Tag Archief van: recensie

Boeken / Non-fictie

Een vriend over zijn overleden vriend

recensie: Bart Chabot – Brood, de BIOgrafie
A bread on a mirrorhttps://www.pexels.com/photo/a-bread-on-a-mirror-7630080/

De Nederlandse artiest Herman Brood overleed inmiddels zo’n twintig jaar geleden toen hij van het Amsterdam Hilton sprong. Vriend Bart Chabot schreef meerdere boeken over Brood. Met Brood, de BIOgrafie worden vele stukken uit Up On The Hilton Roof en Broodje totaal samengesmolten tot een biografie.

Wie nog geen van de boeken over Herman Brood van Bart Chabot heeft gelezen zal vele uren genieten van deze nieuwe uitgave. Voor anderen is het een herhalingsoefening. Deze biografie werpt een heel eigen blik op het bewogen leven van Herman Brood, die in veel gevallen gewoon zelf aan het woord is.

Geen totaalbeeld

Muzikaal beleefde de carrière van Herman Brood zijn hoogtepunt in 1978 ten tijde van het album Shpritsz en de hit ‘Saturday Night’, dat zelfs in de USA werd uitgebracht. Op vaste dagen in de week gingen de twee op stap in verschillende steden waar het leven van Brood zich afspeelde. Brood neemt Bart Chabot op sleeptouw door zijn levensverhaal. De gesprekken die hebben geleid tot het optekenen van dit boek speelden zich af ten tijde van het afwijkende album Back on the corner, dat Brood zelfs op North Sea Jazz deed belanden, en tijdens de opnames van het album Ciao Monkey, dat de zwanenzang bleek te zijn van deze muzikant.

Ook de theatertours die de twee maakten samen met nachtburgemeester van Rotterdam, Jules Deelder, komen uitgebreid aan bod. De vaak geïmproviseerde shows schetsen een bijzonder beeld van hoe de drie toch de nodige volle zalen wisten te trekken. Deelder overleed in 2019, wat Chabot de enige nog levende van het trio maakt.

Het beeld dat we in het boek krijgen voorgeschoteld is vooral het beeld van de mens Herman Brood in de periode die bovenstaand beschreven staat en het verhaal van de kunstenaar zelf. De muzikant in hem komt feitelijk minder prominent in beeld. Het boek sluit af met de herdenking een jaar na de dood van Brood in 2002.

De kunstenaar en de musicus

Wie Herman Brood vooral kent van zijn muzikale carrière zal verrast zijn dat Brood vooreerst kunstenaar was. Hij tekende al op school en was feitelijk altijd gewapend met materiaal om zijn waarnemingen, op zijn volledig eigen wijze, vast te leggen. Een opleiding als kunstenaar heeft Brood nooit genoten; hij was autodidact en schilderde op zijn manier in zijn kenmerkende stijl. Vaak lag zijn schilderwerk op de grond als hij eraan werkte en liep hij over zijn kunstwerk om het al schilderend de juiste vorm te geven.

Het tekenen en schilderen verschafte hem vaak ook snel wat geld om aan zijn dagelijkse portie speed te kunnen komen. Hij nam dan vaak plaats op een belangrijk punt in zijn woonplaats Amsterdam om vervolgens iedereen die dat wilde te portretteren in de kenmerkende Brood-stijl. Als hij voldoende bij elkaar had om zijn portie drugs te kopen dan was de spontane sessie voorbij.

We lezen in het verhaal over zijn verslaving aan drugs en seks. Van de eerste verslaving heeft hij, zo lezen we, meermaals geprobeerd af te komen. Steeds viel hij terug in zijn oude gewoonte. Zijn seksuele drang maakte hem geen trouwe echtgenoot; toch bleef Xandra hem vele jaren trouw. Het leven vol seks, drugs en rock ’n roll eiste uiteindelijk vooral door het jarenlange gebruik van speed zijn tol. Het lichaam van Brood liet hem steeds meer in de steek terwijl zijn hoofd het wel bleef doen. Hij sprak veelvuldig met Chabot over zelfmoord, maar dan meer al grappend. Dat hij uiteindelijk koos voor dit einde was geen verrassing. Het Hilton lag voor de hand, want zoals Chabot ooit tegen hem zei: “Als je je op het laatste moment alsnog bedenkt, ben je ook zo weer thuis.”

Het boek Brood, de BIOgrafie leest als een trein! Het einde kennen we allemaal al uit de krant, maar het verhaal is vaak lachwekkend en heel vermakelijk om te lezen. Lachen en vermaken is zeker voor het grootste deel het doel van het boek. Bij het naderen van het einde – in alle opzichten – gaat het medeleven langzaam de bovenhand krijgen.

Boeken / Non-fictie

Een vriend over zijn overleden vriend

recensie: Bart Chabot – Brood, de BIOgrafie
A bread on a mirrorhttps://www.pexels.com/photo/a-bread-on-a-mirror-7630080/

De Nederlandse artiest Herman Brood overleed inmiddels zo’n twintig jaar geleden toen hij van het Amsterdam Hilton sprong. Vriend Bart Chabot schreef meerdere boeken over Brood. Met Brood, de BIOgrafie worden vele stukken uit Up On The Hilton Roof en Broodje totaal samengesmolten tot een biografie.

Wie nog geen van de boeken over Herman Brood van Bart Chabot heeft gelezen zal vele uren genieten van deze nieuwe uitgave. Voor anderen is het een herhalingsoefening. Deze biografie werpt een heel eigen blik op het bewogen leven van Herman Brood, die in veel gevallen gewoon zelf aan het woord is.

Geen totaalbeeld

Muzikaal beleefde de carrière van Herman Brood zijn hoogtepunt in 1978 ten tijde van het album Shpritsz en de hit ‘Saturday Night’, dat zelfs in de USA werd uitgebracht. Op vaste dagen in de week gingen de twee op stap in verschillende steden waar het leven van Brood zich afspeelde. Brood neemt Bart Chabot op sleeptouw door zijn levensverhaal. De gesprekken die hebben geleid tot het optekenen van dit boek speelden zich af ten tijde van het afwijkende album Back on the corner, dat Brood zelfs op North Sea Jazz deed belanden, en tijdens de opnames van het album Ciao Monkey, dat de zwanenzang bleek te zijn van deze muzikant.

Ook de theatertours die de twee maakten samen met nachtburgemeester van Rotterdam, Jules Deelder, komen uitgebreid aan bod. De vaak geïmproviseerde shows schetsen een bijzonder beeld van hoe de drie toch de nodige volle zalen wisten te trekken. Deelder overleed in 2019, wat Chabot de enige nog levende van het trio maakt.

