Film / Achtergrond
special: Eindejaarslijstjes filmmedewerkers 8WEEKLY

Lijstjes, lijstjes! (2)

.

Jeroen Blom

1. Gravity
Ontzettend spannend, maar ook oogverblindend mooi en sereen. Een film die als geen ander de leegte en eenzaamheid van de ruimte weet weer te geven en het publiek meetrekt in de angst van daarin verdwaald te zijn.

2. De ontmaagding van Eva van End
Een heerlijk zwarte komedie die Nederlandse nuchterheid combineert met lekker belachelijke personages en verschillende emoties naadloos weet te combineren. Bizar, eigenzinnig en onweerstaanbaar.

3. Inside Llewyn Davis
Een lastige keuze tussen deze en Monster’s University, maar het blijft fascineren hoe de Coen broers keer op keer een compleet non-verhaal zo kunnen presenteren dat het van begin tot eind origineel en boeiend blijft. Prachtige muziek ook!

Angela Verleun

1. La grande bellezza
Sorrentino laat zijn hoofdpersoon door Rome slenteren, waarbij hij terugkijkt op zijn leven. Er wordt een scherp contrast tussen het betekenisvolle en het lege, de zoektocht naar het verhevene en tevreden decadentie getekend. Tijdens een etentje maakt de protagonist gehakt van de misplaatste vergenoegzaamheid van zijn vrienden en hemzelf.

2. Oh Boy
Hier zien we een ander personage door een andere stad slenteren. Het is de nergens daadwerkelijk bij betrokken Niko, die van situatie in situatie belandt. Het leven overkomt hem, vastigheid en betrokkenheid lijkt hem af te schrikken maar toch ook aan te trekken. Berlijn is een juist gekozen decor voor de zoektocht van Niko, die een richting lijkt te ontbreken.

3. Io e te
Bertolucci’s verfilming van het boek van Niccolo Ammaniti. We zien een ongemakkelijke puber zich terugtrekken uit de wereld van zijn moeder, als hij wordt geconfronteerd met de problemen van zijn jongvolwassen halfzus. De relatie tussen de twee is aandoenlijk en boeiend.

Paul Caspers

1. White Night
Met minder dan de helft van de speelduur van La vie d’Adèle (en een fractie van de close-ups) heeft de film twee keer zoveel zeggingskracht als verbeelding van een homoseksuele romance.

2. Mayor
Een kraakhelder beeld van institutionele corruptie in Rusland. Yuri Bykov regisseert zinderend spannend en slaagt er tegelijkertijd in om, net als in zijn uitmuntende debuut To Live, machtsconflicten terug te brengen tot een bijna existentieel niveau.

3. Tabu 
Als enige van de drie wel in Nederland te zien geweest; Miguel Gomes is van een generatie regisseurs die weinig interesse heeft in de geschiedenis van de film als kunstvorm, wat zijn complexe spel met de veranderende conventies ervan extra bijzonder maakt.

Marcel Westhoff

1. The Place Beyond the Pines
Een film die eerst van hoofdpersonage wisselt en vervolgens de schijnwerper op de volgende generatie werpt: het is Derek Cianfrance gelukt dit triptiek op virtuoze wijze vorm te geven. Het karaktergedreven familie-epos maak indruk met zijn sterke cast en het effectieve hand held camerawerk van DP Sean Bobbitt.

2. The Lone Ranger
Een compleet andere film, maar deze had wel een hoog John Carter-déjà vu. Een zogenaamd geplaagde productie, belabberd gemarket door Disney en vervolgens neergesabeld door de Amerikaanse pers. Maar zie: toch een enerverende film die de leukste blockbuster van het jaar bleek te zijn. Zo ambitieus én knotsgek zie je mainstream films niet vaak.

3. Captain Philips
Laat het maar aan Paul Greengrass over om een enerverend, spanningsvolle film te maken die met beide voeten in de recente historie staat. Een actiefilm die geen moment hersenloos wordt. Samen met Gravity dé film die in 2013 de kijker letterlijk naar adem deed happen.

Marieke van Ommeren

1. La grande bellezza
Over de zoektocht naar schoonheid, het beleven van decadentie, de eeuwigheid van Rome, het hervinden van het schrijverschap. De film over alles, en dus over niets. 

2. Alceste à bicyclette
 De moderne versie van Molière’s De Misantroop, het Franse Île de Ré, en de intense wisselwerking tussen Fabrice Luchini en Lambert Wilson.

 3. Le passé
Schone, sterke dramafilm over de kracht en werking van het verleden, door de maker van A Seperation. 

Erik Kersten

1. La grande bellezza
Jep Gambardella heeft het schrijverspad verlaten, bezweken aan de glamour en het hedonisme van de eeuwige stad. Nu dwaalt hij rond, op zoek naar…
Een overdonderende film vol exuberante maar ook statige en diepzinnige maar ook banale scenes. Een aaneenrijging van hoogtepunten.  

2. La vie d’Adèle 
Het acteerwerk van de twee leads is adembenemend goed. Daardoor wordt je echt meegezogen in dit verhaal. De vreugde en de pijn van de eerste liefde werden zelden zo sterk verbeeld. Een film die nog lang nazindert als je de bioscoop verlaten hebt. Prachtig.

3. Call Girl
Een waargebeurde paranoiathriller over politieke corruptie en minderjarige callgirls. De film schetst een vernietigend beeld van een land en een regering die zo vol van zichzelf zijn dat de leegte en het morele verval niet gezien worden. Gelaagd, aangrijpend en snoeihard.

Ralph Evers

1. Blancanieves
De stomme film is terug en hoe! Deze originele vertolking van Sneeuwwitje is overtuigend, meeslepend, vrolijk en melancholisch tegelijk. Maribel Verdú zet een zeldzaam demonische heks neer, waar zelfs de charme van Carmencita (Sneeuwwitje) niet tegenop kan.

2. Kohlhaas
Gure winden, verstilde blikken en corruptie. Een onwrikbare rechtschapenheid ademt Kohlhaas (magnifiek gespeeld door Mads Mikkelsen) rijzend in het barre, onaangename landschap. Ondersteunt met een effectieve soundtrack dient de corruptie een halt toegeroepen te worden.

3. L’extravagant voyage du jeune et prodigieux T.S. Spivet
Net als Life of Pi vorig jaar, weet Jean-Pierre Jeunet met zijn nieuwste creatie wel hoe om te gaan met 3D-effecten. Een betoverend sprookje, (ondersteund met de mooiste soundtrack van dit jaar) ontvouwt zich als een roadmovie door prachtige landschappen. Doorspekt met een heerlijke vrolijke humor die verstopt zit in de hoekjes, gaatjes en kiertjes, maffe personages en fantasierijke oplossingen voor niet-alledaagse tegenslag.

Toprak Goksu

1. La grande bellezza
Een prachtige film van Italiaanse bodem die net als de klassieker La Dolce Vita de schijnwereld van de welvaart laat zien door de ogen van een journalist. Het hoogtepunt van de film is de lange monoloog van de 65-jarige hoofdrolspeler Jep waarin hij het pretentieuze bestaan van zijn vrienden en daarmee ook van zichzelf onderuit haalt.

2. Gravity
Eindelijk een film waarin het 3D-effect echt een toegevoegde waarde heeft. Alle details zijn tot de duisterste puntjes verzorgd en dat merk je aan alles: van het beklemmende gevoel dat je krijgt van het grootse heelal tot de spanning die vanaf het begin wordt opgevoerd.

3. Silver Linings Playbook
Een sterke cast en een goedgeschreven script waarin het doorbreken van taboes centraal staat. De film is niet alleen serieus maar tegelijkertijd ook geestig. Iedereen streeft ernaar om normaal te zijn, maar echte maatstaven zijn er niet, zo blijkt.

Julia de Tombe

1. Wolf
Een Nederlandse film waar we trots op mogen zijn. Jim Taihuttu weet een grimmige en tegelijk realistische sfeer neer te zetten. Een aantal dappere keuzes zorgt voor een film zoals die nog nooit gemaakt is in Nederland.

2. Django Unchained
Quentin Tarantino laat zijn talent voor het schrijven van dialogen wederom zien. De acteurs tillen het naar een nog hoger niveau. Dat in combinatie met de setting en het op wraak beruste script zorgt aan het eind van de film voor een ware ontlading.

3. The Silver Linings Playbook
Eindelijk een romantische komedie die zich door het goed uitgewerkte scenario weet te onderscheiden van de standaard boy meets girl-films. De chemie tussen Cooper en Lawrence is duidelijk zichtbaar wat zorgt voor een flink portie euforie tijdens de slotscènes.

