Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

PLAYLIST: 8WEEKLY Aanraders – Kerst 2020

Zin om wat nieuwe muziek te ontdekken? De redactie van 8weekly verzamelt elke maand nummers die je écht even moet luisteren. Nummers van nieuwe albums, van artiesten die in het nieuws zijn of gewoon liedjes die even aandacht verdienen. De playlist kun je volgen op Spotify, de lijst wordt elke maand geüpdatet. Waarom je juist deze nummers moet luisteren, leggen we je graag uit.

In december presenteren we de kersteditie van onze playlist vol aanraders. Er zijn dit jaar behoorlijk wat nieuwe kerstnummers uitgebracht, deze hebben we natuurlijk in de lijst gezet. Daarnaast heeft iedereen zijn eigen favoriete kerstnummers vol herinneringen. Onze redactie had meteen allerlei ideeën over wat je nu écht moet luisteren om in de kerstsferen te komen. Niet omdat het muzikaal goede nummers zijn, maar omdat we mooie herinneringen hebben aan deze nummers.

Nieuwe kerstnummers

Muziekredacteur Joost Festen recenseert in zijn kerstspecial drie gloednieuwe kerstalbums, die wat hem betreft de moeite waard zijn om te luisteren. Het zijn de albums van Tom Mason, Kellly Finnigan en Calexico. Muziekredacteur Karen Vanhulle raadt het nieuwe kerstalbum van Jacob Collier aan, kort samengevat is het: ‘Supergezellig, warm, lieflijk en kleurrijk!’

Daarnaast hebben we wat nieuwe kerstnummers op de lijst gezet die je wellicht al op de radio voorbij hebt horen komen, want de artiesten hebben tijdens de coronacrisis niet stilgezeten. Dolly Parton, Mariah Cary, Jonas Brothers en noem maar op. Sommige nummers zijn mierzoet, maar dat hoort wat ons betreft ook wel een beetje bij kerst!

Kerstnummers vol herinneringen

Muziekredacteur Karen Vanhulle raakt helemaal in kerstsferen als ze het nummer ‘It’s raining men’ hoort, dat inderdaad geen kerstnummer is: ‘Een favoriete klassieker van mijn Britse grootmoeder. Op Kerstfeest gingen we dan met alle zeven kleindochters samen met haar ongegeneerd dansen en meebrullen hierop.’ Ook de kerstklassieker van chef muziek Jorien Hollaar, ‘Mary’s Boychild/ Oh My Lord’ van Boney M, is onlosmakelijk verbonden aan herinneringen aan haar grootouders: ‘Toen wij heel klein waren draaiden mijn opa en oma regelmatig een dvd met de grootste hits van Boney M., alle kleinkinderen gingen hier op los. Bij de grootste hits op de dvd en cd was dit kerstnummer de laatste, weer of geen weer het werd gewoon gedraaid. Inmiddels hebben wij thuis allemaal ergens een ‘greatest hits’-cd én kerstalbum van Boney M. op de kop weten te tikken.’

Chef boeken Dorien Pool kiest voor het Nederlandstalige ‘Onrust en Hoop’ van Clean Pete en Thijs Boontjes: ‘Het is een Nederlandse versie van een van mijn favoriete christmas carols: ‘God Rest You Merry, Gentleman’. In mijn tienerjaren ging ik elk jaar naar een kerstviering in Zwolle waar traditionele ‘carols’ gezongen werden. Ik geniet daar enorm van, vooral als er opeens sneeuw ligt als je weer naar buiten gaat (is een keer gebeurd). Ik zou het echt geweldig vinden als Nederlanders ook langs de deuren zouden gaan om carols te zingen, zoals je altijd in kerstfilms ziet. Maar voor nu doe ik het maar met de fijne kerst-cd van Clean Pete.”

Hoofdredacteur Steffen van Zundert gooit het over een hele andere boeg: ‘In mijn familie wordt met kerst traditiegetrouw de kerstplaat van Ivan Rebroff opgezet door mijn opa. Ivan was een Duitse zanger die zich voordeed als een Rus en had een stembereik van vier en een halve octaaf (volgens Wikipedia). De eerste gang van het kerstmaal is bij ons ook altijd dezelfde groentesoep, die net op is zodra Rebroff in ‘Stillen nacht’ van basgeluid schakelt naar zijn falsetstem.  Voor mij is groentesoep dat nummer, en dat nummer is groentesoep geworden. De plaat knispert inmiddels mee als een haardvuur, maar dat is natuurlijk ook de charme.’

De playlist

‘Under a Mistletoe Sky’ – Tom Mason

‘Heart of Downtown’ – Calexico en Bombino

‘Santa’s Watching You’ – Kelly Finnigan

‘The Christmas Song’ – Jacob Collier

‘Holidays’ – Meghan Trainor ft. Earth, Wind & Fire

‘I need you Christmas’ – Jonas Brothers

‘Cuddle Up, Cozy Down Christmas’- Dolly Parton en Michael Bublé

‘Santa Baby’ – Love Renaissance en Summer Walker

‘Oh Santa!’ – Mariah Carey ft. Ariana Grande & Jennifer Hudson

‘Mary’s Boy Child/ Oh My Lord’ – Boney M.

‘Onrust en Hoop’ – Clean Pete en Thijs Boontjes

‘Heut’ is der Heiland für Euch geboren’ – Ivan Rebroff

‘It’s Raining Men’ – The Weather Girls

Oude aanraders terugluisteren? We hebben speciale archiefplaylist van onze aanraders, zodat je alles wat wij ooit aan hebben geraden kunt terugluisteren:

 

Muziek / Album

Kerstmuziek zonder allergische reacties

recensie: Kerstmuziek 2020

Kerstmuziek bezorgt veel muziekliefhebbers spreekwoordelijke hoofdpijn of allergische reacties. De verzadiging van kerstbelletjes en de herhaling van liedjes die vaak gecoverd zijn, roepen soms al na enige dagen irritaties op. Maar wat is het fijn om kerstmuziek te horen met veel nieuwe composities!

Het trio dat in deze kerstspecial aan bod komt heeft meer liedjes die voor het eerst te horen zijn dan veel kerstalbums van bekende artiesten. Wel zijn ze toegespitst op deze speciale tijd van het jaar. De draaibaarheid is daardoor wel beperkt tot rond deze feestdagen. Vervolgens liggen ze elf maanden te wachten op een nieuwe draaibeurt.

