Muziek / Album

Riedeltjes voor de achtergrond

recensie: Avec le soleil sortant de sa bouche - Zubberdust!

Zoals in de jaren zestig ook wel eens gebeurde, trakteert Avec le Soleil Sortant de sa Bouche de luisteraar op lange composities. Op de tracklist van Zubberdust! staan vier titels, waarvan er twee bestaan uit geroezemoes.

De Canadese band Avec le Soleil Sortant de sa Bouche werd in 2011 opgericht door Jean-Sebastien Truchy. Truchy wilde ‘afro-kraut trance rock’ spelen, zoals hij dat met de band Fly Pan Am ook deed. Verschillende muzikanten speelden met hem mee, wat wisselende line-ups opleverde. Op Zubberdust! wordt de band gevormd door Truchy, Nasir Hasan, Éric Gingras en Sébastien Fournier.

Jammin’
Zoals het hoort bij krautrock (of stoner) is de band vooral bezig met jammen. Om een luisterwaardig resultaat te krijgen moet je dan wel op één lijn zitten en op elkaar ingespeeld zijn. Ook moet je kunnen inschatten hoe de andere muzikanten en het publiek je vindingen ervaren, oppakken en verder ontwikkelen.

Een goede jamsessie kan veel opleveren, luister maar naar The Desert Sessions van Josh Homme. Het is belangrijk om al een idee te hebben waar je naar toe wil met de muziek en stukjes paraat te hebben om op het goede moment te spelen. Het is dan ook niet vreemd dat Zubberdust! is opgenomen nadat de band al twee jaar met de nummers opgetreden had.

Intiem en kalm
De vier muzikanten van Avec le Soleil Sortant de sa Bouche hebben hoorbaar een klik met elkaar. De twee sessies die het hele album vullen, ‘Face a L’instant’ en ‘Super Pastiche Fantastique/New Sun’, hebben een duidelijke structuur. Met gitaarrifjes als basis ontstaan er gestructureerde en intelligente composities. Door te variëren op thema’s en terug te keren naar de oorspronkelijke melodie wordt de spanning op- en afgebouwd.

Een nadeel van Zubberdust! is dat het album niet goed overkomt in de huiskamer. Het toevoegen van geroezemoes en de illusie van een publiek tonen aan dat de opnames jamsessies zijn, zodat de band niet goed tot zijn recht komt. De muziek blijft op de achtergrond hangen en vervalt bijna tot riedeltjes die voor een gezellige sfeer zorgen. In een café op een klein podium zou Avec le Soleil Sortant de sa Bouche dan ook het best klinken.

Boeken / Non-fictie

Toeval bestaat wél

recensie: David Hand - Het onwaarschijnlijkheidsprincipe (vert. Han Visserman)

Tot drie keer toe de loterij winnen. Zeven keer door de bliksem getroffen worden. Het zijn zeer onwaarschijnlijke gebeurtenissen, maar toch komen ze voor. In Het onwaarschijnlijkheidsprincipe schrijft statisticus David Hand deze gebeurtenissen niet toe aan bovennatuurlijke krachten, maar louter aan wiskundige wetten.

De premisse van Hand is vrij eenvoudig. Dagelijks gebeuren er nou eenmaal zó veel dingen, dat ook de meest onwaarschijnlijke gebeurtenissen onvermijdelijk zijn. Wacht lang genoeg en iemand zal drie keer de loterij winnen. Onwaarschijnlijke gebeurtenissen zijn onontkoombaar; ze moeten zo nu en dan voorkomen. Ter ondersteuning van zijn onwaarschijnlijkheidsprincipe maakt Hand gebruik van vijf wiskundige principes, namelijk de wet van de onvermijdelijkheid, de wet van de werkelijk grote aantallen, de wet van de selectie, de wet van de kanshefboom en de wet van het voldoende dichtbij. Deze wetten worden alle in afzonderlijke hoofdstukken doorgenomen.

Alledaagse toevalligheden
Hand houdt ervan zijn stellingen te illustreren met behulp van dobbelsteenworpen. Het is onwaarschijnlijk om tien keer op een rij eenzelfde cijfer met een dobbelsteen te gooien. Maar laat genoeg mensen tien keer met een dobbelsteen gooien en de kans is groot dat het iemand overkomt. Zo gaat het natuurlijk ook in de werkelijkheid; er worden wereldwijd iedere dag heel wat dobbelstenen gegooid, heel wat loterijtickets verkocht en er waaien heel wat onweersbuien over. Aan toevallige reeksen is daarom geen ontkomen.

Hand legt uit dat mensen – vooral zij die in bovennatuurlijke krachten geloven – vaak over het hoofd zien dat zich in feite iedere dag zeldzame situaties voordien. Wie door een stoel zakt op het moment dat er een donderslag klinkt, zal spreken van een bizar toeval. Terwijl wie maandagmiddag door een stoel zakt en donderdagavond een donderslag hoort, de link niet zal leggen. Er wordt dan geen verband gezien, terwijl dat er in de eerste situatie uiteraard ook niet is.

Relativerend
Een ander punt dat vaak vergeten wordt, is de context waarin een situatie zich voordoet. Ja, het is onwaarschijnlijk om zeven keer door de bliksem getroffen te worden. Maar het wordt al een stuk waarschijnlijker wanneer je weet dat degene die dit overkwam op het platteland leeft en het grootste deel van de tijd buiten is.

Met Het onwaarschijnlijkheidsprincipe heeft Hand zijn theoriën zo uiteengezet dat ook een leek deze goed begrijpt. Af en toe verzandt hij inwiskundige berekeningen die wellicht te snel gaan voor de gemiddelde lezer, maar dit zorgt er gelukkig niet voor dat zijn betoog niet meer te begrijpen is. Liefhebbers van Ons feilbare denken van Kahneman zullen zeker niet bedrogen uitkomen door Hand, wiens relativerende vermogen een verademing is.

Film / Achtergrond
special: International Documentary Film Festival Amsterdam

IDFA 2014: eenzame voetballers, een droomkoppel in het circus en de verwoestende effecten van drones

.

