Film / Documentaire

De wereld zal naar mij luisteren

recensie: The Mahler Monologues
Het Concertgebouw © Hans Roggen© Hans Roggen

In Nederland heeft de muziek van de Oostenrijkse componist Gustav Mahler (1860-1911) altijd op een warm onthaal mogen rekenen. Twaalf keer dirigeerde hij bij het Concertgebouworkest zijn eigen werk, van 1903 tot 1909. Al snel gevolgd door de vaste dirigenten van het orkest die het stokje overnamen en er naam en faam mee verwierven.

Er is zelfs een Gustav Mahler Stichting Nederland, die volgens haar doelstellingen tot missie heeft ‘de aandacht voor Gustav Mahler en zijn muziek levend [te] houden’. Daartoe publiceert ze onder meer een tijdschrift, nodigt vooraanstaande sprekers uit voor lezingen en beheert een online kenniscentrum. Nu is er een door de Stichting uitgebrachte Engelstalige film op DVD, inclusief een boekje in het Engels en Nederlands.

Idee

Het idee hiervoor werd ontwikkeld door Eveline Nikkels, musicologe, filosofe en voorzitter van de Gustav Mahler Stichting Nederland. Zij promoveerde op Mahler en publiceerde – uiteraard – over Mahler, maar ook over onder andere Mengelberg. In de filmer Joost Honselaar vond zij de aangewezen persoon om de film te realiseren. Op Honselaars naam staan een groot aantal documentaires en concertregistraties. Onder meer voor het ZaterdagMatinee en van de kerstmatinees van het (inmiddels) Koninklijk Concertgebouworkest (KCO).

De monologen door Gijs Scholten van Aschat

De monologen worden in fraai Engels uitgesproken door niemand minder dan Gijs Scholten van Aschat, een van Nederlands’ grootste acteurs. In driedelig stemmig pak, op een moderne designstoel gezeten, af en toe lopend of zelfs op de grond liggend en met een Mahlerbrilletje op de neus of ermee zwaaiend, spreekt hij vijftien poëtische teksten uit als was hij Mahler zelf; korte teksten, want de DVD duurt alles bij elkaar slechts ruim een half uur. Het is alsof hij op de bank ligt bij Freud en zijn eigen zielenroerselen te berde brengt.
Onder de teksten klinkt meestal muziek, soms ook niet. Verder wordt er veel beeld vertoond. Foto’s, karikaturen, partituurpagina’s met noten en aantekeningen. De drie elementen vormen een fraaie eenheid die vooral voor mensen die al iets van Mahler weten interessant zal zijn.

Tekst en beeld

Behulpzaam daarbij is het feit dat tekst en beeld nagenoeg een-op-een samengaan. We zien een fotoalbum wanneer er sprake is van het kind Mahler. We zien hem nagelbijten wanneer hij het daarover heeft: ‘Yes, I bite my nails …’. We zien hem roeibewegingen maken wanneer hij zegt van roeien en zwemmen te houden en we horen het water klotsen.
Het beeld is helder wanneer het helder moet zijn, en wordt vaag wanneer de tekst dáár om vraagt: ‘Ik heb vrouwen nooit begrepen’, wanneer hij het over Alma, ‘Almschi’, heeft, Mahlers vrouw. Of het beeld wordt even zwart, wanneer de dood aanstaande is en Mahler citeert uit het beroemde Rückertlied: ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’.

Niet dat we dit dan horen. Wat op dat moment klinkt is een fragment uit het eerste deel van de onvoltooide Tiende Symfonie, gespeeld door het Concertgebouworkest onder leiding van Iliahu Inbal. Het overgrote deel van de fragmenten wordt door het KCO gespeeld, op enkele stukjes na, onder meer uit de Kindertotenlieder. Hier is gekozen voor historische opnamen van de bariton Dietrich Fischer-Dieskau en Mahler zelf.

Beeld en muziek

In tegenstelling tot tekst en beeld, lopen tekst en muziek niet altijd een-op-een samen op. Wanneer er sprake is van volksmuziek en militaire muziek horen we een koekoek, terwijl ‘vogels en dieren … en geluiden. / De wind in de bomen’ pas later voorbijkomen. Voorafgaand aan de monoloog over Mahlers moeder (‘Ik aanbid mijn moeder …’) horen we een fragment uit het beroemde Adagietto uit Mahlers Vijfde symfonie, dat door de film Dood in Venetië wereldberoemd werd, maar laat dit nu een liefdesverklaring aan Alma zijn …

Dat is iets wat je hooguit kan verbazen, meer niet. Je moet goed luisteren, naar muziek en tekst, dát wel. Want wanneer Mahler het over zijn jood-zijn heeft en kort daarop over het feit dat hij ook uitvoeringen van zijn eigen symfonieën heeft gefinancierd, mag je daar als kijker geen link tussen leggen in de zin van het stereotype van de rijke jood.
Nee, we houden het op het vervolg van de tekst: ‘De wereld zal naar mij luisteren!’ Dat is gebeurd en gebeurt gelukkig nog steeds.

Ook een DVD als deze smaakt naar meer. Zo is er een prachtige tekst van Ramsey Nasr, Het hemelse leven, een lang, verhalend en lyrisch gedicht naar aanleiding van de Vierde symfonie van Mahler. Om maar iets te noemen. Een schone taak voor de Gustav Mahler Stichting Nederland?

Film / Films

Een visuele belevenis vol emotionele diepgang

recensie: Avatar: The Way of Water

Het tweede deel van Avatar, The Way of Water, biedt een drie uur durend spektakel dat de kijker versteld doet staan, ondanks sommige minder sterke dialogen en voorspelbaar taalgebruik. In vergelijking met de eerste film is het tweede deel verbeterd door de toevoeging van meer emotionele diepgang.

