Kunst / Expo binnenland

Geen dromen van Grandeur

recensie: Sonsbeek 2008: Grandeur

.

Jean-Michel Othoniel, La Couronne de la Nuit

Jean-Michel Othoniel, La Couronne de la Nuit

Lees meer over Sonsbeek 2008: Interview Anna Tilroe, artistiek leider | Recensie tentoonstellingscatalogus | Recensie tentoonstelling | Recensie van de voorafgaande processie

Zoals bij La Couronne de la Nuit van Jean-Michel Othoniel. Tijdens de processie was de kroon al indrukwekkend, maar nu, stil glinsterend net onder de statige boomtoppen, is het ronduit fabelachtig. Het maakt dat je weer in sprookjes gaat geloven waarin je vanzelfsprekend de hoofdrol speelt. En dan heb je natuurlijk niet graag die ontluisterende speldenprik om je er op te wijzen dat je een tentoonstelling bekijkt.

Een verhaal van grootsheid
Om een toeristische impuls te geven aan de zwaar door de oorlog getroffen stad, werd in 1949 de eerste Sonsbeek Tentoonstelling gehouden. Na de eerste vijf edities die met vooral gevestigde namen een beeld gaven van de internationale beeldhouwkunst, werd de jury vervangen door een artistiek leider en werd er meer hedendaags werk getoond. Onder leiding van onder meer Wim Beeren (1971) en Jan Hoet (2001) werden er daarvoor buiten het park en soms zelfs buiten de stadsgrenzen locaties gezocht. Deze en andere pogingen om de stad te betrekken ten spijt, nam de populariteit van de tentoonstellingen af. De vraag naar de relevantie van de voortgang van Sonsbeek werd steeds reëler. Interessant is dan ook om te zien hoe artistiek leider Anna Tilroe Sonsbeek 2008 publieksvriendelijk heeft weten te maken, zonder daarbij concessies te willen doen aan de inhoud. Want de eerder genoemde speldenprikken zijn er niet voor niets. Eigenlijk mag geen kunstwerk overgeslagen worden. Gemakzuchtig kunstwerken bewonderen die je toevallig op je pad tegenkomt is niet de bedoeling. Ieder werk van de groep 28 internationale kunstenaars heeft een plek in een verhaal over Grandeur, menselijke grootsheid. Welk facet van grootsheid de kunstwerken aansnijden mag je zelf bedenken. En dat zal voor niemand een probleem zijn in het geval van het utopische Flying Green House van de als architect opgeleide Tomas Saraceno. De zwevende ballonconstructie van 10 meter, bijeengehouden door een netwerk van zwarte touwen en in gebruik als plantenkas, appelleert moeiteloos aan het aantrekkelijke idee te geloven in het onwaarschijnlijke, in het letterlijk en figuurlijk boven jezelf uit te stijgen.

Tomas Saraceno, Flying Green House

Tomas Saraceno, Flying Green House

Aards
Kunstenaar Matthew Monahan zet je met zijn fragmentarische sculptuur The Ornamental Hermit echter weer met beide benen op de grond. Hij maakte een van de meest dramatische werken uit de tentoonstelling. De uit foam, schuimrubber en ijzerdraad samengestelde kluizenaar heeft een aangrijpend verwrongen kop. Het haalt het beeld het thema Grandeur weg uit de sfeer van de esthetiek en onbetaalbaarheid, maar brengt het weer naar de realiteit. Het lijkt je er aan te willen herinneren dat het leven niet altijd comfortabel en mooi is, wat de mens van nu wel eens lijkt te vergeten. Tegelijkertijd vertelt het ook dat juist in deze imperfectie ook haar kracht en schoonheid schuilt.

Een stuk vrolijker, maar niet minder indrukwekkend is The Mystery of Fertility van Gerda Steiner & Jórg Lenzlinger, geplaatst in de Steile Tuin, een ommuurd stukje Sonsbeek. Een buitengewoon goede plek voor dit werk, omdat de tuin, meer nog dan de rest van het park, nadrukkelijk gecultiveerd is. In het ijsblauwe tuinhuisje lijkt namelijk een enorme explosie te hebben plaatsgevonden, waardoor de stokken van het tuingereedschap en een paar jonge bomen er aan alle kanten uitsteken. Binnen, dramatisch van belicht door het dakraam, is de kern van de explosie te zien; een concentratie tuingereedschap, kruiwagens, handmaaimachines, overwoekerd door iets opvallends rozigs. De dynamische, sterachtige vorm doet denken aan een stralenkrans. Het roze blijkt te worden veroorzaakt door een kunstmestkristal en er volkstuinhouders zijn verantwoordelijk voor de groei van het kristal. In dit werk krijgen de wonderlijke grootsheid van natuur, religie en menselijk ingrijpen dit keer eens een positieve, speelse en lichtvoetige dimensie.

