Muziek / Album

Razend interessant, euforisch en intelligent

recensie: Arcade Fire - Reflektor

Reflektor is de naam van de nieuwe plaat van Arcade Fire. Een dubbelaar met een dik uur aan krachtige, vooruitstrevende songs. Het behoort tot de beste muziek van het jaar.

~

De indieband Arcade Fire (Montreal, Canada) is zo’n band waarbij altijd veel gebeurt als er weer iets nieuws uitkomt. Zo gingen ze ter promotie van Reflektor aan de slag met niemand minder dan Anton Corbijn, die voor de titelsong een vervreemdende zwart-wit videoclip maakte met maskers, discobollen en desolate landschappen. Dan lanceerden ze ook nog de website www.justareflektor.com, een interactieve video die verbinding maakt met je smartphone zodat je met je camera je eigen visuele effecten van de clip kunt creëren. Hier is, kortom, een band aan het werk die niet zomaar wat aanklungelt.

En dat is het knappe en het aantrekkelijke aan Arcade Fire: ze weten zichzelf iedere keer, met hun muziek en daarbuiten, te vernieuwen, vallen niet in herhaling en zo houden ze de machine in gang. Ze staan, met andere woorden, nooit stil. Iets wat ook in de teksten zeer sterk naar voren komt, denk bijvoorbeeld aan ‘Keep The Car Running’ van Neon Bible of neem het liedje ‘Afterlife’ van dit nieuwe album, waar de regel ‘Where do we go?’ telkens wordt herhaald. Steeds weer wordt beweging benadrukt.

Opwindende tempowisselingen
Dat vernieuwende en de beweging in de muziek vindt Arcade Fire op Reflektor vooral in het doorkruisen van de genres, het vermengen van stijlen. Op The Suburbs merkten we dit al. Het palet van stevige rock-‘n-roll en ballads werd uitgebreid met synthpopelementen. Het geluid van Reflektor is nog breder, ritmischer en bevat veel opwindende tempowisselingen, zoals in ‘Normal Person’ en ‘You Already Know’.

Onconventioneel ook is de lengte van de dertien nummers, die bijna allemaal zo’n vijf à zes minuten bestrijken, met een uitschieter naar elf. Risicovol, maar wonderwel verzanden de nummers niet in saai- of eentonigheid. Juist in die gelaagde instrumentatie en de rijkdom aan variërende klanken waarmee de nummers zijn gecomponeerd, schuilt de kracht van het nieuwe Arcade Fire-album. Het maakt Reflektor muzikaal razend interessant.

Euforisch
Wat bovenal opvalt: de toon die Arcade Fire in zijn geheel laat horen is lichter. Opgewekter ook. In een interview zegt zangeres/multi-instrumentalist Régine Chassagne, die samen met haar man Win Butler het creatieve hart vormt van de band, dat ze soms al te ernstig waren en het daardoor weleens ontbrak aan luchtig- en vrolijkheid.

Voor de nieuwe liedjes moest daarom ruimte worden opgelaten voor meer opgetogenheid, wat goed te horen is in bijvoorbeeld ‘Reflektor’, ‘We Exist’ en ‘Here Comes The Night Time’, nummers die ieder afzonderlijk vrolijker klinken dan de vorige drie albums bij elkaar. Reflektor is een euforische en intelligente plaat, die weinig mindere momenten kent. Misschien wel de beste plaat van dit jaar.

 

 

Boeken / Achtergrond
special: De staat van de hedendaagse Russische literatuur

Hoelang houdt Poetin de literatuur monddood?

.

Ook slaviste Ellen Rutten en Ruslandcorrespondent Arnout Brouwers schoven aan. Natuurlijk was Sjisjkin het meest aan het woord. De vraag was allereerst of er tegenwoordig minder uitstekende schrijvers in Rusland zijn dan in voorgaande generaties. Dat er bijvoorbeeld in Duitsland veel meer dan bij ons uit het Russisch vertaald wordt, hoeft op zich niet alles te zeggen over kwaliteit. Sjisjkin ontweek de vraag door over één auteur de loftrompet te blazen: Alexander Goldstein (1957-2006), die volgens Sjisjkin mogelijk te gecompliceerd schreef om vertaald te worden. Had die dan wel een groot Russisch lezerspubliek? Teken aan de wand toch dat geen slavist in de zaal van hem gehoord had. Kort nadat hij de laatste punt in zijn laatste werk had gezet, stierf hij in Israël.