Het beeld dat we in het boek krijgen voorgeschoteld is vooral het beeld van de mens Herman Brood in de periode die bovenstaand beschreven staat en het verhaal van de kunstenaar zelf. De muzikant in hem komt feitelijk minder prominent in beeld. Het boek sluit af met de herdenking een jaar na de dood van Brood in 2002.

De kunstenaar en de musicus

Wie Herman Brood vooral kent van zijn muzikale carrière zal verrast zijn dat Brood vooreerst kunstenaar was. Hij tekende al op school en was feitelijk altijd gewapend met materiaal om zijn waarnemingen, op zijn volledig eigen wijze, vast te leggen. Een opleiding als kunstenaar heeft Brood nooit genoten; hij was autodidact en schilderde op zijn manier in zijn kenmerkende stijl. Vaak lag zijn schilderwerk op de grond als hij eraan werkte en liep hij over zijn kunstwerk om het al schilderend de juiste vorm te geven.

Het tekenen en schilderen verschafte hem vaak ook snel wat geld om aan zijn dagelijkse portie speed te kunnen komen. Hij nam dan vaak plaats op een belangrijk punt in zijn woonplaats Amsterdam om vervolgens iedereen die dat wilde te portretteren in de kenmerkende Brood-stijl. Als hij voldoende bij elkaar had om zijn portie drugs te kopen dan was de spontane sessie voorbij.

We lezen in het verhaal over zijn verslaving aan drugs en seks. Van de eerste verslaving heeft hij, zo lezen we, meermaals geprobeerd af te komen. Steeds viel hij terug in zijn oude gewoonte. Zijn seksuele drang maakte hem geen trouwe echtgenoot; toch bleef Xandra hem vele jaren trouw. Het leven vol seks, drugs en rock ’n roll eiste uiteindelijk vooral door het jarenlange gebruik van speed zijn tol. Het lichaam van Brood liet hem steeds meer in de steek terwijl zijn hoofd het wel bleef doen. Hij sprak veelvuldig met Chabot over zelfmoord, maar dan meer al grappend. Dat hij uiteindelijk koos voor dit einde was geen verrassing. Het Hilton lag voor de hand, want zoals Chabot ooit tegen hem zei: “Als je je op het laatste moment alsnog bedenkt, ben je ook zo weer thuis.”

Het boek Brood, de BIOgrafie leest als een trein! Het einde kennen we allemaal al uit de krant, maar het verhaal is vaak lachwekkend en heel vermakelijk om te lezen. Lachen en vermaken is zeker voor het grootste deel het doel van het boek. Bij het naderen van het einde – in alle opzichten – gaat het medeleven langzaam de bovenhand krijgen.

Boeken / Fictie

Een levensbepalende dag

recensie: Kruispunt - Jonathan Franzen
KatedraalUnsplash - Debby Hudson https://unsplash.com/photos/sgdyBq6kheQ

De leden van de progressief-Christelijke familie Hildebrandt kennen veel geheimen voor elkaar. Jonathan Franzen maakt hun worstelingen invoelbaar, toont goede en minder goede karaktertrekken, zonder ooit partij te kiezen. Zijn nieuwe werk Kruispunt is helemaal typerend voor de befaamde Amerikaanse romanschrijver.

Na het ietwat minder geslaagde Zuiverheid (2015) toont Franzen zich met Kruispunt wederom grootmeester van de familieroman. Onze jeugd, belangrijke gebeurtenissen, keuzes van onze gezinsleden die van invloed zijn op onszelf: het zijn bepalende elementen die ons vormen tot wie we zijn. Als geen ander toont Franzen de doorwerking van anderen op onszelf en andersom. De Correcties (2001) en Vrijheid (2010) werden al onthaald als instantklassiekers: ‘Great American Novels’ van de 21e eeuw, beide bekroond met een Pulitzer. Kruispunt centreert zich opnieuw rondom een gezin waarbij we vijf perspectieven meekrijgen (enkel de jongste heeft geen eigen hoofdstukken). Nieuw in een roman van Franzen is dat de gezinsleden gelovig zijn, zij het de een meer dan de ander. Het is een gouden greep: God is het zevende familielid waartoe ze zich moeten verhouden, wat een extra dimensie toevoegt aan hun verhoudingen.

Momentopname

Russ Hildebrandt woont met zijn vrouw Marion en kinderen Clem, Becky, Perry en Jason in New Prospect, een voorstadje van Chicago. Hun levens centreren zich voor een groot deel rondom de ‘First Refirmed Church’, waar Russ hulpprediker is. Voorheen stond hij ook aan het roer van ‘Crossroads’, de hippie-achtige jongerentak van de kerk, maar na een onhandig incident was die positie niet meer houdbaar. Het weerhoudt Becky en Perry er niet van toch lid te worden van de beladen vereniging.

Kruispunt speelt zich voor een groot deel af op één dag: 23 december 1971. Russ heeft de aantrekkelijke jonge weduwe Frances Cottrell gestrikt voor een liefdadigheidsproject in een arme wijk van Chicago en verheugt zich op de uren die hij in haar gezelschap mag doorbrengen. Het verloop van de sneeuwrijke dag wordt ingenieus verweven met die van de andere gezinsleden, wat een minutieus gepuzzel aan de schrijftafel geweest moet zijn.

Verreikende consequenties

Wanneer alle lijnen uitgezet zijn, springen we naar Pasen 1972. Pas vanaf hier neemt Kruispunt echt een vlucht. De lange aanloop was nodig om een stevig fundament te leggen: Kruispunt is namelijk het eerste deel van wat de A Key To All Mythologies-trilogie moet worden. Wat de precieze doorwerking is van alle keuzes die op de betreffende decemberdag worden gemaakt, blijft voorlopig nog in het ongewisse (maar zal ongetwijfeld het wachten waard zijn).

Wie zoekt, kan wel de nodige voorbodes vinden. Marion die kijkt naar het musje dat zich schoonmaakt in het stof, het vergt weinig moeite daar Marion zelf in te zien die afrekent met haar verleden om als herboren verder te gaan. Franzen heeft ongetwijfeld de verleiding moeten weerstaan een verhandeling over zijn favoriete diersoort te beginnen. Waar hij in Vrijheid vurige uiteenzettingen hield over bedreigde vogelsoorten, dienen vogels in Kruispunt vooral als subtiele symboliek. Het past de Hildebrandts, die ondanks hun tekortkomingen trachten juist te leven.

Film / Serie

Een tijdloos liefdesverhaal

recensie: Normal People
romantische foto met koppel, hoofdpersonagesEndeavor

Marianne en Connell zitten bij elkaar op de middelbare school als ze verwikkeld raken in een ongebruikelijke liefdesrelatie. Waar Connell enorm populair is, wordt Marianne gezien als een buitenbeentje. Toch lijken de twee elkaar te vinden. In een eerlijk en puur coming of age portret worden de gevoelens van twee jonge mensen openlijk in beeld gebracht.

