Boeken / Fictie

Verlangen naar verdwijnen

recensie: Eva Kelder - Het leek stiller dan het was

.

Het leek stiller dan het was is de sterke debuutroman van Eva Kelder. Het is het verhaal van Seije, een meisje dat met haar alleenstaande moeder opgroeit op Vlieland. Ze voelt zich buitenstaander en verruilt al snel het kleine eiland voor grotere en verdere plaatsen als Edinburgh en New York. Terwijl ze een academische carrière najaagt raakt ze steeds meer vervreemd van zichzelf  en de wereld. Het wordt een vlucht die uiteindelijk alleen in een ramp kan eindigen.

Scherp en pakkend
Eva Kelder (1980) publiceerde eerder verhalen in verschillende tijdschriften en werkte aan het crossmediale project In Search of Americans. In Het leek stiller dan het was schetst Kelder een scherp en pakkend beeld van een zoektocht naar identiteit.

Het openingsgedicht van Robert Burns lijkt een melancholische waarschuwing voor Seije: ‘To be able to see ourselves as others see us/ It would safe us from many mistakes.’ Seije voelt zich alleen en heeft eerder het idee dat ze haar ware zelf moet verbergen om geaccepteerd te worden. Na elke verhuizing voelt ze zich opnieuw een buitenstaander. En het verlangen naar afstand en steeds opnieuw beginnen wordt langzaam een verlangen naar verdwijning.

Tastbare afwezigheid
Ten grondslag aan Seije’s onzekerheid ligt de relatie die ze met haar moeder Fenna heeft. Of beter gezegd de afwezigheid daarvan. Fenna’s zwangerschap was ongepland en het daaropvolgende bestaan van een dochter lijkt even achteloos te worden geaccepteerd. Een moeder die vaak vergeet moeder te zijn. Kelder weet het complexe samenspel van deze eigenzinnige en individualistische personages subtiel neer te zetten.

De groeiende vervreemding tussen de twee vrouwen bestaat niet uit conflicten en verwijten, maar wordt opgebouwd uit stiltes en afstand. Bij elke verhuizing maakt Seije zich verder los van haar moeder en van haar verleden. Fenna’s afwezigheid blijft echter voortdurend tastbaar juist door de ontbrekende telefoontjes en uitblijvende brieven. Het je volledig losweken van je verleden blijkt ook in dit boek onmogelijk. 

Gruwelijke details
Het verhaal is een opbouw van zintuiglijke prikkelingen die de lezer als een stroom meenemen van climax naar climax. Gruwelijke details blijven hierin niet achterwege. Vers bloed plakt tegen muren en overhemden zijn doorweekt van snot en cocaïne. Het verhaal van een meisje dat steeds dieper lijkt weg te zakken in haar eenzaamheid is zwaar, maar Kelders lyrische stijl maakt het toch prettig om te lezen. De akelige realiteit is confronterend, maar wordt tegelijkertijd overspoeld door dromerige zinnen en verdovende beelden van golven en strand. Net zoals Seije haar eigen realiteit overspoelt met ontkenning en alcohol.

Af en toe slaan de lyrische beschrijvingen over in clichébeelden, kan het mooie overdreven worden. Zoals wanneer Seije haar nieuwe liefde ontmoet: ‘Hij bezat het vermogen om te betoveren… Het was alsof iemand de ramen openduwde en de dag opnieuw liet beginnen’. Maar over het algemeen maken zowel de schrijfstijl als de inhoud van het verhaal dit boek volwassener dan de meeste bildungsromans over tieners. Ernstiger, maar ook echter.

Boeken / Fictie

Schrijvers, filosofen, hoeren en anarchisten

recensie: David Vogel (vert. Kees Meiling) - Een Weense romance

Van David Vogel, in 1944 in Auschwitz omgekomen, verscheen in 2012 een recentelijk ontdekte roman: Een Weense romance. Een mooi boek, maar niet helemaal af.

David Vogel is één van de grote auteurs van het Interbellum, maar ook een van de minder bekende. Hij leefde in en schreef over dezelfde wereld als Joseph Roth, Sándor Márai en Robert Musil – het fin-de-siècle, het decadente Wenen, de ontgoocheling na het uit elkaar vallen van Oostenrijk-Hongarije. Maar deze auteurs zijn bekender. Misschien komt dat omdat Vogel in het Hebreeuws schreef in een tijd dat Israël nog niet bestond, waardoor zijn taal geen vaste thuisbasis had.

Nu is aan het postume Een Weense romance niet gelijk Vogels meesterschap te zien. Centraal in het verhaal is de affaire van de 18-jarige Michael Rost met de rijke, getrouwde Gertrude en zijn daaropvolgende liefde voor haar jonge dochter Erna. Dit alles speelt zich af in Wenen. Rost is ‘een blonde jongeling van rijzige gestalte zonder vast doel en zonder geld’, die eigenlijk op weg was ‘naar een land in het Nabije Oosten, een sinds tweeduizend jaar woest en verlaten land’.

Een man zonder eigenschappen
Hier klinkt de echo van Robert Musils Der Mann ohne Eigenschaften, vermoedelijk de meest invloedrijke roman uit het tijdperk. Het geeft Een Weense romance onmiddellijk de juiste sfeer. Rost heeft niet alleen geen vast doel en geen geld, ook reist hij niet door naar Palestina. Hij blijft in Wenen, en we vernemen nooit meer iets van zijn wens om verder te reizen.

