Tag Archief van: landscape

Film / Films

Duistere dubbelganger

recensie: Enemy

Het zal je maar gebeuren: nietsvermoedend een film kijken en plots geconfronteerd worden met je dubbelganger. Het overkomt hoogleraar Adam, die gevangen door fascinatie naar acteur Anthony op zoek gaat. Wat volgt is een knap staaltje psychologische thriller, verweven met absurdistische details die leiden tot een bizarre twist.

De film opent met de quote ‘Chaos is order yet undeciphered’, afkomstig uit José Saramago’s boek The Double, waarop Enemy gebaseerd is. Een quote die verwarring en onheil belooft en in de duistere opening al gestalte krijgt door een illuster samenzijn in een soort fetisj club, waarin een spin een bizarre rol speelt.

Wanneer de uitgebluste hoogleraar geschiedenis Adam (Jake Gyllenhaal) door een collega gewezen wordt op een film, begint hij aan een onvoorzien avontuur.

~

In die film speelt namelijk zijn dubbelganger, de acteur Anthony Saint Claire (eveneens Jake Gyllenhaal). Gefascineerd start Adam zijn zoektocht naar Anthony. Via wat internetspeurwerk komt hij achter zijn adres en telefoonnummer. Wanneer hij Anthony’s vrouw aan de lijn krijgt, denkt zij dat hij Anthony is. De twee lijken dus niet alleen op elkaar, ze klinken ook nog hetzelfde.

Stalker ontmoet stalker
De ontmoeting tussen Adam en Anthony blijft niet lang uit. Maar wat een interessante get-together zou moeten zijn, mondt uit in een dreigend kat-en muisspel. Waar Adam onzeker is, vormt Anthony een krachtige en imponerende tegenpool. En de rollen draaien zich om. Adam, die op stalker-achtige wijze contact zocht met Anthony, wordt na de ontmoeting door Anthony lastig gevallen. Terwijl ze tegenover elkaar in de motelkamer staan, zegt Adam het nog: ‘This was a bad idea. I think I made a mistake here’. Maar de ontstane chaos blijkt onomkeerbaar.


In grote lijn komt Enemy overeen met Saramago’s boek, maar Villeneuve (Incendies, Prisoners) speelt met surreële elementen en uiteindelijk ook met de vraag of Adam en Anthony niet één persoon zijn. Het is aan de kijker om conclusies te trekken, want Villeneuve komt niet met pasklare antwoorden. Het einde vormt een waar WTF-moment en zal niet voor iedereen bevredigend uitpakken. 

Onheilspellende metropool
Desalniettemin toont Villeneuve zich opnieuw als een regisseur die weet wat hij doet. Enemy weet vanaf het begin te beroeren met strakke montages, een intense en dreigende soundtrack en afgewogen spel. 

~

Het is knap hoe Jake Gyllenhaal twee identieke, maar toch verschillende personages neerzet—het saaie en vermoeide leven van Adam tegenover de zekere en naar uitdaging zoekende Anthony. Na hun ontmoeting in de smoezelige motelkamer is de spanning dan ook om te snijden, waarop Villeneuve trefzeker inspeelt door rake montages. Zoals een scène waarin Anthony de vriendin van Adam (Mélanie Laurent, bekend van Inglorious Basterds), die van niets weet, naar haar werk volgt. De zucht naar sensualiteit en gevaar wordt hier subliem samengevoegd.

Toronto, waar het verhaal zich afspeelt, is in donkergele kleuren gevangen. Er is veel oog voor architectuur, waarbij de gebouwen als gevaarlijke en grootse objecten opdoemen. Net als de eerdergenoemde spin, die in een korte, onverklaarbare scène als vervaarlijk monster door de stad waart. Misschien vormen de stad en de spin het web waarin Adam en Anthony gevangen zijn. De balans zal pas hersteld zijn, wanneer de chaos vernietigd is. En laat chaos nou precies zijn waar Enemy de kijker mee achterlaat.

Film / Films

Duistere dubbelganger

recensie: Enemy

Het zal je maar gebeuren: nietsvermoedend een film kijken en plots geconfronteerd worden met je dubbelganger. Het overkomt hoogleraar Adam, die gevangen door fascinatie naar acteur Anthony op zoek gaat. Wat volgt is een knap staaltje psychologische thriller, verweven met absurdistische details die leiden tot een bizarre twist.