Voyeurisme en intimiteit

Al vanaf het begin voelt de kijker zich geabsorbeerd door het verhaal van de serie. De shots zijn close, het acteerwerk is goudeerlijk en de muziek laat het vaak afweten tijdens emotionele scenes. Het helpt hierbij ook dat het verhaal verteld wordt in 12 korte afleveringen van elk onder een half uur. Hierdoor worden een soort korte portretten geschetst, waarbij de kijker telkens het gevoel heeft een inkijkje te hebben in het leven van de personages. In combinatie met het spel van de getalenteerde acteurs wordt je als kijker gelijk meegenomen in het ongemakkelijke leven van twee pubers. Je voelt ineens weer hoe het is om in de klas te zitten, om alleen door een schoolgebouw te lopen als je niemand hebt om mee naar een volgende les te gaan en hoe klein het wereldje van de gemiddelde scholier eigenlijk is. En hoe pijnlijk je hier buiten valt als jouw wereld al veel groter is, zoals Marianne overkomt.

Deze eerlijke intimiteit zet zich door in de seksscènes van de serie, waarin weinig wordt verdoezeld of aan de verbeelding overgelaten. Waar veel films of series ervoor kiezen het licht simpelweg uit te laten gaan, wordt hier extra aandacht besteed aan dat nieuwe gevoel, de onwetendheid en de spanning.

Goed ontwikkelde personages

De personages van Connell en Marianne dragen de serie. Hoewel zij lijken te beginnen als een stereotype ‘populaire jongen wordt verliefd op niet populair meisje’, ontvouwen zij zich uiteindelijk als veel complexere karakters waarvan niet elke keuze die zij maken valt uit te leggen of te onderbouwen. Op hun eigen manier ziet de kijker de twee worstelen met persoonlijke problemen en de tocht naar de volwassenheid afleggen. Het is fascinerend om te zien hoe de twee elkaar hier soms juist in vinden en kunnen helpen en elkaar op andere momenten weer compleet kwijtraken. Omdat de personages niet voldoen aan een bepaald verwachtingspatroon van gedrag wordt het makkelijker voor de kijker om zich met hen te identificeren. Connell en Marianne zijn geen onbereikbare filmsterren, hun liefdesverhaal is geen sprookje en wordt juist gekenmerkt door een enorm gebrek aan communicatie en onbegrip. Ze zijn, juist, gewoon normal people.

Losse eindjes

De serie heeft een duidelijk begin en een open einde. Hoewel dit natuurlijk juist realistisch is en een opluchtende afwisseling van het “lang en gelukkig” uit Hollywood films en series, voelt het verhaal ook onaf. Bepaalde vragen blijven onbeantwoord en het voelt alsof de serie nog enkele afleveringen rustig door zou kunnen blijven kabbelen zonder dat er belangrijke ontwikkelingen plaatsvinden. Gelukkig is er voor de kijker die niet voldaan achterblijft ook nog het gelijknamige boek van Sally Rooney, waar de serie op is gebaseerd. Hierin worden veel van deze open eindjes wel afgesloten.

 

Muziek / Album

Het ereklassement

recensie: Americana-update volume 12: Malford Milligan & The Southern Aces, Robert Jon & The Wreck en Jackson Browne

Het dozijn aan Americananieuws volmaken met het ereklassement van 2021 is natuurlijk een feest. De albums van Malford Milligan & The Southern Aces, Robert Jon & The Wreck en Jackson Browne behoren eenvoudigweg tot de mooiste releases van het moment.

De verwachtingen voor sommige releases zijn heel hooggespannen en een ander groot artiest verrast ineens na vele jaren met een bijzonder sterk album. Als eerste presteren Malford Milligan en Robert Jon. Het laatste valt oudgediende Jackson Browne ten deel.

Malford Milligan & The Southern Aces

De coronapandemie zorgde ervoor dat Malford Milligan niet terug kon naar Texas. Zeker na zijn doorbraakalbum Life Will Humble You, dat hem op vele Nederlandse podia bracht, wilde hij die kwaliteit ook graag vasthouden. Met zijn nieuwste album maakte hij met zijn maatje Jack Hustinx een heel persoonlijk album. I Was A Witness verlengt moeiteloos het succes dat hij optekende en incasseerde net voor de coronapandemie uitbrak.

Een grootschalige tournee staat op stapel na de release op de historische datum 25 september. Dat is een datum die vele Nederlanders voorlopig in het geheugen gegrift staat, omdat er veel coronamaatregelen vaarwel gezegd werden: het loslaten van ‘het nieuwe normaal’ en waar dan heel treffend de albumtitel bij past! Hoe actueel kan je als artiest zijn. Het wordt hem bijna in de schoot geworpen, maar laten we ons vooral concentreren op de muzikale heerlijkheden. Het heftigste emotionele nummer dat alles samenvat, is ongetwijfeld het fraaie ‘If I Die Today’. Milligan weet in zijn liedtekst treffend te verwoorden welke angsten, behoeften en ook berusting kunnen schuilen achter deze zware woorden. Verpakt in de grootste schoonheid van muziek die je je maar kan wensen treft hij de luisteraar diep in het hart.

De titel ‘Freedom Ain’t Free’ verwijst zeker ook naar de tijd die zo goed als achter ons ligt. Deze eerste single van het album verwoordt de gevoelens, die we al bijna twee jaar hebben, heel treffend. Muzikaal weet Milligan zich breed neer te zetten, ergens tussen Americana en zeker ook soul. Wie de zanger kent van zijn tijd bij Storyville en bijvoorbeeld het formidabele Live At Antones – Austin Texas, zal met I Was A Witness kunnen verzuchten dat hij nu eindelijk de aandacht en erkenning krijgt die hem al zo lang toekomt!

Robert Jon & The Wreck

We keken natuurlijk reikhalzend uit naar het nieuwe album van Robert Jon & The Wreck. Na zijn doorbraakalbum Last Light On The Highway, dat vorig jaar verscheen met enig uitstel vanwege de destijds woedende maatregelen en beperkingen, was de verwachting voor dit nieuwe album hooggespannen. Laten we helder zijn: deze wordt waargemaakt met Shine a Light on Me Brother.

Het nieuwe album is op vele gebieden, net als de roerganger van de band, een ruwe bolster in een blanke pit. Het album ademt veel energie uit in zang en spel. De Southern Rock van Robert Jon & The Wreck bruist van energie. Toch vinden we een rustpuntje in het nummer ‘Hurricane’, dat met z’n tegendraadse titel juist een ballad blijkt te zijn.

