjes en podcasts fileert hij op venijnige manier de ideeën van (cultuur)marxisten en post-modernisten die, zo stelt Peterson, de universiteiten domineren. Zijn volgelingen zien hem als een verzetsheld.

Naast filmpjes en podcasts publiceerde hij deze zomer zijn tweede boek. Zijn eerste, waar hij vijftien jaar aan had gewerkt, werd nauwelijks verkocht. 12 regels voor het leven is een wereldwijde bestseller.

Neem verantwoordelijkheid

Het boek is een soort zelfhulpboek, maar anders dan de meeste boeken in dat genre. De twaalf hoofdstukken – elk hoofdstuk is een regel – bevatten persoonlijke anekdotes, filosofische verhandelingen, evolutionaire biologie en analyses van bijbelverhalen. Peterson haalt veelvuldig denkers aan als Friedrich Nietzsche, Alexander Solzhenitsyn, Fjodor Dostojevski en vooral Carl Gustav Jung.

Zijn centrale boodschap is een drietrapsraket. 1) Als je leven een puinhoop is, ligt dat hoogstwaarschijnlijk vooral aan jezelf. 2) Door verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen leven, kun je je leven verbeteren. 3) Doordat je de controle neemt over je eigen leven en je merkt dat dat vruchten afwerpt, word je gelukkiger. Kortom: verbeter de wereld, begin bij jezelf.

Met deze boodschap zet hij zich af tegen een groep die social justice warriors wordt genoemd. In tegenstelling tot Peterson verzetten zij zich juist tegen maatschappelijke structuren. Waar Peterson wijst op individuele verantwoordelijkheid, leggen zij de verantwoordelijkheid vooral bij maatschappelijk systemen. Het individu is volgens die manier van denken vooral het slachtoffer van het door witte mannen geleide patriarchale en/of racistische systeem.

Racistisch

Petersons verzet tegen deze manier van denken levert hem vaak het verwijt op dat hij racistisch en seksistisch is. Zo beschuldigt de schrijver Pankaj Mishra in de New York Reviews of Books Peterson van ‘fascist mysticism’ en ontwaart Arthur Eaton van de Groene Amsterdammer in Petersons boek ‘verkapte rassenleer’.

Maar hun argumentatie blijkt flinterdun. Peterson verwijst veelvuldig naar mythes om iets uit te leggen, en laat het nou zo zijn dat een eeuw of wat geleden veel voorlopers van het fascisme ook gek waren op mythes. Sterker is Mishra’s onderbouwing niet.

Eaton moet zich ook bezondigen aan inlegkunde om zijn bewering te staven. Dat Peterson zich niet wil uitspreken over de islam komt niet doordat Peterson vindt dat hij daarover te weinig kennis heeft, maar omdat hij als westerling nooit iets van de cultuur van het Midden-Oosten kán begrijpen. Die is volgens Peterson fundamenteel anders en daarom niet te begrijpen voor westerlingen. Tenminste, zo omschrijft Eaton het. Niet dat Peterson dat ooit gezegd heeft, maar Eaton weet wat Peterson eigenlijk bedoelt.

Conservatief

Wie niet overal fascisme en racisme zoekt (hetgeen in Petersons oeuvre een vergeefse zoektocht zou zijn), zou een andere politieke neiging kunnen ontdekken in het denken van Peterson: conservatisme. En dan niet zozeer een conservatisme van ’terug naar de spruitjeslucht’, maar een conservatisme dat onze huidige manier van samenleven wil behouden en beschermen. Want wie de maatschappij fundamenteel wil veranderen is volgens Peterson gevaarlijk bezig.

Zo goed als we het nu hebben, aldus Peterson, hebben we het nooit gehad. Natuurlijk is het niet perfect, maar wie voor een radicale verandering pleit, moet goed weten wat er op het spel wordt gezet. Politieke projecten om de samenleving radicaal te veranderen zijn in de vorige eeuw veelvuldig uitgelopen op gruwelijke dictaturen – met enorm veel doden tot gevolg.

