Tag Archief van: geschiedenis

Theater / Voorstelling

Aanklacht tegen roof van Joodse muziekinstrumenten

recensie: Pianostemmen – Tg Goed Gezelschap

Vijf echte, imposante vleugels domineren het toneelbeeld van Pianostemmen. Ze vertegenwoordigen de muzikale Joodse mensen die in de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd en die hun kostbare instrumenten moesten achterlaten. Tg Goed Gezelschap maakt een muzikale voorstelling over de daders en de slachtoffers van deze roof.

‘Maak je geen zorgen, die mensen, die komen niet terug’, zegt de sjacheraar Puls, de Amsterdammer wiens bedrijf de huizen leeghaalt van Joodse mensen die weggevoerd worden. Puls wil een dealtje sluiten met Jacobus Kromm, handelaar in vleugels en piano’s. Kromm heeft zo zijn twijfels bij het – gratis! – binnenhalen van vleugels en piano’s van Joodse mensen met behulp van Puls. Maar zoals zovelen zwicht Kromm voor het geld dat hij ermee kan verdienen. Hij doet er zelfs een dansje bij.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden bezittingen van Joodse Amsterdammers weggehaald door verhuisbedrijf Puls. Het kwam geregeld voor dat de diverse Hollandse buren vóór die tijd al wat achtergebleven eigendommen hadden gejat.
‘Die mensen’ kwamen inderdaad niet terug uit de concentratiekampen. Sommigen emigreerden bijtijds naar bijvoorbeeld de Verenigde Staten of Canada. Maar ook die mensen kregen na de oorlog hun spullen zelden of nooit terug.

Zwijgzaam

foto: Jan Amse

Auteur Wessel de Vries schreef daarover Pianostemmen, dat Tg Goed gezelschap brengt onder de vlag van Kobra Theaterproducties. Jaap Dieleman speelt de zwijgzame pianohandelaar en -stemmer Jacob Kromm, een kromgegroeide man in een grijze stofjas. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, vertelt niet hij, de pianostemmer, het verhaal, maar de vier andere spelers. Zij geven hun instrumenten letterlijk een menselijke stem. Deze spelers, gehuld in het jacquet van de concertpianist, spreken elkaar ook aan met het merk vleugel dat ze stuk voor stuk vertegenwoordigen: Bösendorfer, Bechstein, enzovoort. Deze vier spelen ook een aantal van de Joodse mensen die hun bezit verliezen.

Regisseur Ria Marks houdt ervan muzikaliteit in haar voorstellingen te brengen, zoals onlangs nog in De kant van Ada. Ook in Pianostemmen speelt muziek een dominante rol. De muzikale momenten zijn in Pianostemmen het beste gelukt. Als de vijf vleugels samen een meerstemmig muziekstuk brengen. Wanneer de spelers meerstemmig een lied zingen. Of als de spelers de handeling live voorzien van een achtergrondmuziek.

Clownesk

Marks maakt het zichzelf en haar spelers moeilijk omdat ze in feite alles moeten kunnen: acteren, piano spelen, zingen. Die combinatie van talenten is niet iedereen gegeven. Marks kiest voor een nogal clowneske, karikaturale acteerstijl. Goed daarin zijn vooral Dennie Lukkezen, die met verve onder andere de tante van Kromm en de vluchtende Joodse mevrouw Van Buuren speelt; en Joost Claes, die voluit schmierend de ritselaar Puls neerzet.

Kostbaar

Jaap Dieleman als Kromm is vooral verdienstelijk omdat hij daadwerkelijk piano kan spelen. Het personage heeft extreem weinig tekst, zijn belangrijkste bijdrage is het opsommen van de namen en adressen van weggevoerde families: ‘Levi, Wertheim, Asscher…’ Hoe Kromm de gang van zaken heeft ervaren, moeten we goeddeels opmaken uit de omschrijvingen van de anderen. Aanvankelijk is Kromm terughoudend, gegeneerd, hoewel hij een vluchtende Joodse vrouw glashard een poot uitdraait: hij betaalt haar een habbekrats voor haar kostbare vleugel. Vervolgens moet hij worden overgehaald om het spel mee te spelen van het achteroverdrukken van Joodse instrumenten. Maar ná de oorlog houdt hij zich van de domme over de instrumentenroof.

Door zowel de tragische geschiedenis van de beroofde Joden, als de gewetenloosheid van de daders, als een muzikaal verhaal te willen neerzetten, hinkt Pianostemmen op te veel gedachten die niet helemaal goed uit de verf komen. Sommige spelers zijn niet sterk genoeg om die combinatie aan te kunnen. De roof van Joodse bezittingen, in de veronderstelling dat toch nooit meer iemand erom zou komen, verdient niettemin beslist onze aandacht

 

Tekst: Wessel de Vries
Idee, concept & projectleiding: Klemens Patijn
Regie: Ria Marks
Spel: Joost Claes, Jaap Dieleman, Dennie Lukkezen, Emma van Muiswinkel, Klemens Patijn
Componist: Wiebe Gotink
Kostuumontwerp: Dorien de Jonge
Decormakers: Theodoor Dekker en Juul Dekker
Techniek: Peter Zwart en Menno Drost
Fotografie: Jan Amse

Theater / Voorstelling

Aanklacht tegen roof van Joodse muziekinstrumenten

recensie: Pianostemmen – Tg Goed Gezelschap

Vijf echte, imposante vleugels domineren het toneelbeeld van Pianostemmen. Ze vertegenwoordigen de muzikale Joodse mensen die in de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd en die hun kostbare instrumenten moesten achterlaten. Tg Goed Gezelschap maakt een muzikale voorstelling over de daders en de slachtoffers van deze roof.

‘Maak je geen zorgen, die mensen, die komen niet terug’, zegt de sjacheraar Puls, de Amsterdammer wiens bedrijf de huizen leeghaalt van Joodse mensen die weggevoerd worden. Puls wil een dealtje sluiten met Jacobus Kromm, handelaar in vleugels en piano’s. Kromm heeft zo zijn twijfels bij het – gratis! – binnenhalen van vleugels en piano’s van Joodse mensen met behulp van Puls. Maar zoals zovelen zwicht Kromm voor het geld dat hij ermee kan verdienen. Hij doet er zelfs een dansje bij.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden bezittingen van Joodse Amsterdammers weggehaald door verhuisbedrijf Puls. Het kwam geregeld voor dat de diverse Hollandse buren vóór die tijd al wat achtergebleven eigendommen hadden gejat.
‘Die mensen’ kwamen inderdaad niet terug uit de concentratiekampen. Sommigen emigreerden bijtijds naar bijvoorbeeld de Verenigde Staten of Canada. Maar ook die mensen kregen na de oorlog hun spullen zelden of nooit terug.

