Tag Archief van: muziek

Muziek / Album

Another Timbre nr. 210

recensie: Laurence Crane - Natural World (2023)
Natural WorldSijme Storm

Laurence Crane is een minimalist met een zeer directe aanpak en hij schrijft zeer transparante muziek. Hij maakt gebruik van klassieke instrumenten maar ook een elektrische gitaar, een casio keyboard of sampling technieken behoren tot zijn compositorisch palet.

Natural World is tot stand gekomen op initiatief van Juliet Fraser. Deze actieve Engelse sopraan, medeoprichtster van het EXAUDI Vocal Ensemble, specialisten op het terrein van oude muziek én nieuwe muziek, geeft regelmatig compositieopdrachten aan eigentijdse componisten.

Rachel Carson

Juliet Fraser brengt het werk van Rachel Carson (1907-1964) onder de aandacht van Laurence Crane. Deze Amerikaanse zeebiologe deed baanbrekend onderzoek naar de invloed van het gebruik van insecticiden. Met het boek Silent Spring (1962) vraagt ze aandacht voor de milieuproblematiek. De titel van het boek verwijst naar de lente van het apocalyptische jaar waarin de vogels niet meer zingen doordat zij als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn uitgeroeid. Deze kennismaking met het werk van Carson doet Crane besluiten om iets te gaan schrijven over de natuurlijke wereld.

En zo belanden we in een wereld vol zingende vogels en zeegeluiden, encyclopedische lijstjes over vogelsoorten, sinusgolven, casio keyboard drones, luisterboek imitaties, en natuurlijk vocaal trapezewerk van Juliet Fraser en haar muzikale partner Mark Knoop op piano en electronics.

Het werk van Laurence Crane heeft altijd het verfrissende effect van een duik in een koele zee, humoristisch, niet belerend, minimalistisch maar altijd met verassende wendingen. Natural World bestaat uit drie secties: ‘Field Guide’, ‘Chorus’ en ‘Seascape’. Voor mij is het een klassieke recitalvorm met eigentijdse elementen, er zijn verwijzingen naar Maurice Ravel (Oiseaux Tristes / Miroirs no. 2 ), Joseph Cornell (surrealistische kijkdozen), Pierre Henry (Musique Concrète, elektro-akoestische muziek).

Als luisteraar word je meegenomen in een surrealistische wereld, vriendelijk, melancholisch, Alice in Wonderland, Engels, een muzikale wereld. Dit is een muzikale reis die de zorg om het milieu in zich meedraagt maar het is Crane’s persoonlijke zorg: eerlijk, niet zeurend en zeker niet moraliserend.

Een aanrader voor eenieder die wel eens wat anders wil.

TIP: ga naar Xeno-canto: sharing wildlife sounds from around the world, https://xenocanto.org (een coproductie met Naturalis).

Muziek / Album

Another Timbre nr. 210

recensie: Laurence Crane - Natural World (2023)
Natural WorldSijme Storm

Laurence Crane is een minimalist met een zeer directe aanpak en hij schrijft zeer transparante muziek. Hij maakt gebruik van klassieke instrumenten maar ook een elektrische gitaar, een casio keyboard of sampling technieken behoren tot zijn compositorisch palet.

Natural World is tot stand gekomen op initiatief van Juliet Fraser. Deze actieve Engelse sopraan, medeoprichtster van het EXAUDI Vocal Ensemble, specialisten op het terrein van oude muziek én nieuwe muziek, geeft regelmatig compositieopdrachten aan eigentijdse componisten.

Rachel Carson

Juliet Fraser brengt het werk van Rachel Carson (1907-1964) onder de aandacht van Laurence Crane. Deze Amerikaanse zeebiologe deed baanbrekend onderzoek naar de invloed van het gebruik van insecticiden. Met het boek Silent Spring (1962) vraagt ze aandacht voor de milieuproblematiek. De titel van het boek verwijst naar de lente van het apocalyptische jaar waarin de vogels niet meer zingen doordat zij als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn uitgeroeid. Deze kennismaking met het werk van Carson doet Crane besluiten om iets te gaan schrijven over de natuurlijke wereld.

En zo belanden we in een wereld vol zingende vogels en zeegeluiden, encyclopedische lijstjes over vogelsoorten, sinusgolven, casio keyboard drones, luisterboek imitaties, en natuurlijk vocaal trapezewerk van Juliet Fraser en haar muzikale partner Mark Knoop op piano en electronics.

Het werk van Laurence Crane heeft altijd het verfrissende effect van een duik in een koele zee, humoristisch, niet belerend, minimalistisch maar altijd met verassende wendingen. Natural World bestaat uit drie secties: ‘Field Guide’, ‘Chorus’ en ‘Seascape’. Voor mij is het een klassieke recitalvorm met eigentijdse elementen, er zijn verwijzingen naar Maurice Ravel (Oiseaux Tristes / Miroirs no. 2 ), Joseph Cornell (surrealistische kijkdozen), Pierre Henry (Musique Concrète, elektro-akoestische muziek).

Als luisteraar word je meegenomen in een surrealistische wereld, vriendelijk, melancholisch, Alice in Wonderland, Engels, een muzikale wereld. Dit is een muzikale reis die de zorg om het milieu in zich meedraagt maar het is Crane’s persoonlijke zorg: eerlijk, niet zeurend en zeker niet moraliserend.

Een aanrader voor eenieder die wel eens wat anders wil.

TIP: ga naar Xeno-canto: sharing wildlife sounds from around the world, https://xenocanto.org (een coproductie met Naturalis).

Muziek / Album

Another Timbre nr. 200

recensie: Jürg Frey - Borderland Melodies (2023)
Borderland MelodiesSijme Storm

Simon Reynell, de drijvende kracht achter ‘Another Timbre’, het Engelse label dat zoveel betekent voor de eigentijdse gecomponeerde muziek, viert weer een mooie overwinning met uitgave nr. 200: Jürg Frey’s Borderland Melodies. Het ‘huisensemble’ Apartment House, speelt op deze CD drie recente composities van de Zwitserse componist Jürg Frey.

Jürg Frey (Aarau, 1953) neemt ons mee in zijn muzikale wereld die altijd gaat over grenzen verkennen, de grens tussen het abstracte en het concrete, het ervaren van geluid en stilte, de overgang van los element naar structuur, naar compositie.

Een muzieknoot getekend door Frey is als een gedroogd blaadje, op zichzelf staand, fragiel maar ook krachtig. Zijn sensitieve houding met betrekking tot materiaalgebruik heeft gevolgen voor zijn wijze van componeren. Stapsgewijs onderzoekt en rangschikt hij zijn muzikale materialen en na verloop van tijd vormt hij zich een beeld van wat een compositie zou kunnen worden. Klinkt dit vaag en wellicht wat zweverig? Luister naar de composities op deze CD en ontdek een stevige zelfbewuste muzikale architectuur die een wereld voor je kan openen.