Anne-Geert Pruim

1. La vie d’Adèle
Een sensuele metafoor voor de liefde en een intieme schets van de vreugde en pijn die liefde kan geven. Met schaamteloze maar zielvolle seksscènes die je zintuigen prikkelen. De doorbraak van de weergaloze en prachtige actrice Adèle Exarchopoulos.

2. Django Unchained
Een western op zijn Tarantino’s. De geniale rol van Samuel L. Jackson als negerhatende neger alleen is al het kijken waard. De denderende actiescènes en vooral de niets minder dan briljante dialogen dragen de film naar grote hoogte.

3. La grande bellezza
Cinema in haar schoonste en puurste vorm. De films zweept je op, kwakt je neer en raapt je weer op. De schitterend gefilmde beelden en heerlijke soundtrack maken deze zinnenprikkelende ode aan Italië en specifiek Rome tot een must see.

Sarah Sloot

1. The Great Gatsby
Het cinematografische geweld van deze over-de-top pompeuze en glamoureuze film blies me bijna van mijn bioscoopstoel af en liet me verbijsterd achter. Wauw. En nog een goede boekverfilming ook.

2. Despicable Me 2
Slechts zelden haalt een vervolg het niveau van een eerste deel, en ook deze film lukt dat (net) niet. Maar nog zeldzamer is het dat ik hardop lachend in de bioscoop zit; zo’n twee keer per jaar. Daarom ook een eervolle vermelding voor Kick-Ass 2.

3. Rush
Prachtig (waargebeurd) relaas over twee aartsrivalen die tot het uiterste gaan om de Formule-1 te winnen. Bovendien geeft de film Chris Hemsworth de kans te laten zien dat hij meer is dan de toyboy uit Thor en dat doet hij uitstekend.

Wim Meijer

1. A Late Quartet
Als zoon van twee professionele muzikanten kan ik me goed indenken wat de impact is van Parkinson op je muzikale leven (en dus werk). Christopher Walken speelt een geniale rol in een subtiel drama.

2. Place Beyond The Pines
Ryan Gosling is wederom de stille, ongrijpbare protagonist. En weer werkt het. Daarnaast is dit een zeer originele film die verschillende verhalen geloofwaardig presenteert en combineert.

3. Mud
Een geweldig coming of age-drama, maar nog beter is Matthew McConaughey. Hij is steengoed in zijn laatste paar films en ook hier wederom indrukwekkend. Geef die man een Oscar! 

Muziek / Achtergrond
special: Eindejaarslijstjes muziekmedewerkers 8WEEKLY

Lijstjes, lijstjes!

Het is weer zover. Ook voor 8WEEKLY valt er niet aan te ontkomen. Er is weer een jaar voorbij, dus het is tijd voor de eindejaarslijstjes.

De leden van de muziekredactie hebben zich gebogen over de releases van afgelopen jaar en de bezochte concerten. Hieronder kun je hun persoonlijke voorkeuren terugvinden.


CD’S

Madelon van Honk

1. Touché Amoré – Is Survived By
Goudeerlijke, melodieuze hardcore die naar de keel grijpt.

2. Sadistik – Flowers for My Father
Rapper die op indrukwekkende en poëtische wijze zijn gevecht met depressie beschrijft.

3. Deafheaven – Sunbather
Black metal die met invloeden uit screamo, shoegaze en postrock een ware muzikale mokerslag is.

4. Mark Kozelek & Jimmy LaValle – Perils from the Sea
Slowcore-icoon Kozelek laat zich voor de gelegenheid eens niet begeleiden door gitaar, maar door de elektronica van LaValle. Een zeer geslaagd experiment.

5. Holden – The Inheritors
Engelse producer die weer eens laat horen waarom de hele elektronicawereld aan zijn lippen hangt.


Gerrit Dijk

1. Gregory Porter – Liquid Spirit
Porter is een begenadigd tekstschrijver die prachtige melodieën combineert met ontroerende teksten. De lyrics vertellen verhalen en drukken gevoelens uit die direct uit zijn hart lijken te komen. Hierdoor beklijft zijn muziek onmiddellijk.

2. Seasick Steve – Hubcab Music
Een gelouterde muzikant die onvermoeibaar doorgaat met zijn karakteristieke bluesspel zoals we dat al enige jaren van hem kennen.

3. Robert Glasper Experiment – Black Radio 2
Een zeer geslaagde combinatie van R&B, hiphop en jazz in de traditie van Guru.

4. Bill Callahan – Dream River
Mooie teksten, relaxed stemgeluid en laidback muziek.

5. Eels – Wonderful, Glorious
Oude rot in het vak die steeds weer nieuwe geluiden laat horen, ondanks of misschien wel dankzij de vele tragedies in zijn leven.


Liv Krake

1. Daughter – If You Leave
Dit album is voor mij absoluut de topper (ook al vind ik dat woord verschrikkelijk) van 2013. Het is een prachtig album met minimale, breekbare songs met nogal donkere thema’s. Hoewel ik normaal gesproken voornamelijk in de winter of in de herfst depri singer-songwriters kan hebben, heb ik het hele jaar door dit pareltje beluisterd en ben ik er nog steeds niet klaar mee. Typisch, over het algemeen houd ik meer van rauwe mannenstemmen in muziek, maar de stem van zangeres Elena Tonra heeft me gegrepen en niet meer losgelaten.

2. The National – Trouble Will Find Me
The National is een van mijn favoriete bands. Ze hebben dit jaar hun – alweer – zesde studioalbum opgenomen en ik vroeg me af of ze zichzelf nog konden overstijgen. Dat hebben ze met Trouble Will Find Me absoluut gedaan. Het resultaat is een wat donkerder album dan de mannen voorheen hebben geproduceerd, met hele sterke tracks die vragen naar meer.

3. Keaton Henson – Birthdays
Mijn lijstje van 2013 begint nu aardig in de ‘depri-muziekhoek’ te drijven. De plaat van Keaton Henson is namelijk ook niet vrolijk, maar o zo prachtig. Voor mij is hij een beetje de nieuwe Damien Rice, niet eens per se qua muziek of qua persoon. Ik vind Damien Rice namelijk erg goed en heb sinds ik hem ken (2004) niet meer een singer-songwriter gevonden waar ik zo verslaafd aan ben geraakt, totdat ik kennis maakte met Keaton Henson. Birthdays is een minimaal album met hele fijne liedjes, ook al zijn de teksten niet altijd even aangenaam.

4. Moderat – II
Hoewel Moderat in vergelijking met bovenstaande albums wat meer richting de elektronische muziek gaat, is het niet heel gek dat II in mijn jaarlijstje staat. De ‘droom-techno’ van de mannen van Modeselektor en Apparat is namelijk perfect op elk moment van de dag: wanneer je ’s ochtends aan je eerste koffie zit, maar ook vlak voor het slapen gaan. Ik kan me helemaal inleven in de muziek van Moderat. Vooral ‘Damage Done’, ‘This Time’ en ‘Bad Kingdom’ met hele fijne vocalen van Sasha Ring zijn erg prettig.

5. CHVRCHES – The Bones of What You Believe
Chvrches staat met The Bones of What You Believe in mijn jaarlijstje, omdat ze me het meest verrast hebben dit jaar. Ik heb ze in de zomer op een aantal festivals gezien en het bleek een perfect festivalbandje te zijn. De plaat staat vol met lekkere tunes, waar ik erg blij van word. De muziek is voor mij wat gemakkelijker dan bovenstaande platen, maar ook dat heb je zo af en toe nodig. Aanraders op het album zijn: ‘Recover’, ‘Gun’ en ‘You Caught the Light’.

Arjen Rookmaker

1. Daft Punk – Random Access Memories
Na jaren kwakkelen is Daft Punk opeens weer terug in de frontlinie van de dansmuziek. Random Access Memories combineert elementen uit 40 jaar pop- en dansmuziek op totaal onvoorspelbare wijze. Het gaat echt alle kanten op, maar werkt (bijna) altijd. Met dank aan Nile Rodgers, Pharrell en natuurlijk Giorgio Morodor.

2. Empire of the Sun – Ice On the Dune
Het is alweer vijf jaar geleden dat de wereld voor het eerst in contact trad met het parallelle universum van Empire of the Sun. Walking On a Dream was een nogal onevenwichtig debuut. Dit keer bleven ze net zo lang in de studio tot het goed was. Dat zouden meer groepen moeten doen. Ice On the Dune is een gladde, maar ook belachelijk consistente plaat geworden.

