Tag Archief van: cultuur

Theater / Voorstelling

Jaha Koo brengt de kimchihype terug naar cultuur

recensie: Haribo Kimchi – Jaha Koo

Heb je de laatste tijd kimchi of gochujang gegeten, of misschien een glaasje soju gedronken? Dan is Haribo Kimchi, de nieuwste voorstelling van Jaha Koo, iets voor jou. In een tijd waarin Koreaanse gerechten steeds populairder worden in Nederland en je zelfs bij de Coffee Company een kimchitosti kunt bestellen, houdt Koo zijn publiek een culinaire spiegel voor. Hij laat hen kennismaken met kimchi als symbool van zijn ’thuis’ – een gerecht dat zowel nostalgie als ongemak oproept.

Documentair theater met pratende robots

foto: Bea Borgers

Jaha Koo, zowel theatermaker als componist, heeft een kenmerkende stijl. Hij combineert film, pratende robots en elektronische muziek met verhalende scènes over zijn leven en zijn reis van Korea naar Europa. Zijn voorstellingen zijn kleurrijk, ritmisch en documentair, met veel zelfspot en humor. In 2017 maakte hij indruk met Cuckoo, waarin hij in gesprek met een pratende rijstkoker thema’s als eenzaamheid sterk invoelbaar maakte. In Haribo Kimchi voegt Koo de rol van chefkok toe aan zijn vertellerspositie, wat een nieuwe, iets afstandelijkere, dynamiek creëert tussen hem en zijn publiek.

De geur van thuis: tussen verlangen en verstikking

De geur van kimchi, geliefd in Europese restaurants, roept bij Koo gemengde emoties op. Deze geur achtervolgt hem, zowel fysiek als cultureel. Tijdens zijn reis van Korea naar Europa reist de geur letterlijk met hem mee, omdat zijn oma twintig kilo gefermenteerde kimchi in zijn koffer had gestopt. Die grote zak kimchi herinnert niet alleen Koo, maar ook de mensen om hem heen aan de afstand die hij heeft afgelegd. De geur wordt zo een fysieke herinnering aan zijn thuis, aan wat hij achterliet.

Maar zelfs als de geur afwezig is, blijft hij aan Koo kleven. Cultureel gezien symboliseert de geur onuitgesproken oordelen en vooroordelen, zoals blijkt uit een scène waarin hij vertelt over een ontmoeting op een Europees treinstation. Kort nadat hij in de trein beroofd is, vraagt hij hulp aan een medewerker, die kijkt hem aan vanachter een glazen wand en vraagt Koo zijn hoofd af te wenden vanwege zijn vermeende ‘knoflookadem’. Voor Koo is niet de belediging het meest pijnlijke, maar het voortdurende gevoel van ‘sorry’ moeten zeggen.

‘Thuis’ lijkt Koo te achtervolgen wanneer hij eraan wil ontsnappen, maar ongrijpbaar op de momenten dat hij ernaar verlangt.

De Chef als regisseur

Net zoals kimchi tijdens het fermenteren naar zuurstof snakt, zoekt Koo naar ademruimte in zijn omgeving. Zijn constante ‘sorry zeggen’ onthult een innerlijke strijd: de balans tussen jezelf aanpassen aan anderen en voldoende ruimte voor jezelf innemen. In Haribo Kimchi onderzoekt Koo dit spanningsveld door zijn rollen als chefkok en theatermaker te combineren.

Als kok in de pojangmacha draait alles om gastvrijheid. Gastvrijheid draait om het creëren van een gevoel van welkom, afgestemd op de wensen van de gast. Koo vervult deze rol perfect door herhaaldelijk aan zijn uit het publiek gekozen gasten te vragen of alles naar wens is en of ze nog iets willen drinken. Het lijkt alsof hij de kunst van bescheiden gastvrijheid moeiteloos beheerst, maar in deze theateropstelling speelt er meer.

De gerechten die Koo bereidt zijn hier niet alleen bedoeld om zijn gasten te plezieren, maar ook om zijn performance en verhaal kracht bij te zetten. Als theatermaker heeft Koo de gave om ruimte in te nemen zonder zichzelf als superieur te presenteren. In Haribo Kimchi toont hij zich zowel bescheiden gastheer als autonome, krachtige kunstenaar die met veel liefde en een kritische blik vertelt.

Haribo Kimchi maakt van de kimchihype weer cultuur. Op speelse, grappige en eerlijke wijze toont Jaha Koo zijn verhaal achter de hype en de culturele ladingen van dit heerlijke gerecht. Na deze voorstelling zal kimchi niet meer hetzelfde smaken.

Theater / Voorstelling

Jaha Koo brengt de kimchihype terug naar cultuur

recensie: Haribo Kimchi – Jaha Koo

Heb je de laatste tijd kimchi of gochujang gegeten, of misschien een glaasje soju gedronken? Dan is Haribo Kimchi, de nieuwste voorstelling van Jaha Koo, iets voor jou. In een tijd waarin Koreaanse gerechten steeds populairder worden in Nederland en je zelfs bij de Coffee Company een kimchitosti kunt bestellen, houdt Koo zijn publiek een culinaire spiegel voor. Hij laat hen kennismaken met kimchi als symbool van zijn ’thuis’ – een gerecht dat zowel nostalgie als ongemak oproept.

Documentair theater met pratende robots

foto: Bea Borgers

Jaha Koo, zowel theatermaker als componist, heeft een kenmerkende stijl. Hij combineert film, pratende robots en elektronische muziek met verhalende scènes over zijn leven en zijn reis van Korea naar Europa. Zijn voorstellingen zijn kleurrijk, ritmisch en documentair, met veel zelfspot en humor. In 2017 maakte hij indruk met Cuckoo, waarin hij in gesprek met een pratende rijstkoker thema’s als eenzaamheid sterk invoelbaar maakte. In Haribo Kimchi voegt Koo de rol van chefkok toe aan zijn vertellerspositie, wat een nieuwe, iets afstandelijkere, dynamiek creëert tussen hem en zijn publiek.

De geur van thuis: tussen verlangen en verstikking

De geur van kimchi, geliefd in Europese restaurants, roept bij Koo gemengde emoties op. Deze geur achtervolgt hem, zowel fysiek als cultureel. Tijdens zijn reis van Korea naar Europa reist de geur letterlijk met hem mee, omdat zijn oma twintig kilo gefermenteerde kimchi in zijn koffer had gestopt. Die grote zak kimchi herinnert niet alleen Koo, maar ook de mensen om hem heen aan de afstand die hij heeft afgelegd. De geur wordt zo een fysieke herinnering aan zijn thuis, aan wat hij achterliet.

Maar zelfs als de geur afwezig is, blijft hij aan Koo kleven. Cultureel gezien symboliseert de geur onuitgesproken oordelen en vooroordelen, zoals blijkt uit een scène waarin hij vertelt over een ontmoeting op een Europees treinstation. Kort nadat hij in de trein beroofd is, vraagt hij hulp aan een medewerker, die kijkt hem aan vanachter een glazen wand en vraagt Koo zijn hoofd af te wenden vanwege zijn vermeende ‘knoflookadem’. Voor Koo is niet de belediging het meest pijnlijke, maar het voortdurende gevoel van ‘sorry’ moeten zeggen.

