Boeken / Fictie

Een handjevol literaire schoonheid

recensie: Martin Michael Driessen - Een ware held

.

Wie had gedacht dat een klein boekje als Een ware held zo’n groots verhaal zou bevatten? In de novelle van Martin Michael Driessen, dat nog geen kilo weegt en in je hand past, wordt het ongelooflijke verhaal vertelt van twee Italiaanse broers die er alles aan doen om hun lot te veranderen.

De broers Luigi en Beppo Fresci zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog militair in het Italiaanse leger en gevangengenomen door hun eigen troepen. Het is hun peloton namelijk niet gelukt een bergpas te beschermen, waardoor deze nu in handen is gevallen van de Oostenrijkers. Om de militairen te straffen en een voorbeeld te stellen voor andere pelotons, worden de mannen op een rij gezet en elke vierde man gefusilleerd.

Terwijl de broers wachten op de komst van beul en generaal Cadorna, doet Beppo zijn uiterste best om ervoor te zorgen dat Luigi en hij aan de executie ontkomen.  Dat het lot zich echter niet laat misleiden, wordt duidelijk wanneer zijn plan niet uitpakt zoals hij had berekend.

Poëzie versus genadeloos leed

Met pijnlijke precisie beschrijft Driessen de grove schendingen van mensenrechten die werden begaan onder het bewind van generaal Cadorna. De angst van de mannen, de genadeloze beslissingen, de noodlottige wendingen van de levens van jonge mannen die de dood in de ogen kijken, alles is even mooi verteld.

Met prachtige volzinnen wordt een tragedie onthuld. De poëtische schrijfwijze van Driessen staat in schril contrast met het harde verhaal. Geen woord wordt verspild en de spanningsboog is groot. Hoe zal het met de broers aflopen?

Een ware held is de derde boekuitgave van Driessen, die ook bekend is als regisseur. Eerder vertaalde hij A Midsummer Night’s Dream van Shakespeare en schreef hij Vader van God. Met Een ware held heeft hij laten zien een grootse schrijver te zijn. Een ware held is een prachtig, literair juweel om te koesteren.

Boeken / Fictie

De subtiele schoonheid van een verwoestende jeugdliefde

recensie: Rob Waumans - De nacht van Lolita

.

In De nacht van Lolita beschrijft Waumans het leven van schrijver Luc Franzen. Hij is bezig aan zijn debuutroman, tevens De nacht van Lolita getiteld. Tussen het schrijven en slapen door brengt hij veel tijd door in zijn stamcafé, waar hij zijn vrienden, topschrijver Arthur en muzikant Meijer, ontmoet en vooral veel bier drinkt. Het wil niet echt vlotten met het schrijfproces. Zijn tochten naar het café en de middagen die hij hier doorbrengt zijn een vlucht. Een vlucht van de herinneringen aan zijn jeugdvriendinnetje Lou.

Ze daagt overal op in zijn gedachten. Overdag, in zijn slaap, tijdens het schrijven: Luc kan haar maar niet loslaten. Wat is er gebeurd? Waarom kan hij Lou maar niet uit zijn hoofd zetten? Via terugblikken naar het verleden wordt meer duidelijk over de jeugd van Luc en zijn liefde voor Lou. Luc zal moeten proberen zijn verleden achter zich te laten, maar hoe doet hij dat? Hij probeert het met alcohol, nietszeggende baantjes als glazenwasser en vooral door te schrijven. Zijn writers block wordt echter steeds erger.

Waumans maakt veel gebruik van schakelingen tussen heden en verleden. Via terugblikken op zijn jeugd leer je als lezer veel over de complexiteit van het karakter Luc. Hierbij komen drie belangrijke pijlers naar voren die met zijn ouders en Lou te maken hebben. Deze ontdekkingen worden langzaam maar zeker uit de doeken gedaan. Als lezer ben je steeds gebrand op het achterhalen van de waarheid. Waumans geeft je die waarheid, maar in zijn eigen tempo, met als gevolg dat het praktisch onmogelijk is dit boek weg te leggen.

Heftig einde

De beschrijvingen staan in schril contrast met het einde waar Waumans naartoe werkt. Die is heftig, plotseling en allesvernietigend. Het is gedurfd, en kent wellicht het beste einde van een roman in lange tijd. Het boek is een ritje in de achtbaan, er lijkt geen eind te komen aan de plotwendingen. De nacht van Lolita is een schoonheid.