In Wenen ontmoet Rost toevallig een rijke zakenman, die hem het nodige geld toestopt om een mooi leven te kunnen leiden. Het plezier in het beschrijven van de Weense society spat van de pagina’s. Schrijvers, filosofen en andere intellectuelen delen de stad met de beau monde en de aristocratie. Er zijn hoeren en dromers, acteurs en anarchisten.

Onevenwichtig
Dit alles kan niet verhullen dat Vogel deze roman misschien niet wilde publiceren en het boek daarom in een la heeft laten liggen. De roman voelt niet helemaal af en is onevenwichtig. Zo hebben de pro- en epiloog, gezet in Parijs vele jaren na het Weense avontuur, weinig met dat avontuur te maken. We zullen nooit weten wat Vogel geschrapt en veranderd zou hebben, een gedachte die een wat bittere smaak in de mond achterlaat. Gelukkig heeft Athenaeum ook David Vogels meesterwerk Huwelijksleven heruitgegeven.

Van Huwelijksleven verschijnt binnenkort een recensie.

Film / Films

Actie. Opnieuw.

recensie: Edge of Tomorrow

.

Het game-element verschaft de film een zwartkomische noot als Cage zich steeds opnieuw door deze vernederende dag met dodelijke afloop moet bewegen. Op vindingrijke manieren probeert hij zijn situatie te wijzigen, ondersteund door supersoldate Rita Vrataski (Emily Blunt). Gedurende de ontelbare herhalingen ontwikkelt de arrogante angsthaas zicht tot een bedreven, onzelfzuchtige soldaat.

Het concept van herstarten doet denken aan het komische Groundhog Day (1993), waarin de onsympathieke weerman Phil Connors (Bill Murray) in een klein stadje verslag moet doen van een jaarlijkse traditie: het ontwaken van de bosmarmot. Helaas voor Phil beleeft hij deze spectaculaire feestdag steeds opnieuw. Ook in deze film is onzelfzuchtigheid de sleutel tot verlossing.

Weinig diepgaand

~

Edge of Tomorrow heeft eveneens raakvlakken met de meer intieme actiefilm Source Code (2011), waarin een soldaat een evenement met dodelijke afloop moet zien te voorkomen door de situatie steeds weer te onderzoeken. Source Code focust echter meer op de psychologische impact van de herhalingen. In Edge of Tomorrow gaat Cruise een keer mopperend een biertje drinken, maar dan kan hij er wel weer tegenaan.

Geen diepgang in deze film, maar daar komt de kijker ook niet voor. De actiescènes op het strand, waar de slachting plaatsvindt, zijn prachtig vormgegeven. In de tweede helft zakt de film iets in en de herhaalde legerretoriek kan gaan irriteren. Het verplichte liefdesverhaaltje is bijgesloten en aan het eind worden de losse eindjes iets te makkelijk aan elkaar geknoopt. Regisseur Liman levert met zijn actievehikel echter dik anderhalf uur prima entertainment af. 

Muziek / Achtergrond
special: Sharon Van Etten

Een artiest kan geen normaal leven leiden

Een carrière of een normaal leven? Met die vraag worstelt de Amerikaanse muzikante Sharon Van Etten sinds de relatie met haar vriend stukliep. De wond was nog vers toen wij van 8WEEKLY tien dagen na die pijnlijke breuk met haar spraken. Over haar keuzes in het leven. Over muziek als therapie. En ook nog even over haar nieuwe album.

Sharon Van Etten is een van de meest kwetsbare liedjesschrijvers van deze dagen. Er wordt weleens gesproken over een nieuwe oprechtheid die in de kunst zou rondwaren, dat kunstenaars weer op zoek zijn naar wat er werkelijk toe doet in de wereld. Van Etten’s muziek is in dat opzicht een treffend voorbeeld. Ze schrijft eerlijke, autobiografische liedjes over de dingen die ze voelt en meemaakt. Zo blikte ze op haar laatste album Tramp (2012) terug op de relatie met een ex die haar gitaar verstopte. Hij zei dat haar muziek niets waard was en zo belandde er veel verdriet en frustratie op Tramp.

~

We treffen Van Etten in het Amsterdamse Vondelhotel, waar ze is om te vertellen over haar nieuwe studioalbum Are We There dat eind mei verschijnt. Volgens Van Etten zelf het meest intieme en persoonlijke album tot nu toe. Haar haar is zo zwart dat het bijna blauw lijkt en ze heeft het soort donkerbruine ogen waar je diep in kunt kijken tot je geen idee meer hebt waar je bent en wat je aan het doen was. De zachte, meisjesachtige stem waarmee ze spreekt maakt het nog moeilijker je te concentreren op wat Van Etten vertelt. Als ze plots even stil is, realiseer je je dat je nauwelijks iets van haar woorden hebt meegekregen. Maar als we het bandje van het gesprek later terugluisteren, blijkt Van Etten ons een boel te hebben verteld. Bijvoorbeeld over haar nieuwe album. ‘Het is de eerste plaat die ik helemaal zelf heb geproduceerd en mijn band is daarbij heel belangrijk geweest’, vertelt ze. ‘Voor Tramp had ik niet eens een band, pas bij die tour destijds heb ik een band geformeerd. Voor het eerst voelde ik me erg op m’n gemak met de mensen met wie ik werkte, mijn bandleden zijn mijn vrienden.’