Borderland Melodies (2019)

Een quintet voor piano, viool, cello, klarinet en basklarinet, opent de CD. Het is een voor Frey kenmerkend stuk vol spaarzame klanken. Frey creëert een heldere omgeving waarin de vaak aanhoudende klanken van de verschillende instrumenten verbindingen kunnen aangaan. Deze verbindingen zijn melodisch van aard en grijpen terug naar de basisprincipes van de meerstemmigheid.

L’État de simplicité (2019 – 2021)

Deze vierdelige compositie, een quintet voor viool, altviool, cello, klarinet en basklarinet, vormt het hart van de CD. Instrumenten gemaakt van hout met hun diepte en warmte leveren een magisch klassiek palet op. Frey zet dit palet in om de melodische mogelijkheden van deze combinatie te onderzoeken.

Hij beschrijft deze compositie als een set van kleine muzikale essays over de betekenis van muziek. Zoals een schilder onderzoekt Frey keer op keer zijn wil tot componeren, zijn fascinaties en zijn verwondering.

Movement, Ground, Fragility (2014 – 2020)

Een septet voor piano, viool, altviool, cello, klarinet, basklarinet en percussie. De basis voor deze compositie wordt gelegd door het licht toucheren, aanstrijken van een bekken en een reeks korte gestreken altviool klanken.

Zo nu en dan verschijnen er individuele tonen en tweeklanken. Naargelang het instrument bepalen ze de de kleur van dit stuk. De cello neemt het lage register voor zijn rekening en zorgt dan voor een welhaast cinematografische ervaring.

Cellist Anton Lukoszevieze zegt hierover: ‘I never have played such a slow Blues before’

Het laatste deel van de compositie is organisch van aard. Frey maakt hier gebruik van toevalselementen, sommige secties van de compositie bevatten een muzieknotatie, andere secties bestaan uit door de componist opgestelde lijstjes. De musici kunnen hieruit keuzes maken. Mede hierdoor gaan eigen melodische fragmenten en tempo’s ontstaan en ontvouwt zich een uniek muzikaal landschap.

‘Apartment House’ weet goed raad met de subtiele composities van Jürg Frey en de productie van Simon Reynell is weer geweldig.

Een aanrader!

Theater / Voorstelling

Liefde, strijd en acceptatie

recensie: ADAK presenteert East Side Story: een theatrale en muzikale reis van het kamp naar een Molukse woonwijk
sfeerfoto ADAKADAK

East Side Story is een avondvullende theaterbelevenis op drie verschillende locaties. Van 31 mei tot en met 12 juni speelt deze theatrale en muzikale reis, die je meevoert langs voormalig kamp Schattenberg in Westerbork, naar de Molukse wijk in Bovensmilde. De hoofdrol is weggelegd voor acteur Roger Goudsmit. East Side Story is een avond vol muziek, dans en heerlijk eten en het sluitstuk van theaterdrieluik AAN DE ANDERE KANT (ADAK), waarin de Moluks-Nederlandse geschiedenis centraal staat.

Na de Tweede Wereldoorlog werd een grote groep Molukkers slachtoffer van een schimmenspel, uitgevoerd door de Nederlandse overheid in het toenmalig Nederlands-Indië. Dit leidde onder andere tot een grootscheepse verplaatsing van Molukkers naar Nederland, uitgevoerd onder erbarmelijke omstandigheden.

East Side Story gaat over liefde, strijd en acceptatie, over humor en tragiek, vanuit Moluks én Nederlands perspectief. Het is het verhaal van nu over mensen uit ‘de Oost’, maar ook een gelaagd verhaal over de tweede en derde generatie en de toekomst.

Locatie 1 ‘Schattenberg herbeleven’

opbouw 2 ADAK

Sfeerfoto opbouw © ADAK

Herinneringscentrum Kamp Westerbork is het beginpunt van de voorstelling. Na de oorlog werden daar ruim tweeduizend Molukkers gehuisvest. De naam veranderde in ‘Schattenberg’ en speciaal voor East Side Story wordt een deel van het kamp herbouwd. Bezoekers worden in kleine groepen door het kamp geleid en omringd door theatrale taferelen en scènes over het dagelijks leven in Schattenberg. Rondom het kunstwerk Het Nest van de Kaketoe komen de verhalen en herinneringen van oud-bewoners tot leven.

Locatie 2 ‘Een verhaal in De Molukse wijk’

Midden in de Molukse wijk in Bovensmilde speelt het slot van de voorstelling. De tribune kijkt uit op twee woningen, die het decor vormen van het verhaal van Molukse mensen die in een nieuwe wijk terechtkomen en een tussenweg moeten zien te vinden in het behouden van Molukse gewoontes en het integreren in de Nederlandse samenleving. Gezien vanuit het ’toen’ en vanuit het ‘nu’.

Locatie 3 Samen genieten van heerlijk eten en muziek vlakbij het Herinneringscentrum

Na de vertoning kunnen de bezoekers vlakbij het Herinneringscentrum in een gemoedelijke festivalsfeer genieten van heerlijke Molukse en Nederlandse gerechten. Uiteraard met muziek!

De logistiek

De gemeente Midden-Drenthe vormt het decor van East Side Story. Gezien het feit dat de bezoekers op maar liefst drie bijzondere plekken worden gebracht, zijn er speciale bussen die voor een rimpelloos vervoer zorgen.

Over AAN DE ANDERE KANT

AAN DE ANDERE KANT is een project van Stichting Gedeelde Verhalen. De stichting organiseert historische theaterproducties in het Noorden, met zo veel mogelijk participatie uit de omgeving. Het begon in 2018 met een reizende voorstelling getiteld Een tijdelijk verblijf. In 2019 volgde deel twee: een locatievoorstelling op voetbalvelden in Groningen en Drenthe onder de titel Buitenspel.

Meer informatie is te vinden op www.eastsidestory.nl

Muziek / Album

SPANNEND CONCEPT

recensie: The Orange Tree Courtyard
The Orange Tree Courtyard. Renaissance Music in and around the Cathedral of SevilleEduardus Lee

Afgelopen seizoen toerde het blokfluitensemble The Royal Wind Music met het programma The Orange Tree Courtyard. Renaissance Music in and around the Cathedral of Seville. Een concept van co-artistiek leider Maria Martinez Ayerza. Nu op cd uitgebracht en opgedragen aan de ons onlangs ontvallen blokfluitbouwer Adriana Breukink.

Een bouwer van renaissanceblokfluiten, die in hun soort net wat anders klinken dan de meer bekende (kopieën van) barokinstrumenten of van hedendaagse blokfluiten. Ze zijn bijna cilindrisch van vorm en hebben grotere vingergaten, waardoor de klank wat robuuster is. The Royal Wind Music bespeelt blokfluiten van klein tot zeer groot; de grootste is een subcontrabas van circa drie meter lengte. In het begeleidende boekje bij de cd is een schema opgenomen van wie van de elf musici welk soort blokfluit bespeelt en in welk van de tweeëntwintig stukken.