Boeken / Non-fictie

Goed verzamel-item voor de muziekliefhebber

recensie: Brian Southall - De Beatles in 100 voorwerpen

De Beatles in 100 voorwerpen is een interessante manier om op een originele wijze de lezer kennis te laten maken met het verhaal van misschien wel de grootste band van de wereld.

Brian Southall heeft het net even anders gedaan dan auteurs van de meeste autobiografische boeken. Dat moet ook wel want er is immers al zoveel geschreven over de mannen van de Beatles. Southall besloot om zijn lezers een andere kant van John, George, Paul en Ringo te laten zien. Hoe kwamen bijvoorbeeld bepaalde songteksten tot stand? En wat droegen de heren tijdens opnames in Abbey Road? Met behulp van 100 specifieke persoonlijke items, van foto’s van kledingstukken tot aan toegangskaarten voor concerten, neemt Southall de lezer mee terug in de tijd.

De Beatles in 100 voorwerpen is een aardige verzameling met diverse spullen uit de gouden jaren van de popmuziek. Het boek is op chronologische volgorde geschreven, we beginnen bij de Antoria gitaar in 1957. Naast de foto van het desbetreffende instrument staat een uitgebreid stuk geschiedenis. Vanaf de gitaar komen we langs tourschema’s, George’s leren jas, gesigneerde tickets, Beatles-laarzen, concertflyers, Japanse singles en ga zo maar door. Hoewel de teksten naast de items in een chronologische lijn lopen, hoef je niet per se aan het begin van het boek te beginnen om een goed overzicht te kunnen krijgen van spullen die gerelateerd zijn aan de mannen. Dat is eigenlijk ook wel erg prettig, want sommige voorwerpen zijn interessanter dan andere.

Back to the sixties
We komen niet alleen op een leuke manier veel te weten over de vier persoonlijkheden, de lezer wordt tevens meegenomen naar de jaren ’60. Dit zijn de belangrijkste jaren als we kijken naar de komst van popmuziek. Het is tof om daadwerkelijk meer te kunnen zien over deze invloedrijke jaren, in plaats van er alleen maar veel over te lezen. Voor muziekliefhebbers is dit boek dan ook een prima overzicht van de ontwikkeling van het muziekgenre. Je hoeft dus niet per se een diehard Beatles-fan te zijn om dit boek te kunnen waarderen.

Een absoluut pluspunt aan het boek zijn de duidelijke afbeeldingen van alle voorwerpen. Zelfs de meest oude tickets en flyers zijn goed te bekijken en te lezen. Tevens heeft Southall -vaak tot in detail- op een toegankelijke wijze interessante stukken tekst geschreven. Je kunt goed merken dat hij lange tijd fan is geweest, de heren persoonlijk heeft ontmoet en ze stuk voor stuk heeft bestudeerd. Al deze research is goed terug te zien in het boek.

De Beatles in 100 voorwerpen is niet per se een absolute musthave, maar het is zeker een vermakelijk boekwerk om eens door te nemen met een goede kop koffie. Natuurlijk is er al heel veel geschreven over The Beatles en over het begin van de popcultuur, dus op een gegeven moment weet je als lezer wel waar het over gaat. Juist op die momenten is het handig dat je het boek weg kunt leggen, omdat alle voorwerpen apart beschreven zijn en dus apart te lezen zijn.

Boeken / Fictie

De tol van eigenzinnigheid

recensie: Pauline Genee - Duel met paard

Dieren laten rekenen: zou het kunnen? Het is een stille hoop of een idiote fantasie, afhankelijk van je standpunt. Voormalig diplomate Pauline Genee nam dit gegeven als uitgangspunt voor haar debuut Duel met paard, een roman die laat zien dat ze heel wat in haar mars heeft.

De mannen in Duel met paard zijn eigenwijze types. Wilhelm von Osten, voormalig docent, rentenier en amateur-frenoloog, is er van overtuigd dat zijn paard Hans kan rekenen. Emilio Rendich, failliet schilder en charmant verleider, is er van overtuigd dat hij ‘met de geschiedenis mee’ dient te schilderen. Realismus, zouden de inwoners van Berlijn zeggen, al valt dat woord niet in deze roman.