Chaotisch

Dat aan de argumentatie van sommige van Petersons critici heel wat schort en hij legitieme punten aandraagt tegen het wereldbeeld van radicaal-links, maakt het boek nog niet direct goed. Want hoewel het ‘vlot’ is geschreven, zal niet iedere lezer er even makkelijk doorheen komen. Peterson slaat enorm veel zijstraatjes in. Het lijkt alsof hij zelf ook regelmatig de weg kwijtraakt. Hij dwaalt regelmatig af van de regel waarover het hoofdstuk zou moeten gaan en komt er zodoende vaak niet aan toe een onderwerp serieus uit te diepen.

De structuur van de twaalf regels doet erg geforceerd aan. Het lijkt een noodgreep om het ongestructureerde werk, dat met haast geschreven lijkt, toch een structuur te geven. Over zijn eerste boek heeft Peterson vijftien jaar gedaan. 12 regels voor het leven lijkt in vijftien dagen geschreven te zijn. De remedie tegen chaos, zoals de ondertitel van het boek luidt, doet behoorlijk chaotisch aan.

Peterson is een interessante denker, maar voor een kennismaking met zijn gedachtegoed is YouTube geschikter dan dit boek.

Liz Magic Laser, The Thought Leader, 2015
Kunst / Expo binnenland

Op je sokken door het museum

recensie: Een Ontembare Kracht: Het kind als inspiratiebron voor CoBrA en kunst van nu
Liz Magic Laser, The Thought Leader, 2015

CoBrA-kunst wordt soms wat kort door de bocht omschreven als zijnde ‘kindertekeningen’. Dat is niet helemaal uit de lucht gegrepen, want kinderen inspireerden de CoBrA-kunstenaars in sterke mate. ‘Een Ontembare Kracht’ werpt een verfrissende en eigentijdse blik op deze inspiratiebron.

Op zoek naar een nieuw begin raakten CoBrA-kunstenaars begin jaren ’50 gefascineerd door kinderen en hun open blik, spontaniteit, onbevangenheid en fantasierijke belevingswereld. Dit uitte zich in een kunst van karakteristieke simpele vormen en gekras zoals op kindertekeningen.

Karel Appel, Spelende kinderen, 1948, Collectie Cobra Museum © Karel Appel Foundation c/o Pictoright Amsterdam 2018

Karel Appel, Spelende kinderen, 1948, Collectie Cobra Museum
© Karel Appel Foundation c/o Pictoright Amsterdam 2018

 

In het werk van CoBrA-coryfeeën zoals Karel Appel, Constant, Corneille en Lucebert is die beeldtaal onmiskenbaar aanwezig. Als een slingerende omlijsting beweegt de CoBrA-kunst zich langs de buitenste wanden van de tentoonstellingsruimte. Ze zijn van context voorzien middels informatieve video’s, tijdschriften en andersoortig documentatiemateriaal met vermakelijke feitjes. Zo beschouwde CoBrA-kunstenaar Asger Jorn de uitgestoken tong bijvoorbeeld als teken van verzet. De CoBrA-kunstenaars toonden hun werk soms zij aan zij met kindertekeningen – een voorbeeld dat door de curator op geslaagde wijze is opgevolgd.

Spontaniteit genuanceerd

De tentoonstelling ‘Een Ontembare Kracht’ slaat ook een brug naar het nu: CoBrA-kunst treedt in dialoog met hedendaagse kunstwerken waarin het kind een rol speelt. Een belangrijk gegeven daarin is dat de veronderstelde ‘spontane’ creativiteit van kinderen in de afgelopen decennia meer genuanceerd is geraakt. In de tijd van CoBrA stond de kennis hierover zogezegd nog in de kinderschoenen. Tegenwoordig wordt ook de invloed van de omgeving hierin meegenomen, bijvoorbeeld het onderwijs en de cultuur waarin je opgroeit. De visie die de huidige tentoonstelling geeft op de vrije, creatieve expressie van het kind is dientengevolge wat kritischer van aard.

Kleine volwassenen

Die kritische noot is met name te vinden in hedendaagse videowerken, waarin het onbevangen kind-zijn centraal én ter discussie staat. Liz Magic Laser’s The Thought Leader (2015) – inclusief de al dan niet bewuste verwijzing naar de opstandige tong van Jorn – toont een elfjarige die als charismatische spreker volwassenen toespreekt. Eigenlijk citeert hij uit een pessimistisch boek, maar zijn onwetende publiek is duidelijk in de war.