Tanden
Sjisjkin opperde dat de repressie in zijn vaderland niet meer zoals vroeger totalitair is, maar als het ware situaties en personen selecteert om de tanden van het regime te laten zien. De brainwashing door de staatstelevisie doet de rest. Russen zijn geen slaven meer, want de regering kiest ervoor aan olie en gas verslaafd te zijn. Poetin blijft mede in het zadel dankzij de landen die olie en gas afnemen, spreekt Sjisjkin zijn gehoor bestraffend toe. Wij stelen die producten van het Russische volk. Bovendien is onze verontwaardiging veilig selectief: we nemen het op voor de homo’s, maar maken ons veel minder druk om martelingen op de politiebureaus.

Hoewel er met name online een alternatief wereldje figureert, is dit een digitaal ghetto zolang niet offline de straat wordt bereikt. Iets wat ook geldt voor de satire die wel degelijk een plaats heeft in kranten die niet door de staat worden beheerst. De protestpotentie wordt ook beperkt doordat veel jong talent in het buitenland studeert en Rusland verder laat voor wat het is.

Sjisjkin woont weliswaar in Zwitserland, met zijn Zwitserse vrouw, maar is met zijn Russisch paspoort vrij om te gaan en staan waar hij wil. Hij neemt deel aan protestbijeenkomsten, maar niet als schrijver, bang als hij is om aan wat voor paal ook genageld te worden. Hij schrijft ook niet regelrecht over politiek, maar over human dignity. De betoging van schrijvers in mei tegen de derde termijn van Poetin verliep probleemloos. Er was geen toestemming voor verleend, maar er werden geen spandoeken en leuzen gevoerd. De tocht van 10.000 mensen eindigde in het park waar een kamp van Poetincritici was opgeslagen.

Geen drommen mensen
Toch lijkt de president bevreesd voor de drommen mensen die hem níet aan de kant van de weg stonden toe te juichen toen hij in zijn Mercedes langsreed om in het Kremlin als president beëdigd te worden, na zonneklaar vervalste verkiezingen. Ook híj kan op zijn klompen aanvoelen dat hij als sterke man gekielhaald gaat worden via de uiteindelijk onstuitbare wegen van informatie. Pas daarna zal hij opzij worden gezet door de thieves and criminals die nu nog zijn slippendragers schijnen en doemen er wellicht mogelijkheden op voor meer democratie.

Schrijvers in Rusland oefenen weinig invloed uit: ze worden weinig gelezen. Niet omdat er geen lezers zijn, maar die krijgen nu eenmaal te weinig toegang tot drukwerk dat, afgezien van Moskou, goeddeels buiten de boekhandels en bibliotheken wordt gehouden. Hun keuze is en wordt beperkt. De uitgeverijen die vanouds kwaliteit bezorgden, zijn of worden door de commercie opgevreten. Die vult de kanalen van het distributiesysteem. Bovendien zijn boeken gemiddeld te duur in aanschaf.

Misschien is het toch een troostvol teken van langzame vooruitgang dat Sjisjkin een paar uur goedgeluimd en toch ookverbeten van zich af kon praten. Laten ze hem vanwege zijn internationale succes met rust of hebben ze in Rusland toch een ernstig oogje op hem?

Schrijvers onder Poetin. De staat van de hedendaagse Russische literatuur • De Balie i.s.m. SLAA • 29 oktober 2013

Film / Achtergrond
special: Fjällbacka Murders

Persoonlijke misdaad

.

Camilla Läckberg Eriksson wordt wel de Zweedse Saskia Noort genoemd. Ze was vroeger een econoom, maar schrijft sinds 29-jarige leeftijd vele misdaadboeken. Deze verhalen spelen zich af in haar geboorteplaats Fjällbacka aan de westkust van Zweden, waar in het echt nog nooit een moord gepleegd is. De nieuwe serie Fjällbacka Murders is gebaseerd op haar romans.

De boeken van Läckberg zijn zo populair dat dat er reizen worden georganiseerd naar het vissersdorpje. Een gepensioneerde politieman leidt toeristen rond langs alle plekken die ook bezocht worden door de hoofdpersonages in de serie: misdaadauteur Erica Falck – deels gebaseerd op Camilla zelf – en inspecteur Patrik Hedstrom. De twee zijn bovendien een koppel, waardoor Erica nog wel eens iets meer informatie krijgt dan ze eigenlijk mag hebben.