Von Osten wordt wereldberoemd wanneer een generaal, een vriend van een vriend bij wie Emilio inwoont, een artikel over ‘Kluger Hans’ schrijft voor een weekblad. Alle Berlijnse dagbladen, en zelfs The New York Times, schrijven over dit wonderpaard. Het jaar is 1904, wat de prestatie alleen maar groter maakt. Dag en nacht oefent Von Osten met zijn dier, om hem steeds moeilijkere sommen te laten oplossen en het publiek zo te kunnen betoveren. Emilio schildert onderwijl het paard en zijn meester en hoopt zijn naam te kunnen vereeuwigen middels deze historische gebeurtenis.

Fouten

Dat gaat natuurlijk een keer fout, en dat lot openbaart zich in verschillende vormen. Von Osten wordt vermalen in de raderen van de wetenschap: de twijfel die aan zijn ‘wetenschappelijke’ experimenten met Hans knaagt, ondergraaft de conclusie van een groep onafhankelijke wetenschappers. Toch blijft hij stug doorgaan met zijn paard trainen, omdat hij daar in gelooft.

Emilio, daarentegen, krijgt die kans niet. Hij wordt het slachtoffer van zijn eigen hartstochten en moet zijn fouten duur bekopen. Dat gaat niet eens over zijn schilderkunst, hoewel die ook niet meer aansloot bij de in zijn tijd heersende normen. Zijn schilderijen van Von Osten en Hans blijven onaf, alsof hij al die tijd niet bij de machte was ze volgens zijn eigen normen af te maken.

Eigenzinnigheid

Duel met paard is een roman over eigenzinnigheid. Ook wat betreft stijl en vorm is het boek eigenzinnig. Zo worden hoofdstukken afwisselend vanuit Von Osten en Emilio verteld, en lopen hun verhaallijnen in de tweede helft van de roman steeds verder uit elkaar. Zo heeft Emilio wel een hand in Von Ostens ondergang, maar omgekeerd is dat niet het geval. De roman is daardoor een liggende Y: lang gaan de twee verhaallijnen samen op, maar het einde hinkt op twee gedachten.

Genee heeft de dialogen levensecht willen weergeven. Soms werkt dat, zoals wanneer Emilio en de generaal door elkaar heen praten en dat de onderlinge verhoudingen perfect weergeeft:

‘Kent u Von Clausewitz? Ieder mens, met de juiste training…’
‘Fijn, Herr General, maar wilt u nu…’
‘… kan een wezenlijke schakel van een gigantisch kunstwerk. En waarvan hij zelf…’
‘… alstublieft, heel eventjes…’
‘… de omvang niet kan zien omdat het te groot is, te…’
‘… niet meer praten?’

Op andere momenten werpt Genee’s strategie minder vruchten af. Wanneer personages, en vooral Emilio heeft daar een handje van, twijfelen, wordt dat typografisch als ‘…’ of ‘Ehm…’ weergegeven. Het heeft iets filmisch: eerst de pratende conversant, gevolgd door korte shots van de zwijgende luisteraar. Geschreven belemmert dit echter de leeservaring.

Masculiene opschepperij

In een interview op de website van de uitgever zegt Genee dat Duel met paard voortkwam uit een novelle. Onder andere Frau Piehl, een buurvrouw van Von Osten, is in de roman meer uitgewerkt. Zij is een van de interessantste personages in de roman, die zich maar zijdelings met de actie bemoeit, maar des te vaker observeert wat er gebeurt. Met de hoofdstukken over Frau Piehls dagelijkse leven heeft Genee een mooie tegenkracht voor de masculiene opschepperij van Von Osten en Emilio gevonden.

De beslissing om Frau Piehl een grotere rol te geven in het verhaal is dan ook een goede geweest. Misschien had ze nog meer het centrum van de roman ingehaald moeten worden, maar dan was Duel met paard een ander boek geworden. Hopelijk gaat Genee dat nog schrijven. Ze vertelt immers gemakkelijk haar verhaal en kan zich goed inleven in haar personages, zo blijkt in de beste stukken van deze roman.

Boeken / Fictie

Hoop op uitstel van executie

recensie: Amin Maalouf (vert. Marianne Gossije) - De ontheemden

Een Frans-Libanese schrijver schrijft over een land dat veel lijkt op Libanon, met een hoofdpersoon die sinds lange tijd in Parijs woont. Is Amin Maaloufs De ontheemden daarmee autobiografisch te noemen? Misschien. Maar het is vooral een sterke roman over een moreel dilemma.