Leonardo en Anselmo ontmoeten hun oude coach © Screenshot

Leonardo en Anselmo ontmoeten hun oude coach © Screenshot

Rijk en eenzaam


Solo – Out of a Dream
Jos de Putter • Nederland, 2014
6

Welke invloed heeft de documentairemaker op zijn onderwerp? Hoe vergaat het de hoofdpersoon na de opnamen? Hoe verandert zijn leven door de tussenkomst van de filmcamera? Wat was er gebeurdals regisseur en personage elkaar nooit hadden ontmoet? In het geval van voetbalster Leonardo zijn het uiterst relevante vragen. Niemand minder dan Willem van Hanegem zag de documentaire Solo – de wet van de favela die Jos de Putter in 1994 maakte over jonge straatvoetballertjes in Brazilië. Van Hanegem zag iets in een van de hoofdrolspelers, liet Leonardo naar Feyenoord komen, en de rest is voetbalgeschiedenis.

Twintig jaar later bezoekt De Putter het voetballertje van toen opnieuw. Door een blessure kan Leonardo niet spelen voor zijn huidige Hongaarse club. Hij verblijft bij zijn moeder in Brazilië, die haar vechtersmentaliteit uit de favela heeft behouden. Ze begroet haar zoon met ‘Hé nepperd’ en zal ook de rest van het bezoek niets aardigs te berde brengen. Eenzaam in haar luxe villa lijkt ze het levende bewijs dat geld niet gelukkig maakt. Leonardo en zijn moeder maken elkaar over en weer verwijten en lijden beiden zichtbaar onder de situatie. De Putter stelt niet te veel vragen, maar registreert slechts, met name als Leonardo vrienden van vroeger bezoekt. Dat is jammer, want daardoor blijven veel ontmoetingen aan de oppervlakte steken.

Wel effectief is de mix van beelden uit Solo- de wet van de favela met opnames van nu. De onroerende snelle jongetjes zijn opgegroeid tot grote, gespierde mannen. Nog steeds hebben de achterblijvers geen nagel om hun kont te krabben. Leonardo stelt verbaasd vast dat zijn beste vriend van weleer de dvd van de eerste docu nog steeds niet heeft gezien en realiseert zich dan dat Anselmo geen dvd-speler kan betalen. Gééf hem er eentje, zou je hem willen toeroepen. Hetzelfde geldt overigens voor de jonge Jos de Putter, die in 1994 filmde hoe Anselmo’s voetbalcarrière in de knop werd gebroken omdat hij geen buskaartje naar de voetbalkeuring kon kopen. Voor de film leverde het een mooi dramatisch moment op, maar hoe had Anselmo’s leven eruit gezien als de regisseur op dat moment had besloten om hem zelf het geld voor de busrit te geven? Zou De Putter reageren door te zeggen dat hij zich niet mengt in de zaken van zijn personages, dan is dat in dit geval extra betwistbaar. Alleen al door er te zijn, veranderde hij immers alles.

Scène uit The Circus Dynasty. Foto: www.hansenogpedersen.dk

Scène uit The Circus Dynasty. Foto: www.hansenogpedersen.dk

Een circussprookje


The Circus Dynasty

Anders Riis Hansen • Denemarken, 2014
8

De vraag hoeveel invloed een documentairemaker heeft op het onderwerp van zijn documentaire, is ook van belang bij The Circus Dynasty, over twee beroemde circusfamilies. De familie Berdino is de grootste circusfamilie van Europa, de familie Casselly de meest bekroonde. De families treden al jaren samen op. Patrick Berdino en Merrylu Cassely, in het circus opgegroeid, vormen een onverslaanbaar acrobatenduo. Patrick zal het circus van zijn opa erven. Wat iedereen hoopt, gebeurt: Patrick en Merrylu worden verliefd. De toekomst van de circusdynastie is veiliggesteld.

The Circus Dynasty is alleen al vermakelijk omdat de film het leven van een circusartiest blootlegt: het geploeter, de blessures, het eeuwige glimlachen, maar ook de hechte familiebanden en de romantiek van een jeugd tussen de olifanten. Met de opbloeiende liefde tussen Patrick en Merrylu lijkt er niets meer mis te kunnen gaan voor de families. Maar, en daar zit de crux, dat maakt de eerste driekwart van The Circus Dynasty wat gezapig. Een film heeft drama nodig. Voor regisseur Anders Riis Hansen is het een godsgeschenk dat de relatie stukloopt. Opeens is er spanning: zullen Patrick en Merrylu weer bij elkaar komen? Beiden zijn koppig. Geen idee of het waar is, maar het zou zomaar kunnen dat de aanwezigheid van de camera eraan bijdraagt dat ze niet willen toegeven. De eerste stap zetten in de intimiteit van een woonwagen is anders dan als eerste je ongelijk toegeven in het openbaar. En als er iemand zich bewust is van de ogen van het publiek, dan is het een circusartiest.

Scène uit Drone. Foto: www.showbizpak.com

Scène uit Drone. Foto: www.showbizpak.com

Ook drones doden onschuldigen
Drone

Tonje Hessen Schei • Noorwegen/ Denemarken, 2014
8

Het klinkt zo mooi: wapens die hun doelwit zo specifiek kunnen selecteren, dat er geen andere slachtoffers vallen. De militair die een drone bestuurt, bevindt zich ver weg op een Amerikaanse legerbasis. Het doelwit is een terrorist in Pakistan, een schim op het scherm. Je kunt bijna niet anders dan bewondering hebben voor de gratie van de kleine onbemande vliegtuigen en het wonder dat de techniek zo’n precisie-aanval mogelijk maakt. Geen vuile bommen meer, geen burgerslachtoffers en geen getraumatiseerde soldaten. Als president Obama nog geen Nobelprijs voor de Vrede op zijn nachtkastje had staan, zou hij hem moeten krijgen.

Natuurlijk is de werkelijkheid anders. Niet voor niets wordt Drone aangekondigd als een ‘J’accuse’ van de Noorse regisseur Tonje Hessen Schei. Ze laat slachtoffers, daders en drone-experts aan het woord over het wapen dat in het afgelopen decennium de grootste verandering in oorlogsvoering heeft veroorzaakt. De interviews maken duidelijk dat drone-aanvallen voornamelijk heel veel slachtoffers maken waarvan Amerika helemaal niet weet of het om burgers gaat, omdat de doelwittenüberhaupt onbekend zijn. Doordat de opdrachtgever van drone-aanvallen de CIA is, hoeft er geen verantwoording overteworden afgelegd. Hessen Schei weet overtuigend aan te tonen dat deze gang van zaken een grove schending van de mensenrechten is.

