Muziek / Achtergrond
special: New Adventures - Station Zero

Zonder wat achter te laten

.

In 1980 schreven New Adventures met de single ‘Come On’ een stukje NederRock-geschiedenis. Ze sleepten daarmee zelfs de Zilveren Harp in de wacht. 36 jaar na de oprichting is er met Station Zero weer een teken van leven.

In het jaar 1978 richtten Peter Bootsman, Henk Torpedo en Harry de Winter de band New Adventures op. Bootsma en De Winter maken nog steeds deel uit van de band. Ben E. Top verving Torpedo. Muzikaal is de band niet veel veranderd. Over de opnames van Station Zero heeft de band meer dan twintig jaar gedaan. De eerste composities dateren van 1990. Helaas heeft die lange tijd niet geleid tot een album dat in de schaduw kan staan van de eerste twee platen uit begin jaren tachtig. New Adventures en het een jaar later uitgebrachte Wild Cats Moanin’ behoren nog steeds tot een mooi stuk NederRock-geschiedenis. Dat zal Station Zero zeker niet gaan halen. Het klinkt allemaal best lekker, maar dat is nu precies niet genoeg. De tenenkrommende versies van ‘The Green Manalishi’ en ‘2000 Lightyears From Home’ hadden beter achterwege gelaten kunnen worden. De originelen klinken wel door in deze covers, maar New Adventures weet er geen nieuwe draai aan te geven. De rest van het dozijn rockers luistert weg zonder wat achter te laten in het geheugen.

Muziek / Achtergrond
special: Bruce Bherman - Acoustic Movies

Historische gitaren

.

Het zevende album van Bruce Bherman is tevens zijn eerste akoestische. Het album staat in het teken van de liefde voor historische akoestische gitaren, die Bherman al jaren fascineren.

In twaalf composities neemt Bherman de luisteraar aan de hand langs een dozijn fraaie akoestische gitaren. Allen met een eigen verhaal en belangrijker nog: allen met een eigen klank. Bherman covert twee liedjes van zijn voorbeelden. Zo horen we John Martyns ‘You Can Discover’ en de Bert Jansch compositie ‘Tell Me What Is True Love’ in de Bherman-benadering. Van de andere grootheid waar we wel degelijk de invloeden van horen, krijgen we geen cover te horen. Maar de geest van Nick Drake is alom aanwezig in het fijne gitaarwerk dat het album rijk is. De zang van Bherman kan aan geen voornoemde voorbeelden gelinkt worden. De wat nasale en staccato manier van zingen past minder goed bij de folkliedjes die Acoustic Movies herbergt. Daarom moeten we toch teruggrijpen naar zijn uit 2010 daterende album Untagged Friends als de absolute top uit zijn carrière. Het zijn vooral de vier instrumentale stukken waarin Bherman schittert met zijn fijne fingerpicking. Datzelfde werk horen we ook in de overige composities, maar daarin leidt de zang ons af van de schoonheid van de gitaarklanken.

Muziek / Achtergrond
special: Lia Ices - Ices

Exotisch niemendalletje

.

Jagjaguwar heeft als label al een indrukwekkende naam opgebouwd met vrouwelijke artiesten, zoals Sharon van Etten en Angel Olson. Lia Ices maakte in 2011 voor dat label Grown Unkown, waarop haar lenige stem de basis vormde voor stilistisch uiteenlopende nummers.

Haar tweede release op Jagjaguwar is weelderiger in zijn exotische klanken, maar raakt vaak verstrengeld in zijn eigen overdaad. Openingsnummer ‘Tell me’ voelt met zijn tropische percussie en fluitjes aan als oppervlakkige feelgoodmuziek met een dun indie randje; het is bij wijze van spreken nog net geen Enya. Andere nummers hebben dezelfde jungle van effecten, waar Ices met haar stem nog een weg door probeert te banen. Haar zangvaardigheid is zeker niet slecht, maar muzikaal gezien verliest haar stem het vaak van de overdaad van onnodige effecten. Wat ook niet helpt, is dat de sfeer zweverig is en niet echt van toon varieert. Die zweverigheid kan je zelfs letterlijk nemen als je Ices’ artist statement leest, waarin ze vliegen en het ontstijgen van de aarde noemt als inspirerende thema’s. De enige lichtpuntjes zijn ‘Thousand Eyes’ en ‘How We Are’. Die laatste weet met zijn langzame opbouw en verrassende verloop nog het meest te overtuigen. De ruimtelijkheid die in andere nummers wordt gesuggereerd, komt nog het best tot uitdrukking in de pieken en dalen die Ices met haar sierlijke stem op- en afgaat, en wanneer zij op momenten nog aan Grimes doet denken.