De film opent met de quote ‘Chaos is order yet undeciphered’, afkomstig uit José Saramago’s boek The Double, waarop Enemy gebaseerd is. Een quote die verwarring en onheil belooft en in de duistere opening al gestalte krijgt door een illuster samenzijn in een soort fetisj club, waarin een spin een bizarre rol speelt.

Wanneer de uitgebluste hoogleraar geschiedenis Adam (Jake Gyllenhaal) door een collega gewezen wordt op een film, begint hij aan een onvoorzien avontuur.

~

In die film speelt namelijk zijn dubbelganger, de acteur Anthony Saint Claire (eveneens Jake Gyllenhaal). Gefascineerd start Adam zijn zoektocht naar Anthony. Via wat internetspeurwerk komt hij achter zijn adres en telefoonnummer. Wanneer hij Anthony’s vrouw aan de lijn krijgt, denkt zij dat hij Anthony is. De twee lijken dus niet alleen op elkaar, ze klinken ook nog hetzelfde.

Stalker ontmoet stalker
De ontmoeting tussen Adam en Anthony blijft niet lang uit. Maar wat een interessante get-together zou moeten zijn, mondt uit in een dreigend kat-en muisspel. Waar Adam onzeker is, vormt Anthony een krachtige en imponerende tegenpool. En de rollen draaien zich om. Adam, die op stalker-achtige wijze contact zocht met Anthony, wordt na de ontmoeting door Anthony lastig gevallen. Terwijl ze tegenover elkaar in de motelkamer staan, zegt Adam het nog: ‘This was a bad idea. I think I made a mistake here’. Maar de ontstane chaos blijkt onomkeerbaar.


In grote lijn komt Enemy overeen met Saramago’s boek, maar Villeneuve (Incendies, Prisoners) speelt met surreële elementen en uiteindelijk ook met de vraag of Adam en Anthony niet één persoon zijn. Het is aan de kijker om conclusies te trekken, want Villeneuve komt niet met pasklare antwoorden. Het einde vormt een waar WTF-moment en zal niet voor iedereen bevredigend uitpakken. 

Onheilspellende metropool
Desalniettemin toont Villeneuve zich opnieuw als een regisseur die weet wat hij doet. Enemy weet vanaf het begin te beroeren met strakke montages, een intense en dreigende soundtrack en afgewogen spel. 

~

Het is knap hoe Jake Gyllenhaal twee identieke, maar toch verschillende personages neerzet—het saaie en vermoeide leven van Adam tegenover de zekere en naar uitdaging zoekende Anthony. Na hun ontmoeting in de smoezelige motelkamer is de spanning dan ook om te snijden, waarop Villeneuve trefzeker inspeelt door rake montages. Zoals een scène waarin Anthony de vriendin van Adam (Mélanie Laurent, bekend van Inglorious Basterds), die van niets weet, naar haar werk volgt. De zucht naar sensualiteit en gevaar wordt hier subliem samengevoegd.

Toronto, waar het verhaal zich afspeelt, is in donkergele kleuren gevangen. Er is veel oog voor architectuur, waarbij de gebouwen als gevaarlijke en grootse objecten opdoemen. Net als de eerdergenoemde spin, die in een korte, onverklaarbare scène als vervaarlijk monster door de stad waart. Misschien vormen de stad en de spin het web waarin Adam en Anthony gevangen zijn. De balans zal pas hersteld zijn, wanneer de chaos vernietigd is. En laat chaos nou precies zijn waar Enemy de kijker mee achterlaat.

Boeken / Fictie

Enfant terrible blijkt poëet

recensie: Till Lindemann (vertaald door Ilja Leonard Pfeiffer) - In stille nachten

.

Allereerst de titel. Eenieder die ooit ook maar een paar seconden naar de muziek van Rammstein heeft geluisterd, weet dat de band niet om ‘stil zijn’ bekend staat. Waar de mannen wel naam mee hebben gemaakt, zijn hun logge muzikale composities, hun pyromane shows en hun controversiële teksten. De titel mag dan ook licht ironisch opgevat worden, al zullen de meeste gedichten inderdaad het daglicht niet kunnen verdragen.

Geen blad voor de mond
Net als de nummers van Rammstein zijn ook Lindemanns gedichten zwaar van aard. In stille nachten staat bol van agressie, sadisme en al wat net wel of net niet door de beugel kan. Als een echte provocateur zoekt de zanger grenzen op. Zo wenst hij in ‘Elegie voor Marie Antoinette’ orale seks te hebben met haar vers afgehakte hoofd. Om maar iets te noemen.