3. Jagwar Ma – Howlin
De beste Britse muziek komt de laatste jaren uit Australië. Dit jonge drietal lijkt nog te geloven dat het ultieme geluk op de dansvloer te vinden is en bij het beluisteren van deze plaat zou je hiervan bijna overtuigd raken. Howlin is een energiek house/Britpop album. Zeg maar gerust een euforische xtc-trip. Op van dat pure spul, zoals ze dat vroeger slikten.

4. Suede – Bloodsports
Toen Suede er een goede tien jaar geleden de brui aan gaf was het heilige vuur wel zo’n beetje gedoofd. Op Bloodsports is het weer helemaal terug. De band laveert tussen het melodrama van Dog Man Star en de recht-voor-zijn raap glam van opvolger Coming Up. Bloodsports bewijst dat er wel degelijk zoiets bestaat als een geslaagde reünie.

5. Midlake – Antiphon
Midlake heeft de zeldzame eigenschap zichzelf met iedere release weer opnieuw uit te vinden. De switch is ditmaal des te groter omdat frontman Tim Smith de band verlaten heeft. Na de progressieve folk van The Courage of Others kiest de band op Antiphon echt voor progrock. Dat doen ze op een frisse, avontuurlijke en sfeervolle manier. En met dwarsfluiten, natuurlijk.

Machiel Coehorst

1. Nick Cave – Push The Sky Away
Het is altijd fijn als een cd waar je naar uitkijkt de verwachtingen waarmaakt. Caves vijftiende album klinkt ingetogen, maar onderhuids broeit en borrelt het als vanouds. Nog steeds urgent na zoveel jaren: het is slechts voor weinigen weggelegd.

2. Laura Marling – Once I Was An Eagle
In september dit jaar presenteerde de 23-jarige Engelse blondine op het podium van Tivoli Vredenburg – met verve – de (licht psychedelische) folk van haar laatste album, dat terecht met lof werd overladen. Marling schrijft prachtsongs die, gecombineerd met een intrigerende stem en prima gitaarspel, maken dat ze nu al een grote dame is in de folkwereld.

3. Flying Horseman – City Same City
Dit Vlaamse gezelschap is wat mij betreft de verrassing van het afgelopen jaar. City Same City nestelt zich allengs onder je huid, door de gelaagdheid van de songs, de dreigende ondertoon, de ijzersterke ritmiek en het timbre van Bert Dockx. Een gedurfd, soms misschien net iets te pretentieus project dat beïnvloed is door Mark Lanegan, 16 Horsepower en The Talking Heads.

4. Meindert Talma – Kelderkoorts
‘Nederlands Onbekendste Popster’ wordt Meindert Talma ook wel genoemd. Een benaming die de Fries niet afwijst maar koestert, gezien de ondertitel van zijn nieuwe album/roman. Talma is volstrekt uniek in de Nederlandse popmuziek en staat garant voor droogkomische teksten en fijne melodieën, waarbij metriek en rijmkunst van ondergeschikt belang zijn. Meindert Talma moet minder onbekend worden.

5. Sam Baker – Say Grace
Sam Baker heeft een levensloop die je bewogen mag noemen: in de jaren tachtig ontsnapte de Amerikaanse singer-songwriter bij een bomaanslag ternauwernood aan de dood. De verwondingen aan een hand en de opgelopen doofheid noopten hem tot een aangepaste, en aparte manier van gitaarspelen en zingen. Zonder wrok, eerder met mededogen, fluisterzingt Sam Baker zijn wonderschone, verhalende countryliedjes.

Vincent Kolenbrander

1. The National – Trouble Will Find Me
Op Trouble Will Find Me komt alles samen waar The National de laatste jaren een steeds grootser publiek voor heeft gewonnen. Weelderige, uitgebalanceerde arrangementen, de sonore bariton van Matt Berninger, teksten die bol staan van poëtische subtiliteiten. Soms onderhuids grappig, vaker somber, maar mooi in die somberheid.

2. Arcade Fire – Reflektor
In die gelaagde instrumentatie en de rijkdom aan variërende klanken schuilt de kracht van dit nieuwe Arcade Fire-album. Een euforische en intelligente plaat, iedere luisterbeurt valt weer iets nieuws te ontdekken en te beleven.

3. Nick Cave & The Bad Seeds – Push The Sky Away
Een donker, poëtisch en cryptisch album. De sfeer is kalm, romantisch en bij vlagen verontrustend, wat ongetwijfeld door het doordringende, donkere stemgeluid van Cave komt. Een prachtplaat met hoe dan ook het mooiste coverbeeld.

4. Local Natives – Hummingbird
Hummingbird is een uitstekend vervolg op het geprezen debuutalbum Gorilla Manor. De liedjes zijn intiemer en persoonlijker en blinken uit in het verfijnde samenspel van ritmische structuren en meerstemmigheid. Hummingbird bewijst dat Local Natives is een van de beste indiebands van het moment is.

5. Man Man – On Oni Pond
Honus Honus en zijn mannen hebben een van hun beste platen afgeleverd. Als eerder is de muziek ontwrichtend en verrassend, toch is er op On Oni Pond meer orde in de chaos aangebracht. Zonder daarbij afbreuk te doen aan de eigen bizarre stijl. Onconventioneel ritmisch, energiek en de liedjes slaan onalledaagse wegen in, soms op onnavolgbare wijze.

Joost Festen

1. Jonas Winterland – Mensen zijn gemaakt van dun papier
De absoluut mooiste plaat in onze taal staat op naam onze zuiderbuur Jonas Winterland, die met zijn album Mensen zijn gemaakt van dun papier mijn hart veroverde.

2. Israel Nash (Gripka) – Rain Plans
De Americana-plaat van het jaar is zonder enige twijfel die van Israel Nash (Gripka), ook al wil hij zelf liever gerekend worden tot de popmuziek. Rain Plans is een volwassen plaat die heel dicht bij Neil Young en John Fogerty ligt. Sterk geworteld in de traditie dus.

3. Diana Jones – The Museum of Appalachia Recordings
Een meer unieke stem als die van Diana Jones is de laatste jaren haast niet naar voren getreden. Met The Museum of Appalachia Recordings geeft ze in 2013 kleur aan de vrouwelijke kant van de Americana.

4. Leyla McCalla – Vari-Colored Songs
Hoe bijzonder kan een wereldplaat zijn? Met Vari-Colored Songs hebben de liefhebbers een werkelijk prachtig stuk wereldmuziek te pakken dat sterk geworteld zit in de native Amerikaanse traditie, maar ook in jazz en folk. Getalenteerd is het juiste woord voor deze celliste uit Carolina Chocolate Drops.

5. Songbelt – Unanswered
Met Unanswered heeft Wil Opstals liedjes vastgelegd in de pure benadering. Hoe vaak ik dit album inmiddels heb gedraaid weet ik niet. Het is te hopen dat meer liefhebbers deze plaat gaan ontdekken.

In een top vijf horen natuurlijk maar vijf platen. Maar een bijzondere uitzondering zou gemaakt moeten worden voor iemand die het durft om covers van covers op te nemen. Daarbij weet ze ook nog zoveel waardering te scoren dat de muzikale erfenishoeders de goedkeuring en medewerking verlenen. Volgend jaar gaat ze met de broer van Eva op tournee. Luister naar Margriet Sjoerdsma en haar album A Tribute To Eva Cassidy.

MIXED ZONE 

Jesse Prevoo

1. Nick Cave & The Bad Seeds, HMH 17-11-2013
Een meeslepend en intens optreden. Leunend op het publiek, in een trance-achtige staat met een intensiteit en (ingehouden) agressie die jarenlang achterwege waren gebleven. Waarschijnlijk het beste optreden van Cave en zijn mannen dat ik heb gezien.

2. Queens of the Stone Age – …Like Clockwork/Ziggo-Dome 26-11-2013
Minder vuig album dan zijn voorgangers, maar absoluut een meesterwerk. Een uitgebalanceerd album, waar andere emoties dan voorheen de boventoon voeren. En de huidige incarnatie van de band weet ontzettend goed wat ze live moeten doen.

3. Tomahawk – Oddfellows
Zo ongeveer alles waar Mike Patton bij betrokken is, is interessant. Zeker een experimentele metalband die zichzelf met een korrel zout neemt. Oddfellows lijkt een Mr. Bungle album op steroïden. Tomahawk verdient meer succes en bekendheid dan ze hebben.