Muziek / Album

Koel en dromerig

recensie: Alvvays - Alvvays

.

Als Alvvays een persoon zou zijn, dan was het dat dromerige maar hippe schoolmeisje op wie je als puber verliefd was. Zo iemand die oude platen verzamelt en een wazige blik heeft, ook al is dat niet te zien vanwege de Clubmaster die ze constant draagt.

Alvvays uit Toronto is zo’n manic pixie dreampopband met een zwaar nostalgische vibe. De band is minder stoer dan de Dum Dum Girls en minder hoekig dan de Howling Bells of Veronica Falls. Het muzikale sjabloon is echter wel duidelijk: melodische gitaren met een rauw randje, een poppy tempo en natuurlijk een vrouwelijke zangeres die met haar stem schippert tussen emotioneel en onderkoeld. Met Molly Rankin heeft Alvvays een chanteuse die deels kwetsbaar en oprecht is, maar ook ironisch en gevat speelt met die concepten.

Muzikale oorwurm
Openingstrack ‘Adult Diversion’ galmt heerlijk je boxen uit met aanstekelijke pop-energie. Een springerige gitaar zorgt voor een aanstekelijk loopje waar Rankin haar verleidelijke stem over laat glijden, waarna het refrein ervoor zorgt dat je weer een muzikale oorwurm te pakken hebt. De prille en jeugdige zoetheid van de nummers staat in contrast met Rankins koele ondertoon, waardoor de nummers niet te sentimenteel worden. Ook speelt ze met haar stem. Zo zingt ze op ‘Archie, Marry Me’ op het randje van vals, maar het werkt omdat het de tragikomische tekst, over iemand die wanhopig wacht op haar geliefde, perfect aanvult.

Intelligent en catchy
Alvvays beschikt zeker over indie pop-potentieel. Ze weten de balans te vinden tussen catchy en intelligent. Op momenten ademen de teksten de spitsvondige melancholie uit van Camera Obscura of de liedjes van Stuart Murdoch. Zo is er het troostende ‘Ones Who Love You’, wat klinkt als een muzikaal gebedje voor als je denkt dat niemand om je geeft, totdat je beter naar de tekst luistert.

De vraag is echter na hoeveel luisterbeurten de verliefdheid voorbij is. Alvvays is misschien wel een aantrekkelijke vangst, maar biedt op de lange termijn weinig nieuws. Op het moment dat je betwijfelt of jullie wel voor elkaar gemaakt zijn, heeft zij het vast al uitgemaakt en is ze ervandoor gegaan met die nonchalante gast in de leren jas die luistert naar The Black Angels. Dromerigheid moet nu eenmaal vluchtig en ongrijpbaar blijven.

Boeken / Kunstboek

De straat als voorpremière

recensie: Frederike Huygen - Lex Reitsma. 196 affiches voor De Nederlandse Opera

.

Boeken / Fictie

Facetten van een vriendschap

recensie: Miri Rozovski (vert. Sylvie Hoyinck) - Drie vriendinnen

In Drie vriendinnen schrijft de Israëlische Miri Rozovski over de vriendschap tussen drie vrouwen. Mooi is het verschil dat langzaam zichtbaar wordt tussen de zelfperceptie van de drie vrouwen en dat wat anderen over hen denken.

Het is opvallend hoe klein de rol van vriendschap is in de literatuur, film en kunst. Vaak staat een liefdesgeschiedenis centraal, waarbij de vrienden van de geliefden tweede viool spelen – bij de downs in de relatie vangen ze degene met het gebroken hart op en voorzien hem of haar van raad, advies en steun; bij de ups verdwijnen ze uit beeld. Er is misschien zelfs meer aandacht voor huisgenoten dan voor vrienden.