Gerda Steiner & Jorg Lenzlinger, The mystery of Fertility

Gerda Steiner & Jorg Lenzlinger, The mystery of Fertility

Bos en water
Waar het roze experiment van Steiner en Lenzilinger speels, maar respectvol is, overheerst bij het bekijken van de horizontaal geplaatste lindeboom van Michel François een gevoel van pijnlijkheid. Alsof een boom geofferd moet worden voor een menselijk krachtenspel dat niet waargemaakt kan worden. Over het algemeen doen de werken die net als deze Appearance of a Tree geplaatst zijn in het bosachtige deel van het park het echter erg goed tussen de ritmische verticaliteit van de bomen. Ook de verstilling en weerspiegeling van de waterpartijen zijn vaak goed benut, zoals bijvoorbeeld met de plaatsing van het poëtische werk van Rona Pondick. In de rest van het park gaat het niet overal even goed, soms moeten de werken te veel concurreren met de nadrukkelijk aanwezige gecultiveerde elementen. Zo maakt de beeldengroep van afvalmaterialen The 9 Elders van Joseph Sumégné bijvoorbeeld in het keurig aangeharkte park een wat verloren en ontheemde indruk.
Van sommige werken hoop je echter, los van een al dan niet overtuigende verbeelding van grootsheid, dat ze het park nooit meer zullen verlaten. Zo lijken de waterspuwende bustes van Spitting Leaders in een van de vele vijvers van Fernando Sánchez Castillo bijzonder goed op zijn plek en mag ook de jongensachtige hut Revelation Skull van Charlie Roberts blijven.

Anna Tilroe gaf met de titel Grandeur duidelijk niet alleen richting aan de kunstenaars, maar zeker ook aan de kijker. En het is eigenlijk wel prettig dat een tentoonstellingsmaker met nadruk werkt met kunstwerken die iets van je vragen en misschien wel meer dan je bereid bent te geven. Maar doe je dat toch, dan zal het je zeker iets opleveren.

Kunst / Achtergrond
special: De verbeelding centraal

Catalogus Sonsbeek 2008

.

Dat het team van Sonsbeek 2008 informatievoorziening als een belangrijke taak ziet, wordt duidelijk door het feit dat ze de met veel zorg gemaakte bezoekersgids en catalogus relatief laag in prijs hielden. Het compacte bezoekersgidsje met daarin alle op locatie gefotografeerde werken, een plattegrond, kunstenaars- en tentoonstellingsinformatie zal voor velen volstaan, omdat dit op het eerste gezicht al zo volledig lijkt. Maar wie de catalogus doorbladert zal zich vrijwel zeker laten verleiden door de rijkheid aan beeldmateriaal en de uiteenlopende suggesties die worden gedaan voor het herbeleven van Sonsbeek 2008.

Lees meer over Sonsbeek 2008: Interview Anna Tilroe, artistiek leider | Recensie tentoonstellingscatalogus | Recensie tentoonstelling | Recensie van de voorafgaande processie

De catalogus is volgens een artistiek directeur Anna Tilroe dan ook een uniek boek; ‘Het bekent echt een omwenteling voor hoe je met kunst om kunt gaan.’ Hiermee refereert ze vooral aan het hart van het boek. Naast de informatie over en verschillende visies op het thema en de kunstwerken, wordt de basis van het boek gevormd door een serie pagina’s vol met zeer divers beeldmateriaal, verzameld rondom de 26 kunstwerken van de tentoonstelling.

Een associatief alfabet

De lezer/kijker krijgt met de catalogus een glimp geboden van de visuele rijkdom die aan een idee van de kunstenaar ten grondslag zou kunnen liggen. Zou kúnnen liggen, want het beeldmateriaal is niet door de kunstenaars zelf maar door schrijver en kunstenaar Cornel Bierens geselecteerd. Hij bouwde er een associatief beeldverhaal mee dat connecties legt tussen de elkaar opvolgende kunstwerken (een volgorde die overeenkomt met de processie). De verzamelingen beeldmateriaal voorzien de kunstwerken niet alleen van de soms in het park ontbrekende context, maar bieden bovendien schetsvoorstellen en ander werk van de kunstenaars, wat erg leuk is.

Bierens verbindt aan elk kunstwerk een woord en een korte tekst. De woorden refereren aan elementen uit een mensenleven die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van je persoonlijke Grandeur, zoals bijvoorbeeld waarde, wijsheid en verbeelding. De teksten haken aan op een dominant beeldaspect van het desbetreffende kunstwerk. In aansluiting op het beeldmateriaal zijn de teksten eveneens wat associatief en bovendien rijk aan loslopende informatie. Gelukkig kun je er voor kiezen deze informatie voorlopig even links te laten liggen, want hoewel de hoeveelheid beeldmateriaal inspirerend is, heb ik bij de tekst niet altijd zin om mee te gaan in de zijwegen die worden bewandeld.

Vormgeving

De maagdelijk witte buitenkant met het sterke tentoonstellingsbeeldmerk, de gouden G, en de grote hoeveelheid beeldmateriaal in het binnenwerk, maken dat de catalogus er zeer aantrekkelijk uitziet. Peter van Klingeren, grafisch ontwerper van de catalogus, laat ook in het binnenwerk het goud hier en daar terugkomen, zoals in de titels van de stukken en door de verschillende onderdelen van het boek met een gouden pagina van elkaar te scheiden. De opmaakt van de pagina’s met beeldmateriaal zijn minder clean dan die met de teksten; de beeldecho’s in bruin lijken wat overbodig. Omdat er al zoveel te zien is, maakt deze toevoeging het extra onrustig.

Een grappig extraatje is dat de omslag van het boek ook een uitvouwbare (weliswaar wat ganzebord-achtige) poster is, waarop de foto’s van de processie (door Miriam Kruishoop) en de kunstwerken in het park (door Herman van Ommen) op het laatste moment nog gedrukt konden worden.