‘Thuis’ lijkt Koo te achtervolgen wanneer hij eraan wil ontsnappen, maar ongrijpbaar op de momenten dat hij ernaar verlangt.

De Chef als regisseur

Net zoals kimchi tijdens het fermenteren naar zuurstof snakt, zoekt Koo naar ademruimte in zijn omgeving. Zijn constante ‘sorry zeggen’ onthult een innerlijke strijd: de balans tussen jezelf aanpassen aan anderen en voldoende ruimte voor jezelf innemen. In Haribo Kimchi onderzoekt Koo dit spanningsveld door zijn rollen als chefkok en theatermaker te combineren.

Als kok in de pojangmacha draait alles om gastvrijheid. Gastvrijheid draait om het creëren van een gevoel van welkom, afgestemd op de wensen van de gast. Koo vervult deze rol perfect door herhaaldelijk aan zijn uit het publiek gekozen gasten te vragen of alles naar wens is en of ze nog iets willen drinken. Het lijkt alsof hij de kunst van bescheiden gastvrijheid moeiteloos beheerst, maar in deze theateropstelling speelt er meer.

De gerechten die Koo bereidt zijn hier niet alleen bedoeld om zijn gasten te plezieren, maar ook om zijn performance en verhaal kracht bij te zetten. Als theatermaker heeft Koo de gave om ruimte in te nemen zonder zichzelf als superieur te presenteren. In Haribo Kimchi toont hij zich zowel bescheiden gastheer als autonome, krachtige kunstenaar die met veel liefde en een kritische blik vertelt.

Haribo Kimchi maakt van de kimchihype weer cultuur. Op speelse, grappige en eerlijke wijze toont Jaha Koo zijn verhaal achter de hype en de culturele ladingen van dit heerlijke gerecht. Na deze voorstelling zal kimchi niet meer hetzelfde smaken.

Kunst / Expo binnenland

Kijken met twee paar ogen

recensie: Navid Nuur – When doubt turns into destiny

De Stichting Oude Kerk in Amsterdam nodigt al geruime tijd gerenommeerde kunstenaars uit om een contextspecifieke tentoonstelling te realiseren. Dit keer kreeg Navid Nuur (1976, Teheran) de eer. Maar wat is in dit geval contextspecifiek? De Oude Kerk is immers een museum én herbergt een kerkelijke gemeente. Het nodigt uit om te kijken met twee paar ogen.

Om te beginnen gaan we een stukje terug in de tijd en noemen we enkele voorbeelden. Germaine Kruip wilde in 2016 het onzichtbare zichtbaar maken: dit deed ze onder meer door een daglichtlamp die in een etmaal een cirkel draaide. Nauwelijks te zien dat er beweging in zat, maar toch. Ook bracht ze in de Sebastiaanskapel maar liefst tien spiegels aan. Marinus Boezem liet een jaar later vanuit de nok in de kerk een ellenlang gordijn naar beneden aanbrengen. Hij had ook een boodschap voor de bezoekers, die vond je op een ronde spiegel als je met een hoogwerker zo’n vijftien meter omhoog was gebracht. Een ander voorbeeld: Meredith Monk liet een trap of piramide de lucht in reiken. In het hoogkoor zette ze in een ovaalvorm zes stoelen neer binnen een cirkel van stenen. Sara Vrugt tenslotte, liet in de Sebastiaanskapel mensen met naald en draad werken aan een plattegrond van de kerk, die ze gedurende de looptijd van de tentoonstelling nooit af zouden krijgen. Net zoals de bouwers van de kerk het eindresultaat nooit hebben gezien.
Het lijken sjablonen waar het gebouw kennelijk om vraagt. Die sjablonen keren telkens terug. Ook bij Nuur, al brengt iedere kunstenaar – ook hij – een eigen accent aan. In het begeleidende boekje wordt hij omschreven als ‘een speelse alchemist’.

Navid Nuur

Het toeval wil dat al eerder werk van hem in de Oude Kerk te zien is geweest. In de doopkapel tijdens de tentoonstelling SALON/Big Bang. Het was een takje dat uit een steen groeide. Een kaal takje nadat de wereld is vergaan als een stille getuige van een slagveld? Of een loot zonder blad die was ontsprongen uit een rots, een steen als een bevroren traan? Beide.
Die bevroren traan komt ook in de recente tentoonstelling van Nuur terug. Dit keer in de Heilige Grafkapel als een projectie van een traan die hij liet opdrogen op een diaraam, een traan van vreugd of een traan van verdriet? Beide.

Een rondgang langs enkele van de veertien werken laat zien welke accenten Nuur legt op de van eerdere tentoonstellingen al bekende sjablonen.

Rondgang door de expositie

foto: Aad Hoogendoorn

Het eerste sjabloon is het onzichtbare zichtbaar maken. Nuur doet dat door een visdraad met reflectieverf te spannen die alleen bij een bepaalde lichtval even zichtbaar wordt. Het is om het even of dit nu de zon door de ramen is of het flitslicht van een mobiele telefoon.
Het tweede sjabloon zijn de twee spiegels in de doopkapel. Een is intact en de tweede is afgeschraapt tot alleen het kale glas is overgebleven. Het derde zie je meteen bij binnenkomst: Cloudsweat Corridor, een aan staalkabels opgehangen, leeggelopen heteluchtballon die als een gordijn naar beneden valt. Het is zoals Julian Barnes schrijft in zijn boek Hoogteverschillen: ‘De aeronaut daalde neer vanuit de hemel, zocht naar een landingsplek, trok aan het ventielkoord, wierp het anker uit, en stuiterde vaak nog een meter of tien, vijftien de lucht in voordat het anker houvast vond’. Een bode vanuit de hemel die houvast vindt in een kerk.

Wat bode en boodschap betreft – dit brengt ons bij het vierde sjabloon, waarmee we in het hoogkoor belanden. Waar Monk zes stoelen neerzette binnen een cirkel van stenen, nodigt Nuur de bezoeker uit een perk met ronde strandkiezels te betreden en naar een zuil aan het eind daarvan te lopen. Daarin liggen envelopjes opgestapeld met een boodschap van de kunstenaar erin. Je wordt uitgenodigd twee steentjes mee te nemen, de wereld in. Zoals zondag-aan-zondag op dezelfde plaats de kerkelijke gemeente na de dienst weer de wereld wordt ingezonden. Op dit moment staan de kerkgangers dus rondom dit bed van kiezelsteentjes.

NN XXX

foto: Aad Hoogendoorn

Het spraakmakendste werk van deze expositie is NN XXX dat een looptijd heeft tot 2125. Nuur en wij zullen dat eind niet beleven. De kunstenaar maakt gedurende de expositie een serie van honderd vazen. Daarvoor zijn een werkplaats, een droogkas en een maalkamer ingericht. Hij vermaalt klei met grondstoffen die hij overal in Amsterdam opdelft. Letterlijk brengt hij er indrukken in aan van de stad; hij doet dit door een onaffe vaas ergens tegenaan te drukken. Dit proces blaast volgens hem de vaas leven in, zoals in de Bijbel God wordt voorgesteld als pottenbakker die de mens adem inblaast. De vazen worden aan het eind van de tentoonstelling opgeslagen in de IJzeren Kapel, die eeuwenlang de stadskluis van Amsterdam was. Elk jaar zal een vaas worden geveild. In 2125 is de laatste aan de beurt.