4. Ze Mannschaft – Gosu Ckac Ock!
Een Amsterdamse band die indruk maakt met hun rauwe geluid dat uit speakers kraakt, raspt en piept. Exponent van een nieuwe lading Nederlandse lo-fi bands, die de muziek laten spreken, net als Bombay Show Pig en The Pignose Willy’s.

5. Mack Aru – Girls at the world bar
Een heel andere kant van de Nederlandse muziek, zwervend tussen Frank Zappa, Sonic Youth, The Doors en Mr. Bungle. Een gevarieerd album dat veel te bieden heeft aan de oplettende luisteraar.

George Vermij

1. Primavera Sound 2013
Er zijn maar weinig festivals die kunnen tippen aan Primavera Sound in Barcelona. De line-up is elk jaar gevarieerd en toonaangevend met een speciale Pitchfork stage voor alle hipsters, een All Tomorrow’s Parties podium voor de oudere artrockers en natuurlijk genoeg grote headliners. In 2013 kon je op het driedaagse festival heen en weer pendelen tussen ondermeer Grizzly Bear, Deerhunter, Tame Impala, James Blake, Savages, Nick Cave, My Bloody Valentine, Dead Can Dance en Phoenix. Verder bood de organisatie ook nog eens twee extra dagen gratis festival in verschillende locaties door de stad, zoals in het relaxte Ciutadella park. Als je van plan bent om te gaan kun je je tentje gewoon thuislaten en van je hotelkamer makkelijk naar het festivalterrein gaan. Of anders gewoon feesten in Barcelona als je al dat festivalgedoe zat bent. Wees er dus snel bij voor 2014!

2. Thee Oh Sees – Floating Coffin
Floating Coffin is zo´n plaat die je het hele jaar door op kan zetten om je weer even een muzikale energiestoot te geven. Luister maar naar de openingstrack ‘I come from the mountain’ en je hebt er gelijk zin in. Schreeuwende surfgitaren, sixties achtergrondzang en een nerveus orgeltje. What’s not to like? Het begin van een gevarieerd en verslavend album waar garagerock en psychedelica met passie en hipsterkennis worden gecombineerd.

3. Savages – Silence Yourself
Savages werd in 2013 volop gehyped wat als vraag oproept of dat terecht is. Muzikaal gezien is de band niet vernieuwend. De postpunksound van de Bush Tetras, de Au Pairs en Joy Division is al vele malen gerecycled en op de markt gebracht. Toch werkt Savages omdat ze een confronterende kracht behouden die tot uiting komt in het samenspel tussen zangeres Jenny Beth en de hoekige en dreigende muziek van haar band. En tijdens optredens heeft het vierkoppige vrouwengezelschap al vaak weten te overtuigen door het publiek wakker te schudden uit de staat van onverschilligheid en afleiding die in deze tijd gemeengoed is geworden.

4 & 5. Lorde – Pure Heroin & Charli XCX – True Romance
Wat is de toekomst van popmuziek? Meer bubblegumdeuntjes en Robin Thicke & Miley Cyrus controverses? Dat er nog ruimte is voor verrassende popmuziek waar stijl en inhoud samenkomen bewijzen twee debuutplaten van dit jaar. Lorde maakte op 16-jarige leeftijd Pure Heroin. Een aparte plaat die schippert tussen kwetsbaarheid en een soort jonge wijsheid die tot uitdrukking komt in haar teksten, die weer schipperen tussen afstandelijk en intiem zoals in het mooie ‘Ribs’. Charli XCX’s True Romance is veel hedonistischer, maar met zwarte lipstick en een leren jas. Feestmuziek met een edge, maar het zit het perfect en verrassend in elkaar. Van het gebruik van een sample van ‘Gold Panda in You’ tot aan triphop-achtige tracks die doen denken aan het vroege werk van Tricky. En dan een nummer zoals ‘Black Roses’. Een soundtrack voor dat moment voordat je de nacht in trekt om te gaan stappen.


CONCERTEN

Gerrit Dijk

1. Sea Sick Steve – Vredenburg/Leische Rijn
Alles klopt: een uitverkochte zaal, een zeer enthousiast en divers publiek, het podium, de belichting en vooral het perfecte geluid. In deze ambiance is het genieten van een man die ook zelf geniet. Zijn pretoogjes zijn te zien tot op de achterste rij.

2. Eric Burdon & Animals – Paard van Troje
72 jaar is hij inmiddels, maar met een stem die nog niets aan kracht heeft ingeboet en die oude tijden doet herleven.

3. Lightnin’ Guy & Juke Joints: Geworteld in de Blues – Calypso theater
Als een volleerd hoogleraar neemt Guy ons mee in de oorsprong van de blues, de slaven, de plantage en de vele soorten liederen die dan ontstaan uit, zoals onze zuiderburen het zo mooi kunnen zeggen, ‘miserie’. Geholpen door de zaal wordt er al snel geklapt, gezongen en geschreeuwd, een echt interactief lesprogramma.

4. Gregory Porter – Concertgebouw
Wanneer de band ingetogen speelt, is zijn prachtige stem goed te horen, vooral wanneer hij iets verder van de microfoon staat. De warme klank die we kennen van zijn cd’s, is dan ook in de zaal hoorbaar.

5. Eels – Paradiso
Strak in Adidas-trainingspak, met bijbehorende schoenen, zonnebril en baarden: vijf identieke Eels. Dit strakke geldt niet alleen voor het pak, maar ook voor de show en de muziek. Met de nadruk op de laatste cd, Wonderful, Glorious, werden 17 nummers en een aantal toegiften gespeeld uit de rijke muzikale carrière van E.

Film / Films

Levensloop zonder betekenis

recensie: Mandela: Long Walk to Freedom

Aangezien de beste man (letterlijk en figuurlijk) onlangs is overleden krijgt deze biopic over Nelson Mandela een erg zware lading. Kan hij eer doen aan Mandela als baken van hoop en moraliteit of als symbool van de 20e eeuw? Het antwoord is nee, maar als uiterst factuele en standaard biografiefilm valt er nog best plezier aan te beleven.

Het verhaal beslaat het leven van Mandela van een jonge man in zijn geboortedorp tot president van Zuid-Afrika. Hieronder valt voor een aanzienlijk deel zijn jeugd bij de politieke protestbeweging ANC. Dit is de Mandela die men over het algemeen minder goed kent, en vooral in dit stuk weet te film te interesseren. Maar er is ook genoeg aandacht voor zijn 27-jarige gevangenschap op Robbeneiland en zijn latere politieke carrière, waarin een boodschap van vrede en eenheid centraal stond.

Idris Elba

~

Elke biografische film valt of staat bij een goede hoofdrolspeler. Deze keer is het Idris Elba (Thor; Pacific Rim) die de rol op zich neemt (onder andere Danny Glover en Sidney Poitier gingen hem hierin voor). Mandela zelf zei ooit dat Morgan Freeman de enige acteur is die hem goed zou kunnen weergeven. Diens vertolking van Mandela in Invictus was dan ook weergaloos. Maar Elba bevestigt in Mandela: Long Walk to Freedom alleen maar Mandela’s bewering. Hij legt hart en ziel in zijn vertolking, en weet met name goed te overtuigen als de jonge Mandela als activist. Maar hij slaagt er niet in om Mandela’s charisma, charme en latere vergevingsgezindheid in zijn spel te leggen. Het gevolg is dat Elba goed begint, maar na verloop van tijd de identificatie met Nelson Mandela steeds meer afneemt. Wel klinkt hij fantastisch. Het is hem goed gelukt om zich Mandela’s karakteristieke accent eigen te maken. Al met al is het een rol die genoeg is om de film te dragen, maar er niet in slaagt de volledige illusie te creëren waar naar wordt gestreefd.

Het overgrote deel van de verdere personages dienen enkel als raamwerk. Hun personaliteit en rol in de film is compleet gedefinieerd als hun relatie tot Mandela. Alles wat ze doen is spreken over hem, op hem reageren of hem noodzakelijke plotelementen aanreiken. Een aangename uitzondering hierop is Mandela’s tweede vrouw Winnie, gespeeld door Naomie Harris (Skyfall, Pirates of the Carribbean). Haar steeds toenemende radicalisering biedt een interessant contrast met Mandela’s uiteindelijke pacifisme. Harris speelt haar bovendien uitstekend. De relatie tussen Nelson en Minnie is hiermee het enige onderdeel van deze film die echt goed wordt uitgediept.