Altijd maar onderweg
Waar ze op haar vorige platen gestuurd werd door een producer, nam Van Etten nu dus alles in eigen hand. Alles gebeurde op haar eigen voorwaarden. Voor het eerst had ze zelf de leiding tijdens het opnameproces. ‘Ik heb mijn bandleden gezegd wat ik van ze wilde, ik heb ze aangestuurd. Dat vond ik heel leuk en boeiend om te doen. Ik voelde me erg op mijn gemak bij die rol.’ Het resultaat is dat Are We There van alle vier platen die ze tot nu maakte, het dichtst bij Van Etten zelf ligt. En ze is er ook het meest trots op.

Kun je iets vertellen over de titel van het album: Are We There?
‘Het is een beetje een woordspeling. Als je bijvoorbeeld vroeger met het gezin onderweg was in de auto, vroeg je altijd: zijn we er al bijna? (are we there yet?). Ik heb ‘yet’ weggelaten, omdat het alleen een toespeling is op die situatie. Het is ook een verwijzing naar het toeren, het altijd maar onderweg zijn. Maar je kunt die vraag ook in een relatie stellen: zijn we waar we willen zijn? Dat komt allemaal aan bod op het album: carrière vs. normaal leven, toeren, onderweg zijn, relaties.’

Verschillen de songteksten erg van die op je vorige albums?
‘Net als de vorige albums is het autobiografisch, maar nu gaat het veel meer om het stellen van belangrijke vragen. Zoals: ben ik waar ik wil zijn? Ben ik wel oké? Is dit werkelijk wat ik wil doen?’ En dan, na even te hebben nagedacht: ‘Het grootste verschil is dat de teksten nu introspectief zijn, in plaats van reflecterend op het verleden. De liedjes zijn waarschijnlijk het meest persoonlijk van alle albums, omdat ik nu schrijf over dingen die nog steeds gaande zijn. Op de vorige platen reflecteer ik veel meer op dingen die in het verleden zijn gebeurd, nu schrijf ik over het heden.’

Wispelturig
Ze is trots op de nieuwe plaat, maar even later blijkt toch ook hoe onzeker Van Etten in wezen is. Als we vragen of ze verwacht dat het album succesvol wordt, antwoordt ze vertwijfeld dat de mensen zo wispelturig zijn. ‘Ze veranderen voortdurend van gedachten. Ik kan er niet vanuit gaan dat als ze het vorige album mooi vonden, ze deze cd ook zullen waarderen. Ik hoop dat de mensen het mooi vinden.’ En dan opeens: ‘Ach, op dit moment maakt het allemaal niet zoveel meer uit.’

Na wat doorvragen blijken we Van Etten niet op het evenwichtigste moment in haar leven te treffen. ‘Ik vraag me een heleboel dingen af’, vertelt ze, ‘bijvoorbeeld waarom ik dit allemaal doe. Ik heb voor een carrière gekozen in plaats van een normaal leven. Ik ben inmiddels in de dertig, waarom doe ik dit nog altijd? Hoe persoonlijker mijn liedjes worden, hoe angstiger ze me maken. Dus waarom doe ik wat ik doe?’ Lachend voegt ze toe: ‘Ik denk dat ik een zenuwinzinking krijg.’

‘Mijn relatie van tien jaar is net kapot gegaan vanwege mijn muziekcarrière en dat vind ik een serieus iets. De persoon waar ik mee samen was heeft me gezegd dat hij ermee wilde stoppen omdat ik zoveel weg ben. En het heeft al die tijd geduurd totdat hij dat inzag. Tien jaar heb ik aan mijn muziekcarrière gewerkt, heb ik nagejaagd wat ik nu heb bereikt. En nu ben ik hem kwijt. Dus ja, ik vraag mezelf af: is dit het allemaal waard?’

‘Optreden werkt helend voor me en ik hoop dat ik een heleboel mensen help door het te doen. Ik voel me beter na een optreden. Soms raak ik nog steeds ontroerd tijdens een optreden omdat de liedjes zo dichtbij me liggen. Soms huil ik op het podium, dan weet ik het allemaal niet zo goed meer. Ik herinner me wanneer ik het liedje heb geschreven en hoe ik me toen voelde. Dan is het heel moeilijk om een liedje tot een goed einde te brengen. Echt heel moeilijk. Maar op dit moment vraag ik me vooral af waarom ik dit allemaal doe. Wat geef ik allemaal op om muziek te kunnen spelen? En kan ik aanvaarden dat ik op deze manier nooit een gezin zal hebben? Vrouwen moeten daarover nadenken, mannen veel minder.’

Muziek als therapie
Wat Van Etten vertelt is dat ze in het schrijven van teksten en liedjes haar manier heeft gevonden om haar onzekerheid en gevoelens uit te drukken en te communiceren naar anderen. Muziek maken is haar therapie; tegelijkertijd hoopt ze dat de muziek therapeutisch werkt voor haar luisteraars.

