Boeken / Fictie

Geraakt door iets nieuws

recensie: Marlen Haushofer - Ontmoeting met de onbekende

De laatste jaren staat de Oostenrijkse Marlen Haushofer weer in de belangstelling. Zo kwam in 2012 de filmversie van haar roman Die Wand uit. Uitgeverij Van Gennep publiceert nu een selectie van haar verhalen.

De titel van de bundel, Ontmoeting met de onbekende, geeft in vier woorden aan waar de meeste verhalen over gaan. We treffen haar personages vaak op een schijnbaar weinig belangrijk moment in hun leven – een feestje, een doordeweekse avond. Dan worden ze plotseling geraakt door iets onbekends, iets nieuws. Ze komen een onbekende tegen, of horen een nieuwe waarheid waardoor hun leven verandert.

Er staat schijnbaar weinig op het spel. De verhalen eindigen vaak met een gewone handeling: ‘En met een bruuske beweging sloot hij de hoge ramen en hij schoof zorgvuldig de grendel ervoor’, bijvoorbeeld. Of: ‘Nooit meer, denkt ze, zal ik volkomen verlaten zijn. En na een kleine aarzelende verwondering: Ik leef immers…’ De uitwerking van de eerder ervaren openbaring wordt niet gelijk duidelijk. Gooien de personages het roer om? Slaan ze met hun leven een nieuwe weg in? Daar is het Haushofer niet om te doen: het gaat om de ontmoeting, het vaak zeer korte moment van crisis. Zo loopt ze echter ook het risico dat haar verhalen niemendalletjes worden, die niet al te veel resoneren bij de lezer en weinig bekoren.

Net Die Wand

Sommige verhalen zijn inderdaad wat slaps. Gelukkig zijn er genoeg uitzonderingen, zoals het eerste verhaal, ‘Ontmoeting met de onbekende.’ We volgen een vrouw op een feestje dat zij geeft maar waar ze niet zeer geïnteresseerd in is. Haar gasten ‘zagen er afschuwelijk uit – zoals mensen van middelbare leeftijd er nu eenmaal uitzien wanneer ze te veel gerookt en gedronken hebben en allang in bed zouden moeten liggen.’ Ze loopt naar buiten, een parkje in. Daar ‘werden er twee handen op haar ogen gelegd.’ ‘Ze was verbaasd,’ noteert de verteller, ‘maar eigenlijk niet geschrokken.’ Ze blijft een tijdje stil staan, terwijl de onbekende over haar ogen wrijft. Wanneer ze haar huis weer in loopt, blijken alle gasten verdwenen. Ze ziet haar man, die een man is geworden die veel op haar man lijkt, maar toch een onbekende is. Dit mysterieuze en beklemmende verhaal voelt net zo sterk aan als Die Wand.

Het tweede verhaal, ‘Kersen’, ademt een heel andere sfeer, minder mysterieus, maar net zo dreigend. Een jong meisje verveelt zich bij godsdienstles en gaat de worden van de leraar verhaspelen: ‘evangelie’ wordt ‘efanchelie’, ‘apostel’ ‘appostul’. Wanneer haar vader langs komt, is ze bang dat hij haar zal straffen: ‘Zou hij me meteen gaan slaan? dacht ik, en ik kwam aarzelend dichterbij.’ Hij straft haar niet, wat waarschijnlijk net zo effectief is.

Kleine luikjes

Helaas halen niet alle verhalen het niveau van deze twee. Wel maakt Haushofer (en vertaler en samensteller Ria van Hengel) indruk met de kleine luikjes die ze opent, waardoor de lezer voor korte tijd het leven van haar personages kan volgen. Het zijn geen grootse levens of meeslepende verhalen – en soms is dat jammer, maar ‘Ontmoeting met de onbekende’ en ‘Kersen’ bewijzen dat Haushofer dat niet nodig heeft.

Boeken / Fictie

Hoe moeten wij ons de geschiedenis herinneren?

recensie: Patricio Pron - De ziel van mijn vader klimt omhoog in de regen

Ruim dertig jaar na dato hangt het spook van de burgeroorlog nog steeds over Argentinië. De effecten van deze strijd op de kinderen van de deelnemers worden prachtig duidelijk in Patricio Prons De ziel van mijn vader klimt omhoog in de regen.