De ontheemden heet in het Frans Les desorientés en in die titel zit een mooie woordspeling. Adam, de hoofdpersoon van deze roman, is in de jaren zeventig uit Libanon geëmigreerd, net als veel van zijn vrienden. Zij wonen in Parijs, de VS of Brazilië; zij zijn, kortom, weggetrokken uit de Oriënt.

Amin Maalouf is naast romancier ook schrijver van essays en non-fictionele boeken, zoals bijvoorbeeld De ontregeling van de wereld. De materie is hetzelfde: de moeilijke morele positie waarin veel landen en personen verkeren. ‘Alles wat in contact komt met geweld wordt daar hoe dan ook slechter van,’ heet het in de uitspraak van Simone Weil die het motto van deze roman vormt. ‘Slaan en geslagen worden is een en dezelfde bezoedeling.’

Vrede

Maar is het geweld ontvluchten, wat Adam heeft gedaan, een goede optie? Zij die zijn achtergebleven in het door geweld verscheurde land vinden vaak van niet: zo ontliep hij de lasten van de oorlog, en hij durft in vredestijd wel weer terug te keren? Hoe maak je daar vrede mee?  

Adam en zijn vrienden waren vroeger een hechte vriendengroep, die door alle bevolkingsgroepen heen sneed. Adam is agnost, sommige vrienden waren moslim, anderen Joods, anderen christelijk. Eentje is steenrijk geworden, een ander is het klooster ingegaan, de laatste blijkt homoseksueel te zijn. Vroeger waren ze een hechte groep, een toonbeeld van tolerantie zou je zeggen; door de oorlog zijn ze uit elkaar gerukt en tegenover elkaar geplaatst.

Vergiffenis

Adam keert terug naar Libanon – dat overigens nooit zo genoemd wordt: alle personages spreken geforceerd over ‘het land’ of ‘de Levant’ – wanneer hij hoort dat een ‘vroegere vriend’ aan het sterven is. Een vroegere vriend, want deze Mourad heeft vreselijke dingen gedaan waar Adam het niet mee eens kon zijn. Hij heeft de vriendschap verbroken. Toch stapt Adam in Parijs op het vliegtuig, om nog een laatste keer met Mourad te praten. Misschien kunnen ze elkaar vergeven.

Hij komt te laat, maar keert niet stante pede terug naar Frankrijk. In Libanon probeert hij al schrijvend zijn gedachten te ordenen en dan komt langzaam het idee om een reünie te organiseren, waar alle nog levende vrienden bij zullen zijn. Op wonderbaarlijke, ja, aan de wetten van de literatuur gehoorzamende wijze wordt dit plan snel concreter. Deze ontwikkeling is wat te gemakkelijk en karikaturaal, maar uiteindelijk is dat niet heel relevant: De ontheemden is een krachtige en onderzoekende morele roman.

Uitstel van executie

Schijnbaar achteloos verwerkt Maalouf het dilemma, dat de kern van deze roman vormt, in zijn verhaal. Via levensechte personages onderzoekt hij hoe de burgeroorlog een groep geestverwanten uit elkaar kan drijven vanwege hun verschillende standpunten. Dat is knap, want al te vaak verzandt een dergelijke onderneming in een onleesbaar verhaal, bevolkt door kartonnen figuranten die te duidelijk een bepaald idee of aspect vertegenwoordigen. Dat is niet zo in De ontheemden, waar de personages organisch en natuurlijk aanvoelen.

Met het einde van de roman is iets vreemds aan de hand. Is De ontheemden het verhaal van een groep vrienden, of een allegorie voor een modern multicultureel land? De roman verenigt deze twee gedachten: natuurlijk is Adam de hoofdpersoon en vormt Libanon het decor van het meeste van de handelingen, maar daar tegenover staat een universeler verhaal. Dat verhaal gaat over de kracht van een conflict dat een hele samenleving ontwricht. Een oorlog vernietigt niet alleen mensenlevens, richt niet alleen schade aan in de steden, hij zindert door in intermenselijke relaties, tot lang nadat het conflict tot een einde is gebracht. Het enige waar een mens op mag hopen is, met de laatste woorden van de roman, ‘uitstel van executie’.

Muziek / Album

Wrang statement

recensie: Warpaint - Warpaint

Warpaint was in 2010 met het debuutalbum The Fool een van de grootste positieve verrassingen binnen de indie-rock, maar met de opvolger Warpaint weet de band het indrukwekkende debuut niet te evenaren.