Alleen daarom al moet Miri Rozovski’s Drie vriendinnen verwelkomd worden. Niet alleen wijdt Rozovski een flinke roman aan de beste vriendinnen Balli, Naäma en Sjlomkits, ze laat ook zien hoe gecompliceerd hun onderlinge relaties zijn. Hoe lastig het soms is vrienden te zijn, en hoe waardevol de mooiste momenten zijn.

Laagjes

We volgen Balli, Naäma en Sjlomkits vanaf hun puberteit de volwassenheid in. Rozovski kleurt haar hoofdpersonages eerst grof in, en begint daarna steeds meer laagjes aan te brengen. Wanneer de vrouwen opgroeien en ouder worden, verandert ook hun omgang met elkaar. Ze hebben meer of juist minder contact. ‘Het is moeilijk te achterhalen wat veroorzaakt dat mensen naar elkaar toe of uit elkaar groeien, welke schaduw van de wind, of welke vlaag van herinnering,’ wordt daarover opgemerkt. Het paradijs van een ongecompliceerde omgang, hun jeugd, raakt steeds verder uit beeld, maar herinneringen blijven opborrelen.

Rozovski’s verhaal speelt zich af aan het einde van de vorige eeuw, de jaren ’80 en ’90, vooral in de grote steden Jeruzalem en Tel Aviv. Belangrijke gebeurtenissen uit die tijd, zoals de eerste Palestijnse Intifadah, dringen de leefwereld van de vriendinnen binnen – en daarmee komen ze ook de roman in, zonder die echter compleet te sturen. Politiek is slechts nog een facet in de vriendschap tussen Balli, Naäma en Sjlomkits, al is het een facet dat vooral verdeeldheid bevordert.

Geen latent ideaal

Vriendschap is ‘iets waaraan je je vast kunt houden, een kristalhelder stukje realiteit, niet een ongrijpbaar, latent ideaal.’ Dat is een mooie omschrijving, op het vreselijke barbarisme ‘een stukje realiteit’ na dan. Misschien is dat onderdeel van Rozovski’s stijl, die sowieso erg uniek is. Haar lange, niet altijd even grammaticale zinnen staan soms tussen de lezer en de tekst in. Het is moeilijk om aan te geven of dit te wijten is aan Rozovski of aan vertaalster Sylvie Hoyinck, al suggereert de staat van dienst van die laatste dat we hier niet te maken hebben met een slechte vertaling.

Uitgeverij Wereldbibliotheek heeft met Drie vriendinnen een Israëlische roman uitgegeven die niet over politiek gaat, en dat is een verademing. Een roman over vriendinnen, dat is ook een verademing. Drie vriendinnen is een eerlijk en integer boek, helaas in een niet helemaal passend jasje.

Muziek / Album

Elk enthousiast uitroepteken waard!

recensie: Fire! Orchestra - Enter

.

Het 28-koppige (!) Fire! Orchestra haalt weer alles uit de kast en komt met een viertal geweldig gecomponeerde, moderne jazzrockuitspattingen vol pracht, maar ook bizarheid en vervreemding. Bij wijlen adembenemend, en zeker een hoogtepunt van 2014.

Exit! Orchestra is terug, en dat verdient elk uitroepteken dat het krijgen kan! De groep, met als bekendste lid de Zweedse saxofoonheld Mats Gustafsson (onder andere van The Thing), ontstond toen er in 2011 een compleet orkest toegevoegd werd aan het freejazz-trio Fire!. Een uitstekend idee, want dit omvangrijke gezelschap is terug met alweer hun derde plaat, vol geweldige composities, massale oerkracht en avontuurlijk gefreak: Enter.

Strakke grooves en losgeslagen freejazz
Enter bestaat uit vier ‘delen’, in de vorm van nummers van tussen de negen en achttien minuten. Er is een hoofdrol voor de bassist, Johan Berthling, die met zijn stuwende spel steeds een strakke basis legt waarover de rest van de leden hun gang kunnen gaan. Mocht je denken dat dit zuiver gaat om het martelen van instrumenten totdat de gekste geluiden eruit komen, dan zit je ernaast. Grote delen zijn zelfs behoorlijk toegankelijk, met meeslepende melodieën, fantastische grooves en door massaliteit ontketende oergevoelens. Neem het begin van het tweede deel, waarin enkele saxofoons zich op soepele wijze vermengen met een onweerstaanbare baslijn.