Tom Mason

Het album van americana artiest Tom Mason viel al vroeg op de mat en heeft de eer het eerste kerstalbum van 2020 in de collectie te zijn. Alle tien composities zijn van Mason zelf en herbergen allen een stevige benadering van het idee kerstmuziek, waardoor je even de mierzoete smaak van veel kerstplaatjes stevig kan wegspoelen met een lekker glas bier of wijn. Het verdient een extra vermelding dat er niet één bekend kerstliedje is verbouwd naar een Mason-stijl, het zijn allen originele liedjes.Uiteraard horen we wel veel over ‘Christmas’ en ‘Santa’ terugkomen in de teksten waar ook de mistletoe en de sneeuw niet ontbreken. Maar Mason laat muzikaal kerst heel anders klinken vanuit Nashville. De productie van het album is in handen van Michael Webb die geen onbekende is. Hij werkte onder andere mee aan albums van John Prine en Chris Stapleton.

Het album valt zonder meer in de categorie tandenbescherming voor als je de mierzoete kerstliedjes, die onverbiddelijk de oren zullen bereiken, wilt afwisselen met wat stevigere kost. Bij het beluisteren van Tom Masons album springt zeker het glazuur niet van je tanden.

 

Kenny Finnigan

Het album van Kenny Finnigan A Joyfull Sound dient zich begin november al aan bij de muziekredacties. Finnigan kunnen we direct in de hoek van de alternatieve kerstmuziek scharen en is vooral interessant voor de muziekliefhebbers, die wel eens wat anders willen horen met kerst, maar toch mee willen met het kerstgevoel. Het album valt in de categorie R&B en is vooral soul met een retro-karakter. Er doet dan ook een keur aan moderne soulartiesten mee, zoals leden van Durand Jones & The Indications, The Dap-Kings en nog een hele lijst. Maar de liefhebbers weten direct in welke hoek ze Finnigan moeten plaatsen. Juist! In de hoek waar we vroeger ook Otis Redding, Aretha Franklin en andere grootheden mochten herkennen.

Het album ademt een stevig jarenzestiggevoel gecombineerd met moderne opnametechnieken, zodat we van een breed geluidsspectrum kunnen genieten. De sound van legende Phil Spector klinkt duidelijk door in de productie van dit kerstalbum, dat je bijna ook buiten de feestdagen aan het eind van het jaar zou kunnen draaien. Een vergelijking met Marvin Gaye kunnen we niet onderdrukken, als we de zang van Finnigan in de stijl van de grote soullegende Gaye horen gaan met de van hem bekende “oohs” ineens de herinnering met je aan de haal. Feitelijk swingt het album, mede door de cast aan gastmuzikanten, enorm de pan uit waardoor dit album van een grote houdbaarheid is.

Calexico

De bandnaam Calexico legt de lat van verwachting direct heel hoog! Aan het waarmaken van die verwachting wordt grotendeels voldaan. Het album ademt een grote mate van wereldmuziekgevoel zoals we dat van de band mogen verwachten. Alleen als het John Lennon-nummer ‘Happy Xmas (War Is Over)’ klinkt, bekruipt je een gevoel van schaamte over de slechte cover die de band neerzet. Het kan met geen mogelijkheid in de schaduw staan van het origineel van Lennon. De albumafsluiter is een tweede misser. De kerstwensen bovenop een instrumentaal niemendalletje in allerlei verschillende talen, inclusief het Nederlands, blijf je niet leuk vinden. Het is wel zo gedaan dat het niet direct bij de tweede keer de irritatiegrens al bereikt.

Calexico werkt op dit album samen met Bombino, wat een smakelijke kerstcreatie in Afrikaanse sferen oplevert met ‘Heart of Downtown’. Maar ook gasten als Caby Moreno, Gisela Joao, Nick Urata (uit Devotchka) en Camilo Lara mogen genoemd worden, omdat zij het palet van Calexico dusdanig kleuren, dat we kunnen spreken van een prachtig amalgaan in de sfeerbeleving.

Als we over deze twee tracks heen kunnen stappen, houden we echter een kerstalbum over dat vele draaiuren plezier gaat opleveren tijdens de feestdagen. De diversiteitsgraad van de geboden liedjes is groot. De kerstbelletjes zijn zeer beperkt aanwezig en de verschillende samenwerkingsverbanden leveren een aangename variatie op. Het resulteert in totaal in een kerstalbum dat het gevoel naar de positieve kant weet te laten doorslaan.

 

Muziek / Album

Met gestrekte vingers erin

recensie: Thelonious Monk Quartet - Thelonious Monk in Palo Alto
This work is from the William P. Gottlieb collection at the Library of Congress. Rights and restrictions. In accordance with the wishes of William Gottlieb, the photographs in this collection entered into the public domain on February 16, 2010.

Sommige hardcore jazzliefhebbers menen met droge ogen dat het allemaal fout was wat hij deed: met gestrekte vingers de toetsen van de piano letterlijk aanslaan bijvoorbeeld. Maar dan hebben ze de recente CD nog niet gehoord, met opnamen van het Thelonious Monk Quartet op 27 oktober 1968 in de Palo Alto High School.

De opnamen die de conciërge van de school maakte, kwamen boven water in het huis van Danny Sher. Hij bracht ze onder de aandacht van de zoon van pianist Thelonious Monk, T.S. Monk Jr.. Die was verbijsterd door de kwaliteit en bracht ze recent uit. De toen zestienjarige Sher zat in 1968 op Palo Alto en had, onder het mom van “nee heb je, ja kun je krijgen”, de manager van Monk benaderd met de vraag of de pianist niet eens een concert op zijn middelbare school wilde geven. Het antwoord was, tot ieders verrassing: ja. En zo geschiedde. Monk speelde tijdens een matineeconcert op deze witte school onder meer enkele van zijn bekendste standards, die zich op deze manier niet alleen goed laten vergelijken met eerder opgenomen versies, maar ook het belang van de recente ontdekking onderstrepen.

Vergelijkend warenonderzoek

Het eerste nummer waarmee je een vergelijking aan kan gaan, is het liefdesliedje ‘Ruby, my dear’. Het kwartet had het bijna op de dag af een jaar eerder ook gespeeld tijdens het Newport Jazz Festival op 28 oktober 1967 in de Rotterdamse Doelen, in dezelfde, sterke samenstelling: Charlie Rouse (tenorsaxofoon), Thelonious Monk (piano), Larry Gales (contrabas) en Ben Riley (drums). In Palo Alto lijkt het kwartet nog sterker een muzikale eenheid, en door een iets langzamer tempo straalt het geheel ook iets meer rust uit.

Het tweede nummer dat het kwartet Monk zowel op Palo Alto als in Rotterdam speelde, is ‘Don’t blame me’. Een nummer met een lome linkerhand en een virtuoze, wat hoekige rechter. Hierdoor begrijp je waarom Monk in Nederland invloed heeft gehad op het spel van bijvoorbeeld Misha Mengelberg, die hem precies in deze periode van het concert in Rotterdam ontdekte. Ook dat benadrukt dat Monk toen op zijn hoogtepunt was. In Palo Alto speelt Monk wederom wat langzamer, wat nadrukkelijker ook, af en toe een extra dissonant toevoegend en de melodie meer uitrekkend.