Het is makkelijk en wat ongeïnspireerd om je debuutalbum dezelfde naam te geven als de naam van de band waarin je speelt. Bands die daarentegen verderop in hun carrière met een zogenaamde ‘self-titled’ komen, scheppen verwachtingen. Blijkbaar klinkt de band op het desbetreffende album zoals hij altijd al had willen klinken en waren eerdere albums slechts opstapjes naar dit geluid.

Het vertrouwde geluid

Het is veelbelovend dat Warpaint vier jaar na het debuut met zo’n album komt. En inderdaad, zelf geven ze toe dat The Fool vooral een samenraapsel was van een aantal nummers dat ze nog hadden liggen, en dat deze tweede écht weerspiegelt wie ze zijn en waar ze voor staan. Het is dan ook jammer dat het uiteindelijke resultaat lang niet zo spannend is als gehoopt werd.

De eerste helft van het album bezit zeker de mysterieuze, broeierige sfeer die het eerste album ook kende. Nummers als Keep It Healthy, Love Is To Die en Biggy zitten erg goed in elkaar en hebben een eigen geluid doordat lichte dream-pop in een donker eighties-jasje gestoken wordt. Het is het vertrouwde Warpaint-geluid, waarmee de dames in 2010 al zoveel harten veroverden.

Keerpunt

Het irritante Disco//very luidt echter het keerpunt van het album in. Muzikaal is dit nummer nog best interessant; het is vooral de zeurderige zang die dit nummer om zeep helpt. Na deze misser gaat het album als een nachtkaars uit. Feeling Alright is nog de moeite waard, maar afsluiters Go In, CC, Drive en Son kunnen niet boeien. Deze songs zijn minimaler van opzet, maar in het geval van Warpaint is ‘less’ zeker niet ‘more’. Het waren de spannende melodielijnen die The Fool en de eerste helft van Warpaint zo goed maakten, maar als je die weglaat, blijft er eigenlijk niet zo veel meer over. Warpaint lijkt dan opeens een heel middelmatig bandje dat zonder ziel en zonder visie hun liedjes speelt.

Warpaint is dan ook niet in staat de volle vijftig minuten te boeien. Ondanks een aantal echt goede nummers overheerst uiteindelijk toch de teleurstelling. En als je weet dat Warpaint voor de band een statement is waarmee ze willen laten zien wie ze zijn, is het nogal wrang dat de slotnummers zo ontzettend saai zijn.

Boeken / Achtergrond
special: reportage: Schrijversfeest 19 januari - afsluiting van Writers Unlimited

Prijsuitreikingen: een echt taalfeest

Het podium is een open plek in een nachtelijke bosschage, als het ware belicht door een volle maan. Een vogeltje kwettert. Voor de negentiende keer worden de Jan Campert Literatuurprijzen uitgereikt, dit keer door Marjolein de Jong, wethouder van Cultuur. Er is een opzet bedacht voor een rijke cultuurmiddag. Huub van de Lubbe zingt tussendoor de sterren van het firmament.

Eerst vertelt Geert Mak over zijn In Europa waar hij in het buitenland vertalingen van promootte, tot zijn vreugde ook in Zuid-Korea. Historici waren soms verrast door zijn aanpak waarbij hij ook betrokkenen zelf over hun geschiedenis aan het woord liet. Terwijl oral history toch geen recente uitvinding is. Ook merkte hij her en der hoeveel families nog steeds door de Tweede Wereldoorlog getraumatiseerd zijn. Hij vertelde van een Duitse soldaat die een Franse soldaat met zijn bajonet doorstoken had, maar zijn leven lang goed contact met hem hield. Mak prees het Nederlands Letterenfonds, dat zeventig procent van de kosten voor zijn rekening neemt om een vertaald boek van de grond te krijgen. Niet eerder deed onze literatuur het buiten de grenzen zo goed.

Elsbeth Etty is blij met de definitieve bijzetting van de Grote Drie, keurig gekist in monumentaal verzameld werk. Maar de kritische geest van Mulisch wordt in het publieke debat van heden ten dage node gemist. Ze noemt het overlijden van Thomas Blondeau het dieptepunt van 2013, de PC Hooftprijs voor A.F.Th. van der Heyden het hoogtepunt. Arnon Grunberg, de Grote Ene, verdient de volgende, waarmee hij de jongste winnaar ooit kan worden (Lucebert kreeg hem ook op zijn 43in 1967). Etty ziet de Grote Drie vervangen door een Gouden Elftal van talentvolle schrijvers.