The Way of Water (Avatar 2) maakt grote sprongen in de verhaallijn ten opzichte van de eerste film. De focus ligt nu op de kinderen van Jake Sully en Neytiri. Het verhaal volgt de kinderen terwijl ze op avontuur gaan na een verzoek van de Metkayina-waterstam. Dit doet de Sully-familie om daar onderdak te krijgen. De fluorescerende bossen van Pandora zijn niet meer veilig, dus wordt het verhaal nog spannender.

Avatar’s nieuwe film brengt bekende gezichten terug

Eén van de nieuwe personages in de film heet Kiri en wordt gespeeld door actrice Sigourney Weaver. Het is opmerkelijk dat Weaver, die in de vorige film stierf, terugkeert als een 14-jarig personage. Ook opvallend is de terugkeer van de schurk, kolonel Quaritch. Het is raadzaam om de eerste Avatar nog eens te bekijken voordat je The Way of Water gaat zien, aangezien Quaritch in deze film meer kleur heeft gekregen. Het is duidelijk dat regisseur James Cameron meer diepte aan de personages heeft gegeven, niet alleen op visueel gebied, maar ook qua karakterontwikkeling.

Doordat ze thema’s behandelen als liefde, verdriet, hoop en verlies, kan de kijker zich makkelijk identificeren met de personages en hun emoties. Er is bijvoorbeeld een ontroerend subplot waarin een personage rouwt om het verlies van zijn geliefde, en een ander worstelt met het accepteren van haar eigen identiteit. Deze emotionele lagen maken de film niet alleen boeiender om naar te kijken, maar geven ook meer betekenis aan de acties van de personages.

Technische hoogstandjes en verbluffende onderwaterscenes

Cameron levert geen film af totdat deze tot in de kleinste details perfect is. Hij wachtte zelfs dertien jaar bij Avatar 2, om zeker te zijn van een grensverleggend resultaat. Techniek is niet het belangrijkste aandachtspunt in deze film, maar elk frame is perfect afgewerkt zonder noodzaak tot verdere verbetering. Als Cameron belooft om de grenzen van cinema te verleggen, dan weet je zeker dat je niet teleurgesteld zult worden.

Avatar: The Way of Water, Copyright The Walt Disney Company 2022

De vele onderwaterscenes in Avatar 2, vol met buitenaardse wezens, zijn indrukwekkend. De hyperrealiteit ziet er zelfs zo perfect uit dat het bijna te veel van het goede is. Voor de ultieme beleving is het aan te raden om een paar euro meer uit te geven voor 3D en een hoge frame rate-projectie. Hierdoor zullen zelfs de onderwateromgevingen in dierentuinen na dit bioscoopbezoek teleurstellend overkomen.

Acteurs als Kate Winslet en Sam Worthington speelden hun scènes in watertanks voordat ze door computertechnologie omgetoverd werden tot de blauwe Na’vi-bewoners. Het is nog indrukwekkender wanneer deze blauwe bevolking samenkomt met aardse personages op het scherm. Terwijl in de eerste film uit 2009 nog wat onzekerheid was over de digitale effecten, is de tweede Avatar een bevestiging van de technische verbeteringen. Na jaren van kritiek op de matige en gewichtloze effecten in veel superheldenfilms, herstelt deze film het vertrouwen in digitale trucages in één klap.

Visie van Cameron op milieu en samenleving

Het new age-gepraat over bomen en water met spirituele energiebanen is er nog steeds. Zelfs de grootste milieuactivist zal nog steeds lachen om de manier waarop James Cameron het publiek aanspreekt op haar milieubewustzijn. Zijn films hebben altijd een speelse manier van het aan de orde stellen van normen en waarden. Cameron schildert een vrij traditionele samenleving, waarin gezinsverbanden centraal staan. Maar ook als je niet tegen conservatisme kunt, blijkt de bioscoop toch weer een sterke portal naar een andere wereld.

Theater / Voorstelling

Knap spel maar vermoeiend door tirade van anderhalf uur

recensie: Madame Bovary
KVS_MmeBovary©DannyWillems_0DS8786© DannyWillems

Als Emma en Charles tonen Maaike Neuville en Koen De Sutter knap toneelspel. De regie die het aanhoudend conflict met knallende ruzies benadrukt, veroorzaakt bij de toeschouwer echter uitputting en verveling.

Terwijl het publiek binnenkomt loopt Emma op het voortoneel, met strakke zwarte coltrui, zwarte pantalon en sneakers, heen en weer op het podium. Ze maakt hoekige bewegingen, schokt met haar heupen en bovenlijf en denkt na. Op het achtertoneel scharrelt haar man Charles in gebogen houding rijk gevulde bloemenvazen bijeen. In het midden op de grond een installatie met brandende TL-buizen. Als de zaal rustig is, richt Emma zich tot het publiek en vraagt naar haar naam. Ze spitst haar oren en wacht geduldig in de ogenschijnlijke zelfverzekerdheid te krijgen wat ze wenst. Ze lijkt content met het juiste antwoord. Dan draait ze zich resoluut om en stelt achteloos haar man voor. Traag keert hij zich naar het publiek en knikt hen vriendelijk toe. Het publiek is deelgenoot in de voorstelling wat de relationele pijn doet meevoelen.

Afgelopen maandag 27 februari stond Madame Bovary op de planken in de Amsterdamse Stadsschouwburg tijdens Female Voices – de elfde editie van het internationaal festival Brandhaarden. Dit jaar staat de westerse canon en stereotypering van vrouwen centraal. Theatermakers brengen literaire werken met vrouwelijke hoofdpersonen op eigentijdse wijze op de planken. De regisseur Carme Portaceli heeft, samen met regisseur Michael De Cock, een missie omdat ze volgens het Antwerpse Toneelhuis haar hele leven vrouwen meer zichtbaarheid probeert te geven. Zij geeft ons een volledig eigen interpretatie van het boek.