Zwijgzaam

foto: Jan Amse

Auteur Wessel de Vries schreef daarover Pianostemmen, dat Tg Goed gezelschap brengt onder de vlag van Kobra Theaterproducties. Jaap Dieleman speelt de zwijgzame pianohandelaar en -stemmer Jacob Kromm, een kromgegroeide man in een grijze stofjas. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, vertelt niet hij, de pianostemmer, het verhaal, maar de vier andere spelers. Zij geven hun instrumenten letterlijk een menselijke stem. Deze spelers, gehuld in het jacquet van de concertpianist, spreken elkaar ook aan met het merk vleugel dat ze stuk voor stuk vertegenwoordigen: Bösendorfer, Bechstein, enzovoort. Deze vier spelen ook een aantal van de Joodse mensen die hun bezit verliezen.

Regisseur Ria Marks houdt ervan muzikaliteit in haar voorstellingen te brengen, zoals onlangs nog in De kant van Ada. Ook in Pianostemmen speelt muziek een dominante rol. De muzikale momenten zijn in Pianostemmen het beste gelukt. Als de vijf vleugels samen een meerstemmig muziekstuk brengen. Wanneer de spelers meerstemmig een lied zingen. Of als de spelers de handeling live voorzien van een achtergrondmuziek.

Clownesk

Marks maakt het zichzelf en haar spelers moeilijk omdat ze in feite alles moeten kunnen: acteren, piano spelen, zingen. Die combinatie van talenten is niet iedereen gegeven. Marks kiest voor een nogal clowneske, karikaturale acteerstijl. Goed daarin zijn vooral Dennie Lukkezen, die met verve onder andere de tante van Kromm en de vluchtende Joodse mevrouw Van Buuren speelt; en Joost Claes, die voluit schmierend de ritselaar Puls neerzet.

Kostbaar

Jaap Dieleman als Kromm is vooral verdienstelijk omdat hij daadwerkelijk piano kan spelen. Het personage heeft extreem weinig tekst, zijn belangrijkste bijdrage is het opsommen van de namen en adressen van weggevoerde families: ‘Levi, Wertheim, Asscher…’ Hoe Kromm de gang van zaken heeft ervaren, moeten we goeddeels opmaken uit de omschrijvingen van de anderen. Aanvankelijk is Kromm terughoudend, gegeneerd, hoewel hij een vluchtende Joodse vrouw glashard een poot uitdraait: hij betaalt haar een habbekrats voor haar kostbare vleugel. Vervolgens moet hij worden overgehaald om het spel mee te spelen van het achteroverdrukken van Joodse instrumenten. Maar ná de oorlog houdt hij zich van de domme over de instrumentenroof.

Door zowel de tragische geschiedenis van de beroofde Joden, als de gewetenloosheid van de daders, als een muzikaal verhaal te willen neerzetten, hinkt Pianostemmen op te veel gedachten die niet helemaal goed uit de verf komen. Sommige spelers zijn niet sterk genoeg om die combinatie aan te kunnen. De roof van Joodse bezittingen, in de veronderstelling dat toch nooit meer iemand erom zou komen, verdient niettemin beslist onze aandacht

 

Tekst: Wessel de Vries
Idee, concept & projectleiding: Klemens Patijn
Regie: Ria Marks
Spel: Joost Claes, Jaap Dieleman, Dennie Lukkezen, Emma van Muiswinkel, Klemens Patijn
Componist: Wiebe Gotink
Kostuumontwerp: Dorien de Jonge
Decormakers: Theodoor Dekker en Juul Dekker
Techniek: Peter Zwart en Menno Drost
Fotografie: Jan Amse

Film / Films

Anthony Hopkins ontroert tot tranen toe

recensie: One Life - James Hawes
Still One LifeFilmdepot

Het ongelofelijke verhaal van Sir Nicholas Winton, die 669 kinderen uit de handen van de nazi’s redde, maar zich 50 jaar later nog steeds beschaamd en teleurgesteld voelt over de kinderen die hij niet heeft kunnen redden. Dit mooie verhaal van een bescheiden, maar slagvaardige man is prachtig verbeeld in deze film. Tranen over je wangen.

One Life vertelt het waargebeurde verhaal van Nicholas ‘Nicky’ Winton, die in 1938 als jonge effectenhandelaar uit Londen een week vrijwilligerswerk gaat doen in Praag. Daar bezoekt hij vluchtelingenkampen en ziet hij gezinnen die de opkomst van de nazi’s in Oostenrijk en Duitsland zijn ontvlucht. Deze gezinnen leven in erbarmelijke omstandigheden met weinig of geen onderdak en voedsel en steeds onder dreiging van een nazi-invasie. Jonge Nicky, gespeeld door Johnny Flynn, besluit meteen dat er iets moet gebeuren, met name met de kinderen. Hij beseft echter dat het een race tegen de klok is. Hoeveel kinderen kunnen hij en zijn team, waar zijn moeder deel van uitmaakt, redden voordat de grenzen dichtgaan?

Vijftig jaar later, het is nu 1988, wordt de oudere Nicky achtervolgd door het lot van de kinderen die hij niet in veiligheid heeft kunnen brengen in Engeland. Hij verwijt zichzelf dat hij niet genoeg gedaan heeft om alle kinderen te redden. Totdat de BBC-televisieshow That’s Life hem uitnodigt om in hun programma te verschijnen. Daar lukt het Nicky eindelijk met zijn schuldgevoel en verdriet in het reine te komen.

Geweldige cast

Niet alleen het verhaal zelf, dat op zich al fascinerend en ontroerend is, maar ook hoe het verhaal gespeeld wordt, is fenomenaal. Academy Award-winnaar Anthony Hopkins zet een oudere Nicky neer, die bescheiden is en niet inziet hoeveel hij heeft gedaan, maar alleen maar meer had willen doen. Hij heeft een plakboek bijgehouden over zijn tijd in Praag en alle kinderen die hij heeft willen helpen. Hij beseft dat dat plakboek bewaard moet worden als historisch document, maar als hij aanklopt bij de plaatselijke krant willen ze een artikel over hém schrijven. Nicky, bescheiden als hij is, zegt dan ‘it is not about me’, het gaat voor hem over de kinderen, niet over zijn daden.

Still One LifeJohnny Flynn (in Nederland vooral bekend als Dolf Vega in de film Kruistocht in Spijkerbroek) laat ook die bescheidenheid zien, maar ook de slagvaardigheid in de jongere Nicky.