De laureaten worden stuk voor stuk origineel ingeleid. Bettine Vriesekoop, tafeltennisbatje ingeruild voor pen, leest in de dichtbundel Bewegend doel van Micha Hamel een kenschets van ‘onze tijdgeest’. Volgens Hamel zelf houdt hij het dichten voortaan voor gezien. Jaap Goedegebuure, zelf veel herkennend in de beschreven periode van 1952 tot 1971, spreekt vooral zijn bewondering uit voor vorm en stijl van Pier en oceaan van Oek de Jong, ‘een roman doorleefd als een familiehuis, geschreven in de traditie van de grote romanciers.’ Bioloog Tijs Goldschmidt, net terug van het waarnemen van walvissen zo groot als stadsbussen, neemt enthousiast het jeugdboek Het raadsel van alles wat leeft en de stinksokken van Jos Grootjes uit Driel van Jan Paul Schutten voor zijn rekening. Dit boek, fascinerend geïllustreerd door Floor Rieder, had hij dolgraag als elfjarige, veroordeeld tot het ene kinderachtige kinderboek na het andere, gelezen willen hebben. Hij zou zich dan serieus genomen hebben gevoeld. (Geen wonder dat het boek na afloop van de middag snel was uitverkocht.)

Het absolute klapstuk volgt als Antjie Krog gewapend met schild en speer als een dichterlijke wilde de Vlaamse auteur Tom Lanoye inderdaad wild bewonderend toespreekt. Hij incasseert 10.000 euro voor zijn gehele oeuvre, wat hem deed afvragen ‘of zo’n jury me wil inwrijven dat het welletjes is geweest, met dat schrijven van mij.’ Hij besluit de bekroning toch maar te zien ‘als een aanmoedigingspremie voor een onstuimig en piepjong talent, dat het beste van zichzelf nog lang niet heeft getoond.’

Zijn voluptueuze dankwoord kent humor (‘alles ten spijt moeten we blijven lachen’) en indrukwekkende ernst (‘de onoverbrugbaarheid der dingen en het verband ertussen’). De Grote Drie blijken voor hem Claus, Elsschot en Boon te zijn. Dat de grote menselijke dilemma’s nooit gedateerd zullen raken leest hij in een andere Grote Drie: Aischylos, Sophocles en Euripides.

Boeken / Fictie

De viriele man en de joodse mamma

recensie: Joël Dicker (vert. Manik Sarkar) - De waarheid over de zaak Harry Quebert

Het zou ‘de literaire sensatie’ van het jaar moeten zijn – of in ieder geval van het seizoen. Het zou fijn zijn geweest wanneer Joël Dickers tweede roman, het dikke De waarheid over de zaak Harry Quebert, ook daadwerkelijk goed zou zijn.

Marcus Goldman is de bestsellerauteur van één roman. Die status dankt hij aan zijn gewiekste uitgever, die de media uitstekend weet te bespelen. Maar twee jaar na deze sterrensprong naar de top van de literaire wereld ligt er nog geen nieuwe roman: Marcus heeft last van een writer’s block en dreigt door zijn uitgever vervolgd en kaalgeplukt te worden wegens contractbreuk. Marcus maakt graag gebruik van een telefoontje van zijn vroegere mentor, Harry Quebert, om hem op te zoeken in Aurora, New Hampshire.

Een idyllisch en typisch Amerikaans plekje, zo lijkt het: omringd door bossen en natuur, met een diner en een sheriff in het centrum. Een beetje zoals de straat op het schilderij van Hopper dat de kaft van de roman siert. Of zoals Californië in Peter Buwalda’s Bonita Avenue (2010). Helaas blijkt de grote en viriele Harry Quebert een moordenaar te zijn en Aurora is in alle staten. Sterker nog, heel de VS is geschokt. Marcus gaat op onderzoek uit, overtuigd van de onschuld van Quebert.

Het viriele mancliché

Dat onderzoek loopt vrij voorspoedig. Al snel heb je als lezer door dat de politie in Aurora grove steken heeft laten vallen, als blijkt dat ze niet eens iedereen die Quebert ook maar een beetje kent hebben ondervraagd. Dat maakt Marcus’ zoektocht erg makkelijk en één groot cliché.