Drone is een visueel en auditief overrompelende ervaring. Hessen Schei weet hoe ze middelen uit de entertainmentindustrie in moet zetten om haar boodschap kracht bij te zetten. Het meest shockerend is misschien wel dat haar protagonisten dat ook weten: het Amerikaanse leger brengt videogames uit die jonge mannen alvast voorbereidt op een leven achter de knoppen. Toekomstige drone-bestuurders worden gerecruteerd op een gaming-event voor pukkelige jongetjes. Zoals een cynische droneproducent opmerkt: er zijn altijd genoeg jonge jongens voorhanden die dingen kapot willen maken. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar wereldwijd, zou je eraan toe kunnen voegen. Inmiddels hebben 87 landen drones, waaronder China en Iran. Volgens Drone is het een kwestie van tijd voor deze landen ook zomaar potentiële vijanden op straat elimineren.

Theater / Voorstelling

Welkom in Partizanië!

recensie: De Partizanen - De Partizanen

Twee guitige gasten in strakke pakken, daarmee zou je ze tekort doen. Het zijn jongens (mannen?) die niets liever willen dan lol maken, maar ook weer niet te vrijblijvend. Het is gezellig met een rauw randje. De Partizanen doen hun naam eer aan: het zijn dissidenten die op een absurde wijze de heersende hypocrisie de das om doen. Onafhankelijk en toegankelijk tegelijk stuiven ze over het podium, want er is geen tijd te verliezen. Binnen 75 minuten moet het Midden-Oostenconflict worden opgelost, liefst tijdens het eten van een tompouce. Of dat lukt? De Partizanen geven op geheel eigen, absurde wijze antwoord.

De Partizanen bestaat uit Merijn Scholten en Thomas Gast, beiden geboren in het jaar 1983 én lid van de Comedytrain, waar ze elkaar van kennen. De ene heeft een krullenbol, de ander een bril en dan is een duo al snel gemaakt. In Toomler treden ze dan ook nog regelmatig op om grappen uit te proberen die ook tijdens deze show weer terugkwamen. De winnaars van het Leids Cabaret Festival 2013 hebben sinds die prijs gewerkt aan hun eerste avondvullende voorstelling, naast hun werk voor onder anderen Panache en radioprogramma Spijkers met Koppen. Dat hun première uitgerekend in de Leidse Schouwburg is maakt duidelijk dat het hier letterlijk gaat om historische grond. Dat hun talent wordt gezien en financieel ondersteund blijkt uit het feit dat ze dit jaar een stipendium hebben gekregen ter aanmoediging van hun show. De oproep aan het eind dat ze zó arm zijn dat ze hun aanstekers terug willen, is dan ook met een korreltje zout te nemen.

Metacabaret
Het moge duidelijk zijn dat we hier te maken hebben met twee intelligente cabaretiers die handig spelen met engagement en comedy, met moralisme en het vermijden daarvan. Hoe moeilijk dat is wordt ook nu weer duidelijk. Door de boodschap over te laten aan Brabantse typetjes, omzeilen ze de persoonlijke noot. Het is de kunst om tegelijkertijd niet alleen comedy maar ook cabaret te willen maken, om niet alleen de noodzaak tot verheffing te vermijden en ook het simplisme over te laten aan komieken. Die worsteling is interessant om naar te kijken, want De Partizanen geven het zelf toe: ze willen niet vertellen hoe het zit of een spiegel voorhouden. Met de nodige ironie wordt het snijvlak van engagement en lolligheid echter des te duidelijker. De verwarring zit hem in het maken zelf, iets wat ook vaak terugkomt in het werk van Micha Wertheim. Het spel van abstractie en figuratief cabaret is dan ook in de talloze sketches terug te vinden. Het is daarmee een vrij introspectief programma geworden, over henzelf en het genre, maar ook nu weer geldt: show, don’t tell. Laat de kunst over aan het publiek.

Gebrek aan snedigheid
De Partizanen zijn goed op elkaar ingespeelde jongens met korte stukjes die net lang genoeg duren om de grap op te bouwen. Zo is er een benauwende quiz met een toeschouwer, worden er debuutromans besproken en lijkt De Bijenkorf niet meer wat het geweest is. Van een Rotterdamse slagerij in Napels tot corpsballen met een leefeiland: het passeert allemaal de revue. De Japanse animatie is echter het meest geslaagd. Het oogt natuurlijk, maar toch mist er soms iets scherps of vileins. Misschien hebben de makers gekozen om niet te provoceren en verwarring te zaaien en zijn ze dat punt al voorbij. Toch blijft er daardoor aan het einde een zekere leegte hangen. Het programma biedt gelukkig genoeg ruimte om sketches nog iets aan te scherpen, want ze hebben meer in hun mars dan wat ze nu hebben laten zien. Van ouwe-jongens-krentenbrood naar een niveautje hoger (bijvoorbeeld het inbouwen van incongruentie) en we kunnen ze écht serieus gaan nemen. Of niet, natuurlijk. 

Theater / Achtergrond
special: Manon Ossevoort - Tractor Girl

Geef je droom mee naar de Zuidpool

.

In Amsterdam kun je ook onder de tram komen’) en je intuïtie (‘You go girl!’) en je besluit het gewoon te doen. Vervolgens gaan je knipperlichten stuk en strand je al in Antwerpen – en dit is nog maar het begin. Maar je houdt vol, 38.000 km en vele avonturen lang… en zal je doel bereiken. 

Theatermaker Manon Ossevoort maakt dit verhaal. ‘Een meisje dat op een tractor naar de Zuidpool rijdt’: Een poëtisch beeld dat de kern was van haar voorstelling op Oerol 2005 en haar welhaast onmogelijke wens om die reis ook echt zelf te maken. Het bleek op alle fronten een sterk en ontwapenend beeld. Misschien wel omdat mensen zich, in alle culturen, meer vinden in ‘I have a dream’ dan in ‘I have a plan’.
Tijdens haar reis ontmoette ze met haar stoere, hobbelende verschijning, zelfs in grimmige oorlogsgebieden, veel open lachende gezichten en veel vriendelijkheid. Ze bracht inspiratie met haar voorstelling ‘Doe’ en verzamelde duizenden dromen. Ze gaf een podium aan bijzondere verhalen en projecten. Ze kreeg veel meer dan ze had verwacht, ze kreeg zelf terug wat ze zo graag wou geven: de moed om nooit op te geven, hoop ondanks alles, humor en lichtheid.

