Boeken / Fictie

De pure opwinding van het doden

recensie: David Vann (vert. Thijs van Nimwegen) - Goat Mountain

In het onherbergzame landschap van Noord-Californië ontvouwt zich een waar familiedrama. Drie generaties hertenjagers en een betrokken buitenstaander worden geconfronteerd met hun niet te ontlopen verbondenheid in de nasleep van een gruwelijk voorval. Over de ethiek van een onschuldige moord.

Het lijkt het recept van David Vann te zijn: breng een aantal mensen samen, vastgeklonken door familieband en vriendschap, in een afgezonderde wereld en laat ze op elkaar los in een dramatische omstandigheid. De uitkomst is van geen belang, het gaat om de weg ernaartoe, om de onderlinge verhoudingen en de groteske ontwikkeling van een besef van goed en kwaad. In zijn eerdere romans kwam dit spoor al enigszins bloot te liggen, Goat Mountain maakt het duidelijk zichtbaar: Vann is geen schrijver die zijn personages laat evolueren, hij wil vooral hun lotsverbondenheid volgen. En tot op het bot fileren.

Onmachtig gesol
Een elfjarige jongen gaat met zijn vader, grootvader en een vriend van de familie op hertenjacht op het uitgestrekte grondgebied van de familie. Bij aankomst zien ze in de bergen, op een paar honderd meter afstand, een stroper op de uitkijk naar groot wild. De vader observeert de indringer door het vizier van zijn jachtgeweer, overweegt wat te doen en laat vervolgens de nieuwsgierige jongen kijken. Die haalt de trekker over en doodt de stroper in een enkel schot.

De simpele handeling van een kind – er wordt niet gesproken van ongeluk noch van opzet – maakt dat de jachtpartij afglijdt tot een beestachtig genootschap. De groep kenmerkt zich door een zwijgende doelgerichtheid, waarin ieder zijn eigen taak heeft. Mensen die zijn gevormd door het keiharde leven in een ruige gemeenschap waar de natuur als persoonlijke wildernis beschouwd wordt.

Er wordt onmachtig gesold met het lijk van de stroper, dat bij gebrek aan een andere oplossing aan de voeten wordt opgehangen in het kamp van de jagers.

Het lukte me naar dat lichaam toe te lopen en ernaar te kijken en het deed me niet meer dan als het een dood hert was geweest, ik weet niet waarom. Als ik al iets voelde dan was het opwinding. En misschien kwam dat doordat ik mijn hele leven al zo veel herten en andere beesten dood op de grond had zien liggen. We maakten altijd wel iets dood, en het leek erop dat we op aarde waren om te doden. 

Gebeitelde verhouding
Dit beklemmende verhaal, door Vann beschreven vanuit de optiek van een elfjarige, wordt als beschouwende terugblik verteld door de volwassen man die de jongen is geworden. Hierdoor ontstaat een fraaie wisselwerking tussen de overwegingen van de jongen en de gedachten van de man waardoor aan de geschiedenis een meeslepende diepgang wordt verleend. Dat gaat voornamelijk in de wij-vorm die – samen met de veel voorkomende Bijbelse invalshoek –  alles een bijzondere epische kleuring geeft.

In de dagen dat de jacht nog duurt, waarbij de stemming danig beïnvloed wordt door de dode stroper die altijd bungelend aanwezig is, wordt geen overeenstemming gevonden hoe nu verder te handelen. De gebeitelde verhouding tussen de mannen is in een enkel ogenblik uiteengespat. Wat overblijft is geweld en een groeiend wantrouwen waar het de jonge moordenaar betreft. De vader vertegenwoordigt de steeds zwakker wordende moraliteit (‘misschien leef je nog wel tachtig jaar, en al die jaren zijn hierdoor verwoest’), de grootvader is de duivelse filosoof (‘er zit iets in hem wat niet deugt, we zouden hem nu meteen dood moeten maken’) en de vriend zoekt een uitweg om te vluchten (‘we gaan heel lang de gevangenis in, wij allemaal’).