Het derde en laatste nummer van deze vergelijking is het beroemde oudje ‘Epistrophy’ (1941). De ene keer klinkt het in een andere bezetting en wat hoekiger dan een andere keer, maar een meesterwerkje blijft het. In deze opname zit een drive en spanning die je op het puntje van de stoel doet belanden.

Hoogstaande jazz voor iedereen

Dat geldt eigenlijk voor de hele cd, uitgebracht door Impulse Records. Zo worden opeens onbekende opnamen van zes nummers in een highschoolconcert in Californië in onze schoot geworpen, die behoren tot de beste live optredens van het Thelonious Monk Quartet. Topklasse voor mensen die van Monks spel houden, voor mensen die van oude jazz houden en een stapje verder willen gaan zonder dit te verloochenen, en voor mensen die – zoals Mengelbergs leraar aan het conservatorium – diens spel wat ‘onbeholpen’ vinden. Dus eigenlijk voor iedereen die van muziek houdt.

Boeken / Fictie

Een sprookje over leugens dat dichtbij de waarheid komt

recensie: J.K. Rowling - De Ickabog

Toen haar kinderen nog jong waren, vertelde J.K. Rowling hen het verhaal van de Ickabog. Ze schreef het verhaal op, legde het op zolder, maar kwam nooit aan publicatie toe. Tot de coronapandemie losbarstte en duizenden kinderen thuis kwamen te zitten. Ze besloot het verhaal online beschikbaar te stellen en schreef een tekenwedstrijd uit voor de illustraties. Nu is daar dan eindelijk de gedrukte versie van haar nieuwste kinderboek, Ickabog (2020).

Het sprookje Ickabog speelt zich af in het land Steenrijk waar koning Fred de Flinkerd aan de macht is. Hij is totaal ongeschikt als machthebber en is vooral geïnteresseerd in mooie mantels en lekker eten. Wanneer hij voor een staatsbezoek een nieuw kostuum laat maken, begaat hij een fout die een hele reeks aan ongelukken in gang zet. Hoewel hij weet dat de hoofdnaaister ziek is, laat hij haar toch drie dagen en nachten doorwerken, met als gevolg dat ze op de derde dag dood gevonden wordt.

Tot aan dit moment waren de koningen van Steenrijk altijd zeer geliefd. Maar de echtgenoot en dochter van de hoofdnaaister denken daar nu natuurlijk wel anders over. Wanneer dochter Roos de koning ‘zelfzuchtig, ijdel en wreed’ noemt, trekt hij zich dit zo erg aan dat hij het tegendeel wil bewijzen. Hij besluit naar de andere kant van het koninkrijk te reizen om de Ickabog te verslaan.

De leugen regeert

De Ickabog is een monster van twee paarden groot met lichtgevende ogen die woont in de moerassen van Zomphoek. Iedereen weet wel dat hij niet bestaat, maar doordat het daar vaak mistig is, denken velen hem wel te hebben gezien. Wanneer koning Fred er met zijn troepen arriveert, gaat er iets heel erg mis. Majoor Boender wordt per ongeluk neergeschoten. Baron Ter Sluycks probeert dit voor de koning te verdoezelen door hem te vertellen dat de majoor door de Ickabog is gedood. Hiermee start hij een web aan leugens dat het hele koninkrijk naar de ondergang zal helpen.

Terwijl koning Fred zich bij terugkomst opsluit in zijn kasteel uit angst voor het monster, regeert baron Ter Sluycks het land. Om de zogenaamde Ickabog te verslaan, verhoogt hij de belasting. Iedereen die het bestaan van het monster in twijfel trekt, belandt in de kerker of in een lijkkist. De baron weet met zijn beleid iets dat overduidelijk niet echt is, tot waarheid te verheffen. Het zijn natuurlijk praktijken die we maar al te goed kennen van zekere presidenten. Rowling brengt dit meesterlijk in beeld in dit kinderverhaal.

Vriendelijkheid overwint

Het grootste deel van het boek wordt in beslag genomen door beschrijvingen van de wreedheden en leugens van Ter Sluycks. Rowling werkt dit stuk net iets te ver uit, op een gegeven moment is de boodschap wel duidelijk. Maar het moet wel gezegd worden dat ze met dit politieke statement een interessante keuze maakt voor een kinderboek, een die we ook al zagen in de Harry Potter-reeks.

Het leukste aan Ickabog zijn toch wel de avonturen die daarnaast plaatsvinden, daarin komt duidelijk de kinderboekenschrijfster in haar naar boven. Zoals wanneer de jonge Roos in een akelig weeshuis terechtkomt, de beschrijvingen van de overvolle kerkers waar het steeds gezelliger wordt en de vier jonge helden die op het eind het koninkrijk weten te redden door de waarheid aan het licht te brengen.

De moraal van dit sprookje is duidelijk: met leugens bereik je winst op de korte termijn, maar met vriendelijkheid en oprechtheid win je uiteindelijk. Met Ickabog geeft Rowling de jeugd een mooi cadeau in deze donkere tijden, een cadeau dat ook zeker voor volwassen lezers de moeite waard is.

Boeken / Fictie

Zoete woordsnoepjes of een bittere pil

recensie: Marieke Lucas Rijneveld - Mijn lieve gunsteling

In Mijn lieve gunsteling (2020), de nieuwe roman van Marieke Lucas Rijneveld, begeert een negenenveertigjarige veearts een veertienjarig kind. Het zijn twee getraumatiseerde karakters: de veearts door incest in zijn jeugd, het kind door een gestorven broertje en een daarna verdwenen moeder. Ze vinden elkaar in hun door verlies getekende levens.

Het kind, een jongensachtig meisje, woont op een boerderij met een vader en broer die nauwelijks in staat zijn om een gesprek te voeren. Koeien melken kunnen ze wel, net als naar de kerk gaan en complexe zaken stilzwijgen.

De veearts, die ook de verteller van het verhaal is, komt regelmatig langs om de dieren van het boerenbedrijf te controleren en om zijn obsessie met het tienermeisje te voeden. In zijn busje heeft hij een donzig matras gelegd, posters opgehangen van koningin Beatrix en Kurt Cobain – twee figuren die het kind fascineren – en er zijn smurfensnoepjes. Het is een vies kinderpaleisje.

De veearts is berekenend in zijn liefde en werkt gedurende de roman toe naar de voor hem ultieme bevrediging. De lezer komt zo terecht in de donkere krochten van zijn seksualiteit en wordt opgezadeld met verboden, onsmakelijke acties.