Boot gemist, moed gehouden
Manon had haar toeschouwers onderweg beloofd hun dromen in de buik van een sneeuwpop te planten. Maar toen ze na een enerverende reis van 4 jaar op het zuidelijkste puntje van Afrika aankwam, de dromen achterop de tractor, was de ijsbreker die haar naar Antarctica zou brengen al lang vertrokken. Ze gaf niet op, daar op Kaap de Goede Hoop. En ook niet in de jaren daarna, weer terug in Nederland. Want ze wist inmiddels: van dromen naar doen gaat nou eenmaal niet altijd zoals gepland.
Manons trouwe groene tractor (uit haar geboortejaar 1976), symbool van kracht, nuchterheid en haar Twentse afkomst, reed haar langzaam maar zeker door Europa, de Balkan en Afrika. De laatste etappe, de poolexpeditie maakt ze op een nieuwe rode tractor, die speciaal is aangepast voor de extreme omstandigheden (o.a. -50 °). Manon is inmiddels op Antarctica vertrokken en zal 12 uur per dag achter het stuur zitten. Zo hoopt ze nog voor eind 2014 de 2350 km naar de Zuidpool af te leggen.

Pasgeboren dochter Hannah en tractorhond Biba (een aanlopertje uit Tanzania) blijven thuis, maar Tractor Girl reist deze laatste etappe niet meer alleen. De ervaren poolreizigster Matty McNair, die ze jaren geleden al eens onder de Eiffeltoren ontmoette, is expeditieleider. Ook Matties dochter Sarah maakt deel uit van het professioneel gesponsorde, 7-koppige expeditieteam. 

Boeken / Achtergrond
special: Opening Literaire Meesters 2014: Ernest Hemingway

Charismatische kolossus van de Amerikaanse literatuur

Hij was een bokser. Hij trouwde vier keer. Hij stortte binnen 36 uur twee maal met een vliegtuig naar beneden. Daarbij schreef hij ook nog   boeken. Ernest Hemingway is de schrijver om wie het ‘Literaire Meesters’ festival van 2014 draait.

Het festival Literaire Meesters presenteert tweejaarlijks een programma dat geheel gewijd is aan één grote schrijver uit de wereldliteratuur. Pessoa, Lorca en Slauerhoff kwamen in eerdere edities voorbij, nu is Hemingway aan de beurt. In Tivoli Vredeburg wordt het festival geopend in een uitverkochte zaal. Drie Nederlandse schrijvers, en bevlogen Hemingway bewonderaars, bediscussiëren de vele kanten van deze iconische man. Het hoogtepunt van het programma is een lezing van Monty Python-acteur Michael Palin over de vele reizen die Hemingway in zijn leven maakte. Het enthousiasme is groot en de kennis gedetailleerd. Maar lang voor het einde van de avond begint echter een vraag te dagen: gaat dit festival over de schrijver of de persona Hemingway?

‘Het gebeurt zeer weinig dat bij een literair evenement zoveel mannen in de zaal zitten’, merkt schrijver Jan van Mersbergen op vanaf het podium. Nadat de mannen en vrouwen in het publiek elk hebben geklapt, is de conclusie dat inderdaad meer dan de helft man is. Naast van Mersbergen zitten nog drie andere mannelijke sprekers en op het festivalprogramma van de komende dagen staan eigenlijk ook voornamelijk mannen. Dat is mogelijk te verklaren met het feit dat Hemingway een zogenaamde man-man was, of sterker nog, hij was zelfs ‘The Man’ (uitspreken met een dik Amerikaans accent) volgens de organisator van het festival, Michaël Stoker.

Zacht, ingetogen en invoelbaar

Gedurende de avond wordt gesproken over de reizen die Hemingway maakte, de vele littekens en vrouwen die hij onderweg verzamelde en over de depressie die hem uiteindelijk fataal werd. Kortom, alles wat het fenomeen Hemingway tot stand bracht. De avond lijkt te kort voor de panelleden om alles te kunnen bespreken. Joris Smeets, die een boek over Hemingway in Parijs schreef, onderzocht zelfs hoe Hemingway een idool werd. Maar hoe zit het met de boeken die de grondslag waren van de populariteit van deze schrijver?

Het is vooral Van Mersbergen die in de werken van Hemingway geïnteresseerd is. Hij noemt de teksten van de schrijver zacht, ingetogen en invoelbaar. Hij probeert de ritmische schrijfstijl van Hemingway over te brengen door uit  een van zijn grootste werken, For whom the bell tolls (Voor wie de klok luidt), voor te lezen. In het Nederlands, want ‘mijn Engels is zelfs te gebrekkig voor Hemingway.’ Van Mersbergen is meteen ook de enige deze avond die het werk van de meester ten gehore brengt. ‘Dat is voor mij Hemingway,’ zegt de schrijver die zijn eigen boek door de Amerikaan liet inspireren, ‘veel meer dan bijvoorbeeld zijn leven in Parijs’. 

Dat Hemingway’s populariteit veel verder gaat dan zijn boeken is niet alleen een fenomeen van dit festival: cafés over de hele wereld memoreren een bezoek van Hemingway met een plakkaat, in Afrika is het mogelijk Hemingway-safari’s te volgen en in Utrecht is er het Hemingway-restaurant. Internationale koploper in de idolatrie van Hemingway als man is echter de jaarlijkse lookalike-wedstrijd in Key West, Florida, waar Hemingway jaren woonde: honderden mannen met grijze baarden en kabeltruien die strijden om een bokaal.

Verlangen naar avontuur

De grote publiekstrekker van de openingsavond in Tivoli Vredenburg is echter niet alleen held Hemingway zelf. Het festival wist immers Palin naar Utrecht te halen. Sommige mensen in het publiek lijken niet eens Nederlands te spreken; zij zijn hier alleen om Palin te zien. Als duidelijk wordt waar in de zaal het komediefenomeen zit, buigen vele hoofden over de rand van het eerste en tweede balkon om alvast een glimp van hem op te vangen. Zou het kunnen dat Palin nog populairder is dan Hemingway zelf? ‘Helaas heeft Palin na afloop geen tijd om te signeren,’ is een van de eerste dingen die Stoker meldt bij het openen van het festival, ‘maar als u snel bent liggen er een paar gesigneerde exemplaren in de boekhandel in de foyer’.