Geen context

~

Want daarin ligt het grootste nadeel van Mandela: Long Walk to Freedom. Er gebeurt een hoop, maar vrijwel niets wordt uitgelegd. De film staart zich blind op specifieke gebeurtenissen in het leven van Mandela, maar laat bijvoorbeeld niet zien wat de sociaal-politieke omstandigheden waren in Zuid-Afrika voordat (of nadat) Mandela voorbij kwam. We zien dat hij lid wordt van het ANC, maar wat dat precies voor beweging is (of zelfs waar die afkorting voor staat) wordt niet goed uitgelegd. Op Robbeneiland krijgt Mandela te horen dat over de hele wereld protesten opkomen: ‘Free Nelson Mandela!’ Maar waarom deze Westerse vrijheidsbeweging zich specifiek op hem heeft gericht wordt niet eens aangestipt. Hiermee valt de film alleen echt te begrijpen door zij die goed bekend zijn met het leven van Mandela.

Mandela: A Long Walk to Freedom loopt netjes alle gebeurtenissen in het leven van een groot man af, maar zijn boodschap van liefde en vergeving raakt overschaduwd. Wat dat betreft haalt de film het niet bij het fenomenale Invictus, wat beide aspecten (in zekere mate) goed wist te combineren. Met name voor mensen met een interesse in het leven van Mandela is de film de moeite waard, maar het is verre van zijn definitieve biografie.

Boeken / Fictie

Persoonlijk debuut over Nederlands-Indië

recensie: Eric Schneider - Een tropische herinnering

.

Het boek bestaat uit twee novellen, De beige man en Firs. In De beige man vertelt Schneider het hoofdverhaal over de homoseksuele Ferdy. Hij komt samen met zijn moeder en diens ex-minnaar Mees Stork in het verlaten Hotel Hoogduin om de bombardementen van Nagasaki en Hiroshima te vieren. Deze luidden namelijk ook het eind van hun jaren in de Jappenkampen in.

De gewelddadige dood van Ferdy’s broer Dieudonne is de olifant in de kamer. Alle drie weten ze wat er gebeurd is, maar geen van hen spreekt er ooit over. De onderlinge verhoudingen zijn hierdoor op scherp komen te staan. Ferdy vertrouwt zijn moeder en Stork niet, en dat blijkt alles te maken te hebben met de manier waarop Dieudonne om het leven is gekomen. Ondertussen wordt het drietal bediend door de Indische Boelie Kamidjono, de nieuwe eigenaar van het hotel Desondanks behandelt Stork hem nog steeds als een hulpje.

Terugblik op het toneel

Dan is er nog het tweede deel, Firs. Dit is een relatief kort verhaal van ongeveer veertig pagina’s over een bejaarde acteur die terugkijkt op zijn leven, zijn liefde en zijn carrière. Deze novelle is het persoonlijkst van de twee. Het is niet moeilijk in te denken dat Schneider zich als toneelspeler net als de ik-persoon beschouwt als vergankelijk.

Schneider heeft zijn leven als acteur en regisseur nog niet achter zich gelaten. Zo staat hij vanaf september 2013 met zijn zoon Beau op de planken met Levenslang theater. Schneider is de broer van Carel Jan Schneider, die hem als schrijver onder de naam F. Springer voor ging als auteur. Veel van Schneiders acteerervaringen komen terug in het boek. Het decor, een verlaten hotel dat door Kamidjojo is omgetoverd, leent zich uitstekend voor dit verhaal.

Het decor als personage

Schneider gebruikt het hotel en het diner waar Ferdy en de anderen aan beginnen als vijfde personage. Op momenten dat de onderlinge spanningen hoog oplopen, wordt het hotel de buffer: er wordt een voorstelling gegeven, een dis geserveerd, om zo de aandacht van de verstoorde verstandshoudingen af te leiden. Om die daarna weer opnieuw te laten beginnen.

Hoewel de decors goed uit de verf komen, lukt dit niet even goed met de personages. Het blijft te onduidelijk wat de oorlog en het verlies van Dieudonne met ze heeft gedaan. In Firs komt de ik-persoon echter wel goed naar voren. Wellicht omdat het onderwerp – een acteercarrière – dichter bij Schneider staat. Wellicht omdat hij hier makkelijker over schrijft dan over zijn eigen ervaringen in Nederlands-Indië, waar hij tot zijn pubertijd woonde. Een tropische herinnering is hoe dan ook een interessant boek, dat zowel veelzijdig als prettig geschreven is. Het is een uitstekende eerste schrede in de wereld van de literatuur.

Muziek / Achtergrond
special: Ontmoeting met Fernando Lameirinhas & Nynke Laverman

Vijftig jaar op de planken

Het vijftigjarig jubileum van Fernando en Toni Lameirinhas wordt gevierd met een tournee die zich uitstrekt over 2013 en 2014. Tal van gasten delen afwisselend de planken met de broers. Nynke Laverman is tweemaal te gast.

~

advies zo’n tien jaar geleden heel positief, zodat we alweer een decennium lang genieten van de bijzondere Friese benadering van zowel fado als muziek uit andere windstreken. Tijdens het interview na afloop bevestigen beiden dat dit verhaal geheel naar waarheid is. “Ik vond het heel gedurfd waarvoor ze heeft gekozen. Je moet risico’s durven nemen. Ik had er nooit aan gedacht om Friese fado te doen.” Laverman vertelt dan: “Ik was op zoek naar mijn eigen geluid en helemaal niet op zoek naar de fado. Het was een onderzoek naar wat ik zou kunnen combineren. Dat doet Fernando ook, daarom heb ik hem de vraag gesteld.”

Het ultieme moment
Tijdens het concert zingt Lameirinhas een paar keer in het Nederlands. Zo zingt hij het door Stef Bos geschreven ‘Hier is mijn huis’ op zijn aandoenlijke wijze in onze taal. Hoewel Lameirinhas al vele jaren in ons land woont en werkt is zijn taal nog altijd doorspekt met de Portugese tongval. Een tweetal liedjes van Toon Hermans passeert eveneens de revue. ‘Lieverd’ krijgt de Nederlandse aanpak, maar het andere lied heeft een Portugees jasje gekregen.

Natuurlijk zingen Lameirinhas en Laverman ook samen. Een samenspel tussen Fries en Portugees. ‘Aftereach’ is een compositie van het nieuwe album Alter van Laverman dat in De Kom in Nieuwegein begeleiding krijgt van Lameirinhas op gitaar. Heel fraai is de Leonard Cohen-compositie ‘Hallelujah’ dat ook in het Fries niets heeft ingeboet aan kracht. Laverman en Lameirinhas zijn hier samen vocaal in te horen. Het slaapliedje ‘Eline’ draagt de naam van zijn dochter die in de pauze zijn cd’s verkoopt. Eline zelf vond het fijn het liedje weer te horen, vertrouwt ze ons na afloop toe in de foyer.

Het ultieme moment van de samenwerking van Laverman en Lameirinhas ontstaat als ze samen het Toon Hermans-lied ‘Als de liefde niet bestond’ zingen. Deels door Lameirinhas in het Portugees vertaald en deels vertolkt in het Fries door Laverman. Lameirinhas zet het nummer alleen in terwijl de rest van de band vertwijfeld naar hem kijkt, omdat ze menen dat hij vergeet om Nynke Laverman op het podium te roepen. Maar de twee zangers hebben een onderlinge afspraak zodat Laverman tijdig het podium deelt als haar partij is aangebroken. Ze houden samen het nummer van Hermans klein, maar warm en vol emotie zodat alle kracht alleen maar groter wordt. 

“We voeden elkaar”

~

Er is ambitie om het album van Nynke Laverman ook in andere landen uit te brengen. Gaat ze nu naar Portugal? “Dat heeft nog niemand genoemd. Het gaat goed in Engeland en in Spanje vanwege de producer Javier Limon. Misschien dat Alter het wel zal doen in Portugal. Beter dan mijn eerste album dat niet echt fado is. Ik heb het er wel eens in een kroeg gezongen en dan kijkt men wel omdat het op fado lijkt maar het niet is.” Fado is populair in Nederland en Portugal. Waarom niet in ander landen? “Fado was een tijd populair zodat er vele grote namen steeds weer terugkwamen. Mariza speelde ook in Amerika maar nu is de Fado minder populair en komen artiesten maar mondjesmaat en dan heeft mijn muziek het voordeel dat het veel breder is dan de pure fado.”

We spraken al even over de dochter van Fernando. Maar Nynke is ook moeder geworden. Heeft dat invloed op haar muziek en neemt ze hem nu ook mee op tournee? “Ja, ik heb er op mijn album Alter over gezongen. Zoals in het lied dat ik vanavond zong, waar je weet dat er twee harten in je kloppen. Het is heel bijzonder om dat te beseffen. Maar hij gaat niet mee als ik aan het werk ben. Ook naar het buitenland is dat geen optie. Het is fijn als ik weet dat hij het goed heeft want dan kan ik korte periodes weg. Ik kan gelukkig ook veel thuis doen als muzikant.”