Tragisch figuur

Rijneveld schrijft alles haarfijn op. Ze kent de perverse porno-nasmaak van de incognito burger – het animale in de lezer – en buit dat nachtelijke schaduwsentiment tot op het bot uit. De paginalange zinnen zonder punten, zonder witregels, denderen door en lezen als een vernuftig en aantrekkelijk woordenbraaksel. Degene die ze eruit kotst – de veearts – is even beverig als monsterlijk. Zijn ingewanden zijn zwart en zuur en met weerzin blijf je doorlezen.

De schamele opluchting die je als lezer kunt voelen, zijn de passages die erop wijzen dat deze man uiteindelijk voor het gerecht komt. Ook zijn vrouw zorgt voor de nodige verlichting. Hoewel ze niet bij hem weggaat als ze zijn kinderliefde ontdekt, scheldt ze hem in ieder geval de huid vol. Maar we kunnen haar niet van dichtbij horen walgen; de veearts is onze enige toegang tot de anderen en dat is benauwend.

Zijn eigen incestverleden biedt ook enige houvast om tot een beetje sympathie te komen voor deze tragische figuur. De veearts zit klem in een onbewust, wraakzuchtig determinisme. Wat zijn moeder hem aandeed, doet hij nu met het kind.

Voorbij het goede

Er komt ongetwijfeld een bladzijde waarop de vraag zich aandient bij de lezer: waartoe dient dit? Waarom moet ik dit lezen? Is het puur vanwege de literaire taal, de overvloed aan rijke woorden en beelden die Rijneveld meester is? Draait het om zelfinzicht? Is het verhaal als een spiegel voor onze meest afzichtelijke behoeftes?

Of kunnen we de openbaringen van de veearts wegleggen als ziek, gestoord en niets anders? Is de esthetische taal juist een reden om het boek dicht te slaan? Zodat we ons niet laten verleiden in de klauwen van een beest door zoete woordsnoepjes.

Rijneveld creëert met de veearts een personage dat de moraliteit ver voorbij is. In zijn eigen psyche, die hij in detail en met overtuiging beschrijft, is zijn liefde voor het meisje zuiver. Maar dat gaat hopeloos verloren in zijn handelen. De laag van beschaving die mensen doorgaans intact proberen te houden, is hem in essentie vreemd.

Hoewel hij zijn capriolen zo lang mogelijk verzwijgt en hier en daar beseft dat zijn verlangens smerig zijn, lijken die inzichten vooral voort te komen uit eigenbelang en niet zozeer uit moreel besef. Hij wil niet dat zijn contact met het kind stopt en dus, begrijpt hij, moet het geheim blijven voor anderen.

Richting het einde van zijn betoog beweert hij voor de magistraten die hem zullen berechten dat hij zich weinig meer herinnert van de hele situatie, dat het kind ‘ziek’ was en dat hij het beste probeerde te doen met zijn ‘tere ziel’. In het theater van zijn ware liefde blijkt hij ook een ware verrader te zijn.

Een Freudiaanse dictatuur

Zonder ethiek kan alles. Er zijn geen wetten meer, geen sociale regels, en dat biedt ruimte voor tirannie. De veearts domineert de wereld van het meisje en hij domineert de roman; er is geen ander perspectief dan de zijne. Het meisje heeft intussen twee imaginaire vrienden: Hitler en Freud. Ze voert gesprekken met hen. Die twee mannen resoneren door de hele roman. De wetteloze, dictatoriale wereld van Mijn lieve gunsteling is als een donker onderbewuste dat beklemmend, dierlijk en obsessief is.

Als lezer laat je je wat verdoofd meevoeren in het geheel en geef je de strijd al vrij snel op. De personages doen niets nastrevenswaardig. Je leest niet door omdat de roman je iets leert of omdat je je verbindt aan de karakters, en je leest ook niet door omdat je verwacht dat het toch nog beter zal worden. Er is eigenlijk een gebrek aan verwachtingen, los van de perverse climax waarvan je vermoedt dat die zich vroeg of laat zal aandienen: de penetratie.

Schrijven om afkeer op te roepen is klassiek. Natuurlijk scheert Rijneveld met deze roman langs Lolita van Vladimir Nabokov, maar ook schrijvers als Michel Houellebecq en Ottessa Moshfegh – hetzij op heel andere manieren en vaak verlicht door scherpe, absurdistische humor – cultiveren afkeer in hun werk. Ze lijken te suggereren: in deze roman valt niks verhevens te halen, lower your expectations, lezer, want de personages hier staan met lege handen. Ze zijn het uitschot van de morele wereld of verkeren minstens op de randen ervan. Hun acties en fantasieën zijn giftig – ze zijn alcoholist, moordenaar of seksverslaafd – en dat heft de normatieve meetlat op die we in ons dagelijks leven met ons meedragen.

Naast afkeer, shock of ongeloof, creëert dat ook ruimte voor een vreemd soort verademing. De slechte versie van onszelf, hoe mild ook in verhouding tot de personages, zal niet veroordeeld worden door de roman. Ná de moraliteit is er een niet-veroordelende vrijheid die tot extreme gekte kan leiden, maar ook tot opluchting. We hoeven ons niet langer beter voor te doen dan we zijn.

Popcultuur en psychopathologie

Is er dan niets lichts te beleven in Mijn lieve gunsteling? Niet zoveel nee, het is vooral ernst. Maar Rijneveld plaatst het verhaal rondom de millenniumwisseling en dat levert dan toch momenten van identificatie op. Er komen veel referenties langs: Kurt Cobain, koningin Beatrix, Windows 95, WordArt, Harry Potter, Roald Dahl, de films van Tim Burton, Nine Eleven, ‘Warwick Avenue’ van Duffy, de Hitkrant, Haribo-kikkertjes, maar ook het gereformeerde dorp dat, toch best grappig, ‘The Village’ wordt genoemd, alsof het een hippe koffietent in refostijl is.

Het veertienjarige meisje duikt vol in de populaire cultuur van haar tijd en zal later zelf muzikant worden. De veearts heeft zijn eigen verwijzingen: Samuel Beckett, Leonard Cohen, Stephen King, Pink Floyd. De tekstbronnen die ze delen zijn bijbels. De veearts citeert uit Het liedboek der kerken, het kind uit 1 Korintiërs 13.