Het dameskoortje van ‘Ain’t No Young Love Song’ is een opvallend stijlelement van het album, een aangename verrassing! Het album wordt afgesloten met het nummer ‘Radio’, dat een belofte in zich draagt voor toekomstige optredens. Dat de band met regelmaat snerpend gitaar- en slide-werk laat horen mag voor de liefhebbers van het vorige album geen verrassing zijn, maar eerder een heerlijk punt van herkenning. Laten we uitzien naar daverende enthousiaste live-optredens zo snel als het allemaal weer mag, kan en veilig is. De ingrediënten zijn alvast ruimschoots voorhanden op dit wederom heerlijke album.

Jackson Browne

Dat oudgediende Jackson Browne een album maakt dat herinneringen oproept aan zijn hoogtijdagen, is een prestatie van groot respect. Met name de herinneringen aan The Pretender worden bij beluistering van Downhill From Everywhere aangewakkerd. De oorzaak ligt in het werkelijk fantastische ‘A Human Touch’, dat Browne samen met Leslie Mendelson naar grote hoogte stuwt. Het lied verwoordt in klare taal waar we de afgelopen bijna twee jaar naar hebben gehunkerd: de menselijke aanraking! Dit liedje kan je de tranen in de ogen laten springen door uiterste vervoering. Wat een treffend en beeldschoon nummer, dat de soundtrack mag worden van een tijd die we graag achter ons laten! Maar als het allemaal zo fraai verpakt is, mogen we dit nog heel vaak terughoren.

Laten we vooral de rest van het album niet vergeten. Browne weet zowel in compositorische als uitvoerende zin het beste in zichzelf naar boven te halen. Dat mag voor een artiest die zijn debuut in 1967 uitbracht een bijzondere prestatie heten. Downhill From Everywhere is overigens het vijftiende studioalbum van de meester. Zijn voorlaatste album Standing On The Beach dateert alweer van 2014 en was eveneens van een bijzondere schoonheid. Maar met dit album komt hij zeven jaar na dato in de buurt van zijn meesterwerk Late For The Sky en evenaart hij met gemak het eerder genoemde The Pretender. Laten we hopen dat een volgend album niet weer zeven jaar op zich laat wachten.

Theater / Voorstelling

Om door een ringetje te halen

recensie: Upload – Michel van der Aa
Marco Borggreve

Upload is een multimediaopera van heden, verleden en toekomst. Het snijdt het thema ‘mind uploading’ aan dat van nu is, hoewel het eigenlijk ten diepste al zo oud is als de weg naar Rome, al speelt het verhaal in de toekomst.

 

Eerst het libretto dat Van der Aa zelf schreef in samenwerking met Madelon Kooijman en Niels Nuijten. Een verder naamloze vader (bariton Roderick Williams) kiest ervoor na zijn dood zijn brein te laten uploaden op een computerserver. Op die manier kan hij zonder lichaam altijd doorleven. In de opera wordt de vraag gesteld of de vader misschien ergens voor wegloopt (verlatingsangst) en of we als mens deze manier van doorleven wel zouden willen.
Het is de dochter (sopraan Julia Bullock) die voor de keuze wordt gesteld om door te gaan of te stoppen, wanneer de uploadprocedure niet helemaal naar wens verloopt en de vader vraagt hem te deleten. Dan zou hij, zingt ze, voor de tweede keer sterven en dat kan ze niet aan. De ‘tweede dood’ is overigens tevens een Bijbels begrip.

Zo oud als de weg naar Rome

Het idee dat lichaam en geest van elkaar zijn gescheiden, kennen we al van het dualisme dat de filosoof René Descartes verwoordde. Het idee dat het lichaam minder zou zijn dan de geest heeft zelfs nog oudere papieren. Ook hier is het tevens een Bijbelse notie; de apostel Paulus verkondigde het al.

De vragen die daaruit voortkomen en in de opera worden gesteld, worden niet beantwoord. Dat is aan ons, de toeschouwers. Of worden er toch hints gegeven? Tegen over elkaar staan de dichotomie leven en dood, lichaam en geest, menselijk en onmenselijk, man en vrouw, natuur en cultuur. Zij lijken in de muziek én de fantasiefilmbeelden van onder meer Joost Riedijk  te worden opgeheven. En let wel: het kan mis gaan, en dan resten slechts twee (!) a capella gezongen woorden die weliswaar associatief met elkaar hebben te maken, maar geen eenheid meer vormen.

De hint zit ook in de vooraf opgenomen soundtrack en de live gespeelde muziek door Ensemble Musikfabrik onder leiding van Otto Tausk. Zij vullen elkaar aan of wisselen elkaar af, waarbij het soms niet helemaal duidelijk is of je nu naar de soundtrack of naar het ensemble zit te luisteren.
Iets soortgelijks gebeurt met de film, die deels live en deels vooraf is opgenomen. Op die manier wisselt het perspectief telkens, zoals dat ook in de literatuur over mind-uploading gebeurt.

Hoe het overkomt

Volgens de onderzoeker Melanie Challenger bijvoorbeeld, een generatiegenoot van  librettist Van der Aa, zouden we om te beginnen moeten accepteren dat ons leven eindig is. Zij gaat daarop in in haar boek Het dier in ons. Een nieuwe geschiedenis van de mens. Zij vindt uploaden onrealistisch en onwenselijk, omdat de fysieke werkelijkheid er minder toe zou doen dan de rationele. Bovendien vindt zij uploaden verspilling van geld in deze tijd van crisis. Wel wil zij af van het dualisme tussen lichaam en geest.

Dat is de rationele manier van denken over het thema uploaden. Maar hoe komt de multimediaopera nu over op het publiek? Je wordt als toeschouwer in bijna anderhalf uur helemaal opgezogen in alles wat er voor en achter op het toneel gebeurt. Niet in de laatste plaats door de geweldige zang van de twee hoofdrolspelers, Williams en Bullock. Allebei hebben ze een grote ‘aria’ die indruk maakt, zoals Shakespeare zijn hoofdrolspelers altijd een grote monoloog geeft. Met name het lyrische This is were you are van de sopraan, die vergezeld ging door prachtige, haast etherische ensembleklanken en filmbeelden die aan de natuur deden denken, maakte indruk.

Niet voor niets kwam het volledige ensemble aan het slot ook naar voren (op het toneel zaten ze al) om het enthousiaste applaus in ontvangst te nemen. De nieuwe opera van Van der Aa en de uitvoering daarvan waren dan ook om door een ringetje te halen. Laten we hopen dat de filmopera nog eens wordt hernomen.

Boeken / Fictie

Gelaagde gangsterroman

recensie: Colson Whitehead (vertaling door Harm Damsma) - Harlem Shuffle

Na twee Pulizers voor zijn laatste romans De Ondergrondse Spoorweg en De Jongens van Nickel, waren de verwachtingen voor Colson Whiteheads nieuwe boek hooggespannen. Met Harlem Shuffle heeft Whitehead wederom een volstrekt origineel en levendig werk afgeleverd.

