Tag Archief van: 8WEEKLY

Theater / Voorstelling

Spreid je veren!

recensie: De Mol en de Paradijsvogel - OpusOne

‘Veel acteurs zijn homoseksueel. Bent u dat ook?’ Wat zou jij geantwoord hebben in 1969 op live televisie? Albert Mol werd zo per toeval de eerste Nederlandse openlijk homoseksuele acteur toen hem dit werd gevraagd door Koos Postema in Een Groot Uur U. Een echt Nederlands queer icoon dus. Maar ken jij Albert Mol? Misschien niet, maar De Mol en de Paradijsvogel brengt daar verandering in.

Wat hebben het leven van theater- en tv-icoon Albert Mol en het leven van een queer vluchteling in Nederland met elkaar gemeen? Producent OpusOne brengt deze twee ogenschijnlijk totaal verschillende levens met elkaar in verbinding in de nieuwe Nederlandse musical De Mol en de Paradijsvogel. Beiden zijn op zoek naar hoe ze hun flamboyante zelf kunnen zijn, zonder kritiek uit hun ‘inclusieve’ omgeving. Dat blijkt best lastig, want ook in de Nederlandse gayscene lijkt het oer-Hollandse motto ‘doe maar normaal dat is al gek genoeg’ te gelden. Kun je in de lhbtiq+-gemeenschap echt jezelf zijn of is er ook zoiets als ‘té uitbundig’?

Onbeschaamd queer zijn

In deze musical kijkt een dementerende en stervende Albert Mol in 2004 terug op zijn leven en we zien hoe hij worstelt met zijn seksualiteit en hoe hij op de nationale tv uit de kast komt. Zo discussieert hij met Wim Sonnevelt over zijn publieke geaardheid en krijgt hij het advies om discreet te zijn. Albert Mol blijkt een echte paradijsvogel, maar staat zijn flamboyante karakter zijn carrière in de weg?

Daartegenover staat het verhaal van de Syrische vluchtig Wassim, die na een dragqueenoptreden voor de zoveelste keer in elkaar is geslagen. De vrienden die hem opvangen, twee oudere homoseksuele mannen, vinden dat hij er zelf ook wel om vraagt door zich zo uitbundig te kleden. Is Nederland dan wel zo open minded als het leek?

De twee verhaallijnen zijn goed in elkaar verwoven en door snelle wisselingen is het een vlotte musical die goed te volgen is voor zowel een wat jonger als ouder theaterpubliek. Laus Steenbeeke zet een goede en breekbare Albert Mol neer en Silyan ElKattabi een sterke Wassim.

Goede nieuwe musical

Dit is een nieuwe Nederlandse musical die in 2022 al als werkplaatsvoorstelling werd opgevoerd. De voorstelling ontroert, is grappig, scherp, vernuftig en écht een musical met zang en dans. Het verhaal ontroert natuurlijk, maar dit wordt niet uitgemolken en wordt juist vaak ook luchtig gebracht. Zo zijn de situaties waarin de dementerende Albert Mol zich bevindt niet allemaal schrijnend of indrukwekkend, maar soms ook raar of grappig.

Bovendien is de musical scherp, niet alleen op Nederland dat zichzelf heel inclusief vindt, maar ook op de lhbtiq+-gemeenschap zelf. Wassim is als vluchteling bijna niet queer genoeg, maar als dragqueen vinden zijn homoseksuele vrienden dat hij wel erg ver gaat: ‘wees blij dat we mogen trouwen’. En hoe inclusief is de gayscene als Wassim alleen maar gezien wordt als ‘exotisch hapje’?

Daarnaast is de voorstelling echt een musical, want alle disciplines komen veelvuldig aan bod. Een groepje mannen gehuld in zwart en glitter danst als ensemble met revuepasjes de hele voorstelling door. Er zijn ook diverse muzikale knipogen naar Nederlands theater of muziek, bijvoorbeeld naar Harry Bannink en Annie M.G. Schmidt in het nummer ‘Spreid je veren’.

De Mol en de Paradijsvogel is een veelzijdige en indrukwekkende musical, geschikt voor wie een musical met queer thematiek wil zien in het kader van Pride en ook voor wie een voorstelling over het leven van Albert Mol wil zien. Wie interesse heeft moet er snel bij zijn, want  in het kader van Pride staat de musical tot en met 6 augustus in het DeLaMar theater. Al zou het mooi zijn als deze musical met een iets langere speelperiode terug zou komen. Want of je nu queer bent of niet, iedereen worstelt wel eens met zichzelf en dit verhaal over identiteit is erg inspirerend.

Theater / Voorstelling

Spreid je veren!

recensie: De Mol en de Paradijsvogel - OpusOne

‘Veel acteurs zijn homoseksueel. Bent u dat ook?’ Wat zou jij geantwoord hebben in 1969 op live televisie? Albert Mol werd zo per toeval de eerste Nederlandse openlijk homoseksuele acteur toen hem dit werd gevraagd door Koos Postema in Een Groot Uur U. Een echt Nederlands queer icoon dus. Maar ken jij Albert Mol? Misschien niet, maar De Mol en de Paradijsvogel brengt daar verandering in.

Wat hebben het leven van theater- en tv-icoon Albert Mol en het leven van een queer vluchteling in Nederland met elkaar gemeen? Producent OpusOne brengt deze twee ogenschijnlijk totaal verschillende levens met elkaar in verbinding in de nieuwe Nederlandse musical De Mol en de Paradijsvogel. Beiden zijn op zoek naar hoe ze hun flamboyante zelf kunnen zijn, zonder kritiek uit hun ‘inclusieve’ omgeving. Dat blijkt best lastig, want ook in de Nederlandse gayscene lijkt het oer-Hollandse motto ‘doe maar normaal dat is al gek genoeg’ te gelden. Kun je in de lhbtiq+-gemeenschap echt jezelf zijn of is er ook zoiets als ‘té uitbundig’?

Onbeschaamd queer zijn

In deze musical kijkt een dementerende en stervende Albert Mol in 2004 terug op zijn leven en we zien hoe hij worstelt met zijn seksualiteit en hoe hij op de nationale tv uit de kast komt. Zo discussieert hij met Wim Sonnevelt over zijn publieke geaardheid en krijgt hij het advies om discreet te zijn. Albert Mol blijkt een echte paradijsvogel, maar staat zijn flamboyante karakter zijn carrière in de weg?