De kracht van de plaat zit dan ook juist in die balans tussen heftig experiment en losgeslagen freejazz enerzijds, en sterke thema’s en gefocuste composities vol dynamiek anderzijds. Enter doet zijn titel zelfs eer aan en is relatief verwelkomend, al is waardering voor wat herrie op zijn tijd noodzakelijk. Geregeld kreunen en gillen de saxofoons bijvoorbeeld, of wordt er halverwege het tweede nummer flink herrie gemaakt met elektronica die richting regelrechte harsh noise gaat.

Bezeten zang
Gillen en kreunen doen ook de vocalisten. Misschien wel het opvallendste element aan dit album is de unieke zang van deze twee zangeressen en de zanger. Neem bijvoorbeeld het openingsnummer, waarin Mariam Wallentins bezeten zang constant op het randje zit van gepaste bezieling en geforceerde dramatiek, maar wel nét aan de goede kant blijft. Met het moment waarop ze het samen met de saxofoon uitgilt in de letterlijkste zin van het woord, heb je bovendien meteen een intens hoogtepunt te pakken.

Ondertussen vliegen gevoelige blazersstukken, spetterende gitaarsolo’s en kakofonische adrenalinestoten je om de oren. Want er gebeurt soms zoveel achter elkaar dat je van gekkigheid niet meer weet waar je het zoeken moet. Het toegankelijke vierde nummer vormt hierop de uitzondering. Een zachtaardige, door bas en orgel gespeelde riff overheerst en zorgt voor een kalme sfeer. De drie vocalisten brengen gezamenlijk hun mooiste bijdrage aan het album, en wanneer de blazerssectie aanzwelt, creëert dit een ontwapenende harmonie. Zelfs wanneer het nummer eindigt in totale freejazz-chaos blijft het basisthema gestaag doorspelen.

Sloopkogels uitpoepen

Toch is er wel degelijk een moment dat het ensemble de plank misslaat: de aftrap van track drie, dat begint met keelgeluiden van Sofie Jernberg. Als je niet oppast, doemt het beeld op van iemand die drie minuten lang verwoede pogingen doet om een sloopkogel uit te poepen, en dat maakt het luisteren vooral ongemakkelijk. Sowieso komt dit lange tijd zenuwachtig piepende nummer langzamer op gang dan de rest, al is de wijze waarop de spanning gestaag stijgt, om vervolgens te eindigen in een heerlijke pot freejazz, wederom memorabel.

Wat dan ook blijft hangen, zijn de vele adembenemende passages die Enter telt. Sterker nog: dit kan tot de hoogtepunten van het jaar gerekend worden. Helaas vliegt Fire! Orchestra bij menigeen onder de radar door, en dat is zonde. Gaat dat horen!

Boeken / Non-fictie

De naakte psyche

recensie: Irvin D. Yalom en Ginny Elkin - In Therapie. Beschouwingen van psychiater en patiënt

In zijn boek In Therapie laat de vermaarde Amerikaanse psychiater Irvin Yalom op onthullende, ontwapenende en toegankelijke wijze zien hoe therapie in zijn werk gaat.

Series als In Therapie of Kijken in de ziel kennen een zekere mate van populariteit. We zijn nieuwsgierig naar wat er nu in therapie gebeurt en wat er te zeggen valt over een psychisch lijdende mens. Voor de meeste mensen rust er nog altijd een taboe op in therapie gaan. Therapie wordt ook vandaag de dag nog geassocieerd met mensen die (een beetje) gek zijn. Daarnaast is er voor de ‘moderne magiërs’ – de psychologen en psychiaters zelf – ook de nodige interesse. Wie zijn zij eigenlijk?

In Therapie is een geschreven naaktportret waarin Yalom al zijn angsten, verlangens, heimelijkheden en overwegingen ten opzichte van zijn cliënt Ginny uit de doeken doet. Zij op haar beurt doet dat ook. Al gauw blijkt dat Ginny geen ‘gemakkelijke’ cliënt is. Ze lijdt aan meerdere onzekerheden en neuroses, die ongecensureerd aan bod komen. Hierin wordt het seksuele niet geschuwd, nog zo’n taboe in de therapiekamer. In de handen van de gedreven en ervaren schrijver die Yalom is, levert dit een onderhoudend en goed leesbaar reisverslag van een therapeutische odyssee op.