Whitehead is zo’n schrijver die zich bij ieder boek heruitvindt. Zijn oeuvre bevat onder andere een zombieroman, een memoir over de pokerwereld en roman over concurrerende liftinspecteurs. Hij brak bij het grote publiek door met zijn alom bejubelde De ondergrondse spoorweg, een uiterst oorspronkelijke en allegorische roman over het slavernijverleden. Whitehead kleurt graag buiten de lijntjes en zet genres volledig naar zijn hand. Zo schept hij ook in Harlem Shuffle een volledig eigen universum: een misdaadverhaal waar de nodige humor en maatschappijkritiek in verwerkt is.

Dubbelleven

Ray Carney mag dan uit een crimineel nest komen, zelf heeft hij de intentie op het rechte pad te blijven. Met zijn eigen meubelzaak op 125th Street en zijn vrouw Elizabeth die in verwachting is van hun tweede lijkt dat voornemen aardig te slagen. Soms is het buffelen om de huur op te brengen voor hun toch al niet riante appartement, maar klagen mag hij niet.

Ondanks zijn goede intenties slaagt Carney er niet in zich volledig aan zijn verleden te ontworstelen. Zijn neef Freddy – die als een broer is voor Carney – raakt voortdurend verwikkeld in louche zaken. Voordat Carney er goed en wel erg in heeft, is hij een sleutelfiguur geworden binnen een grootschalige juwelenroof in Hotel Theresa. Carneys keurige meubelwinkel vormt immers het perfecte front waar de buit tijdelijk ondergebracht kan worden.

Glijdende schaal

Harlem Shuffle is opgebouwd als drieluik. We volgen Carney en zijn omgeving opeenvolgend in 1959, 1961 en 1964. Ieder deel centreert rondom een bepaalde misdaad en kent zijn eigen opbouw. Afzonderlijk zijn de verhalen goed, maar tezamen versterken ze elkaar. We zien Carney afglijden en telkens weer nieuwe redenaties moet vinden om zijn daden voor zichzelf goed te praten. Whitehead laat zien dat het grijze gebied groot is, als lezer bepalen we zelf het omslagpunt.

Hoewel Harlem Shuffle luchtiger van toon is dan Whiteheads vorige twee romans, blijven racisme en discriminatie ook hier een belangrijk thema. Elizabeth werkt voor een reisbureau dat zich specialiseert in veilige binnenlandse reizen voor zwarten (zeker in de zuidelijke staten is een gastvrij verblijf voor de zwarte bevolking allerminst vanzelfsprekend). Nergens is Harlem Shuffle echt grimmig; Whiteheads kleurrijke personages zoeken simpelweg naar manieren om zich te redden in een wereld waarin ze op zichzelf zijn aangewezen.

Boeken / Fictie

‘Drama’ is het toverwoord

recensie: Storm rond het landhuis – Anne Jacobs

In het eerste deel van de serie Het landhuis maakte de lezer(es) al kennis met de hoofdfiguren Jenny, Franziska en Walter, ontsprongen uit de fantasie van auteur Anne Jacobs. Hoewel het tweede deel, Storm rond het landhuis, veel meer verhaallijnen met elkaar verbindt, beklijft het niet zo erg als het eerste deel. Integendeel, het plot is bij vlagen ronduit langweilig.

Weinig sprankelende personages

De Duitse schrijfster Anne Jacobs mag zich met recht een bestsellerauteur noemen. Ze schreef eerder de veelgeprezen serie over Het weesmeisje, waaruit niet een trilogie maar zelfs een quatrologie (d.w.z. vier bijbehorende delen in één reeks) voortkwam. Het betreft één langgerekt verhaal over een jong meisje dat zichzelf omhoogwerkte binnen een familie van adel en er zelfs onderdeel van werd. Hoe vooruitstrevend het genoemde ‘weesmeisje’ (Marie geheten), hoe star het personage Jenny in Jacobs ogenschijnlijk volgende quatrologie over Het landhuis.

Qua verhaal en setting mag het waarschijnlijk minder ‘romantisch’ heten dan die van de serie over Het weesmeisje: met de reeks Het landhuis tuimelen we terug in het post-DDR tijdperk, terwijl lezeressen in Het weesmeisje naar een meer intrigerende periode werden meegenomen: de tijd voor de Eerste Wereldoorlog en het Interbellum. Ook zijn de personages in de Het landhuis-serie minder sprankelend dan in andere romans van de hand van Jacobs.

Weinig inspirerend is voornamelijk Jenny, de kleindochter van Franziska. Laatstgenoemde is de ‘Barones von Dranitz’ die in 1990 terugkeerde naar haar ouderlijk huis, dat ze in de Tweede Wereldoorlog moest ontvluchten. Ondanks de grootst mogelijke tegenzin van de inwoners van Dranitz en het omliggende Waren an der Müritz, gelegen in de schone provincie Mecklenburg-Vorpommern, trachtte Franziska von Dranitz om het landhuis weer in al zijn glorie te herstellen en open te stellen voor het grote publiek: het groteske gebouw met monumentale waarde gaat vanaf nu dienstdoen als wellnesshotel. Dit tot grote afkeer van Franziska’s dochter, met wie ze een slechte kind-ouderrelatie heeft: Cornelia. Op haar beurt heeft Cornelia een slechte verstandhouding met Jenny, haar enige kind, aan wie ze overigens nooit heeft verteld wie haar verwekker was. Het beschrijven van de onderlinge familierelaties benadrukt meteen hetgeen waarop de gehele serie op stoelt: drama, drama en nog eens drama.

Zeikerige types

Jenny is op haar beurt moeder geworden van de kleine Julia, liefkozend ‘Juultje’ genoemd. De vader van deze spruit (haar ex-baas Simon) is buiten beeld… Tenminste voor een poosje, want in dit deel komt hij als ongenode gast een kijkje nemen in Waren en omstreken en denkt hij eraan om een business op te starten om dichter bij zijn dochter in de buurt te kunnen zijn. En intussen polst hij of Jenny hem héél misschien een tweede kans wil geven?

Jenny heeft wel andere zaken aan haar hoofd: een verbouwing, om maar iets te noemen. Ze is de drijvende kracht achter de nieuwe bestemming van landgoed Dranitz en werkt met man en macht mee aan het realiseren van het hotel. Daarbij stuit ze geregeld op problemen, zoals de conflicten met Sonja. Sonja is het kind van Walter (ooit de verloofde van Franziska) en Elfriede (de jongste zus van Franziska die in het kraambed overleed).