Daartegenover staat het verhaal van de Syrische vluchtig Wassim, die na een dragqueenoptreden voor de zoveelste keer in elkaar is geslagen. De vrienden die hem opvangen, twee oudere homoseksuele mannen, vinden dat hij er zelf ook wel om vraagt door zich zo uitbundig te kleden. Is Nederland dan wel zo open minded als het leek?

De twee verhaallijnen zijn goed in elkaar verwoven en door snelle wisselingen is het een vlotte musical die goed te volgen is voor zowel een wat jonger als ouder theaterpubliek. Laus Steenbeeke zet een goede en breekbare Albert Mol neer en Silyan ElKattabi een sterke Wassim.

Goede nieuwe musical

Dit is een nieuwe Nederlandse musical die in 2022 al als werkplaatsvoorstelling werd opgevoerd. De voorstelling ontroert, is grappig, scherp, vernuftig en écht een musical met zang en dans. Het verhaal ontroert natuurlijk, maar dit wordt niet uitgemolken en wordt juist vaak ook luchtig gebracht. Zo zijn de situaties waarin de dementerende Albert Mol zich bevindt niet allemaal schrijnend of indrukwekkend, maar soms ook raar of grappig.

Bovendien is de musical scherp, niet alleen op Nederland dat zichzelf heel inclusief vindt, maar ook op de lhbtiq+-gemeenschap zelf. Wassim is als vluchteling bijna niet queer genoeg, maar als dragqueen vinden zijn homoseksuele vrienden dat hij wel erg ver gaat: ‘wees blij dat we mogen trouwen’. En hoe inclusief is de gayscene als Wassim alleen maar gezien wordt als ‘exotisch hapje’?

Daarnaast is de voorstelling echt een musical, want alle disciplines komen veelvuldig aan bod. Een groepje mannen gehuld in zwart en glitter danst als ensemble met revuepasjes de hele voorstelling door. Er zijn ook diverse muzikale knipogen naar Nederlands theater of muziek, bijvoorbeeld naar Harry Bannink en Annie M.G. Schmidt in het nummer ‘Spreid je veren’.

De Mol en de Paradijsvogel is een veelzijdige en indrukwekkende musical, geschikt voor wie een musical met queer thematiek wil zien in het kader van Pride en ook voor wie een voorstelling over het leven van Albert Mol wil zien. Wie interesse heeft moet er snel bij zijn, want  in het kader van Pride staat de musical tot en met 6 augustus in het DeLaMar theater. Al zou het mooi zijn als deze musical met een iets langere speelperiode terug zou komen. Want of je nu queer bent of niet, iedereen worstelt wel eens met zichzelf en dit verhaal over identiteit is erg inspirerend.

Boeken / Non-fictie

Een kind of geen kind

recensie: Soms wil ik een kind / 28 Embryo's

Twee vrouwen ontdekken dat een kind krijgen bij hen niet vanzelf gaat. De een vraagt zich vervolgens af of ze dit wel echt wil, een kind op de wereld zetten, en ze start een onderzoek naar haar kinderwens. De ander doet er juist alles aan om de kinderwens te vervullen en duikt in de wereld van IVF, embryodonatie en adoptie.  

Jonge mensen zien het krijgen van een kind vaak als iets vanzelfsprekends. Als je je carrière op de rit hebt, een goede partner hebt gevonden én al die mooie reizen hebt gemaakt, dan komt er vanzelf een kind op je pad. Ook journalist Jantine Jongebloed stond er zo in. Maar na twee buitenbaarmoederlijke zwangerschappen, waarbij ze zelfs op het randje van de dood balanceert, vraagt ze zich ineens af: wil ik dit eigenlijk wel?  

In Soms wil ik een kind (2023) probeert ze deze plots opgekomen twijfel onder woorden te brengen. Ze meandert in haar boek van gedachtes over haar kinderwens, naar gesprekken met haar partner Maas en psychologische inzichten over keuzes maken. Ook duikt ze haar jeugd in om te onderzoeken wanneer haar kinderwens begon.  

Ze onderneemt van alles om grip te krijgen op de twijfel, in de hoop dat ze uiteindelijk rationeel de knoop kan doorhakken. Met behulp van een coach probeert ze zich voor te stellen hoe haar leven er met en zonder kind uitziet en ze correspondeert met andere schrijvers die een kind hebben gekregen. Want haar dilemma zit in een keuze voor autonomie, een vrij leven waarin ze ongestoord kan schrijven, en anderzijds een leven met een kind. Knap hoe ze dit eindeloze gepieker en het proberen te rationaliseren van een keuze die uiteindelijk een gevoelskwestie is, zo invoelbaar weet te maken. 

‘Misschien heb ik te veel tijd gekregen om mijn keuze te heroverwegen. Zoals soms, als je te lang wacht met eten, opeens je honger is verdwenen. Was die honger dan echt?’ 

Wie is dit kind?

Maaike van Langen, schrijver en theaterregisseur, neemt met haar boek 28 Embryo’s (2023) een andere afslag. Na een miskraam en vier jaar tevergeefs proberen opnieuw zwanger te worden, besluit ze op haar 40ste een IVF-traject in te gaan. Vanwege het lage slagingspercentage van 5 procent gaan zij en haar partner Ingo ook naar een voorbereidingscursus voor adoptie.   

Hier ontmoet ze drie andere stellen die net als zij begin veertig zijn en inmiddels wanhopig bezig zijn met hun kinderwens. Terwijl Van Langen zelf met de IVF begint, volgt ze haar nieuwe vriendinnen in hun prangende zoektocht naar een kind.  

In zeer levendige dialogen en scènes (hierin herken je de hand van de regisseur) beschrijft ze hoe ze met z’n vieren, zonder de mannen, naar Spanje afreizen. Hier is het mogelijk om een eicel te krijgen via anonieme eiceldonatie. Voor haar vriendinnen een laatste mogelijkheid – hun eigen eicellen zijn inmiddels te oud.  

Terwijl de vrouwen er alles aan doen om hun doel te verwezenlijken, laat Van Langen zien wat er ondertussen met de partners gebeurt. In beginsel steunen zij hun vrouw, maar het is slopend om zo lang in dit traject te zitten en ze gaan eraan onderdoor. Het zijn telkens de mannen die zich afvragen: hoe lang gaan we hiermee door? Wanneer accepteren we dat een kind niet voor ons is weggelegd? 

Het meest schrijnende verhaal is van het stel Nynke en Kenzo. Na twee mislukte zwangerschappen met een gedoneerde eicel vermoedt de arts dat het probleem bij het zaad van Kenzo ligt. Op aandringen van Nynke besluiten ze dan een embryo te maken met een gedoneerde eicel én gedoneerd zaad, beide anoniem. Weer een grens verlegd.  