Tenslotte komt het thema adem in verschillende werken op de tentoonstelling terug. Een ervan, Breath/Breeze/Box, wordt – net als de droogkas – dagelijks tussen 13.30-13.45, 14.30-14.45 en 15.30-15.45 uur in werking gesteld. Het is een tip om juist dán te zorgen als bezoeker in de kerk te zijn, tussen alle toeristen die er rondlopen en vermanend kijken als je twee steentjes opraapt en meeneemt… Het mag, het is onderdeel van deze ruimtelijk ingerichte, mooie expositie die zich voegt naar eerdere tentoonstellingen van kunstenaars die hun eigen accenten hebben gelegd. Je mag het ervaren als een seculiere en religieuze dubbelslag. In een museum dat tevens kerk is.

 

Kunst
special: Vakantietips – Sevilla
Museo del Baile FlamencoDenise Hermanns

Hotspot voor cultuur

Voor wie deze zomer op zoek is naar zon en cultuur biedt Sevilla gegarandeerd vertier. De tropische temperaturen in juli en augustus, soms boven de 40 graden, jagen inwoners de stad uit en zorgen ervoor dat de meeste reizigers hun bezoek in het voor- of najaar plannen. Wie de zomerse hitte durft te trotseren wacht een relatief rustige stad, met een adembenemend mooi centrum vol kunst en cultuur.

Unesco erfgoed

Sevilla is een bolwerk van kerken, musea en bijzondere gebouwen. Verplichte kost is het koninklijk paleis, het wereldberoemde Alcázar, waarvoor je bijtijds een kaartje moet reserveren. Hier zie je de exotische Mudéjar-architectuur met de kenmerkende tegeltjes op zijn best, in de vele galerijen, patio’s en zalen, waar ook romaanse, gotische en renaissancistische elementen voorkomen. In de tuinen mag je de mysterieuze Baños de Doña María de Padilla zeker niet overslaan. De ruimte werd vernoemd naar de minnares van de tirannieke koning Peter de Wrede. Anders dan de naam doet vermoeden werd deze cisterne gebruikt voor de opslag van regenwater.

In de nabijgelegen gotische kathedraal met maar liefst vijf schepen bevindt zich het praalgraf van Columbus, naast meesterwerken van onder andere Murillo en Goya. In de schatkamer vol relieken van goud, zilver en edelstenen en bij het imposante houten altaarstuk van Peter Dancart raak je niet uitgekeken.

Cake en kunst

Ga je in het weekend, dan kun je de zusters van het klooster van San Ines opzoeken. Je mag het gebouw niet in om de nonnen te ontmoeten, maar wie bij de poort met intercom aanbelt krijgt wel gelegenheid hun cakes en taartjes ‘contactloos’ te bestellen dankzij een vernuftig houten luik dat naar buiten wordt gedraaid om de verkoop te sluiten.

Wat je wel kunt betreden is het voormalige kartuizerklooster La Cartuja net buiten het centrum, dat tegenwoordig het Centro Andaluz de Arte Contemporáneo (CAAC) huisvest. Deze mystieke setting laat de tentoongestelde hedendaagse kunst van opkomende talenten nog mooier uitkomen. In de vaste collectie bevindt zich werk van klinkende namen als Louise Bourgeois, Candida Hofer en Joseph Kosuth.

CAAC museum

CAAC museum © Denise Hermanns

Pareltjes

De vele privépaleizen, waar je mag rondneuzen tussen meubelen, portretten en boeken, maken Sevilla extra bijzonder. In het beeldschone Palacio de Las Dueñas verwelkomde de steenrijke María del Rosario Cayetana Fitz-James Stuart y Silva tot haar dood in 2014 vele filmsterren, modeontwerpers en zelfs koningen. Deze excentrieke achttiende hertogin van Alba vond haar passie in het voetbal, de flamenco en, tot groot ongenoegen van haar familie en het Spaanse koningshuis, bij een 25 jaar jongere echtgenoot.

paleis van de gravin van Lebrija

Paleis van de gravin van Lebrija © Denise Hermanns

Het vijftiende-eeuwse paleis van de gravin van Lebrija is een ander pareltje. De amateur-archeologe kocht het in 1901 voor haar imposante privéverzameling Moorse kunst en archeologische voorwerpen. De collectie is een beetje stoffig maar de vloeren vol oude Romeinse mozaïeken uit Italica mag je niet missen.

Werelderfgoed

Overweldigend is het Plaza de España, een reusachtig plein in halvemaanvorm dat allerlei gebouwen, kanalen en bruggen omsluit. Het in diverse neostijlen opgetrokken complex werd aangelegd voor de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling van 1929 en diende als filmset voor onder andere Lawrence of Arabia en Star Wars II. Van de 52 Spaanse provincies die er met Andalusische tegeltjes zijn vormgegeven, kent iedereen er wel een paar.

Plaza de España

Plaza de España © Denise Hermanns

Op en top Spaans zijn ook de vele flamenco shows die je in de stad kunt bezoeken. Het Museo del Baile Flamenco, opgericht door flamencolegende Cristina Hoyos, toont de expressieve zang en dans in een ontroerende voorstelling. Het museum belicht ook de geschiedenis van dit stukje werelderfgoed, aan de hand van kunstwerken, kostuums en vintage foto’s. ’s Avonds kun je op een van de vele terrassen rondom Las Setas de Sevilla, een 26 meter hoog houten monument, alle indrukken van de dag rustig op je in laten werken terwijl de stad langzaam weer tot leven komt.

Voor fijnproevers van kunst, muziek, geschiedenis en architectuur is Sevilla ondanks de tropische temperaturen een absolute aanrader deze zomer. ‘Vámonos!’

Boeken
special: Petitie en ludieke actie boekenbranche tegen 21% btw

Hoe verzinnen ze het?

Samen met uitgevers en boekenwinkels startte de CPNB (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) enkele weken geleden een campagne tegen de voorgestelde verhoging van de btw op boeken. De petitie tegen dit ‘waardeloos idee’ is ondertussen al bijna 300.000 keer ondertekend. Op 11 juni werd deze petitie gezamenlijk aan de Tweede Kamer aangeboden.

Ter ondersteuning van de petitie en het aanbieden daarvan, hadden de organisatoren bedacht om tussen station Den Haag Centraal en het (tijdelijke) parlementsgebouw een galerij vol reusachtige replica’s van bekende boeken te bouwen. De titels van de tien gekozen boeken waren daarbij creatief aangepast: De Griezelbus van Paul van Loon heette nu bijvoorbeeld De Griezelbtw, Kluun deed mee met Komt een kind bij de taaldokter, en Tommy Wieringa’s Nirwana werd Nirwaarts. Aan fantasie geen gebrek inderdaad.