~

Deze koppigheid van Erica en de eigenwijze instelling van het paar is leuk om te zien. Fjällbacka is maar klein en dat keert ook terug in de sfeer die de serie uitstraalt: iedereen kent iedereen en mensen weten graag wat er aan de hand is, maar iedereen heeft ook zo zijn eigen lijken in de kast. Erica voelt zich betrokken en wilt er daarom alles aan doen om te helpen – ook als dit betekent dat ze dingen moet doen die eigenlijk niet mogen. De misdaadserie richt zich voornamelijk op de menselijkheid: de verhoudingen tussen mensen en de psychologie achter de misdaad. Er zijn geen gestoorde seriemoordenaars die doden ter vermaak, maar echte mensen die complexe redenen hebben waarom ze overgaan op hun daad – van jaloezie en wraak tot afgunst en hebzucht.

Zoals het een serie van Scandinavische oorsprong betaamd, is er in Fjällbacka Murders geen sprake van wilde actiescènes, maar dit past ook niet in deze serie. De regisseur neemt zijn tijd om de verhalen van Camilla op het scherm uit te beelden, waardoor er meer licht geworpen wordt op de personages en de omgeving dan op effecten om het geheel spectaculairder te maken. Een aflevering duurt dan ook negentig minuten, dus kijk deze serie alleen als je het fijn vindt om er goed voor te gaan zitten. Fijne serie om lekker mee te speuren naar de dader en het motief!

Muziek / Album

Hokjesangst

recensie: Grainne Duffy - Test of Time

Het is nooit te laat om kennis te maken met mooie muziek. In 2010 nam Grainne Duffy het album Test of Time op dat vorig jaar verscheen in de UK. Nu kunnen we in Nederland kennismaken met Duffy.

~

Een paar draaibeurten van Test of Time maken duidelijk dat de muziek van Grainne Duffy niet in één hokje te vangen is. De mengeling van pop, (power-)blues, rock en zelfs een vleugje reggae maken het luisteren van dit album tot een fijn avontuur. Het meest voor de hand ligt de vergelijking met bluescollega Bonnie Raitt. Dat komt door de kleur van het stemgeluid van Duffy.

Smeltkroes
In 2007 debuteerde Grainne Duffy al met Out of the Dark dat geheel onder de radar van vele muziekliefhebbers is gebleven. Het heeft dus vele jaren geduurd voordat haar tweede album Test of Time het levenslicht mocht zien. Voor velen is het een eerste kennismaking met deze dame. Er zijn liedjes op dit album die alles in zich verenigen, zoals het fijne ‘Let Me In’; een ware smeltkroes van powerblues, rock en pop komt aan de luisteraar voorbij. Het daarop volgende ‘Rock’Rollin Stone’ vermengt het gedachtegoed van Joan Jett & The Blackhearts met dat van The Pretenders tot een nieuw amalgaam.

Van Popovic tot Rod Stewart
Duffy gaat op ‘Falling For You’ zo tekeer dat, als ze even door zou pakken, in de buurt van Ana Popovic komt. In de wat rustigere nummers schuurt ze echter dichter tegen Rod Stewart aan. De albumafsluiter ‘In My Arms’ raakt de gevoelige snaar nog even.

Het album Test of Time zal de tand des tijds goed kunnen doorstaan. Met alle invloeden en vergelijkingen voelt de gebrachte mix als van alle tijden aan. Bovendien is Grainne Duffy een dame die de gitaar goed kan bespelen. Het legioen goede vrouwelijke gitaristen is zo klein dat we blij mogen zijn met deze aanwinst. Hopelijk gaat Duffy net zo’n lange carrière als Bonnie Raitt tegemoet. Dit nieuwe album is een heel fraai statement om haar kwaliteit aan de wereld kenbaar te maken.

 

Boeken / Fictie

Orlando’s huis bestaat!

recensie: Diverse auteurs - De Parelduiker 2013/4, Louis Couperus

.

Boeken / Non-fictie

Openhartig over verleden, heden en toekomst

recensie: Neil Young - Waging Heavy Peace

Dat Neil Young een icoon is van de popmuziek, hoeft aan niemand uitgelegd te worden: Young is aan zijn zesde decennium bezig. Onlangs schreef hij zijn autobiografie, maar hij is nog lang niet uitgespeeld.