De poging is succesvol. Nynke wordt zwanger en draagt de hele zwangerschap uit. Na een zware bevalling zien ze voor het eerst hun baby. Er was hen verzekerd dat de donoren qua uiterlijk op hen zouden lijken, maar de baby lijkt met zijn lichte huidskleur in niets op zijn Aziatische vader Kenzo. Hij probeert van de pasgeborene te houden als zijn eigen zoon, maar telkens dringt de pijnlijke vraag aan hem op: wie is dit kind? 

Hoe ver mag je gaan?

Van Langen stipt in haar boek ook de morele kant aan van de nieuwe vruchtbaarheidstechnieken. Maar waar Jongebloed voor haar boek de literatuur in duikt en experts raadpleegt, kiest Van Langen nadrukkelijk voor het persoonlijke verhaal. De bezwaren, zoals mogelijke uitbuiting van eiceldonoren en het recht van een kind om zijn afkomst te weten, worden benoemd en daarna helaas weggewuifd.  

Treffend is de scène waarin Van Langen in Spanje is en in haar eentje ronddwaalt. Ze loopt per ongeluk de verkeerde ingang van de vruchtbaarheidskliniek in. Spaanse vrouwen zitten in een gehavende wachtkamer, dit zijn duidelijk de donoren. Is dit wel oké, vraag ze zich heel even af, waarna ze zich omkeert en terugloopt naar haar vriendinnen, aan wie ze niks vertelt. ‘Je wil hier eigenlijk niet over nadenken’, concludeert ze voor zichzelf. 

De vraag die opvallend onbeantwoord blijft, de elephant in the room: hoever mag je gaan om je kinderwens te vervullen?  

Film / Films

Gemengde gevoelens over Disney’s nieuwe live action film

recensie: The Little Mermaid
The Little Mermaid 3The Walt Disney Company

De langverwachte live action film The Little Mermaid neemt het publiek mee op een betoverende duik in de onderwaterwereld van Ariel. Met Halle Bailey in de hoofdrol, ontving de film na de eerste beelden veel negativiteit. Ze is namelijk niet de versie van de Ariel die we gewend zijn. De hashtag #NotMyAriel kreeg online veel momentum. Was Bailey de juiste persoon om de rol als dé iconische zeemeermin op zich te nemen?

Indrukwekkende prestaties van Bailey en McCarthy in The Little Mermaid

Het antwoord is ja! Als actrice weet Bailey indruk te maken door de perfecte mix te vinden tussen onschuld, nieuwsgierigheid en vastberadenheid in haar interpretatie van het geliefde nummer ‘Part of Your World’. De getekende zeemeermin is maar een kleine tuttebel in tegenstelling tot de Ariel van Bailey. Om nog even terug te komen op de #NotMyAriel: dit kwam vooral van de puristische fans van de tekenfilm. Die speelt zich af regio Caribische Zee. Dit is dan ook doorgetrokken in de casting.

Een andere grote troef van de film is Melissa McCarthy als Ursula. Opgetut om eruit te zien als de boosaardige jongere zus van Koning Triton (Javier Bardem), compleet met zwaar opgemaakte ogen en tentakels, is ze werkelijk verrukkelijk als de diepzeeschurk van de film. McCarthy weet de rol van Ursula perfect neer te zetten – haar komische timing is aanstekelijk, de angst voelbaar echt, en haar dramatische pauzes benadrukken Ursula’s flamboyante persoonlijkheid.

Flounder en Sebastian: van schattig naar horror

Toch zijn er ook enkele minpunten in de film die zorgen voor teleurstelling bij fans van het origineel. Flounder/Botje, het schattige maatje van Ariel, verliest in deze nieuwe versie zijn charme. In plaats van een levendig en schattig visje dat emotie en humor toevoegt aan de scènes, wordt hij gereduceerd tot een willekeurige aquariumvis waar gewoon een stem uit komt.

Dingen die schattig of grappig zijn wanneer ze worden gedaan door geanimeerde knuffeldieren, zijn niet langer schattig of grappig wanneer ze worden uitgevoerd door computer gegenereerde zeedieren zonder herkenbare gezichtsuitdrukkingen. Flounder die vlucht voor een haaienaanval of die af en toe met z’n kop boven water komt: dat is met CGI in deze film niet om aan te zien. Tenenkrommend zelfs.

Teleurstellende CGI

Ook ziet de onderwaterbeweging er vaak vlak en kunstmatig uit op een manier die afstandelijk is. Dit geldt vooral bij het proberen te creëren van de sensatie van het wapperende, lange, weelderige haar van de zeemeerminnen. Het productienummer ‘Under the Sea’ barst van de levendige kleuren, en de uitbundige choreografie van de zeewezens is een genot om naar te kijken. Maar het weet niet echt het gevoel van onder water te vertoeven te vangen.

Als het gaat om onderwaterwerelden, zodra je naar Pandora bent geweest, kun je nergens anders meer naartoe.

Live action versie heeft meer diepgang

Eric (Johah Hauer-King) voelt zich onrustig in zijn paleis en verlangt naar avontuur buiten zijn eilandnatie. Hij wordt beperkt door de regels van zijn moeder, wat een directe parallel vormt met Ariel’s verhaal. Ariel wil ontsnappen aan de controlerende regels van haar vader, zeker wat de liefde betreft. Hoewel de iconische uitspraak ‘Papa, ik hou van hem!’ niet voorkomt in deze versie, voelt Ariel zich begrepen door Eric en ziet ze in hem meer een zielsverwant dan alleen een geliefde.

Ariel en Eric hebben in deze film meer tijd om elkaar echt te leren kennen. Ze ontdekken dat ze beiden gepassioneerde nerds zijn als het gaat om hun interesses, en ze verlangen ernaar om hun passies te delen met iemand anders. Hoewel Ariel nog steeds niet kan praten als gevolg van Ursula’s betovering, neemt ze actief deel aan de interactie door Eric haar schatten uit de zee te laten zien en zijn kaarten enthousiast te bestuderen.

Deze herinterpretatie biedt een diepere en meer betekenisvolle ontwikkeling van hun relatie. Hun gedeelde verlangen naar vrijheid en begrip maakt hun band sterker en hun connectie geloofwaardiger. Deze versie van hun verhaal geeft de kijkers reden om te geloven in hun liefde en om hen aan te moedigen op hun reis naar een nieuw avontuur.