Sonja koestert nog steeds wrok jegens haar tante Franziska, aangezien ze haar verantwoordelijk houdt voor de dood van haar moeder Elfriede. Franziska ontvluchtte namelijk ten tijde van de Tweede Wereldoorlog het landhuis en liet Elfriede, met haar zwakke gezondheid, ‘zomaar’ achter. Een nogal overdreven en zelfs bijna onrealistische wrok, zou je kunnen stellen, maar wel passend bij het karakter van deze Sonja: de fors gebouwde dierenarts van Dranitz is nogal een gevalletje ‘paranoïde’ en vreet haar eenzaamheid weg, terwijl ze vol afgunst kijkt naar degenen die het in haar ogen beter hebben. Een personage dat vermoeiend genoeg één van de focalisaties vormt in dit boek: je kijkt namelijk mee vanuit de beleving van Franziska, Walter, Jenny, Sonja en Ulli.

Een zinkend huwelijksbootje

De laatstgenoemde betreft een mogelijke love interest voor Jenny: Ulli is de ex-man van de oervervelende Angela uit het eerste deel, die een baan accepteert in Bremen, maar verknocht raakt aan de erfenis van Max Krumme (diens botenverhuur). Keert hij terug naar Dranitz om neer te strijken naast Jenny, met haar onuitstaanbaar aantrekkelijke, rode lokken? Een man die in ieder geval wél terugkeerde naar Dranitz om zijn leven te slijten met zijn grote geliefde, is Walter. Als jonge soldaat verpachtte hij ooit zijn hart aan Franziska, maar na de Tweede Wereldoorlog kon hij haar niet meer vinden. Hij verloor zichzelf in een amoureuze verhouding met Franziska’s zus Elfriede, waar de stuurse en mopperkontige Sonja uit voorkwam.

Nu is de tijd aangebroken om de verloren decennia in te halen: Walter en Franziska stappen alsnog in dat huwelijksbootje, dat al ‘eeuwen’ ligt aangemeerd. Op hun huwelijksreis worden ze getart door de grote vraag: kunnen ze genieten van elkaar in het hier en nu of knagen de herinneringen aan een pijnlijk verleden te veel aan hun prille geluk?

Weinig monumentale waarde

Het is mooi dat verscheidene generaties het woord krijgen in Storm rond het landhuis, maar eerlijk is eerlijk: het verhaal wordt wel érg gedomineerd door de oudere garde. De oude knarren geven het boek wel een erg hoog ‘Hendrik Groen’-gehalte en nodigt voor een zekere groep lezers wellicht weinig uit tot identificatie (hoewel Max Krumme de prijs krijgt voor meest humoristische van het stel). In de jongere garde wil je je niet echt inleven: hoewel de bijfiguren veel bewondering hebben voor de o zo mooie Jenny, toont ze zich maar weinig sympathiek en is ze voornamelijk onberekenbaar en opvliegend. Ook alle personen die haar omringen, kunnen je maar weinig echt raken. Ze worden dan ook erg gestereotypeerd of te oppervlakkig omschreven.

Ook het plot is niet spannend. Wat zet je er dan tóch toe aan om verder te lezen? Dat is in principe alleen maar de schrijfstijl. Jacobs kan prachtig schrijven en heeft nog steeds een vaatje waar ze voldoende humor uit kan tappen. Toch weet ze met deze roman niet dezelfde ‘hoogtes’ te bereiken als met deel 1. In deel 1 was er een mooie afwisseling tussen heden (de jaren ’90) en het verleden (WOII) en dat zorgde voor een spanningsboog en veel onverwachte wendingen. In deel 2 word je in een bouwput gedropt en kan het lot van menig personage je eigenlijk geen reet interesseren. Hoewel Jacobs mooie zijpaden inslaat, is het verhaal niet van ‘monumentale waarde’. Hopelijk keert het tij met het (zeer waarschijnlijk komende) vervolg!

Boeken / Non-fictie

Een onthutsende bekentenis

recensie: Lianne Sanders - Dan ga ik nu maar eens lekker van mezelf zitten houden

Het zal je maar gebeuren: Lianne Sanders trof haar vriend ‘op klaarlichte dag’ met een ander aan in bed. Emotioneel aangeslagen, verliest ze zichzelf in een rouwproces om deze verloren liefde, terwijl ze naarstig zoekt naar de motivatie om verder te gaan en te vertrouwen op zichzelf. In Dan ga ik nu maar eens lekker van mezelf zitten houden tracht ze die zoektocht naar zelfacceptatie en verbinding zo realistisch mogelijk weer te geven.

Eén lange tweet

Heel even was haar persoonlijke misère wereldnieuws, nou ja, laten we zeggen: nationaal nieuws. Op het sociale mediakanaal dat ze in al haar verdriet en frustratie als eerste binnen handbereik had (Twitter), deelde Lianne Sanders (32) dat haar vriend was vreemdgegaan: “Ik betrap na drie jaar lief en leed Sam net in bed met een ander meisje waar hij seks mee heeft gehad vanmiddag”, schreef Lianne op haar Twitter. “Ik weet dat dit een lage wraakactie is, maar het is alles wat ik kan bedenken.” Even snel als ze de tweet de wereld inslingerde, volgde een volgend bericht: “Ik had misschien niet m’n privéleven zo op straat moeten gooien, want inderdaad. Dat achtervolgt je altijd. Maar ik ben gebroken, ik kende dit gevoel niet en blijkbaar veroorzaakte het dit.”

Dit boek is als de lange en overdachte tweet die Sanders vermoedelijk had wíllen delen. Nu alle verdriet en pijn langzaam begint weg te sijpelen (Sanders heeft haar toenmalige, overspelige vriend inmiddels vergeven), kan Sanders met dit boek eindelijk aan een schone lei beginnen. Kwaadsprekerij over de man in kwestie – en indirect de stuwende kracht achter dit boek én de directe rede voor het ontstaan van dit boek – kun je niet verwachten. Sanders treedt op als een sympathieke verteller die laat inzien hoe gebroken iemand wordt achtergelaten na zo’n pijnigende streek. Tevens laat ze doorschemeren dat ze zelf ook niet de meest gemakkelijke persoon is geweest in de relatie met Luppes en legt ze dus ook – heel erkentelijk – een deel bij zichzelf neer.

Omgekeerd liefdesverhaal

In eerste instantie heeft dit boek de kenmerken in zich van wat je een ‘omgekeerd liefdesverhaal’ kunt noemen: de liefde tussen Sanders en haar ex-geliefde (in het boek krijgt hij de fictieve naam ‘Sam’ toegedicht) wordt in al haar eenvoud en complexiteit weergegeven. Van mierzoete herinneringen aan vreugdevolle reisjes tot aan momenten waarop Sanders zich van haar meest irreële en onzekere kant liet zien: momenten dat een zekere bindingsangst (of is het eigenlijk verlatingsangst?) zich meester van haar maakten. Sanders laat ons dus ook zeker kennismaken met haar onzekere kanten en probeert haar ex-vriend niet te demoniseren. Twijfel rijst of Sanders nu – maanden na de allesverwoestende dag – beter kan relativeren en terugblikken op het gebeurde of dat dit boek een groot excuus is richting die man wiens leven ze volledig op z’n kop zette.