Miriam Kruishoop, foto Processie Sonsbeek 2008

Miriam Kruishoop, foto Processie Sonsbeek 2008

Meer dan compleet

Hoewel in deze catalogus nadrukkelijk gekozen is voor een beeldgerelateerde benadering van de kunstwerken, zijn er ook nog een aantal tekstuele bijdragen geleverd. Naast Schitteringen in het stof door Anna Tilroe zelf over een mogelijke rol van kunst in de huidige samenleving, schreef Nanda Janssen, gastcurator van de gerelateerde tentoonstelling Carried Away – Procession in Art in het Museum voor Moderne Kunst Arnhem, een stuk over processies. Het meest interessante stuk komt van schrijver Bas Heijne; hij neemt ons mee langs de ontwikkeling van het schijnbaar onstuitbare verlangen te geloven in grootsheid buiten onszelf, zoals in machthebbers of in een god.

Al met al versterkt het boek Tilroe’s visie de tentoonstelling als geheel te bekijken en geeft het geeft de toeschouwer voldoende aanleiding zelf na te denken over de rijkdom van gedachten en associaties die aan een goed kunstwerk ten grondslag ligt. Door de brede, associatieve informatievoorziening is het geen catalogus om in één keer uit te lezen. Het is een boek dat je thuis nog een hele tijd binnen handbereik houdt, om er af en toe eens in te bladeren. Net als de tentoonstelling in het park, gratis toegankelijk en daardoor extra uitnodigend om je telkens opnieuw te laten inspireren.

Sonsbeek 2008 Grandeur
Catalogus €24,95
Bezoekersgids €2,50

Kunst / Expo binnenland

Geen koud kunstje

recensie: De processie van Sonsbeek 2008: Grandeur

.

Met tromgeroffel en gefluit, klappende bewonderaars en nieuwsgierige kijkers, geamuseerde terraszitters en verwarde winkelaars; eigenlijk zou elke goede kunsttentoonstelling met een processie moeten beginnen. Zesentwintig objecten, variërend van een baldakijn met honderden rinkelende blauwe linten tot een bronzen bijenkorf, werden dwars door de binnenstad letterlijk op handen gedragen door de inwoners van Arnhem. Als een niet te missen signaal dat er iets bijzonders staat te gebeuren.

Lees meer over Sonsbeek 2008: Interview Anna Tilroe, artistiek leider | Recensie tentoonstellingscatalogus | Recensie tentoonstelling | Recensie van de voorafgaande processie

Elk object verwijst naar een van de bijna dertig kunstwerken die vanaf 13 juni tijdens de 10e Sonsbeek Tentoonstelling te zien zijn. Soms gaat het om onderdelen of om afgeleiden, soms gaat het om het kunstwerk zelf. Bijna zestig jaar geleden vond de eerste tentoonstelling in Park Sonsbeek in Arnhem plaats en sindsdien is het vaker voorgekomen dat kunstwerken zich over de stad en zelfs over het land verspreidden, maar een processie voorafgaande aan de tentoonstelling is nog niet eerder gedaan.

Een sacrale optocht

~

De door Anna Tilroe, artistiek directeur van Sonsbeek 2008 gekozen term voor deze optocht legt onvermijdelijk (opnieuw) een connectie tussen kunst en religie, eeuwenoude bondgenoten (alhoewel de actuele situatie doet vermoeden dat het vooral vijanden zijn). Toch wekt de processie niet de indruk dat Tilroe de kunstwerken zelf persé tot iets sacraals wil verheffen, maar misschien wel dat ze opnieuw worden gevierd als mogelijke dragers van betekenissen, van verhalen, van rituelen. En een aantal van de kunstwerken zou het overigens ook niet eens zo slecht doen in een paasprocessie of een andere religieuze optocht. Zoals de organisch ogende, door roze zoutkristallen overwoekerde stapel tuingereedschap van Gerda Steiner en Jörg Lenzinger, omringt door takken met gekleurde veertjes. Of Jean-Michel Othoniel’s fantastische kroon van gekleurde glazen bollen die, voor hij zijn plek hoog boven de bomen in Park Sonsbeek inneemt, door vier paarden fonkelend door de stad wordt getrokken. Ook de levensgrote, stoffen ezels van Stephen Wilks die op de schouders van mensen gedragen worden, lijken een bijbels thema uit te dragen, namelijk de bereidheid anderen te helpen.

Grandeur

~

Juist dit thema, de opoffering, is belangrijk. Het stralende zomerweer maakte de straten van Arnhem warm en de processie tot een tocht vol ontberingen voor de dragers. Niettemin deden zij het thema Grandeur eer aan. Het was indrukwekkend en ontroerend om te zien hoe deze Arnhemmers zich met een speciale choreografie letterlijk in het zweet liepen, maar volkomen waardig in hun rol bleven als vertegenwoordiger van het kunstwerk. De kracht én de kwetsbaarheid van het openbare gebaar. Want niet de namen van de kunstenaars, maar de namen van de speciaal gevormde gilden gingen voor de objecten uit.

Het mooie van de keuze voor de processie in dat enerzijds de kunst naar de mensen wordt toegebracht, van hun sokkels gehaald, maar tegelijkertijd boven de massa wordt uitgetild. En het wordt nog mooier: het boven de massa uittillen, gebeurt door diezelfde massa.