Theater / Voorstelling

Singspiel voor jong en oud

recensie: Mozarts Zauberflöte - the next generation

Het lijkt wel een Zauberflöte-jaar afgelopen en komend theaterseizoen. Het Singspiel is nu in de theaters te zien in een Nederlandstalige bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen, was in diverse bioscopen al te zien vanuit de MET in New York en is in december wederom te zien bij De Nationale Opera in Amsterdam. Eén werk – verschillende interpretaties.

In deze recensie valt het spotlight op de Nederlandstalige voorstelling van Opera2Day en de Theateralliantie, maar eerst iets over het Singspiel zelf.

Het Singspiel

Over het algemeen wordt Die Zauberflöte beschouwd als een vrijmetselaarsopera, hoewel er ook elementen uit de gnostiek (naar het Griekse woord voor kennis) en het humanisme vallen te bespeuren. Om over de invloed van de ideeën uit de Franse revolutie (vrijheid, gelijkheid, broederschap) nog maar te zwijgen. Mozart was, net als zijn librettist Schikaneder, vrijmetselaar en gooide alle elementen in een smeltkroes. Zo zijn er de drie deuren (rede, natuur en Moeder wijsheid) waarvan de zuilen doen denken aan een vrijmetselaarsloge. De deuren worden geschraagd door zuilen met kapitelen die het mannelijke en vrouwelijke vertegenwoordigen. Eén van de tegenstellingen die het hele Singspiel doorwerken, net als dag en nacht, goed en kwaad. Bijvoorbeeld in de personages Sarastro (zon) en de Koningin van de Nacht (maan). Of Mozart nu echt zo vrouwonvriendelijk was zoals vaak wordt gemeend, valt te betwijfelen. Vergeet bijvoorbeeld het duet ‘Mann und Weib und Weib und Mann reichen an die Gottheit an’ van Papageno en Pamina niet! Wat niet wegneemt dat er in het Singspiel wel degelijk seksistische en racistische (Monostatos!) elementen zitten.

In ieder geval genoeg elementen voor een regisseur om zich op uit te leven en eigen accenten aan te brengen. Zeker voor bewerkers die nog een stap verder gaan dan dat.

De bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen

Het opmerkelijke aan de bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen is dat er aan de ene kant een kaasschaaf over het origineel wordt gehaald en aan de andere kant juist nieuwe, geactualiseerde accenten worden aangebracht.

De kaasschaaf wordt al vanaf de ouverture gehanteerd. Hier zit geen symfonieorkest in de orkestbak, maar een orkest in een uitgedunde bezetting. Dit tot een ensemble gereduceerde orkest is overigens het gerenommeerde LUDWIG, een in 2012 opgericht collectief dat kan krimpen en uitzetten van klein ensemble tot groot orkest. Het staat hier onder leiding van Hernán Schvartzman, die af en toe fraaie accenten legt. Bijvoorbeeld wanneer tovenaar Sarastro zingt (niemand minder dan Huub Claessens). Dan wordt de sonore klank van de fagot uitgelicht, wat zeer raak is, als symbool voor het duistere in de rol van Sarastro. De kaasschaaf is duidelijk ook gehaald over de racistische elementen in het origineel, maar weer minder over de vrouwonvriendelijke. Op deze manier blijft de tweeslachtigheid in het origineel van het libretto zitten, maar dan op een ander niveau. Zo zijn bijvoorbeeld de drie dames die de Koningin van de Nacht vergezellen in de versie van Boermans en Van Deursen vervangen door drie amazones met volle borsten.

Foto: Joris van Bennekom

Extra aangezet is de spraak van de vogelvanger (Jasper van Hofwegen): onvervalst plat Amsterdams. Monostatos (Mike Reus) gebruikt weer slang. De drie knaapjes in het origineel zijn in deze productie drie padvinders met een klappertjespistool. Humor is de opvoering dan ook niet vreemd, evenals een vertaling naar het hier-en-nu. Zo is de vogelvanger op jacht naar ganzen uit derdewereldlanden die zich ophouden in het kroondomein van de Koningin van de Nacht. Geactualiseerde én dystopische accenten, die ook naar voren komen op het moment dat er sprake is van het Vierde Rijk. Accenten die sommige bezoekers misschien, net als sommige grofheden in de tekst, kunnen afschrikken. Dit neemt niet weg dat er ook aandoenlijke elementen te zien zijn. Zo verandert Papagena (Dominique Woerdings) van een vrouw achter een met plastic zakken volgeladen winkelwagentje opeens in een knappe jongedame.

Bijzonder fraai is de projectie van Arjen Klerkx, die de natuur in al haar pracht en kwetsbaarheid toont. De beelden van smeltende gletsjers en opborrelende lava (water en vuur uit het origineel) blijven onrustbarend, al bloeit er wel degelijk nieuw leven uit op. Nieuw, jong leven én liefde – dat is wat ook in de bewerking van Boermans en Van Deursen ondanks alle donkere accenten blijft. Een hoopvol gegeven. Al hoeft dat nu ook weer niet persé te betekenen dat alles wat oud is als afgedaan moet worden beschouwd.

Uiteindelijk kan iedereen in deze productie iets van zijn/haar gading vinden. Liefhebbers van opera, toneelspel, thrillers enzovoort. Jong én oud.

 

Film / Films

Complex maar vermakelijk

recensie: Asteroid City - Wes Anderson

De nieuwste film van Wes Anderson, Asteroid City, behaalt lovende kritieken, maar krijgt ook wat kritische noten. Het is op zich een hapklare maaltijd met dezelfde terugkomende Anderson ingrediënten, maar toch is hij net iets slimmer – of eerder ingewikkelder – dan zijn andere films. Ga uit van een avondje geconcentreerd kijken.

Het is een filmmaker waar je van houdt of niet. Velen lopen weg met zijn eigenzinnigheid – waaronder heel Hollywood – terwijl anderen zich storen aan zijn haperende plaat. Asteroid City heeft weer veel Anderson elementen. De film is best complex te noemen. Het zijn twee verhalen die voortdurend naar elkaar verwijzen en overlappen: je volgt een scenarioschrijver in het schrijfproces van een toneelstuk, en je ziet het toneelstuk dat uitgevoerd wordt. Het eerste verhaal in B-film-zwart-wit en het tweede in kleur – lees pastelkleuren, lees een basisbestanddeel van een Anderson film. De verwijzingen creëren een interessante diepgang, maar voor de gemiddelde kijker zal het nogal wat verwarring veroorzaken: wat gebeurt er nu en wat heeft dat met het andere te maken? Niet voor niks zegt de regisseur dat je de film het beste een paar keer kunt bekijken. Een verstandige keuze.