Hoewel al die referenties de lezer betrokken houden door kleine injecties van culturele herkenning, worden ze toch ook vooral overschaduwd door de psychopathologie van de karakters. Het kind heeft een fascinatie voor de suïcidale Kurt Cobain, ze noemt de veearts ook ‘Kurt’, en de fixatie op koningin Beatrix benadrukt vooral de afwezige moederfiguur in haar leven. Bij Duffy draait het om de door tranen uitgelopen zwarte mascara op haar gezicht en het doorboren van de Twin Towers is, naast een terroristische aanslag, vooral doelwit van de waanbeelden van het kind (ze denkt dat ze kan vliegen en schuldig is aan de catastrofe) en een opzichtig fallussymbool.

Ook de veearts verwart allerlei songteksten met zijn kinderliefde. Hij voedt zijn ‘lieve gunsteling’ cultureel op door haar mee te nemen naar de bioscoop en vertelt haar dat ze Bonnie en Clyde zijn. Als hij voor het eerst zijn ‘moordenaarsgewei’ aan haar laat zien, fluistert hij iets van Beckett en een zin uit het Hooglied.

Sinistere literatuur

Rijneveld heeft een zelfverzekerde plotkeuze gemaakt, waarmee ze de wereldliteratuur uitdaagt, en die strak uitgewerkt. Dat geldt ook voor de literaire stijl die ze rigide hanteert. Mijn lieve gunsteling staat vol evocatieve zinnen die maar blijven uitdijen. In het begin zoek je nog de punten op de bladzijde, totdat je het maar opgeeft en je laat meevoeren op de cadans van de openbaring van de veearts.

Het is een stortvloed aan associatieve woorden, beelden en referenties die in combinatie met de wringende thematiek resulteert in een beklemmende leeservaring. Rijneveld schrijft met Mijn lieve gunsteling sinistere literatuur in een verleidelijk vocabulaire. De nasmaak is niettemin bitter.

 

Muziek / Achtergrond
special: Fatoumata Diawara

Fatou brengt vrolijke muziek met een boodschap

Haar muziek hoor je in de zomer zo af en toe eens door een openstaand raam en steeds meer mensen hebben wel eens van haar gehoord. Zangeres en gitarist Fatoumata Diawara zou woensdag 2 december in TivoliVredenburg in Utrecht optreden met muziek van zowel haar debuutalbum Fatou als ook de opvolger Fenfo. Haar optreden is echter vanwege corona verplaatst naar 6 november 2021. Dat is lang wachten, maar dat is zeker de moeite waard.

Het is wellicht haar combinatie van West-Afrikaanse wassoulou-muziek met westerse jazz- en popinvloeden die haar ook buiten Afrika populair maakt. Diawara trok in augustus 2018 bijvoorbeeld al het concertgebouw in Amsterdam vol met haar mix van afrobeat, jazz en pop. Ook onder andere muzikanten is het niet onopgemerkt gebleven dat haar muziek aanstekelijk is. Zo trad ze al op met Paul McCartney, heeft ze samengewerkt met grote namen als Bobby Womack en Herbie Hancock en speelde ze op grote festivals als Glastonbury.

Fatou
Vooral haar eerste album Fatou, is erg aanstekelijk met prachtige kleine liedjes zoals bijvoorbeeld de nummers Alama en Wililé. Andere nummers zijn juist vrolijk met herkenbare melodieën zoals het nummer Sowa. De typisch Afrikaanse instrumenten, zoals een kalebas (percussie), een ngoni (snaarinstrument) en een udu (percussie) die we onder andere horen in het nummer Kèlè, leveren een zeer divers en verfrissend geluid op. Soms zijn de drums expres weggelaten en is er ruimte voor een meer singer-songwriterachtige setting. Ook vullen percussie en shakers vaak de ruimte op.

Muzikaal zitten de nummers heel sterk in elkaar en ze liggen lekker in het gehoor. De muziek is origineel en toch is de structuur eenvoudig en duidelijk. Ook de productie is mooi in evenwicht waardoor alle elementen goed naar voren komen. Het gitaarspel van Diawara is soms wat ongepolijst (evenals haar zang tijdens liveoptredens) maar dit stoort helemaal niet. Het maakt haar juist echt en puur.

Fenfo
Op haar tweede album Fenfo komt een ander geluid naar voren. Het lijkt of er geprobeerd is een wat moderner, geproduceerder, geluid neer te zetten. Zo is er meer gebruikgemaakt van de elektrische gitaar en zijn er vaak soundscapes te horen, bijvoorbeeld in het nummer Kokoro. Ook de bas en drums hebben een grotere rol gekregen.

Echter, de akoestische gitaar – die eigenlijk de basis vormt in veel van Fatous nummers – is soms (te) ver naar de achtergrond gemixt, zoals bijvoorbeeld in het nummer Kanou dan yen. Hierdoor is het evenwicht tussen Fatoumata’s stem en de harmonische begeleiding soms uit balans geraakt, waardoor je als luisteraar het gevoel krijgt dat je net de essentie mist. Ook is het onderscheid tussen couplet en refrein minder prominent aanwezig in sommige nummers, waardoor deze meer geschikt zijn als achtergrondmuziek dan dat ze echt aanspreken. Neem het nummer Takamba. Daar gaat hetzelfde rifje ruim vier minuten door zonder verandering in de muziek.

Toch zijn er ook nummers die wel een duidelijk herkenbaar schema van couplet-refrein aanhouden, zoals het poppy klinkende Bonya. En wat ook is gebleven zijn Fatous zangmelodieën. Deze zijn nog steeds heerlijk om naar te luisteren. Dit album is dus even wennen, maar heeft ook zeker veel interessants te bieden.

Een vrouw met een boodschap
Wat kenmerkend is voor Fatou is dat het een dame is met een boodschap. Haar teksten gaan bijna altijd over zware onderwerpen. Zo zingt ze over oorlog in de wereld, over het belang om respect voor elkaar te hebben of over de pijn van geadopteerd worden (ze is zelf op elfjarige leeftijd door haar ouders naar Bamako, de hoofdstad van Mali, gestuurd om bij haar tante te gaan wonen).

Ook in haar liveoptredens is ze uitgesproken. Zo maakt ze vaak duidelijk dat ze zich verantwoordelijk voelt om Afrika te representeren. Ze komt op voor de situatie in Mali en in andere Afrikaanse landen en probeert aandacht te genereren voor de problemen die daar spelen, zoals bijvoorbeeld vrouwenbesnijdenis.

Vrolijke muziek en kleding
Toch klinkt haar muziek allesbehalve zwaar. Het is vrolijk en gelaagd tegelijk. En omdat Diawara in het Bambara zingt, een toontaal die voornamelijk in Mali wordt gesproken, merk je als niet-Malinese luisteraar dus niet veel van de door leven doordrongen teksten. Voor wie toch haar teksten wil bestuderen, geeft ze op haar cd’s en platen gelukkig ook een vertaling in het Engels en het Frans.