De Sinaasappelhof

De rondleiding, en de cd begint en eindigt in De Sinaasappelhof. Met fascinerende improvisaties over een lied uit Andalusië dat is gelinkt aan de Arabische muziek. Samen met de Joodse invloed vormde dit de zogeheten Mozarabische stijl, die trouwens in de tijd dat de kathedraal werd gebouwd (vanaf 1401) alweer over zijn hoogtepunt heen was. De kathedraal is overigens op de resten van een vroegere moskee gebouwd. De melodie vormt als het ware een ouverture en een coda, een introductie en een afsluiting in de contemplatieve, mystieke stijl. Veel van de stukken ademen en zijn kenmerkend voor veel Spaanse kunst in het algemeen (denk bijvoorbeeld alleen maar aan het werk van de schilder Francisco de Zurbarán!).

Het altaar van Onze Lieve Vrouw

Een ander kenmerk van het Spaanse rooms-katholicisme is de grote verering van Onze Lieve Vrouw, van Maria. In vergelijking tot de concertreeks van afgelopen seizoen is bij het altaar – om dit te benadrukken – een stuk toegevoegd: Virgen bendita sin par van Pedro de Escobar (circa 1465-1535), een van origine Portugese componist en zanger. Van dit stuk – en de uitvoering – gaat een grote, weldadige rust uit.

La Giralda

Beroemder nog dan de kathedraal zelf, is de Giralda, van oorsprong een minaret en ouder dan de kerk (1184-1195). De minaret, die thans dienst doet als klokkentoren, is streng én sierlijk tegelijk. Net als de afwisselende muziek die The Royal Wind Music voor dit onderdeel op hun cd speelt: van Juan Vásquez (circa 1500-1560) en Miguel de Fuenllana (1553-1578). Later ontstaan dan de minaret zelf, maar dat mag de pret niet drukken, want het bovenste gedeelte van La Giralda dateert uit dezelfde tijd als deze muziek.

Kapel, graven en kapittelzaal

We vervolgen onze rondleiding in de kathedraal door de kapel en de kapittelzaal. In deze buurt liggen verschillende graven. Van componisten, musici en van Hernando Colón, de zoon van Christoffel Columbus, die een omvangrijke bibliotheek had die deels is ondergebracht in de kathedraal. En overigens ligt er ook het graf van Alfonso de Wijze, maar die was al lang overleden voor de kerk werd gebouwd.

Buitengewoon sterk en verfijnd gespeeld qua articulaties en omspelingen zijn de vier werken van Alonso Mudarra (circa 1510-1580). Hij was een vernieuwend componist en – net als Vivaldi later – tevens priester. Zijn wijding vond in 1546 plaats in de kathedraal van Sevilla en hij was vanaf die tijd tot aan zijn dood lid van het kapittel. Het is een goede zet geweest om aan de twee werken van Mudarra, die tijdens de tournee werden gespeeld, op de cd er nog twee aan toe te voegen.

Het koor

De rondleiding door de kerk eindigt in het koor met een werk van Alonso Lobo (1555-1617) in een al aanmerkelijk modernere stijl vergeleken met de andere stukken op de cd. Ook het stuk van Francisco de Peñalosa (circa 1470-1528) draagt bij aan de mooie afsluiting in het deel dat de kathedraal omkranst.

Het is op deze manier een prachtige rondleiding van ruim een uur met muziek die schitterend wordt uitgevoerd door een topensemble, bestaande uit de fine fleur van blokfluitisten die allemaal een band hebben met het Conservatorium van Amsterdam. In dit seizoen speelt The Royal Wind Music een programma rond de schilder Albrecht Dürer. Weer zo’n spannend concept… Aanbevolen!

8WEEKLY Special Eurovisie Songfestival 2023
Muziek / Achtergrond / Reportage
special: Voorbeschouwing Eurovisiesongfestival 2023
8WEEKLY Special Eurovisie Songfestival 2023

Koortsdromen, dictatorsnorren en huismerkglitter

Na de winst van KALUSH namens Oekraïne in 2022, wordt dit jaar de 67e editie van het Eurovisiesongfestival in Liverpool gehouden. De BBC werkt nauw samen met de Oekraïense staatsomroep om er zowel een Brits als Oekraïens feest van te maken. Geïnspireerd door de huidige situatie is er gekozen voor het thema United By Music.

Dinsdag 9 mei was de eerste halve finale, waarin Nederland te zien was, en donderdag 11 mei is de tweede halve finale, waarin België te zien is. Zaterdag 13 mei vindt de grote finale plaats. Met in totaal 37 acts uit Europa en Australië is er weer een hoop te kiezen voor de luisteraar. De bookmakers hebben al voorspellingen geuit en hieruit blijken landen als Zweden, Finland en Frankrijk populair te zijn. 8WEEKLY heeft zich ook in het extravagante schouwspel verdiept en enkele opvallende inzendingen voor jullie op een rijtje gezet.

Een aanstekelijke koortsdroom

Finland: Käärijä – ‘Cha Cha Cha’

Finland stuurt voor het eerst sinds 2015 weer een act in eigen taal naar het Songfestival. Singer-songwriter en rapper Käärijä zingt in ‘Cha Cha Cha’ over hoe hij na een lange, zware werkweek klaar is om naar de bar te gaan en een pina colada te drinken. Bij zo’n thema verwacht je misschien een zwoel, zomers nummer, maar niks is minder waar. ‘Cha Cha Cha’ begint als een harde mix tussen techno en videogamemuziek en verandert halverwege naar een soort meezingbare schlager die uit de jaren tachtig lijkt te komen. Het nummer is al ietwat bizar, maar wordt ook nog gecombineerd met een visueel spektakel. De zanger, gehuld in een vest dat veel wegheeft van neongroene, opblaasbare spierballen, houdt vier neonroze dansers letterlijk aan de lijn. Deze combinatie verdient met recht de titel ‘opvallende act’. Het lied overtuigt niet meteen na één keer luisteren, het gehele spektakel dat net een koortsdroom is, is simpelweg wat overweldigend. Maar na wat gewenning, zal Käärijä ervoor zorgen dat je gauw van je stoel opstaat en enthousiast mee cha-cha-cha’t.

 

Songfestivalliefhebbers en metalheads

Australië: Voyager – ‘Promise’

De bandleden van progressieve rockband Voyager zijn enorme fans van het Songfestival. Ze proberen al sinds 2015 de selectie te halen om namens Australië mee te mogen doen. Dit jaar is het zover en komen ze bewapend met het nummer ‘Promise’ dat ze speciaal voor het Eurovisiepodium hebben geschreven. De metalheads timmeren al sinds de nineties aan de weg en verstaan hun vak heel goed. ‘Promise’ past binnen het synthmetalgenre, maar bevat ook een flinke knipoog naar de jaren tachtig. De band haalt een arsenaal aan instrumenten tevoorschijn en combineert dit met indrukwekkende uithalen en grunts van de zangers. Het nummer gaat over troost vinden bij anderen en bevat referenties naar de coronapandemie, maar de tekst zelf blijft wat vaag. Het refrein is goed meezingbaar, met aanstekelijke ‘oh oh’s’ die soms wat clichématig kunnen worden, maar een goed Songfestivalrefrein vraagt nu eenmaal soms om clichés. Als de Australiërs dezelfde energie uit de videoclip weten te vertalen naar het podium, belooft dit een groot succes te worden. Tussen alle inzendingen zal Australië hoog eindigen in de favorietenlijstjes van menig rockliefhebber en alto.