Proces

Irvin Yalom behoort tot de school van de existentiële psychotherapie. Een op het humanisme gegrondveste therapievorm die onder andere de autonomie van de cliënt hoog in het vaandel heeft. De therapeut is dan ook eerder een procesbegeleider dan iemand die met opdrachten zogenaamd beter gedrag wil uitlokken. Daarnaast zal een existentieel therapeut zelden tot nooit vertellen wat je moet doen, dat druist namelijk lijnrecht in tegen het ideaal van autonomie.

Met een theoretische achtergrond die geworteld is in de existentiële filosofie is de therapeut op zijn beurt ook vrij. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen keuzes en heeft daarbij de verantwoordelijkheid voor het welbevinden van diens cliënt in de therapiekamer. Dit lijdt er in In Therapie toe dat Yalom zijn cliënt Ginny vrij laat te zwerven door haar innerlijke wereld van angsten, keuzes en psychisch leed. Hierin steekt vooral existentiële twijfel de kop op: waartoe dient mijn leven, of in het geval van Ginny: ‘Is Karl (haar partner die een belangrijke rol in het verhaal heeft, RE) wel de juiste man voor mij?’

Stroperig

Het is een unicum om van zo dichtbij een therapieproces mee te maken. Niet alleen komen gespreksgegevens aan bod, maar ook de vele gedachten en fantasieën die ze voor elkaar koesteren. Voor therapeuten is dit ontwapenend om te lezen, omdat vrijwel elke therapeut met fantasieën en gedachten over zijn cliënten rondloopt die beter bij de therapeut kunnen blijven. Daarbij speelt dat Irvin Yalom niet de eerste de beste is. Hij heeft met zijn boeken wereldwijd duizenden therapeuten geïnspireerd en beïnvloed.

Dat zal hij ook weer doen met In Therapie, met dien verstande dat het boek af en toe erg traag leest. Dit is inherent aan een proces dat nu eenmaal soms levendig en soms deprimerend is. Daartussen laveert de therapeut die betrokken is met zijn cliënt. De deprimerende episoden worden steeds talrijker en de lezer wordt niet zelden geconfronteerd met de stroeve momenten van Ginny en de dwalingen van Yalom. Daardoor is, ondanks de sprankelende schrijfstijl van Yalom en de prettig provocerende fantasieën van Ginny, dit boek niet de pageturner die je van Yalom gewend bent. In Therapie is vooral interessant voor mensen die werkzaam zijn in de hulpverlening, en voor lezers die een psychotherapeutisch proces van nabij willen ervaren.

Muziek / Album

Mooie jazz/soul

recensie: Magnus Lindgren - Souls

De Zweedse Magnus Lindgren omgeeft zich op zijn album Souls met stemmen die er mogen zijn. Zo horen we in het titelnummer niemand minder dan Gregory Porter, die de compositie naar grote hoogte doet stijgen.

Lindgren heeft met Souls negen albums op zijn discografie staan. Als multi-instrumentalist speelt hij naast de saxofoon ook fluit, klarinet, Fender Rodes, wulitzer, en verder zingt hij in beperkte mate. Op dit negende album zijn acht van de elf composities mede van zijn hand.

Beroemde hofleverancier

Sommige van de liedjes op Souls voelen aan als een warm bad. Luister in dat kader naar ‘Dreaming in New York’, dat de luisteraar niet alleen door heel fijne zang van Rigmor Gustafsson, maar ook door de melodie laat meevoeren op de golven van een droom. Zo’n liedje omarmt de luisteraar als een warme sjaal. Het past helemaal in de context van het album, dat niet overal zo fluweelzacht aanvoelt, maar wel in het lazy gevoel blijft.

De hofleverancier van vocalen op dit album is de beroemde Gregory Porter, die naast het titelnummer ook ‘Small Stuff’ en ‘Broken Heart’ voorziet van zang. Dat is iets wat voor zijn fans zeker aanleiding zal zijn om dit album te kopen. Gelukkig krijgen ze daarbij een album dat naast die drie liedjes een mooie mengeling van jazz en soul ten gehore brengt — iets wat die fans zeker zullen waarderen en de wereld van Lindgren verder zal openen, ook buiten de landsgrenzen van Zweden.