Dreigende kaalslag

Heel wat minder fantasierijk is het onzalige plan van de beoogde nieuwe coalitie om het kopen en lezen van boeken onaantrekkelijker te maken en voor mensen met een lager inkomen extra moeilijk. Tijdens de presentatie in Nieuwspoort werd uitvoerig stilgestaan bij de culturele kaalslag die door dit plan dreigt.

In een eerste panelgesprek, onder leiding van directeur Eveline Aendekerk van de CPNB, kwam naar voren dat de voorgestelde btw-verhoging op korte termijn eerst vooral de boekhandels en de minder succesvolle schrijvers zal treffen. Naar schatting zal de maatregel resulteren in een verminderde verkoop van vier miljoen boeken per jaar, en dat zal de boekenbranche zeker verder onder druk zetten volgens bestuursvoorzitter Geneviève Waldmann van de GAU (Groep Algemene Uitgevers) en bestuurslid Fabian Paagman van de KBb (Koninklijke Boekverkopersbond).

Maar nog veel belangrijker zijn de brede effecten op langere termijn. Het ontmoedigen van lezen leidt niet alleen tot verdere achteruitgang van de (al dramatisch gedaalde) taal- en leesvaardigheid van Nederlanders, maar verarmt onze hele samenleving. De vier schrijvers die aan het tweede panelgesprek deelnamen – Pieter Koolwijk, Simone van der Vlugt, Tommy Wieringa en Hanneke de Zoete – maakten nog eens duidelijk hoe belangrijk lezen kan zijn voor je persoonlijke en communicatieve ontwikkeling.

Voor hoeveel lezers gaat er geen wereld van inspiratie, nieuwe inzichten of welkome herkenning open met een boek? Waar leer je beter om je ook eens in een ander te verplaatsen? Zelfs, of misschien juist, als je die ander in het dagelijks leven vaak snel voorbijgaat. Waar vind je betere woorden en formuleringen die je bewuster maken van wat je zelf denkt en voelt? Hoe fijn en ontspannend is het soms om even onder te duiken in een mooiere imaginaire wereld? Wie verzint het om hier uit winstbejag een platte belasting op te heffen?

Toegevoegde waarde

In een korte toespraak vatte CPNB-directeur Aendekerk de grote bezwaren tegen de voorgenomen maatregel nog eens bondig samen. De maatregel staat in alle opzichten haaks op een andere belangrijke doelstelling van het hoofdlijnenakkoord – het bevorderen van de leesvaardigheid – en is een totale miskenning van de enorme toegevoegde waarde die boeken hebben voor mens, maatschappij én economie. De schade, ook financieel, die uiteindelijk dreigt, is vele malen groter dan de snelle winst die het de schatkist misschien kan opleveren.

Voordat de petitie (in boekvorm) aan de aanwezige parlementariërs werd aangeboden, droeg Dichter des Vaderlands Babs Gons tenslotte een gedicht voor dat zij speciaal voor de actie schreef, ‘Toegevoegde Waarde’ (© Babs Gons, 31 mei 2024):

‘Verhoog je de belasting op een boek dan belast je een sterrenstelsel een glorende horizon belast je een boek dan sluit je grenzen van verbeelding dan leg je rivieren droog dan barst het glas van ramen die uitzicht bieden op verre oorden belast je een boek dan gooi je de deur dicht voor denkbeeldige vriendjes voor welkome monsters beperk je tijdelijke schuilplaatsen troostrijk landschap dan hebben we straks niet genoeg werelden om in te ontsnappen dan wordt het te duur om de tijd kwijt te raken om te verdwalen en onszelf weer terug te vinden in zevenmijlslaarzen naar succes onszelf te zien in de spiegel in anderen ver ver van ons vandaan dan belast je de toegevoegde waarde van de schoonheid dan hef je belasting op de stemmen van Odysseus en Celie en Pippi en Droogstoppel belast je een boek dan belast je onze vreugde want een boek zou geen andere belasting mogen dragen dan het gemoed van de schrijver.’

 

Kunst / Reportage
special: Galerie Ron Mandos 25 jaar – A Celebratory Exhibition
25 Years of Galerie Ron Mandos - Photo by Benjamin Vanderveen - Shot Number -6Benjamin van der Veen

Een feestje aan de gracht

Galerie Ron Mandos bestaat 25 jaar. Dat willen ze laten weten ook. Het is feest! En wij willen meedoen, want het is een van de meest interessante en dynamische galeries in Amsterdam. De galerie vertegenwoordigt tal van bekende en minder bekende kunstenaars. Uit binnen- en buitenland en ín binnen- en buitenland. Op grote beurzen en in hun eigen galerie aan de Prinsengracht.

 

Diversiteit qua namen, stijlen en landen

Grote namen komen voorbij, zoals Katinka Lampe, Atelier Van Lieshout, Erwin Olaf, Isaac Julien, Remy Jungerman en ga zo maar door. Verschillende stijlen en media worden geëxposeerd en verkocht. Zoals keramiek, nieuwe media, films en installaties, foto’s, schilderijen, beeldhouwwerken en designs. De kunstenaars komen uit de hele wereld: uit Amerika, Curaçao, Australië, Oostenrijk, Maleisië en Slowakije. Ook zijn er kunstenaars aanwezig uit België en Nederland, zowel jong als oud.

Het begint allemaal in Mandos’ eigen huis in Rotterdam. Hij heeft van de bekende Vlaamse curator Jan Hoet afgekeken hoe het anders kan: kunstenaars die in particuliere woningen (Chambres d’Amis, in Gent) hun werk tonen. Nog steeds is de galerie geen standaard witte ruimte, maar groot, transparant en open naar de gracht; mensen kunnen langs lopen en naar binnen kijken.
Eenmaal binnen, kunnen ze zich laten verrassen. Je kunt de kunstwerken van álle kanten, of eens van een andere kant bekijken. En er eventueel met andere bezoekers over praten.

Dialoog

Dat laatste kun je bijvoorbeeld doen tijdens de opening van A Celebratory Exhibition, waar de 36 kunstenaars die Ron Mandos vertegenwoordigt elk twee nieuwe werken tonen. Muziekstukken, die iedere kunstenaar mocht uitzoeken, zorgen voor de samenhang tussen de tentoongestelde werken. Een werk dat inspireert bij het scheppingsproces. Door middel van QR-codes zijn ze te beluisteren.

Wat valt er zoal te zien? Werk van Levi van Veluw en Hans Op de Beeck. Van eerstgenoemde is t/m 25 augustus 2024 een fraaie tentoonstelling te zien in Singer Laren, van Hans Op de Beeck is momenteel ook kunst te zien in Kunsthal KAdE te Amersfoort (nog t/m 28 juli 2024). Of twee glazen vazen met scherven erin van Bouke de Vries. Gebroken kunst die hij weer heeft opgebouwd. Of mediakunst van Geert Mul (Twilight in color). Maar evenzogoed niet-westerse kunst, zoals de geometrische abstractie van de Zuid-Koreaanse kunstenaar Wonkun Jun (Untitled 1). Gekleurde vlakken die ratio en gevoel samenbrengen.

Dat alles in de galerie aan de Prinsengracht: een dialoog tussen de beschouwer en de kunstwerken én, als je geluk hebt, een gesprek met een verzamelaar of kunstenaar.