 

Van TikTok naar het Eurovisiepodium

Denemarken: Reiley – ‘Breaking My Heart’

Zanger en sociale media influencer Reiley wist als eerste Faeröerder de nationale voorrondes voor het Songfestival (de Dansk Melodi Grand Prix) te winnen en is daarmee al een opvallende inzending. Qua looks ziet Reiley eruit alsof TikTok een menselijke baby heeft gekregen, en ‘Breaking My Heart’ klinkt als een nummer dat op datzelfde platform viral zou kunnen gaan. Tel daar de ontzettend kleurrijke en vrolijke videoclip bij op en je hebt een act die klaar is om de harten van Gen Z te veroveren. Het niveau van de Noordse landen ligt dit jaar ontzettend hoog, waardoor Denemarken onterecht het ondergeschoven kindje lijkt te worden. De studioversie van ‘Breaking My Heart’ is echter erg goed geproduceerd en aanstekelijk, met een mix aan elementen die het tegenwoordig erg goed doen in de hitlijsten. En het refrein? Dat is misschien wel het meest aanstekelijke refrein van alle inzendingen. Reiley is hiermee misschien wel de beste Deense inzending sinds Emmelie de Forests ‘Only Teardrops’ in 2013. Hoe Reiley zijn nummer live over gaat brengen en hoe de visueel aantrekkelijke videoclip vertaald gaat worden naar het podium, zijn de enige twee zorgpunten waarmee deze act kan gaan staan of vallen.

 

Huismerk Rammstein

Duitsland: Lord Of The Lost – ‘Blood & Glitter’

Eeuwige Songfestival tryhard Duitsland heeft dit jaar ervoor gekozen om het over een andere boeg te gooien. Na jaren ‘veilige’ acts ingezonden te hebben, gaan ze dit jaar voor de industriële rockband Lord Of The Lost en maken ze duidelijk een statement. En hoe noem je een metalnummer dat je inzendt voor het Songfestival? Precies, ‘Blood & Glitter’. De titel is dan wel wat on the nose en voorspelbaar, de act zelf is dat absoluut niet. Lord Of The Lost baant zich in drie minuten tijd door meerdere genres, van screammetal tot glamrock, en wisselt het af met het geluid van schietende lasers. De duistere klanken van de zanger staan in schel contrast met de spectaculaire, glitterende outfits van de band. Het concept van gender is het raam uitgegooid en dat resulteert in fantastische, Songfestivalwaardige outfits. ‘Blood & Glitter’ bevat vele elementen die duidelijk geïnspireerd zijn door de Duitse muziekgeschiedenis met bands als Rammstein en Scorpions. Inspiratie halen uit deze succesvolle acts brengt ook een risico met zich mee, en dat is dat je klinkt als een B-keuze. Echter, huismerk Rammstein klinkt vele malen beter dan elke andere Duitse Songfestivalinzending van het afgelopen decennium.

 

Een toontje hoger

Nederland: Dion Cooper & Mia Nicolai – ‘Burning Daylight’

De afgelopen weken is er meer dan genoeg gezegd en geschreven over de Nederlandse inzending van dit jaar. De twee tot voorheen vrij onbekende artiesten Dion Cooper en Mia Nicolai werden, mede door de lobby van ex-Songfestivalwinnaar Duncan Laurence, door de AVROTROS geselecteerd voor het liedjesfestijn. Laurence schreef samen met zijn partner Jordan Garfield het nummer ‘Burning Daylight’ en schoof het gelegenheidsduo Mia en Dion naar voren als uitvoerende artiesten. Het rustige nummer, waarin het thema ‘opnieuw beginnen’ centraal staat, is in lijn met vorige Nederlandse inzendingen als ‘Arcade’ van Duncan Laurence en ‘De Diepte’ van S10. Deze sterke songs zonder opsmuk bleken vaker goed in de smaak te vallen bij het Europese publiek. Tijdens preparty’s in Barcelona en Amsterdam ging het echter mis: beide uitvoeringen werden vals gezongen. Genoeg reden voor het team om de koppen bij elkaar te steken en het geheel te heroverwegen. Tijdens het televisieprogramma ‘Khalid & Sophie’ werd een nieuwe versie van het nummer gepresenteerd. Mia en Dion zingen anderhalve toon hoger en klinken stukken zuiverder en zelfverzekerder. De repetities in Liverpool waren succesvol, waardoor Nederland volgens de bookmakers weer een goede kans maakt op een felbegeerde finaleplek.

 

Letters en dictatorkritiek

Kroatië: Let 3 – ‘Mama ŠČ’

Het Songfestival zou het Songfestival niet zijn zonder een bizarre act waar menig toeschouwer van moet bijkomen met een alcoholisch heelmiddel. Kroatië valt dit jaar zonder twijfel in die categorie. Let 3 is een band die bekendstaat als een club provocateurs met obscene liveoptredens en dito teksten. De mannen zijn gekleed in leren jassen en rokken. Samen met de nepsnorren en heftige make-up, zijn zij op zijn minst opvallend te noemen. Het nummer gaat letterlijk alle kanten op: een militaire cadans, een stukje operazang en een mixtapesegment. Gedurende het nummer wordt voortdurend ‘Mama heeft een tractor gekocht, ŠČ!’ herhaald. De laatste kreet bevat twee willekeurige letters uit het Kroatische alfabet en heeft verder geen betekenis. Vervolgens noemen de mannen ook nog eens het volledige alfabet op. Let 3 lijkt dus erg van letters te houden, maar achter het absurde tafereel zit mogelijk een verkapte politieke boodschap. Het nummer lijkt dictators te ridiculiseren en de vaak genoemde tractor verwijst mogelijk naar de relatie tussen Lukashenko en Putin. Lukashenko gaf Putin immers vorig jaar een tractor cadeau voor zijn verjaardag. De act staat in ieder geval garant voor een klassiek songfestivalmoment dat prima past tussen karnende boerenmeisjes, zingende kalkoenen en gruntende mannen in monsterpakken uit eerdere jaren.