Vernieuwing in de literatuur komt vaak uit achtergestelde gebieden, schrijft Oek de Jong in zijn essay Wat alleen de roman kan zeggen; kijk bijvoorbeeld naar ‘el Boom latinoamericano’ in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ook in de afgelopen jaren zijn er veel beloftevolle jonge auteurs uit Argentinië, Mexico en andere landen vertaald. Zo scoorde uitgeverij Karaat met het werk van Alejandro Zambra en Valeria Luiselli en vertaalde Athenaeum al twee romans van Andrés Neuman. Nu brengt Meulenhoff, in het verleden hofleverancier van Nobelprijswinnaars, ons Patricio Prons De ziel van mijn vader klimt omhoog in de regen.

In een land met zo’n roerige geschiedenis als Argentinië wordt iedereen geraakt door trauma’s uit het verleden. Patricio Prons verteller kan niet ontkennen dat het verleden van zijn ouders ook zijn verleden is, al was hij in de jaren nog niet eens of pas net geboren. Wanneer zijn vader op sterven ligt, duikt hij diens geschiedenis is.

Welke plaats moet ik innemen?

Hij vindt een map in zijn vaders werkkamer met daarin vele knipsels over een verdwijning van een dorpsbewoner. ‘Kinderen zijn de politie van hun ouders,’ vindt de hoofdpersoon en vanuit die instelling duikt hij in deze zaak. Dit tweede deel van de roman is het zwakste deel van de roman: alle knipsels zijn bijna integraal in de tekst terechtgekomen, inclusief spelfouten en slechte grammatica. De betekenis van de vaders speurtocht en de reconstructie door zijn zoon ervan, blijft ook lang onduidelijk.

Alle lijnen die zijn uitgezet komen in het vierde en laatste deel van De ziel van mijn vader klimt omhoog in de regen samen. ‘De vraag hoe ik hun geschiedenis moest opschrijven,’ denkt Prons verteller,

stond gelijk aan de vraag hoe ik me die geschiedenis moest herinneren en hoe ik me hén moest herinneren, wat weer andere vragen opriep: hoe moest ik opschrijven wat hun is overkomen als ze dat zelf niet hebben gekund, hoe moet ik een collectieve ervaring op een individuele manier vertellen, hoe moet ik verslag doen van wat er met hen is gebeurd zonder de indruk te wekken dat ik hen hoofdpersoon wil maken van een geschiedenis die collectief is, welke plaats moet ik innemen in deze geschiedenis.

Zelden heeft iemand de problemen rondom een collectief trauma, de individuele ervaring en het verstrijken van de tijd zo krachtig opgeschreven. De laatste veertig pagina’s van de roman zijn rijkelijk gevuld met dit soort proza – prachtig vloeiend vertaald door Arieke Kroes.

Kracht van kunst

De verteller voelt zich niet thuis in Argentinië, maar ook niet in het Duitse Göttingen, waar hij acht jaar gewoond heeft, en waarvan hij zich niks meer kan herinneren. ‘Hoe hard ik ook mijn best had gedaan ervan af te komen,’ zegt hij, zijn herinneringen van vroeger zijn altijd blijven hangen, ergens, onbewust. Het dossier van zijn vader heeft zijn verwerkingsproces gestart. Hij is nu op weg naar zichzelf. Met deze sensitieve roman bewijst Patricio Pron waartoe hij in staat is en toont de kracht van kunst in het aangezicht van zelfs de diepst begraven geheimen.

 

Film / Films

Duistere dubbelganger

recensie: Enemy

Het zal je maar gebeuren: nietsvermoedend een film kijken en plots geconfronteerd worden met je dubbelganger. Het overkomt hoogleraar Adam, die gevangen door fascinatie naar acteur Anthony op zoek gaat. Wat volgt is een knap staaltje psychologische thriller, verweven met absurdistische details die leiden tot een bizarre twist.

De film opent met de quote ‘Chaos is order yet undeciphered’, afkomstig uit José Saramago’s boek The Double, waarop Enemy gebaseerd is. Een quote die verwarring en onheil belooft en in de duistere opening al gestalte krijgt door een illuster samenzijn in een soort fetisj club, waarin een spin een bizarre rol speelt.

Wanneer de uitgebluste hoogleraar geschiedenis Adam (Jake Gyllenhaal) door een collega gewezen wordt op een film, begint hij aan een onvoorzien avontuur.