Film / Reportage
special: Go Short – International Short Film Festival Nijmegen 2024

Kort maar krachtig

Alweer de 16e editie van het Go Short Filmfestival vond van 3 tot en met 7 april 2024 plaats in Nijmegen. Het LUX-theater en verschillende andere gebouwen in de Mariënburg vertoonden vijf dagen lang de beste korte films die afgelopen jaar internationaal zijn geproduceerd. Hier lees je over vijf van de films die door de jury geprezen zijn als de beste van het festival.

Een short film is, simpel gezegd, korter dan de normale speelfilm waarvoor je in de bioscoop komt. Op dit festival varieert de lengte van de films tussen de 3 en 35 minuten. Omdat er minder tijd is om een verhaal te vertellen, wordt er doorgaans een korte hap uit een gebeurtenis genomen, in plaats van dat er een verhaal van begin tot eind wordt opgebouwd. Ook biedt de kortere lengte de mogelijkheid om een meer experimentele film- of animatiestijl toe te passen.

W Leslie Sa Ludzie (There are People in the Forest)

Szymon Ruczynski – Polen
3/5 sterren

Een simpel maar effectief geschetste animatie met een verontrustende ondertoon. Een man vindt zijn weg uit een bos en wordt opgewacht door bewapende mensen. Hij wordt meegenomen over de grens. Daar aangekomen blijkt dat er geen plek voor hem is en dat hij terug het bos in moet. Hij blijkt niet de enige te zijn in het bos.

De film is gebaseerd op waargebeurde verhalen over de grens tussen Polen en Wit-Rusland, waar vluchtelingen hopen de oversteek te maken naar een beter leven binnen de Europese Unie. Met zijn film wilde Ruczynski aandacht vestigen op de vluchtelingencrisis. De jonge filmmaker (24) besloot zijn verhaal te animeren, om de zware tonen van het verhaal enigszins te verzachten.

Dit maakt de film niet minder indrukwekkend. Er is geen tekst en geen muziek, alleen geluidseffecten. Deze stilte zorgt voor spanning en benadrukt de onuitgesproken ervaring van vele vluchtelingen.

Zima a Tma (Cold and Dark)

Peter Hostak – Slowakije
4/5 sterren

In het boerenlandschap van Slowakije volgen we een paard, Kubo, en de boeren die met de hulp van Kubo hout verzamelen. Een nieuwsbericht meldt dat er een energietekort is, waardoor de boeren geloven dat brandhout de enige vorm van brandstof zal zijn in de nabije toekomst.

De film is zwart-wit, wat het koude en donkere effect van de titel versterkt. Het is een drassige winter en er lijkt vroeg in de ochtend gewerkt te worden. Dit weerhoudt de boeren niet van het nemen van een drankje tijdens de werkzaamheden. Ze grappen dat Kubo ook wel wat te drinken kan gebruiken, een sentiment dat je bijna deelt wanneer je het paard boomstam na boomstam uit het natte bos ziet trekken.

Waar de boeren Kubo niet genoeg lijken te waarderen, wordt de afhankelijkheid van paardenkracht versterkt doordat het paard veel in beeld verschijnt. Kubo is de enige naam die we leren en de boeren komen niet of nauwelijks met hun gezicht in beeld.

Tako Tsubo

Fanny Sorgo, Eva Pedroza – Oostenrijk, Duitsland
3/5 sterren

Een zwartgallige interpretatie van het verwerken van menselijke emoties. ‘Tako Tsubo’ is een Japanse benaming van een hartspierziekte veroorzaakt door stress. In deze animatiefilm wordt een ‘medische behandeling’ geïntroduceerd waarbij mensen simpelweg de organen waar ze last van hebben, kunnen laten verwijderen. Maar wanneer het hart zeer doet door stress, gaat de stress dan wel weg wanneer het hart wordt verwijderd?

De geverfde animatie zorgt voor een unieke look. Scènes lijken op hetzelfde canvas geschilderd te worden, want wanneer een personage beweegt, zijn de vegen op het canvas van de voorgaande positie te zien. Het ruwe karakter van het verhaal wordt hiermee visueel versterkt.

De personages zijn onaangenaam om naar te kijken: het merendeel wordt naakt en hierdoor kwetsbaar afgebeeld. Ook zijn de stemmen die worden ingesproken krakerig en onheilspellend. Dat komt overeen met de sfeer die de film neerzet, maar het maakt Tako Tsubo wel een moeilijke film om te kijken. Omdat de film slechts zes minuten duurt hoeft de kijker niet te lang in de onaangename sfeer te blijven hangen.

Baigal Nuur – Lake Baikal

Alisi Telengut – Duitsland, Canada
2/5 sterren

De vorming van een meer in Siberië wordt geanimeerd met natuurlijke materialen als kiezels, water en mos. Halverwege de film komt hier een voice-over bij in het Boerjaat-Mongools, een uitstervende taal. Het belichten van een specifiek natuurgebied en de cultuur die daarbij hoort, is een bijzondere wijze om de effecten van de opwarming van de aarde te presenteren.

Het probleem met deze short film is dat het niet direct duidelijk is waar het verhaal over gaat. Omdat de animatiestijl zo grof is, is het her en der ook moeilijk om te zeggen wat er te zien is. Een introductie van het onderwerp zou de filmervaring ten goede komen.

Het beperkte vocabulaire van de verteller versterkt de simpele animatie. De vreemde taal, gecombineerd met de natuurlijke animatiestijl, zorgt voor de sensatie dat je naar oerkrachten kijkt die aan het werk zijn. De tekst die gesproken wordt is schaars, wat tekenend is voor de teloorgang van een cultuur.

Nos îles (Our Island)

Aliha Thalien – Frankrijk
4/5 sterren

De blijvende effecten van een koloniaal verleden worden besproken door jongeren op Martinique. Een aantal prachtige natuurshots leiden de film in. Meteen is duidelijk dat Martinique rijk is aan natuur. Een long shot met een donkere lucht en stevige wind introduceert het gevoel dat er ook op zo’n relaxte plek onrust is onder de bevolking.

Na het eiland via de camera te hebben verkend, zien we een gesprek tussen een aantal jongeren. Ze doen een spelletje en lachen met elkaar, maar al snel snijden ze gevoelige onderwerpen aan zoals de relaties met hun ouders en hun afhankelijkheid van Frankrijk. Waarschijnlijk zijn bepaalde gesprekken gestart omdat de filmmakers de meningen van de jeugd over specifieke onderwerpen wilde documenteren. Ondanks dat het niet alledaagse gesprekken zijn die worden gevoerd, blijven de jongeren eerlijk en ongeremd in hun conversatie.

We zien de jongeren flauwe grapjes maken die niet landen bij de vriendengroep. Deze beelden worden afgewisseld door close-ups van individuen, waarbij ongemak en twijfel te zien is bij gesprekken over wat het zou betekenen om onafhankelijk te zijn. De short film voelt als een authentieke kijk in het leven van jongeren die naast de standaard puberproblemen ook te kampen hebben met het feit dat ze vastzitten in een onderworpen paradijs.