Tilroe heeft met de processie een heel goede mix gevonden tussen viering en verheffing. En niet alleen de kunst vieren en verheffen, maar ze nodigt daarbij mensen uit om zichzelf te verheffen, waarbij kunst uiteraard een mooi opstapje kan zijn soms. Maar wees niet bang, het lijkt er namelijk op dat kunst hoe dan ook vooral gevierd gaat worden deze Sonsbeek-editie. Het zware werk is al door anderen gedaan.

Film / Achtergrond
special: De kracht van animatiestudio Pixar

Films met een hart

.

In tijden dat Hollywood teruggrijpt op oude successen en zelden het risico neemt nieuwe verhalen te verfilmen, is er altijd nog het baken van hoop dat Pixar heet. Na de kokende rat in Ratatouille van vorig jaar komt de toonaangevende animatiestudio dit jaar met Wall-E, een sciencefictionfilm over een robot die na het uitsterven van de mensheid wordt belast met het schoonmaken van de aarde.

Wall-E
Wall-E

Ook de negende avondvullende animatiefilm van Pixar kon op een zeer enthousiast onthaal van publiek en critici rekenen. Wall-E wordt nu al vergeleken met meesterwerken als E.T. en zelfs Modern Times van Charlie Chaplin, vanwege de kritiek op de moderne consumptiemaatschappij en het ontbreken van dialoog in een groot deel van de film. De enthousiaste ontvangst die alle films van de animatiestudio ten deel valt roept de vraag op wat het geheim is van Pixar, dat zich in al het blockbustergeweld van de zomer al jaren staande weet te houden met kleine, persoonlijke verhalen.

Kleine details

De meest voor de hand liggende conclusie schuilt in de kwaliteit van de animatie. Daarin is Pixar, dertien jaar na het uitbrengen van zijn eerste speelfilm Toy Story, nog steeds ongeëvenaard. De beste illustratie daarvan kan worden gevonden in de Oscarwinnende films van Brad Bird. Het actiespektakel in het baanbrekende The Incredibles en de minutieus gedetailleerde omgeving van Parijs in Ratatouille springen daarbij het meest in het oog, maar juist in de kleine details schuilt het vakmanschap van Bird. Let in The Incredibles, het verhaal over een verguisde superheldenfamilie die er nog eenmaal op uittrekt om de wereld te redden, bijvoorbeeld op het schitterend geanimeerde sluike haar van dochter Violet. Of in Ratatouille, een fraaie variatie op de “American Dream” over een rat die ervan droomt chefkok in Parijs te zijn, op de individueel te onderscheiden haartjes op de vacht van hoofdpersoon Remi.

Ratatouille
Ratatouille

Belangrijker nog dan de animatie zelf is het risico dat Pixar altijd weer durft te nemen. De makers durven af te wijken van de gebaande paden, iets dat door het publiek gewaardeerd wordt in tijden van herhaling op herhaling. Wederom springen hier de films van Brad Bird in het oog. Zo getuigt het van veel lef om een animatiefilm te maken met als belangrijkste personage een rat, toch niet een van de meest geliefde dieren in het uitgestrekte dierenrijk. Ook de keuze om voor het eerst sinds het gebruik van moderne, digitale animatietechnieken menselijke personages in een hoofdrol op te voeren, zoals Bird deed in The Incredibles, getuigt van een groot risico. Niemand kon immers voorspellen hoe het publiek zou reageren op menselijke personages in 3D-animatiestijl.

Dit alles valt echter in het niet bij de gevaren die Pixar’s nieuwste project, Wall-E, met zich meebrengen. De eerste twintig minuten van deze bij vlagen magische film wordt het overwegend jonge publiek opgezadeld met een doemscenario zoals dat zelden te zien is in publieksfilms als deze. De mensheid heeft er op aarde een onvoorstelbare rotzooi van gemaakt, waardoor de planeet onleefbaar is geworden. Afvalrobot Wall-E wordt belast met de zware taak de puinhoop op te ruimen. In het eerste en mooiste deel van de film schetst regisseur Andrew Stanton (Finding Nemo) deze desolate wereld die associaties oproept met recente postapocalyptische films als Children of Men en vooral I Am Legend. De grauwe, roestige waas die de aarde bedekt contrasteert sterk met de felle kleuren die digitale animatiefilms zo kenmerken. In combinatie met het gebrek aan dialoog in dit eerste deel van de film zorgt dit voor magische cinema die eens te meer bewijst dat woorden niet nodig zijn om diepe emoties op te roepen.

Liefdesverhaal

In deze woestijnachtige omgeving volgen we de afvalwerkzaamheden van Wall-E, die nu al 700 jaar in beslag nemen. In die tijd heeft Wall-E steeds meer menselijke trekjes aangeleerd. Hij verzamelt door mensen achtergelaten souvenirs, zoals een videoband van de nostalgische Hollywoodmusical Hello Dolly, en hij voelt zich eenzaam op de verlaten planeet. Na de komst van de geavanceerde (vrouwelijke) robot EVE wordt Wall-E in zijn isolement verlicht en probeert hij alles om EVE voor zich te winnen. Als EVE wordt teruggeroepen door haar opdrachtgevers, verandert de film enigszins van toon en ontwikkelt Wall-E zich tot een maatschappelijk betrokken film over de manier waarop mensen omgaan met de planeet. Hoewel regisseur Stanton vervolgens kwistig strooit met verwijzingen naar genreklassiekers en tracht zijn publiek een maatschappelijk verantwoorde boodschap over te brengen, blijft Wall-E in de kern een bijzonder en zeer ontroerend liefdesverhaal dat de perfecte illustratie is voor het grote succes van Pixar.