Rite de passage
Terwijl de kwestie als een dreigende wolk boven hun hoofden blijft hangen, is de jongen vooral bezig met een persoonlijke queeste: het schieten van zijn eerste hertenbok. Net een mens vermoord, maar het doden van het eerste wild blijft zijn grootste verlangen, een rite de passage op weg naar echte mannelijkheid. Als het eenmaal zover is, volgt een hartverscheurende episode over een aangeschoten en langzaam stervend dier, door de jongen met blote handen geslacht en naar het jagerskamp gesleept. Vann weet dit fenomenaal om te zetten in loodzwaar proza: de voor eeuwig schuldige dader die eenzaam worstelend zijn weg zoekt door de duisternis.

‘Met deze roman brand ik het laatste restant weg van wat me tot schrijven bracht: de verhalen over mijn gewelddadige familie,’ schrijft David Vann in zijn dankbetuiging. Dat roept de vraag op wat we verder van deze intrigerende schrijver kunnen verwachten. De harteloosheid van zijn familie ten spijt, het heeft tot nu toe een onvergelijkbaar oeuvre opgeleverd.

Muziek / Achtergrond
special: Nils Frahm - Spaces

Magisch

Pianisten zijn hot. De Duitser Nils Frahm ondervond dat de laatste jaren ook. Hij ontving vooral lovende kritieken voor Wintermusik en The Bells (beide uit 2009) en kreeg de mogelijkheid zijn werk veelvuldig live ten gehore te brengen. Met Spaces kan de luisteraar de magie van zijn concerten nu ook thuis ervaren.

Frahm nam meer dan dertig concerten op in de afgelopen paar jaar en koos zijn favoriete uitvoeringen uit, waarvan Spaces het resultaat is. Frahms live-uitvoeringen zijn vaak nog imposanter dan de studioversies die op zijn albums te horen zijn. Frahm hint zelf naar een mogelijke verklaring voor dit gegeven: in een concertzaal is sprake van een ‘focused atmosphere’ waar een foutje niet zomaar weggewist kan worden.

Wijs advies
Hij geeft bovendien ook wijs advies in het boekje dat bij de cd hoort:  ‘I wonder if it is possible to simply isolate the music from my performances by pressing it on a record, listening to it while vacuum cleaning, or cooking for a friend? I guess Spaces works best if you put it on a record player, with your phone and computer turned off, imagining you were in one room with me, where I play for you.’

Daar kan ik alleen nog aan toevoegen dat wanneer dit advies ter harte genomen wordt, Spaces inderdaad net zo indrukwekkend is als wanneer je Frahm echt live aan het werk ziet.

Muziek / Achtergrond
special: CFCF - Outside

De kwaal van electropop

CFCF is het zoveelste electropopproject dat muzikaal goed in elkaar zit, maar niet afwisselend genoeg is om te blijven boeien.

De Canadees Mike Silver maakt onder de naam CFCF melancholische elektronische muziek met een hypnotiserend karakter. Het fundament voor zijn muziek wordt gevormd door loops die erg doen denken aan werk van moderne componisten als Phillip Glass en Steve Reich. Silvers muziek is echter veel toegankelijker dan het werk van Glass en Reich, omdat Silver deze repetitieve loops, met behulp van beats, synthesizers en zijn stem, uitbouwt tot popliedjes.

Eentonigheid als overheersende factor
Ieder nummer zit goed in elkaar op Outside, maar het grote probleem is dat bijna ieder nummer op precies dezelfde manier in elkaar zit, wat ervoor zorgt dat de eentonigheid uiteindelijk de overheersende factor is op het album. Erg jammer, want Silver zou zoveel meer kunnen doen met de interessante combinatie van loops en popmuziek.

Eigenlijk zijn ‘Jump Out Of The Train’ en slotnummer ‘Walking Dust’ de enige liedjes die door interessante loops en een iets andere opbouw weten te beklijven.  De rest van het album is te eenvormig om de luisteraar bij de les te houden. Daarmee weet CFCF zich ook niet te onderscheiden van vergelijkbare electropopacts die allemaal aan dezelfde kwaal lijden.

Muziek / Voorstelling

Weet jij wat komen gaat?

recensie: Richard Wagner (1813 – 1883) Der Ring des Nibelungen: Götterdämmerung

In het vierde en laatste deel van deze operacyclus voltrekt zich het noodlot aan de goden en mensen uit het verhaal. De vloek van de Ring leidt tot totale destructie, maar wordt tot slot opgeheven door de opofferende liefde van de Walkúre Brünnhilde.