Alle acteurs zijn goed, maar Helena Bonham Carter, die de moeder van Nicky, ‘Babi’, speelt, moet echt even genoemd worden. Zij speelt de rol zó goed dat je vergeet dat zij acteert: je ziet alleen het karakter.

1938 en 1988

De film is opgebouwd door steeds tussen de twee jaren te schakelen. In 1938 zie je de hectische, snelle actie die Nicky, zijn moeder en de rest van het team ondernemen om zoveel mogelijk kinderen te redden. De race tegen de klok. Daar volgen de gebeurtenissen elkaar snel op, de beelden zijn snel op elkaar gemonteerd en ook de muziek neemt je mee in de snelheid.

In 1988 ligt het tempo juist laag en gaat het meer over Nicky’s herinneringen, overdenkingen en innerlijke strijd, met name door zijn schuldgevoel. De camera volgt de oudere Nicky, die een laag tempo heeft nu hij ouder is. Dit schakelen geeft je het gevoel dat je midden in het verhaal zit, omdat je oorzaak en gevolg afgewisseld ziet.

ActueelStill One Life

Helaas sluit deze film aan bij de actualiteit: er zijn enorm veel vluchtelingen door onder andere de oorlog in Oekraïne en het conflict tussen Israël en de Palestijnen. De gebeurtenissen destijds in Engeland zetten aan tot denken. Die 669 kinderen die Nicky naar Engeland haalde, zijn opgevangen en uiteindelijk opgegroeid in Engelse pleeggezinnen. Je hoopt dat er ook nu een Nicky Winton is die de kindervluchtelingen in bescherming neemt.

Een verhaal als dit, zo mooi verbeeld, blijft je bij, zet je aan het denken en geeft je hoop.

One Life draait vanaf 4 januari in de bioscoop.

Film
special: Allemaal uit 1998

Iconische meesterwerken: 5 films die de filmindustrie ons 25 jaar geleden bracht

Dit jaar heeft 8WEEKLY zijn zilveren jubileum mogen vieren en dat verdient een felicitatie! Niet alleen dit platform werd geboren in 1998, maar het was tevens een jaar waarin opmerkelijke films het levenslicht zagen. Op de valreep van 2023 vieren we ons jubileum nog een keer door een vijftal vervlogen parels te belichten die de tand des tijds hebben doorstaan.

1. Saving Private Ryan

Een van de eerste films die in 1998 op de markt werd gebracht, is Steven Spielbergs Saving Private Ryan. Deze oorlogsfilm volgt een groep Amerikaanse soldaten die op missie gaan om een paratroeper genaamd James Francis Ryan (Matt Damon) te redden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Private Ryan is de laatste nog levende zoon van een gezin waarvan de andere drie zoons tijdens de oorlog al zijn omgekomen.

Het acteerwerk van Tom Hanks, die de rol van Captain Miller op zich nam, is van cruciaal belang geweest voor het succes van de film. Hanks weet perfect de vermoeide en door oorlog getekende soldaat neer te zetten, waardoor het publiek een meer intieme en realistische kijk wordt geboden op de gruwelen van oorlog. Zijn prestatie, waarin de focus minder op de fysieke kwaliteit en meer op de emotionele impact ligt, heeft enorme invloed gehad om de manier waarop acteurs historische oorlogsfilms benaderen.

2. Buffalo 66

De door Vincent Gallo geregisseerde Buffalo 66 is eveneens een spraakmakende film die in 1998 in de bioscoop verscheen. Deze tragikomedie gaat over het hoofdpersonage Billy Brown (Vincent Gallo). De film volgt het leven van Billy nadat hij is vrijgelaten uit de gevangenis en vervolgens de danseres Layla (Christina Ricci) ontvoert om indruk te maken op zijn ouders. Ondanks dat het geen enorm commercieel succes was, heeft de film een welverdiende cultstatus bereikt door de gedurfde en unieke benadering van Gallo.

Door een ongewoon verhaal te creëren en hierin zelf een cruciale rol als zowel acteur, regisseur, componist als schrijver te spelen, slaagt Gallo erin de kijker mee te slepen in de troosteloze wereld van Billy. Gallo’s acteerwerk is zowel intens als overtuigend, waarbij hij de complexiteit van tegenslag en wanhoop van het personage krachtig weet over te brengen. Gallo vervolgde zijn debuutfilm Bufallo 66 met vele andere filmprojecten.

3. Shakespeare in Love

De romantische komedie Shakespeare in Love onder regie van John Madden behaalde eind jaren ’90 een ongekend succes bij zowel critici als het publiek. De film speelt zich af in het Londen van de zestiende eeuw en laat het fictieve verhaal zien van de liefde tussen William Shakespeare (Joseph Fiennes) en de actrice Viola de Lesseps (Gwyneth Paltrow).

De acteerprestaties in Sharespeare in Love zijn buitengewoon, met name die van Paltrow. Haar rol als Viola de Lesseps is hartverwarmend en wordt met humor en drama tot leven gebracht. Paltrow won uiteindelijk de Academy Award voor Beste Actrice met haar rol, wat haar carrière verder stimuleerde en haar naam vestigde in de filmindustrie. Haar talent en doortastendheid zijn inspirerend geweest voor andere actrices om de leiding te nemen in romantische komedies en historische drama’s.

4. The Big Lebowski

Als vierde op het lijstje staat de absurdistische komedie The Big Lebowski, geregisseerd door de Coen Brothers. Deze neo-noirfilm speelt zich af in Los Angeles en vertelt het verhaal van Jeffrey ‘The Dude’ Lebowski (Jeff Bridges). Wanneer deze baliekluiver wordt aangezien voor een steenrijke zakenman met dezelfde bijnaam, raakt hij verstrikt in een complot vol bizarre personages en gebeurtenissen.

Jeff Bridges’ vertolking van ‘The Dude’ is onvergetelijk en heeft hem een enorme schare fans opgeleverd. Zijn relaxte, nonchalante houding maakte van ‘The Dude’ een iconisch personage en inspireerde andere acteurs om vergelijkbare rollen te verkennen. Bridges’ prestatie werd alom geprezen en heeft de film zelfs een cultstatus gebracht. Zijn onconventionele acteerwerk kreeg een schitterend vervolg in latere films van de Coen Brothers (en andere regisseurs).

5. Dark City

Ook het sciencefictiongenre kende in 1998 een fantastische vertegenwoordiger, genaamd Dark City. Onder regie van Alex Proyas biedt deze film een visueel verbluffend en duister stadslandschap. Het verhaal volgt John Murdoch (Rufus Sewell), die tot de ontdekking komt dat hij een sleutelrol speelt in een experiment. Terwijl Murdoch probeert te achterhalen wie hij is, nadat hij zijn geheugen heeft verloren, leert hij dat de wereld waarin hij leeft constant wordt veranderd door wezens genaamd ‘Strangers’. De gotische en noir-achtige cinematografie creëert een naargeestige en beklemmende sfeer die perfect aansluit bij het mysterieuze plot.