Op dat moment komt Eline binnen en vertelt over het live spelen van ‘Eline’: “Ja, ik heb het natuurlijk heel vaak op cd gehoord maar nu een keer live.” Lameirinhas: “Ik heb dit nummer zeker twaalf of vijftien jaar niet gespeeld en dat is nu het leuke van deze tournee: dat ik dit soort liedjes ook kan zingen.” De tournee is pas begonnen en gaat in 2014 verder vanwege het jubileum.

Live in Nederland:
5 februari De Rijswijkse Schouburg, Rijswijk
7 februari Schouwburg Orpheus, Apeldoorn
14 februari CC Cascade, Hendrik Ido Ambacht
21 februari De Oosterpoort, Groningen
27 februari Beauforthuis, Austerlitz

Boeken / Non-fictie

Zuur wil glans

recensie: Jonathan Franzen (vert. Nelleke van Maren en Barber van de Pol) - Het Kraus-project

.

Karl Kraus
Karl Kraus

Het citaat pareert het gratuite verwijt van negativisme. En pareren is nodig, want het cultuurpessimisme smaakt ons niet; cultuurpessimisten serveren wij graag en direct af als azijnpissers die improductieve gevechten leveren met de een of andere onvermijdelijkheid. Maar het cultuurpessimisme van Karl Kraus (1874-1936) was niet enkel afbrekend, maar in zijn doorwrochtheid en satirische kracht juist zeer vruchtbaar. Hij haatte uit liefde; hij polemiseerde omdat hij de verregaande aantasting van zijn geliefde cultuur wilde tegengaan. Deze aantasting van taal en verbeeldingskracht zag hij als een ‘ontmenselijking’. Voor hem was de ontmenselijking niet een gevolg, maar juist de oorzaak van de Eerste Wereldoorlog. Dit perspectief zette hem aan tot zijn polemische kruisvaart. En de unieke, gestileerde én actuele wijze waarop hij zijn heilige strijd voerde, rechtvaardigt Franzens Het Kraus-project.

1:5
Een waarschuwing: Het Kraus-project is een rommelig boek. Jonathan Franzen, auteur van de nieuwste ‘Great American Novels’ De correcties en Vrijheid, vertaalde en becommentarieerde twee essays van Kraus. In het eerste essay, ‘Heine en de gevolgen’ (1910), kraakt Kraus de gezwollen Weense journalistiek. De oorzaken van het journalistieke falen voert hij terug op de romanticus Heinrich Heine, die de cultuurpagina beroemd maakte en de lichtheid in de Duitse literatuur introduceerde. En in ‘Nestroy en het nageslacht’ (1912) bespreekt Kraus de satiricus die hem voorkomt als Heines antithese: de Oostenrijkse theaterschrijver Johann Nestroy (1801-1862).

Daarnaast biedt het boek broodnodig, overvloedig commentaar op Kraus. Niet alleen van Franzen, maar ook van Kraus-kenners Paul Reitter en de bekende Weense schrijver Daniel Kehlmann. Verhouding Kraus en commentaar 1:5. Voor een deel ligt dit aan Kraus’ opzettelijk moeilijke stijl: ‘Ik wil dat de vrucht van mijn zwoegen is dat er met scherper oog wordt gelezen.’ En dus is een interpretenteam nodig om Kraus begrijpelijk te maken. En dan nog merkt Kehlmann sporadisch op: ‘Wie weet in godsnaam wat Karl Kraus hier bedoelt?’ De voetnoten worden verder gevuld met de parallellen die Franzen trekt tussen Wenen 1910 en Amerika 2013 trekt én zijn eigen ervaringen toen hij als 22-jarige aspirant-schrijver in Berlijn studeerde (en daar Kraus ontdekte). Dit is interessant voor Franzenfans – al is de bleue Jonathan soms wat ergerlijk. In ieder geval klopt Franzens persoonlijke tekst wat lucht in het boek.

Fonkelingen in de chaos
De lezer die de strijd aandurft wordt beloond: Kraus is zo scherp als mogelijk, en zijn tirades fonkelen zowel boven als onder de oppervlakte. Zijn polemiek richt zich vooraleerst op versuikerd en uitgehold taalgebruik. Maar voor Kraus zijn taal en ethiek nauw verbonden. Dit verklaart de causale relatie die hij ziet tussen de taalerosie en de catastrofe van 1914. Zo schrijft hij:

Lijfelijk aanwezig, geestelijk weerzinwekkend, perfect zoals hij is, hoopt deze tijd te worden ingehaald door komende tijden en dat de kinderen die verwekt zijn door de verweving van sport en machine en met krant zijn gevoed, dan nog beter kunnen lachen.

Franzen benadrukt: dergelijke citaten passen naadloos op onze tijd. Sowieso is Franzen steeds het kippetje dat inpikt om de actuele parallel te benadrukken, al is hij een veel suffiger en voorspelbaarder pessimist dan de immer schurende en verbazende Kraus. Maar of je bovenstaande citaten nu wel of niet op onze tijd betrekt – het kán wel –, huiveren zal je.

In hetzelfde huiveringwekkende verband past een van Kraus beroemde apocalyptische aforismen: ‘We waren ontwikkeld genoeg om machines te bouwen, maar te primitief om er voor te zorgen dat ze ons dienen.’ Dit is de ook nu nog geldige these; machine, technologie en puur utilitarisme komen op; taal, literatuur en ethiek gaan neer. Het gevolg hiervan is, bijt Kraus de lezer toe, dat het in zijn geestelijke vermogens aangetaste publiek niet in staat is zich te weren tegen de nationalistische krantenleugens die de Eerste Wereldoorlog inleidden. En een actueel gevolg hiervan, doceert Franzen, is bijvoorbeeld dat wij niet in staat zijn de huidige digitale technologie – van het dwangmatig Facebook checken tot de wereldwijde dataroaming van de spionagediensten – onder controle te houden.

Die Fackel
Wanneer Kraus ageerde tegen de woordenmishandeling, formuleerde hij in essentie ‘het verband tussen mishandelde woorden en mishandelde lichamen’. Zijn project kreeg vorm in Die Fackel, het door hemzelf uitgegeven en tussen 1911 en 1936 ook helemaal zelf volgeschreven (bijna-)wekelijkse tijdschrift. In Die Fackel bekritiseerde hij vaak de mix van esthetiek en de Weense ‘impressionistisch’ geworden journalistiek:

Een zanger terwijl ze alleen boodschapper moet zijn, rapporterend waar ze zou moeten zingen, het oog te veel op het doel gericht om te zien waar een kleur brandt, verblind voor haar doel uit vreugde om het schilderkunstige, vloek van de literaire utiliteit, geest van de utiliteratuur.

In deze stijl gaat hij door en door. De laakbare hybride van de ‘utiliteratuur’ voert hij terug op Heines erfenis: 

Het meeste profijt heeft ze gehad van die Heinrich Heine, die de Duitse taal zo uit het keurslijf heeft bevrijd, dat iedere kantoorbediende aan haar borsten kan frunniken. Het afgrijselijke aan het schouwspel is het verwisselbare van deze talenten, die op elkaar lijken als rotte eieren.

Cultiveer uw taalgebruik
Kraus hanteert vaak dit soort satire. De populariteit van Heine is jeugdsentiment: ‘Je had mazelen, je had Heine, en je wordt warm bij de herinnering aan iedere koorts uit je jeugd.’ Verder bedoelt hij: of de journalistiek nu over een tramongeluk of een kroning rapporteert, ze beschrijft alles op dezelfde manier, hooguit na wat adjectievengehussel: ‘Alles past altijd op alles.’ Overgeheveld naar onze tijd treft deze kritiek de alomtegenwoordige meninkjes in de inwisselbare blogs en columns. (Even grappig als gruwzaam is dat ook de achterflap van Het Kraus-project een best staaltje hiervan toont: daar staat dat het ‘een geweldig, en zelfs zeer persoonlijk boek van de grootste schrijver van deze tijd’ is – even los van de goedkope superlatieven, maar het is alleszeggend dat ‘zeer persoonlijk’ boven ‘geweldig’ gaat.)