Ook haar kledingstijl in videoclips en liveoptredens is erg vrolijk, met veel kleuren, sieraden en opvallende make-up. Hoewel elementen uit traditionele West-Afrikaanse kledingdracht worden gebruikt, is haar stijl modern. En daarmee lijkt ze een statement te willen maken, namelijk dat ze staat voor haar herkomst en tradities, maar wel met een eigen en moderne blik.

Boeken / Non-fictie

Het neoliberaal kapitalisme voorbij

recensie: De hamsteraar - Willem Schinkel

Het massale hamsteren van wc-papier en houdbare levensmiddelen stuitte op veel kritiek aan het begin van de coronacrisis. In De hamsteraar breekt socioloog en filosoof Willem Schinkel juist een lans voor deze vooruitziende consument en legt hij het échte probleem bloot.

De hoogleraar theoretische sociologie windt er geen doekjes om: eigenlijk valt hamsteraars niets te verwijten. Binnen een kapitalistisch systeem gedragen zij zich met hun royale koopgedrag juist als voorbeeldige consumenten. Ze doen niets illegaals, in tegenstelling tot bijvoorbeeld plunderaars. Het is volgens Schinkel onjuist dat we de hamsteraars verwijten niets voor anderen over te laten. Kort samengevat: de ware schuldigen zijn de kapitalisten die het just-in-time-principe als norm hebben ingevoerd. Idealiter ligt er zo min mogelijk op voorraad in distributiecentra en wordt alles aangeleverd vlak voordat er vraag naar is. De opslagkosten die bespaard worden zijn gigantisch, maar voor de consument is er geen voordeel. Sterker nog, het systeem kan bij de minste of geringste verandering in verwachtte vraag ontregeld worden, zoals dit voorjaar gebeurde. De lege schappen zijn overigens slechts van tijdelijke aard, het systeem past zich altijd weer aan.

Langzaam op gang

Schinkel legt het wat minder simpel uit dan hierboven beschreven. Hij gaat ervan uit dat de lezer wetenschappelijk onderlegd is en neemt zodoende weinig tot geen ruimte om begrippen uit te leggen. Tegelijkertijd heeft hij een lange opmaat nodig om tot de kern te komen. Het hoofdstuk over de etymologie van de hamsteraar doet langdradig en een beetje overbodig aan.

Interessanter zijn de hoofdstukken over schaarste en het logistiek kapitalisme. Op radicale wijze gaat hij in tegen het voor economen vanzelfsprekende gegeven dat er nou eenmaal schaarste bestaat. Schinkel durft dit te betwijfelen en stelt dat schaarste pas is ontstaan op het moment dat geld werd geïntroduceerd. Dit heeft te maken met de manier waarop geld te wereld in wordt gebracht, namelijk als schuld. Geldschepping gebeurt door banken wanneer zij kredieten verstrekken. Dit zorgt het vanaf het eerste moment voor scheve verhoudingen: er ontstaan claims op lichamen en op terugbetalen. Dit terwijl overheden tegelijkertijd ook schulden nodig hebben om het kapitalistische systeem te kunnen laten draaien.

Zeldzame scherpte

Schinkels boodschap is uiterst relevant dezer dagen. Alle zorgvuldig uitgekiende algoritmes voor bevoorradingen van winkels konden in één klap overboord door de plotselinge veranderingen in onze bewegingspatronen sinds medio maart. De coronacrisis kan een kantelpunt zijn, een moment waarop de zwaktes van ons logistieke systeem blootgelegd kunnen worden.

Het is in het laatste hoofdstuk – De hamsteraar en de revolutie – dat Schinkel volledig kleur bekent en hard uithaalt naar het neoliberalisme en de manier waarop onze neoliberale regering is omgegaan met de COVID-19-crisis. Zijn uitgesproken standpunten zijn helaas zeldzaam maar daardoor des te meer verfrissend en urgent.

Boeken / Non-fictie

Aangename alternatieve dwarsdoorsnede

recensie: Edwin Hofman – Avonturiers van de Nederpop

Boeken over Nederpop zijn er de afgelopen jaren nogal wat verschenen. Maar in Avonturiers van de Nederpop (2020) duikt Edwin Hofman in de alternatieve popmuziek en laat hij vooral de artiesten zelf het woord doen. In drieëntwintig hoofdstukken leren we veel over de laatste decennia van de alternatieve scene.

Het fijne van dit boek is dat – ook al heb je de alternatieve popmuziek van ons land best aardig in beeld – je wellicht altijd wel één of meerdere kopstukken gaat tegenkomen die je nog niet kende of waarbij je verrast wordt door de context waarin de muzikant het schreef.

Web-auteur wordt boekschrijver

Schrijver Edwin Hofman zal voor veel lezers van websites, waarop alternatieve muziek de aandacht krijgt, geen onbekende zijn. Zo is hij al sinds 2011 verbonden aan Written in Music, maar heeft hij ook aan 8WEEKLY zijn steentje bijgedragen, bijvoorbeeld met deze recensie over Paul Weller. Met Avonturiers van de Nederpop – veertig jaar eigenzinnige Nederlandse popmuziek treedt hij toe tot de auteurs met een boek op hun naam. Als tweede ondertitel kreeg het boek Van Hallo Venray tot Adieu, Sweet Bahnhof: een bijzondere woordgrap om van een bandnaam tot een liedje te gaan. Dat laatste liedje is natuurlijk van The Nits. Het boek maakt trouwens deel uit van een serie boeken van dezelfde uitgever. Een serie die verder geen naam, maar wel steeds muziek als rode draad heeft gekregen. Hoe dat precies zit, ging 8WEEKLY zelf vragen aan Edwin Hofman, net zoals hij met de klassiekers van de alternatieve Nederpop in gesprek ging.

In gesprek met Edwin Hofman

Edwin Hofman was een korte periode als eindredacteur actief bij 8WEEKLY en schrijft inmiddels zo’n tien jaar voor de site Written in Music. “Ik schreef af en toe voor lokale kranten, tijdschriften en het magazine Smilin’ Ears, en wilde als bekroning een boek uitbrengen. Toen ik tachtig procent van dit boek had geschreven, over uitdagende ontmoetingen met kopstukken uit de alternatieve Nederpop, ging ik op zoek naar een uitgever en vond onderdak bij deze kleine uitgever: kleine Uil. Gelukkig kreeg ik redelijk de vrije hand om het boek te voltooien, maar ik moest wel onder de driehonderd bladzijden blijven. Daarom werd het geen canon van de alternatieve Nederpop, maar een deel in de bestaande reeks over popmuziek van deze uitgever. Naast tekst herbergt het boek ook mooie portretten en albumhoezen die de verhalen verluchten waar vooral de muzikanten aan het woord zijn”, vertelt Hofman. “Het clearen van de rechten van de foto’s was een proces op zich! Maar het was het waard; het maakt mijn boek zeker sprekender.”