Dark City maakte impact door het vermengen van verschillende genres en het onderzoeken van filosofische en psychologische thema’s, wat van invloed is geweest op sciencefiction- en fantasiefilms. De visuele vernieuwingen hebben daarin duidelijk hun sporen nagelaten. Na de aanvankelijk gemengde ontvangst heeft Dark City in de loop der jaren een groeiende cultaanhang gekregen. De indrukwekkende beelden en innovatieve thema’s maken de film tot op de dag van vandaag de moeite waard om te kijken.

 

Nu we afscheid nemen van de afgelopen 365 dagen, is er geen betere manier om 25 jaar filmmagie te herdenken. Verzamel je favoriete mensen, creëer een gezellige sfeer en laat deze waardevolle films je door de tijd voeren, tonen hoezeer de filmindustrie zich is blijven ontwikkelen en ons herinneren aan de kunst van verhalen vertellen. Alvast proost op het nieuwe jaar en de onvergetelijke verhalen die ons leven blijven vormgeven.

Film / Serie

Radio als lichtpunt in een donkere oorlog

recensie: All the Light We Cannot See

Na All Quiet on the Western Front verfilmt Netflix nu ook het populaire boek All the Light We Cannot See. De streamingdienst weet in vier afleveringen een pakkend verhaal neer te zetten over personages die normaal gesproken in de marges van andere oorlogsverhalen leven, maar dat verhaal is niet zonder gebreken.

De serie volgt de levens van Marie (Aria Mia Loberti), een blind meisje uit Parijs, en Werner (Louis Hofmann), een jong genie die in een weeshuis in Duitsland woont. Het zijn twee personen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. Toch is er één ding dat hen verbindt: de radio. Ze luisteren allebei naar een zender waar een professor vertelt over onder andere het belang van het licht dat we niet kunnen waarnemen en helpt hen de wereld om hen heen te begrijpen. Wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, komen hun landen recht tegenover elkaar te staan. Kan de radio hen dan nog steeds helpen?

Een andere frequentie binnen het oorlogsgenre

Ook al wordt het beluisteren van niet-Duitse zenders illegaal als de oorlog uitbreekt, nog steeds staat de radio centraal in de serie. Werner komt in de problemen wanneer hij wordt gevraagd de radio van een officier te repareren. Voor Marie is het apparaat de enige manier om de donkere wereld om haar heen te begrijpen terwijl ze met haar vader (Mark Ruffalo) naar het kustplaatsje St. Malo vlucht. Door een blind meisje de hoofdrol te geven, biedt de serie een bijzonder nieuw perspectief op de oorlog en speelt geluid een grotere rol dan ooit.

De radio is daarnaast steeds het verbindende element tussen Werner en Marie, zowel in de verhaallijnen als in de montage. Het schakelen tussen perspectieven en karakters is meesterlijk gedaan en zorgt voor continuïteit, zelfs wanneer de personages zich op een andere locatie bevinden of in een andere tijd. Deze mozaïek van tijdlijnen die elkaar afwisselen geeft het verhaal de context die het nodig heeft en zorgt voor een constante spanningsboog, waardoor je op het puntje van je stoel blijft zitten.

Een wirwar van accenten tussen bekende en onbekende gezichten

Hofmann weet in zijn eentje de reis van de timide en inventieve Werner Pfennig op een emotionele manier te vertolken. De rest van de cast komt beter uit de verf in samenspel met de meer doorgewinterde acteurs Mark Ruffalo en Hugh Laurie. Loberti brengt de dialoog soms wat droog en emotieloos, je merkt dat dit haar eerste rol is. Toch laat ze de hoopvolle en krachtige Marie schitteren op de meest intense momenten van de serie. Vooral de directheid die Marie karakteriseert weet ze over te brengen. Een minpuntje dat vaak opvalt, is het gebruik van verwarrende accenten. Dat verzwakt de geloofwaardigheid van het verhaal en is een element waar je doorheen moet kunnen kijken.

Een zee van vuur in St. Malo

Regisseur Shawn Levy en zijn team brengen het Franse stadje St. Malo tot leven op het scherm. De decors zijn prachtig en representeren de vertrouwdheid die Marie in deze stad moet hebben gevoeld dankzij de maquette die haar vader voor haar bouwde. Hier vinden hevige bomaanslagen plaats die als vurige achtergrond fungeren. Wanneer alle verhaallijnen uiteindelijk samenkomen, wordt de kwetsbare kern van de serie helaas enigszins overschaduwd doordat er een spektakel van wordt gemaakt.

De serie heeft dus zeker haar gebreken, maar de emotionele invulling die de hoofdrolspelers eraan geven, is niettemin boeiend, evenals de vraag of Werner en Marie elkaar ooit zullen ontmoeten en of zij de oorlog zullen overleven. Benieuwd naar het antwoord? All the Light We Cannot See is nu te zien op Netflix.

 

Film / Films

Visueel geweldig, maar te onpersoonlijk

recensie: Napoleon (2023) - Ridley Scott

De langverwachte Napoleon van regisseur Ridley Scott toont ons de turbulente opkomst en ondergang van de beroemde Franse keizer Napoleon Bonaparte, gespeeld door Oscar-winnaar Joaquin Phoenix. De film is visueel groots en meeslepend, maar hij blijft onpersoonlijk.

We zien Napoleon voor het eerst wanneer de strijdbare Marie Antoinette naar de guillotine wordt geleid. Hij maakt gebruik van de roerige tijd na de Franse Revolutie om zijn entree te maken en zichzelf te positioneren als briljant militair en politiek strateeg. Dat lukt en vele veldslagen volgen. Zo meedogenloos als Napoleon in de oorlog is, zo kwetsbaar is hij in zijn relatie met Joséphine (gespeeld door Vanessa Kirby). Waar hij op het slagveld uitgroeit tot een legende, wordt zijn privéleven bepaald door zijn obsessie voor zijn geliefde.

Dualiteit van Napoleon

2023 CTMG Inc, All Rights Reserved, All images are property of Sony Pictures Entertainment Inc

Ridley Scott heeft getracht beide kanten van Napoleon in beeld te brengen: zijn genialiteit als militair strateeg en zijn obsessieve liefde voor Joséphine. Tot op zekere hoogte is hij daarin geslaagd, mede doordat Joaquin Phoenix de rol van Napoleon fantastisch vertolkt. Phoenix zet een Napoleon neer die meedogenloos is op het slagveld en waar je soms ook hartelijk om kan lachen. Als kijker mis je een psychologische kijk in het karakter van deze beroemde Franse keizer: wat drijft deze man, waarom maakt hij de keuzes die hij maakt en waarom is zijn liefde voor Joséphine zo obsessief? Deze vragen worden niet beantwoord.