Finding Nemo
Finding Nemo

Pixar maakt namelijk films met een hart. De hoogstaande animatie en de boodschap in hun films staan altijd in dienst van de wonderlijke personages die je nog lang na de aftiteling bijblijven. Wall-E is daar het meest iconische voorbeeld van, maar de beschermende vader uit Finding Nemo of de relatie tussen de poppen Woody en Buzz Lightyear uit Toy Story doen daar niet voor onder. Als de animaties weggenomen zouden worden, blijven het scenario en de personages sterk genoeg voor goede jeugdfilms. Iets dat van de meeste animatiefilms niet gezegd kan worden. Pixar werkt niet voor niets met een select groepje regisseurs die hun persoonlijke stempels op de films weten te drukken. Andrew Stanton, John Lasseter en Brad Bird zijn inmiddels verheven tot gevestigde namen in de filmwereld terwijl andere filmstudio’s voor hun animatieprojecten gebruik maken van roterende animators als belangrijkste eindverantwoordelijke.

Het is te hopen dat Pixar onder invloed van Disney, die hen een aantal jaren geleden overnam, in de toekomst even innovatief blijft als ze de laatste tien jaar zijn geweest. Hoewel de aankondiging van vervolgen op bewezen successen als Cars en Monsters Inc. die innovatie lijkt tegen te spreken, is de reputatie die Pixar heeft opgebouwd inmiddels zo sterk dat verondersteld kan worden dat ze zelfs daarvan iets bijzonders kunnen maken.

Boeken / Non-fictie

De comeback van de machtspolitiek

recensie: Robert Kagan (vert. Sander Hendriks) - De terugkeer van de geschiedenis

.

Kagan is een neoconservatieve denker, die aan de wieg stond van het ‘Project for an American Century’ (PNAC), en wiens ideeën een grote invloed hadden op het beleid van president Bush. De boodschap van De terugkeer van de geschiedenis lijkt enigszins op die in het werk van een andere conservatieve Amerikaan, Samuel Huntington, de schrijver van The Clash of Civilizations (1996). Beiden voorzien een wereld waarin machtspolitiek regeert en waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de supermacht Amerika.

Vooruitgang

Volgens Kagan is de ‘overwinning’ van de liberale democratie die Fukuyama voorspelde een illusie gebleken. Het geloof in de vooruitgang van de mensheid, een idee dat stamt uit de Verlichting, was na de Koude Oorlog weer helemaal teruggekeerd. Velen geloofden dat de landen over de hele wereld na de val van de Berlijnse muur massaal de liberale democratie als staatsvorm over zouden nemen en dat het ideaal van Kant – de eeuwige vrede van liberale republieken – snel bereikt zou worden. Kapitalisme en handel zouden automatisch naar vrede en democratie leiden.

Kagan geeft echter aan dat de terugkeer van het grootmachtnationalisme ten koste gaat van de nieuwe postmoderne wereldorde. De wereld zal in toenemende mate verdeeld worden langs geopolitieke breuklijnen tussen de democratische staten en de autocraten. Zoals zoveel Amerikaanse conservatieve denkers, steunt Kagan erg op de Griekse geschiedschrijving, en dan met name op De Peloponnesische oorlog van Thucydides. Zo stelt Kagan een soort van wereldwijde Delische bond voor, waarin de democratieën van de wereld gezamenlijk problemen kunnen afhandelen.

Machtspolitiek

In De terugkeer van de geschiedenis voorziet Kagan de terugkeer van een negentiende-eeuwse machtspolitiek, waarin naties wedijveren om invloed en macht. In zijn boek beschrijft hij een moderne versie van de Great Game tussen economisch succesvolle landen, die werken aan hun militair potentieel. Kagan is dan ook niet zo positief over de toekomst van de EU met haar soft power, haar terughoudendheid in internationale politiek en federalistische streven. Hij is namelijk van mening dat nationalisme en de eer van de natie een steeds grotere rol zullen gaan spelen op het wereldtoneel.

De boodschap van De terugkeer van de geschiedenis is niet geheel nieuw. Toch is het boek erg interessant, omdat het geschreven is door iemand die gehoord wordt door de politieke machthebbers in Washington. Net zoals het eerder verschenen Warrior Politics (2003) van Robert Kaplan biedt De terugkeer van de geschiedenis een overzicht van de heersende politieke theorieën in de Verenigde Staten, waardoor de lezer meer te weten komt over de Amerikaanse visie op de rol van de VS en Europa in de wereld.

Muziek / Album

Muzikale gedichten

recensie: Silver Jews - Lookout Mountain, Lookout Sea

.

Ter introductie van het nieuwste album van de Silver Jews even wat numerologie. We hebben het hier namelijk over een zes, maar het is ook een duidelijke twee. Maar héél stiekem betreft het gewoon een één. Kijk, als dát niet duidelijk is! Voor diegenen die het echter nog niet helemaal begrijpen vormt onderstaande tekst misschien een uitkomst.

Silver Jews is van oorsprong een indierock-band uit Hoboken en werd in 1989 opgericht door David Berman met Stephen Malkmus en Bob Nastanovich (beiden van Pavement). De band heeft in de loop der jaren nogal wat wisselingen in samenstelling doorgemaakt, maar Berman is de constante factor. Vooral diens teksten geven Silver Jews een karakteristieke smoel.