In de ochtendschemer spinnen de drie nornen  – alwetende oervrouwen – de draden van het noodlot. Voor hen bestaat de tijd niet: verleden, heden en toekomst zijn met elkaar verweven. ‘Weet jij wat komen gaat?’ vragen ze elkaar, terwijl ze de draden van de een naar de ander werpen. Ondertussen raakt alles steeds meer verward. De kwade krachten van de vervloekte Ring hebben het natuurlijk bestel van hemel en aarde aangetast. De drie spinsters raken de draad van hun relaas kwijt.

Vloek

~

Wie hem niet heeft, begeert hem en wie hem bezit, gaat te gronde. Dat is de vloek die kleeft aan de uit het Rijngoud gesmede Ring. De Nibelung Alberich zwoer (in het eerste deel) de liefde af om hem in bezit te krijgen en vervloekte de drager toen hij hem moest afstaan aan Wotan. Almacht, ten koste van liefde en leven. Dit onontkoombare proces, uitgedrukt in een fantastische muzikale taal, speelt zich in deze productie af op een ringvormige bühne, waar het decor is opgebouwd uit de vier elementen water, vuur, aarde en lucht – nevel. De belichting (van Wolfgang Göbbel en Cor van den Brink) zorgt voor precies die beeldende suggestie die een naturalistisch decor overbodig maakt. De regie is toegespitst op basale menselijke drijfveren: liefde, machtswellust, haat, begeerte, intrige en verdriet.

In de ban van de mensenliefde
Het liefdespaar Siegfried (Stephen Gould) en Brünnhilde (Catherine Foster) wordt door de intrigant Hagen, Alberichs zoon, (Kurt Rydl) uit elkaar gedreven. Rydl zet een van wraakzucht en woede vervulde verschoppeling neer, door zijn vader verwekt om diens ambities waar te maken. Gould is een ingetogen, naïeve antiheld, het machovertoon is bijna parodistisch. Foster groeit in haar ontwikkeling van onthecht godenkind naar tragische mensenvrouw tot in de explosie van verdriet en woede in de derde akte. Zeer overtuigend is Michaela Schuster, die als Walküre Waltraute haar zuster komt waarschuwen. Wanhopig probeert ze de kloof te overbruggen die goden scheidt van mensen. Ze smeekt Brünnhilde de Ring terug te geven aan de rechtmatige eigenaressen, de Rijn-nimfen. Die is echter in de ban van de mensenliefde en weigert.

Climax en nieuwe hoop
Zoals in de hele tetralogie is de hoofdrol voor de muziek. Die is in Götterdämmerung een complex weefsel van leidmotieven. Vele thema’s zijn een (halve) toon gezakt of van majeur in mineur overgegaan om de tragiek te benadrukken. Hartmut Haenchen en het zeer virtuoos en gedreven spelende Nederlands Philharmonisch Orkest zorgen voor een maximum aan transparante en emotionele klankbeelden. Het tempo is goed  – dat wil zeggen niet te langzaam. Een authentieke Wagner, volgens de aanwijzingen van de componist zelf, indertijd opgetekend door zijn assistenten.

De laatste scène, waarin Brünnhilde zich in het vuur stort dat alles, inclusief de godenburcht Walhall, verteert, vormt een meeslepende climax. Het is de grote verdienste van dirigent en musici dat die climax in ruim vier uur wordt opgebouwd. In de slotmaten klinkt dan zonder overgang het beroemde ‘verlossingsmotief’ dat na alle verschrikkingen de wereld nieuwe hoop moet geven. Goed en kwaad zijn muzikaal verbonden.

In januari 2014 wordt Der Ring des Nibelungen in zijn geheel uitgevoerd. Voor iedereen die van deze muziek houdt of hem wil leren kennen een gelegenheid om het totaaltheater, dat Richard Wagner voor ogen stond, zelf te ervaren.

Van Götterdämmerung zijn nog uitvoeringen op 21, 24, 27 en 30 november.

Bespreekbureau Muziektheater 020-62 55 455 of www.dno.nl

 

 

 

Boeken / Fictie

Een overschot aan verhalen

recensie: Erik Lindner - Naar Whitebridge

Dichter en essayist Erik Lindner waagt zich voor het eerst aan een roman. In sobere bewoordingen wordt het opgroeien van een jongeman beschreven, gebukt onder de zorg voor zijn manisch-depressieve moeder.