Vanessa Kirby, bekend van The Crown, speelt de rol van Joséphine met verve, maar ook bij haar blijf je gissen naar motieven en kom je niet veel dieper dan de bovenste laag. Alleen als Napoleon en Joséphine de scheidingspapieren tekenen, vooral omdat Joséphine niet in staat blijkt om kinderen te krijgen, wordt de film heel even ontroerend en krijgt de kijker toch een kijkje in hun innerlijke leven.

Geweldige spektakelscenes

Ridley Scott is een genie in het organiseren en in beeld brengen van grootse massascenes. Daarvoor gebruikt hij echte figuranten en laat de aantallen niet digitaal vermeerderen. Dat hij dit ‘analoog’ aanpakt is terug te zien in de beelden. Je ziet echte mensen die elkaar bevechten. De veldslagen zijn een genot voor het oog, met name die in Austerlitz, maar ook de laatste veldslag in Waterloo is schitterend in beeld gebracht.

2023 CTMG Inc, All Rights Reserved, All images are property of Sony Pictures Entertainment Inc

Visueel is Napoleon geweldig. Als geen ander kan Ridley Scott grote historische taferelen in beeld brengen. Maar bij een film die ruim 2,5 uur duurt heb je meer nodig. Scott probeert té veel te vertellen in té weinig tijd en daardoor is het een ietwat saaie opsomming van wapenfeiten en leer je Napoleon nergens echt kennen, waardoor je als kijker op afstand blijft. Door zo’n feitenrelaas duurt de film te lang en gaat hij vervelen.

Volgens veel critici vertoont de regie van Scott een grote zwakte: terwijl zijn films visueel zeer indrukwekkend zijn, lukt het hem vaak niet om solide personages te ontwikkelen. Deze kritiek geldt ook zeker voor Napoleon. Wat mist is diepgang, dat kan door prachtige beelden en een (te) lang, gedetailleerd verhaal gewoon niet worden goedgemaakt.

Film / Films

Belangrijke geschiedenis eindelijk verteld

recensie: Killers of the Flower Moon

Martin Scorsese is terug op het grote scherm, met wellicht de meest opzichtige en wrede maffiabende die hij tot nu toe heeft gepresenteerd. De film vertelt een waargebeurd verhaal over liefde en hebzucht, dat de hoofdpersonen waarschijnlijk graag in de doofpot hadden gestopt

Wanneer de Osage, een stam Native Americans, in Oklahoma op olie stuiten, balen de Amerikaanse bezetters dat ze de rechten van het land bij de originele bewoners hebben gelaten. Onder leiding van William ‘King’ Hale (Robert De Niro) besluiten de Amerikanen om vrienden te worden met de Osage, hen van financieel advies te dienen en huwelijken te sluiten. Hun einddoel is de olierechten over te nemen wanneer de Osage komen te overlijden.

Net teruggekeerd van het front van de Eerste Wereldoorlog, moet de niet zo snuggere Ernest Burkhart (Leonardo DiCaprio) re-integreren in het gebied waar zijn oom King steeds meer touwtjes in handen krijgt. King geeft Ernest de taak om het hart te veroveren van Molly (Lily Gladstone), een Osage vrouw. Bij de eerste versierpoging van Ernest laat Molly al blijken dat ze weet dat hij uit is op haar geld, maar toch begint er een onwaarschijnlijke liefde te bloeien.

Grootsheid alom

De film, gebaseerd op het gelijknamige boek, bestaat grotendeels uit dialogen. Het scheelt dat Scorsese een van de meest gerenommeerde regisseurs is en daardoor over een onuitputtelijke bron van acteertalenten kan beschikken. Frequente medewerkers De Niro en DiCaprio dragen deze film door een groot bereik te tonen in hun rollen. King benadert de Osage met erg veel liefde, iets waarin hij bijna zelf lijkt te geloven, maar kan ook flink intimiderend en meedogenloos uit de hoek te komen. Ernest, zoals zijn naam al doet vermoeden, draagt zijn hart op de tong. Meermaals benoemt hij zijn liefde voor vrouwen, geld en gokken. Op momenten wanneer hij moet kiezen tussen zijn familie en Molly (en daarmee de veiligheid van een heel volk), weet DiCaprio ijzersterk de machteloosheid die deze zware keuze met zich meebrengt te vertolken.

Gladstone zal voor velen het meest verassende element van deze film zijn. Een groot deel van het verhaal rust op haar schouders, wat een uitdaging is wanneer zelfs de minder grote rollen vervuld worden door sterke acteurs als Jesse Plemons, Brendan Fraser en John Lithgow. Gladstone zet Molly neer als een charmante, warme vrouw in de eerste helft van de film. Wanneer Molly’s gezondheid verslechtert en haar familie een voor een om het leven wordt geholpen, laat ze een niet eerder vertoonde vechtlust en gedrevenheid zien.

Een lange zit

Martin Scorsese vraagt veel van de kijkers met deze drie en een half uur durende film, die vooral bestaat uit emotionele interacties van zijn cast. Het geweld waar Scorsese bekend om staat, komt in Killers of the Flower Moon in kleine uitspattingen. Deze schaarste maakt de momenten meer memorabel, maar het gebrek aan actie kan het een uitdaging maken om de concentratie vol te houden. Waar – de iets kortere – Oppenheimer (Christopher Nolan, 2023) de kijker de hele tijd op het puntje van de stoel houdt met de epische muziek door Ludwig Göransson, omarmt de kalme soundtrack van Robbie Robertson de rust.

De film is zeker niet saai. Ondanks de zware materie wordt er gebruik gemaakt van humor om de kijker bij het verhaal te houden. Ernest schiet uit zijn slof op een manier die alleen DiCaprio kan spelen, Kings coureursbril verveeld geen moment en Frasers intonatie in de rechtszaal is hilarisch. De FBI kan alleen maar lachen over hoe absurd de hele geschiedenis is voordat ze er een eind aan maken. Hoewel het tijdens de film dubbel voelt om te lachen om de gebeurtenissen, sluit Scorsese het verhaal op bijna magische wijze af door de kijker persoonlijk met de neus op de verschrikkelijke feiten te drukken. Hij weet zichzelf op 80-jarige leeftijd wederom als auteur te bewijzen. Killers of the Flower Moon is te zien in de bioscoop en zal daarna op Apple TV + verschijnen.