‘Ik denk dat creatieve mensen niet goed in staat zijn te communiceren, buiten hun kunst dan. Ze schrijven, zingen, tekenen. Het zijn mensen die niet goed weten hoe ze met anderen moeten praten, dus ze proberen op een andere manier te communiceren. Kunst is hun therapie. En ik denk dat veel mensen zich niet realiseren wat dat betekent. Als artiest kun je geen normaal leven leiden.’

Communiceer je in het dagelijks leven niet over je gevoelens?
‘Omdat ze op mijn album staan, hoef ik mijn gevoelens niet meer te communiceren. Ik wil er overigens ook helemaal niet over praten, ik wil erover schrijven en zingen en het dan achter me laten. Maar toen ik jong was, was het natuurlijk anders. Ik had veel gevoelens die ik niet goed kon uitleggen. Mijn moeder heeft me toen een dagboek gegeven en ik heb geleerd ze op te schrijven en ze te zingen. Maar dat is min of meer per ongeluk gebeurd. Ik denk dat het heel belangrijk is dat je leert om het eruit te gooien, voor je het weet pleeg je zelfmoord of zoiets. Ik denk dat veel creatieve mensen het moeilijk hebben.’

In een interview heb je eens gezegd: ‘Mijn moeder vroeg me weleens wanneer ik eindelijk eens een vrolijk liedje zou schrijven. Ik antwoordde dat als ik vrolijke liedjes zou beginnen schrijven, dat het moment zou zijn dat ze zich zorgen moest gaan maken.
Lachend: ‘Ja, dat is waar. Want als ik een liedje schrijf ben ik bezig met het verjagen van demonen. Als ik het moeilijk heb, schrijf ik een liedje en dan ben ik het kwijt. Maar ik vraag me steeds vaker af waarom ik het met anderen deel.’

Heb je al een antwoord op die vraag?
‘Ik dacht altijd dat ik mensen ermee zou kunnen helpen.’

Op wat voor manier?
‘Dat ze dingen herkennen en zich daardoor niet zo leeg zouden voelen. Dat iemand zich door mijn muziek beter voelt als hij een moeilijke tijd doormaakt. Dat dacht ik altijd. Maar nu weet ik het allemaal niet meer zo goed.’

Als je graag mensen wil helpen kun je ook psycholoog worden.
‘Ja precies, dat is wat ik overweeg. Terug in de schoolbanken om een psycholoog te worden. Dan weet ik zeker dat ik mensen help.’

Waarom twijfel je daar zo over, of je je luisteraars helpt met je muziek?
‘Mijn teksten zijn zo persoonlijk dat mensen soms alleen maar medelijden met me krijgen in plaats van dat ze het herkennen of ermee verbonden voelen.’

Maar is het niet onmogelijk te weten of je je luisteraars wel helpt met je muziek? Zou je je die vraag dan überhaupt wel moeten stellen?
‘Ja, ik vind wel dat ik mezelf die vraag moet stellen. Want als ik geen mensen help, dan is het mijn verantwoordelijkheid te stoppen. Als ik mensen kwets en ze alleen maar treurig maak met mijn muziek, dan moet ik er misschien mee ophouden. Toch?’

Denk je dat mensen treurig worden van je muziek?
‘Een heleboel mensen zeggen me van wel, ja.’

Je hebt ook ergens gezegd: ‘Ik ben altijd erg verlegen geweest. Ik was bang voor elke vorm van confrontatie. Liedjes schrijven helpt me uit te vinden hoe ik met andere mensen moet omgaan. Ik ben er eindelijk achter dat als ik iets kan zeggen in een liedje, dat ik het dan waarschijnlijk ook kan in mijn echte leven.’
‘Ik ben nog altijd aan het leren wat dat betreft. Ik ben minder verlegen dan ik vroeger was. Het heeft volgens mij ook te maken met ouder worden en meer zelfvertrouwen krijgen en je minder bekommeren om wat anderen van je denken. Ik denk dat dat ouder worden is: giving less of a shit.’

 

Boeken / Fictie

Ieder z’n eigen fascisme

recensie: Kirill Medvedev (vert. Pieter Boulogne) - Alles is slecht

‘Uitgegeven zonder toestemming van de auteur,’ staat er op het titelblad van Alles is slecht. De Rus Kirill Medvedev heeft zijn copyright opgegeven; officieel zijn alle edities van zijn werk piratenedities. Bij Leesmagazijn is een Nederlandse vertaling verschenen.

Alles is slecht bevat, zoals ook op de voorplat staat, gedichten, essays en acties. Zo goed kun je de teksten in deze bundel niet scheiden: Medvedevs gedichten, bijvoorbeeld, volgen niet de traditionele regels van de Russische poëzie en krijgen daardoor een boodschap die buiten de poëzie ligt. En zijn ‘acties’ zijn beschrijvingen van demonstraties en acties die hij uitgevoerd heeft.

Kirill Medvedev is een geheel eigen denker en dichter. Cruciaal hierin is zijn afwijzing in 2002/2003 van de literaire wereld en het opgeven van zijn copyright. Zijn poëzie en essays zouden voortaan niet meer bij bestaande uitgeverijen verschijnen, maar op websites of bij het uitgeefhuis dat hij zelf leidde. Aan vertalingen van zijn werk werkt hij niet mee, al schijnt hij best bereid te zijn vertalers tips te geven.