 

Op naar een recordaantal winsten

Zweden: Loreen – ‘Tattoo’

Na het grote succes van ‘Euphoria’ in 2012, mag Loreen dit jaar namens Zweden meedoen met ‘Tattoo’ en is hiermee meteen de gedoodverfde winnaar. Voorspellingen zeggen dat dit nummer Zweden hun zevende Songfestival winst gaat opleveren. Loreen weet een ijzersterke show neer te zetten op het podium. Met een prachtige outfit en choreografie weet ze het publiek vanaf de eerste seconde te boeien. De electropopmelodie bouwt op richting een perfect getimede drop en de vocalen in het nummer bouwen op van zacht en fluisterend naar luid en intens. Loreen weet haar emotie in elk woord te gieten en laat zo in ieder geval zien hoe serieus ze het nummer neemt. Zweden ging voor een dramatisch liefdesnummer, maar kiest voor clichématige teksten als ‘Violins playing and the angels crying’ en ‘I will walk through fire and through rain’. En hoe je duidelijk maakt dat je voor altijd van iemand houdt? Daar had de stagiair wel een tekst voor: ‘You are stuck on me like a tattoo’. Loreen weet met ‘Tattoo’ een vocaal en visueel hoogstandje neer te zetten, maar tekstueel komt dit nummer niet goed uit de verf.

 

Bezeten door een Amerikaanse Poëet

Oostenrijk: Teya & Salena – Who the hell is Edgar?

De afgelopen jaren was Oostenrijk weinig succesvol op het Songfestival: sinds 2018 stonden ze niet meer in de finale. Naar alle waarschijnlijkheid verbreekt het land van de Alpen en de strudels dit jaar met die traditie. Net als Nederland sturen zij een gelegenheidsduo: Teya (Teodora Špirić) en Salena (Selina-Maria Edbauer). De dames ontmoetten elkaar tijdens de Oostenrijkse talentenshow ‘Starmania’ en schreven samen het aanstekelijke ‘Who the hell is Edgar?’. Maar, wie the hell is die Edgar dan? Teya en Salena refereren aan de Amerikaanse schrijver en poëet Edgar Allan Poe. Ze zijn bezeten door de geest van Poe, waardoor ze briljante liedjes kunnen schrijven die hen rijk zullen maken. Vervolgens ontvouwt het lied zich tot een satire op de muziekindustrie, die kritiek uit op de manier hoe tekstschrijvers worden behandeld. De ‘Zero, dot, zero, zero, three,’ verwijst naar de schamele 0.003 cent die songwriters per stream ontvangen. De champagne is afkomstig van het benzinestation, meer kunnen Teya en Salena niet betalen. ‘Who the hell is Edgar?’ is een memorabel nummer dat zichzelf niet al te serieus neemt met een aanstekelijke gothic hook ‘Oh mio padre, there’s a ghost in my body!’ en een poppy refrein. Het TikTok-proof dansje uit de clip maakt het geheel af.

 

Lastig om op te vallen

Hoewel er dus genoeg opvallende acts lijken te zijn, zijn er ook een hoop overeenkomsten tussen de inzendingen uit 2023. Met enkele uitzonderingen zoals Australië en Duitsland, die hun inspiratie bij rock en metal zoeken, lijken de meeste landen hevig geïnspireerd door het K-popgenre. Veel pakkende hooks en synthesizerriedeltjes lijken regelrecht uit dit genre gekopieerd en geplakt te zijn. Acts hebben dus wel gekke gimmicks nodig om de aandacht van het Songfestivalpubliek te trekken. Vergeleken met elementen uit eerdere jaren zoals brandende piano’s, mannen die in hamsterwielen rennen en broodbakkende oma’s, zijn de huidige TikTok-dansjes en grote snorren zo gek nog niet. 2023 is wat dat betreft een heel gemiddeld Songfestivaljaar. Wie heimwee heeft naar échte opvallende elementen, verwijzen we dan ook door naar de beste interim act ooit: ‘Love Love Peace Peace’, onderdeel van het Eurovisiesongfestival 2016 in Zweden.

Muziek / Album

Een plezierige existentiële crisis

recensie: Debuut-EP Mood Bored – Bored

Tilburgse indieband Mood Bored heeft in 2022 flinke meters gemaakt met meer dan twintig Popronde-optredens en de zeer succesvolle debuutsingle ‘Easy Going’. Op 28 april komt het drietal, dat zichzelf omschrijft met de quote ‘Who says an existential crisis can’t be fun?’, met hun debuut-EP Bored. En die EP maakt alle hoge verwachtingen waar.

Mood Bored - Bored

Plezier en ironie

De drie bandleden van Mood Bored, die de bandnaam verzonnen na een lange en saaie brainstormsessie met een moodboard, ontmoetten elkaar op de rockacademie. Ze besloten, nadat een docent hen ervan weerhield om een sessiemuzikant in te schakelen, als drietal verder te gaan. Ze hadden echter wel een bassist nodig, dus maakte zangeres Driesenaar in korte tijd zichzelf dit instrument eigen. Het trio heeft al flink wat live-ervaring opgedaan tijdens de Popronde van 2022, waar ze meer dan twintig optredens voor hun rekening namen. Toen ze met hun aanstekelijke debuutsingle ‘Easy Going’ ook nog eens benoemd werden tot 3voor12 Popronde Talent was het al helemaal duidelijk: Mood Bored is een band om in de gaten te houden.

Met hun debuut-EP Bored maken ze hun belofte over het bezorgen van een plezierige existentiële crisis waar: we horen licht deprimerende teksten gecombineerd met vrolijke poprockmelodieën. Onderwerpen als toxische relaties en je plek vinden in een wereld die verpest lijkt te zijn, worden gecombineerd met energieke beats waarop je meteen mee wilt dansen en stuiteren. Mood Bored omschrijft zichzelf met een flinke lading plezier en ironie.

Uit de put

De duidelijke koploper van de plaat is het vrolijke ´Easy Going´. Het springerige poprocklied gaat over tijden waarin je in de put zit en waar je weer uit wilt komen. Met de energieke melodie van het nummer wordt een sleur makkelijk doorbroken. Driesenaar legt uit dat ze het nummer schreef als sneer naar zichzelf; ze zat in de put en om alles weer positief in te zien wilde ze zichzelf een beetje belachelijk maken. Ze zegt dat het natuurlijk oké is als het niet goed met je gaat, maar na een tijdje moet je ermee ophouden en jezelf eruit (proberen te) halen.

 

Schijn bedriegt

Het liefdesliedje ‘Pour Into Me’ is ook niet de rooskleurige liefdesverklaring die het in eerste instantie lijkt. Al gauw blijkt het te gaan over iemand die klaar is met zichzelf zo leeg te voelen en die ernaar verlangt om meegesleurd te worden door iemand anders. Drang naar een ander die het lege gevoel opvult met de mooie dingen in de wereld. ‘Lucky’ is een ander bedrieglijk liefdesliedje, wat klinkt als een nummer waarin je langzaam kan verdrinken. Je wordt alleen op het verkeerde been gezet, de persoon aan wie de liefde verklaard lijkt te worden, wordt tegelijkertijd flink beledigd met zinnen als ‘You know you are nothing special, luckily I love you’. Het nummer blijkt geen liefdesverklaring, maar een lied over manipulatie en toxische relaties. Zo word je als luisteraar telkens weer, zoals de band zelf zegt, gegaslight.