Als sinds de late jaren zestig ben ik fan van Neil Young. Mijn eerste single ‘Expecting to Fly’ kreeg ik van mijn vader, in een winkel vol bladmuziek in Tilburg: Spiero. Het duurde zo’n tien jaar voordat een soloalbum van Young de verzameling kwam versterken: Comes A Time uit 1978. In zijn boek Waging Heavy Peace schrijft Young dat dat zijn best gelukte album in zijn eentje is. Wat een toeval om bij zo’n album in te stappen. Het is nu een mooi moment om zijn biografie te lezen.

Spulletjes-man
Vanaf de eerste pagina’s neemt Neil Young je mee op sleeptouw in de wereld van zijn verleden en heden. Al in de eerste hoofdstukken schrijft hij over zijn behoefte om weer met Crazy Horse te gaan opnemen. Dat die honger zal uitmonden in Psychedelic Pill, is inmiddels historie. Dit album kan gerekend worden tot een van de beste van de meester met zijn band.

Young schrijft openhartig over het feit dat hij “spulletjesman” is, ofwel een verzamelaar. Modeltreinen en auto’s uit de jaren vijftig zijn gewilde verzamelobjecten, maar ook manuscripten, foto’s, bandopnamen, platen en kleren, zo schrijft hij in het boek dat hij op Hawaï schreef. Zijn innige vriendschap met Stephen Stills duikt al vroeg in zijn carrière op en duurt voort tot op de dag vandaag. Ook verhaalt Young over zijn liefdesleven, zijn kinderen en zijn gezondheid. Beide laatste onderwerpen zijn niet zonder zorgen en hebben hun weerslag op zijn leven. Natuurlijk is de rode draad zijn immer voortdurende muzikale carrière. Ook zijn vriendschap met een collega als Bruce Springsteen komt aan bod en de verwantschap die ze voelen bij het overlijden van hun muzikale maatjes; Young verloor Ben Keith ongeveer op hetzelfde moment dat Springsteen zijn ‘brother’ Clarence Clemons moest afgeven. Het raakte beiden mannen tot in hun ziel.

Sommige feiten komen op meerdere plaatsen in het boek terug. De ene keer als een kijkje vooruit, de andere keer op de chronologische plaats en soms als een flashback. Young speelt haasje over met de tijd: de tijd in zijn geheugen, de tijdlijn van het boek en de tijd waarin hij leeft als hij schrijft. Het maakt deze biografie tot een aangenaam boek omgeven door een moment in het leven van de meester zelf.

Tal van projecten
Dat Young een grootverbruiker van wiet was is geen geheim. Maar in sommige periodes was het ook cocaïne, zoals tijdens het legendarische Woodstock, dat zelfs het spel van Crosby, Stills, Nash & Young negatief beïnvloedde tot een van hun slechtste optredens ooit, volgens Young. Als hij start met het schrijven van dit boek is hij net clean en moet hij nog ontdekken of hij ook zonder wiet liedjes kan componeren. Dat het uiteindelijk meer dan meesterlijk lukt moet voor hem een enorme overwinning zijn in de nieuwe cleane fase van zijn leven.

Young is naast de muziek betrokken bij tal van projecten, zoals Lincvolt om een elektrische auto te ontwikkelen en het Pure Tone project  – dat inmiddels de naam Pono heeft (Hawaïs voor rechtvaardig en goed) –  om muziek op studiokwaliteit in een streamingdienst beschikbaar te stellen binnen een verdienmodel voor de artiesten. Young staat geduldig stil bij de drijfveren achter deze projecten en zijn persoonlijke motivatie om eraan mee te doen. Zijn zakelijk maatje Elliott Roberts staat hem hierbij altijd met raad ter zijde.

De muziek blijft centraal staan, inclusief de samenwerking met collega-artiesten. Zijn muzikale zus, zoals Young haar noemt, Linda Ronstadt, komt geregeld terug in zijn carrière, net als Nicolette Larsson en Emmylou Harris. Naar het einde van het boek buitelen de tijdlijnen over elkaar heen. Het biografiewerk leest daarbij af en toe als een echt spannend boek. Young verklapt er meer over te vertellen in een volgend schrijven. Wie zijn muzikale oeuvre kent, zal veel plezier beleven aan het lezen van dit boek dat zeker niet zijn laatste zal zijn.