De naam van de Nederlandse jongen in Naar Whitebridge blijft onbekend, maar het hele boek is vanuit zijn perspectief beschreven. Hij maakt een treinreis door het winterse landschap van Groot-Brittannië, op weg naar het Schotse landgoed waar zijn moeder, Elizabeth, met haar nieuwe partner vertoeft. Daar staat zijn verblijf al snel in het teken van de ziekte van zijn moeder.

Kind of volwassene
Van de arts die de diagnostiek en het instellen van de medicatie op zich neemt, krijgt de jongen de taak zijn moeders inname te controleren. De spanning die dit bij hem oproept, geeft aan hoe groot het risico is als Elizabeth nalatig is. Er kan van alles misgaan, en dat is broeierig voelbaar. De verstoorde relatie die dit alles veroorzaakt wordt mooi verwoord: ‘Ik ben haar bij haar voornaam gaan noemen.’ Hoewel, of misschien wel omdat hij een grote verantwoordelijkheid heeft, weet de jongeman zich bij tijd en wijle te ontworstelen aan die situatie, door de bossen te verkennen en de meren te bevaren.

Met enerzijds de controles en anderzijds zijn avonturen, voelt de jongen de kloof groeien tussen zijn leeftijd en zijn plicht, die tegenstrijdig zijn. Zijn exacte leeftijd wordt niet genoemd, maar uit alles blijkt dat hij nog op weg is een man te worden, met jongensdromen die gehinderd worden door zijn verplichtingen.

Niet tot bloei gekomen
Dan is er nog het mysterie van de beenderen van vijftien paarden, die de jongen aantreft nabij een loch. Zo nu en dan steekt deze verhaallijn de kop op, en samen met de onderkoelde toon in Lindners werk, roept dit de sfeer op van mistige Schotse bergen, met meren waaronder van alles schuil zou kunnen gaan: ‘Ik zie de toppen niet maar weet dat ze er zijn, dat de wolken niet de einder vormen.’

Lindners verstilde stijl veroorzaakt helaas ook een te grote afstand tussen de lezer en de personages en hun verschillende verhalen. Nooit is er de tijd of intensiteit die verbondenheid schept, alles blijft aan de oppervlakte. Hierdoor komt bijvoorbeeld het raadsel van de paarden niet goed uit de verf.

Lindner had zijn ingetogen taalgebruik kunnen gebruiken om een poëtische lading aan te brengen in het verhaal, maar zijn woorden lijken niet meer betekenis te hebben dan op het eerste gezicht te vermoeden is. Dit maakt Naar Whitebridge enigszins teleurstellend: de roman zit vol potentie, maar ontluikt net niet in contemplatie. 

Boeken / Fictie

Kaspar en de draak

recensie: Annemarie Estor & Lies Van Gasse - Het boek Hauser

.

Kaspar Hauser is een historisch persoon. Een intrigerende jongeling, die maar een paar zinnen Duits sprak toen men hem in 1828 te Neurenberg vond, zoals ‘ik wil een ruiter zijn, zoals mijn vader was’.

Een raadsel van zijn tijd
De stad ontfermde zich over hem, men speculeerde over de adellijke achtergrond van de tienjarige jongen. Een goed deel van zijn kindertijd zou hij in een cel met twee kleine raampjes hebben doorgebracht, wat zijn mentale achterstand verklaarde. Zijn mentale staat intrigeerde de geleerden, die hem onderzochten en leerden spreken. Heel Europa trok naar Neurenberg om hem te zien. Hij stierf een onnatuurlijke dood, nooit is zijn verhaal opgehelderd. In het Latijn staat het mysterie van Hauser bondig op zijn grafsteen:

Hier ligt
Kaspar Hauser,
Een raadsel van zijn tijd,
zijn geboorte onbekend,
zijn dood duister.
1833

Het boek Hauser
Het boek Hauser is een beeldrijke, dichterlijke schaduwboksdans rondom Kaspar Hauser, al zijn de gedichten en afbeeldingen losgezongen van de historische context. ‘Luister! De auto’s, de snelweg: ze braken geluiden / die oren verscheuren. Ze vormen een vluchtweg uit het bekende.’ Verderop vind je een tekening van de aartsengel Michaël, die gemodelleerd lijkt naar de Antwerpse dichter en literair organisator Michaël Vandebril, die ook als vertaler van een van de verfilmde gedichten bij het project betrokken is.