6+2+1

~

Wat altijd handig is voor een muzikant is een moeizaam en problematisch leven met het liefst veel drugs en persoonlijk leed. Dat heeft een positieve weerslag op de teksten. Berman is hierop geen uitzondering. Hij overleefde een zelfmoordpoging en zat in een bij artiesten zo populaire rehab. En ondanks het heuglijke feit van een huwelijk hebben deze zaken zich uitbetaald. Zelfs als Berman een liedje schrijft over een jukebox krijgt het een dramatische, weemoedige lading:

You’re all filled up with what other people mean
Hardship, damnation, guilt
Make you wonder why you were even built

Vanaf het openingsnummer ‘What Is Not But Could Be If’ tot aan het laatste lied ‘We Could Be Looking for the Same Thing’, Bermans teksten en stem blijven boeien. Misschien dat de langere nummers, zoals het meer dan zes minuten durende ‘San Francisco B.C.’ net iets te veel van het goede zijn door het gebrek aan muzikale variatie. Maar zelfs dan is er genoeg te beleven om van te genieten. De muzikale basis is wel gewoon goed en met de teksten er bovenop hoef je jezelf ook bij een dergelijk lang nummer niet te vervelen.

Hopelijk zijn de nummers uit de inleiding nu een beetje op hun plaats gevallen. Maar voor de zekerheid als laatste nog even een korte samenvatting: Lookout Mountain, Lookout Sea is een album dat je gewoon even moet gaan luisteren.

Muziek / Album

Literatuur versus muziek

recensie: Bon Iver - For Emma, Forever Ago

.

Justin Vernon, geboren en getogen in Wisconsin, trok zich twee maanden lang terug in de wildernis van Noord-Amerika. Een winter lang verbleef hij in een huisje in the middle of nowhere. Hij schoot twee herten om in z’n voedsel te voorzien en kwam op een goede dag het bos uitgelopen met een album onder z’n arm: For Emma, Forever Ago.

Om het plaatje compleet te maken noemde hij zich vervolgens Bon Iver. Wat een verbastering is van het Franse Bon Hiver (goede winter). En zo ontstond een debuutalbum dat door de gehele muziekpers als een van de mooiste albums van 2008 wordt gezien. De gehele muziekpers? Nee, een website uit Nederland bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigende druk van de meerderheid.

Vernon had zich teruggetrokken voor een periode van afzondering na de opheffing van zijn band DeYarmond Edison. Tijdens deze periode nam hij met zijn falsetstem nummers op die uit zijn ziel opborrelden. Vol verdriet, verloren liefdes en eenzaamheid. Zoals de nummers daar zijn opgenomen, zo staan ze meestal ook op het album. Slechts hier en daar later in de studio voorzien van wat drums en blazers. Al met al dus een heel puur en oprecht album.

Maar waarom dan toch dat verzet vanaf die website uit Nederland?

Oogst

~


Muziek

Een muziekalbum is meer dan alleen het verhaal dat erachter zit. En ook meer dan het verhaal dat de nummers je vertellen. Als dit een boekrecensie zou zijn had For Emma, Forever Ago zeker een lovende kritiek gekregen. Het verhaal achter het album is uiteraard gewoon goed. De opheffing van de band, het zich terugtrekken in de bossen en het aldaar ontstane album zorgen voor een welhaast mythische vertelling. En de nummers zijn tekstueel ook zeer ontroerend. Maar het is de muziek die het hier laat afweten. Niet dat deze slecht is te noemen. Het zit allemaal best goed in elkaar. Technisch en harmonisch klinkt het prima. Maar wat muziek nu écht helemaal af maakt is de spanning die het bij je kan oproepen. En het is juist die spanning die hier ontbreekt.

Van het openingsnummer ‘Flume’ tot aan de afsluiting ‘Re: stacks’ is het een en dezelfde flow. Een voortkabbelend beekje. Het wordt muzikaal gezien geen enkel moment spannend. Sterker nog, op het moment dat je het meest toe bent aan een opkikkertje of versnelling (en dat is normaal gesproken zo halverwege het album) zakt het geheel zelfs nog even een beetje in. Was je ondertussen niet al in slaap gesust, dan start het snurken op dat moment wel.

Ons rest niets dan te doen alsof we Galliërs zijn. Terwijl we nog een everzwijn aan het spit rijgen, snoeren we deze bard liever even de mond. Hoe goed zijn verhaal dan ook mag zijn. Het is zijn muziek die ons even niet zo kan bekoren.

Film / Films

Besmettelijke paranoia

recensie: Bug

.

Bug (2006) is een claustrofobische paranoiathriller waarin twee personages ten onder gaan in hun eigen schimmenwereld waar waanbeelden en angsten domineren. De film is een intense, maar iets te kleinschalige karakterstudie die door veteraan William Friedkin de juiste beklemmende sfeer meekrijgt.