Een gelaagde verhaalstructuur

De verhalen zijn gesitueerd in 1955 en hebben met de hoeveelheid aan karakters evenzoveel zijsporen. Wie je het meeste volgt zijn een oorlogsfotograaf, zijn puberzoon en een bekende actrice (Scarlet Johansson) met haar puberdochter. De fotograaf – gespeeld door de huisacteur Jason Schwartzman – reist naar het stadje Asteroid City, in de Nevada woestijn, omdat zijn ‘brainiac’-zoon een van de winnaars is van een wetenschapsaanmoedigingsprijs. Hetzelfde geldt voor de dochter van de actrice. Tijdens een avondje sterrenkijken op de bodem van een eeuwenoude meteorietkrater zijn zij getuige van een ingrijpend kosmisch incident. Dit zorgt voor een kettingreactie aan gebeurtenissen waarbij het hele stadje in quarantaine worden geplaatst. Deze gevangenschap wordt logischerwijs omzeild door een uitgedacht en gedetailleerd plan verzonnen door een aantal eigenzinnige personen. Logisch, want: een basis-ingrediënt van een Wes Anderson-film.

Sterrencast zonder Bill Murray

Dat Wes Anderson compleet omarmd wordt door Hollywood is te zien aan de enorme sterrencast. Om maar een paar te noemen: Tom Hanks, Scarlet Johansson, Jeffrey Wright, Bryan Cranston, Edward Norton, Tilda Swinton. Opvallend is dat deze keer Bill Murray er niet in zit, iemand die voorheen toch tot de vaste cast behoorde. De speculaties dat hij er niet in zat vanwege diva-gedrag worden door de regisseur weerlegd, want net voor de filmopnames bleek Murray besmet met Covid-19 en moest hij afzeggen voor de rol (bron: Moviemaker). Toch wordt hij niet gemist, ook omdat de rol waar hij voor gecast was – nu vertolkt door Steve Carell – nogal triviaal is in het geheel. Helaas is dat van toepassing op meer rollen in deze film.

Adolescente humor

Het werk van Anderson drijft voor een groot deel op komedietechnieken. Veel van zijn acteurs komen dan ook uit het humorveld of hebben eerder in komediefilms gespeeld. Zijn films zijn dus vaak grappig (bedoeld). Asteroid City is dit ook absoluut. Maar let wel; het is humor met weinig diepgang. Zijn grappen zijn soms nogal puberaal, soms niet meer dan flauw of het is onduidelijk of het nu een grap is of niet. Vergelijkbaar met een puberventje dat ergens helemaal in een deuk over ligt terwijl de rest hem onbegrijpend aankijkt.

Los daarvan is de film erg vermakelijk, op sommige vlakken intelligent te noemen. Je zou de film misschien zelfs kunnen lezen als een kritiek op de ‘slapende mens’, het type dat alleen nog in de eigen waarheid gelooft, ook al staat die haaks op de wetenschappelijke feiten. Liefhebbers van complexiteit zullen niet van een koude kermis thuiskomen bij Asteroid City. En wat ook meespeelt is dat het geheel is versierd met een gigantische strik. Een pastelkleurige welteverstaan.

Asteroid City duurt 106 minuten en draait in 79 zalen.

Film / Films

Een kleurrijk en emotioneel slotstuk

recensie: Guardians of the Galaxy Vol. 3

Guardians of the Galaxy Vol. 3, het langverwachte slotstuk van de geliefde Guardians-trilogie, is een visueel aantrekkelijke film met een goed verhaal, uitstekende acteerprestaties en een perfecte balans tussen emotie en humor. Met een heuse sterrencast wordt de kijker getrakteerd op een meeslepend en kleurrijk avontuur.

Het verhaal van Guardians of the Galaxy Vol. 3 begint met een deken van smart die over de personages hangt. Peter Quill (Chris Pratt) rouwt om het verlies van zijn groenkleurige vriendin Gamora (Zoë Saldana), terwijl er een nieuwe en veranderde versie van haar rondloopt zonder enige herinnering aan hun romance. Het hart van het verhaal draait echter om wasbeertje Rocket (met de stem van Bradley Cooper), wiens gruwelijke voorgeschiedenis via aangrijpende flashbacks wordt onthuld. Deze momenten snijden door merg en been, mede dankzij de fenomenale (stem)acteerprestaties van Cooper.

Een lust voor het oog met uitstekende cinematografie en CGI

© Guardians of the Galaxy 3, Copyright Marvel Studios 2023

Visueel gezien is Guardians of the Galaxy 3 een lust voor het oog. De film springt eruit met zijn kleurrijke cinematografie. De variatie aan mooie shots en de uitstekende CGI staan garant voor een rijke beleving. Zelfs de kleinste details zijn perfect afgewerkt, waardoor de film een visueel spektakel wordt. Regisseur Gunn weet ook computergegenereerde creaties overtuigend neer te zetten, als levensechte entiteiten. Wasbeertje Rocket mag dan helemaal kunstmatig zijn, wanneer hij Quill in zijn druipend jumpsuitje naar de kamer volgt, is zijn irritatie maar al te invoelbaar. Hij maakt je zelfs aan het huilen.

Subtiele acteerprestaties, volwassen inhoud en een fantastische soundtrack

Het rollenspel in de film is subtiel. Pratt weet bijvoorbeeld op realistische wijze de pijn van het verlies van een geliefde en het omgaan met verdriet neer te zetten. Guardians of the Galaxy 3 behandelt het thema van acceptatie ook op een volwassen en diepgaande manier. De personages leren zichzelf en elkaar te waarderen, inclusief hun fouten en eigenaardigheden. De film is hierdoor inhoudelijker wat ‘rijper’ dan zijn voorgangers. Het volwassen gevoel wordt versterkt door de brutere actie en het gebruik van scheldwoorden, waardoor de grenzen van een PG-13 film worden opgezocht. Toch ontbreken de grappige momenten niet, hoewel sommige grappen net iets te lang doorgaan. De soundtrack van de film is ook weer heerlijk en een kenmerkend element van de Guardians of the Galaxy-franchise. Voor elke muziekliefhebber is er iets te vinden, van hip-hop tot rock ’n roll.