Priscila Fernandes, For a better world, still from video, 2012

Priscila Fernandes, For a better world, still from video, 2012

 

Ook het jonge kunstschaats duo in Magic Laser’s video Kiss and Cry (2015) oogt als twee kleine volwassenen, met alleen nog tijd om te trainen. De video For A Better World van Priscilla Fernandes (2012) toont een pretpark waar kinderen ‘spelenderwijs’ beroepen oefenen. Eigenlijk lijken alleen Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, en Dzoel-kifl uit Joost Conijn’s gelijknamige video (2004) zich nog te wagen aan authentiek, fantasierijk kinderspel.

Voor alle leeftijden

Veel van de eerdergenoemde, meer ‘serieuze’ videowerken zijn gehuisvest in knusse tentjes, vol knuffels en spelletjes zoals Pim-Pam-Pet. Daarnaast mag er ook met de kunst zelf gespeeld worden. Zo is er de speciaal voor de tentoonstelling gemaakte ‘muur’ van Nicolás Paris (a small world or a place between an insect and an adult, 2018). Ook de bordspellen met ruimte voor fantasie van Maze de Boer (PLAY, 2014) en het experimentele blokkenspel ontworpen door Stéphanie Marin (Play YET!, 2014) nodigen uit om mee aan de slag te gaan.

Joost Conijn, Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl, 2004

Joost Conijn, Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl, 2004

Het wordt daarom ook harte aangemoedigd om de tentoonstelling op kousenvoeten te bezoeken. Daarnaast zijn veel kunstwerken dusdanig laag opgehangen dat de gemiddelde volwassene door de knieën moet, en kan de kleine mens gebruikmaken van opstapjes bij hoge vitrines.

Transformaties

De focus op het kind creëert een interessante dialoog, waarin verschuivende perspectieven op speelse wijze zichtbaar worden gemaakt. Het wordt duidelijk dat de kennis over de kinderlijke ontwikkeling in de afgelopen ruime halve eeuw een enorme vlucht heeft genomen. Tegelijkertijd lijkt ook een vorm van achteruitgang te worden aangekaart.

Dat contrast tekent zich vooral af in de eigentijdse waarden. In de huidige maatschappij lijkt het kind steeds vroeger te transformeren tot een kleine volwassene. Er is weinig ruimte voor doelloos, spelenderwijs aanrommelen. ‘Een Ontembare Kracht’ lijkt die grens tussen kind en volwassen op te zoeken, te vervagen en te overtreden. En dat is bijzonder verfrissend.

Boeken / Non-fictie

Hoeveel wolven op mensen lijken

recensie: Elli H. Radinger - De wijsheid van wolven

Radinger’s boek De wijsheid van wolven laat in vele beschrijvingen stap voor stap zien hoezeer wolven, ondanks onze verwachtingen, toch verwant zijn aan mensen. Tevens leren we hoe wolven zich aan ons bestaan hebben aangepast.

Wie bang is een wetenschappelijk boek in handen te krijgen met biologische beschrijvingen over het leven van de wolf kan ik geruststellen. Dit boek van Elli H. Radinger leest als een roman, waardoor het ongemerkt veel kennis overdraagt over het leven van de wolf, een beest dat vooral veel angst inboezemt. Radinger laat haar lezers op een ander manier kennismaken met deze fascinerende dieren.

Carrièreswitch

Wie De wijsheid van wolven leest, krijgt te maken met een heel aantal verhalen in één boek. Onderzoekster en schrijfster Radinger is geen opgeleid bioloog, wat je wel zou verwachten bij zo’n boek. Radinger liet een carrière als advocaat achter zich om haar hart te volgen door wolven te observeren. Ze wist daarbij van middelmatig advocaat, zoals ze zichzelf omschrijft, uit te groeien tot een van de meest gerenommeerde wolvenexperts in Europa en ver daarbuiten. Ruim een kwart eeuw lang heeft ze onderzoek gedaan naar het leven van de wolf in het Amerikaanse Yellowstone National Park in Wyoming. Ze leeft–als ze niet in Yellowstone is–in Hessen, Duitsland. We leren dus eerst hoe je een succesvolle carrièreswitch maakt door je hart te volgen alvorens we het leven van de wolf beter leren kennen. Alleen al dit eerste deel kan voor velen aanleiding zijn om dit boek eens ter hand te nemen.