Achter alle uitspattingen schuilen echter universele emoties als pijn, eenzaamheid en verlangen. Als een ware romanticus probeert Lindemann zijn pessimistische wereldblik – of liever Weltschmerz – niet te verbloemen. Hij geeft zich juist over aan de onvolmaaktheden van het bestaan. Toch is het niet een en al doffe ellende in In stille nachten. Lindemann schuwt een humoristische toon niet en dat siert hem. Juist zijn tragiek kent ook vaak een komische zijde.  

Verdienstelijk resultaat
Niemand minder dan Ilja Leonard Pfeiffer vertaalde de bundel naar het Nederlands. Een knappe prestatie; Pfeiffer weet Lindemanns melancholie moeiteloos in het Nederlands over te dragen. Toch hadden daarnaast ook de oorsponkelijke teksten opgenomen mogen worden. Lindemann weet de rauwe klank van de Duitse taal ten volle te benutten en te integreren in zijn duistere boodschap. In de vertaling gaat hier onvermijdelijk wat van verloren.

Vermoedelijk zullen het vooral liefhebbers van Rammstein zijn die deze bundel kopen. Toch is In stille nachten meer dan een hebbeding voor fans. Lindemann bewijst veel inzicht in de menselijke geest te hebben en presenteert dat op een geheel eigen manier. En mocht de lezer problemen hebben met de visualisering van de gedichten, dan bieden de toegevoegde illustraties van Lindemanns vriend Matthias Matthies wellicht uitkomst. Matthies’ tekeningen, die aandoen als de XXX-versie van The Nightmare before Christmas, passen stilistisch perfect in het geheel. 

Theater / Voorstelling

Geld maakt alles plat

recensie: Het Nationale Toneel - De Prooi

.

Het toneelstuk De Prooi toont de ondergang van ABN Amro. Een ondergang die eigenlijk helemaal geen ondergang was: de bank bleef tot het laatst prima winsten maken en werd voor een recordbedrag aan de concurrentie verkocht. Echt heel spannend is De Prooi daarom niet. Toch is het een sterk inhoudelijk stuk dat in relatief begrijpelijke taal duidelijk maakt hoe het er bij een grote internationale bank aan toegaat. De educatieve functie van toneel staat in dit geval voorop. Passie, emotie en zingeving worden deze avond even terzijde geschoven.

De wereld van de streber: scoren om groter te worden
De bankiers in De Prooi hebben het over het algemeen prima naar hun zin. Ze zijn bezig deals te sluiten, investeerders te fêteren, strategiewijzigingen te bedenken, reorganisaties door te voeren, geld te verdienen. Naast het gewone werk is er natuurlijk ook de interne machtspolitiek: wie is mijn vriend en wie mijn vijand, hoe kom ik hogerop, waarom krijg ik niet waar ik recht op heb? Sommige bankiers beleven aan deze machtsspelletjes een (pervers?) plezier, anderen zien het als een noodzakelijk kwaad, een enkeling walgt ervan. In dit gezelschap blijkt Rijkman Groenink (gespeeld door Mark Rietman) nog niet eens zo onsympathiek te zijn. Vergeleken met de brallende dealmakers en de ingeslapen commissarissen uit het old boys network lijkt het met zijn vermeende autisme en arrogantie nog best mee te vallen. Hij heeft ook iets getroebleerds, wat hem (enigszins) sympathiek en menselijk maakt. Onder zijn leiderschap verdubbelt de bank in waarde, maar toch hebben we in de publieke opinie van hem de zondebok gemaakt.   

Cultuur wordt onderwijs: De Prooi op universiteiten en scholen?
Zou het misschien een idee zijn om De Prooi in zijn huidige productie iedere twee à drie jaar op de Nederlandse universiteiten te laten zien? En om een goedkope variant met onbekende acteurs langs de economieklassen van middelbare scholen te sturen? Het zou een prachtige manier kunnen zijn om te tonen waar economie in de praktijk toe leidt. Om de kracht en de leegheid van de hebzucht te laten zien. Om het ouderwetse hiërarchisch denken ter discussie te stellen. Om beetje bij beetje aan eerherstel voor Rijkman Groenink te werken. Om ervoor te zorgen dat in de toekomst niet iedereen bankier wil zijn. Het leven van de schoolarts is misschien zo slecht nog niet.   