De vlucht voor het bekende, evenals de strijd die tegen de daaruit voortkomende bedreiging, zijn belangrijke thema’s in Het boek Hauser. De recursief gebruikte metaforen zijn die van Joris en (dat zal niet verbazen) aartsengel Michaël en hun draken. Zo is Hauser in een koortsdroom bij hun strijd aanwezig en wordt hij ternauwernood door de aartsengel gered, en natuurlijk wordt Kaspar Hauser door een eigen duivel bedreigd.

Vader
In het eerste van de vier delen is die nog onbekend. Vanuit het perspectief van Kaspar leer je van zijn vlucht en dat hij ernstig ziek wordt. In het tweede deel blijkt hij opgenomen te zijn in een hospitaal, de verteller zuster Ans zorgt voor hem. Hij geneest langzaam en ontvangt de eerste paar brieven van zijn vader. Hauser is dodelijk verschrikt en samen met een van hem bevangen Ans vlucht slaat hij op de vlucht. Ans wil niets liever, als een Moeder Theresa heeft zij zich over hem ontfermd. ‘Ik moet zeggen dat zijn spel mij wat bevreemdt. / Waar is hij die ik verzorgen kon?’ Niet alleen is ze een naïef vogeltje, maar ook weerloos voor zijn grillen:

En waar verscheen de wilde ten tonele

die de grond gaat scheiden met zijn handen
die zijn paard de dood in draait
en die mij scheurt en schaakt […]

in het felste van de nacht neemt hij mijn benen vast,
hij spreidt ze en zet zijn benen in. Meteen bezwijk ik,
nee, voor deze wilde ben ik geen partij

Wint Hauser van de draak?
Ans is dan ook niet meer een voertuig voor Hauser om de tijd goed door te komen, als bezwering van de angst voor zijn naderende vader, die waar ze ook naartoe vluchten, hen met brieven weet te benaderen. Na in Italië in de bergen te hebben geschuild, nemen Ans en Hauser de wijk naar Lissabon, waar het in het derde deel tot een duel tussen Hauser en zijn vader komt. Hauser sterft, belandt in het laatste deel in het hiernamaals, waar hij opnieuw de strijd met zijn vader aan moet – wie een probleem niet aanpakt, wordt erdoor verslonden.

In het rijkelijk met beeldend werk voorziene Het boek Hauser mag u zelf ontdekken of Hauser zijn draak verslaat. Het lezen ervan is een plezier, voor wie zich niet aan een paar makken stoort. Het ouderwetse vrouwbeeld is daar een van, maar evengoed de simplistische of ontbrekende uitleg die gegeven wordt voor onverklaarbare zaken: hoe de brieven steeds hun geadresseerde vinden, blijft onopgehelderd. Ook kan een enkele sleetse zin (zoals ‘voor deze wilde ben ik geen partij’) u van uw positieve gemoed werpen, net als het metrum, dat soms een gesel is voor de zinsbouw. Het ligt er wellicht aan wat uw draken zijn.

Boeken / Non-fictie

Scandinavië volgens de dialectische methode

recensie: Stine Jensen - Licht op het Noorden

.

Jensen, zelf van Deense komaf, speelt met haar boek in op de grote belangstelling voor het hoge noorden als gevolg van populaire films en televisieseries, design en architectuur, ontspanningsliteratuur en de bewondering voor de stabiele noordelijke samenlevingen. Maar klopt dit beeld? Om deze vraag te beantwoorden gaat ze te werk volgens de dialectische methode, ontleend aan de Deense filosoof Søren Kierkegaard: poneer een stelling en haal die vervolgens zelf onderuit. Zo geeft ze van vier Scandinavische landen (IJsland, Groenland en de Faröer blijven buiten beschouwing) een karakteristiek die ze vervolgens toetst. 

Vikingen boven het maaiveld
Voor Denemarken neemt Jensen ‘De wet van Jante’ als uitgangspunt. In 1933 verscheen een satirische roman over de kleinburgerlijke groepsdruk in Jante, een fictief provinciestadje. Volgens de Wet van Jante is het verboden om het hoofd boven het maaiveld uit te steken. Nu nog zijn vele Denen het eens met waarden als bescheidenheid, groepssolidariteit en het voor zich houden van eigen gevoelens.