~

In die film speelt namelijk zijn dubbelganger, de acteur Anthony Saint Claire (eveneens Jake Gyllenhaal). Gefascineerd start Adam zijn zoektocht naar Anthony. Via wat internetspeurwerk komt hij achter zijn adres en telefoonnummer. Wanneer hij Anthony’s vrouw aan de lijn krijgt, denkt zij dat hij Anthony is. De twee lijken dus niet alleen op elkaar, ze klinken ook nog hetzelfde.

Stalker ontmoet stalker
De ontmoeting tussen Adam en Anthony blijft niet lang uit. Maar wat een interessante get-together zou moeten zijn, mondt uit in een dreigend kat-en muisspel. Waar Adam onzeker is, vormt Anthony een krachtige en imponerende tegenpool. En de rollen draaien zich om. Adam, die op stalker-achtige wijze contact zocht met Anthony, wordt na de ontmoeting door Anthony lastig gevallen. Terwijl ze tegenover elkaar in de motelkamer staan, zegt Adam het nog: ‘This was a bad idea. I think I made a mistake here’. Maar de ontstane chaos blijkt onomkeerbaar.


In grote lijn komt Enemy overeen met Saramago’s boek, maar Villeneuve (Incendies, Prisoners) speelt met surreële elementen en uiteindelijk ook met de vraag of Adam en Anthony niet één persoon zijn. Het is aan de kijker om conclusies te trekken, want Villeneuve komt niet met pasklare antwoorden. Het einde vormt een waar WTF-moment en zal niet voor iedereen bevredigend uitpakken. 

Onheilspellende metropool
Desalniettemin toont Villeneuve zich opnieuw als een regisseur die weet wat hij doet. Enemy weet vanaf het begin te beroeren met strakke montages, een intense en dreigende soundtrack en afgewogen spel. 

~

Het is knap hoe Jake Gyllenhaal twee identieke, maar toch verschillende personages neerzet—het saaie en vermoeide leven van Adam tegenover de zekere en naar uitdaging zoekende Anthony. Na hun ontmoeting in de smoezelige motelkamer is de spanning dan ook om te snijden, waarop Villeneuve trefzeker inspeelt door rake montages. Zoals een scène waarin Anthony de vriendin van Adam (Mélanie Laurent, bekend van Inglorious Basterds), die van niets weet, naar haar werk volgt. De zucht naar sensualiteit en gevaar wordt hier subliem samengevoegd.

Toronto, waar het verhaal zich afspeelt, is in donkergele kleuren gevangen. Er is veel oog voor architectuur, waarbij de gebouwen als gevaarlijke en grootse objecten opdoemen. Net als de eerdergenoemde spin, die in een korte, onverklaarbare scène als vervaarlijk monster door de stad waart. Misschien vormen de stad en de spin het web waarin Adam en Anthony gevangen zijn. De balans zal pas hersteld zijn, wanneer de chaos vernietigd is. En laat chaos nou precies zijn waar Enemy de kijker mee achterlaat.

Boeken / Fictie

Enfant terrible blijkt poëet

recensie: Till Lindemann (vertaald door Ilja Leonard Pfeiffer) - In stille nachten

.

Allereerst de titel. Eenieder die ooit ook maar een paar seconden naar de muziek van Rammstein heeft geluisterd, weet dat de band niet om ‘stil zijn’ bekend staat. Waar de mannen wel naam mee hebben gemaakt, zijn hun logge muzikale composities, hun pyromane shows en hun controversiële teksten. De titel mag dan ook licht ironisch opgevat worden, al zullen de meeste gedichten inderdaad het daglicht niet kunnen verdragen.

Geen blad voor de mond
Net als de nummers van Rammstein zijn ook Lindemanns gedichten zwaar van aard. In stille nachten staat bol van agressie, sadisme en al wat net wel of net niet door de beugel kan. Als een echte provocateur zoekt de zanger grenzen op. Zo wenst hij in ‘Elegie voor Marie Antoinette’ orale seks te hebben met haar vers afgehakte hoofd. Om maar iets te noemen.

Achter alle uitspattingen schuilen echter universele emoties als pijn, eenzaamheid en verlangen. Als een ware romanticus probeert Lindemann zijn pessimistische wereldblik – of liever Weltschmerz – niet te verbloemen. Hij geeft zich juist over aan de onvolmaaktheden van het bestaan. Toch is het niet een en al doffe ellende in In stille nachten. Lindemann schuwt een humoristische toon niet en dat siert hem. Juist zijn tragiek kent ook vaak een komische zijde.  