 

Muziek / Achtergrond
special: Lou Reed: zijn drie beste albums

Lou Reed: zijn drie beste albums

“Als ik wist wat een perfecte dag was, had ik dit nummer nooit geschreven,” luidde de reactie van Lou Reed op een vraag van Jools Holland een jaar of tien geleden. Het fragment typeert Lou Reed en was te zien bij ‘Later with … Jools Holland’, dat uiteraard stilstond bij het overlijden van de muzikale gigant.

Behalve wegbereider voor veel alternatieve rockbands was Lou Reed een scherpzinnig en  – ondanks zijn beruchte nurksheid –  ook humoristisch man, zo bleek nog eens uit de docu over Transformer die na zijn dood op meerdere zenders werd herhaald.

Bij het samenstellen van een Spotify-playlist kwam ik uiteindelijk tot 71 nummers, toevalligerwijs ook de leeftijd waarop hij overleed. De drie albums die ik koester, zijn The Velvet Underground & Nico(1967), Transformer (1972) en New York (1989).

‘The Velvet Underground & Nico’
De ‘bananenelpee’ klinkt bij het herluisteren nog net zo dwingend en (bij vlagen)huiveringwekkend als toen ik ‘m voor de eerste keer hoorde. Ik was toen een jaar of zestien: een leeftijd waarop het prettig zwelgen was in het duistere universum van Reed en consorten. ‘Venus in Furs’, met Reeds aartsdonkere stem, de krassende viool van John Cale en het monotone gitaargejengel: ik vond het geweldig.

Hoewel er ook enkele redelijk conventionele nummers op de plaat staan (‘Run Run Run’, ‘There She Goes Again’), gaf The Velvet Underground met dit album de brave jaren zestig een artistieke schop onder de kont. De opening met ‘Sunday Morning’ is bedrieglijk lieflijk, maar het venijnige ‘I’m Waiting For The Man’, met die dreunende piano aan het eind, is al een stukje minder braaf. Nico’s donker-romantische stem in ‘Femme Fatale’ vond ik als puber wonderschoon, nu bekoort haar timbre me minder. Het akelige ‘Heroin’, met opnieuw die raspende viool en dreinende gitaar, is een van de hoogtepunten van het album. In het schier eindeloze ‘European Son’ slaat de experimenteerdrift van de band een beetje door.

The Velvet Underground & Nico is ook nu nog een gedreven en weerbarstige plaat die je soms de stuipen op het lijf jaagt. En muziek die ontregelt is vaak de beste.


‘Transformer’
Op Transformer, dat een jaar of zes later verscheen, toont Lou Reed zich van zijn meer toegankelijke kant. Hoewel hij het zelf niet als zijn beste album beschouwde, bracht het hem wel de roem waarop hij hoopte toen hij de hulp van David Bowie inschakelde. Bowies inbreng op Transformer is groter dan ik ooit heb beseft: niet alleen is het door hem geproduceerd en verleent hij vocale steun in enkele songs; nummers als ‘Satellite of Love’, ‘Andy’s Chest’ en  ‘Vicious’ ademen bovendien sterk zijn sound van toen: die van pathos en glamrock.

Transformer is ook een van Reeds meest gevarieerde albums: van de fijne rocksongs ‘Vicious’, ‘Hanging Around’ en ‘I’m So Free’, het ingetogen, fraaie ‘Make Up’ tot de lijzige, hilarische dixieland van ‘Goodnight Ladies’. Humor klinkt ook door in het ultrakorte ‘New York Telephone Conversation’. Invloeden uit de jazz zijn alom aanwezig. En Transformer beschikt natuurlijk over Reeds bekendste (en betere) nummers ‘Walk On The Wild Side’ en ‘Perfect Day’. Het contrast met het rauwe, nietsontziende werk van The Velvet Underground is aanzienlijk en de productie is aan de pompeuze kant, maar ‘Transformer’ is en blijft een prachtalbum.

 


‘New York’
Zijn beste album vind ik New York, waarop Lou Reed  – soms fel en verbeten, soms ontspannen keuvelend –  zijn (politiek getinte) verhaal doet, in basale, gitaargedreven songs. De begeleiding is kurkdroog, maar elke slag of klap is raak; variërend van ouderwets rockend (‘Romeo Had Juliette’) tot subtiel, zoals in het schitterende ‘Halloween Parade’. De jazz keert terug in ‘Beginning Of A Great Adventure’ en in ‘Sick Of You’ klinkt zelfs country door. Het eenvoudige, uit drie akkoorden opgebouwde ‘Dirty Blvd.’ werd een bescheiden hit. De productie van New York is (zeker in tegenstelling tot Transformer) sober en vormt, samen met de sterke songs en een beter dan ooit praatzingende Reed, de kracht van dit album, dat tot een van de beste aller tijden beschouwd mag worden.