Uiteenlopend en indrukwekkend

Ondanks dat dit slechts een selectie is van de films die door de jury als beste zijn bekroond, moge duidelijk zijn dat er een enorme variëteit aan verhalen wordt verteld op het Go Short Film Festival. Verschillende theaters zijn de hele dag gevuld met korte films van over de hele wereld. Het geeft een mooi inzicht dat niet elk verhaal enorm en episch hoeft te zijn. De vertelwijze staat centraal en experimenteren wordt aangemoedigd. ‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd’ blijkt maar al te waar te zijn.

 

Film / Films

Het sciencefictionhoogtepunt van het jaar

recensie: Dune: Part Two - Denis Villeneuve

De Dune-reeks van Frank Herbert is een van de klassiekers in het sciencefictiongenre. Er is lang beweerd dat deze boeken nooit op een goede manier vertaald zouden kunnen worden naar film. De Dune-film uit 1984 lijkt dit te bevestigen, ondanks de cultstatus die deze inmiddels heeft gekregen. Regisseur Denis Villeneuve liet in 2021 zien dat het verhaal over Paul Atreides wel degelijk te verfilmen is, en doet er dit jaar met Dune: Part Two nog een schepje bovenop.

Dune: Part Two gaat door met de reis van Paul Atreides op de vreemde zandplaneet genaamd Arrakis. De uitgebreide wereldbouw, politieke intriges en religieuze thema’s worden in dit deel nog dieper uitgewerkt. Daarmee teert de film duidelijk op de voorkennis van de kijker; het is immers een direct vervolg. Paul heeft zich aangesloten bij de Fremen en helpt hen de planeet te bevrijden van de Harkonnen. Tegelijkertijd wordt hij geplaagd door visioenen en profetieën over zijn rol in deze wereld. Het eerste boek in de boekenreeks, Dune, is met dit tweede deel volledig verfilmd. Nu is het nog wachten op de verfilming van het vervolg, Dune: Messiah, die de karakterboog en verhaallijn van Paul pas echt afmaakt.

Verdieping en expansie

Dat neemt niet weg dat Dune: Part Two een van de grootste en meest meeslepende sciencefictionfilms is van het afgelopen decennium, alsmede een van de beste sequels in tijden. Dune: Part Two borduurt op meesterlijke wijze voort op de prikkelende wereld die is neergezet in het vorige deel. Hierdoor is er veel ruimte voor verdieping en expansie. De mysterieuze vrouwenorde van de Bene Gesserit, de identiteitscrisis van Paul, de zandwormen, het volk van de Fremen, alles krijgt meer aandacht. Het is een vervolgdeel dat zich kan meten met iconische sequels als The Lord of the Rings: The Two Towers en Star Wars: The Empire Strikes Back.

Pure kwaliteit

Niet alleen qua inhoud is de film indrukwekkend, ook op technisch vlak weet de film het vorige deel te overtreffen. Cinematograaf Greig Fraser heeft uitzonderlijk hoge kwaliteit geleverd. Elk shot ziet kan ingelijst worden en laat elke scène groots en episch uit de verf komen. In principe zouden hier alle departementen van deze productie apart uitgelicht moeten worden, want alles sluit naadloos op elkaar aan. Het plot heeft een soepel vloeiend tempo, de actiescènes zijn vlot en minder houterig dan in het eerste deel, het geluid maakt dat de hele wereld heerlijk buitenaards aanvoelt, de kostuums zijn ongekend creatief, Austin Butler is perfect gecast als Feyd-Rautha, de lijst is eindeloos.

Te veel hooi op de vork?

Het enige waar wat onenigheid over kan bestaan, is over de verschillen met het boek. Niet iedereen zal het eens zijn over de keuzes die gemaakt zijn. Zo lijkt Paul in de boeken aanzienlijk meer tijd te spenderen met de Fremen, en ook zijn motivatie lijkt anders vormgegeven. Het is ook gezegd dat er te veel verhaal in een film van ‘slechts’ twee uur en drie kwartier is gepropt. Maar dit is eerder een kleine voetnoot dan een zwaarwegend kritiekpunt.

Al met al is Dune: Part Two alles wat een vervolg moet zijn. Het is nu al een van de grootste films van het jaar en zal ongetwijfeld in deze top tien blijven staan. Met name sciencefictionliefhebbers kunnen deze film absoluut niet missen. En een film van dit kaliber dient gekeken te worden op het grootst mogelijke scherm. Uiteraard.

Matthew Wong, The Kingdom, 2017.
Kunst / Expo binnenland

Matthew Wong: een onvervuld verlangen

recensie: Matthew Wong | Vincent van Gogh: Painting as a Last Resort - Van Gogh Museum
Matthew Wong, The Kingdom, 2017.

Matthew Wong kampte met mentale problemen en zag kunst als zijn laatste redmiddel. Door te kijken naar Van Gogh en andere meesters leerde hij zichzelf schilderen. De roem die rap volgde stilde niet zijn verlangen naar geluk en hij stapte veel te vroeg uit het leven. Zijn indrukwekkende nalatenschap kun je in het Van Gogh Museum ontdekken.

Matthew Wong

Matthew Wong. Foto: 2023 Matthew Wong Foundation.

De eerste Europese overzichtstentoonstelling van de Chinees-Canadese kunstenaar Matthew Wong (1984-2019) onthult een kleurrijk en krachtig oeuvre, dat tegelijk melancholisch en ontroerend is. Hij kampte met psychische problemen door depressies, autisme en het syndroom van Gilles de la Tourette. Wong zag de schilderkunst als een last resort om te overleven en om betekenis en erkenning in het leven te vinden. Hij maakte zich het vak eigen door werk van grote Europese en Amerikaanse meesters uitvoerig te bestuderen. Als een spons nam hij alles wat hij zag in zich op, en onder invloed van Vincent Van Gogh, Henri Matisse, Gustave Klimt, Yayoi Kusama, Willem de Kooning, Joan Mitchell, Jonas Wood en anderen ontwikkelde hij een geheel eigen stijl. Ook vond hij inspiratie in de traditionele Chinese kunst. Een gemeenschap van gelijkgestemden kon via Facebook zijn razendsnelle ontwikkeling tot internationaal kunstenaar stap voor stap volgen.

Verwantschap

Met Van Gogh had Matthew zowel artistiek als persoonlijk een connectie. Beiden begonnen als autodidact pas op 27-jarige leeftijd met schilderen. Hun carrières waren stormachtig en kort, want door depressie zagen ze geen andere uitweg dan zelfdoding. Ook hun intuïtieve, kleurrijke kunst vertoont bizar veel parallellen; in het Van Gogh Museum hoef je maar te kijken naar de penseelstreken van The Kingdom uit 2017, om te zien door wie Matthew het meest werd geïnspireerd.

Toch biedt de door conservator Joost van der Hoeven samengestelde tentoonstelling slechts af en toe gelegenheid hun werken naast elkaar te zien, en daar wordt Wong recht mee gedaan. Zijn imaginaire wereld is vol van schoonheid en diepgang waardoor deze ook zonder een vergelijking met Van Gogh veel indruk maakt en ontroert.

Een eigen weg

Matthew Wong, See You on the Other Side, 2019.