Verdienstelijk resultaat
Niemand minder dan Ilja Leonard Pfeiffer vertaalde de bundel naar het Nederlands. Een knappe prestatie; Pfeiffer weet Lindemanns melancholie moeiteloos in het Nederlands over te dragen. Toch hadden daarnaast ook de oorsponkelijke teksten opgenomen mogen worden. Lindemann weet de rauwe klank van de Duitse taal ten volle te benutten en te integreren in zijn duistere boodschap. In de vertaling gaat hier onvermijdelijk wat van verloren.

Vermoedelijk zullen het vooral liefhebbers van Rammstein zijn die deze bundel kopen. Toch is In stille nachten meer dan een hebbeding voor fans. Lindemann bewijst veel inzicht in de menselijke geest te hebben en presenteert dat op een geheel eigen manier. En mocht de lezer problemen hebben met de visualisering van de gedichten, dan bieden de toegevoegde illustraties van Lindemanns vriend Matthias Matthies wellicht uitkomst. Matthies’ tekeningen, die aandoen als de XXX-versie van The Nightmare before Christmas, passen stilistisch perfect in het geheel. 

Muziek / Achtergrond
special: Jeroen Boekhorst van dB's in Utrecht

‘Echt’ is het toverwoord

.

~

Aan de Cartesiusweg, op enige afstand van het culturele hart van Utrecht, ligt dB’s, muziekpodium annex oefenruimte (met 17 studio’s).”Het voordeel van deze locatie is dat mensen hier echt voor de muziek komen: de aandacht en de focus zijn dus groter. Bij Ekko en Tivoli wauwelt iedereen er doorheen en komt men alleen voor elkaar”, zegt programmeur Jeroen Boekhorst. Wel denkt hij dat een locatie in de binnenstad zo’n dertig procent meer bezoekers zou trekken. “Maar de mensen weten ons steeds beter te vinden.”

Doorgroeien
Al is de jaarlijkse subsidie van 50.000 euro bescheiden, vergeleken met andere Utrechtse culturele instellingen, het belang van de popzaal is er welzeker: “Voor de Utrechtse muziek is het urgent dat het trapje blijft bestaan, met onderaan dB’s , ACU en Ekko, vervolgens Tivoli De Helling en tenslotte het nieuwe Muziekpaleis. Bands kunnen zo doorgroeien naar een groter podium.” Boekhorst verwijst naar de recente opening van TivoliVredenburg, waar drie bandjes optraden die een connectie hebben met dB’s: “Dat illustreert voor mij het beste hoe het in elkaar zou moeten zitten.” 

Zendingsdrang
De programmering in dB’s varieert van “compromisloze knetterharde stoner”,  “donkere apocalyptische Europese neofolk” tot “folky singersongwriters”. Boekhorst: “Ik boek bandjes op diversiteit en onbekendheid. Wel moet er een album zijn uitgebracht in Nederland”. Dagelijks struint hij de alternatieve muziekwereld af, op zoek naar interessante bands: “Dat is ook een beetje mijn gekte hoor: dingen die ik tof vind, wil ik laten horen aan anderen. Een soort zendingsdrang eigenlijk.” Lokale bands hebben bij hem een streepje voor: “Naast een internationale hoofdact zet ik een Utrechtse band als voorprogramma . Die kan zich zo ontwikkelen.”

Toverwoord
Waar moet een band live aan voldoen? “Ik wil de energie voelen vanaf het podium. Muziek moet je raken: ‘echt’ is het toverwoord. Helaas is er veel fake tegenwoordig.” Boekhorst benadrukt het laagdrempelige karakter van dB’s: “Er is hier ook ruimte voor exposities en festivals. En de bar is altijd open, ook als er geen optreden is.” Bandjes komen graag terug: “Het is hier persoonlijk, zowel voor de bezoekers als voor de bands. Geen bullshit dus.”