 


P.S.
Om de een of andere reden is Berlin, het favoriete album van velen, nooit echt tot me doorgedrongen. Hoewel ik het titelnummer als een van zijn meest indrukwekkende liedjes beschouw, heb ik het album in zijn geheel altijd te barok en zwaarmoedig gevonden. Tijdens het terugluisteren besef ik dat ik het bij het verkeerde eind heb gehad: het album heeft eenzelfde zeggingskracht als The Velvet Underground & Nico,maar op een ander niveau. Bij The Velvet Underground & Nico lopen je de rillingen over de rug, bij Berlin (met name in ‘The Kids’) springen je de tranen in de ogen.

 

 

Muziek / Achtergrond
special: The Complete Singles 1956-1962

Sam Cooke’s grote talent

Wie aan Sam Cooke denkt, heeft een korte carrière in drie delen in gedachte: die van de gospelzanger, de singer-songwriter (met voortreffelijke albums) en de hitmachine.

~

Onlangs verscheen bij Le Chant du Monde het uitputtende overzicht van zijn hitgevoelige kant: The Complete Singles 1956-1962. Aan Sam Cooke’s carrière kwam een vroegtijdig einde op 11 december 1964 toen Cooke om nog altijd onduidelijke redenen omkwam tijdens een schietpartij waar nooit onderzoek naar gedaan is. Vanwege de huidskleur van Cooke werd het incident al snel in de doofpot gestopt. De popmuziek was in een klap een bijzonder talent armer. Dit jaar zou Cooke tweeëntachtig jaar oud geweest zijn en hoe anders zou men dan tegen zijn muziekbibliotheek hebben aangekeken.

Ontsnapping aan de gospel
Zoals bij zoveel zwarte artiesten startte de zangloopbaan van Cooke in de gospel. Eerst met zijn broers, maar in de jaren vijftig trad hij snel toe tot The Soul Stirrers, dat daarmee uitgroeide tot een van de beste gospelformaties allertijden. Een band die ook in de hemel zou mogen zingen.

Cooke wilde echter ontsnappen aan het predicaat gospelartiest en nam onder het pseudoniem Dale Cook zijn eerste single op. Deze single is ook opgenomen op de verzamelaar The Complete Singles 1956-1962, met zowel de A- als de B-kant. Dat geldt voor alle singles die in de box zitten. En daar waar de B-kant wel eens verschilde per land of continent zijn beide opties opgenomen in dit zeer complete overzicht. Het pseudoniem dat Sam Cooke gekozen had was natuurlijk behoorlijk doorzichtig, zeker gekoppeld aan de voortreffelijke maar zeer herkenbare stem van Cooke. Het is dan ook bij één stiekem singletje gebleven, waarna hij onder zijn eigen naam zijn solocarrière opstartte.

Het jongere publiek sloot Cooke al snel in de armen vanwege zijn pakkende singles. Hits als ‘You Send Me’, ‘Only Sixteen’, ‘Cupid’, ‘Twistin’ the Night Away’, en ‘Bring it on Home To Me’ zullen nog velen in de herinnering hebben. Ze zijn allemaal in uitstekende geluidskwaliteit terug te vinden op de drie cd’s van genoemde verzamelaar. Een must voor iedere liefhebber van Sam Cooke.

Uitvinder van de soulmuziek
Of het nog niet genoeg was ambieerde Cooke ook om muziek te maken voor de volwassen liefhebbers. Als vertolker van de mooiste gospel wordt hij ook wel de uitvinder van de soulmuziek genoemd. Zijn voortreffelijke collectie aan studioalbums is het bewijs van deze status. Naast het singlesoverzicht zijn er vele fraaie uitgaves beschikbaar van zijn albums, zoals Sam Cooke, Encore, A Tribute To The Lady, Hit Kit en het onovertroffen Night Beat.