Twee problemen

Twee thema’s komen constant terug in Medvedevs verzet, zo ook in deze bundel. Ten eerste is dat zijn afkeer van de hedendaagse Russische intelligentsia, die zich in zijn ogen niet kritisch en onafhankelijk genoeg opzet. Ze waren – en zijn – te liberaal en te rechts. Daarbij miskennen ze in zekere zin wat je zou denken dat ze wel zouden zien (om David Foster Wallace’ analogie te gebruiken: het water waar ze in zwemmen): het marxisme. In lange essays en acties onderzoekt Medvedev hoe dit heeft kunnen gebeuren.

Daarnaast is Medvedev continu op zoek naar een juiste omgang met zijn kunstenaarschap. Schrijft een schrijver voor zichzelf? Of draagt hij een zekere verantwoordelijkheid? Is een kunstenaar, kortom, een privépersoon of ook een publiek figuur? En hoe zit het met politiek en kunst? De Sovjetheersers waren meester in het voor hun karretje spannen van moderne kunst, en een dergelijk fascisme dreigt nog steeds overal. Medvedev schrijft erover in mooie en tot denken aanmoedigende essays als ‘Mijn fascisme’, ‘In memoriam Dmitri Koezmin’ en ‘De literatuur zal worden doorgelicht’. ‘Iedereen heeft zijn eigen fascisme,’ waarschuwt hij.

Noten

Mooi is ook de inleiding door Keith Gessen, redacteur van het Amerikaanse literaire blad n+1. Hij vertelt wat Alles is slecht voor hem betekend heeft en schetst de nodige context voor de lezer. Want dat is het moeilijke aan deze bundel: Medvedev schrijft bewust voor een Russisch publiek, waardoor hij meer kennis veronderstelt dan menig Nederlands lezer in huis zal hebben. Een uitgebreid notenapparaat is aanwezig en weet veel lacunes te vullen, maar niet alle.

De uitgever noemt dit boek ‘onontkoombaar’ voor wie het moderne Rusland wil begrijpen. In zijn essays verschaft Medevedev zeker veel inzicht in zijn maatschappij, in dat grote, vaak rare en inderdaad onbegrijpelijke land. Maar neem zeker ook zijn ritmische, kabbelende, uitdijende gedichten tot je. Wat is jouw fascisme?

Muziek / Concert

Porter excelleert in eigen werk

recensie: Gregory Porter & Metropole Orkest

.

~

Gregory Porter speelt vanavond met het grootste professionele pop- en jazzorkest van de wereld: het Metropole Orkest. Wie speciaal voor hem is gekomen, moet zijn beeld even bijstellen. Het Metropole Orkest opent met een waanzinnig stuk, waarna dirigent Vince Mendoza ons voorstelt aan acht jonge, getalenteerde arrangeurs van over de hele wereld. Zij hebben de afgelopen week de Arrangers Workshop bij het orkest gevolgd en een achttal stukken gearrangeerd die vanavond worden uitgevoerd door het orkest en Gregory Porter.

Langzaam op stoom
Na een kwartiertje maakt Porter zijn entree met het nummer ‘When Did You Learn’. Zijn weergaloos mooie stem vult de zaal en grijpt je meteen bij de keel. De set wordt vervolgd met ‘Flying Easy’, een cover van Donny Hathaway, waaruit blijkt dat de arrangeurs niet enkel met Porters eigen nummers aan de slag zijn gegaan. Porter lijkt zich de arrangementen nog niet helemaal eigen te hebben gemaakt; een aantal inzetten is onzeker en hij is druk in de weer met het in- en uitvouwen van zijn partituren en teksten, zodat hij er niet helemaal in lijkt te komen.

Hij gaat voor het eerst echt los bij een prachtige uitvoering van ‘Musical Genocide’. De magie spat van het podium af; zowel orkest als solist komen helemaal uit de verf. Wat voelde als een startschot voor het losbarsten van het concert (dat net een half uurtje op gang was), blijkt het inluiden van de pauze te zijn, zodat het publiek met een onbevredigd gevoel achterblijft.

Charme of valkuil
In de pauze wordt het geluid geoptimaliseerd. Opnieuw opent het orkest met twee instrumentale stukken. Hoewel het geweldige composities zijn, is het publiek blij wanneer Gregory Porter het podium weer bestijgt en een ontroerende versie van ‘No Love Dying’ neerzet. Het rauwe randje aan zijn diepe stem doet met regelmaat menig traanbuisje kriebelen. De set wordt vervolgd met een indrukwekkende vertolking van Willie Dixons ‘Hoochie Coochie Man’. Porter is hier in zijn element: hij zingt vol overgave en weet iedere noot behendig en met bezieling te raken. Er is geen twijfel meer dat deze grootmeester een vocaal kunstenaar is met een enorm bereik. Een staande ovatie is wat hij terugkrijgt. Ook het nummer ‘Grandma’s Hands’ van Bill Withers houdt het publiek in vervoering. 