Voor BBC reisde Palin in de voetsporen van Hemingway de wereld over. Fragmenten daarvan worden deze avond ter afwisseling van de sprekers getoond. Palin bij een neergestort vliegtuig in Oeganda, Palin in Hemingway’s oude flat in een achterbuurt van Parijs. En nu dus Palin in Utrecht. De Britse komiek ontdekte Hemingway als tiener op een kostschool. ‘Hij hielp me mijn literaire maagdelijkheid verliezen’ vertelt de Brit. ‘Zoals alles Amerikaans, was hij zó cool.’ Palin vertelt uitgebreid over zijn reizen, en daarmee over het leven van Hemingway. Verhalen vol details, Amerikaanse accenten en grappige anekdotes doen de zaal al snel zelf verlangen naar grootse avonturen. Palin weet het goed samen te vatten door Hemingway ‘de charismatische kolossus van de Amerikaanse literatuur te noemen.’

Een mekka voor veinzers

Het bijna twee weken durende festival gaat gepaard met de publicatie van Een mekka voor veinzers, een collectie van niet eerder vertaalde verhalen en columns van Hemingway zelf en diverse essays over zijn leven en werk. Hans Bouwman, ook een van de panelleden van de avond, schrijft hierin over de collectie littekens die Hemingway over de jaren verzamelde. Palin bezoekt het dorp waar Hemingway gestationeerd was tijdens de eerste wereldoorlog.

Het festival loopt nog tot 4 december. De meeste mensen die vanavond aan het woord kwamen zijn later in het programma ook nog terug te vinden. Er zijn verschillende lezingen en daarnaast worden meerdere verfilmingen van Hemingway’s werk vertoond. Tot slot bestaat er ook nog de kans mee te doen aan Literaire Meesters’ eigen versie van de Hemingway lookalike-wedstrijd.

Boeken / Non-fictie

Geloofsvragen

recensie: Willem Jan Otten - Droomportaal

Eerder dit jaar kreeg Willem Jan Otten de P.C. Hooftprijs voor zijn essayistisch oeuvre toegekend. De ter gelegenheid daarvan geselecteerde essays in Een ridder van de Engelse drop waren hoogtepunten uit zijn werk; het onlangs verschenen Droomportaal haalt dat niveau niet.

Centraal in deze nieuwe bundel staat de film, waarover Otten (1951) in zijn inleidende stuk zegt: ‘Het grote vertellen, waarzonder het menselijk bewustzijn zich nooit van zijn conditie bewust had kunnen zijn, is sinds een eeuw bij uitstek een kwestie van film geworden.’ Zijn essays over films zijn geen ‘filmessays’ maar ‘persoonlijke pogingen om deel te nemen aan de rite van het vertellen.’ Voor Otten betekent dat vaak het herleiden van de verhalen van films tot eerdere, literaire bronnen zoals de Odyssee.

De meeste essays over film hebben eerder in Trouw gestaan. Een bulk van de stukken is vervat in de serie ‘Tien films die een leven veranderen’. Hierin gaat Otten in op tien films die zijn leven hebben bepaald, cruciale vragen hebben opgeroepen, hem na vele jaren zijn bijgebleven. Later is er nog het stuk ‘Wat is uw laatste voorwerp?’, waarvoor Otten een beroep doet op Christopher Nolans Inception om uit te leggen welk voorwerp in zijn leven mee het graf in gaat (een rozenkrans).

Babbeltoon

Ook in Droomportaal opgenomen is het dankwoord dat Otten eerder dit jaar uitspraak toen hij de P.C. Hooftprijs aanvaardde. ‘Gericht essay’ heet het, wat de paar jaar geleden gepubliceerde dichtbundel Gerichte gedichten in herinnering roept. ‘Essayistiek is een spel van dankbare schatplichtigheid,’ opent Otten het essay. Het gaat over de fascinatie van het aangesproken worden, de goddelijke U, Augustinus. Het is het mooiste essay van de bundel, misschien juist omdat Otten niet alleen bedankt, zijn ware bedoeling juist in het midden laat, maar wel een heel persoonlijk stuk heeft geschreven. De essayist Otten is vooral ook de mens Otten.

Door de strakke compositie en doordachte stijl van ‘Gericht essay’, alsof dat ‘gericht’ niet gaat over de aangesprokene maar over de vorm, valt op hoe slordig Otten in de andere stukken essayeert. Vaak slaat hij een soort babbeltoon aan, die doet vermoeden dat het essay verschillende soorten publiek wil bedienen. Uit het essay over Inception:

Om uit te leggen wat mijn laatste voorwerp voor mij betekent neem ik mijn toevlucht tot de film Inception, een van de grote bioscoopsuccessen van 2010. Hij is van Christopher Nolan. De film heeft me meer beziggehouden dan ik na de eerste keer zien van plan was toe te geven. Ik denk niet dat er over tien jaar nog diep over nagedacht zal worden.

Voor wie is welke informatie bedoeld? Het zijn verzamelde gedachten. Bovendien is ‘Hij is van Christopher Nolan’ een in z’n sukkeligheid ongelukkige zin. Vanaf hier tot het einde van de paragraaf begint elke zin met het onderwerp, gevolgd door de persoonsvorm, et cetera. Het ontbreekt dit essay – en helaas de hele bundel – vaak aan ritme, aan een dwingende stijl die Ottens ideeën kan begeleiden.

Geloofsvragen

Het mooie aan Ottens carrière de laatste jaren is zijn omgang met geloofsvragen in tijden waarin elke vorm van religie verdacht is. Hij gelooft ergens in en zal daarover schrijven. Dat doet hij ook in deze bundel voortreffelijk. Willem Jan Otten blijft een goede essayist, die terecht de P.C. Hooftprijs heeft gewonnen, maar die in Droomportaal niet op zijn best is.

Boeken / Achtergrond
special: De Jonge Schrijversavond in de Stadsschouwburg Amsterdam

Boeken, beats en een bal

Op het midden van het podium staat een DJ. Links een predikstoel. Rechts een woonkameropstelling, inclusief sofa en kamerplant. Dit is de setting voor de Jonge Schrijversavond 2014.

Als de gordijnen van de Stadsschouwburg Amsterdam opengaan is het beeld veelbelovend. De DJ, het fluweel rode pak van presentator Maurice Seleky en het bier op het podium ontnemen elke angst dat hier ‘slechts’ uit boeken voorgelezen gaat worden. Zes jonge Nederlandse schrijvers krijgen hier deze avond letterlijk een podium om hun werk aan het publiek te laten horen.