Matthew Wong, See You on the Other Side, 2019. Foto: 2023 Matthew Wong Foundation /c/o Pictoright Amsterdam 2023

Wongs sterke verbeeldingskracht is goed te zien in A Walk Through Primordial Garden uit 2018, waarin een eenzame figuur over een slingerend pad wandelt. Het landschap is warm en uitbundig van kleur, maar er gaat ook verdriet achter schuil. Wong portretteerde zichzelf vaker op deze wijze. Een veelvoorkomend thema was saudade: gevoelens van verlangen, nostalgie en melancholie naar een plek, iets of iemand die niet meer bestaat.

See You on the Other Side (2019) verbeeldt een figuur aan de rand van een groot wit landschap. Als toeschouwer kijk je over zijn schouder mee naar een huis aan de overkant dat onbereikbaar lijkt. Hierdoor voel je zowel het isolement als het verlangen om aan de andere kant te komen.

Melancholie

Een groot verschil met Van Gogh is dat Wong het succes van zijn werk wel heeft kunnen ervaren. Hij was angstig en onzeker, maar bezat desondanks over genoeg zelfvertrouwen om eigen tentoonstellingen te organiseren. Met zijn moeder bezocht hij galeriehouders in Amerika, die net als belangrijke kunstcritici zijn buitengewone talent zagen. Vanuit zijn huis in Edmonton, Canada, schilderde Wong soms wel zes werken op een dag en musea en verzamelaars legden miljoenen neer voor deze creaties.

Erkenning en waardering brachten hem kortstondig geluk, maar niet de gewenste rust in zijn hoofd. De tragiek van de kwetsbare kunstenaar kun je voelen in emotioneel geladen kunstwerken zoals End of the Day uit 2019, uit zijn latere ‘blauwe periode’. Matthews ouders schonken het in 2023 aan het Metropolitan Museum of Art. Vergeet niet op de bovenste etage van het museum het mystieke Path to the Sea uit 2019 te bekijken in de daarvoor speciaal ingerichte stilteruimte. Een mooier eerbetoon aan Matthew Wong is er bijna niet te bedenken.

Impressie Matthew Wong | Vincent van Gogh: Painting as a Last Resort, Van Gogh Museum.

Impressie Matthew Wong | Vincent van Gogh: Painting as a Last Resort, Van Gogh Museum. Foto: Michael Floor.

Film / Films

De meester van Japanse animatie levert wederom een bijzondere film

recensie: The Boy and the Heron - Hayao Miyazaki
Recensie: The Boy and the HeronFilmdepot

Een film die zonder enige aankondiging van release twee weken lang op de eerste plaats staat in de Japanse Box-Office. Hier moet iets wel heel speciaals aan de hand zijn. Hayao Miyazaki levert op 82-jarige leeftijd een bijzonder (laatste?) werk af: The Boy and the Heron.

Miyazaki zou eigenlijk al in 2013, na zijn semi-autobiografische film The Wind Rises, met pensioen gaan. Toch lukt het hem maar niet, en dat is eigenlijk maar goed ook, want zijn nieuwste film The Boy and the Heron laat zien dat er nog veel onontdekte werelden in zijn geest zitten.

De nieuwste film werd in juli 2023 in Japan uitgebracht zonder grootschalige bekendmaking. De filmposter was een simpele tekening van een reiger. Er waren geen beelden, trailers of marketingcampagnes. Desondanks was de film een fenomenaal succes. Nu, zeven maanden later, is hij dan eindelijk te zien in Europese theaters. Het is echter moeilijk om er even blind in te gaan als bij de Japanse release: trailers draaien al weken voorafgaand aan de release en overal duiken synopsissen en beelden op van de nieuwe film. Door bewust te kiezen voor een stille release toont Miyazaki aan hoe verslaafd we eigenlijk zijn aan deze synopsissen, trailers en ook recensies. We weten al exact waar we naar gaan kijken voor de film begint, met als gevolg dat een film zijn verrassingselement verliest.

Het eerste geluid in de film, het luchtalarm, situeert direct de tijdsgeest: de Tweede Wereldoorlog. Het jonge hoofdpersonage Mahito Mako verliest zijn moeder door een brand in het ziekenhuis waar ze opgenomen is. Twee jaar na haar dood verhuist Mahito naar de woning van zijn tante, die ondertussen getrouwd is met zijn vader en in verwachting is. Mahito is een stille, teruggetrokken jongen, die niet veel praat of zijn gevoelens blootgeeft. Het wordt snel duidelijk dat de dood van zijn moeder nog altijd als groot trauma in het hoofd van de jongen huist. In de woning van zijn tante, gelegen in de prachtige natuur van Japan, wordt Mahito lastiggevallen door een pratende reiger die het op hem gemunt heeft. Deze pratende reiger is pas het begin van Mahito’s bizarre reis naar een andere wereld.

Ongelofelijk mooie animaties in een onduidelijk narratief

Dat Studio Ghibli films aflevert die een spektakel zijn voor het oog is algemeen bekend. De werelden worden gekenmerkt door een extreem gevoel voor detail, heerlijk eten, schattige wezens, parallelle werelden en ontmoetingen met vreemde en bijzondere figuren. De opening van The Boy and the Heron is echter van een heel ander kaliber. Waar Studio Ghibli zaken vaak curieus maar luchtig houdt, is het eerste gedeelte van deze film ronduit duister te noemen. Mahito’s moeder gaat letterlijk in vlammen op en terwijl hij naar het ziekenhuis rent om haar nog proberen te redden, moet hij door een zee van mensen die zelf al haast tot lijken zijn vergaan. Ook de raspende, schelle stem en de bizarre animatie van de reiger (waar een vreemd wezen in zit, die af en toe in zijn bek verschijnt en dan weer ingeslikt wordt) zorgen voor rillingen over de rug. De filmanimatie is zonder twijfel een tour de force, maar zeer macaber.

Recensie: The Boy and the Heron - Hayao Miyazaki

Bijzondere personages in een prachtig gedetailleerde animatie in The Boy and the Heron, 2023 Studio Ghibli

Zoals het meer films van Miyazaki betaamt, is een duidelijke verhaalstructuur in een evenmatig tempo jammer genoeg ver te zoeken. Zodra Mahito de andere wereld betreedt, komt de film met een noodstop tot stilstand en duurt het lang voor deze het tempo weer oppakt. We vallen van de ene wonderbaarlijke scène in de andere en hoewel deze ervaringen bijdragen aan Mahito’s emotionele volwassenwording, lijkt niks direct bij te dragen aan de reden dat hij in de andere wereld is. Met een film van iets meer dan twee uur is het dus een lange opeenvolging van gebeurtenissen die op het eerste gezicht niet direct te plaatsen zijn in de voortgang van het verhaal.

Toch hoeft de narratieve ongeregeldheid geen probleem te geven. Waar Miyazaki namelijk ongelofelijk goed in is, is het overbrengen van een bepaalde vibe in een film. Het is moeilijk deze unieke emotie die zijn films oproept exact te vertalen. Maar het is veelal het warme gevoel van geromantiseerde nostalgie naar kinderlijke verwondering, van fantasie verpakt in extreem realisme. Ook The Boy and the Heron brengt dit gevoel over. Mede hierdoor wordt Miyazaki als ware auteur gezien, naast andere legendarische auteur-regisseurs zoals Hitchcock, Godard en Pasolini.