Als Franzen of ik dit zegt, klinkt het al snel vitterig. Maar bij Kraus is dit, mede dankzij zijn gecodeerde stijl, nooit het geval. Hij bijt en rafelt en blijft zo ver weg van standaarduitingen, dat zijn scherpzinnige kritiek levendig blijft, ook honderd jaar na dato. En sindsdien heeft de versuikerde middlebrow-cultuur – zeg maar: de ‘De Wereld Draait Door’-cultuur – enkel meer terrein op de hoogcultuur gewonnen. En al is de cultuur weerbaarder gebleken dan Kraus dacht, zijn waarschuwing blijft van belang: met de neergang van taal en verbeeldingskracht, vergruist onze verdediging tegen de veelvormige barbarij.

Film / Films

Waar een klein land groot in kan zijn

recensie: De Nieuwe Wildernis

.

 

In dit natuurgebied in Flevoland, nog geen veertig kilometer van Amsterdam, leven vossen, verschillende soorten exotische vogels en een grote kudde wilde konikpaarden. Deze laatste groep dieren kunnen gerust de sterren van de film genoemd worden. Tevens is er aandacht voor fauna die beter bekend is bij het Nederlandse publiek, zoals kikkers, ganzen en vlinders. De crew, onder leiding van regisseurs Mark Verkerk en Ruben Smit, heeft twee jaar lang opnames gemaakt in het gebied. Het beeldmateriaal is uiteindelijk teruggebracht tot een film van ruim anderhalf uur waarin elk shot prachtig is.

 

Inzicht en overzicht

~

De Nederlandse wildernis is adembenemend gefilmd in HD-kwaliteit. Hierbij wordt goed gebruik gemaakt van slow motion, versnellingen, close-ups en wide shots, waardoor het bij vlagen aparte gedrag van de dieren duidelijk in beeld komt. Zo is bijvoorbeeld te zien hoe de vossen hun prooi begraven en hoe de sociale structuur van een kudde paarden in elkaar steekt. Dit wordt begeleid door de kalme stem van Harry Piekema (ook wel bekend als het gezicht van de Albert Heijn-reclames), die uitlegt wat er op het scherm gebeurt. 

 

De film beslaat de vier seizoenen. Het opent dus met schattige lentebeelden van jonge eendjes en eindigt met de brute winterkou die alleen de sterksten kunnen overleven. Deze leidraad blijft op de achtergrond en van verdere samenhang is vrijwel geen sprake. De film springt continu heen en weer tussen de verschillende dieren: van het konikpaard naar de strontvlieg en van de watermijt naar de vos. Af en toe is er wel een connectie tussen deze dieren te vinden (de strontvlieg komt bijvoorbeeld in beeld na een stuk over de invloed van poep bij de paardenhiërarchie), maar bij veel andere overgangen is dit verband tussen de shots ver te zoeken, waardoor de film soms nogal van de hak op de tak springt.

 

Leven en Dood

~

De overkoepelende moraal van De Nieuwe Wildernis is dat de natuur bestaat uit leven en dood. Het is eten of gegeten worden. Deze twee uitersten zijn constant in beeld, soms vrijwel naast elkaar. Die leuke jonge gansjes moeten het leven laten, maar ze worden vervolgens gegeten door net zo leuke jonge vosjes. De scènes die direct met de dood te maken hebben, worden eerlijk getoond, zonder ontwijkend camerawerk en soms zonder commentaar. Zo nu en dan probeert de film echter ook een bepaald gevoel bij de kijker op te roepen, wat vreemd is gezien de eerlijke, objectieve stijl van de rest van de film. Zo worden sommige scènes bijvoorbeeld erg treurig of opgewekt gemaakt door middel van de vaak te sturende bombastische muziek.

 

De dvd komt met een extra uur aan making-of materiaal. Hierin worden netjes alle verschillende aspecten van het filmen aangekaart en getoond. Af en toe levert dat interessante inzichten op. Wist u bijvoorbeeld dat de makers werkten met onder andere ingegraven camera’s, onderwatercamera’s en vliegende camera’s? Of dat strontvliegen eigenlijk geen geluid maken en dat de desbetreffende scène dus muzikaal moest worden begeleid door een strontvliegimiterend koor? Het enige stuk dat eigenlijk nogal buiten de boot valt, is het interview met DJ Don Diablo, die de titelsong maakte. In de film is dit al een opvallende keuze, maar aangezien zijn nummer mooi samengaat met de rest van de muziek valt dat niet erg op. Bij deze extra komt echter een ander lied van hem onaangekondigd over de beelden van paardenfilmende cameramannen. Zijn keiharde beatmuziek past absoluut niet bij deze beelden of de rest van de film en de making-of.

 

Triomf

De Nieuwe Wildernis maakt de posterzin ‘Nederland zoals je het nog nooit zag’ meer dan waar. Het is een film die het werk van de Britse documentairegrootheid David Attenborough (Frozen Planet, Earth, One Life etc.) evenaart. Door het grote aantal dieren dat behandeld wordt, prikkelt de film soms meer de interesse dan dat hij informeert. Er blijft vaak het gevoel hangen dat je over sommige beesten graag meer had willen weten. Het is echter niet meer dan een kanttekening bij een documentaire die verder geweldig is om te kijken en zelfs met de scènes over de dood geschikt blijft voor kinderen. Het is werkelijk een Nederlandse film zoals die nooit eerder is gemaakt, een absoluut genot.

Boeken / Fictie

Poëzie als cultuurkritiek

recensie: Piet Gerbrandy - Vlinderslag

Met de bundel Vlinderslag heeft Piet Gerbrandy een eigenzinnig commentaar op de verhouding tussen dichter en maatschappij geschreven, waarvan het programma is vervat in een laat-antieke dialoog over de rol van poëzie. Beelden, taalvondsten en invoelbare poëtische indrukken vormen een prachtig tegenwicht voor zijn soms cerebrale engagement.

De vlinderslag is een zwemtechniek waarbij gelijktijdig de armen boven het water naar voren worden gebracht. Een licht woord voor een vermoeiende bezigheid. Water en zwemmen spelen een grote rol in deze meerstemmige gedichten – een beurtzang van zeer verschillende beelden. Maar bij een gedicht mag de lezer associëren. En dan is vlinderslag, wie weet, de bijna onhoorbare roep van de vlinder, naar analogie van de vinkenslag. Er is meer vlinderachtigs in deze teksten. Gerbrandy fladdert van de ene fragmentarische verhaallijn naar de andere in een mooi, soms traditioneel taalgebruik.

Bodemloze vergissing
Een man onderneemt een fietstocht door het noorden van Groningen (een verwijzing naar het werk van C.O. Jellema?) en brengt een Proustachtige, halfdoorwaakte nacht door in een hotelkamer. Gedesoriënteerd komen herinneringen boven als ‘kruiden waarvan de smaak na het stoven niet meer herkenbaar zijn’. En toch droomt hij van een knie in zijn bed ‘het scharnier van een vrouwmens dat zich blijkbaar bodemloos vergiste’.

De man en de vrouw lopen elkaar voortdurend mis. Toch brengen ze een zomerdag door in een ouderwetse natuurbadinrichting in een bos. Maar de idylle duurt kort, daarna is sprake van aardbeving, bouwput, dierproeven – is de vrouw archeologe of werkt ze bij een laboratorium? – en hij is weer alleen. De man, de dichter, lijdt. ‘Boort zich een pin door je wuifhand’, hij identificeert zich met de gekruisigde en verderop ook met Odysseus:

Wil je je stem horen zingen
klamp je dan vast aan de mast vriend
en wil je de klapklippen mijden
stuur een sneeuwwitte duif die ze mis leidt rakelings.

Let op, de dichter wil zijn eigen stem horen, niet die van de sirene. En de klapklippen Scylla en Charybdis worden misleid met de duif uit Noahs ark.

Later zit hij in een trein die op een brug over een van de grote rivieren stil komt te staan en met sardonisch plezier observeert hij de medepassagiers. ‘Het meisje tegenover mij heeft haar apparatuur uitgeschakeld maar de dopjes in haar oren laten zitten.’

Een klopboor naar de oudste sterren
De opbouw van de bundel is wat mechanisch, net als een vlinderslag. Op de linkerpagina staan beschrijvingen, observaties en filosofische gedachtes. Op de rechter worden indrukken in een vloeiende taal gegoten. Nederland is het land waar alles zich afspeelt, maar ‘nergens een witrode zwam’ te bekennen als je hem nodig hebt. De opening naar inspiratie, ‘ruisen ver voorbij de oudste sterren’ is gewoon door een man met een klopboor in de wand van zijn huis aangebracht.