 

Muziek / Album

Oude Amerikaanse goden

recensie: Swans - To Be Kind

.

In de lijn van het grootse The Seer uit 2012 is To Be Kind weer een imposant en eigenzinnig dubbelalbum, waarop de bijna mythische Swans met muzikale grimmigheid volledige onderwerping afdwingen.

Met openingstrack ‘Screen Shot’ krijg je al een flinke dosis langzaam opbouwende agressie over je heen. Leadzanger en opper-Swan Michael Gira herhaalt daarin gemeend en krachtig simpele woorden over een nerveus gitaarloopje en een boze drum, die geleidelijk worden aangevuld door oosterse klanken en een hypnotische piano. Het herhalende tempo eindigt in een orgiastische maar onheilspellende climax. Wat voor reis staat ons nog te wachten in dit onbekende, gevaarlijke gebied?

Het tempo vertraagt vervolgens in ‘Just a Little Boy’, dat de troosteloze uitgestrektheid ademt van het weidse Texas, waar het album is opgenomen. Het nummer zou perfect op de soundtrack van de serie True Detective passen, waarin gedesillusioneerde rechercheurs zoeken naar de gewelddadige moordenaar The Yellow King in het zuiden van de VS. Het is ook niet gek dat het liedje is opgedragen aan blueslegende Chester Burnett, oftewel Howlin’ Wolf. Je voelt bij het horen van de slome gitaren de felle woestijnzon onverschillig op je huid branden. Ook hier een dreiging in Gira’s rustige en afstandelijke zang, die de voorbode vormt voor uitspatting later in het nummer en later op de plaat. Zo beuken en hameren er nadien nummers als ‘A Little God in My Hands’ en ‘Oxygen’ op los.

Dreigende rituelen
Nummers als ‘Some Things We Do’ (waarop St. Vincent meezingt) en ‘Kirsten Supine’ komen na het geluidsgeweld van daarvoor opeens over als teder. In ‘Some Things We Do’ omgeven violen de stemmen in een duet dat bestaat uit simpele mantra’s van woorden. ‘Kirsten Supine’ weet door toevoeging van een xylofoon en troostende achtergrondzang een moment van rust in te wijden. Maar intuïtief voel je dat er een storm op komst is. En die komt met ‘Nathalie Neal’, dat langzaam opent met vervormde stemmen en tranceachtige geluiden, maar vervolgens als een meedogenloze wervelwind neerstrijkt over het terrein dat eerder verkend is.

To Be kind is zo’n plaat van uitersten, die op ambitieuze wijze samen zijn gebracht. Het is een grimmige titanenstrijd met gitaren, drums, en verwrongen stemmen. Het maakt van dreiging een fascinerend ritueel dat gevaarlijk en aanlokkelijk is om naar te luisteren. To Be Kind is daarmee opnieuw een duister hoogtepunt in een lange carrière, waarin Swans zich met onbuigzame overgave hebben gestort op hun muzikale visie.

Film / Films

Smijten met schrikeffecten

recensie: The Quiet Ones

.

Met The Quiet Ones levert productiestudio Hammer Films, bekend van zijn horrorproducties, weer een degelijke film af. Net als het eerdere The Woman in Black (2012) is de productie best vermakelijk, maar je ligt er naderhand niet wakker van.

~

Professor Joshua Coupland (Jared Harris) voert, met ondersteuning van een aantal studenten, experimenten uit op de schijnbaar psychotische Jane Harper (Olivia Cooke). Hij wil bewijzen dat bovennatuurlijke manifestaties, zoals telekinese, uitingen zijn van menselijke negatieve hersenactiviteit. Filmer Brian (Sam Claflin) wordt aangetrokken om het geheel vast te leggen. Geheel naar verwachting wordt de financiële ondersteuning vanuit de universiteit stopgezet en het team vertrekt naar een afgelegen landhuis om het project voort te zetten. Dat gaat natuurlijk mis.