Een waardig afscheid en een must-see voor fans van het Marvel Cinematic Universe

Als afsluiter van de Guardians-trilogie is deze film een waardig afscheid. Gunn weet de film een goede flow te geven met een speelduur van 2,5 uur, waarin alle Guardians de tijd krijgen om te schitteren en zich persoonlijk te ontwikkelen. De film bouwt op naar een mooie afronding van dit Guardiansavontuur. Guardians of the Galaxy Vol. 3 is zeker aan te raden. Een absolute must-see voor fans van het Marvel Cinematic Universe.

 

Film / Films

Biopic van Serebrennikov

recensie: Tchaikovsky’s Wife

De film Tchaikovsky’s Wife van de Russische regisseur Kirill Serebrennikov werd ondanks een oproep tot een boycot in verband met de Russische inval in Oekraïne toch vertoond op het Cannes Film Festival 2022. Sneed die oproep hout, of snijdt de film ondanks dat hout?

De film is een biopic over het kortstondige huwelijk (1877) tussen de componist en een leerlinge van hem, Antonina Miliukova, bekeken vanuit haar gezichtspunt. Zij adoreerde hem, maar hij zag al gauw zijn fout in om met haar te trouwen. De reden van het huwelijk zou zijn dat hij op haar geld uit was en zijn homoseksualiteit op die manier wilde verbloemen. Het eerste klopt niet, want zoals in de film al blijkt, gaf hij haar alimentatie nadat hij haar had verlaten. En bovendien kreeg hij financiële ondersteuning van Nadezjda von Meck, zijn mecenas. Het tweede zou kunnen kloppen, want in het Rusland van die tijd waren sinds 1835 homoseksuele handelingen in het Burgerlijk wetboek verboden, hoewel veroordelingen op grond daarvan zeldzaam waren.

Homoseksuele Tsjaikovski

Dat ligt in het Rusland van nu anders. Sinds 2013 zijn openlijke uitingen van homoseksualiteit strafbaar. En daaronder worden bijvoorbeeld verstaan het op straat kussen van twee mensen van hetzelfde geslacht of het lopen met een regenboogvlag. Zo’n film als deze past dan ook helemaal in de kritische houding van Serebrennikov. Neem alleen al het feit dat de rol van Tsjaikovski in deze kostuumfilm wordt gespeeld door de homoseksuele acteur Odin Lund Biron, die veelvuldig met Serebrennikov samenwerkt. Ook bij de Nederlandse Opera in de productie van Von Webers Der Freischütz (2022). Thans woont hij, overigens net als Serebrennikov, in Berlijn.

De film verschiet telkens van kleur. Het begin is in een diffuus en koel licht gefilmd. Haast zwart-wit. We schrijven het moment dat Tsjaikovski Miliukova heeft verlaten. Dan gaat het terug in de tijd en zien we het moment waarop zij contact met hem zoekt, omdat ze naar het Conservatorium wil én haar leven met hem wil delen. Alles is dan in warme kleuren gehuld, zoals Miliukova zelf dat gaandeweg in de film ook vaker is, gekleed in een rode jurk. Een jurk waaraan Tsjaikovski zegt zo’n hekel te hebben. Het zijn scènes die herinneringen oproepen aan beroemde schilderijen: de brief schrijvende vrouw van Vermeer, Danaë van Rembrandt. Het laatste doek hangt overigens in de Hermitage in St. Petersburg…

Manzieke Miliukova

Waar de aandacht inhoudelijk vooral naar uitgaat, is de ontwikkeling, de lijdensweg van Antonina Miliukova, gespeeld door Aljona Michajlova. Gaandeweg worden de scènes met haar steeds hallucinerender en surrealistischer. Nadat Tsjaikovski haar heeft verlaten en ze maar niet snapt dat hij niet op vrouwen valt, krijgt ze van advocaten vijf mannen in Adamskostuum ter vervanging op zicht. Een kan zelfs op zijn handen lopen. Antonina besnuffelt en betast ze allemaal. De vijf mannen achtervolgen haar in haar dromen. Ze blijft naar concerten in het Conservatorium gaan, waar muziek van Tsjaikovski wordt gespeeld en ze hem hoopt te zien. Welke muziek is overigens niet duidelijk, want daar valt de nadruk in de film niet op. Uiteindelijk komt ze in een inrichting terecht en sterft in 1917.

Zo is de film een over het Rusland van 1877 en eigenlijk ook het Rusland van nu. Serebrennikov heeft het in deze biopic mooi en treffend weergegeven.

 

Muziek / Concert

London Calling is een roep om muzikaal indie & punk avontuur

recensie: Festivalverslag: London Calling in Paradiso Amsterdam
Bibian Bingen

Als er een festival is waar je onbekende punk en indie bands uit het buitenland kunt ontdekken, dan is het London Calling. Tweejaarlijks wordt Paradiso omgetoverd tot een smeltkroes aan talent, veelal uit Engeland, Amerika, en Australië. Slechts voor de ingewijden van post-punk en aanverwante genres zal een korte blik op de line-up voor herkenning zorgen. Maar voor herkenning moet je niet bij dit festival zijn. Het bezoeken van London Calling is een kans om elk uur een presentje uit te pakken in de vorm van een korte auditieve trip. De spanning zit hem in het aangaan van het onbekende. Zoals Forrest Gump ooit al treffend zei: ‘Life is like a box of chocolates, you’ll never know what you’re gonna get’.

Pootje badend het festival in

Kate Davis en band mogen het festival aftrappen. Tijdens het wachten scharrelt de half lege zaal nog wat onrustig heen en weer, en babbelt wat met elkaar. De meeste bezoekers komen net uit hun werk en moeten nog even op een andere golflengte komen. Kate Davis komt op met band en zet in. De band zoekt naar een houding en het publiek evenzeer. Na een tijdje is de schroom er vanaf en kunnen we mee in een ingetogen indierock ervaring vol melodieuze zang en passende harmonieën. Dit fenomeen herhaalt zich in de Grote Zaal bij de folkrock van Sylvie. De zaal is hier ook nog halfvol, en de focus van het publiek is nog tam. Sylvie schotelt desondanks een dromerig pallet voor dat zachtjes heen en weer doet wiegen. Het doet denken aan een mengeling van de seventies, Pink Floyd en George Harrison. All things must pass, dus applaus en door.

Australische surfpunk

Langzaam begint Paradiso vol te stromen en dat is maar goed ook, want the Grogans spelen een mengeling van rokerige blues, punk en surfrock die enkel gepast is bij een stomende zaal. Deze drie jongens spelen zo te horen al jaren samen, want regelmatig klikt het in elkaar als de raders van een uurwerk. De nummers zijn qua songwriting nog van wisselende kwaliteit, soms is het te vlak en simpel. Maar het vermoeden rijst dat hier een act in de Kleine Zaal staat die over enkele jaren grote zomerfestivals kan platspelen. Ze besluiten de set met een garagerock knaller die in vorm en inhoud doet denken aan Buddy Holly’s ‘Oh Boy’. Zodoende bewijst rock ’n roll zich weer tijdloos.