Alledaagsheid en romantische vervoering vormen één geheel. Onder aan iedere bladzijde heeft Gerbrandy citaten uit een sociologisch rapport of een toeristenbrochure gezet. Dit werkt als ironisch commentaar op de taalbelevenissen. Zo ontstaat een antithese, een conflictmodel.

Oesterdichter
Gerbrandy heeft een door hem bezorgde en vertaalde tekst ingelast, geschreven door een vijfde-eeuwse auteur genaamd Macrobius. Een interessant maar enigszins overbodig intermezzo. Twee dichters praten over de functie van poëzie. Gedichten zijn er niet om behaaglijk van te genieten maar om de lezer wakker te schudden. Of juist te verlammen, zodat hij alles uit zijn handen laat vallen en niet meer op de oude voet door kan gaan. Ze dienen de vurige onderstroom van het leven aan het licht te brengen, ’tot op de bodem kijken, waar kolkend water uit spleten opborrelt’. Ze moeten hun ‘inspiratie niet vergooien aan onleesbare nonsens’ en politieke controverses niet uit de weg gaan.

Dit is een moeilijke opdracht in een tijd dat de commercie zich van alles meester heeft gemaakt, tot de intieme ervaringen van mensen aan toe. Niet alleen kunst en literatuur zijn vermarkt, ook de lichtste, vlinderachtige bewegingen van het menselijk gevoelsleven, de onbewuste ervaringen. De erudiete classicus Gerbrandy is terecht verontwaardigd over alles wat plat en voorgevormd is. Is het mogelijk buiten die eendimensionale wereld te treden? Welke strategie: terugtrekken in jezelf of openen naar al het onbekende en onbeheerste?

Is je huid de schelp van een stille oester. […]
Of ben je veeleer een stof op zoek naar vorm. Een vorm op zoek naar vrijheid of bestendiging. Een willen dat iets zoekt om zich aan te hechten.

Aan het slot van de bundel loopt een vrouw de zee in, maar het kan ook de oesterdichter zelf zijn die zich voorgoed wil onttrekken aan de prozaïsche en platvloerse maatschappij uit de stompzinnige commentaarregels onderaan iedere bladzij. De zee: ultieme vrijheid.

Muziek / Concert

Montage van gokverslaafden: Brecht in Roulettenburg

recensie: De Nederlandse Opera

De Nederlandse Opera brengt De speler van Sergej Prokofjev in een wat statische, moralistische regie, die afbreuk doet aan het menselijk drama. Dynamiek is te vinden in de opzwepende, ritmische muziek en de buitengewone prestaties van orkest en zangers.

Regisseur Andrea Breth heeft De speler, over de ondergang van een gokverslaafde huisonderwijzer, willen neerzetten als een metafoor voor de huidige op geld gerichte wereld. Egoïstische individuen, die geen enkele emotionele band met elkaar hebben, bekvechten op felle, ritmische muziek in de lounge van een hotel. Er is weinig karakterontwikkeling, en handeling ontbreekt. Dat levert in de eerste drie akten van De speler een montage op die identificatie onmogelijk maakt. Wel levert het een paar komische scènes op. Hilarisch is grootmoeder Baboelenka (een mooie rol van Renate Behle), die na telegrammen over haar naderende dood plotseling topfit arriveert in het hotel. Ze verspeelt haar vermogen in plaats van dood te gaan. Als ze is afgedropen om voor haar goklust te boeten met een religieuze bekering, zijn de erfgenamen uiteraard wanhopig.

SM-relatie


20131218_despeler.jpgBreths interpretatie doet denken aan de theorie van de Duitse toneelschrijver Bertold Brecht, die de destructieve macht van kapitalisme en fixatie op eigenbelang aanschouwelijk wilde maken. De handeling op het toneel nam de vorm aan van instructie in plaats van een uitnodiging tot meeleven. Het probleem is dat bijna honderd jaar later iedereen inmiddels is doordrongen van de kwade kanten van gokverslaving, de opwinding van extreme risico’s en het nauwe verband met de ineenstorting van de financiële markten. Dat eigenbelang en fixatie op geld mensen vernietigt, is op zich geen boeiend drama. Spanning en identificatiemogelijkheid liggen daarentegen in de sadomasochistische verhouding tussen Aleksej (John Daszak) en Polina (Sara Jakubiak). Ze spelen letterlijk met elkaar in een constant uitdagen, aantrekken en afstoten. Daszak en Jakubiak zetten een geweldige prestatie neer en weten zich, vooral in de slotscène, te onttrekken aan het programmatisch moralisme van de regie. Polina wil onafhankelijk worden en heeft daarvoor geld nodig. Haar innerlijke kracht wint het uiteindelijk van de berg bankbiljetten die Aleksej voor haar gewonnen heeft.

Alles draait


In de vierde akte komt er leven in de brouwerij met een grote speeltafelscène. Een ronddraaiend toneel en een spiegelwand geven maximale vaart aan de opgewonden commentaren van de roulettespelers op de winnende Aleksej. De daaropvolgende echt Russische koorpassage is mooi en inventief neergezet. Alles draait ten slotte: de tafels, de roulettes, de spelers en vooral de muziek van Sergej Prokofjev, die ruim dertien jaar moest wachten tot zijn opera in première ging in 1929. Het Residentie Orkest onder leiding van Marc Albrecht geven consequent dynamische impulsen aan deze mooie scène met een uitstekende blazersgroep. Jammer genoeg kunnen speeltafels en een ultrakort liefdesduet van het destructieve paar de eerste anderhalf uur voor de pauze niet compenseren.

De volgende voorstellingen vinden plaats op 20, 23, 26 en 29 december.
Kaartverkoop via: www.dno.nl

Film / Achtergrond
special: Paradies Trilogie

Geen Genade

Geloof, hoop en liefde. De pijlers van het christendom en de afzonderlijke titels van de Paradies trilogie van Ulrich Seidl. Van een verfilming van paradijselijke situaties is echter geen sprake.

~

De Paradies trilogie vertelt drie verhalen over drie vrouwen. In Liebe zien we de nachtelijke avonturen van sekstoeriste Teresa, die in Kenia op zoek is naar liefde en affectie. Zolang ze betaalt, vervullen de Kenianen al haar behoeften. Teresa’s zuster, Anna Maria, is de vroomheid zelve, in Glaube toont Seidl de katholieke missionaris die aan zelfkastijding doet en haar liefde voor Jezus op aparte manieren uit. Teresa’s dikke dochter Melanie wordt door Anna Maria naar een dieetkamp gebracht, hetgeen in Hoffnung wordt verfilmd. In afvallen heeft ze geen trek, maar de dokter vindt haar om op te vreten.

~

Seidl, al eerder grensoverschrijdend met Import/Export, hanteert een sobere stijl, hij gebruikt nauwelijks muziek en kent een statische cameravoering. Als kijker is het soms even doorbijten, maar meer dan eens zit je vol verbazing te kijken. Teresa’s avonturen zijn expliciet in beeld gebracht en zowel ongemakkelijk als confronterend. Volslanke vrouwen op middelbare leeftijd worden door de Kenianen ‘sugarmamas’ genoemd en de naïeve Teresa voorziet haar minnaars maar wat graag van geld. Plaatsvervangende schaamte maakt zich meester van de kijker als die de geveinsde compassie van Anna Maria aanschouwt. ‘Heb uw naaste lief als uzelf?’ Anna Maria leest liever andere Bijbelteksten. Het minst indrukwekkend is slotdeel Hoffnung, waar de controverse vooral zit in de puberale relatie tussen Melanie en haar arts.

Realistisch drieluik

~

De thema’s hoop, geloof en liefde beperken zich niet tot de desbetreffende film, met name hoop en liefde zijn sterk aanwezig in elk deel. Daarnaast speelt verlangen een grote rol. Verlangen naar een man, of het nu een Keniaan, Jezus of de dokter is. Alle vrouwen zijn momenteel vrijgezel en, ondanks de soms wat complexe burgerlijke staat, is de hunkering naar het andere geslacht sterk aanwezig. Zelfs bij Anna Maria, die de artefacten van Jezus ook voor minder reine doeleinden gebruikt.

De Paradies trilogie bevat slechts enkele professionele acteurs. Een groot deel van de bijrollen wordt gespeeld door amateurs, zo staan de Kenianen in de film in het echt ook kettingen te verkopen op het strand. Het draagt ongetwijfeld bij aan de authentieke sfeer die in alle films terug komt. Seidl kent geen genade, filmt alles zonder opsmuk, toont zijn vrouwen van hun kwetsbaarste kanten en creëert een bijzonder realistisch drieluik. Zaligmakend is het niet en vrolijk evenmin, maar het is zeker de moeite waard.