Gelukkig zijn er ook opnames bewaard gebleven van Sam Cooke live, zoals zijn legendarische optredens in The Copacabana in New York van 7 en 8 juli 1964 op de bloemlezing Sam Cooke at the Copa. Na zijn leven vielen Cooke dan ook de nodige eerbewijzen ten deel in de jaren tachtig en negentig, zoals opname in Rock ‘N’ Roll Hall of Fame, the Songwriters Hall of Fame en The Chairman ’s Award from The Apollo Theatre Foundation.

Wie eenmaal geraakt wordt door de stem van Sam Cooke, zal steeds meer willen horen. Gelukkig is er voldoende van ’s mans oeuvre beschikbaar in uitstekende heruitgaven. Het nu verschenen The Complete Singles 1956-1962 voegt daar een mooi en compleet overzicht aan toe. 

Muziek / Album

Licht verteerbaar

recensie: Shane Alexander - Ladera

Het vijfde album van de uit Los Angeles afkomstige Shane Alexander draagt de titel Ladera en is gevuld met een mengeling van folk, pop en rootsmuziek.

Ondanks de staat van dienst van Alexander, met een kwartet albums die goed ontvangen zijn door de liefhebbers, laat zijn naam bij velen geen bellen rinkelen. Met het verschijnen van Ladera, gevolgd door een korte tournee, hoopt Shane Alexander daar verandering in te brengen.

Tegendraads ritme

~

Los Angeles is de thuisbasis van singer-songwriter Shane Alexander. Daar was hij de laatste jaren niet zo vaak te vinden: Alexander reisde de hele wereld rond om zijn muziek bij miljoenen te laten horen. De muziek van Shane Alexander is licht verteerbaar door zijn folk-benadering van  zijn eigen composities. Maar schijn bedriegt als je naar de teksten luistert in plaats van enkel naar de oppervlakkigheid van de melodieën en de sound. De stem van Alexander is helder en gemiddeld hoog van toon; prima passend in een folk- en pop-genre.

Het album van Alexander is eenvoudig te absorberen en gaat toch niet snel vervelen. De ritmes hebben soms iets tegendraads zoals in het openingsnummer ‘One So Young’, waarbij je de neiging hebt om tegen de maat in te klappen. Hetzelfde geldt voor ‘Meet Me In The Hurricane’ dat een mars-gevoel geeft. Met ‘Far As I Can Tell’ krijgt het langzame ritme de ruimte waardoor er lucht ontstaat in de compositie.

Invloeden niet hoorbaar
In het liedje ‘Raincloud of Knowable Things’ maken we kennis met het tot op het bot uitgeklede geluid van Alexander. Met alleen gitaar en de echo van de opnamelocatie maakt hij duidelijk dat ook onder die omstandigheden een liedje overeind blijft. Mooi, maar de voorkeur hebben de liedjes met wat meer begeleiding. Een heel album in de kale sfeer zou te kil worden. De teksten van Alexander zijn eerlijk en open en graven soms diep in wonden die ontstaan door bijvoorbeeld een vriend die bijna een fatale overdosis nam. Maar dat zal veel luisteraars ontgaan die achteloos van de sfeer van het album genieten.

Ladera is geproduceerd door de met een Grammy genomineerde Billy Mohler. Dat Alexander zich naar eigen zeggen heeft laten beïnvloeden door Pink Floyd, Simon and Garfunkel en Beck heeft niet geleid tot hoorbare resultaten. Alexander is vooral een singer-songwriter die met een blinddoektest niet direct herkenbaar is, maar dat komt vaker voor. Wat overblijft is een genietbaar album dat de middenmoot ontstijgt.

 

Boeken / Fictie

De gesel

recensie: Diverse auteurs - Tirade 450

Het 450ste nummer, Tirade jubileert! In weerwil van de tijdgeest kan er een feestje worden gevierd. 45 Auteurs kregen 450 woorden.

Tijd/schrift: 8WEEKLY’s rubriek voor Nederlandstalige literaire tijdschriften. Zie ook besprekingen van Das Magazin (Het jong en De dandy), Terras, Versal, De Revisor en Tortuca.

Als je ’tirade’ in de Dikke Van Dale (2005) opzoekt, betekent het woord ‘veelal theatrale of retorisch uitgesproken omhaal van woorden, met een vermaning of klacht.’