Toch is de opzet van de avond redelijk simpel. De schrijver komt op onder begeleiding van een muziekje van de DJ, klimt op de predikstoel om voor te lezen en loopt vervolgens naar de sofa voor een kort interview. Op deze wijze passeren schrijvers Jamal Ouariachi, Anne-Marieke Samson, Yuki Kempees, Shira Keller, Mano Bouzamour en Renee Kelder de revue.

Ambtenaar in sneakers
Ook een simpel concept kan soms echter een beetje mis gaan. Tot tweemaal toe leest de schrijver uit een ander werk voor dan waar de presentator vragen over had voorbereid. Gelukkig vonden Ouariachi en Kempees het geen probleem om over te schakelen. Kempees had zelfs speciaal voor deze avond een nieuw verhaal geschreven. Gedurende de avond vegen de jongeren enige illusie dat schrijvers saaie, stoffige mensen zouden zijn zonder pardon van het podium. Samson is een ambtenaar die sneakers onder haar jurk draagt, Kempees een van de vijftig meest begeerde mannen van Nederland en Renee Kelder vertelt over haar verleden als drugsverslaafde.

Het is alweer de zesde editie van deze avond opgezet om jonge schrijvers met hun publiek in contact te brengen en zoals elk jaar zijn de onderwerpen van de romans zeer uiteenlopend. Maar de schrijvers lezen geanimeerd voor en weten stuk voor stuk het publiek met zich mee te krijgen. Het enthousiasme in de zaal vertaalt zich later dan ook in een goede verkoop van de voorgelezen boeken in de foyer. Tijdens het interview dat volgt op de voordracht zijn de schrijvers allen openhartig en mondig. De schrijvers zijn gewend op te treden. Kempees las ook al voor op een technofestival in Duitsland, Kelder stond op Lowlands.

Ook bij Seleky vertellen ze ontspannen over het leven als moderne schrijver. Keller won in 2013 de Academica Literatuurprijs, die haar onder andere tienduizend euro opleverde, maar ‘de bodem is in zicht, dus baantjes zijn welkom’ grapt ze. Samson werkt behalve als schrijver ook voor het Ministerie voor Veiligheid en Justitie. Kelder is nu vier jaar clean en anderhalf jaar gelukkig. Bouzamaour komt deze avond tot de ontdekking dat een vertegenwoordiger in de zaal zit van een uitgever die hem ooit vertelde dat ‘zijn boek niet voor publicatie geschikt was’. Dat meldt hij doodleuk op het podium en zegt ‘dat wilde ik haar nu even betaald zetten’. De hele zaal lacht.

Struikelend enthousiasme
Iets minder soepel liep soms het contact tussen de schrijvers en presentator en tevens initiatiefnemer van de avond, Seleky. Dat hij de boeken goed had gelezen en daarbuiten over een zeer uitgebreide literatuurkennis beschikt staat buiten twijfel. Soms lijkt het echter of hij deze kennis juist te graag naar voren wil brengen. Dit leidt tot vragen die een opsomming zijn van informatie, gevolgd door een ‘klopt dat?’. Op die manier neigen sommige van de toch al korte interviews soms vast te lopen.

Op een enkel moment is het zelfs een beetje ongemakkelijk. Zoals wanneer hij Samson vraagt of haar achtergrond als taalkundige invloed op haar boek heeft gehad. ‘Nou, ik heb wel veel taal in dit boek gebruikt, ja,’ luidt haar kurkdroge antwoord. Pas tegen het eind van de avond lijkt Seleky losser te worden en de interviews na de pauze lopen dan ook een stuk gemakkelijker. Het helpt dat de schrijvers zelf ontspannen en ad rem zijn, waardoor de stuntelige trekjes van Seleky de avond soms juist ook luchtig en grappig maken. Het is voor iedereen duidelijk dat het slechts zijn oprechte enthousiasme is waar hij soms over struikelt.

Remco Campert wint Gouden Schrijfmachine
Dit jaar werd ook voor het eerst De Gouden Schrijfmachine uitgereikt, een ereprijs voor een persoon of organisatie die zich inzet voor ‘nieuwe literatuur’ van jonge schrijvers. De prijs is door de organisatie van de avond zelf in het leven geroepen en werd uitgereikt aan de 85-jarige schrijver Remco Campert. Hij ontving deze omdat hij ‘vanwege zijn bijzondere schrijverschap en prachtige oeuvre inspirationeel is geweest voor vele generaties schrijvers, dichters en lezers.’

De daaropvolgende ontroerende ode aan Campert van schrijver en cabaretier Johan Fretz doet niet onder voor alles wat daarvoor te horen was. Hij bewondert Campert om zijn bescheidenheid en observerende houding in het leven. ‘Wie wil er niet zo verdwijnen als Campert?’ zegt Fretz. Campert zelf had ook nog nuchter advies voor toekomstige jonge schrijvers klaarliggen: ‘als het schrijven niet lukt, dan moet je gewoon maar even aan iets anders denken.’

Na dit gedoe ga ik naar huis
De prijsuitreiking sloot het officiële gedeelte van de avond af. Maar beneden ging het evenement over in het Jonge Schrijversbal. Muziek, live geschreven gedichten over de bezoekers op een scherm en natuurlijk bier. Op de vraag of Campert ook nog even komt kijken beneden: ‘Het bal? Nee mijn botten zijn te stijf om nog te dansen. Na dit gedoe ga ik gewoon weer naar huis.’

Boeken / Reportage
special: Nickolas Butler

Mensen kunnen niet zien dat je schrijver bent zonder fysiek bewijs

~

Half november vond de 22e editie van het Crossing Borders festival plaats. Speciaal voor deze gelegenheid reisde de uit Wisconsin afkomstige Nickolas Butler af naar Den Haag. Met zijn Shotgun Lovesongs gooide Butler hoge ogen in zowel de VS als in de rest van de wereld. In Eau Claire wonen ongeveer 65.000 mensen. Het is geen grote stad, maar echt klein is het ook niet. Zoals ik me het voorstel heeft Little Wing maar zo’n 1000 á 2000 inwoners. Er liggen echter veel boerengemeenschappen om Eau Claire heen en daar heb ik veel inspiratie vandaan gehaald.

U woont zelf in Eau Claire. In hoeverre diende deze stad als inspiratie voor Little Wing, het fictieve dorpje waar de personages van Shotgun Lovesongs wonen?