Kunst / Expo binnenland

Omzien in schaamte

recensie: Roofkunst - 10 verhalen, in Mauritshuis Den Haag

Er is al een tijdje veel te doen over roofkunst. Schatten die in het verleden zonder blikken of blozen werden ingepikt, worden nu vaak met uitvoerige excuses teruggegeven aan de rechtmatige eigenaars. Het Mauritshuis maakt deze historische realiteit virtueel toegankelijk.

‘Geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars’, schreef George Orwell op 4 februari 1944 in The Tribune. In zijn tijd overwon gelukkig de goede, humane kant. Maar de overwinnaars zijn ook maar al te vaak schurken geweest, veroveraars, moordenaars, verkrachters, plunderaars. Geschiedenis is vaak geschreven door de rovers, daar kun je niet omheen, zeker niet in musea.

De expositie over roofkunst in het Mauritshuis is bescheiden van omvang, maar de tien verhalen die er verteld worden, belichten veel facetten van dit actuele thema. Van De trofee die Napoleon meenam uit Berlijn tot De echo’s van een Britse ‘strafexpeditie’ in Benin. Van De overblijfselen van nazimisdaden tot De toekomst van het kanon van Kandy, in Ceylon buitgemaakt door Nederlandse VOC-troepen. De verhalen geven je samen een caleidoscopisch beeld van West-Europese roofzucht en de huidige dialoog over eigendomsrechten. De tentoonstelling is georganiseerd in samenwerking met drie Berlijnse musea en de Stiftung Humboldt Forum im Berliner Schloss.

Beleving met behulp van VR

VR (in headset) – Quadriga op de Brandenburger Tor, beeld Jongsma + O’Neill

Alle verhalen zijn opgebouwd rond gestolen kunstvoorwerpen. Het meest tot de verbeelding spreken de drie waarbij je een VR-bril krijgt opgezet en zelf in een historisch decor wordt opgenomen. Daar sta je opeens, bovenop de Brandenburger Tor. Links naast je de fameuze koperen strijdwagen, onder je het plein waar de Franse cavalerie zich verzamelt achter de bekende generaal met zijn tweekantige steek en witte paard. Zo mooi dat je bijna vergeet wat het heikele onderwerp van deze tentoonstelling ook alweer is. Het verhaal draait om het paardenvierspan dat in 1806 door de Fransen als trofee wordt meegenomen. Het beeld keert overigens in 1814 weer terug naar Berlijn.

Of neem het laatste VR-verhaal. In een klein tempelcomplex op Bali beleef je de gevolgen van een Nederlandse ‘expeditie’ die daar in 1849 wordt ondernomen. Op de grond voor je een paar roerloze lichamen van Balinezen; verderop het geluid en geflits van geweervuur; vanuit het niets opeens een vlucht opgeschrokken vleermuizen … En tenslotte de stilte. De kris van een plaatselijke strijder belandt via een verzamelaar in een Duits museum.

Het is duidelijk dat VR ongekende mogelijkheden biedt, ook voor geschiedenisfans. De expositie in het Mauritshuis speelt hier kundig op in. Dankzij de video-installaties en digitale technieken van kunstenaarsduo Jongsma + O’Neill sta je letterlijk oog in oog met het verleden. Dat is wel een wow-ervaring.

Betrokkenheid van het museum

Het Mauritshuis is op verschillende manieren zelf betrokken bij het onderwerp roofkunst. Een paar van de getoonde voorwerpen zijn of waren eigen bezit en maken deel uit van het grote verhaal. Daarnaast is de geschiedenis van het museum nauw verweven met onderwerpen als slavernij en kolonialisme, zo valt te lezen. De bouwer van het oorspronkelijke Mauritshuis – dat in 1704 vrijwel geheel door brand werd verwoest – was Johan Maurits van Nassau-Siegen, gouverneur van de kolonie Nederlands-Brazilië in de jaren 1636-1644. Niet alleen handelde hij persoonlijk in tot slaaf gemaakten, maar bovendien nam hij bij zijn terugkeer talloze kunstvoorwerpen mee naar Den Haag.

In de collectie van het huidige museum bevinden zich ook veel stukken die geroofd zijn geweest door Franse revolutionairen of nazi’s. Een zelfportret van Rembrandt, door Hitler opgeborgen in een Oostenrijkse zoutmijn en bedoeld voor het megalomane Führermuseum dat hij ooit wilde realiseren, kon gelukkig na de oorlog worden teruggegeven aan de familie Rathenau. In 1947 verkochten zij het aan het Mauritshuis, waar het nu een prominent (VR-)onderdeel van de expositie is.

De gedachtevorming over roofkunst is zeker nog niet helemaal uitgekristalliseerd, er zijn vaak nog complexe vragen te beantwoorden. Wie zijn precies de rechtmatige eigenaars of hun erfgenamen? Zijn die nog wel te traceren? Moet alle geroofde kunst worden teruggevraagd en teruggegeven? Of zijn er soms ook redenen om dat niet te doen? Het Mauritshuis pikt die vragen op en mengt zich met een kleine, maar vaak verrassende tentoonstelling in de discussie.

 

Het Mauritshuis organiseert op 16 en 17 november een internationaal symposium over roofkunst. Tijdens dit symposium staan de drie periodes die behandeld worden in de tentoonstelling centraal: koloniale roofkunst, napoleontische roofkunst en naziroofkunst.

Film / Films

Het beklimmen van sociale ladders in achttiende-eeuws Frankrijk

recensie: Jeanne du Barry - Maïwenn
Filmstill Jeanne du BarryFilmdepot

Geboren uit een buitenechtelijke affaire zal Jeanne Bécu (later Madame du Barry) uitgroeien tot de maîtresse-en-titre (de officiële maîtresse) van koning Lodewijk XV. Haar verhaal blijft een bron van inspiratie voor kunstenaars. Zo ook voor de Franse actrice en filmmaker Maïwenn. Haar nieuwe film Jeanne du Barry opende het 76ste Filmfestival van Cannes met een staande ovatie van zeven minuten.

Maïwenn zelf speelt Jeanne. Hierdoor speelt ze niet alleen de mooiste vrouw aan het hof van de Franse koning Lodewijk XV, maar is ze tevens de regisseur, schrijver en producent van de film. Ze wordt bijgestaan door Johnny Depp, wiens rol als Lodewijk XV zijn eerste volledige Franse rol is. Dat Depp Frans spreekt, zou niet moeten verbazen. Hij is immers jarenlang getrouwd geweest met de Franse zangeres en model Vanessa Paradis.