Clash of the Titans
Het paradepaardje van dB’s is de jaarlijkse The Clash of the Titans. Zaterdag 31 mei is de finale van de Utrechtse bandjeswedstrijd. In de voorrondes streden maar liefst vijftig bands om een finaleplek. Zaterdag spelen LaVette (“catchy nummers met een solide sound”), Offerblok (“een poëtische klap in het gezicht”), Moonck (“een eigenzinnig dromerige sfeer”), Wooden Soldiers (“soulfolk met een jazzy randje”) en the Macaws (“een alternatieve rocksound met een Oldskool randje”) in Tivoli De Helling voor de titel.

Kijk hier voor meer info over de finale van de Clash of the Titans.

Boeken / Fictie

Nieuw-Zeelandse goudkoorts

recensie: Eleanor Catton (vertaald door Gerda Baardman en Jan de Nijs) - Al wat schittert

.

Al wat schittert speelt zich af in het Nieuw-Zeeland van 1866. Net als veel andere mannen in deze tijd reist Walter Moody af naar het kustplaatsje Hokitika om zijn geluk in het goudzoeken te beproeven. Nietsvermoedend betreedt hij bij aankomst het Crown Hotel, waar hij een geheime vergadering van twaalf mannen verstoort. Ze nemen hem in vertrouwen en vertellen hem over een reeks mysterieuze voorvallen, waaronder dat van een dode man die met een enorme goudschat in zijn huis is gevonden. Alle mannen blijken op een bepaalde manier betrokken te zijn bij de voorvallen en één voor één vertellen ze hun verhaal.

Victoriaans
Met Al wat schittert levert Catton een bijdrage aan een populair genre; de neo-Victoriaanse roman. Niet enkel is haar roman in de 19e eeuw gesitueerd, ze ontleent haar vertelstijl ook aan deze tijd. Zo worden de hoofdstukken door een alwetende verteller ingeleid en zijn de personages van uitvoerige karakteromschrijvingen voorzien. Het talent van Catton ligt in deze treffende omschrijvingen, die tot diep in de ziel van de personages doordringen. 

Cattons personages zijn op een opmerkelijke manier met elkaar verbonden. De twaalf mannen in het hotel representeren namelijk allemaal een sterrenbeeld of hemellichaam. Zodoende bezitten ze verschillende eigenschappen en verhouden ze zich allen op een unieke manier tot elkaar. Ieder hoofdstuk wordt verteld vanuit een ander perspectief en heeft een toepasselijke titel, als ‘Mercurius in Boogschutter’ of ‘Venus in Waterman’.

Uitzonderlijke prestatie
Het winnen van de Man Booker Prize leverde Catton twee records op: niet alleen is ze de jongste auteur ooit die de prijs won, haar roman is met 826 pagina’s ook nog eens de dikste winnaar van de Man Booker Prize. Een intimiderende grootte, maar Catton weet door haar prachtige vertelstijl de aandacht goed vast te houden.

Catton verdient veel lof voor haar werk. De complexe structuur zou bij veel auteurs gekunseld aandoen, maar Catton weet de touwtjes strak in de handen te houden en zet ieder detail naar haar hand. Daarnaast getuigt de historische nauwkeurigheid van een zorgvuldig vooronderzoek. Kortom, een unieke leeservaring die de lezer nog lang bij zal blijven.

Film / Achtergrond
special: The Legacy (Arvingerne)

Deense koploper

Deense series zijn niet meer weg te denken uit het land van het kleine scherm. Borgen en The Killing waren enorme hits met wereldwijd miljoenen kijkers. Inmiddels heeft Denemarken een nieuwe hit te pakken met de familiedrama The Legacy, ook wel bekend als Arvingerne. Met gemiddeld 1,7 miljoen kijkers stevende het de andere Deense series voorbij. Bedenker Maya Ilsøe wilde dolgraag een serie creëren met de problemen in een moderne familie, ontstaan door de situatie in 1968, toen alles kon en families naar eigen wens samengesteld werden.

~

Veronika Grønnegaard (Kirsten Olesen) is een eigenzinnige kunstenares met een enorm huis en een even grote zin in het leven. Eén ding staat haar daarbij in de weg: haar borsttumor. Ze krijgt last van haar geweten als ze ontdekt dat de tumor is uitgezaaid en ze niet lang te leven heeft. Daarom past ze haar testament aan en laat ze alles na aan één van haar dochters; een inmiddels jonge vrouw die niet eens weet dat ze Veronika’s biologische dochter is. Als Veronika sterft en haar overgebleven kinderen erachter komen dat het testament gewijzigd is, ontstaan er enorme fricties in het gezin. Leugens en geheimen zijn al snel aan de orde van de dag.