Heerlijkheden

Op papier verwacht je misschien niet dat Roxette-zangeres Marie Fredriksson een opvallende jazz/soul-compositie volzingt. Toch is ‘On a Sunday’ een van de heerlijkheden van het album. In vijf van de composities klinkt echter de stem van Anna Christoffersson, en ze is daarmee degene die het vaakst te horen is op Souls.

De begeleiding van de liedjes is in handen van de band, bestaande uit gitarist Leonardo Amuedo, bassist Ira Coleman en percussionist Rhani Krija, die samen met Lindgren een fijn bed aan melodieën weven om de vocalen op te dragen. Slechts in twee composities is het alleen instrumentatie wat de klok slaat. Het door Stevie Wonder geschreven ‘Creepin’ en het door Lindgren zelf geschreven ‘Barcelona’ laten horen dat de band heel onderhoudend klinkt zonder de toevoeging van stembanden. Lindgren heeft daarmee een mooi jazz/soul-album gemaakt dat door de gastvocalen zeker zal opvallen.

Muziek / Album

Hoge standaard

recensie: Seth Walker - Sky Still Blue

Sinds 1998 maakt Seth Walker — soms met grote tussenpozen — albums. Sky Still Blue is zijn zevende album en verschijnt drie jaar na Time Can Change. De kwaliteit van zijn werk is van een hoge standaard.

Met When It Rains, It Pours debuteerde Walker in 1998. Met Sky Still Blue rijgt deze sympathieke singer-songwriter een nieuwe parel aan zijn discografie. Het is zijn zevende opgenomen werk, maar op de binnenkant van de hoes schrijft Walker zelf dat het album nummer acht is. Het zou interessant zijn om te weten welk album ontbreekt in de lijst van zijn liefhebbers, maar helaas wordt het volledige oeuvre niet vermeld.

Veranderende leefomgeving

Seth Walker beweegt zich tussen de blues, soul en jazz in. Met zijn nieuwste album schuurt hij weer vaker tegen de soul en jazz aan dan ooit tevoren. De stem van Walker klinkt vaak ook als die van een crooner. Dit alles maakt deze artiest steeds interessanter, aangezien hij niet in een hokje te stoppen is. Walker is blijkbaar ook wars van wat er in de mode is en gaat stevig zijn eigen weg.

Zijn muziek lijkt te veranderen met zijn leefomgeving. Zijn geboortegrond ligt in North Carolina, vanwaar hij naar Austin verhuisde om onderdeel te worden van de blues scene in Texas. Vervolgens verlegde hij zijn grenzen naar Nashville, om voorlopig te eindigen in New Orleans. In ‘The Big Easy’, zoals zijn huidige thuisbasis ook wel genoemd wordt, ontpopt Walker zich steeds meer tot een rootsmuziek-troubadour. Wat is gebleven zijn de zoete melodieën waarop Walker zijn liedjes baseert. De waardering die is opgebouwd in de muzikale kringen mag nu wel eens worden omgezet in publieke belangstelling.

Dezelfde bijzondere hoge klasse

Tien van de elf liedjes zijn van de hand van Seth Walker. De ene cover is het Van McCoy-nummer ‘Either Way I Lose’. Walker heeft een bijzondere hand van liedjes schrijven. De bijzonderheid zit hem vooral in het feit dat je zijn albums vaak achter elkaar kan beluisteren zonder dat de liedjes gaan vervelen. Dat is maar weinig componisten gegeven. Steeds lijkt er iets meer of wat anders te komen bovendrijven vanuit zijn teksten en melodieën. En dat geldt overigens voor een groot deel van zijn oeuvre.

Het album opent met ‘Easy Come, Easy Go’ in een laidback blues-stijl, zoals we de muziek van deze artiest al een tijdje kennen. Het daarop volgende ‘Trouble (Don’t Want No)’ is het boegbeeld van het album waarmee Walker de aandacht trekt. ‘Grab Ahold’ trekt Walker naar de crooner-hoek. Of Sky Still Blue een voorzichtig hoogtepunt genoemd mag worden is ook na tien keer beluisteren nog niet te zeggen. Wel is het album van dezelfde bijzonder hoge klasse als zijn voorgangers.