Open deuren en gesloten rollen

Het is opvallend dat het karakter van Lodewijk XV nagenoeg onuitgewerkt blijft, ondanks het inkijkje in zijn luxe leven dat de film biedt. Depp heeft nauwelijks tekst en krijgt niet de kans zijn karakter uit te diepen. Zo wordt hij in de film omschreven als een man die zijn lust voor het leven hervindt via Jeanne, maar dit komt niet lekker uit de verf. Voor het publiek blijft de koning even mysterieus als hij destijds voor zijn volk was.

Het gevolg is dat het moeilijk wordt om de liefde tussen de twee te begrijpen. Daar komt ook nog bij dat er tussen Maïwenn en Depp weinig chemie is. Het gevoel van romantiek is dus ver te zoeken. Dit bemoeilijkt het hebben van empathie voor de personages, waardoor het einde van de film niet de emotionele impact heeft die het had kunnen hebben.

Poging tot herinterpretatie van verwerpelijke geschiedenis

Maïwenn had al jaren het idee het verhaal van haar idool Du Barry naar het grote doek te vertalen. Het is duidelijk dat ze dit karakter probeert weg te zetten als vrijgevochten vrouw die voor zichzelf kan denken. Haar Jeanne is pienter maar tevens een rebel die door haar rebelse gedrag keer op keer wordt verstoten. Haar vrijgevochten karakter maakt haar uiterst modern, maar hoezeer Maïwenn ook probeert de rol van Jeanne te herinterpreteren, uiteindelijk was en bleef de historische Jeanne Bécu een prostituee die enkel in een voor sommigen nog altijd verwerpelijk beroep en enkel met behulp van mannen die sociale ladder kon beklimmen.

Daar komt dan ook een tweede historisch aspect bij dat tegenwoordig erg gevoelig ligt: Jeanne kreeg van Lodewijk XV een zwart jongetje cadeau, Zamor, dat zij tot page maakte. In de film worden een aantal opmerkingen gemaakt ten voordele van Zamor en rassengelijkheid. Zo staat Du Barry erop dat het hele hof de jongen bij zijn voornaam noemt en tolereert ze geen racistische of denigrerende opmerkingen. Het is echter onduidelijk of de historische Du Barry ook daadwerkelijk zo goedgezind was naar Zamor. De jongen liet haar namelijk tijdens de Franse Revolutie arresteren en executeren. De film neigt naar het projecteren van hedendaagse normen en waarden op een moeilijk en ongemakkelijk punt in de geschiedenis.

Zonneschijn in Versailles

De film is daarentegen wel een parel voor het oog, met name door de prachtige kostuums en het fantastische paleis van Versailles als decor. Ook het camerawerk is uitstekend: in de openingssequentie van de film wordt de kijker al direct verwend met mooie shots van het Franse landschap en later door prachtige shots van de tuinen van Versailles. De montage van de beelden trekt de film op een aangenaam ritme voort, terwijl ze tegelijkertijd de kijker de ruimte geeft om de exuberantie op het doek in zich op te nemen. Deze balans tussen rust en tempo maakt dat de film erg aangenaam is om naar te kijken.

De echte chemie in de film zit ongetwijfeld tussen Jeanne en La Borde (Benjamin Lavernhe), de bediende van de koning. Zij ontwikkelen gedurende het verhaal een oprechte vriendschap, waarbij de warmte van het doek afspat. Ook de drie dochters van de koning, die worden weggezet als venijnige stiefzussen uit een sprookje, brengen een zekere humor in het soms wat voorspelbare en statische verhaal.

Dit maakt dat de film nooit suf aanvoelt en ook de volledige twee uur kan boeien. Slaagt de film minder in het overbrengen van liefde, fungeert ze altijd nog als een boeiende geschiedenisles over een interessant historisch figuur.

Kunst / Expo binnenland

Liefde voor wetenschap

recensie: Heropening van het Universiteitsmuseum Utrecht (UMU)

Na een periode van grondig verbouwen, restaureren en testen viert het Universiteitsmuseum Utrecht (UMU) deze week haar lang verwachte heropening. Het museumgebouw is vergroot en nog beter ingericht om inspirerende verhalen te kunnen vertellen over de wetenschap. Het resultaat: een ‘museum voor nieuwsgierige mensen’ dat families met jonge kinderen en scholen graag ziet komen. Deze academische speeltuin is echter ook interessant voor andere museumbezoekers.

Wegens succes verbouwd

Het UMU onderging de afgelopen drie jaar een flinke verbouwing omdat het oorspronkelijke gebouw te klein werd voor het groeiend aantal bezoekers. Er kwamen een grotere entreehal met museumwinkel en vijf nieuwe tentoonstellingszalen die werden ingericht met collecties die nu nog completer zijn. Videoschermen met verhalen van hoogleraren, interactieve proeven en grote, kleurrijke speelkussens sporen bezoekers van alle leeftijden aan om zelf met onderzoek aan de slag te gaan. Zo kun je een hart-long machine in elkaar zetten, het gedrag van apen en mensen bestuderen en experimenteren met de stromen bezoekers in de altijd drukke Domstad.

Het verhaal van de wetenschap

Beroemde Utrechtse wetenschappers van vroeger en nu leverden een bijdrage aan de collectie die meer dan 200.000 objecten omvat. De alfawetenschappen zijn helaas wat minder present dan de bèta- en gammastudies. Voor de waardevolle Atlas maior van Blaeu en het wereldberoemde Utrechts Psalter moet je nog altijd de verderop in de stad gelegen Universiteitsbibliotheek bezoeken. Het universiteitsmuseum wil bezoekers vooral laten zien hoe je wetenschap bedrijft en doet dat gelukkig heel divers aan de hand van onder andere natuurwetenschappelijke instrumenten, naturalia, waxmodellen, testen met zintuigen en bodemproeven.

Academisch erfgoed

Een van de topstukken is de microscoop van Antoni van Leeuwenhoek, pionier van de microbiologie. De zelfgemaakte lens waarmee tijdgenoot Christiaan Huygens in 1655 de maan van Saturnus ontdekte, krijgt eveneens een eigen vitrine. In de rand van de lens een mooi citaat van Ovidius: ‘Admovere oculis distantia sidera nostris’ (‘Ze brachten de verre sterren naar onze ogen’). De liefde voor de wetenschap is voelbaar in het Bleulandkabinet van Jan Bleuland. Van 1780 tot 1838 verzamelde deze professor in de geneeskunde anatomische preparaten van mens en dier, een rijke bron van informatie in die tijd en nog altijd is zijn kabinet een plek voor verwondering. Naast tekeningen en reproducties zie je ook skeletten en opgezette dieren. Leuk is het draakje gemaakt van stekelrog, een van de fantasiedieren die door zeelieden werden verkocht.