Plot

In 1856 voltooit Gustave Flaubert zijn roman Madame Bovary waarin de arme, aantrekkelijke boerendochter Emma Rouault trouwt met de eenvoudige vijftien jaar oudere arts Charles Bovary. In de interpretatie van de regisseurs zit ze gevangen in het huwelijk en dient zich onderdanig te gedragen: een positie die haar niet bevalt. Op allerlei manieren zoekt ze naar een uitweg. Zo stimuleert ze Charles tot een risicovolle operatie bij een dorpsgenoot waardoor mogelijk hun aanzien en rijkdom stijgt, maakt forse schulden met voor haar doen exorbitante uitgaven aan kleding en woondecoratie en legt het aan met twee vooraanstaande minnaars. Als alles is mislukt en haar schulden onoverbrugbaar geworden zijn, pleegt ze zelfmoord uit schaamte. De wanhopige en verdrietige Charles volgt kort daarna.

Perspectiefwisseling

Flaubert schreef zijn roman in de derde persoon waardoor de lezer als toeschouwer en daarmee buitenstaander de gebeurtenissen waarneemt; Portaceli en De Cock kozen er bewust voor Emma een eigen en daarmee de énige stem te geven. Het perspectief is subjectief, observaties van haar zijn daarmee onbetrouwbaar. Hiermee brengt de van het boek afwijkende regie de toeschouwer in een loyaliteitsconflict: hulp bieden aan de vrouw die het overduidelijk zwaar heeft in haar gekooide wereld en daarmee haar liefhebbende partner afvallen of kiezen voor de liefhebbende partner en het gekooide bestaan oogluikend toestaan. Weinigen zullen twijfelen maar of dit de manier is om deze feministische problematiek onder de aandacht te brengen – op haast Brechtiaanse wijze – is de vraag.

Enscenering

In de theateradaptatie die Portaceli en De Cock van de roman maken, is de woonkamer de centrale arena van deze tragedie. Wit met zwarte elementen zijn de kleuren die hierin overheersen: de witte trouwjurk, de witte zitbank, de felle witte TL-buizen, de zwarte buitenwereld, de zwarte herenschoenen op het witte doodsbed. Op het achtertoneel staat een metershoog houten raamwerk bekleed met flinterdun opalineachtig plastic. Het zijn de ramen van het huis waardoor de mistige donkere buitenwereld wordt waargenomen. Nieuwe spannende wendingen doen de ramen klapperen in hun sponningen. Door te spelen met wit en zwart brengen de regisseurs grote thema’s naar voren zoals goed en kwaad, haat en liefde, leven en dood waarmee ze het verschil in karakters symboliseren, maar ook maagdelijkheid, gevangenschap, de donkere buitenwereld en niet te vergeten het witte arsenicum en de zwarte gal als hulpmiddel bij Emma’s zelfmoord.

Sterk toneelspel

Met het sterke toneelspel door Maaike Neuville als Emma en Koen De Sutter als Charles Bovary én de mezzosopraan met warm en helder stemgeluid waarvan uw verslaggeefster haar naam helaas niet kon achterhalen, creëer je een voorstelling die van begin tot het eind de aandacht trekt. Maar met maatschappelijke conflicten die lijden tot frustraties en een goede operazangeres ben je er nog niet. Er is ook Emma’s binnenwereld die mogelijk heeft geprobeerd van het huwelijk wél een succes te maken. Daarvan krijgt de toeschouwer niets mee. Op deze manier wordt het slaan op dezelfde trom zonder inzicht in haar innerlijk conflict. Een gemiste kans waardoor dit stuk halverwege door het aanhoudend geruzie en gebeuk tot verzadiging leidt en daarmee tot verveling. Pas na haar dood, tijdens Charles’s monoloog op het doodsbed komt het stuk tot rust. Althans dat dachten we: zijn bekentenis het gedrag van Emma tijdens zijn huwelijk te hebben doorzien brengt nu ook zijn positie aan het wankelen. Waarom heeft hij er dan niets aan gedaan, hield hij toch niet van haar, was zijn vertrouwen een manier van haar af te zijn? We snappen niets van deze theateradaptatie en gaan uitgeput naar huis.

Madame Bovary nog te zien op het Festival Brandhaarden tot en met 4 maart.

Kunst / Expo binnenland

Stervenskoud

recensie: Siberian Exiles – Claudia Heinermann
© Museum of Occupation and Freedom Fights

De Baltische staten Estland, Letland en Litouwen leden tussen 1940 en 1991 zwaar onder de terreur van de Sovjet-Unie. De bezetter onderwierp de bevolking aan massale deportaties, executies en dwangarbeid. Fotograaf Claudia Heinermann documenteerde vooral via interviews met overlevenden de weinig bekende verschrikkingen. Een ware eyeopener in het Nederlands Fotomuseum.

Het begon toen de Sovjet-Unie zich na het niet-aanvalsverdrag met nazi-Duitsland in 1940 meester maakte van de Baltische staten. Onder Stalin nam de repressie onmiddellijk een aanvang. ‘In de nacht van 14 juni 1941, ik was toen dertien jaar, werd ons hele gezin opgepakt en naar Siberië gedeporteerd. Mijn vader (beroepssoldaat in het Litouwse leger, red.) werd ter dood veroordeeld en op 11 mei 1942 in de gevangenis van Kansk geëxecuteerd. Maar dat hoorden wij pas veel later.’ Aldus Irena Valaityté in één van de vele wandteksten (interviews) op de expositie.

Zelf belandde Irena al gauw in een werkbrigade van kinderen, op een eiland in Noord-Siberië. In een steenkoud niemandsland, waar nog helemaal niets was, werkte ze twaalf uur per dag, de eerste tijd aan het bouwen van een nederzetting. Haar broertje zat in de visbrigade en moest wakken maken in het ijs om eten te verzamelen. Uiteindelijk kregen honger, kou en ziekte Irena niet klein. In 1948 wist ze te ontsnappen en thuisland Litouwen weer te bereiken, waar ze zich nog jarenlang moest schuilhouden. In 1963 kwam ook haar broer terug. Haar moeder overleed in 1946 op het eiland.