Maar haar bezoek aan de spermabank Cryos, van waaruit Vikingenzaad over de hele wereld wordt uitgestort, levert een ander beeld op. Dit geldt ook voor het culturele kolonialisme ten opzichte van Groenland, waar in de vorige eeuw jonge kinderen min of meer werden gekidnapt om ze als ‘echte Denen’ te laten opgroeien en ze te vervreemden van hun eigen taal en cultuur. 

Boze Noren
Opgroeien in Noorwegen is een onderdompeling in het Noorse adagium van goedheid en zuiverheid, verbonden met christelijke waarden en de natuur. Ook hier ziet Stine Jensen een antithese in de vorm van enorme aantallen drugsverslaafden en een agressieve heavymetalscene. Anders Breivik komt uiteraard ter sprake – de mannen van de door Jensen geïnterviewde heavymetalband, die naast musiceren ook kerken in brand staken, beweren dat hij ‘aan de metal’ had gemoeten. Dan was het bij een theatrale uiting van woede en afkeer gebleven in plaats van een massaslachting.

Het beeld van de Boze Jongen van Vigeland in het gelijknamige park is een symbool van verzet tegen het etiket van lievigheid dat de Noren aan zou kleven, ook volgens de Noren zelf.

Achter het uithangbord
Voor Zweden en Finland – gekenschetst door respectievelijk egalitaire matigheid en doorzettingsvermogen – is het recept hetzelfde: Jensen poneert een stelling en haalt die onderuit. De Zweedse samenleving is niet zo geëmancipeerd als het uithangbord suggereert. Zowel vrouwen als immigranten worden nog steeds achtergesteld. Rond de laatste groep kwam het in de zomer van 2013 tot gewelddadige uitbarstingen in een allochtone buurt van Stockholm. 

In Finland, met zijn koude, donkere winters en zijn dun bevolkte gebieden, ligt de depressie altijd op de loer en is het zelfmoordpercentage uitzonderlijk hoog. Het veelgeroemde ‘sisu’, Fins voor standvastigheid en doorzettingsvermogen, beschermt de Finnen kennelijk niet voldoende. Alcoholisme is een volksziekte en sociaal isolement, de keerzijde van een enorme hang naar privéruimte, maakt het er niet beter op. Ook Finland is niet wat het lijkt.

Het geheel is, hoewel prettig leesbaar, een ietwat oppervlakkig ‘boek bij de serie’. De op zichzelf interessante vragen worden ondanks verwijzingen naar ander onderzoek niet echt uitgediept. De VPRO zond in oktober en november 2013 een vierdelig reisverhaal uit met Stine Jensen in de hoofdrol als betrokken verslaggever. De kleurrijke en afwisselende beelden zorgen voor precies de juiste aanvulling bij de tekst. Misschien een goed idee om bij een eventueel volgende druk de dvd erbij te voegen?

Muziek / Concert

Prima afsluiter van festival-donderdag

recensie: Glen Hansard

.

~

Hansard en band spelen ruim een kwartier langer dan de afgesproken tijd: in totaal een uur en drie kwartier, en dat op een festival. Aan ‘This is really the last song’ wordt toch nog een laatste nummer geplakt waarbij alle muzikanten voor op het podium gaan staan om een onversterkte versie van Leonard Cohens ‘Passing Through’ te zingen. Bijna elke muzikant zingt een stukje, zelfs de blazers, de drummer en de gitarist. De samenwerking tussen de muzikanten is subliem. Het resulteert in een prachtig geheel waarbij het publiek vol enthousiasme meezingt met het refrein. Een mooier en vooral intiemer eind hadden we niet kunnen bedenken bij deze show en als afsluiter van de donderdag van het Crossing Border Festival.

 

Film / Achtergrond
special: Inside Llewyn Davis

LIFF: Het bewogen leven van een folkzanger

.

Het LIFF kende naast vele independent producties ook grote voorpremières, waarvan de nieuwste Coen-film toch een van de koplopers was. Inside Llewyn Davis gaat over folkzanger Llewyn Davis, bij wie het ongelukkige toeval constant op de loer ligt.