Bij het laatste nummer ‘Don’t You Worry ‘Bout A Thing’ van Stevie Wonder zakt de magie weer. Het arrangement zit goed in elkaar en het piano-intro is verrassend mooi geadapteerd naar een strijkerspizzicato, maar het voelt als een ongemakkelijk feestje omdat Porter tekstueel een paar keer de mist ingaat. Door zijn charme vergeef je zijn foutjes snel, maar dit is ook zijn valkuil: het is maar de vraag of je hier mee wegkomt. Als reprise speelt Porter ‘Musical Genocide’. Weer swingt het nummer de pan uit, zodat je, vanuit de staande ovatie, niet meer op je stoel wilt gaan zitten.

Gemiste kans
Het uitblijven van nummers als ‘Be Good’, ‘Liquid Spirit’ en ‘Painted on Canvas’ stellen de echte fan wellicht teleur. Zeker als je weet dat deze liedjes met het Metropole Orkest wel werden uitgevoerd op het North Sea Jazz Festival en in Paradiso. Een gemiste kans, want dit zijn de nummers waarin Porter zich blootgeeft en je raakt tot op het bot. Door de rommelige opzet van het (te) korte concert en een aantal muzikale missers zit je niet zo achterovergeleund te luisteren als naar zijn albums. Echter, zijn stem en het fantastische orkest maken zoveel goed dat de kritiek snel vergeten is.

Boeken / Fictie

Geraakt door iets nieuws

recensie: Marlen Haushofer - Ontmoeting met de onbekende

De laatste jaren staat de Oostenrijkse Marlen Haushofer weer in de belangstelling. Zo kwam in 2012 de filmversie van haar roman Die Wand uit. Uitgeverij Van Gennep publiceert nu een selectie van haar verhalen.

De titel van de bundel, Ontmoeting met de onbekende, geeft in vier woorden aan waar de meeste verhalen over gaan. We treffen haar personages vaak op een schijnbaar weinig belangrijk moment in hun leven – een feestje, een doordeweekse avond. Dan worden ze plotseling geraakt door iets onbekends, iets nieuws. Ze komen een onbekende tegen, of horen een nieuwe waarheid waardoor hun leven verandert.

Er staat schijnbaar weinig op het spel. De verhalen eindigen vaak met een gewone handeling: ‘En met een bruuske beweging sloot hij de hoge ramen en hij schoof zorgvuldig de grendel ervoor’, bijvoorbeeld. Of: ‘Nooit meer, denkt ze, zal ik volkomen verlaten zijn. En na een kleine aarzelende verwondering: Ik leef immers…’ De uitwerking van de eerder ervaren openbaring wordt niet gelijk duidelijk. Gooien de personages het roer om? Slaan ze met hun leven een nieuwe weg in? Daar is het Haushofer niet om te doen: het gaat om de ontmoeting, het vaak zeer korte moment van crisis. Zo loopt ze echter ook het risico dat haar verhalen niemendalletjes worden, die niet al te veel resoneren bij de lezer en weinig bekoren.

Net Die Wand

Sommige verhalen zijn inderdaad wat slaps. Gelukkig zijn er genoeg uitzonderingen, zoals het eerste verhaal, ‘Ontmoeting met de onbekende.’ We volgen een vrouw op een feestje dat zij geeft maar waar ze niet zeer geïnteresseerd in is. Haar gasten ‘zagen er afschuwelijk uit – zoals mensen van middelbare leeftijd er nu eenmaal uitzien wanneer ze te veel gerookt en gedronken hebben en allang in bed zouden moeten liggen.’ Ze loopt naar buiten, een parkje in. Daar ‘werden er twee handen op haar ogen gelegd.’ ‘Ze was verbaasd,’ noteert de verteller, ‘maar eigenlijk niet geschrokken.’ Ze blijft een tijdje stil staan, terwijl de onbekende over haar ogen wrijft. Wanneer ze haar huis weer in loopt, blijken alle gasten verdwenen. Ze ziet haar man, die een man is geworden die veel op haar man lijkt, maar toch een onbekende is. Dit mysterieuze en beklemmende verhaal voelt net zo sterk aan als Die Wand.

Het tweede verhaal, ‘Kersen’, ademt een heel andere sfeer, minder mysterieus, maar net zo dreigend. Een jong meisje verveelt zich bij godsdienstles en gaat de worden van de leraar verhaspelen: ‘evangelie’ wordt ‘efanchelie’, ‘apostel’ ‘appostul’. Wanneer haar vader langs komt, is ze bang dat hij haar zal straffen: ‘Zou hij me meteen gaan slaan? dacht ik, en ik kwam aarzelend dichterbij.’ Hij straft haar niet, wat waarschijnlijk net zo effectief is.

Kleine luikjes

Helaas halen niet alle verhalen het niveau van deze twee. Wel maakt Haushofer (en vertaler en samensteller Ria van Hengel) indruk met de kleine luikjes die ze opent, waardoor de lezer voor korte tijd het leven van haar personages kan volgen. Het zijn geen grootse levens of meeslepende verhalen – en soms is dat jammer, maar ‘Ontmoeting met de onbekende’ en ‘Kersen’ bewijzen dat Haushofer dat niet nodig heeft.