Wolven hebben emoties

Radinger laat je stap voor stap kennismaken met de wolf. In het begin van het boek omschrijft ze dat er A-type en B-type wolven zijn. Je kan je makkelijk koppelen aan een van deze twee typen om zo jezelf, maar ook de wolf beter te leren kennen. Ze legt uit dat een wolf een jager is, maar zeker niet het gevaarlijkste dier dat er rondloopt. De wolf is een roofdier, maar is veel minder dodelijk dan bijvoorbeeld de grizzlybeer. We lezen dat er in de jacht een rangorde is in dieren, en Radinger legt uit wie jaagt, wie doodt, en in welke volgorde de verschillende dieren, oftewel jagers, eten van de buit.

Verrassend is dat Radinger tijdens haar observaties heeft gemerkt dat wolven emoties kennen, net als wij mensen, en dat ze die emoties luid en duidelijk uiten, maar ook weer verder gaan met hun leven na de verwerking.

Wolven in de mensenwereld

Het boek vertelt hoe wolven hun jongen opvoeden en klaarmaken voor de jacht door met ze te spelen. Wolven leven in de aangepaste wereld van de moderne mens. Ze hebben zich aangepast omdat ongerepte natuur nu eenmaal niet meer bestaat.

De liefde voor de wolf

De liefde die Radinger heeft voor de wolf brengt ze langzaam maar zeker over op de lezer. Ze maakt je nieuwsgierig naar deze dieren en er ontstaat een verlangen om misschien zelf eens een wolf te ontmoeten, maar ze laat je ook helder zien dat de wolf altijd een jager blijft. De wijsheid van wolven is leerzaam, leesbaar en een boek om van te houden. Het verschaft je vele uren leesplezier, naast dat het kennis overbrengt.

Actualiteit van het boek

Speciaal voor deze in Nederland uitgekomen editie schreef Radinger een hoofdstuk over de wolf in Nederland en België. Dit maakt deze editie bijzonder en niet alleen ‘maar’ een vertaling. Zeker nu de twee maanden geleden voor het eerst een wolf werd waargenomen in de buurt van Valkenburg wordt kennis over de wolf steeds meer van dit moment.

Theater / Voorstelling

Beuving’s finale is van een betoverende schoonheid

recensie: Jan Beuving Rotatie

Wie naar Jan Beuving gaat, weet dat het een avondje ongebruikelijk, maar prachtig cabaret gaat zien. Ongebruikelijk door Beuvings dictie en zijn obsessie voor de wiskunde, prachtig door zijn blik op de wereld én vele liedjes.

Beuving won in 2017 met zijn programma Raaklijn de Neerlands Hoop, de vakprijs voor de maker met het grootste toekomstperspectief. Dan bestaat er altijd de hoop dat die belofte ook bij een volgend programma overeind blijft staan. Daar is Beuving met verve in geslaagd. Rotatie is een programma geworden waar hij onderzoek doet naar grenzen, naar de discrepantie tussen begin en einde, naar de begrippen geschiedenis en, uiteindelijk, eeuwigheid. Dat onderzoek begint eigenlijk al met zijn openingslied, dat direct al een bijzondere plek inneemt ten opzichte van zijn eerdere werk. Wat die plek precies is, blijft op deze plaats nog even onbesproken, maar het is alvast een lekker begin voor een avond vol algebra. Een ding is zeker: niets is wat het lijkt bij Beuving.

Bosnië en Herzegovina

Beuving neemt met regelmaat even de tijd voor wat menselijkheid. Zo gaat hij uitgebreid in op zijn deelname aan het tv-programma De Slimste Mens, waar hij een allergie voor Bosnië en Herzegovina heeft opgelopen. Die wrok weet hij mooi om te zetten in de interactie met het publiek, en even later met het nummer BH. Dat Beuving zich wederom laat begeleiden door het fonkelende pianospel van Tom Dicke is een geschenk.