Niemendalletjes

De eerdergenoemde nummers ‘Easy Going’, ‘Lucky’ en ‘Pour Into Me’ vormen samen met ‘Ladadee Ladada’ de hoogtepunten van deze debuut-EP. Het volledig instrumentale nummer ‘The Factory’ duurt maar 35 seconden en is met recht een niemendalletje te noemen. De laatste twee nummers van de EP, ‘Vibe Like Edie’ en ‘Join The Ride’ zitten goed in elkaar, maar zijn niet zo aanstekelijk als de eerste vier nummers van de plaat, waardoor ze minder bijblijven.

Knipoog naar de nineties

Mood Bored klinkt op hun debuut-EP als een liefdesbaby van indie en rock, met zekere punkinvloeden en een flinke knipoog naar de nineties. De nummers vormen samen inderdaad een plezierige existentiële crisis en zouden perfect passen als soundtrack van een angsty tienerromcom à la 10 Things I Hate About You. Dus Netflix, luister je mee?

 

Boeken / Non-fictie

Biografie en vooral band historie 

recensie: Bono – Surrender, 40 songs, één verhaal   

Bono duikt in zijn verleden en neemt de lezer mee in de ontwikkeling van zijn muzikantenleven en natuurlijk de groei van zijn band U2. De leidraad is het gezichtspunt van de zanger zelf en de veertig liedjes die hij als hoofdstukken heeft aangemerkt. De dikke pil leest wonderbaarlijk lekker. 

De historie van een band schrijven terwijl de band hopelijk nog lang niet aan zijn eind is, is een boek dat natuurlijk niet af is. Toch heeft Bono en U2 al zo’n staat van dienst opgebouwd dat Surrender naast fijn leesvoer een prachtig stuk pophistorie in zich heeft alsmede een zeer persoonlijke inkijk in het leven van de charismatische voorman van deze wereldband.

Chronologisch met bespiegelingen

Surrender start heel chronologisch, bij het ontstaan van U2. Alles wordt verteld vanuit het perspectief van Bono. De eerste schreden van U2 na het ontstaan van de band en de muzikale opbouw met de iconische albums Boy, October en natuurlijk War, zijn meteen een zegetocht richting een volwassen en succesvolle band.

De liefde tussen Bono en Ali, zijn vrouw en de moeder van hun kinderen, schittert tussen de bladzijden door met al zijn ups-en-downs. We lezen zelfs over de angst om vader te worden. Op bladzijde 246 gooit hij het roer om na een bezoek aan Quincy Jones. In een tijdsbestek van een aantal pagina’s is dan het gezin compleet. We zijn dan op relatief korte tijd aanbeland in de periode van het succes van The Joshua Tree. Daarmee beseffen we dat we soms kleine stapjes maken om vervolgens door te rollen naar een volgende hoogtepunt. Dat maakt dat het boek fijn leesbaar blijft en nergens langdradig wordt.

Verhaal en leven verweven met muziek

Rattle and Hum oogst zo ongeveer voor het eerst wisselende recensies. Waarschijnlijk is het loslaten van het punk en new wave tijdperk mede debet aan deze mindere oogst bij de critici. Even schakelt Bono in zijn boek naar 2022 en de oorlog in Oekraïne komt aan bod in het boek.

Vervolgens duiken we via Tsjernobyl zomaar in de klimaat- en energiecrisis totdat we de chronologische draad weer oppakken van de muziek met ‘One’ en het album Achtung Baby. Daarna valt te lezen hoe de band vecht met de keerzijde van roem, de soms uitputtende inspanningen en de daarmee gepaard gaande uitspattingen. Halverwege het boek lezen we hoe het sterrendom van U2 de mannen bij Frank Sinatra en andere sterren brengt. Ook lezen we hoe Bono enorm naar de man opkijkt.

Uiteraard komt hier ook de link met Pavarotti om de hoek kijken. De man die naast zijn talent de vrijgevigheid laat zegevieren. Het was Pavarotti die bleef aandringen op een lied samen met Bono en zijn mannen. Een prachtig verhaal om te lezen! De ontstaansgeschiedenis van ‘Miss Sarajevo’ is een heerlijk en smakelijk deel van het boek.

Muziek en politiek

Bono’s werk voor Jubilee 2000, het kwijtschelden van de schulden van de arme landen, is een prominent en mooi verhaal. Kort daarna voelt Bono voor het eerst zijn eigen sterfelijkheid wanneer er iets wordt gevonden in zijn lichaam dat gelukkig goedaardig blijkt te zijn. En dat vlak na de pauselijke episode rond Jubilee 2000.  

Na dat iconische jaar 2000 zien we de carrière van Bono steeds meer verweven raken met de politiek. Politiek en vechten tegen onrecht zijn Bono’s drijfveer. Zeker wanneer hij in Afrika een aids-ziekenhuis rondloopt en beseft dat vijftig procent zal sterven. Dat besef hakt er stevig in. Zijn gevecht om ook hier wat aan te doen beslaat vele bladzijden. De muziek is dan ver weg! Toch is de strijd van 2 jaar voor 15 miljard dollar wel een prestatie van jewelste, dit groeit later zelfs naar 100 miljard.

‘How To dismantle An Atomic Bomb’ wordt eindelijk belicht in slechts een enkele zin, waarna Nelson Mandela alweer de revue passeert. De weldoener Bono trekt verder terwijl de muziek opnieuw ver te zoeken is in zijn verhaal.

Op bladzijde 578 en 579 steekt Bono de loftrompet over al zijn medebandleden. Hier lezen we dat Edge zich zo genoemd heeft naar aanleiding van ‘Close To The Edge’ van Yes. Vlak daarna volgt zijn gevecht met het ouder worden en het afnemen van energie en de twijfels om door te gaan met de band. De steun die Bono heeft aan de Bijbel is alom aanwezig, zo ook in dit deel van het boek. De apostel Paulus is zijn steun en toeverlaat. Vervolgens lezen we het moment van de geboorte van ‘Surrender’ tijdens de angstige momenten van aanslagen.

Bono heeft een boeiend boek geschreven over hemzelf en de band U2 en heeft de momenten van onderlinge twist bewust achterwege gelaten, zo schrijft hij in het nawoord. Zowel voor fans als voor een belangstellende lezer is Surrender een boek om je vele uren in onder te dompelen.

Slagwerk orkest De Koninklijke Republiek
Film / Documentaire

RUWE BOLSTER, BLANKE PIT

recensie: De Koninklijke Republiek
Slagwerk orkest De Koninklijke Republiek

Het is een prachtig shot en tegenshot waarmee de film van regisseur Carmen Cobos en producent Kees Rijninks over de slagwerksectie van het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) begint en eindigt. Vijf man sterk lopen als een hecht stel macho’s de artiesteningang van het Amsterdamse Concertgebouw binnen. Vijf man sterk lopen als een stel collegae er ook weer uit, richting de naastgelegen brasserie.

Vijf man: twee paukenisten en drie slagwerkers. Met naam en toenaam: de paukenisten Nick Woud die aan zijn laatste seizoen bezig is alvorens hij met pensioen gaat en zijn oud-leerling Tomohiro Ando. Verder de slagwerkers Mark Braafhart, Bence Major en Herman Rieken.