In Eau Claire wonen ongeveer 65.000 mensen. Het is geen grote stad, maar echt klein is het ook niet. Zoals ik me het voorstel heeft Little Wing maar zo’n 1000 á 2000 inwoners. Er liggen echter veel boerengemeenschappen om Eau Claire heen en daar heb ik veel inspiratie vandaan gehaald.

Hoe is Shotgun Lovesongs ontstaan? Waarom wilde u over Wisconsin schrijven?

Ik heb in Iowa een schrijfworkshop gevolgd. Dit was een moeilijke tijd voor me; ik voelde me er eenzaam en ik had last van heimwee. Ik moest vaak denken aan Wisconsin en wilde ook graag terug. Dus ging ik over deze gevoelens schrijven en ik probeerde het landschap te beschrijven. Ik schreef het eerste hoofdstuk in de herfst van 2010. In de daaropvolgende lente schreef ik teksten die leken op wat nu het einde van het boek is.

En het midden kwam daarna vanzelf?
Ja. Ik wist hoe het begin eruit zou zien en het einde. Vervolgens heb ik er twee jaar over gedaan om het gat tussen deze twee delen te overbruggen.

Hoe moeilijk is het om over een plek te schrijven die zo bekend is voor u?
Toen ik het boek schreef was ik niet in Wisconsin. Daarom had ik de mogelijkheid om het in mijn hoofd te visualiseren. Nadat ik was teruggekeerd, had ik een periode van twee maanden waarin ik niet schreef. Ik twijfelde of het wel een goed idee was om terug te keren. Ik denk dat het altijd goed is om even weg te zijn en nieuwe indrukken op te doen. Bij thuiskomst kun je deze dan verwerken.

Wat is de precieze aantrekkingskracht van Little Wing voor de vier vrienden?
Ik denk dat het te maken heeft met een gevoel van goedkeuring dat ze zoeken. Sommige personages hebben prachtige dingen gedaan met hun leven. Maar het belangrijkste voor hen is dat hun jeugdvrienden zien wat ze hebben bereikt en dat erkennen. Ze zijn erg geworteld in de streek en ze zijn trots op hun dorp. Maar het belangrijkste element is dat ze, ondanks hun totaal verschillende levens, voortdurend erkenning bij elkaar zoeken.

Heeft het ook specifiek met de streek te maken?
Ik denk dat het ermee te maken heeft dat het de plek is waar ik me het meest op mijn gemak voel. Ik hou van de seizoenen, de mensen en de waarden. Ik hou ook van het landschap en de wilde dieren. Dus ik denk dat ik die gevoelens probeer te verwoorden in mijn boek. Maar ik weet niet of die ideeën universeel zijn; Er zijn immers geen mooie bergen en het is er koud. Voor mij is het echter de beste plek in de wereld.

Het hoofdstuk dat zich afspeelt in New York valt op omdat de personages hier uit hun natuurlijke habitat worden gehaald.  Was dit de intentie van deze passage?
Ja. Nadat ik de eerste hoofdstukken had geschreven, wist ik niet zo goed hoe het verhaal verder moest gaan. Iemand zei tegen me dat het natuurlijke verloop zou zijn, om naar Lee’s bruiloft in New York te gaan. Dat was een goede suggestie. Het brengt de personages uit hun element. Daarnaast vond ik het een goed moment om het huwelijk van Henry en Beth te evalueren.

Heeft u altijd de intentie gehad om het boek vanuit verschillende perspectieven te schrijven?
Nee. Het is niet mijn favoriete manier. Als lezer houd ik meer van elegante verhalen die in de derde persoon geschreven zijn. Ik denk dat de structuur per ongeluk ontstaan is. Het stelt lezers wel in staat om dichter bij de personages te komen.

Ik hoorde dat u op school hebt gezeten met Justin Vernon, de frontman van Bon Iver. Vormde hij de inspiratie voor het personage Lee?
Ja. In Eau Claire hebben we veel rolmodellen, zoals professoren en zakenmannen. Maar Justin was ons eerste voorbeeld als kunstenaar. Dus om te zien dat hij succes had en dat hij nooit opgaf, was een flinke inspiratiebron. Deel van zijn bijzondere verhaal is dat hij overal ter wereld zou kunnen wonen maar dat hij ervoor kiest om in Wisconsin te blijven. Ik heb me afgevraagd waarom dit boek nooit over Bob Dylan geschreven is of Neil Young. Maar wat zo fascineert aan Justin, is dat hij teruggekomen is. Ik heb Justin al zo’n 15 jaar niet meer gezien, we waren ook niet echt vrienden. Maar zijn verhaal heeft me wel geïnspireerd als schrijver. Ik heb ook doorgezet.

En hoe zijn de andere personages ontstaan? Zijn ze op mensen geïnspireerd die u kent?
Ze zijn voornamelijk geïnspireerd op mijn eigen persoonlijkheid. Er zijn wel elementen toegevoegd van vrienden, maar bovenal zijn het fictieve personages. De reden dat Ronnie hersenschade heeft, is dat mijn vader dit ook heeft. Ik weet hoe het is om iemand te kennen die door zijn omgeving onderschat wordt. Daar dacht ik echter niet aan toen ik het boek schreef.

Was het moeilijk om verschillende karakters te vinden voor de personages?
Ja. Het moeilijkste was om te schakelen tussen de perspectieven. Ik moest dan echt weer even in de huid van iemand anders kruipen. Je probeert een echt persoon te creëren vanuit het niets. Om dan weer om te schakelen naar een ander persoon is heel moeilijk. Het was ook een uitdaging om te zorgen dat de karakters onderscheidend waren.

De vriendschap tussen de vier vrienden staat centraal in Shotgun Lovesongs; hoe ben je op het idee gekomen om Beth ook op te nemen als persoon?
Dat idee is ontstaan toen de personages naar New York gingen. Ik vond dat Henry niet de juiste persoon was om dit verhaal te doen. Ik wilde iemand die gevoeliger was, of misschien wel intelligenter. Zo kwam ik op het idee om Beths perspectief te introduceren. Zij leek het meest natuurlijke personage om dit te vertellen. Ik vroeg me af hoe zij zou reageren op dit totaal andere milieu. Daarnaast vond ik het een goed moment om hun huwelijk te bestuderen. Ik wilde het personage van Henry bestuderen vanuit het standpunt van iemand anders.