Boeken / Fictie

Hoe moeten wij ons de geschiedenis herinneren?

recensie: Patricio Pron - De ziel van mijn vader klimt omhoog in de regen

Ruim dertig jaar na dato hangt het spook van de burgeroorlog nog steeds over Argentinië. De effecten van deze strijd op de kinderen van de deelnemers worden prachtig duidelijk in Patricio Prons De ziel van mijn vader klimt omhoog in de regen.

Vernieuwing in de literatuur komt vaak uit achtergestelde gebieden, schrijft Oek de Jong in zijn essay Wat alleen de roman kan zeggen; kijk bijvoorbeeld naar ‘el Boom latinoamericano’ in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ook in de afgelopen jaren zijn er veel beloftevolle jonge auteurs uit Argentinië, Mexico en andere landen vertaald. Zo scoorde uitgeverij Karaat met het werk van Alejandro Zambra en Valeria Luiselli en vertaalde Athenaeum al twee romans van Andrés Neuman. Nu brengt Meulenhoff, in het verleden hofleverancier van Nobelprijswinnaars, ons Patricio Prons De ziel van mijn vader klimt omhoog in de regen.

In een land met zo’n roerige geschiedenis als Argentinië wordt iedereen geraakt door trauma’s uit het verleden. Patricio Prons verteller kan niet ontkennen dat het verleden van zijn ouders ook zijn verleden is, al was hij in de jaren nog niet eens of pas net geboren. Wanneer zijn vader op sterven ligt, duikt hij diens geschiedenis is.

Welke plaats moet ik innemen?

Hij vindt een map in zijn vaders werkkamer met daarin vele knipsels over een verdwijning van een dorpsbewoner. ‘Kinderen zijn de politie van hun ouders,’ vindt de hoofdpersoon en vanuit die instelling duikt hij in deze zaak. Dit tweede deel van de roman is het zwakste deel van de roman: alle knipsels zijn bijna integraal in de tekst terechtgekomen, inclusief spelfouten en slechte grammatica. De betekenis van de vaders speurtocht en de reconstructie door zijn zoon ervan, blijft ook lang onduidelijk.

Alle lijnen die zijn uitgezet komen in het vierde en laatste deel van De ziel van mijn vader klimt omhoog in de regen samen. ‘De vraag hoe ik hun geschiedenis moest opschrijven,’ denkt Prons verteller,

stond gelijk aan de vraag hoe ik me die geschiedenis moest herinneren en hoe ik me hén moest herinneren, wat weer andere vragen opriep: hoe moest ik opschrijven wat hun is overkomen als ze dat zelf niet hebben gekund, hoe moet ik een collectieve ervaring op een individuele manier vertellen, hoe moet ik verslag doen van wat er met hen is gebeurd zonder de indruk te wekken dat ik hen hoofdpersoon wil maken van een geschiedenis die collectief is, welke plaats moet ik innemen in deze geschiedenis.

Zelden heeft iemand de problemen rondom een collectief trauma, de individuele ervaring en het verstrijken van de tijd zo krachtig opgeschreven. De laatste veertig pagina’s van de roman zijn rijkelijk gevuld met dit soort proza – prachtig vloeiend vertaald door Arieke Kroes.

Kracht van kunst

De verteller voelt zich niet thuis in Argentinië, maar ook niet in het Duitse Göttingen, waar hij acht jaar gewoond heeft, en waarvan hij zich niks meer kan herinneren. ‘Hoe hard ik ook mijn best had gedaan ervan af te komen,’ zegt hij, zijn herinneringen van vroeger zijn altijd blijven hangen, ergens, onbewust. Het dossier van zijn vader heeft zijn verwerkingsproces gestart. Hij is nu op weg naar zichzelf. Met deze sensitieve roman bewijst Patricio Pron waartoe hij in staat is en toont de kracht van kunst in het aangezicht van zelfs de diepst begraven geheimen.

 

Film / Films

Duistere dubbelganger

recensie: Enemy

Het zal je maar gebeuren: nietsvermoedend een film kijken en plots geconfronteerd worden met je dubbelganger. Het overkomt hoogleraar Adam, die gevangen door fascinatie naar acteur Anthony op zoek gaat. Wat volgt is een knap staaltje psychologische thriller, verweven met absurdistische details die leiden tot een bizarre twist.

De film opent met de quote ‘Chaos is order yet undeciphered’, afkomstig uit José Saramago’s boek The Double, waarop Enemy gebaseerd is. Een quote die verwarring en onheil belooft en in de duistere opening al gestalte krijgt door een illuster samenzijn in een soort fetisj club, waarin een spin een bizarre rol speelt.

Wanneer de uitgebluste hoogleraar geschiedenis Adam (Jake Gyllenhaal) door een collega gewezen wordt op een film, begint hij aan een onvoorzien avontuur.

~

In die film speelt namelijk zijn dubbelganger, de acteur Anthony Saint Claire (eveneens Jake Gyllenhaal). Gefascineerd start Adam zijn zoektocht naar Anthony. Via wat internetspeurwerk komt hij achter zijn adres en telefoonnummer. Wanneer hij Anthony’s vrouw aan de lijn krijgt, denkt zij dat hij Anthony is. De twee lijken dus niet alleen op elkaar, ze klinken ook nog hetzelfde.