Een republiek binnen het orkest

De titel van de film is ontleend aan een uitspraak van dirigent Bernard Haitink, die de slagwerksectie van het KCO eens omschreef als een republiek binnen het orkest. De vraag is immers hóe je een paar bolletjes met stokken eraan, de noten, speelt. Met één of twee stokken tegelijk, met verschillende stokken binnen één stuk? Harde en zachte? Het geeft allemaal een ander klankkleur. De slagwerkers mogen het allemaal zelf uitmaken, niemand schrijft het ze voor. Om te beginnen de componist niet, maar ook de dirigent laat ze meestal vrij.

Of moet er gespeeld worden met het kromgetrokken triangelstaafje, dat al heel lang in het bezit van het orkest is? Het heeft haast iets magisch, zo’n misvormd, oud staafje.

Je ziet de vijf macho’s ontdooien als ze over hun instrumenten praten, eigenlijk al vanaf het moment dat ze hun stokken klaarleggen als in het instrumentarium van een tandarts. Zorgvuldig en liefdevol, net zoals ze de natuurvellen van hun pauken onderhouden. Ze delen de instrumenten en toebehoren met elkaar.

Een en al ritme

Ze zijn een en al ritme. Wanneer ze in het luchtledige oefenen, wanneer de twee paukenisten aan de kant van de weg naar het Premier Drumcorps uit Krommenie kijken en op de maat meebewegen. Het is de drumband waar Nick Woud is begonnen. De tambour-maître kent hij zelfs nog. Want zo gaat het vaak: slagwerkers beginnen in een drumband en koperblazers komen regelmatig uit de harmonie-fanfare-brassbandwereld. Ze moeten zich dan inpassen in een orkestgroep, in de gehele, geoliede organisatie en de traditie van het befaamde orkest waarover ze allemaal als jongen droomden: als ik dáár nu eens in terecht kan komen …

Het is leuk om te zien hoe ze zich opstellen wanneer het orkest repeteert en ze maten lang niet hoeven te spelen. De één leest in een zakpartituur mee wat er gebeurt, de ander kijkt naar boven, naar het plafond en wordt in die blik door de camera gevolgd. Een leuk en speels detail.

Dan komt het moment suprême, bijvoorbeeld de trommelsolo in de ‘Elfde symfonie’ van Sjostakovitsj. De hartslag stijgt tot 180, want dán moet het gebeuren.

Praktische zaken

Je ziet de vijf ook wanneer ze het over praktische zaken hebben. Bijvoorbeeld over alledaagse taalproblemen: uitsmijter? Dat is toch iemand aan de deur van een nachtclub? Ja, maar het zijn ook eieren. Vreemde taal, dat Nederlands.

Of ze hebben het over het proefspel voor de opvolging van Nick Woud. Wat moeten de kandidaten spelen? Achter een gordijn in de Kleine Zaal van het Concertgebouw overigens, om elk vooroordeel de grond in te boren. Voor een sollicitatiecommissie op het balkon die qua omvang niet mis te verstaan is. En qua kennis en kunde natuurlijk ook niet.

Er sprong, begrijpen we, helaas geen één kandidaat er echt uit, zodat het orkest de komende tijd met freelancers zal werken.

Nick Woud

Nick Woud maakt zich zorgen dat hij zal worden vergeten, maar dat wordt hij niet want in de ruimte onder het podium, waar de slagwerkers samenkomen en hun instrumentarium staat, hangt inmiddels een mooie foto van hem. De traditie gaat door, maar dat zagen we ook al in de lesfragmenten die de paukenisten en slagwerkers geven aan een nieuwe generatie op het conservatorium.

De Koninklijke Republiek, ja. Maar het is ook een wereld die niet echt lijkt te mengen met het overige personeel in ‘het gebouw’. Woud loopt na zijn laatste concert met een bos bloemen wat eenzaam door de krochten van allerlei mensen naar de uitgang. Dat is wat verdrietig om te zien, maar het is allemaal prachtig en warm in beeld gebracht. De vijf mannen samen en in avondkleding in afzonderlijke portretjes. Fascinerend.

Muziek / Concert

Jazzfestival met hoog niveau

recensie: Transition Jazz Festival 2023 - Tivoli Vredenburg
Alfa Mist op het Transition Jazz Festival 2023Jeroen Hoenselaar

Het Transition Jazz Festival in TivoliVredenburg was een goed ijkpunt voor wie ertoe doen op hedendaags jazzgebied. Er waren jonge en vernieuwende geluiden te horen en er waren veel namen uit de Britse jazz aanwezig. Ook de New Yorkse avant-garde was present en natuurlijk was er veel Nederlands talent. Door het hoge niveau van de artiesten was de keuzestress tussen de verschillende optredens enorm. Gelukkig was het heerlijk struinen zonder de vervelende drukte die de grotere broer North Sea Jazz vaak wel heeft.

Het was in de middag al prima binnenkomen in de entreehal waar op de RaboStage de hele dag nieuwe en vooruitstrevende initiatieven te horen waren. Op het podium was toegankelijke jazz te horen met invloeden van hiphop, soul en elektronische muziek, zoals de bands Dishwasher_ en WAAN. Vanaf daar nam je de roltrappen naar de bovenste verdiepingen met de meeste zaaltjes en het gezellige ontmoetingsplein met deejays en versnaperingen. Op tijd komen bij de concerten was af en toe nodig, anders stond je achteraan tegen hoofden aan te kijken of om een hoekje te loeren, maar dat is vaak festivaleigen.

UK jazz

Er komt veel goeds uit het Verenigd Koninkrijk, want de eilanders waren goed vertegenwoordig op het festival. Mammal Hands zette met hun minimale bezetting van piano, saxofoon en drums een sterke performance neer. Met invloeden van elektronica, spirituele jazz en soefi-trance – in Steve Reich-achtige pulsaties en opzwepende melodieën. Bij een ander optreden was het spel van leadzanger en gitarist Oscar Jerome op zijn blonde jazzgitaar à la George Benson zeer te roemen. Wel was alles wat hij met zijn stem voortbracht gedoopt in zoetigheid en daar moet je wel van houden, ondanks hier en daar wat maatschappijkritiek in zijn teksten. De bandleiders Alfa Mist en DoomCannon lieten beiden een hoog niveau horen: allebei progressieve jazz met hiphop en soulinvloeden in aparte maatsoorten. En zeer noemenswaardig was het podiumbeest Nubya Garcia met haar geweldige saxofoonsolo’s en invloeden vanuit de Caraïben; misschien wel de meest gepassioneerde solist van het hele festival.

Eclectisch

Jazz verandert mee met de tijd, iets wat duidelijk waarneembaar was op Transition. Er waren veel invloeden van andere muziekstromingen te horen. Funk, hiphop en de elektronische muziek kwamen geregeld terug. Zoals bij Sungrazer, de groep die een brug probeert te slaan tussen de internetcultuur en jazz. Een uitgedachte performance met vaak popachtige riedeltjes, waar ze, net als op het internet, de interactie met het publiek aangingen. Ze vroegen nog net niet om het optreden te liken en op het belicoontje te klikken. Ook ECHT! zit in hetzelfde eclectische genre, alleen neigen zij meer naar electro en dance. Hun performance had zo een dj-set kunnen zijn, met de muur aan geluid en visuals die ze voortbrachten, maar waarbij wel alles live ingespeeld werd. Beide bands interessant, maar niet geheel overtuigend.