Quebert is het gedroomde stereotype van een vitale oudere man zoals Hollywood voorstelt dat iedereen moet zijn. Hij is rustig, ‘vertrouwenwekkend als altijd’, zonder aarzeling, charismatisch, zelfverzekerd, drager van een natuurlijk gezag; ondanks zijn leeftijd zag hij er ‘nog goed uit, met een grote bos grijs haar dat altijd in model zat’, en hij heeft ‘brede schouders en een krachtig lichaam, waaraan je kon afzien dat hij jarenlang gebokst had.’ Het type man dus dat arrogant overkomt en je onvervaard de les leest. Dat doet hij gelukkig ook af en toe – tot hij in de gevangenis belandt voor een oude moord op een jong meisje, waar hij breekt en fysiek verschrompelt.

Is dit satire?

Deze typering staat op bladzijde 27, en dan volgen er nog zo’n zeshonderd pagina’s. Marcus’ moeder belt zich af en toe het verhaal binnen, om dan de roddelzieke joodse mamma te spelen die alleen maar oma wil worden. Marcus gaat samenwerken met een sergeant, die hij de hele tijd ‘sergeant’ noemt, terwijl hij zelf met ‘schrijver’ wordt aangesproken – tot de agent een keer ‘Marcus’ zegt: dat wordt dan benadrukt, want wat als de lezer daar overheen leest?

Misschien is dit allemaal satire. Wanneer Marcus met zijn agent of zijn uitgever spreekt, is het dat zeker. Die zijn beiden niet serieus te nemen: de ene keer poeslief, de volgende keer bereid Marcus een poot uit te draaien. Als nieuwe beroemdheid geeft hij feestjes waar zoveel mensen op afkomen, dat hij maar een kwart van de aanwezigen kent. Maar de rest van de roman? Daar lijkt wel degelijk een serieus verhaal verteld te worden.

Niet af

Dit alles wordt gebracht in een ingewikkeld jasje: de hoofdstukken lopen in omgekeerde volgorde van 31 tot 1, en bij elk hoofdstuk hoort een les van Harry aan Marcus; er wordt heen en weer gesprongen in de tijd om de achtergrondverhalen van secundaire personages weer te geven (alsof Dicker wist dat het verhaal in het heden te weinig om het lijf heeft); er is een pro- en een epiloog. Uiteraard begint Marcus zelf ook te schrijven aan een boek over de zaak Harry Quebert, waardoor de indruk gewekt wordt dat wat hij schrijft en wat de lezer leest hetzelfde is. Een leuk, maar weinig origineel en achterhaald spelletje.

Een literaire thriller, dat is wat deze roman wil zijn. Maar: een politieverhaal over de literaire wereld staat niet gelijk aan een literair verhaal. Nergens biedt De waarheid over de zaak Harry Quebert een origineel inzicht of verrast het de lezer, het proza is niet verzorgd – en dat ondanks dat Harry in een van zijn lessen aan Marcus toevertrouwt dat hij zich woorden eigen moet maken – en het verhaal zit boordevol clichés. Tegen het einde geeft Harry Marcus een laatste advies: ‘Boeken zijn net als het leven, Marcus. Ze zijn nooit echt af.’ Deze roman is niet ‘niet echt af’, hij is heel erg niet af.

Muziek / Concert

Een opwarmertje

recensie:

.

~

In de tussentijd wordt de (geabonneerde) fan op haar website opgewarmd met video’s, animaties, illustraties en andere extra’s. Zo wil Mevrouw Tamara (ofwel Tamara van Esch) de liefhebber meer betrokken maken bij haar muziek. Dus speelt ze vanavond niet alleen een paar liedjes, maar praat ze ook -als inleiding van de avond en vanachter het gordijn- uitgebreid over het muzikale project. Leuk en aardig, maar de bezoeker komt uiteindelijk toch voor haar muziek.

Verdeeld
Mevrouw Tamara is vooral bekend als de eigenzinnige deelneemster aan de eerste editie van ‘De Beste Singer-Songwriter van Nederland’. De reacties van de jury waren toen verdeeld, een beetje vergelijkbaar met de respons vanuit de muziekpers op Roosbeef. Met haar heeft Mevrouw Tamara de voorliefde voor de Nederlandse taal gemeen en de eigengereidheid. Muzikaal gezien neigt ze meer naar Eefje de Visser: dromerige teksten ingebed in een mooie melodielijnen.