Op dat moment moest ik mijn angst om vanuit een ander perspectief te schrijven overwinnen. En toen ik het eenmaal deed had ik er plezier in. Het verschafte me nieuwe inzichten over mijn eigen huwelijk. En als ik een vraag had over haar perspectief, vroeg ik dat gewoon aan mijn vrouw. Zij verbeterde me als het niet authentiek leek. Ik wilde niet dat het verhaal enkel door mannen gedirigeerd werd. Het moest ook over het huwelijk gaan en de verschillende visies  hierop.

Wat is het precies dat deze mannen tot vrienden maakt? Ze zijn immers heel verschillend.
Ik denk dat geografie hierbij erg belangrijk is. Ze zijn nou eenmaal met elkaar opgegroeid omdat hun ouders ervoor hebben gekozen om in die plaats te wonen. Nu zijn ze op een punt in hun leven aangekomen waarop ze zich afvragen of ze nog steeds vrienden kunnen zijn. Ik denk dat veel van hun ideëen en hun behoefte aan bevestiging van vrienden en geliefden afstamt van hun jeugd. Ik denk dat ze allemaal ook loyaal zijn, ze hebben een soort old-school idee van vriendschap. Ze willen elkaar niet opgeven.

…ondanks het incident dat de verstandhouding tussen Kip en Lee verslechtert.
Het ding met Kip is dat hij niet per sé een slecht persoon is. Hij is een gewone man die slechte beslissingen neemt. Iedereen kent wel zo iemand. Ik denk dat Kip veel van de slechte kanten van mijn persoonlijkheid belicht. Maar je ziet dat hij wel iets goeds probeert te doen voor de gemeenschap door de oude fabriek op te knappen. Hij is gewoon een beetje onhandig.

Ik las dat u zelf veel verschillende baantjes heeft gehad. Hebben deze ervaringen u inspiratie geleverd voor uw schrijverschap?
Wat ik aan al die rare baantjes heb overgehouden, is een overtuiging dat ik dat niet meer wilde doen. Ik verdiende er nooit veel geld mee, sommige baantjes waren ronduit gevaarlijk. Dus toen ik de kans kreeg om verder te studeren, heb ik mijn best gedaan om dit boek van de grond te krijgen.

Is schrijven iets wat u altijd al wilde doen?
Schrijven en boeken zijn altijd onderdeel van mijn leven geweest. Maar het is best moeilijk om te zeggen dat je schrijver bent of wilt zijn voordat je een boek hebt uitgebracht. Want mensen kunnen niet zien dat je een schrijver bent zonder dat je daar fysiek bewijs van hebt. Ik denk niet dat ik ooit uitsprak dat ik een schrijver was. Maar ondertussen bleef ik wel gedichten en korte verhalen publiceren.

Nou dat is toch bewijs?
Ja. Maar het drong pas een beetje bij me door toen mijn moeder een tijdschrift opensloeg en zag dat mijn roman erin besproken werd. Maar het blijft een rare gewaarwording. Ik ben hier nog nooit eerder geweest en toch sta ik hier op een festival en hebben mensen mijn boek gelezen. Het is fantastisch, maar surrealistisch.

Tot slot vroeg ik me af of u nog iets kunt vertellen over uw nieuwe verhalenbundel die volgend jaar zal verschijnen.
Ja, het gaat Beneath the bonfire heten en het is een collectie van korte verhalen over personages uit staten als Minnesota en Wisconsin. Ik denk dat het een wat donkerder toon heeft dan Shotgun Lovesongs. Zo is er een verhaal dat handelt over de nasleep van hondengevechten, iets wat veel in het nieuws is in de VS. Ook is er een verhaal dat het olielek van BP bespreekt. Dus het is wat meer politiek gericht. Dat is het voordeel van korte verhalen, het stelt je in staat om zulke onderwerpen behapbaar te maken. Ik ben niet geïnteresseerd in een hele roman daarover.

Film / Films

Cowboys met snorren

recensie: My sweet pepper land

Een spaghettiwestern in Koerdistan, dat is de kortste samenvatting van My sweet pepper land. Maar, filmmaker Huner Saleem heeft meer te vertellen dan alleen een genreverhaal.

~

My sweet pepper land speelt zich af in 2003. Saddam Hoessein is net afgezet en de Koerden koesteren hun nieuw verworven vrijheid. Deze ingrediënten leveren meteen een grappige en tegelijkertijd cynische openingsscène op. We zien de onbeholpen pogingen van de nog niet zo ervaren beulen om een gevangene op te knopen. Voortaan worden er in Koerdistan alleen nog maar mensen opgehangen ná een proces.
Voormalig vrijheidsstrijder Baran kan het bureaucratische baantje in het justitieapparaat niet aan en vraagt overplaatsing aan naar een afgelegen dorp aan de Turkse grens. In hetzelfde dorp heeft ook de onafhankelijke Govend haar toevlucht gezocht. Zij is op de vlucht voor de dominante mannen in haar familie en geeft nu les op de dorpsschool.

Te paard


~

Wanneer een vernielde brug het dorp zo goed als onbereikbaar heeft gemaakt en de uithoek alleen nog per paard te bereken is, betreden we het universum van de western. Vanzelfsprekend ontwikkelen de twee sterke karakters Baran en Govend warme gevoelens voor elkaar en komen ze de nodige hindernissen tegen.
Baran moet recht en orde brengen in het wetteloze dorp en krijgt het daardoor aan de stok met de lokale bendeleider. Ondertussen wordt Govend weggepest door de dorpsbewoners omdat ze de mondige vrouw niet vertrouwen. Filmmaker Saleem volgt alle regels van de spaghettiwestern keurig, inclusief shootout en overdonderende landschapsfotografie. Het enige verschil met de westerse westerns zijn de enorme snorren die de cowboys dragen.

Zwarte humor


Toch heeft Saleem nog meer te vertellen. Net als in veel Iraanse films moeten we het verhaal zien als een metafoor voor en een impliciet commentaar op de politieke situatie in Koerdistan. Wat het nieuwe semi-onafhankelijke land nodig heeft, is een eerlijk rechtssysteem en goed onderwijs. Allerlei behoudende krachten met eigen belangen blokkeren die ontwikkeling. Daarmee is My sweet pepper land nog geen politiek pamflet. Saleem stelt namelijk wel de vragen, maar komt niet met eenvoudige antwoorden. Zwarte humor zorgt er voor dat My sweet pepper land nergens te zwaar op de hand wordt. Een aanrader!