Sterke acteerprestaties
Arvingerne, of The Legacy, zorgt er niet voor dat je constant op het puntje van je stoel zit vanwege de spanning. Maar dat geeft niet, want die insteek heeft de serie ook niet. Ilsøe richt haar pijlen op een intrigerend familiedrama waarin de complexiteit van een nalatenschap tussen de gezinsleden onderling naar voren komt. Want hoe reageer je als je moeder plotseling uit je leven gerukt wordt en de stukken dan ook nog eens niet zo makkelijk bij elkaar te rapen blijken?

~

Alle acteurs spelen hun rol met verve. Zo heb je Gro Grønnegaard (Trine Dyrholm), die zich groot probeert te houden, maar ondertussen panikeert en woedeaanvallen heeft. Je voelt het ongemak en de opgekropte frustraties. Ook de acteurs Carsten Bjørnlund en Mikkel Boe Følsgaard, die respectievelijk in de huid gekropen zijn van Frederik en Emil, zetten overtuigende personages neer. De koude Frederik, waar je soms toch een beetje medelijden mee krijgt, en de jolige Emil met zijn enorme problemen. Marie Bach Hansen zet haar personage Signe Larsen als een sterke jonge vrouw met een goed hart neer, die plotseling geconfronteerd wordt met jarenlange leugens. Vooral de wisselwerking tussen deze vier personages is smullen, en af en toe zelfs wat ongemakkelijk. Ondertussen gaat je hart uit naar de ietwat gekke Thomas Konrad (Jesper Christensen), de weduwnaar van Veronika.

De tragedie werd zo goed ontvangen dat de opnames voor het tweede seizoen inmiddels zijn begonnen. Net als het eerste deel zal het vervolg gaan over de familiebanden. De aankondiging wekt in ieder geval nieuwsgierigheid op, want hoe kabbelt het leven van deze hippiefamilie voort?

Muziek / Concert

Het kunstje nog niet verleerd

recensie: Jeff Beck

.

De stemming vooraf in de goedgevulde Ronda-zaal in het nieuwe Tivoli/Vredenburg is verwachtingsvol; het is toch een van de beste gitaristen aller tijden die het podium zal betreden. Al tijdens de jaren zestig maakte Jeff Beck faam als bluesgitarist in The Yardbirds, waarin hij experimenteerde met distortion en feedback. Met Rod Stewart en Ron Wood vormde hij vervolgens de bluesrockformatie Jeff Beck Group. Hierna richtte hij zich voornamelijk op jazzrock en fusion, wat resulteerde in zijn succesvolste soloalbum Blow By Blow. Met het broeierige nummer ‘Cause We’ve Ended as Lovers’, afkomstig van dat album, besluit hij vanavond zijn show.

11593-1b.jpgBij de eerste gitaartonen wordt al duidelijk dat Jeff Beck weinig aan klasse heeft ingeboet; met een hendrixiaanse solo in het op één akkoord gestoelde ‘Loaded’ zet hij de toon voor een fijn avondje gitaaracrobatiek. Het geluid in de nieuwe Utrechtse zaal laat aanvankelijk te wensen over; de bas is te nadrukkelijk aanwezig, en het geluid van Becks Stratocaster staat wel erg hard. Gaandeweg het optreden wordt dit euvel verholpen. Jeff Beck wordt op het podium bijgestaan door een (helaas) weinig subtiel beukende drummer, een wel adequate en coole vrouwelijke bassist, en een prima tweede gitarist. De jazzrock van de band klinkt soms wat eendimensionaal, maar het gitaarspel van Beck, ondersteund door een batterij aan effecten, is werkelijk fenomenaal. Techniek, timing, touch: het is allemaal nog prima in orde. Zingen doet hij niet, maar de verhalen vertelt hij met zijn gitaar.

Pittige rock en gevoelige ballads wisselen elkaar af. In het intro van het Oosters getinte ‘Yemin’ mag de tweede gitarist laten horen wat hij in zijn mars heeft. Bassiste Sophie Delila gaat flink los in het enige vocale nummer van de avond: het funky ‘Why Give It Away’. Zij is ook verantwoordelijk voor de pompende Massive Attack-achtige groove in ‘Stratus’. Dat Beck zijn afkomst niet verloochent, bewijst hij in de prachtige bluesballad ‘Danny Boy’, en in de venijnige Muddy Waters-klassieker ‘Rollin’ and Tumblin”, waarin de drummer en bassiste een soort synchroon grommen ten beste geven.