Uitgebalanceerd
In het eerste lied dat ze zingt klinkt Mevrouw Tamara nog wat onwennig: ze is slecht te verstaan en haar stem is wat wiebelig. Wellicht spelen de zenuwen haar parten. Gaandeweg lijkt ze zich meer in haar element te voelen en dan blijkt dat ze zeker wat in haar mars heeft. Ondersteund door een prima band klinkt ze een stuk overtuigender dan in eerdergenoemd tv-programma. Ze zingt een liedje of vier en begeleidt zichzelf op elektrische piano en gitaar.

In het solonummer aan het eind toont Mevrouw Tamara zich een ware geluidskunstenaar door zingend voort te borduren op zelf ingespeelde gitaar-loops. Enig minpuntje vanavond: iets meer live-muziek had niet misstaan; de presentatie wordt afgesloten met het vertonen van deze clip:  

 

Muziek / Achtergrond
special: Noorderslag 2014

Nederlands muziekfeest

Na het Europese showcase festival volgt traditioneel het Noorderslag festival in de Oosterpoort in Groningen. Een festival dat barst van nieuw Nederlands talent. Net doorgebroken acts en bandjes die als veelbelovend te boek staan.

De zaterdag na EuroSonic is de Oosterpoort de plaats om naartoe te gaan. Maar het is een ander publiek dat zich naar dit festival begeeft. Vooral veel jeugd ziet aanleiding om van Noorderslag een bierfestival te maken. Muziekliefhebbers en muzikale goudzoekers begeven zich meer op de achtergrond. Ze zijn er nog wel maar hun aantal is danig afgenomen.

Meer dan smakelijk
Liefhebbers van bijna alle soorten muziek kunnen op ontdekkingsreis tijdens Noorderslag. Maar met negenzestig acts op het programma is het behoorlijk kiezen. Na een onderhoudende show van Sofie Winterson in de hal van de Oosterpoort is het haasten naar de zaal van VPRO’s 3VOOR12, waar Wooden Saints de avond op dat podium opent.

Wooden Saints

Wooden Saints

De tienmansformatie moet zich door het publiek naar het podium wurmen en zet vervolgens een enorm overtuigende show neer. Tessa Douwstra zingt haar longen uit haar lijf in de onderhoudende composities van de band. Daarbij mag niet onvermeld blijven dat ook Arjen de Bock prima stembanden heeft en voor afwisseling zorgt of met Douwstra in duet schittert.

Enigszins overdonderd is het met spoed naar de Radio 6 zaal waar Kris Berry & Perquisite hun set met soulmuziek spelen. Geplaagd door een kaakontsteking – waar niets van te merken is in de zang en performance – geeft Berry, ondersteund door de band van Perquisite, een uitstekende show. Liedjes van het album Lovestruck Puzzles, maar ook van beide soloplaten, passeren de revue. Meer dan smakelijk verwend en zeker hongerig naar meer van dit duo is het wringen door de aangegroeide menigte naar het volgende optreden.

Muzikaal en denderend
When We Are Wild heeft net zijn DWDD-moment gehad en staat nu al te schitteren op het 3FM Serious Talent-podium in de Oosterpoort. De jonge band geeft een prima staalkaart van wat ze waard zijn. Jammer dat in de wat

Town of Saints

Town of Saints

rustige passages de stampende geluiden uit de grote zaal het beeld verstoren. In de grote zaal spelen The Opposites, net nadat ze de Popprijs 2014 in ontvangst hebben mogen nemen voor hun verdiensten voor de Nederlandse popmuziek. De kleine zaal maakt zich op voor het optreden van Bo Saris, een man die zich zwart voordoet en ook zo klinkt, maar net zo wit is als Justin Timberlake. Zodra hij wordt herkend als Boris van Idols, blijkt dat hij maar moeilijk van dat imago afkomt. Velen kiezen voor een ander optreden, terwijl zijn show staat als een huis.

Opgejaagd door de wens om nog een groot deel van het optreden van Town of Saints mee te maken, gaat het slot van Bo Saris met twee personen minder plaats vinden. Dat blijkt geen slechte keuze. De band speelt geïnspireerd en het publiek is uitzinnig. De laatste twee nummers wordt de band bijgestaan door het Broken Brass Ensemble. Deze wervelende show betekent de afsluiting van een prima geslaagd Noorderslag dat op papier minder aantrekkelijk leek dan het in werkelijkheid was.