Boven de poolcirkel

De verhalen van Irena Valaityté en tientallen lotgenoten zijn indrukwekkend gedocumenteerd door de Duitse fotograaf Claudia Heinermann (1967). Zij wil de geschiedenis van de Sovjet-gruwelen in de Baltische staten voor eens en altijd vastleggen, zeker nu het huidige regime in het Kremlin laat zien niets van het verleden te hebben geleerd. Door middel van spaarzame foto’s uit de jaren 30 en 40, teksten met foto’s en portretten van nu, maar ook tekeningen en enkele video’s, geeft ze overlevenden een stem.

Heinermanns project bestaat uit drie delen. Het eerste deel focust op zes Litouwers die als kind tijdens de eerste grote massadeportatie in 1941 naar de zuidelijke bergstreek Altaj gedeporteerd werden, om na een jaar landbewerking naar de Laptevzee boven de poolcirkel vervoerd te worden voor het op poten zetten van een complete visindustrie. Hun verhalen en portretten staan hier centraal. Ook zijn er rake tekeningen en enkele video’s te zien. Aangrijpend is bijvoorbeeld een filmpje van een Litouwse expeditie uit 1989 naar de Laptevzee. Doel van de expeditie, waaraan ook Irena Valaityté deelnam, was om graven van familieleden te vinden en een monument voor hen op te richten. We zien hoe het lichaam van Irena’s moeder wordt gevonden in de permafrost. Naar schatting zijn er in totaal zo’n 130.000 mensen uit de Baltische staten op transport gesteld.

Partizanenstrijd en testlocatie

Deel twee zoomt in op de partizanenstrijd tegen de Sovjetbezetters, die na de verdrijving van de Duitsers in 1944 de Baltische staten opnieuw annexeerden. Tot in de jaren 50 werden vanuit ondergrondse bunkers in de bossen acties tegen de Russen ondernomen. De hoop op westerse hulp bleek vergeefs. In deel drie verschuift de blik naar het zuiden van Siberië. Circa 20.000 Esten werden in 1949 aan de grens met Kazachstan tewerkgesteld als landarbeiders. Wat ze lange tijd niet wisten was dat een paar honderd kilometer verderop de testlocatie Semipalatinsk werd gebruikt voor atoomproeven. 

Ook hier veel teksten en een aantal foto’s van betrokkenen. Maar bijvoorbeeld ook een enorme overzichtskaart van alle goelags en een model van het terrein voor atoomproeven. Je komt ogen tekort om alles in je op te nemen. Interessant is dat Heinermann zelf ook naar Semipalatinsk reisde om jaren later interviews af te nemen met ooggetuigen van de onbekende trillingen en wolken.

Portretten vol menselijkheid

Historisch beeldmateriaal is om voor de hand liggende redenen wat karig. De oude foto’s die Heinermann exposeert vallen in ruwweg twee categorieën: onbezorgde jeugdfoto’s uit de jaren voor de Sovjetbezetting en kiekjes van barre deportatielocaties uit de jaren 40 en 50. ‘Zoek de verschillen’, zou je er uiterst cynisch bij kunnen denken. Maar voor cynisme moet je zeker niet bij Heinermann zijn. Met de wetenschap van de gruwelen die hebben plaatsgevonden in het hoofd, is het prachtig om te zien hoe ze overlevenden op latere leeftijd weet te portretteren. Getekend, zeker. Maar vaak ook kleurrijk en met een warme blik vol bewaarde menselijkheid. Daar heeft ook ijskoude barbaarsheid geen eind aan kunnen maken.

Irena Valaityté (1928), Kaunas, Litouwen, 2017 © Claudia Heinermann

 

 

IFFR 2
Film / Reportage
special: International Film Festival Rotterdam
IFFR 2

IFFR 2023: the sequel

Ons tweede en laatste verslag van de 52e editie van het International Film Festival Rotterdam behandelt weer films in diverse genres uit alle hoeken van de wereld.

Het bezoekersaantal van deze editie van het IFFR bleek na afloop nog niet het pre-corona niveau te hebben gehaald, maar zo voelde het zeker wel: de meeste voorstellingen die ik bezocht, zaten goed vol. In dit tweede IFFR-verslag reizen we van Denemarken via de VS en Namibië naar Oceanië.

Superposition

Karoline Lyngbye • Denemarken, 2023
Sterren: 4/5

Stine (Maria Bach Hansen, The Legacy) en Teil (Mikkel Boe Følsgaard, Land of Mine) zijn met hun zoontje Nemo naar de bossen van Zweden verhuisd om het stressvolle stadsleven in Kopenhagen te ontvluchten. Het is voor hen ook een kans om hun relatie nieuw leven in te blazen en hun binding met Moeder Natuur te vergroten. Hun ervaringen zullen ze met de wereld delen via een podcastserie. De plek blijkt echter een stuk minder afgezonderd van de buitenwereld dan beloofd. De verbazing wordt al helemaal groot als de vreemdelingen er exact uitzien als zijzelf!

Dit volwassen speelfilmdebuut van Karoline Lyngbye duikt in de wereld van doppelgängers en parallelle universa. Het is zeker geen onbekend thema in de cinema, maar Lyngbye voegt hier een stijlvolle loot aan toe. De keuze om de personages een podcast te laten opnemen blijkt hierbij een slimme: hiermee kan veel informatie op een natuurlijke manier gegeven worden en wordt de relatie van het stel scherp neergezet. Ook is slim gebruik gemaakt van de locatie. Het moderne vakantiehuis waar het gezin verblijft, zit vol glas; de spiegelingen die dit glas veroorzaakt, zijn een subtiele visuele voorbode van wat gaat komen.