De Blaschka’s

Een Blaschka hydroid poliep, foto Guido Mocafico

Heel bijzonder is de persoonlijke donatie van de Nederlandse professor dr. A.A.W. Hubrecht (1853 – 1915). Hij stond zijn lichaam af aan de wetenschap en zijn schedel is nu in het Bleulandkabinet opgenomen. Het toont prachtig aan hoe bevlogen wetenschappers soms kunnen zijn. Als hoogleraar zoölogie kreeg Hubrecht in 1882 van de universiteit de middelen om 86 glasmodellen te bestellen bij vader en zoon Leopold en Rudolf Blaschka. Hij wilde deze levensechte modellen van ongewervelde zeedieren, waaronder kwallen, zeeanemonen en slakken, inzetten als studieobject tijdens colleges en practica. Waarschijnlijk zijn ze vanwege hun kwetsbaarheid niet vaak gebruikt. De verzameling is uniek in Nederland en nu prachtig uitgelicht in het museum.

Reflectie

Ook de Oude Hortus met haar historische kassen kreeg een opknapbeurt en in het achttiende-eeuwse Zaadhuis is een nieuw museumcafé geopend. De ultieme plek om alle indrukken van je museumbezoek even op je in te laten werken. Je kunt in de tuinen vele plant- en boomsoorten ontdekken, zoals de 250 jaar oude Ginkgo Biloba boom, die je in het wild niet meer tegenkomt. Kijk bij het verlaten van het UMU nog even naar het kunstwerk met draaibare spiegels van Jonathan Straatman dat hoog in de hal hangt. Met deze installatie slaat het museum een brug tussen de wereld van de kunst en wetenschap. De Utrechtse kunstenaar biedt een moment van reflectie. Door te kijken naar jezelf, begrijp je jezelf beter. Net als dat wetenschap een manier is om de wereld te begrijpen.

Het UMU en de Oude Hortus zijn vanaf woensdag 6 september weer open voor publiek: https://umu.nl/

Boeken / Fictie

Het verleden houdt nooit op

recensie: Lessen - Ian McEwan

Roland Baines heeft een abonnement op het verleden. Zijn leven lang blijft hij dealen met de heftige kostschoolervaringen met pianolerares Miriam Cornell. De vraag hoe grote en kleine geschiedenissen doorwerken in ieders bestaan, en wat we daar nou eigenlijk van leren, hangt in het nieuwste boek van Ian McEwan als een felverlicht uithangbord aan de gevel. 

In het werk van de Engelse topauteur McEwan is de impact van historische gebeurtenissen op het persoonlijke leven van mensen een terugkerend thema. Ergens lijkt dit een open deur, ons leven wordt natuurlijk voor een belangrijk deel bepaald door de plaats en tijd waar onze wieg toevallig oppopt. Maar het is wel een essentieel gegeven. In Lessen dreunt de Tweede Wereldoorlog nog nadrukkelijk na in de levens van de oudere generatie, en voor jongeren zijn thema’s als de Koude Oorlog en (de val van) de Muur, Tsjernobyl, Brexit en de Covid-pandemie maar al te relevante zaken. 

McEwan geeft in Lessen een prachtig voorbeeld van deze impact. De 13-jarige Roland Baines neemt naar aanleiding van de Cubacrisis in 1962 een beslissing die verreikende consequenties zal hebben. Wat wil hij beslist niet hebben gemist voordat de nucleaire ‘verdamping’ toeslaat? 

Familie

McEwan schildert in zijn boek ook een aantal familiegeschiedenissen. Zo worden het verleden van de moeder van Alissa – Rolands eerste, Duitse, vrouw – en haar eigen antwoord daarop fraai uitgewerkt. Tussen dochter en moeder lijkt wel een ‘ijzeren gordijn van onbegrip’ te hangen. Gaandeweg realiseer je je weer terdege hoe verschillend de omstandigheden, belemmeringen en kansen van opeenvolgende twintigste-eeuwse generaties zijn geweest. Breken met het psychologische keurslijf van haar ouders wordt voor Alissa een regelrechte levensbehoefte. In Lessen beschrijft McEwan deze worsteling treffend, veel naoorlogse kinderen in West-Europa zullen zich hier moeiteloos in herkennen. Al gaan weinigen zo ver als deze dochter. 

Literatuur

Roland ontwikkelt zich stukje bij beetje ook tot een goede, autodidactische lezer die ons soms trakteert op beschouwingen over grote schrijvers. Zo staat hij bijvoorbeeld stil bij interessante liefdeservaringen van Flaubert en Dickens. Een oplettende lezer kan zich in Lessen vermaken met talloze boeiende verwijzingen naar de wereldliteratuur. De hoofdrol is wel weggelegd voor Nabokov, ook al wordt die schrijver alleen een paar keer terloops aangestipt. De vergelijking met diens monumentale roman Lolita (1955) is gewoon onontkoombaar.   

Gestolen jeugd

Waarmee we zijn aanbeland bij de belangrijkste geschiedenis van Lessen: het gefragmenteerde levensverhaal van hoofdpersoon Roland Baines. Net als Lolita valt Roland als jonge puber ten prooi aan een solipsistische volwassene, in zijn geval pianojuf Miriam Cornell. (Wie Lolita gelezen heeft, herinnert zich misschien nog dat daar ook een pianolerares in figureert!) Hoewel de overvloedige seks de jonge Roland ontzettend goed smaakt, en hij op latere leeftijd ook over zijn eigen ‘aandeel’ dubt, wordt al gauw duidelijk dat de affaire met een bezitterige en machtige volwassene hem zijn leven lang parten blijft spelen. McEwans beschrijving van de gevolgen van een gestolen jeugd maakt van Lessen zo (ook) een indringende follow-up van Lolita. Dat hij de affaire vanuit alle mogelijke gezichtshoeken bekijkt, overtuigt en pakt je als lezer vanaf het begin. 

Lessen

Cover en titel van de lijvige – en heerlijk geschreven – roman verwijzen op het eerste gezicht naar de pianolessen die zo’n belangrijke rol in Rolands jeugd en verdere leven spelen. Maar een boek dat doordrenkt is van de betekenis van geschiedenis bestrijkt natuurlijk een veel breder thema. Wat leren we nou echt allemaal van het verleden, van onze eigen geschiedenis en die van anderen? Aan het eind – hij is dan zelf ondertussen al grootvader en beseft zich dat het verleden elke dag verder aangroeit –  trekt Roland zijn persoonlijke conclusies. Lessen is een literair meesterwerk.