~

William Friedkin werd met The Exorcist en The French Connection bekend als een regisseur die een rauwe filmstijl combineerde met controversiële thematiek. Destijds werden deze films als shockerend en duister ervaren. Na een succesvolle periode maakte hij wat opmerkelijke egoprojecten, waaronder Sorcerer (een vreemde en uiteindelijke geflopte remake van Henri-Georges Clouzots Le Salaire de la Peur). Recentelijk kwam zijn controversiële sadomasochistische homothriller Cruising weer uit in een gerestaureerde versie. Na deze films wijdde Friedkin zich in de jaren tachtig en negentig aan middelmatige en soms ronduit slechte producties. Met Bug is hij weer op een bescheiden wijze in vorm. De film is is gebaseerd op een toneelstuk van Tracy Letts, en is een intense en claustrofobische stijloefening die vooral wordt gedragen door het sterke spel van Ashley Judd en Michael Shannon.

Gekwelde outsiders

Agnes (Ashley Judd) zit aan het begin van de film paniekerig in een motelkamer, terwijl ze wordt lastiggevallen door dreigende telefoontjes van haar ex-man (een agressieve Harry Connick Jr). In flitsen wordt duidelijk dat ze mishandeld is, en daardoor emotioneel instabiel is geworden. Op een avond besluit ze de hort op te gaan in een kroeg vol lesbiennes, en daar ontmoet ze via een vriendin de vreemde Peter, die later meegaat naar haar motelkamer. Michael Shannon speelt Peter als een sinistere einzelgänger die ratelt over zijn bizarre gedachten. Shannon was al een dreigende verschijning in Sidney Lumets Before the Devil Knows You’re Dead, maar in Bug weet hij naast onheilspellend ook kwetsbaar te zijn. De film dwaalt vervolgens af in een paranoïde hel als Peter Agnes meer in zijn grip krijgt. Hij vertelt over de medische experimenten die hij heeft ondergaan als soldaat, en dat hij sindsdien geplaagd wordt door insecten en andere beesten die eitjes leggen in zijn lichaam. Agnes wordt meegezogen in zijn hersenspinsels die extremer worden naarmate de film vordert. Ondertussen neemt Agnes’ ex-man het van een afstand waar.

Stijloefening

~

Voor Friedkin is Bug een kleine, maar intense film die vergelijkbaar is met zijn bewerking van Harold Pinters The Birthday Party. De film bevat ook wat cinematografische knipogen. Zo is een plafondventilator die het geluid maakt van een helikopter schatplichtig aan de openingsscène van Apocalypse Now. Ook kan Friedkin het niet laten om in een scène naar zichzelf te verwijzen. Als Peter in een zwaar verwarde toestand in bed een epileptische aanval krijgt, doet zijn getril denken aan de door de duivel bezeten Linda Blair uit The Exorcist.

De spanning tussen echte en ingebeelde vijanden en gevaren houdt gedeeltelijk de spanning erin, maar de iets te vage fragmenten hadden wel wat beter uitgewerkt kunnen worden. Bug is eigenlijk te snel voorbij. De film eindigt op een moment waar je verwacht dat personages en motieven worden uitgediept. Uiteindelijk is de film een bescheiden stijloefening voor een regisseur die weer in vorm probeert te komen.

Bug is vanaf nu te huur, en vanaf 14 augustus te koop.

Muziek / Album

Stroke tussen wal en schip

recensie: Albert Hammond Jr. - ¿Cómo te Llama?

.

Albert Hammond Jr. is overduidelijk een der Strokes. In zijn solowerk betuigt hij zich even onthecht, heeft hij dezelfde voorliefde voor ‘vorm boven inhoud’ en is hij het toonbeeld van de ogenschijnlijk achteloze en zelfbewuste verkwisting van groot talent die The Strokes eigen is. Het geeft te denken hoe belangrijk Hammond is voor het geluid van die band, waar hij toch in de schaduw staat van zanger Julian Casablancas. Zelfs hun stemmen delen dezelfde lijzigheid, al is die van Hammond wat minder krachtig en toonvast dan die van zijn bandgenoot. Maar betekent dit dan dat ¿Cómo te Llama? net zo goed het vierde Strokesalbum had kunnen zijn? Ik geloof – en hoop – het toch niet.

Want onder die schijnbare achteloosheid schuilt bij The Strokes een creatieve ambitie waar Hammond in zijn eentje niet over lijkt te beschikken. Waar het collectief de muziekcanon tot drie keer toe kidnapte voor een wilde rit door donkere achterbuurten en louche nachtclubs, wandelt Hammond liever als een weekendtoerist door de schone wijken en zonnige parken van de popgeschiedenis. Het is een verschil tussen dag en nacht, zonder de gekwelde onrust en drive van The Strokes als motor klinkt Hammond een beetje lui en ongeïnteresseerd in zijn werk. Had ik al gezegd dat Hammond getalenteerd is? Vooral aan het begin van ¿Cómo te Llama? is er een aantal goede ideeën, maar na de eerste vier nummers worden deze te weinig uitgewerkt en aan het einde van de plaat zijn ze zelfs compleet verdwenen. De laatste zes nummers zijn nauwelijks de moeite waard of fillers.

Demonstratieve nonchalance

~

Het lijkt misschien wat te gemakkelijk om Hammond solo te vergelijken met zijn hoofdemplooi, er zijn immers geen wetten die bepalen dat men slechts één soort muziek mag maken. Maar hij lijkt vooral zelf The Strokes nog voor een groot deel als referentiekader te gebruiken, niet per se loyaal aan het genre maar wel doordrongen van dezelfde demonstratieve nonchalance. Vandaar dat ¿Cómo te Llama? ook op zijn sterkst is als Hammond dicht bij het repertoire van het vijftal blijft, zoals op ‘In My Room’ en ‘Victory in Monterey’. Maar wanneer hij echt andere kleding past met dezelfde houding, verliest hij toch echt zijn cool. Hoe exotischer het gebied is dat hij betreedt, des te meer keert zijn erfgoed zich tegen hem. Dit blijkt als hij uitstapjes maakt naar reggae en filmische sfeermuziek. Naarmate het album vordert raakt Hammond in toenemende mate verdwaald in zijn probeersels en hij lijkt dat bovendien prima te vinden.