Avant-garde

In de luie stoelen van de Hertz zaal werd de New-Yorkse avant-garde gerepresenteerd in de persoon van Anna Webber met het Trondheim Orchestra. Een orkest met ongebruikelijke instrumenten of instrumentcombinaties voor het jazzgenre, bijvoorbeeld twee tuba’s, een accordeon en twee contrabassen. Webber wilde overduidelijk een verhaal vertellen, waarin ze wisselde tussen chaos en structuur en waarin het af en toe leek op soundscapes voor filmmuziek. Het ongetrainde oor zou hierbij echter snel afhaken. Mette Rasmussen, de saxofonist van het Trondheim Orchestra met de ritmische saxofoonschreeuw kwam ook terug bij een andere avant-garde show van die avond, in misschien wel het hoogtepunt van het festival: Deadeye. Het trio met organist Kit Downes, drummer Jonas Burgwinkel en gitarist Reinier Baas brachten complexe en stevige muziekstukken ten gehore die deden denken aan de bands The Ploctones of The Bad Plus; heerlijk gecompliceerde stukken die dropen van plezier en virtuositeit.

Het Utrechtse Transition was een festival waar je uitgedaagd werd om te luisteren, waar het soms uit de bocht fladderde met een valse noot, maar waar dit nootje snel weer verdronk in de enorme zee aan tonen. Een zee waarin je gemakkelijk verdwaalde, maar toch altijd weer veilig terugkwam bij de onvermijdelijke grondtoon. Een waar plezier voor het oor: we kunnen niet wachten tot volgend jaar!

Theater / Voorstelling

K3 entertaint jong en oud

recensie: Vleugels
IMG_0593Lisa Wibier

2023 is een bijzonder jaar voor K3: ze bestaan 25 jaar! Dit bijzondere jaar wordt ingeluid met de K3 show Vleugels. Op zaterdag 25 maart vond de Nederlandse première plaats in het World Forum in Den Haag. Ook de nieuwste, vierde formatie van de Belgisch-Nederlandse meidengroep weet een strakke en zeer vermakelijke performance neer te zetten voor jong en oud.

K3, oorspronkelijk bestaande uit Karen Damen, Kristel Verbeke en Kathleen Aerts, werd opgericht in 1998 door producer Niels William in de hoop een Belgische Spice Girls samen te stellen. De groep nam in 1999 deel aan de Belgische voorselectie van het Eurovisiesongfestival met het nummer ‘Heyah Mama’. Aanvankelijk werd het nummer slecht beoordeeld door de jury, die hen uitmaakte voor ‘fijne vleeswaren’. Maar toch werd het nummer een grote hit en ontdekte producer Niels William een gat in de markt: vrolijke popliedjes voor jonge kinderen. Nadat Studio 100 de groep overkocht steeg de populariteit onverminderd verder. Bij menig jonge vrouw en man zijn liedjes als ‘Tele-romeo’ en ‘Oya Le Le’ nu in het geheugen gegrift.

Nog altijd populair

Ongeacht de wisselende samenstelling blijft K3 mateloos populair onder de jonge fans. Inmiddels bestaat de groep uit Hanne Verbruggen, Marthe de Pillecyn en Julia Boschman, al de vierde formatie. Laatstgenoemde trad in 2021 toe tot de groep na het winnen van de talentenjacht K2 zoekt K3. Er zijn inmiddels 100.000 tickets voor de Vleugels show verkocht in Nederland en Vlaanderen. Ook het World Forum zat op 25 maart vol met enthousiaste jonge kinderen en hun ouders of grootouders. Zelfs na 25 jaar is K3 dus nog een grote speler in het kinder- en peuterpopgenre.

Show volgens bekend format

K3 staat al 25 jaar bekend om de strakke voorstellingen volgens een standaard format. De shows zitten vol bekende nummers met vrolijke kostuums en dito dansjes. Een simpele verhaallijn en kleurrijke decors maken het spektakel af. Vleugels is geen uitzondering. De K3 meisjes komen tijdens de show de onbekende Mike (Diego González Clark) tegen. Hij is iets verloren en de meiden zijn natuurlijk altijd bereid om hem, tussen het performen van alle liedjes door, te helpen met zoeken. Daarnaast popelen Hanne en Julia om alle kinderen hun nieuwste single ‘Vleugels’ te laten horen, in hun kostuums met echte vleugels. Helaas blijkt Marthe die vleugels niet bij zich te hebben. Spoiler alert: uiteraard komt alles goed, zoals het K3 betaamt!

Setlist voor jong en oud

Er is duidelijk nagedacht over de setlist van deze show. Het is een frisse combinatie van nieuwe nummers en nostalgische K3 klassiekers, zodat het zowel de jongste fans als jonge ouders met warme herinneringen aan de eerste K3 formatie aanspreekt. De show start met het vrolijke ‘Visje in het water’ van hun nieuwste album Vleugels. Uptempo nummers als ‘Kuma Hé’ en ‘Pina Colada’ worden afgewisseld met een aantal rustigere nummers als ‘Parapluutjes’ en ‘Ik geloof in jou’. Een hoogtepunt blijkt de musicalmedley. Hierbij wordt het publiek door middel van een groot sprookjesboek meegenomen langs de K3 musicals Doornroosje, De Drie Biggetjes en Alice in Wonderland. De dansers zijn gekleed in de originele kostuums, een extra leuk detail voor de echte fan.

Een atletische prestatie

Een K3’tje is naast een entertainer ook een halve atleet. Die meiden draaien op een dag maar liefst drie shows van anderhalf uur vol zang en dans. De dans is strak, de zang meer dan prima en het nieuwste lid Julia heeft een grote groei doorgemaakt sinds haar deelname aan K2 zoekt K3. Daarnaast ook lof voor de achtergronddansers en de lichttechnicus. De laser effecten tijdens ‘Ik geloof in jou’ gaven het rustige nummer net dat beetje extra.

K3 levert nog altijd topentertainment

De K3 show Vleugels heeft alles wat een goede K3 show moet hebben: vrolijke liedjes en dansjes met elkaar verweven in een luchtig verhaal waar de kinderen helemaal in kunnen opgaan. De combinatie van nieuwe en oude hits maakt dat de show een feest is voor zowel de nostalgische millennials als de jonge kinderen. Zo ook voor de schrijfster van dit artikel en haar eenmalige collega, de vierjarige Lotte. Zij zat zingend en dromerig in de auto terug naar huis, het teken van een zeer geslaagde show.

 

Muziek: Peter Gillis, Alain Vande Putte, Miguel Wiels

Choreografie: Tommy Gryson