~

Omdat de karakters nogal vlak zijn, moet de spanning ergens anders vandaan komen. The Quiet Ones is, net als zoveel horrorfilms, geïnspireerd op gebeurtenissen die daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Verdere informatie wordt er niet gegeven, dat maakt deze authenticiteitsclaim zeer zwak. Verder wordt er in deze film zwaar geleund op de altijd effectieve, harde geluiden. Ook de beproefde found footage-methode met schokkerige camerabewegingen moet voor spanning zorgen. Brians functie binnen het experiment wordt handig uitgebuit: hij mist geen cruciaal moment en moet met zijn camera bovenop de actie zitten. Dit verhoogt de spanning en is een rechtvaardiging voor de vele close-ups.

The Quiet Ones biedt de kijker niets nieuws. Het is een degelijke film met weinig verrassende plotwendingen. Het geeft je voldoende om je anderhalf uur te vermaken, maar je bent de film ook zo weer vergeten. 

Muziek / Album

Muziek voor een open geest

recensie: Anne Vanschothorst - Ek is eik

Het album Ek is eik is na een paar maanden in kleine kring nu toe aan de internationale release. Dat Anne Vanschothorst met dit album iets bijzonders heeft gecreëerd, is bij eerste beluistering helder.

Er zijn van die platen die je meteen doen beseffen dat je iets bijzonders in handen hebt. Bij Ek is eik van Anne Vanschothorst gebeurt dat bij de eerste klanken. De betovering die optreedt is na herhaalde beluistering niet verdwenen, maar groeit alleen maar.

Het dunne koord
Op Ek is eik horen we Anne Vanschothorst, harp; Saskia Laroo, trompet; Ernst Stolz, viola da gamba; Arthur Bont, percussie; Thijs de Melker, bas; Bob van Luijt, bas, samples, effecten digitale-orkestratie. Deze fraaie bezetting is volledig in dienst van het centrale instrument met de vierenveertig snaren waar Vanschothorst zich van bedient. Zang is niet te horen op dit album, maar wordt niet gemist. Alle composities zijn originelen van de hand van deze muzikante. Muziek die balanceert op het dunne koord dat is gespannen tussen de jazz, de klassieke muziek en de minimale muziek. Dat klinkt heel ingewikkeld, maar valt in de praktijk reuze mee.

Met een open geest is de muziek van Vanschothorst snel te waarderen. Wie ooit luisterde naar Philip Glass of Lavinia Meijer, en daar de ziel in de muziek hoorde, zal aan Ek is eik bijzonder veel plezier beleven.

Briljantje
De titel Ek is eik is ontstaan toen in de straat waar Vanschothorst woonde alle oude eiken werden gerooid. Met de titel die natuurlijk een Friese benaming is voor het Nederlandse “Ik ben een eik” draagt Vanschothorst de muziek op aan die machtige bomen. Maar het staat ook symbool voor al het oude en standvastige.

De eerste klanken van ‘Where’s Mo?’ nemen je direct mee met de zalvende harpklanken en het ingehouden trompetgeluid van Saskia Laroo. Voor sommigen kan het beklemmend zijn en voor anderen een oase van rust. Laroo is opnieuw paraat bij de albumafsluiter ‘And the Willow Tree Smiled’. Daartussen horen we pareltjes als het titelnummer ‘Ek is eik’ met viola de gamba. Maar niet alle stukken krijgen een begeleiding: In ‘Wandering’, ‘Strange Bird’ en ‘The Caged Owl’ is alleen de harp te horen van Vanschothorst.

Het is allemaal even fraai en, ondanks de instrumentale muziek, vol zeggingskracht. Anne Vanschothorst heeft met Ek is eik een waar briljantje gecomponeerd.

Film / Films

Op een doodlopend spoor

recensie: The Railway Man

The Railway Man vertelt het verhaal van een oorlogsmisdadiger en zijn slachtoffer. Het aangrijpende verhaal en sterk acterende cast worden echter de das omgedaan door knullige montage.

1980, Engeland, in de trein. Eric Lomax (Colin Firth) zit tegenover zijn coupégenoot Patricia ‘Patti’ Wallace en fungeert als spoorboekje. Patti (Nicole Kidman) denkt op haar beurt indruk te kunnen maken op Eric door hem wat leuks te vertellen over Warrington, het eerstvolgende stadje dat de trein zal aandoen. Ze komt er echter snel achter dat Eric de man van de wetenswaardigheden is, met name waar het treinen en de dorpjes langs het spoor betreft. Zo blijkt Warrington niet alleen beroemd vanwege de wodka, het is tevens de geboorteplaats van George Formby.