Hoewel de film zeer gestileerd overkomt, was er zeker ook ruimte om niet-gescripte scènes in de film te verwerken, zo bleek uit de Q&A na afloop. De scène waarin Nemo over spinnen en Spider-Man praat – wat fijne verwijzingen leken te zijn naar zowel duale identiteiten als Denis Villeneuves Enemy – bleek door het jochie geheel geïmproviseerd te zijn.

Superposition

Under the Hanging Tree

Perivi Katjavivi • Namibië, 2023
Sterren: 2/5

Namibië – een van de dunst bevolkte landen ter wereld – kent diverse bevolkingsgroepen, waaronder Duitse nazaten. Tot de Eerste Wereldoorlog was het grote Afrikaanse land namelijk een Duitse kolonie. De genocide begin van 20e eeuw door de kolonisator van de Herero en de Nama, twee inheemse bevolkingsgroepen, liet diepe wonden na. Het is dus een land met een fascinerend verleden en tegen die achtergrond speelt Under the Hanging Tree zich af. In deze film doet een norse politieagente met Herero-roots onderzoek naar wat lijkt op ritueel geslacht vee van een Duitse boer. Niet veel later wordt de boer zelf dood aangetroffen.

Het verhaal heeft potentie, maar de film blijkt niet in staat het lage budget en gebrek aan ervaring te verhullen. Regisseur Perivi Katjavivi strooit kwistig met (te) lang aangehouden shots in de hoop dat Dutch angles (schuine horizonnen) ze interessanter maken. Het acteerwerk is houterig en het geluid is zeldzaam amateuristisch. Zelfs de imposante, weidse landschappen van Namibië worden nergens echt mooi in beeld gebracht – an sich best een prestatie van formaat.

Under the Hanging Tree

Little Dixie

John Swab • Verenigde Staten, 2023
Sterren: 2,5/5

Het is een wat atypische IFFR-keuze, deze Amerikaanse productie met actiester Frank Grillo in de hoofdrol. Hierin verklaart een overijverige Amerikaanse gouverneur de oorlog aan een Mexicaans drugskartel. Doc (Grillo), een voormalige special forces commando, is niet alleen een oud-collega van de gouverneur, maar heeft ook banden met het kartel. Veel kans om vrede tussen beide kampen te bewerkstelligen krijgt hij niet, want de kartelleider heeft besloten psychopaat Cuco (Beau Knapp) naar de VS te sturen om het zaakje op te lossen. Als Cuco de dochter van Doc ontvoert met als doel de commando te dwingen om de gouverneur te doden, komen de dodelijke kwaliteiten van Doc meer dan van pas.

Het is geen hoogvlieger, deze film van John Swab. Het is bij vlagen keihard en er vallen genoeg doden, maar verwacht geen innovatieve geweldsballetten à la John Wick. Bovendien is een vrouwelijk personage dat ontvoerd wordt inmiddels zo’n sleets plotmiddel, dat het eigenlijk verboden zou moeten worden. Cuco is ook met z’n gabberachtige uitstraling een net iets te dik aangezette bad guy, maar Grillo bewijst weer eens een acteur te zijn met voldoende charisma om de aandacht vast te houden. Little Dixie voelt mede door hem lekker ouderwets aan. Solide. Vermakelijk zelfs.

Little Dixie

Paco

Tim Carlier • Australië, 2023
Sterren: 3,5/5

De opening van de absurdistische Australische film Paco doet denken aan de scène in Babylon waarin Nelly (Margot Robbie) voor het eerst een geluidsscène opneemt. Vlekkeloos gaat dat zeker niet en vele takes zijn het gevolg – tot frustratie van de crew. In Paco is het niet het geluid zelf, maar actrice Hebe (Hebe Sayce) die de lange takes telkens in de soep laat lopen. Lange takes, die in Paco weer onderdeel zijn van één lange take. Een waar staaltje knap filmmaken dit!

Als de scène er eindelijk op staat, vergeet Hebe vervolgens haar draadloze microfoon in te leveren. Dit is de verantwoordelijkheid van geluidsman Paco en een microfoon kwijtraken is, zo wordt duidelijk, een doodzonde. Paco (Manuel Ashman, die echt ervaring heeft als geluidsman) volgt de geluiden die zijn microfoon oppikt. In plaats van Hebe te vinden, wordt hij in de Australische stad Adelaide, waar de film zich afspeelt, steeds weer afgeleid. Hij komt continu maffe personages tegen en er wordt door vrienden en collega’s de hele tijd een beroep op hem gedaan als geluidsman.

Paco, door regisseur Tim Carlier zelf op zijn website een ‘Experimental Comedy’ genoemd, levert een film op die zeker niet alleen voor ingewijden van de Adelaidese filmscene grappig is. Zo is een spel dat op een feestje gespeeld wordt voor niet-ingewijden behoorlijk onnavolgbaar, maar door de absurditeit ervan juist weer universeel grappig. Met een beperkt budget en met hulp van een groep enthousiaste vrienden uit de film- en muziekscene van Adelaide, is een redelijk unieke film gemaakt. Eén waarin het geluid ervan voor zo’n 85% ook daadwerkelijk het geluid is dat Paco ter plekke opnam.

Paco

Patu!

Merata Mita • Nieuw-Zeeland, 1983
Sterren: 3,5/5

In 1981 stond een tour door Nieuw-Zeeland gepland van de Springboks, het nationale rugbyteam van Zuid-Afrika. De Springboks waren hier al eerder op tour geweest en het was ook niet de eerste keer dat de komst van een vertegenwoordiger van het Apartheidsregime weerstand opwekte. Zo heftig als in 1981 was het echter nog niet geweest. De doden door rellen in township Soweto en de moord op activist Steve Biko lagen immers nog vers in het geheugen. De steeds massalere en gewelddadigere demonstraties splitsten Nieuw-Zeeland – waar rugby onderdeel is van de nationale identiteit – in pro- en anti-tour. Het is wel duidelijk welke kant Maori filmmaker Merata Mita hierin kiest. De blik wordt daarbij ook steeds meer naar binnen gericht, op de Nieuw-Zeelandse maatschappij zelf. Wat heeft demonstreren tegen racisme in een ander land voor zin, als dit in eigen land nog steeds voor komt?