Het is niet helemaal duidelijk waar Hammond heen wil met zijn solowerk, misschien weet hij dat zelf ook niet helemaal. Het lijdt geen twijfel dat hij over voldoende capaciteiten beschikt om als songschrijver zijn brood te verdienen. Elk album met Strokesachtige liedjes van zijn hand zou goed klinken, maar daar lijkt hij niet langer genoegen mee te willen nemen. Als hij inderdaad meer registers wil opentrekken, zal Hammond Jr. wel die typische achteloosheid van zijn muziekbroeders overboord moeten gooien, want met ¿Cómo te Llama? dreigt hij tussen wal en schip te vallen.

Boeken / Fictie

Indringende wederopstanding

recensie: Jos� Lu�s Peixoto (vert. Piet Janssen) - Het Pianokerkhof

De Portugese schrijver Jos� Lu�s Peixoto (1974) is in Nederland relatief onbekend, maar wordt in zijn thuisland bejubeld als de nieuwe literaire belofte. De roman Het Pianokerkhof maakt duidelijk waarom. In deze prachtige roman staan onthechting en wedergeboorte centraal en wordt de relatie tussen leven en dood op indrukwekkende wijze uitgewerkt.

De hoofdrol is weggelegd voor drie generaties van de familie L�zaro, een verwijzing naar de bijbelse Lazarus. Terwijl Francisco L�zaro tijdens de olympische marathon door de straten van Stockholm rent, op weg naar zijn dood, staat zijn vrouw thuis op het punt om te bevallen. Zijn zoon zal zijn plaats in de timmerfabriek van de familie innemen, zoals ook Francisco op zijn beurt de plek van grootvader heeft overgenomen. In de werkplaats bevindt zich het pianokerkhof, de haast mythische rustplaats van talloze piano’s. Omdat alle drie de Lazaro’s als verteller aanwezig zijn ontstaat een veelstemmig verhaal, dat krachtig en bijzonder is.

Po�zie

Dat Peixoto naast proza enkele dichtbundels op zijn naam heeft staan, is goed te merken. Hij roept al schrijvende op speelse wijze prachtige beelden op:

Het licht van de ochtend voelt de schone ruiten van het raam niet wanneer het erdoorheen schiet en daarna verder zweeft op de pianoklanken die uit de radio vloeien en door de lucht van de keuken golven.

Het zijn zinnen die je gerust kunt herlezen en daar vaak ook om vragen. Zijn taalgebruik en stijl dwingen aandacht af, maar wie in de zinnen duikt wacht een beloning.

Door het inzetten van meerdere vertellers, die elkaar in hoog tempo afwisselen, krijgt het verhaal een sterk fragmentarisch karakter. Elke verteller representeert een stuk van de familiegeschiedenis en hierdoor ontstaat de nodige verwarring. Niet zelden is het de vraag wie er aan het woord is. Gaandeweg in het verhaal wordt duidelijk dat de levens van de L�zaro’s ook letterlijk door elkaar heen lopen. Zij worden steeds sterker met elkaar verbonden en er blijken parallellen tussen de verschillende generaties te bestaan. De drie L�zaro’s groeien steeds dichter naar elkaar toe.

Mantra

De ontregeling, die onderdeel is van dit proces, gebruikt Peixoto bewust. Als Francisco door de straten van Stockholm rent, zijn we deelgenoot van zijn gedachten: die zijn deels associatief, maar lijken deels lukraak door elkaar te zijn gegooid. En dat is jammer. Wat verder zorgvuldig opgebouwd en geconstrueerd is, komt daarmee aan de oppervlakte. Toch is ook dit een belangrijke bouwsteen in een overigens indrukwekkende vertelling. De schrijver maakt op prachtige en pijnlijke wijze duidelijk dat de zonen niet alleen oude dromen een nieuw leven inblazen, maar ook dezelfde vergissingen maken. Dat laat veel pijn en leed achter.

Zo krijgt de oudste L�zaro van zijn kleindochter te horen dat hij weliswaar gestorven is, maar dat zijn fouten voortleven. Door de hele roman klinkt het mantra ‘we herhaalden elkaar en vervreemdden van elkaar en kwamen weer tot elkaar’. Hoewel het hierbij de vraag is hoezeer de personages zich kunnen ontworstelen aan wat hun lot lijkt te zijn, is Het Pianokerkhof optimistischer gestemd dan de werkelijk gitzwarte debuutroman van Peixoto, De Blik.

Het is afwachten in hoeverre de volgende generatie oude fouten kan voorkomen, maar nieuw leven houdt ook de belofte van een herkansing in. Peixoto lijkt ons te willen vertellen dat dwalingen eigen aan de mens zijn. Door ze te doorgronden en te accepteren kun je een volledig beeld schetsen van het leven. Alleen wie de tekortkomingen in zichzelf en anderen accepteert kan oprecht en eerlijk lief hebben.