~

Colin Firth grijpt met zijn typisch subtiele manier van acteren en zijn indringende, rustige stem meteen de aandacht, zoals hij dat in The King’s Speech met een net zo achteloos personage wist te bewerkstelligen. De achteloosheid is echter schijn, of een uiting van ongemak door de nabijheid van een mooie dame. Eric is namelijk het slachtoffer van gruwelijke oorlogsmisdaden en allesbehalve achteloos, al weten op dat moment zowel Patti als de kijker dat nog niet.

Gek op treintjes
Als Eric slechts een man was geweest die fan is van treinen, was deze film er waarschijnlijk niet gekomen. Eric Lomax schreef namelijk een boek. Niet over treinen, althans niet in het Verenigd Koninkrijk, maar over de Tweede Wereldoorlog. Eric is ingenieur tijdens WO II, totdat zijn eenheid capituleert en de Japanners in 1942 (onder andere) zijn eenheid inzetten om de ‘Burma railway’ te bouwen.

Spoorwegen bouwen is zwaar werk. De Amerikanen lieten het de Indianen doen, de Engelsen huurden uitgehongerde Ieren in en de Japanners gebruikten dus krijgsgevangenen. Onder erbarmelijke omstandigheden probeert Erics eenheid te overleven. Eric zelf haalt zich de woede van de Japanners op de hals door een radio te bouwen en moet dat bekopen met heftige martelingen. Met name één Japanner, Takeshi Nagase, maakt hem het leven zuur en breekt Erics armen en zijn wil. Na de oorlog blijven de herinneringen en martelingen hem volgen. Ook nadat hij getrouwd is met Patti.

Heden en verleden

~

Terwijl Patti probeert hun huwelijk te redden en het verleden van de zwijgzame Eric te ontrafelen, toont regisseur Jonathan Teplitzky de kijker flashbacks uit de Tweede Wereldoorlog. Hoe meer het verleden van Eric wordt blootgelegd, hoe meer de film begint te wringen. De openingsscène in de treincoupé blijkt al snel de beste scène van de film. Alle martelingen en dramatische gebeurtenissen kunnen er niet tegenop.

Daarnaast wordt te vaak geschakeld tussen heden en verleden, soms al binnen luttele seconden. Het verhaal is simpel en blijft goed te volgen, maar door verscheidene momenten op verschillende tijden boeit de film telkens kortstondig. Met name naar het slot toe – dat overigens bijzonder zoetsappig is en daardoor een beetje uit de toon valt – blijkt de montage ronduit knullig.

Afgezien van de montage en de zoetsappigheid valt er best te genieten van The Railway Man. Met name de acteurs die Eric Lomax (Jeremy Irvine tijdens WO II, Colin Firth in 1980) en Takeshi Nagase (Tanroh Ishida tijdens WO II, Hiroyuki Sanada in 1980) spelen, doen dit fantastisch. Geholpen door de dramatische opwellende muziek van een strijkensemble spelen ze de ene na de andere mooie scène. Het verhaal van Eric Lomax had echter een betere film verdiend.

Muziek / Album

Opgevoed door wolven

recensie: Eels - The Cautionary Tales of Mark Oliver Everett

Met The Cautionary Tales of Mark Oliver Everett komt Eels met een album dat oorspronkelijk de voorloper was van Wonderful, Glorious. Het album, dat draait om liedjes die inzicht geven in het gevoelsleven van zanger Everett (E), is met emoties beladen zonder je in de afgrond mee te sleuren.

Waarschijnlijk lagen de liedjes in 2012 al klaar. Het proces liep echter niet lekker, en na een stop van een paar maanden werd eerst Wonderful, Glorious opgenomen en getourd. De nummers bleken oncomfortabel, maar moesten dat nog meer worden, want hoe meer, hoe echter. En hoewel het lijkt alsof het een persoonlijke strijd betreft, heeft toch de gehele band geschreven, gespeeld, en voor orkestrale composities gezorgd.
925.jpg

Vermoeide stem


Als je denk met ‘Parallels’ een gebroken stem te horen, blijkt dat dit met ‘Lockdown Hurricane’ nog een stapje verder kan. De rauwe, vermoeide, gedragen stem van Everett sleept zich voort, begeleid door violen die de stemming mede bepalen. Daar overheen blijkt dan nog ‘Agatha Chang’ te kunnen komen. Hier lijkt de misère het diepst te zitten. De vrouw die hij nooit had moeten verlaten, wordt bezongen in dit langzame en breekbare nummer.