Schitterend slot

Het is duidelijk dat Beuving zich op zijn gemak voelt op het podium, zo losjes als hij vertelt over een schijnbaar onschuldige aankoop van een Surinaams broodje pom. Vervolgens haakt hij weer in op een verhaaltje over toeristen die een foto op de iPhone laten maken door een wel heel bijzondere fotograaf. Dan raast hij weer door naar een alledaags tafereel als het afrekenen van een sixpackje bier, waar hij het niet kan nalaten om ook daar een wiskundig probleem van te maken. Hilarisch, net als zijn kijk op de zogenaamde ‘kloven’ in Nederland of zijn geploeter met het eindexamen Frans. Schrijnend en van grote schoonheid is zijn lied Rand van het ravijn, dat enige zwaarte in het programma aanbrengt. Soms dringt de gedachte op dat Beuving wel erg veel liedjes zingt, maar dat vergeef je hem als hij toewerkt naar het schitterende slot.

Kippenvel

Dan blijkt uiteindelijk dat Rotatie niet alleen in de wiskunde, maar ook in het alledaagse leven van groot belang te zijn. Met zijn finale, waar een tekening van Escher en de gezondheid van zijn dochtertje op magistrale wijze samenkomen, laat Beuving zien dat hij op briljante wijze nieuwe inzichten aanboort. Dat zorgt verdorie toch voor een zeldzaam kippenvelmomentje.

Theater / Voorstelling

Boterzacht feminisme met een kop en een staart

recensie: Hadewych Minis - Minis Plus

Hadewych Minis heeft het er maar druk mee: ze is artieste, moeder, vriendin, echtgenote maar bovenal vrouw. In al deze rollen probeert ze alle ballen in de lucht te houden. Dat het niet altijd meevalt, laat ze op duidelijke wijze merken. Plusminus is een voorstelling geworden van stoere liedjes en nostalgische anekdotes.

Flierefluiten

Het decor oogt wat duister, met een grote houten + (plus) in het midden, afgezet tegen een wit doek en een zwarte achtergrond. Hadewych Minis maakt geen meisjescabaret voor meisjes, maar stiekem probeert ze wel steeds dichter bij haar ware ik te komen. Het is een contrast dat de gehele voorstelling aanhoudt: een feministische vuist met tegelijkertijd een zachte boodschap.

Die toon wordt al gezet in haar tweede lied samenvallen met jezelf/het valt wel mee. Dat thema werkt ze uit door de etymologie van haar voornaam te duiden, waaruit blijkt dat ze vooral een strijdster is, ‘die de weg wijst’. Dat ze daar al sinds haar jeugd mee worstelt, blijkt wel uit de scene dat ze probeert te flierefluiten en tegelijkertijd moet toegeven dat ze daar niet voor gemaakt is. Zo marcheert Minis even later over het podium, met teksten over deadlines, afspraken, agenda’s en wat niet al. Diezelfde discipline probeert ze ook haar kinderen op te leggen, ook al zitten ze nog op de crèche. De mimiek van haar mond is tekenend: hoe bozer ze over het podium struint en bijna schuimbekkend (jaloers?) afgeeft op flierefluiters, hoe groter haar ogen en hoe dunner haar lippen worden. Kortom: hier staat een vrouw waar je geen ruzie mee wilt krijgen. 

Portugese fado

Hoezeer ze ook stampt en zingt en klapt en danst, samen met muzikant Rombout Stoffers,  komt de voorstelling bijna nergens echt binnen. Hoewel Minis loepzuiver kan zingen – ze haalt moeiteloos alle tonen tot in de kleinste vibraties – mist er een bepaalde beleving in haar stem waardoor weliswaar het gehoor, maar niet het hart wordt geraakt. Fraai is wel dat ze zich bedient van allerlei stijlen, waarmee ze het zichzelf bepaald niet gemakkelijk maakt. Minis schakelt gemakkelijk van Amerikaanse rock naar Portugese fado naar Italiaanse ballata. Vooral omdat het gros a cappella wordt gespeeld, is het risico op hoorbare foutjes groter. Gelukkig blijft dat aantal beperkt.

Haar grappen zijn niet altijd even lekker getimed, misschien zelfs te gepolijst. Daardoor blijft het gehoopte komische effect jammerlijk uit. Het wordt echter enigszins goedgemaakt wanneer ze een loop station perfect gebruikt om de gekte van haar vroegere ‘ik’ te illustreren. Bovendien heeft ze nog een mooi slot in petto, met een sterk feministisch statement in een fraaie decorwisseling. Helaas blijft het geheel te vlak om écht te boeien en te ontroeren.