~

De zanger, die ooit deel uitmaakte van een duo, gaat na de zelfmoord van zijn partner alleen verder. Hij maakt bloedmooie, oprechte folksongs, waarop de kijker al in de eerste scène getrakteerd wordt. Maar ondanks zijn muzikale passie en kunde breekt Llewyn niet door. Zijn plaat, die door een gierige manager is uitgebracht, verkoopt niet. Daarbij komt dat Llewyn het op het liefdesvlak niet handig heeft aangepakt en geen dak boven zijn hoofd heeft. Samen met zijn gitaar zwerft hij van plek naar plek, waar onhandige botsingen met zijn ex, kroegbazen en toevallige passenten hem verder de afgrond in duwen.

Inside Llewyn Davis is een onvervalste Coen-film. De relatief onbekende Oscar Isaac weet perfect gestalte te geven aan Llewyn. Een man met een ego, zoveel wordt duidelijk, maar het maakt hem ondanks foute keuzes en beslissingen in het leven niet tot een klootzak. Llewyn is, zoals in wel meer films van de Coen broers, een echte anti-held. Hij heeft genoeg kracht om voor zichzelf op te komen, maar maakt daarbij keuzes die achteraf niet handig waren. Geld opstrijken in plaats van kiezen voor royalties bijvoorbeeld, met als gevolg dat een melig folknummer uitmondt in een grote hit.

~

Buiten Oscar Isaac zijn er namen als John Goodman (zo ongeveer vast gecast in Coen-films, met wederom een memorabele rol als drugsverslaafde dikkerd), Carey Mulligan en Justin Timberlake. Het ongelukkige toeval dat Llewyn naar zijn toekomst leidt, krijgt mooi gestalte in de slotscène waar begin en eind weer samenkomen. Overigens is Llewyns personage losjes gebaseerd op folkzanger Dave van Ronk (de titel van de film verwijst naar een van zijn albums en een aantal van zijn nummers wordt door Llewyn gespeeld).  Uiteindelijk stellen de Coens de wrange vraag waarom de een wel succes krijgt en de ander niet. Maar ondanks dat Llewyn louter tegenspoed tegemoet gaat, doet de film niet pessimistisch aan. Onze anti-held accepteert zijn lot gelaten en blijft zijn eigen ding doen, wars van de trends van het moment. Een film met een hilarisch en melancholisch karakter, prachtig vormgegeven (met muzikale intermezzo’s die sterk doen denken aan O Brother, Where Art Thou?) en met een mooi ingetogen soundtrack. 

Film / Achtergrond
special: Much Ado About Nothing

LIFF: Shakespeare in het iPod-tijdperk

.

Whedon, bekend van series als Angel, Firefly en Buffy the Vampire Slayer en films als Serenity en Cabin in the Woods, zal menigeen verrassen met zijn nieuwste productie Much Ado About Nothing. Whedons nieuwste is namelijk een Shakespeare-verfilming in een modern jasje, maar dan wel met behoud van de originele teksten en in zwart-wit gefilmd.

~

Het verhaal? Leonato wordt bezocht door zijn vriend Don Pedro en twee van diens officieren, Benedick en Claudio. De vete tussen Benedick en Leonato’s nichtje Beatrice valt direct op, waarbij de twee elkaar met messcherpe opmerkingen te woord staan. Claudio valt weer als een blok voor Leonato’s dochter Hero en wil haar huwen. Dan spelen er nog allerlei externe factoren mee: de rebelse broer van Don Pedro wil Claudio en Hero op een valse manier uit elkaar halen voor zijn eigen gewin en Leonato, Claudio en Don Pedro proberen Beatrice en Benedick te koppelen. Situaties die grote gevolgen hebben, waarbij leugens, ontrouw en zelfs een vermeende moordzaak niet geschuwd worden.

Whedon heeft de Shakespeare-vertelling verplaatst naar de moderne tijd. Het is dan ook even wennen om de Shakespeariaanse teksten vergezeld te zien gaan van iPods en docking stations. Zijn verfilming is een persoonlijk project, waarbij Whedon vele acteurs uit zijn vorige films en series optrommelde. Het geheel is een geslaagde mix van scherpe humor (vooral de bijtende opmerkingen tussen Beatrice en Benedick zijn hilarisch), plat sentiment en hartverscheurende passie. Een tikkie overdone misschien, maar wel bijzonder origineel te noemen.