Teksten die raken


Op de veelzijdigheid van de band die te horen is op bijvoorbeeld Meet the Eels hoeft niet gerekend te worden; wel op de prachtige verhalende teksten van multi-kunstenaar Everett. Of het nu gaat om het verlaten van een fantastische vrouw, het terugwinnen van een verloren liefde, of fouten uit zijn jeugd, de teksten zijn altijd raak. Dit wordt vergezeld door een langzaam tempo, een vermoeid klinkende stem, en een arsenaal aan instrumenten: van cello tot glockenspiel.

Vallen en opstaan


Hoewel E de schuld van alle droevigheid bij zichzelf zoekt, en er muziek van maken voor hem de enige remedie is, blijkt toch ook zijn jeugd hiermee te maken te hebben. Niet voor niets zegt hij dat hij opgevoed zou kunnen zijn door wolven; snel opgegroeid op sommige fronten, maar op andere juist erg langzaam. Dit is ook te zien in de documentaire Parallel worlds, Parallel lives. De liedjes laten daarom veel pogingen en fouten zien. In ‘Misstakes of My Youth’ draait het er bijvoorbeeld om dat hij de fouten die hij in zijn jeugd maakte, niet kan blijven herhalen  hierbij de hoop dan uitsprekend dat hij uiteindelijk zijn best heeft gedaan.

Verleden, heden en toekomst


Het album bestaat enkel uit nummers waarin E terugkijkt. De songtitels laten dit verband mooi zien. Opener ‘Where I’m At’ bestaat alleen uit instrumentatie. Viool, piano en later blazers laten in een tamelijk droevig voorproefje horen wat we kunnen verwachten. Halverwege het album blikt E terug met ‘Where I’m From’. Dit enige up-tempo nummer heeft een opgewekte melodie en ook de tekst, die refereert aan drie geesten, wordt niet heel emotioneel. Afsluiter ‘Where I’m Going’ is een vooruitblik op de toekomst. En al blijft deze ongewis, hij heeft er een goed gevoel bij.

In welke samenstelling en met welke soort muziek Eels ook komt, de kwaliteit blijft hoog. Hoewel het ontbreekt aan echte uitschieters, en de thematiek op The Cautionary Tales of Mark Oliver Everett niet prettig is, is de uitvoering dat gelukkig wel.

Theater / Voorstelling

Redonda is ode aan samen spelen

recensie: Circuswerkplaats Boost - Redonda

Op het podium staat een grote houten kubus met overal gaten en hoeken waar twee mannen en een vrouw in verdwijnen en uit tevoorschijn komen. Zich verstoppen, elkaar achterna zitten, metershoog springen en elkaar opvangen. Redonda vertelt geen verhaal van A tot Z, maar is een ode aan het samen spelen.

CW Boost is een circuswerkplaats uit Amsterdam Oost die (jeugd-)voorstellingen maakt op het snijvlak van circus, bewegingstheater en dans. De zoektocht naar wanneer circus (podium-)kunst wordt, staat daarbij centraal. In de voorstelling Redonda wordt daar nog een discipline aan toegevoegd: beeldende kunst. Het decor bestaat uit een groot houten blok dat steeds nieuwe vormen en perspectieven kan aannemen. De drie spelers zijn met hun ronde vormen een bijzondere aanvulling op het hoekige decor. Met het zorgvuldige lichtplan van Maarten Verheggen zorgt dat voor prachtige beelden en Escheriaanse doorkijkjes.

Technische hoogstandjesIn het decor bewegen zich in eerste instantie twee mannen, alleen. Ze komen elkaar soms tegen, soms niet. Dan verschijnt een vrouw ten tonele die de boel op scherp zet. Voor het eerst zien de drie personages elkaar en moeten ze op zoek naar een nieuw evenwicht. Samen blijken ze meer te kunnen, letterlijk op elkaar te kunnen bouwen. Dat uit zich in technisch steeds grotere hoogstandjes. De drie circusacteurs – waaronder een zeer innemende Marianna Boldini – beschikken over een perfecte beheersing van hun lichaam. De hele technische circustruckendoos wordt uit de kast gehaald, van salto’s tot metershoge sprongen, en torens van drie man hoog: het roept bewonderende ohs en ahs op uit het publiek. En terecht.