Vele cameramensen filmden de protesten dicht op de huid. Wat een 25 minuten durende televisiedocumentaire had moeten worden, groeide uit tot dit pamflet van bijna twee uur. Patu! – de naam van een traditionele Maoriknuppel – begint nog rustig met het verzamelen van handtekeningen om de tour een halt toe te roepen, maar laat vervolgens een steeds heftigere geweldsspiraal zien. Wanneer het de demonstranten lukt om bij de eerste rugbywedstrijd het veld op te stormen en de wedstrijd te laten staken, wordt het ingrijpen van de politie bij volgende optredens steeds hardhandiger. Zelfs het leger wordt ingeschakeld om barricades te bouwen, terwijl demonstranten zichzelf steeds beter gaan wapenen tegen het grove geweld van de politie: tegen het eind van de documentaire zijn er nog maar weinig demonstranten te zien die geen helm dragen. Opvallend detail: een van de cameramensen van Patu! was regisseur Roger Donaldson, die enkele jaren hiervoor had gedebuteerd met Sleeping Dogs, ook al een mijlpaal uit de Nieuw-Zeelandse cinema. De scène in deze film (met een piepjonge Sam Neill in de hoofdrol) waarin de oproerpolitie van het totalitaire regime hardhandig demonstranten knuppelt, leek wel voorspellende gaven te hebben.

Patu

Kunst / Expo binnenland

Rondreizen in een driedelig universum

recensie: Vermeer - Rijksmuseum Amsterdam

Als mens hoort Johannes Vermeer (1632-1675) thuis in het pantheon van ‘wereldberoemde onbekenden’. We weten nog steeds heel weinig over zijn persoon. Maar zijn fenomenale schilderijen zijn in de loop der eeuwen tot in de kleinste details onderzocht en beschreven. Het kan je moeilijk zijn ontgaan dat in het Rijksmuseum momenteel een unieke Vermeer-expositie te bewonderen is. 

De enorme belangstelling voor de grote Vermeer-tentoonstelling overvalt zelfs het Rijksmuseum. Maar wat wil je. Eén van de twee allergrootste Hollandse Meesters; 28 van zijn 37 bekende werken tentoongesteld; volop aandacht in binnenlandse en buitenlandse media … Dit moet je zien! Wie bang is dat het dringen wordt, kan gerustgesteld zijn. Met een beetje geduld kom je echt wel oog in oog te staan met alle schatten. Zelfs bij de kleinste Vermeers – waar je je bijna op een postzegelbeurs waant – kom je zonder al te lang wachten aan de beurt. Gelukkig maar, want Vermeer hield het vaak klein. Een (niet zo snelle) rekensom leert dat de totale oppervlakte van de 28 schilderijen 13,37 m² bedraagt. Dat is nauwelijks meer dan driekwart van De Nachtwacht (17,21 m²). En daar zijn dan nog stukken afgesneden ook. 

Maar uiteraard zal geen bezoeker zich bekocht voelen qua omvang van de expositie. Nooit eerder zijn zoveel Vermeers bij elkaar gebracht. Met bijna alle topstukken die je graag eens wilt zien, en onderverdeeld in heldere thematische categorieën. Gezicht op Delft, Het melkmeisje, De geograaf, Vrouw met parelsnoer, het ene schilderij nog iconischer dan het andere.  

Geloof en wetenschap

Vrouw met weegschaal, Johannes Vermeer, olieverf op doek, ca. 1662-64, National Museum of Art, Washington, Widener Collection

Een van de dingen die opvalt is dat Vermeer toch heel wat religieuze symboliek in zijn schilderijen heeft verwerkt. Van origine was hij protestants, maar na zijn huwelijk met de katholieke Catharina Bolnes raakte hij kennelijk al snel in de ban van die andere geloofsstroming. Van zijn vroege (historie)schilderijen tot het late Allegorie van het katholieke geloof (ca. 1670-1674) is ‘het laatste oordeel’ een terugkerend thema. Neem bijvoorbeeld Vrouw met weegschaal (ca. 1662-1664). De decoratie op de achterwand bevat, zoals vaak bij Vermeer, een duidelijke boodschap. Staar je niet blind op aardse rijkdom, de echte eindbalans wordt na je dood opgemaakt! Wat dat betreft doet Vermeer toch iets minder modern aan dan Rembrandt met zijn focus op o zo menselijke innerlijke worstelingen en contemplatie. 

Dit is ook relevant omdat Vermeer juist leefde in een tijd van grote ontdekkingen en vernieuwingen. In de 16e en 17e eeuw vond er een ongekende wetenschappelijke revolutie plaats die het middeleeuwse wereldbeeld flink op zijn kop zette. Van Copernicus tot Newton, van Columbus tot Descartes; traditionele aannames sneuvelden bij bosjes. De modernisering reikte zeker ook tot Delft. Als Vermeer wilde, kon hij daar dagelijks zijn leeftijdgenoot Antoni van Leeuwenhoek tegen het lijf lopen, de baanbrekende lenzenslijper en uitvinder van de microscoop. De overeenkomst is sowieso treffend. Beiden geobsedeerd door optische vraagstukken en meester in het ontsluiten en ‘beschrijven’ van een eigen microkosmos. 