De titel van het boek doet je afvragen hoe de ‘avonturiers’ geselecteerd werden. “Zo’n keuze is altijd voor discussie vatbaar. Mijn uitgangspunt was vooral om de gitaargeoriënteerde bandleiders te spreken die vandaag de dag ook nog actief zijn in de muziek. Met de wetenschap dat ik geen canon zou schrijven en de omvang onder de driehonderd pagina’s moest blijven, heb ik deze keuze gemaakt. Om sommige namen kan je gewoon niet heen, zoals The Nits en Robert Jan Stips natuurlijk. Doordat ik tijdelijk minder ben gaan werken vond ik ook de tijd om dit boek te voltooien in beperkte tijd. Terugkijkend had ik Gruppo Sportivo, Mecano en Pip Blom ook nog een plaatsje willen geven, maar de lijst zou nog veel langer kunnen zijn. Nu het boek een tijdje uit is, mag ik niet klagen over de publieke aandacht, waardoor de eerste oplage van het boek inmiddels is verkocht. Nu is het hopen dat het boek ook nog een tijdje mag prijken op de tafels bij de boekhandels, nu de feestdagen in zicht komen.”

Actievelingen in de alternatieve Nederpop

Het boek neemt de lezer mee in een tocht door de alternatieve popscene van de afgelopen vijftig jaar. Robert Jan Stips maakte daarbij de langste tocht door de Nederpop en is ook nog steeds actief, alive and kicking net zoals alle andere artiesten die in het boek aan het woord komen! Alle hoofdstukken hebben als gemene deler dat vooral de artiest en niet de interviewer aan het woord is. De vragen zijn subtiel verwoord in een inleidende zin van een paragraaf zonder dat het als vraag klinkt. Het boek leest als een verzameling muzikale tochten van artiesten, die vooral gedreven zijn om zich muzikaal te uiten zonder zich zorgen te maken of er wel een betalend publiek is voor hun kunstuitingen. Die drijfveer heeft de alternatieve Nederpop in zijn algemeenheid gevormd. Dat wil niet zeggen dat we hier louter muzikanten te horen krijgen die aan de rand van de samenleving moeten leven, omdat muzikant zijn in een klein land ook een klein publiek trekt. Sommige bands zijn succesvol geweest of zijn dat nog. Deze muzikanten, die vooral als credo hebben om muziek te maken die spreekt vanuit het hart, beleven zelden de waardering van het grote publiek. En als ze dat al wel beleven en zich verder ontwikkelen, raken ze net zo makkelijk die publieke aandacht weer kwijt, omdat het grote publiek eigenlijk alleen maar meer van hetzelfde wil.

Hofman heeft een boek geschreven dat de muziekliefhebber zal bekoren. Het is geen boek om in één adem uit te lezen. Wel word je gedreven om elk hoofdstuk in één teug te lezen. Vervolgens nodigt het je uit om de muziek te luisteren. Gelukkig zijn er moderne media om die muziek te laten klinken, want een cd zit niet bij dit boek. Voor iedere Nederpopliefhebber van het alternatieve genre valt er veel te genieten bij het lezen van deze verhalen, die een fraaie dwarsdoorsnede geven van dit onderbelichte deel van de Nederpop!

Film / Muziek / Theater / Film / Muziek
special: Waar kijkt onze redactie deze maand naar uit?

8WEEKLY staat te trappelen

Elke maand zijn er zoveel mooie albums, voorstellingen en boeken te beluisteren, zien en lezen dat het soms lastig is om de parels ertussenuit te vissen. Daarom vertellen onze redacteuren in ‘8WEEKLY staat te trappelen’ waar zij zich de komende maand het allermeest op verheugen. In december blik je terug, en daarom kijken we deze maand uit naar een nostalgische film, vertrouwde muziek en een voorstelling die we al heel lang willen bezoeken.

Mank: speelse liefde voor oude Hollywoodcinema
Door Steffen van Zundert

Het is altijd een beetje gevaarlijk, maar ik ben echt verliefd geworden op de trailer van Mank. Je weet dat een trailers je kunnen bedotten en soms mooier zijn dan de hele film. Maar toch! Kijk dan dat prachtige zwart-wit, de compositie van de shots, de hommages aan de oude Hollywoodfilms in de montage. Er wordt een hele wereld en tijd opgeroepen, uitvergroot zoals de films uit de jaren ‘40 zelf ook waren, maar tegelijkertijd ook strakker en scherper dan dat films toen konden zijn.

Mank (vanaf 4 december te zien op Netflix) gaat over de scenarioschrijver Herman Mankewicz en zijn worsteling om het scenario van Citizen Kane op papier te krijgen. David Fincher, bekend van gestileerde misantropische thrillers, verfilmde een scenario van wijlen zijn vader.

Een Hollywoodfilm over het maken van een Hollywoodfilm klinkt voor de buitenstaander misschien een beetje navelstaarderig. En bovendien levert de zoektocht naar de ‘geheime saus’ achter een meesterwerk zelden bevredigende antwoorden op. Moeten we voor Citizen Kane de scenarioschrijver bedanken zoals deze film lijkt te suggereren, de visionaire regisseur zoals veel filmcritici betogen, de innovatieve cameraman, de creatieve editor of juist de mix van alle talenten die op een alchemische manier op een filmset samenkomen?

Dus ook al hou ik mijn hart nog een beetje vast, waar ik niet over twijfel is dat ik ga genieten van de cinematografie en de speelse liefde voor de oude Hollywoodcinema die van de trailer afspatte.

Het dier, het dier en het beestje: bizar, fascinerend en origineel
Door Roos Wolthers

Ik ben dol op de voorstellingen van Theater Artemis. Ze zijn zo goed omdat de bizarre, fascinerende en originele uitgangspunten steeds opnieuw op een sterke en overtuigende manier worden uitgewerkt. Tijdens Voorstelling waarin hopelijk niets gebeurd zat ik een middag lang op het puntje van mijn stoel te kijken naar een acteur die zijn uiterste best deed om niets te laten gebeurden. Ik was vorig jaar enorm blij met mijn kaartjes voor de nieuwe voorstelling  Het dier, het dier en het beestje, een musical waarin alle personages worden gespeeld door dieren gemaakt van stof, bordkarton of plastic. De voorstelling werd uiteindelijk afgelast, maar deze maand is hij alsnog zien in Frascati en in Theater Rotterdam.