Licht en ontwapenend

In de Grote Zaal aangekomen zien we Hamish Hawk aan het werk met een indierock geluid dat hier en daar refereert aan de jaren 80. Hamish zijn laatste album Angel Numbers heeft stormachtige internationale recensies gekregen, dus het doet benieuwen wat er live gaat gebeuren.

Hamish wordt bijgestaan door een drietal muzikanten die zich vooral dienend naar hun frontman opstellen. Hamish oogt zelf in zijn fysiek jong. Hij dartelt, springt en huppelt over het podium als een kalf dat na een lange winter eindelijk de wei in mag. Hij heeft de performatieve intensiteit van Samuel T Herring, bekend als frontman van de synthpop band Future Islands. Het oogt eigen en oprecht. Zijn diepe bariton geeft een fijn contrast met het lichtvoetige werk. Het is enthousiasmerend, en ontwapenend. Wel mag hij zijn energie de volgende keer de hele zaal in projecteren. In zijn performance richt hij zich vooral op de eerste staande rijen.

Mentaal opfrismoment

Iedereen die bekend is met Paradiso weet dat de Kleine Zaal van een andere orde is dan de Grote Zaal. Het gebeurt dus ook regelmatig dat je bot vangt als je te laat naar de Kleine Zaal vertrekt, die dan al uitpuilt. Maar even bijkomen van alle muzikale prikkels is geen slecht plan. Er moet opgefrist worden voor er weer auditief op het gemoed gebeukt kan worden, want sommige acts sproeien emoties het publiek in alsof ze auditieve Jackson Pollocks zijn. Dan is een wit canvas op zijn plaats. Dus enkele frisse ademteugen vóór op de stoep zijn, naast bier en de pompoen curry die geserveerd werd in de Grote Zaal, de noodzakelijke benzine voor een dag London Calling.

Duistere gothsferen

In de Grote Zaal belandt het publiek vervolgens in een unheimische sfeer die ergens tussen gothic, dystopisch en emo valt. Heartworms krijst, schreeuwt, hijgt en fluistert, en geeft haar lichaam alle ruimte om die boodschap te versterken. Haar band is solide, en vervult diens rol zonder in clichématige partijen te verzanden. Daardoor blijft het geheel spannend. Wanneer Heartworms tegen het einde aan op de grond krioelt rent een fotografe vooraan als een bezetene eropaf om enkele foto’s te schieten. Tevreden en opgelucht laat het meisje de foto zien aan een omstander, want zo een plaatje vang je wellicht één keer op een dag.

Heartworms is bijna klaar met haar set, en tussen een nummer door geeft ze aan hoe blij ze is hier te mogen spelen en gooit ze een merchandise-tasje de zaal in. De vrolijke manier waarop ze dat doet is lichtelijk vervreemdend en in groot contrast met de duistere sfeer die zonet nog benauwend over de zaal hing. Het zij haar vergeven, want met haar ogenschijnlijk jonge leeftijd laat ze zien al een volwassen compositiebeheersing en podium presence te bezitten.

Woeste doch kwetsbare hooligan

Wat krijg je als je hooligans – die de  cursus ‘kwetsbaarheid voor gevorderden’ succesvol hebben doorlopen – een boel instrumenten in de handen duwt? Het stomende vijftal Vlure natuurlijk. Vlure brengt een mengeling van techno en postpunk die lijkt op een boze hulk versie van Faithless.  Dit collectief opgepompte muzikanten loopt als gorilla’s op hun naakte borst te trommelen en ontbloot grommend hun tanden. Deze bende aan Schotse hipsters – de heerlijke rollende tongval verraadt dat – oogt agressief zonder ons van zich te vervreemden. Ze schreeuwen over kwetsbaarheid, en kermen over pijn en verlies. Zodoende komen ze nader tot ons. Paradiso is een kerk, en het is fijn als we dan een prediker zien die het woord van liefde verkondigd, niet door te zingen, maar door als een gewonde hond te blaffen.

Een muzikaal dans duet

De dienst zit erop. Ik snel me naar de Kleine Zaal voor Cumgirl8. Maar ik ben murw gebeukt door het vele geweld dat ik deze dag gezien heb en neem niks meer op. Dat is de verdienste van een dag London Calling: je krijgt veel voor je kiezen en het meeste is bepaald niet lichtzinnig. Op herkenning kun je geen moment leunen. Je krijgt voortdurend nieuwe prikkels op je afgevuurd, nieuwe ideeën te verwerken, en nieuwe geluiden om op te bezinnen. Het festival vraagt wat van je. Dat is een noodzakelijke afwisseling in deze tijd van instant gratificaties die de streamingdiensten, Spotify-playlisten en radiozenders op ons bordje plempen. Het kijken naar al die veelal prille bands is geen vermaak: het is een dans. De bands begeleiden, en het publiek moet meebewegen, anders gebeurt er niks. Gelukkig is het publiek op veel fronten bereidwillig omdat ze voelen dat het een teameffort is. Moet er gemoshed worden? Dan doen we dat. Even uithijgen? Natuurlijk. Je wilt crowdsurfen? Kom maar op dan. Punk was nog nooit zo gebroederlijk.

Muziek / Album

Another Timbre nr. 210

recensie: Laurence Crane - Natural World (2023)
Natural WorldSijme Storm

Laurence Crane is een minimalist met een zeer directe aanpak en hij schrijft zeer transparante muziek. Hij maakt gebruik van klassieke instrumenten maar ook een elektrische gitaar, een casio keyboard of sampling technieken behoren tot zijn compositorisch palet.

Natural World is tot stand gekomen op initiatief van Juliet Fraser. Deze actieve Engelse sopraan, medeoprichtster van het EXAUDI Vocal Ensemble, specialisten op het terrein van oude muziek én nieuwe muziek, geeft regelmatig compositieopdrachten aan eigentijdse componisten.

Rachel Carson

Juliet Fraser brengt het werk van Rachel Carson (1907-1964) onder de aandacht van Laurence Crane. Deze Amerikaanse zeebiologe deed baanbrekend onderzoek naar de invloed van het gebruik van insecticiden. Met het boek Silent Spring (1962) vraagt ze aandacht voor de milieuproblematiek. De titel van het boek verwijst naar de lente van het apocalyptische jaar waarin de vogels niet meer zingen doordat zij als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn uitgeroeid. Deze kennismaking met het werk van Carson doet Crane besluiten om iets te gaan schrijven over de natuurlijke wereld.