Met subtiele slide, hoog op de hals, speelt Beck het gevoelige ‘Angel (Footsteps)’. De covers van ‘Little Wing’ en ‘Day In The Life’ zijn odes aan andere grootmeesters in de popmuziek. Hij sluit de avond af met het zwoele ‘Cause We’ve Ended As Lovers’ (oorspronkelijk van Stevie Wonder), waarin dus drie foutjes zijn geslopen. Het zij zo …

https://youtube.com/watch?v=gzACjFxqjRc

Theater / Achtergrond
special: Public wil nieuw publiek voor cultuur mobiliseren

Nieuw cultuurplatform gelanceerd

Het nieuwe cultuurplatform Public is vandaag gelanceerd. Via Public kunnen cultuurliefhebbers maandelijks zeer voordelig 30 speciaal geselecteerde voorstellingen, concerten of exposities bezoeken bij een van de ruim 30 aangesloten concertzalen, filmhuizen, musea en theaters in Amsterdam. Daarnaast biedt Public leden een magazine, een redactionele website, een wekelijkse nieuwsbrief en live evenementen. Het enige wat nog nodig is zijn 2.500 cultuuroptimisten die lid willen worden.

Oprichters Leon Caren en Bas Morsch willen met Public een positieve impuls geven aan de Nederlandse culturele sector, nieuwe publieksstromen mobiliseren en zowel cultuurmakers als culturele instellingen ondersteunen. Wat Public nog nodig heeft om in september te beginnen met het programma zijn minimaal 2.500 cultuuroptimisten die voor 15 juli lid worden van het platform. Daarom organiseert Public een grote ledenwervingscampagne. ‘Met Public willen we een positieve impuls geven aan de culturele sector. Samen met publiek en culturele instellingen bouwen we een community van cultuuroptimisten,’ zeggen Public-oprichters Leon Caren en Bas Morsch. Public is een multidisciplinair cultuurplatform, waarbij zich inmiddels ruim 30 toonaangevende instellingen hebben aangesloten, waaronder Het Concertgebouw, EYE, Foam, Muziekgebouw aan ’t IJ en de Stadsschouwburg Amsterdam. ‘Public werkt heel eenvoudig: voor 15 euro per maand krijgen onze leden een pas waarmee ze minstens 30 speciaal geselecteerde voorstellingen, concerten of exposities per maand kunnen bezoeken, waarvan de helft gratis en de helft met aanzienlijke korting.

2.500 leden gezocht voor 15 juli

Om de programmering van Public officieel te starten in september zijn er minimaal 2.500 leden nodig. Daarom is er een grote ledenwervingscampagne gestart. Nieuwe leden kunnen zich voor 15 juli aanmelden op de speciale campagnesite. Caren: ‘Met het lidmaatschap krijg je toegang tot de meest bijzondere culturele programma’s, van beeldende kunst tot dans, film, muziek, literatuur, fotografie en theater. Daarnaast draag je bij aan een divers en avontuurlijk cultureel aanbod. We hopen dat we voor 15 juli 2.500 cultuurliefhebbers kunnen vinden die samen met ons willen bouwen aan Public, zodat we in september kunnen beginnen met onze programmering.’

Binnen de culturele sector kan Public uitgroeien tot een gamechanger. ‘Met Public bieden we een nieuw verdienmodel in de culturele sector, een optimistisch geluid na jaren van bezuinigingen,’ aldus Morsch. ‘Dankzij ons innovatieve lidmaatschapsmodel en de bredere context die we aanbieden, mobiliseren we nieuwe publieksstromen voor de deelnemende instellingen en financieren we ook mee aan de ontwikkeling van nieuwe kunst en cultuur. We beginnen in Amsterdam, maar op termijn willen we zeker uitbreiden naar de rest van Nederland.’

Theater / Achtergrond
special: Hotel Modern

Geschiedenis herleeft in maquettevorm

.