Stalker ontmoet stalker
De ontmoeting tussen Adam en Anthony blijft niet lang uit. Maar wat een interessante get-together zou moeten zijn, mondt uit in een dreigend kat-en muisspel. Waar Adam onzeker is, vormt Anthony een krachtige en imponerende tegenpool. En de rollen draaien zich om. Adam, die op stalker-achtige wijze contact zocht met Anthony, wordt na de ontmoeting door Anthony lastig gevallen. Terwijl ze tegenover elkaar in de motelkamer staan, zegt Adam het nog: ‘This was a bad idea. I think I made a mistake here’. Maar de ontstane chaos blijkt onomkeerbaar.


In grote lijn komt Enemy overeen met Saramago’s boek, maar Villeneuve (Incendies, Prisoners) speelt met surreële elementen en uiteindelijk ook met de vraag of Adam en Anthony niet één persoon zijn. Het is aan de kijker om conclusies te trekken, want Villeneuve komt niet met pasklare antwoorden. Het einde vormt een waar WTF-moment en zal niet voor iedereen bevredigend uitpakken. 

Onheilspellende metropool
Desalniettemin toont Villeneuve zich opnieuw als een regisseur die weet wat hij doet. Enemy weet vanaf het begin te beroeren met strakke montages, een intense en dreigende soundtrack en afgewogen spel. 

~

Het is knap hoe Jake Gyllenhaal twee identieke, maar toch verschillende personages neerzet—het saaie en vermoeide leven van Adam tegenover de zekere en naar uitdaging zoekende Anthony. Na hun ontmoeting in de smoezelige motelkamer is de spanning dan ook om te snijden, waarop Villeneuve trefzeker inspeelt door rake montages. Zoals een scène waarin Anthony de vriendin van Adam (Mélanie Laurent, bekend van Inglorious Basterds), die van niets weet, naar haar werk volgt. De zucht naar sensualiteit en gevaar wordt hier subliem samengevoegd.

Toronto, waar het verhaal zich afspeelt, is in donkergele kleuren gevangen. Er is veel oog voor architectuur, waarbij de gebouwen als gevaarlijke en grootse objecten opdoemen. Net als de eerdergenoemde spin, die in een korte, onverklaarbare scène als vervaarlijk monster door de stad waart. Misschien vormen de stad en de spin het web waarin Adam en Anthony gevangen zijn. De balans zal pas hersteld zijn, wanneer de chaos vernietigd is. En laat chaos nou precies zijn waar Enemy de kijker mee achterlaat.

Boeken / Fictie

Enfant terrible blijkt poëet

recensie: Till Lindemann (vertaald door Ilja Leonard Pfeiffer) - In stille nachten

.

Allereerst de titel. Eenieder die ooit ook maar een paar seconden naar de muziek van Rammstein heeft geluisterd, weet dat de band niet om ‘stil zijn’ bekend staat. Waar de mannen wel naam mee hebben gemaakt, zijn hun logge muzikale composities, hun pyromane shows en hun controversiële teksten. De titel mag dan ook licht ironisch opgevat worden, al zullen de meeste gedichten inderdaad het daglicht niet kunnen verdragen.

Geen blad voor de mond
Net als de nummers van Rammstein zijn ook Lindemanns gedichten zwaar van aard. In stille nachten staat bol van agressie, sadisme en al wat net wel of net niet door de beugel kan. Als een echte provocateur zoekt de zanger grenzen op. Zo wenst hij in ‘Elegie voor Marie Antoinette’ orale seks te hebben met haar vers afgehakte hoofd. Om maar iets te noemen.

Achter alle uitspattingen schuilen echter universele emoties als pijn, eenzaamheid en verlangen. Als een ware romanticus probeert Lindemann zijn pessimistische wereldblik – of liever Weltschmerz – niet te verbloemen. Hij geeft zich juist over aan de onvolmaaktheden van het bestaan. Toch is het niet een en al doffe ellende in In stille nachten. Lindemann schuwt een humoristische toon niet en dat siert hem. Juist zijn tragiek kent ook vaak een komische zijde.  

Verdienstelijk resultaat
Niemand minder dan Ilja Leonard Pfeiffer vertaalde de bundel naar het Nederlands. Een knappe prestatie; Pfeiffer weet Lindemanns melancholie moeiteloos in het Nederlands over te dragen. Toch hadden daarnaast ook de oorsponkelijke teksten opgenomen mogen worden. Lindemann weet de rauwe klank van de Duitse taal ten volle te benutten en te integreren in zijn duistere boodschap. In de vertaling gaat hier onvermijdelijk wat van verloren.

Vermoedelijk zullen het vooral liefhebbers van Rammstein zijn die deze bundel kopen. Toch is In stille nachten meer dan een hebbeding voor fans. Lindemann bewijst veel inzicht in de menselijke geest te hebben en presenteert dat op een geheel eigen manier. En mocht de lezer problemen hebben met de visualisering van de gedichten, dan bieden de toegevoegde illustraties van Lindemanns vriend Matthias Matthies wellicht uitkomst. Matthies’ tekeningen, die aandoen als de XXX-versie van The Nightmare before Christmas, passen stilistisch perfect in het geheel.