Delft, de wereld en het hiernamaals

Er zijn ook twee werken van Vermeer waarin de ‘ontdekking van de wereld’ het expliciete hoofdthema is: De astronoom en De geograaf. Toevallig of niet zijn dit de enige werken met een mannelijke hoofdpersoon. In Amsterdam is het prachtige De geograaf (1669) nu te zien. Er is wel serieus gespeculeerd dat de wetenschapper op beide schilderijen Antoni van Leeuwenhoek zou zijn (Arthur K. Wheelock Jr., Jan Vermeer, New York 1988), maar daar zijn geen echte aanwijzingen voor. Een geval van wensdenken? 

Hoewel Vermeer de buitenwereld en het bovenaardse op veel manieren in zijn werken betrekt – via ramen, brieven, bezoekers, landkaarten, decoraties – tovert hij ons in de eerste plaats zijn eigen, Delfts mini-universum voor. Helemaal op een expositie als deze zie je mooi hoe allerlei elementen en voorwerpen terugkeren in de schilderijen. De stoelen, de kleden, de muziekinstrumenten… het zijn onlosmakelijke onderdelen van het persoonlijke universum van Vermeer. Een universum waar je niet snel in verdwaalt maar waarin je – overmeesterd door het schitterende kleurenpalet, de aandacht voor detail en de geniale lichtval – eindeloos kunt rondreizen. 

Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)
Muziek / Album

Zangeres met een missie

recensie: Sophie Straat – Smartlap is niet dood
Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)

Het is een spannende week voor Sophie Straat, 3 maart komt haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood uit en 6 maart worden de Edisons uitgereikt, waarvoor ze in de categorie ‘Hollands’ een nominatie binnen wist te slepen. Met het nieuwste album bewijst Sophie dat ze die nominatie én het wachten op dit album meer dan waard is.

Langverwacht debuutalbum

Sophie Straat (artiestennaam van Sophie Schwartz) is een Amsterdamse protestzangeres en kunstenares, die samen met haar partner Wieger Hoogendorp allerlei maatschappelijke misstanden aan het licht wil brengen door middel van haar muziek. Al voor het uitkomen van haar debuutalbum heeft ze een stevig muzikaal cv opgebouwd. Haar debuut-EP ’T Is niet mijn Schuld leverde haar een Edison op in de categorie ‘Hollands’, ze stond op het podium met artiesten als Willeke Alberti en The Opposites, en scoorde in 2021 samen met Goldband een flinke zomerhit met ‘Tweede Kamer’. Dat we dan ook vol smart wachtten op de release van haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood is een understatement.

Levenslied met een moderne twist

De protestzangeres weet op haar debuutalbum licht te werpen op belangrijke thema’s, waaronder machtsmisbruik, politiegeweld, seksisme (met fenomenen als mansplaining en het patriarchaat), grensoverschrijdend gedrag op studentenverenigingen en racisme. Elk lied draagt een duidelijke boodschap met zich mee, die ondubbelzinnig in de teksten wordt benoemd. Voor wie die boodschap nog onduidelijk is, wordt er in het bijgeleverde boekje per nummer extra uitleg geboden.

Zoals Sophie in het eerste nummer `Smartlap is niet dood´ bezingt, had de Zangeres Zonder Naam een missie met het levenslied en Sophie wil deze missie voortzetten. Ze wil verhalen die we te weinig horen een stem geven en de mensen die het niet met haar eens zijn, ook hard mee laten zingen. En met een lading pakkende teksten én aanstekelijke melodieën, is dat haar zeker gelukt.

Wie denkt dat met dit album de smartlap op de hak wordt genomen of dat het album alleen maar clichématige smartlappen bevat, heeft het mis. Sophie en Wieger zijn diep in de geschiedenis van het genre gedoken en hebben zich duidelijk ingelezen in de thema’s die ze willen bezingen. Zo wordt elk nummer in een uniek jasje gestoken. Het lied dat het meeste lijkt op die typische, oer-Hollandse smartlap, is het nummer ‘Mannen’. Waar dit lied over gaat is duidelijk: mannen. Specifieker gaat het over mansplaining, een fenomeen waar veel vrouwen mee te maken krijgen. De oproep aan mannen om toch eens bewuster te worden, wordt begeleid met een flinke lading draaiorgels, accordeons én een mannenkoor. Een nummer dat heerlijk is om mee te zingen in de kroeg, maar allicht minder snel bij mensen in hun playlist gaat belanden.

Je krijgt het niet meer uit je kop

Ook voor wie niks heeft met die oer-Hollandse sound, is er genoeg te vinden op dit nieuwe album. De aanstekelijke banger ‘Tweede Kamer’ (in samenwerking met Goldband) heeft een pakkend skageluid en doet bij vlagen denken aan Doe Maar. Zo wordt feminisme weer funky en wordt de luisteraar opgeroepen om op een vrouw te stemmen tijdens de verkiezingen. Enthousiast meezingen en dansen is ook goed mogelijk met de bonustrack ‘De stad is van ons’, van dewelke het stevige elektronische geluid niet zal misstaan in menig uitgaansgelegenheid.

Een persoonlijke favoriet is het nummer ‘Vrijheid, gelijkheid, zusterschap’, waarin een prachtige droomwereld wordt bezongen waarin van alles mogelijk is. In die droomwereld kan je als man met een andere man zoenen tijdens een voetbalwedstrijd en kan je in Texas gewoon naar de abortuskliniek, zelfs mét een buddy aan je zij. In het refrein komen we er helaas achter dat het inderdaad écht een droom was en dat onze huidige wereld misschien meer op de achttiende eeuw lijkt dan we willen toegeven. Een nummer met een belangrijke boodschap en een pakkende melodie, een aanrader voor iedereen die door de ietwat bizarre videoclip heen kan kijken.