De afgelopen maand gingen twee voorstellingen van Hotel Modern opnieuw in reprise. Naar aanleiding van het Theater Na de Dam was Kamp voor het eerst weer in Nederland te zien op 4 mei in de Rotterdamse Schouwburg. Hierna deed Hotel Modern Utrecht aan. Na de Tweede Wereldoorlog vervolgde de Eerste Wereldoorlog in Theater Frascati in Amsterdam. In het kader van het herdenkingsjaar 2014 is De Grote Oorlog dit jaar weer in de Nederlandse theaters terug.De Grote Oorlog toont de kracht van de groep om het ingewikkelde verhaal van het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog behapbaar te maken. Een landkaart dient in het openingsbeeld als achtergrond waartegen de verschuivende verhoudingen in Europa zich afspelen, bondgenoten elkaar de hand schudden en vijanden elkaar de oorlog verklaren. De leden van het Servische genootschap De Zwarte hand worden als zwarte handschoenen op de kaart gezet, waarna het allesbepalende schot wordt gelost. Voor de gruwelen die volgen in de loopgraven voldoet het desolate landschap van de modderbak uitstekend als decor.
In het grote oorlogsverhaal wordt het kleinmenselijke getoond. We zoomen in op een Franse soldaat aan het front die zijn moeder brieven schrijft. Ook de vrolijke noot, die in veel voorstellingen van Hotel Modern een terugkerend element is, wordt in De Grote Oorlog zo nu en dan gehoord. In de brieven aan het thuisfront zit geregeld een komische passage, die tevens ontroert doordat de bittere toestanden waarin de schrijver verkeert tegelijkertijd op beeld vertoond worden. De combinatie van het sprankje hoop tezamen met het dieptreurige besef van de gruweldaden die verricht zijn, keert ook aan het einde weer terug als getoond wordt hoe bij de voormalige loopgraven nu bomen op de lijken groeien.

© Herman Helle

© Herman Helle

Kamp 
Kamp is een stuk grimmiger van aard. In deze in grijstinten gehulde, fragmentarische voorstelling zijn de spelers stil en laten zij de beelden voor zich spreken. Ook het spel toont dat deze voorstelling een ernstige zaak is. Waar De Grote Oorlog wel kleur bekent en het plezier van de makers in het spelen door het spel heen schemert, worden de handelingen in Kamp op routinematige wijze verricht, waarbij een analogie met de dwangarbeid in de concentratiekampen al snel opkomt. Op kunstige wijze zijn deze in miniatuur op de vloer van het theater verrezen, waarbij enkel de maquettes van Kamp al een groot schouwspel maken. De kracht van deze voorstelling is de simplistische doch doeltreffende wijze waarop de situaties die zich in de strafkampen afgespeeld hebben verbeeld worden. Zo worden vrachten aan mensen uit de binnenkomende treinen geladen. Het besef van de gruweldaden die verricht zijn komt op deze wijze des te harder binnen. Maar ook in Kamp wordt naast de onmenselijkheid de menselijkheid verbeeld. Gearmd dansen Duitse soldaten tussen de gruwelen door.
Bij Kamp zijn geen grootse geluidseffecten benodigd. De geluiden die klinken worden op het toneel door de spelers zelf geproduceerd. Het slaan van een mini-microfoon tegen de grond verklankt op akelig indringende wijze een afranseling. In De Grote Oorlog zijn de beelden gedienstig aan de ontroerende brieven van de soldaat Prospert. Het geluid speelt in deze voorstelling de sterren van de hemel, een knap getimed staaltje kunst die door componist Arthur Sauer ter plekke door een variëteit aan middelen wordt geproduceerd. Vol overgave neemt hij deel aan het samenspel.

Bij Hotel Modern krijgt simultaniteit een nieuwe lading. Als publiek kom je ogen te kort door het spel van de makers dat zich op de vloer afspeelt onderwijl de beelden gecreëerd worden. Tijdens Kamp wist ik niet meer waar ik kijken moest doordat het grote overzicht op de vloer net zo fascinerend was als de close-ups op het achterdoek, waar de situaties in het kamp filmisch verbeeld worden. De kunstig gemaakte unieke honderden poppetjes werden met hun verdwaasde gezichtsuitdrukking, alsof ook zij niet konden bevatten wat hen overkwam, op het scherm tot leven gebracht. En dan dooft het licht al op vredige wijze terwijl slaapgeluiden klinken. Ik ben nog lang niet uitgekeken.

De Grote Oorlog is vanaf juli tot en met december weer te zien in Nederland.