Odd Seeds: oude liedjes klinken als nieuw album
Door Joost Festen

Thijs Kuijken, liedjesschrijver van I am Oak, heeft het thuisblijven goed benut: “Tijdens de quarantaineperiode van maart 2020 heb ik een video opgenomen waarin ik een van mijn nummers live speelde, om op internet te delen in plaats van een echte liveshow. Dit veranderde al snel in een dagelijkse oefening van 50 dagen, resulterend in 50 opgenomen nummers”. Op het album Odd Seeds vinden we zesentwintig van die liedjes in een bijzondere opnamesetting terug. Kuijken speelt en zingt in opperste concentratie in zijn eentje vanuit zijn huiskamer de liedjes, die zijn teruggebracht tot de essentie.

‘Furrows’ is de eerste single die op 27 november op YouTube verscheen. Je hoort een geïnspireerd muzikant met fraaie liedjes, maar hoort tevens de triestheid van deze opnames. I Am Oak is nooit de vrolijkste van de klas geweest, maar als alles teruggebracht wordt naar alléén musiceren, zonder later extra elementen toe te voegen, doet de muziek je denken aan een grijze herfstdag. Odd Seeds is een verzameling liedje uit een decennium I Am Oak, maar klinkt als een nieuw album.

 

Boeken / Fictie

Mierzoete herinneringen

recensie: Anne Jacobs - Het landhuis

Anne Jacobs werd bekend door de trilogie Het weesmeisje, waarin het jonge weesmeisje Marie zich ten tijde van de Eerste Wereldoorlog opwerkt van keukenmeid tot de vrouw des huizes. Haar nieuwe roman, Het landhuis, speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog én in de jaren 90. Daar waar de trilogie lekker ´wegleest´, boet deze nieuwe roman helaas in vanwege het mierzoete gehalte.

De verwachtingen zijn hoog: Jacobs hoog aangeschreven trilogie vloog over de toonbanken in Duitsland, België en Nederland. Nu is er een nieuwe roman: Het landhuis. In de trilogie maakten we kennis met de zeer sympathieke Marie, die een bewonderenswaardige kalmte uitstraalt en de deugdzaamheid zelve is.

Hoe anders komen de personages uit Het landhuis over. Protagoniste Franziska von Dranitz, ooit ´de freule´ van het landgoed Dranitz dat al eeuwenlang van erfgenaam op erfgenaam is overgegaan, is een verbeten dame. Ze werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog door het Russische leger gedwongen haar geboortegrond, het prachtige landhuis in Mecklenburg-Voor-Pommeren, te verlaten en – tezamen met miljoenen Duitsers – te vluchten. Ze verloor in de brute strijd om het landhuis niet alleen verscheidene familieleden, maar ook haar grote liefde: majoor Walter Iversen. Jaren later, als de Berlijnse muur nog maar net is neergehaald, besluit ze om terug te keren naar haar landgoed. Wat blijkt? De huidige dorpsgenoten staan niet te springen om haar terugkeer. Integendeel…

Een wirwar van verhaallijnen

Het boek kent niet één, maar zelfs vier vertellers: Franziska, haar kleindochter Jenny, Mine (de vroegere huishoudhulp) en Franziska´s zusje Elfriede a.k.a. ´de roodharige duivel´. Wie dit boek openslaat, moet goed opletten op de wisselingen in zowel perspectief als tijd. Continu wordt er geswitcht van de jaren 40 naar de jaren 90 én komt zowel de 70-jarige als de 20-jarige Franziska aan het woord. De 70-jarige Franziska heeft zich tot doel gesteld om het landgoed van Dranitz weer in handen te krijgen en stuit daarbij op grote weerstand van de ´ossi´s´ en de corrupte, Poolse burgemeester met de opmerkelijke naam ´Pospuscheit´. Ondertussen probeert haar kleindochter Jenny zich in Berlijn met macht en man los te rukken uit haar gedoemde liefdesaffaire met haar baas.

Als Jenny zich eenmaal van haar getrouwde minnaar heeft ontdaan, helpt ze haar oma met de wederopbouw van het landhuis, wat niet zonder slag of stoot gaat. Mine, de vroegere huishoudhulp, beziet alles met lede ogen. Hoewel haar man Karl-Erich en haar kleinzoon Ulli argwanend toekijken hoe Franziska het landhuis weer eigen maakt, besluit zij om de vroegere barones van Dranitz te omarmen. Al was het maar vanuit medelijden met de barones, die na al die jaren nog steeds geen flauw benul heeft hoe het afliep voor haar jongere zus Elfriede en haar grote liefde Walter Iversen.

Oppervlakkige personages

Bij het verbouwen van een huis komt vaak heel wat gevloek en getier kijken. En al helemaal als dat huis op instorten staat. Dat is meteen ook de overheersende boventoon in dit boek: de personages mopperen allemaal behoorlijk wat af. Bovendien worden de daden en handelingen van de personages zo beschreven, dat je ze allemaal wel onsympathiek moet gaan vinden. Zo ook de dochter van Franziska, Cornelia, die een bikkelharde communiste is geworden en zich afzet tegen haar eigen moeder (overigens een personage dat te weinig uitgediept is en zeer oppervlakkig blijft). En dan Jenny, die zich gedraagt als een overemotionele puber en langzaamaan gevoelens krijgt voor de eveneens zeer onaardige en dieronvriendelijke Ulli. Nee, als het Jacobs idee was om ook maar een greintje genegenheid te krijgen voor haar personages, is ze daar faliekant in gefaald. Ook storend is het feit dat er geen evenredige verdeling is in perspectief en flashbacks. Het was interessanter geweest om meer te lezen over de oorlogsjaren, om als lezer meer achtergrondinformatie toegediend te krijgen. Nee, in plaats daarvan wijdt de schrijfster meer woorden aan duizend-en-één overbodige details, zoals iedere blaf van Franziska´s hond Falko. Deze viervoeter leer je zelfs beter kennen dan menig personage.

Desalniettemin zet het verhaal je aan het denken en is er een duidelijk plot: wat is er gebeurd met Elfriede en Walter? Het antwoord daarop laat lang op zich wachten en is nog verrassend ook. Het moge duidelijk zijn: het leven van Franziska is allesbehalve een sprookje geweest en ze moet teren op vele, vele wonden uit het verleden. Haar doorzettingsvermogen maakt van haar een dappere, oude vrouw. Hoewel de opeenvolging van gebeurtenissen – en de opbouw in het algemeen – soms niet al te goed uitpakt en zelfs verwarrend is, kent dit boek een diepere gelaagdheid. Jacobs heeft weliswaar vele verhalen samengebracht binnen één groots verhaal, maar is daarbij soms te oppervlakkig te werk gegaan. Het betreft een verhaal over moed en ongekende liefde, maar het evenaart geenszins de trilogie die zoveel harten wist te verwarmen.