De vraag die opdoemt, is inmiddels: wie is hier nu het grootste slachtoffer geworden? Aan die vraag kan een lezer zich maar niet branden, maar feit is dat Sam ook behoorlijk wordt opgehemeld. Zeker in het begin van het verhaal. Als je niet beter wist, zou je denken dat Sanders haar ex-geliefde terug in haar armen wilde. En dat geeft ze ook ruimhartig toe: ook na het verraad van ‘Sam’ bleef de liefde voor Sam bestaan. De verkering was uit, maar het ‘houden van’ was nog lang niet weg uit haar systeem. Dat maakte de periode waarin ze Sam moest loslaten, extra lastig…

De weg naar zelfacceptatie

Een gevoel dat nog groter was dan het liefhebben, was de komst van een grotere vijand: de tergende eenzaamheid en onzekerheid die Sanders overviel. Ze tuimelde in een gat zó diep, dat het onvermijdelijk was dat ze op de bank van een therapeut eindigde. Na jaren de ene liefdesrelatie aan de andere te hebben geregen, is ze ineens aangewezen op zichzelf. Single. De veiligheid is opeens verdwenen; ze wordt pardoes uit het warme ‘liefdesnest’ gedonderd. Het levert een aaneenschakeling van slapeloze nachten op en een legioen aan panische gedachten. Alleen met behulp van haar therapeut en de dame die haar zo nu en dan van een goede massage voorziet, weet ze de grote stap te zetten naar zelfacceptatie. Leert ze om alleen te kunnen zijn. Alleen te kúnnen zijn met gedachten.

Die ontwikkeling van karakter weet ze feilloos op te pennen en daarin schept ze veel herkenningspunten voor haar lezeressen, die vast en zeker ook zulke onzekere tijden (ongeacht of het te maken had met liefde of niet) hebben gekend. Tevens heeft ze voldoende humor in pacht om ook haar dagelijkse mijmeringen en leven van alledag te beschrijven. Die momenten laten je inzien dat dit vooral een millennial betreft die ook struggelt met de dagelijkse dingen, zoals een onaantrekkelijke baan en grote ambities, die helaas wat extra bagage met zich meesleurt in de vorm van een overspelige ex.

Plot klaargespeeld

Hoewel het een kort boekje is, kun je een hoop vertellen over Sanders schrijfstijl. Deze is aansprekend: Sanders schrijft vlot en prettig en dwaalt niet in ellenlange details die de lezer vermoeien. Toch heeft het verhaal iets heel ‘onafs’. Het lijkt meer op een samenraapsel van talloze tweets bij elkaar dan een daadwerkelijk boek (of minstens een volwaardige novelle). Het lijkt gewoon net té kort om echt in je hoofd te blijven hangen.

Maar eerlijk toegegeven: hoeveel meer had de lezer willen weten over de hele situatie? De plot ligt voor handen en is snel klaargespeeld. Het feit dat het een autobiografisch verhaal is, heeft wellicht een afremmend effect gehad. Vanwege de schrijfstijl zul je zeker openstaan voor meer literatuur van haar hand óf heb je tenminste zin om van Sanders vlotte schrijfstijl te genieten via haar actieve Twitteraccount. De echte roman waarmee ze hoge ogen gaat gooien, volgt hopelijk nog.

 

Muziek / Album

Overdonderend mooi

recensie: Indie-update vol. 6 Big Red Machine; Low en Susanna; David Wallumrød

Wat kan een album je overdonderen bij een eerste beluistering terwijl het aanzicht van het album geen enkele bel doet rinkelen en je als het ware in het diepe springt! Big Red Machine doet het, terwijl Low opnieuw weet te verrassen en Susanna met David Wallumrød een nieuwe samenwerking laat horen.

Drie albums uit het brede palet van de indie-muziek worden aan elkaar verbonden in deze zesde editie van de indie-update. Het toeval ligt hem vooral in het moment van verschijnen van de albums. De muziek van deze albums is verbonden door de genretitel, maar verder muzikaal volstrekt onafhankelijk van elkaar. Het indie-genre is even breed als veelzijdig.

Big Red Machine

Bij de eerste beluistering van het nieuwste album How Long Do You Think It’s Gonna Last? slaat de muziek van Big Red Machine direct in als een bom. De oren worden gespitst en een gevoel van iets super speciaals te horen bekruipt de nietsvermoedende luisteraar vrijwel meteen. Zeker als je eigenlijk niet eens goed kan lezen wat er op het hoesje staat en je niet op zoek bent gegaan naar wat er op het schijfje staat. Het is een album dat we naar alle waarschijnlijkheid in vele jaarlijstjes van het jaar gaan terugvinden.

Deze tweede samenwerking van twee krachtige muzikanten heeft een heel bijzonder album opgeleverd. Daar waar hun debuutalbum uit 2018 vooral gericht was op de sterke troeven van de twee heren zelf, wordt hier een palet van gasten opgevoerd dat laat horen dat ze hun gezamenlijke muzikale ideeën op een zeer smaakvolle wijze inkleuren. Het samenwerkingsproject tussen Aaron Dessner (The National) en Justin Vernon (Bon Iver) wordt namelijk aangevuld met tal van gasten. Het album opent met Anaïs Mitchell in de prachtige compositie ‘Latter Days’. Later op het album horen we ook Taylor Swift, The Fleet Foxes, Sharon van Etten, Lisa Hannigan, Shara Nova, Ben Howard en nog een aantal anderen die hun opwachting maken.

De kracht van de donkere stem van Dessner is net zo herkenbaar als de hoge zang van Vernon. De melodieën die ons worden voorgeschoteld vragen om vele draaibeurten zonder een moment van verveling. De diepgang van de muzikale begeleiding laat de luisteraar steeds meer details ontdekken. Het woord ‘topalbum’, dat bij eerste beluistering bovendrijft, is meer dan op zijn plaats!

Low

Een nieuw album van het duo Low is altijd een belevenis. Vooral omdat bijna geen album op het vorige werk lijkt. Ook op Hey What weet het duo weer heel anders te klinken dan het album Double Negative, dat alweer van drie jaar eerder dateert. Dat album was feitelijk het minst toegankelijke album van de band. Toch gooide dat album hoge ogen bij zowel de critici als het publiek.