Abstracte vertelling
De voorstelling is gemaakt voor kinderen vanaf zeven jaar. Het hoge abstractieniveau van de voorstelling laat veel ruimte voor de fantasie van de kinderen. Na afloop bleken sommige kinderen er – een voor hen volkomen heldere – ontwikkeling in te hebben gezien. Maar of de makers dat ook zo hebben bedacht? Je vraagt je af of iets meer duiding en invulling van de personages niet net zoveel ruimte had gelaten voor de verbeelding. Had het de beeldende kracht van de voorstelling niet juist kunnen versterken? Nu blijven vooral het schitterende toneelbeeld, de fantastische acrobatische toeren en de hoge mate van spelplezier het publiek bij; met wat meer invulling is Redonda een pareltje in wording.

Muziek / Album

Onvermoeibaar

recensie: Motorpsycho - Behind the Sun

.

Na vijftien albums (en talloze ep’s en live-platen) in 25 jaar is de Noorse rockband Motorpsycho nog steeds in staat om boeiende en originele nummers te leveren. Het inmiddels vijfde album met de fenomenale drummer Kenneth Kapstad gaat verder waar de vorige stopte.

Opener ‘Cloudwalker’ stemt gunstig. De voor Motorpsycho typerende pompende riffs worden in goede banen geleid door het polyritmische vernuft van drummer Kapstad. Net als op voorganger Still Life With Eggplant levert ook op Behind the Sun gitarist Reine Fiske, van het onnavolgbare Dungen, een significante bijdrage. Fiske’s gitaar geeft het trio een extra boost en zijn inbreng vult het trio uit Trondheim prima aan. Op het kalme tweede nummer ‘Ghost’  hanteert Fiske tevens de mellotron – het elektronische instrument met het wapperende synth-geluid, gepopulariseerd door onder andere King Crimson en The Moody Blues. De zwevende sound van de mellotron geeft het nummer absoluut sfeer mee, maar een hekel punt in ‘Ghost’ is de zang; een beetje sufjes en ongeïnspireerd. Nu is de zang nooit écht de kracht geweest van Motorpsycho, alhoewel er op elk album wel fraaie vocale harmonieën zijn te vinden.

Spons
Gelukkig weet de band zich te hervinden in het ruige ‘On a Plate’; loodzware riffs en veel distortion met een knipoog naar de proto-metal van Blue Cheer. Het instrumentale ‘Kvæstor’ is een waar genot, openend met een spervuur van drumroffels en dubbele bass-drumpartijen. Dit bekoorlijk stukje instrumentale jazzrock doet vermoeden dat er tijdens het componeren flink naar The Mahavishnu Orchestra (en dan met name Birds of Fire) is geluisterd. Als een auditieve spons absorbeert Motorpsycho invloeden uit alle hoeken van het muzikale universum, maar een voorliefde voor de jaren zeventig is nooit ver weg.

Motorpsycho wil wel eens refereren naar hun eigen discografie. Het twaalf minuten durende ‘Hell, Part 4-6: Traitor/The Tapestry/Swiss Cheese Mountain’ is een voortzetting van ‘Hell, Part 1-3’ op Still Life With Eggplant. Het begint spookachtig en omineus (een verdienste van wederom de mellotron), kabbelt vervolgens rustig voort om te culmineren in een moddervette riff. Een ‘zwaar’ hoogtepunt; episch, repeterend en heavy as hell.

Knallende afsluiter
Het poppy ”Entropy’ is optimistischer van aard (al doet de titel anders vermoeden) en lijkt terug te keren naar albums als Timothy’s Monster of Phanerothyme. In de laatste twee nummers belanden we weer in vertrouwd, onstuimig vaarwater. Vooral de afsluiter ‘Hell, Part 7: Victim of Rock’ gaat flink tekeer met de niet aflatende jazzy percussie en dissonante gitaren. Dit infernale nummer lijkt soms bijna uit de bocht te vliegen, maar blijft de volledige tijdspanne ferm overeind. Een tikje over-the-top misschien, maar daar zijn ze nooit vies van geweest. Zolang Motorpsycho excellereert in monsterlijke riffs en uitgesponnen klanktapijten mogen ze nog tientallen albums maken. Hun veelzijdigheid, productiviteit en onbetwistbare live-reputatie blijven verbazen en dwingen respect af.

Live in Nederland:
26 mei Patronaat, Haarlem
27 mei Doornroosje, Nijmegen