En zo belanden we in een wereld vol zingende vogels en zeegeluiden, encyclopedische lijstjes over vogelsoorten, sinusgolven, casio keyboard drones, luisterboek imitaties, en natuurlijk vocaal trapezewerk van Juliet Fraser en haar muzikale partner Mark Knoop op piano en electronics.

Het werk van Laurence Crane heeft altijd het verfrissende effect van een duik in een koele zee, humoristisch, niet belerend, minimalistisch maar altijd met verassende wendingen. Natural World bestaat uit drie secties: ‘Field Guide’, ‘Chorus’ en ‘Seascape’. Voor mij is het een klassieke recitalvorm met eigentijdse elementen, er zijn verwijzingen naar Maurice Ravel (Oiseaux Tristes / Miroirs no. 2 ), Joseph Cornell (surrealistische kijkdozen), Pierre Henry (Musique Concrète, elektro-akoestische muziek).

Als luisteraar word je meegenomen in een surrealistische wereld, vriendelijk, melancholisch, Alice in Wonderland, Engels, een muzikale wereld. Dit is een muzikale reis die de zorg om het milieu in zich meedraagt maar het is Crane’s persoonlijke zorg: eerlijk, niet zeurend en zeker niet moraliserend.

Een aanrader voor eenieder die wel eens wat anders wil.

TIP: ga naar Xeno-canto: sharing wildlife sounds from around the world, https://xenocanto.org (een coproductie met Naturalis).

Muziek / Album

SPANNEND CONCEPT

recensie: The Orange Tree Courtyard
The Orange Tree Courtyard. Renaissance Music in and around the Cathedral of SevilleEduardus Lee

Afgelopen seizoen toerde het blokfluitensemble The Royal Wind Music met het programma The Orange Tree Courtyard. Renaissance Music in and around the Cathedral of Seville. Een concept van co-artistiek leider Maria Martinez Ayerza. Nu op cd uitgebracht en opgedragen aan de ons onlangs ontvallen blokfluitbouwer Adriana Breukink.

Een bouwer van renaissanceblokfluiten, die in hun soort net wat anders klinken dan de meer bekende (kopieën van) barokinstrumenten of van hedendaagse blokfluiten. Ze zijn bijna cilindrisch van vorm en hebben grotere vingergaten, waardoor de klank wat robuuster is. The Royal Wind Music bespeelt blokfluiten van klein tot zeer groot; de grootste is een subcontrabas van circa drie meter lengte. In het begeleidende boekje bij de cd is een schema opgenomen van wie van de elf musici welk soort blokfluit bespeelt en in welk van de tweeëntwintig stukken.

De Sinaasappelhof

De rondleiding, en de cd begint en eindigt in De Sinaasappelhof. Met fascinerende improvisaties over een lied uit Andalusië dat is gelinkt aan de Arabische muziek. Samen met de Joodse invloed vormde dit de zogeheten Mozarabische stijl, die trouwens in de tijd dat de kathedraal werd gebouwd (vanaf 1401) alweer over zijn hoogtepunt heen was. De kathedraal is overigens op de resten van een vroegere moskee gebouwd. De melodie vormt als het ware een ouverture en een coda, een introductie en een afsluiting in de contemplatieve, mystieke stijl. Veel van de stukken ademen en zijn kenmerkend voor veel Spaanse kunst in het algemeen (denk bijvoorbeeld alleen maar aan het werk van de schilder Francisco de Zurbarán!).

Het altaar van Onze Lieve Vrouw

Een ander kenmerk van het Spaanse rooms-katholicisme is de grote verering van Onze Lieve Vrouw, van Maria. In vergelijking tot de concertreeks van afgelopen seizoen is bij het altaar – om dit te benadrukken – een stuk toegevoegd: Virgen bendita sin par van Pedro de Escobar (circa 1465-1535), een van origine Portugese componist en zanger. Van dit stuk – en de uitvoering – gaat een grote, weldadige rust uit.

La Giralda

Beroemder nog dan de kathedraal zelf, is de Giralda, van oorsprong een minaret en ouder dan de kerk (1184-1195). De minaret, die thans dienst doet als klokkentoren, is streng én sierlijk tegelijk. Net als de afwisselende muziek die The Royal Wind Music voor dit onderdeel op hun cd speelt: van Juan Vásquez (circa 1500-1560) en Miguel de Fuenllana (1553-1578). Later ontstaan dan de minaret zelf, maar dat mag de pret niet drukken, want het bovenste gedeelte van La Giralda dateert uit dezelfde tijd als deze muziek.

Kapel, graven en kapittelzaal

We vervolgen onze rondleiding in de kathedraal door de kapel en de kapittelzaal. In deze buurt liggen verschillende graven. Van componisten, musici en van Hernando Colón, de zoon van Christoffel Columbus, die een omvangrijke bibliotheek had die deels is ondergebracht in de kathedraal. En overigens ligt er ook het graf van Alfonso de Wijze, maar die was al lang overleden voor de kerk werd gebouwd.

Buitengewoon sterk en verfijnd gespeeld qua articulaties en omspelingen zijn de vier werken van Alonso Mudarra (circa 1510-1580). Hij was een vernieuwend componist en – net als Vivaldi later – tevens priester. Zijn wijding vond in 1546 plaats in de kathedraal van Sevilla en hij was vanaf die tijd tot aan zijn dood lid van het kapittel. Het is een goede zet geweest om aan de twee werken van Mudarra, die tijdens de tournee werden gespeeld, op de cd er nog twee aan toe te voegen.

Het koor

De rondleiding door de kerk eindigt in het koor met een werk van Alonso Lobo (1555-1617) in een al aanmerkelijk modernere stijl vergeleken met de andere stukken op de cd. Ook het stuk van Francisco de Peñalosa (circa 1470-1528) draagt bij aan de mooie afsluiting in het deel dat de kathedraal omkranst.

Het is op deze manier een prachtige rondleiding van ruim een uur met muziek die schitterend wordt uitgevoerd door een topensemble, bestaande uit de fine fleur van blokfluitisten die allemaal een band hebben met het Conservatorium van Amsterdam. In dit seizoen speelt The Royal Wind Music een programma rond de schilder Albrecht Dürer. Weer zo’n spannend concept… Aanbevolen!