Deze keer trakteert het duo ons op soms wel stevige elektronische achtergrondgeluiden, die als een bed dienen voor de vocale harmonieën van Alan Sparhawk en Mimi Parker. Het geluidsspectrum wordt gevormd door hevig vervormde gitaarklanken, die soms de pijngrens lijken te tarten. Een gewenningsspiraal is zeker nodig om het album op haar waarde te kunnen schatten. Waarschijnlijk is het zo dat je de pijn in de oren gaat waarderen door de drapering van de vocalen van Parker, die na een heftige gewaarwording de gehoorgang lieflijk weten te masseren. De ontluisterende schurende klanken zijn daardoor een welkome afwisseling met het haast engelachtige gezang. Dat maakt dat de balans naar de goede kant weet door te slaan. Zonder de contrasten zou het album al snel een andere kant zijn opgeslagen. Nu is Hey What misschien wel de groeibriljant van 2021. Dit nieuwe album is een stuk lichter verteerbaar dan zijn voorganger, al maakt Low muziek die door een niche zeer wordt gewaardeerd.

Susanna & David Wallumrød

De stem van Susanna opent het nieuwe album Live en kennen we al een paar jaar van haar solowerk. Deze samenwerking met David Wallumrød is een nieuwe belevenis in haar kleine oeuvre. Al in het door Leonard Cohen geschreven openingsnummer ‘Chelsea Hotel #2’ horen we de stem van haar compagnon klinken. Het album staat overigens vol met covers. Liedjes van Joni Mitchell, Tom Waits (tweemaal), Neil Young, John Lennon en Paul McCartney worden in een eigenzinnig fraai, maar vooral heel rustig jasje gestoken.

Wallumrød is een door de wol geverfde muzikant, die we op vele andere projecten terughoren. De muzikale samenwerking met nicht Susanna is fonkelnieuw. Deze samenwerking als nieuw duo heeft een fijne uitwerking op de muziek van Susanna en roept direct de wens op dat ze ook eigen composities gaan schrijven. Wie weet zit dat er in de toekomst in!

Mogelijk is het duo tot stand gekomen vanwege de pandemie, waardoor er toch anders aangekeken werd tegen samen musiceren. Daar is geen bewijs van te vinden, maar mocht dat het geval zijn, dan heeft de crisis ook hier wat moois opgeleverd.

David Wallumrød horen we vooral op vele soorten toetsen en heel af en toe in de backings terwijl Susanna zingt op haar vertrouwde zachtaardige, maar onderhoudende wijze. Alles bij elkaar weet Susanna met dit album te imponeren met liedjes van anderen.

Boeken / Non-fictie

Niet bang om teveel te zeggen

recensie: De bange mens - Daan Heerma van Voss

In De bange mens gaat schrijver en historicus Daan Heerma van Voss op zoek naar de geschiedenis van de angst. In deze zoektocht staat hijzelf centraal. In het non-fictiewerk is Heerma van Voss niet bang om zijn angsten bloot te geven, maar ook niet om met al zijn kennis over het onderwerp te dwepen.

Zijn leven lang kampt Daan Heerma van Voss met fobieën. Als zijn vriendin hem op een herfstochtend de opdracht geeft om die angsten te doorgronden, gaat hij aan de slag. Ze nemen afscheid en zien elkaar pas weer als Heerma van Voss zijn zoektocht heeft afgerond.

Waar Heerma van Voss als kind bang was dat hij ging schuimbekken van tandpasta, ontwikkelde zijn angststoornis zich naarmate hij volwassen werd in lange perioden van inzinkingen. Tijd werd een ambigu begrip. ‘Alleen ’s avonds voel ik me goed, omdat ik dan weer een dag heb doorstaan, en kennelijk vind ik dat ik daar een of ander lintje voor heb verdiend’, schrijft hij.

De reis

De zoektocht ontvouwt zich als een lange reis met diverse stations die elk een onderdeel van de herkomst van angst belichten. Zo duiken we in de familiegeschiedenis van Heerma van Voss om te achterhalen of angst op een biologische wijze overdraagbaar is. Daarnaast leer je als lezer meer over de ontstaansgeschiedenis van de DSM, het handboek voor psychologen en psychiaters, en hoe een angstdiagnose gesteld wordt en in de loop der jaren weer verandert.

Geen enkel aspect van Heerma van Voss’ zoektocht blijft onaangetast. Dat neemt hij zich bij aanvang van het boek ook voor: ‘De vele studies en boeken over angst schieten tekort: ze isoleren één aspect van iets wat per definitie veelkoppig en ongrijpbaar is.’ En eerlijk is eerlijk, daar lijkt de schrijver aardig in te slagen, wellicht tot vermoeiends toe.

Zoals hij hier zijn mening over eerdere werken niet onder stoelen of banken schuift, is hij ook niet bang om de werkwijze van artsen en psychiaters te bekritiseren. ‘Tegenwoordig maken psychiaters het zichzelf vaak gemakkelijk door tegen hun patiënten te zeggen dat ze last hebben van een ‘chemische disbalans’ in hun hersenen, die dan zou worden verholpen door een pilletje.’

Als de praktijk daadwerkelijk zo zwart-wit is als Heerma van Voss hier schetst, mogen psychiaters zichzelf weleens achter de oren krabben en is het een goede zaak dat de schrijver de branche hier bekritiseert. Maar hoe objectief kan de auteur in kwestie nog zijn, als hij zijn hele leven te maken heeft met psychiaters en psychologen? Met die vraag blijf je zitten na het lezen van het boek.

Elitair

Dat Heerma van Voss zich heeft ingelezen, is overduidelijk. In vrijwel elke alinea komt een van zijn bronnen voorbij, of ze nou stokoud zijn (Hippocrates) of  relatief jong (Heidegger). Ook baseert hij zich op recentere bronnen uit de laatste tien jaar. Ja, daarmee ontleedt hij de herkomst van angst, maar haalt hij tegelijkertijd op een ietwat elitaire manier de vaart uit het verhaal.

Kwetsbaar

De alinea’s waarin hij strooit met zijn kennis staan haaks op de persoonlijke passages waarin je een kwetsbaar inkijkje krijgt in Heerma van Voss’ leven. Die zinnen geven pas echt een beeld van wat vrees met je doet. ‘Er zijn periodes dat ik niet goed in staat ben tot een normaal en zinnig gesprek. Te zeer neergedrukt, te angstig, etc. En ik voel dan hoezeer dit anderen bedrukt.’ Die passages wekken medeleven op met de auteur. Het is dan ook pijnlijk te lezen dat het voltooien van de zoektocht niet voldoende is om zijn relatie te behouden.

Ben je niet thuis in de wereld van fobieën en angststoornissen, dan helpt De bange mens je zeker op weg. Wie dit boek als leek leest, is er daarnaast al snel van overtuigd dat Heerma van Voss zijn doel – alle aspecten van vrees belichten – heeft behaald.

In de etalage

In die persoonlijke passages zien we meer van de schrijver die Heerma van Voss is. Had hij het verhaal volledig op zijn eigen ervaringen gebaseerd, dan las het boek veel makkelijker weg. De auteur zet zowel al zijn kennis als al zijn kwetsbaarheid in de etalage. Dat maakt dat je het boek toch uitleest.