Archeoloog Vann graaft diep
In de romans van David Vann ligt de tragiek er dik bovenop. Dat zo nu en dan de werkelijkheid geweld wordt aangedaan, neemt hij voor lief. Het zorgt voor een zinderende spanning die op haast dichterlijke wijze in woorden wordt omgezet.
Als liefhebber van de Griekse tragedies en, volgens eigen zeggen, als neoclassicistisch schrijver heeft Vann veel op met het klassieke drama. De intensiteit van de verwikkelingen, de elementaire liefde en trouw, opoffering en overgave; allemaal onderdelen die terug te vinden zijn in zijn tot nu toe verschenen romans. De menselijke zwakheid wordt door Vann tot hoofdbestanddeel van de plot gemaakt, meestal eindigend in een morele uitputtingsslag die tot grootse bewegingen leidt.
In Klare lucht zwart is de schrijver nog dieper in de verhaalde geschiedenis gedoken: hij neemt het uit 431 v. Chr. stammende treurspel Medea van Euripides als basis voor een grondige hervertelling. Vann heeft tijdens een boottocht op een gereconstrueerd schip langs de Griekse eilanden inspiratie opgedaan en besluit de klassieke Medea opnieuw op schrift te stellen. Niet met een eigentijdse wending, niet met een filosofische uitvergroting, maar in de meest oorspronkelijke vorm: vanuit de hoofdpersoon vertellen hoe het allemaal verliep.
Gejaagd proza
Medea is met Jason en de Argonauten onderweg naar Iolkus. Ze hebben het veroverde Gulden Vlies aan boord en worden achtervolgd door koning Aietes, de vader van Medea. De liefde voor Jason heeft Medea zo ver gebracht dat ze haar broer heeft vermoord, aan stukken heeft gesneden en haar vader van zich heeft vervreemd. David Vann beschrijft de reis als een doorlopende zoektocht naar houvast waarin Medea de onzekerheid over haar toekomst probeert te beteugelen. Ze heeft zich verbonden aan Jasons lot: in Iolkus zal hij opvolger van koning Pelias worden en trouwen met Medea. Dat betekent een nieuw begin in een nieuwe hartstocht. Medea: ‘Jij bent van mij, ik zal heersen over je hart, jij bent het land dat ik verover’.
Vann schrijft in een beklemmende vorm. Hij laat in bepalende scènes de persoonsvorm en het lidwoord weg, zodat er een gejaagd proza ontstaat: ‘Haar vader een gouden gelaat in duister. In fakkellicht verschenen boven het water en weer vervaagd. Gelaat van de zon, afstammeling van de zon. Verraad en woede.’ Deze telegramstijl maakt van de zoekende gedachten van Medea een urgente, haast panische beleving. De situatie waarin ze zich heeft gestort is vol dreiging en de overgave aan Jason is haar enige hoop op een goede afloop. Maar terwijl ze met hem in de nacht de liefde bedrijft, lijkt Jason met zijn gedachten al af te dwalen. Alsof haar liefde er minder toe doet dan de zware reis en de strijd die nog geleverd moet worden. Een subtiele invulling van de schrijver, waarmee hij de loop van deze geschiedenis tot menselijke proporties probeert terug te brengen.
Ambachtelijke slagerij
Als Pelias zijn belofte niet nakomt weet Medea, met gebruikmaking van haar duistere krachten, hem door zijn eigen dochters te laten vermoorden. Daar maakt Vann een bloederig schouwspel van: er wordt gehakt, gesneden en gekookt als was het een ambachtelijke slagerij. Vervolgens vluchten Medea, Jason en hun kinderen naar Korinthe waar koning Kreon de scepter zwaait. Jason wordt echter verliefd op de dochter van Kreon en wil zich van Medea laten scheiden. Het eindspel bestaat uit de ultieme wraak van Medea: in haar wanhoop en waanzin vlucht ze in de totale ondergang.
David Vann gaat als een archeoloog te werk: hij graaft in de diverse verschijningsvormen van deze tragedie en weet de taal zodanig te conserveren dat er een nieuw, zij het een ietwat langdradig verhaal ontstaat. Hij gebruikt deze Medea niet om, zoals al veel is gebeurd in theater en op papier, de feministische kaart te trekken. Vanns Medea strijdt niet tegen de mannelijke overheersing in haar wereld, maar worstelt eerder met haar eigen hartstocht die door jaloezie en woede wordt verteerd. Deze Medea is een gevoelige en furieuze vrouw die weigert te accepteren dat haar liefde een verloren zaak is.