The End?

Op het internet wordt gespeculeerd dat The Boy and the Heron een autobiografisch verhaal is over Miyazaki zelf, die zich zorgen maakt om de toekomst van Studio Ghibli. Als maker van zijn eigen animatiewereld moet hij het stokje overdragen aan een opvolger, maar hij is onzeker of er wel een geschikte opvolger zal zijn. Het is een interessante interpretatie die de film, die al bol staat van symbolisme, nog een extra laag geeft. Of Miyazaki de film ook echt zo bedoeld heeft, is maar de vraag. Het is in ieder geval een prachtig werk om een succesvolle carrière mee af te sluiten.

Film
special: Camera Japan Festival Rotterdam 21 t/m 24 september 2023

Een middag in Japan

Bij de woorden ‘Japanse cinema’ zal bij veel mensen het genre ‘anime’ als eerste te binnen schieten. Maar Japanse cinema is zoveel meer dan enkel dit genre. Het Camera Japan Festival bewijst dit en biedt de kans Japanse parels te ontdekken. Met een liefde voor Japanse cultuur presenteert de 18e editie van het festival een vol programma met voor ieder wat wils.

foto: Romy Struik

Een coming-of-age drama, een snoeiharde horrorfilm of een feelgood drag roadmovie; het filmprogramma is mooi uitgebalanceerd. Er zijn niet alleen shorts, documentaires, animes en Q&A’s maar ook specials, een filmbrunch en films met live muziek. Met zo’n enthousiaste programmering is een grote venue dan ook noodzakelijk. Bioscoop Lanterenvenster is al jaren de locatie voor het festival in Rotterdam en ook deze editie weer leuk aangekleed in Japanse stijl. Tickets koop je onder de torii, de karakteristieke rode boog. Er is ook een kleine Japanse woonkamer waar je plaats kan nemen voor een leuke foto, inclusief Studio Ghibli gimmicks. Dit alles zorgt voor een uiterst gezellige sfeer.

Een kleine greep uit de programmering

Polan (door Kota Nakamura) gaat over een ouderlijk stel dat tijdens de coronapandemie noodgedwongen hun fysieke antieke boekenwinkel moet sluiten. De film toont hiermee een verhaal dat zich niet alleen in deze boekenwinkel in Japan afspeelt maar wereldwijd de realiteit is voor heel veel kleine ondernemingen. Dit in combinatie met de zichtbare passie voor boeken en de wijze levenslessen van de integere eigenaar van de winkel, Kyosuke, maakt het tot een documentaire die de toeschouwer aangrijpt en niet onberoerd laat.

Suncream and Windchimes (door Eiichi Takahashi) is dan weer heel andere koek. Een surrealistische film over wantrouwen en paranoia waarin personage Hajime zo overtuigd raakt van het idee dat hij zijn vrouw in vreemde kleding op straat heeft gezien dat hij camera’s in heel zijn woning ophangt, met alle gevolgen van dien. Door het coole acteerwerk en de schaarste aan dialoog is het moeilijk te begrijpen wat Hajime voelt of denkt, waardoor zijn handelingen nogal arbitrair lijken. Zo achtervolgt hij de dame die hij aanziet voor zijn vrouw zonder echt de moeite te doen om te ontdekken of ze het nu wel of niet is. De personages lijken zo van elkaar vervreemd dat er twijfel ontstaat of ze überhaupt registreren wat de ander tegen ze zegt. Gestelde vragen worden niet beantwoord en conversaties lijken in het niets op te lossen of nergens naar toe te gaan. Dit maakt het een ambitieuze debuutfilm die net niet helemaal goed genoeg in elkaar steekt om het surrealisme op overtuigende wijze over te brengen.

De anime Macross Plus (door Shinichirō Watanabe) wint de harten van het publiek door de opmerkelijke up-beat soundtrack in combinatie met fantastisch geanimeerde sequenties. Hoewel de sci-fi klassieker al in 1995 uitkwam is hij door het thema AI (en de gevaren die hierin schuilen) nog altijd opmerkelijk modern. Het voor anime typerende overdreven stemacteerwerk en de soms wat afgezaagde one-liners brengen bijna 30 jaar na dato een zekere onbedoelde humor met zich mee.

Meer dan alleen film

Hoewel de focus van het cultuurfestival op de Japanse film ligt, is er niet alleen veel te zien maar zeker ook veel te doen. Kinderen kunnen meedoen aan de ‘kids day’ waar allerlei leuke knutselactiviteiten en spelletjes te doen zijn. Aansluitend zijn er voor het jongste publiek een aantal korte Japanse films geprogrammeerd. Op donderdagavond is er voor de volwassenen een origami workshop, op zaterdagavond een whiskey proeverij en op zondagochtend een workshop maki-e (een traditionele Japanse lakdecoratietechniek waarbij afbeeldingen en patronen op specifieke voorwerpen worden getekend). Samen met de uitgebreide filmprogrammering weet het festival op deze manier iedere doelgroep aan te spreken.

In de Taiyaki zit een vulling, traditioneel zoete rodebonen pasta maar tegenwoordig ook custardcrème, chocola of zelfs kaas

Wie na afloop van activiteit of film zijn of haar smaakpapillen op de proef wil stellen is aan het juiste adres: in Lantarenvenster is een erg leuke markt waar je authentiek Japans eten koopt, veelal ter plekke vers bereid. Sushi, Taiyaki (gevulde wafels in de vorm van een vis), Sake maar ook snoepgoed zijn volop beschikbaar. Tijdens het middaguur hangt er een heerlijke lucht in Lantarenvenster door de lunch, bestaande uit Japanse lekkernijen, die wordt geserveerd in het restaurant.

Het festival bevat door al deze activiteiten een educatief aspect. De twee fotoreeksen Becoming a Geisha door Paul van der Veer en Commute Rush door Aoyaga Mitsuhi dragen hier ook aan bij. Van der Veer kreeg namelijk toegang tot het geishahuis Hanafusa waar hij de kans kreeg om de afstudeerceremonie van trainee Kikuya te fotograferen, waarna zij een volwaardig geisha zal zijn. Dit wordt maar zelden vastgelegd door buitenstaanders en is daarom extra bijzonder. De foto’s worden vergezeld van teksten die meer uitleg bieden over de rituelen. Samen schetsen ze een beeld van een wonderlijk beroep dat bestaat uit dag in dag uit hard studeren en werken. Mitsuhi’s fotoreeks heeft het dagelijks reizen in de grote Japanse steden als uitgangspunt. De foto’s zijn energiek en dynamisch, exact zoals de grote Japanse steden.

In plaats van de focus op het populaire of stereotyperende te leggen is het duidelijk dat balans het uitgangspunt is op het cultuurfestival. Wie gefascineerd is door de Japanse cultuur moet dus zeker een volgend festival bezoeken. Maar ook wanneer het enkel een kleine nieuwsgierigheid naar het onbekende betreft, is het Camera Japan Festival een goed begin om meer te leren over deze bijzondere en veelzijdige cultuur.

Bekijk hier de aftermovie van de 18e editie.