Tirer
Joop Goudsblom, de laatste levende van de oprichters van de Tirade, vertelt dat niemand destijds de moeite nam om het woordenboek eens op de naam open te slaan. In de editie van 1961 stond het woord nog voor een ‘veelal theatraal of retorisch uitgesproken en omslachtig geheel van woorden, dat op het eerste gehoor indrukwekkend is, doch bij nadere ontleding zonder veel inhoud blijkt te zijn; holle frasen’. Daarachter komen moet iets zijn als ontdekken dat je flaporen hebt. Goudsblom associeerde de naam met tirer, met ‘puntig en doeltreffend polemisch proza’.

De geschiedenis is mild geweest voor Tirade. Niet alleen is het woord musculairder geworden, ook heeft het blad de tand des tijd sinds 1957 doorstaan. Het tijdschrift is overigens niet noodzakelijk een roede gebleken die de literatuur keer op keer geselt, als wel een pleitschrift voor knappe literatuur. Kijk bijvoorbeeld naar nummer 449, daarin wordt hoogstens een betoog gehouden voor literatuur. Zwagerman over de ‘even extatische als eenvoudige zingzangtaal’ van Kerouac is daar een expliciet voorbeeld van.

Vuur en engagement
Misschien is het om die reden niet vreemd dat uitgever Wouter van Oorschot bij de eerste bijeenkomst van de huidige Tirade-redactie (die begin 2013 aantrad), de kamer binnenstoof en in een voor zijn doen korte toespraak zei zich niet te willen mengen in wat hij als de zaak van de redactie zag, maar hen wel wilde meegeven dat ‘hij hoopte op een terugkeer van het vuur en engagement’. Redactielid Gilles van der Loo, die in zijn 450 woorden de anekdote opvoert, schuwt de schreeuwerige uiting daarvan. ‘Vanuit je tenen schreeuwen in de zekerheid van je gelijk moet heerlijk zijn, maar het is voor de humorlozen, relativeringslozen en DOMMEN. […] Goddank voor de evenwichtigen, de grijzen’.

Ondanks zijn polemische toon, rijst de vraag hoeveel van Van Oorschots vuur en engagement terecht is gekomen. Bij dit jubileumnummer kan hij opgelucht ademhalen: de tirade is het thema en verscheidene auteurs doen hun best een polemisch duitje in de bundel te doen. Soms vurig, maar vruchteloos zoekend naar engagement. Zoals Jan Postma, die zich naarstig afvraagt waar zijn haat is tegen de klootzakken die het landschap verkrachten door glazen paleizen langs de ringweg te bouwen, tegen de klootzakken die vanuit ‘Den Haag en Amsterdam-Zuid cultuur en onderwijs slopen, privacy en gemeenschapsidealen opofferen of de precaire balans tussen zekerheid en vrijheid verstoren’. Hij kan het niet vinden.

Inhoudelijk en daadkrachtig
Geëngageerd is de ingekorte brief van Paul Beers aan Lex Jansen van uitgeverij De Arbeiderspers om een redelijk honorarium voor zijn vertaalwerk, maar dociel omdat hij ver onder zijn prijs een deal probeert te sluiten. Enigszins vurig en geëngageerd (en vaker gebezigd) is Thomas Heerma van Voss’ tirade tegen de Literatuurwetenschap, die achter haar eigen staart zou aanlopen door zonder gemeenschappelijk doel meningen te bezigen op basis van eerdere meningen. Vurig en geëngageerd is Merijn de Boers tirade tegen Van der Heijdens gemeenschappelijk op handen gedragen De Helleveeg, dat nog het dichtst in de buurt komt van een kinderboek, waarvan het tweede gedeelte doet denken aan ‘het altijd eendere slot van de televisieserie Baantjer, als De Cock met c-o-c-k een drankje drinkt met zijn vrouw en collega’s’.

De meeste tirades in Tirade 450 worden gevoerd op inhoudelijke gronden. De stukken hebben een heldere opbouw, zijn goed te volgen. Engagement van de literatuur als subversieve kunst zie je bijvoorbeeld in de bijdrage van Maria Barnas, die een vrijwel puntloos prozagedicht is, of de door korte zinnen en vele uitroeptekens extatische 450 van Jannah Loontjes, dat vibreert tussen beffen en Prozac. Een gejaagd gevoel laat Martijn Knols tekst achter, door de hakkelende zinnen en de roffelende puntjes daartussen. Je weet niet precies waar zijn spreker tegen ageert: de Olympische Spelen, de P.C. Hooftprijs, priegelteksten – al zou je kunnen zeggen dat de auteur op geëngageerde wijze tegen geopinieerdheid ageert, door literatuur.