Een akoestische traktatie

Dat Sophie ook straalt in de kleinere, eenvoudigere liedjes bewijst ze met het nummer ‘Mooier als je lacht’. Een nummer waarin het fenomeen van straatintimidatie, iets waar 94 % van de vrouwen mee te maken krijgt, wordt bezongen. Dit lied is een van de hoogtepunten van het album, maar haast nog beter is de akoestische versie die kortgeleden op YouTube verscheen:

Het levenslied is weer cool

Nadat haar debuut-EP met een Edison werd bekroond, wachtten we met smart (pun intended) op haar debuutalbum. Smartlap is niet dood is het wachten meer dan waard geweest. Sophie Straat bewijst dat ze in meerdere genres kan stralen én weet het levenslied weer hip te maken. De smartlap is zeker nog niet dood!

Muziek / Concert

Impressie en expressie

recensie: Recensie: NTR Zaterdagmatinee 25 februari 2023
Portret Eric WhitacreMarc Royce

Het schijnt dat je óf een bewonderaar bent van zijn muziek, óf er niets mee hebt. Maar kan het ook zo zijn, dat je er dubbel over bent? Ja – dat kan.

De bewonderaars van de composities van Eric Whitacre (1970) – want over hem gaat het – lopen weg met bijvoorbeeld diens ‘Sing gently’, dat afgelopen zaterdag als toegift werd gezongen door het Groot Omroepkoor onder leiding van de componist. In coronatijd werd het opgenomen door Eric Whitacre’s Virtual Choir:

De tegenstanders vinden zijn muziek te eenvoudig, te zoet en sentimenteel, maar The Sacred Veil (2018) voor koor, cello en piano dat voorafgaand aan deze toegift de Nederlandse première beleefde, heeft van beide wat. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat het door de compositie zelf is ingegeven.

The Sacred Veil

Het twaalfdelige, een uur durende werk gaat over leven en dood. Over de rollercoaster waarin Whitacre’s vriend en schrijver Charles Anthony Silvestri en diens met kanker gediagnostiseerde, zwangere vrouw Julia Lawrence Silvestri en hun kinderen terechtkomen. Én over het thuis komen, dat wil zeggen de eeuwige rust na de dood.
De titel van het stuk slaat op de sluier tussen twee werelden, leven en dood. Whitacre noemde het in zijn inleidende praatje overigens ‘energy’, wat een andere, meer new age-achtige kleur aan het geheel geeft.

Die heilige sluier, dat thuiskomen, die eeuwige rust en energie staan voor de zoete kant van het werk. Nog benadrukt door een korte sopraansolo van Varvara Tishina die zich tegen het eind losmaakt uit het koor en er als een ziel of een engel hoog bovenuit zweeft.
De minder zoete en sentimentele kant van het stuk ligt in de rusten (‘In weary gratitude, they stand’) die voor het stokken van de adem staan, in de kakofonie ook van het deel waarin de arts de definitieve uitslag bekend maakt en in kleine, dissonante passages die zinsneden laten schrijnen (‘It’s so soft and clean!’).
De minder zoete kant uit zich verder in tegenstellingen die naar voren komen in de tekst (‘You rise; I fall’) en afwijkingen daarbinnen die je niet verwacht: ‘Child of mourning / child of night’ in plaats van ‘child of morning’.

Misschien kun je in dit verband met de Nederlandse componist JacobTV (1951) spreken van ‘peperen met suiker’, in het geval van Whitacre extra benadrukt door de piano en cello die dan weer wat in de schaduw van de koorpartijen treden, een kabbelende onderlaag spelen of een echo geven van het thematisch materiaal (‘I am here’ van ‘I’m afraid’ in het hart van de compositie).
Alles bij elkaar intrigerend en prachtig uitgevoerd door het Groot Omroepkoor en de twee instrumentalisten: Quirine Viersen (cello) en Nicolas van Poucke (piano).

Toek Numan: 3 Haiku

Voorafgaand aan dit werk zingt het Groot Omroepkoor (ingestudeerd door Martina Batič) en met twee andere instrumentalisten (Ellen Versney, harp en Esther Doornink, marimba) 3 Haiku (2013) van de Nederlandse componist Toek Numan (1971).

In lange, vloeiende lijnen, met verglijdende samenklanken zingt het koor een Engelse vertaling van de tekst van Matsuo Bashō, omstrengeld door het spel van de twee instrumentalisten.

Waar Whitacre de luisteraar volgens het programmaboekje bij dit concert meeneemt op een ‘emotionele reis’, nam Numan de luisteraar mee ‘op de stroom van zijn eigen associaties, gevoelens en gedachten’. Een subtiel verschil, maar wel degelijk een verschil: de expressie van leven en dood en de impressie van de schoonheid van het leven en de natuur. Allebei de composities krijgen een groot onthaal. Naast mij zit iemand die na de tweede Haiku uit Numans compositie zegt: ‘Prachtig’ en na Whitacre een traantje wegpinkt.
Whitacre loopt met verende, haast dansende tred de trap op en af, zijn halflange haar op en neer wapperend, zoals je van een klassieke rockstar kunt verwachten.

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

8WEEKLY Playlist: Steengoede covers

Soms kiezen artiesten ervoor om de kunst af te kijken bij de buren. Zo coveren popsterren van tijd tot tijd nummers van hun rock buren, en andersom. Het resultaat is vaak verrassend, en soms zo succesvol dat de cover het origineel ver overstijgt in verzamellijsten als de Top2000. Natuurlijk betekent dit niet dat alle covers beter zijn dan het origineel, maar dit is wel een goede reden om eens stil te staan bij een aantal steengoede covers. 

 

 

Wederzijds gecoverd: Frank Turner en NOFX

Dat singer-songwriter en punkrocker Frank Turner niet vies is van een cover, dat weten zijn fans wel. Bij live optredens covert hij graag zijn eigen favorieten, waaronder “Somebody To Love” van Queen en “Dancing Queen” van ABBA. Zijn persoonlijke helden die meer in zijn eigen genre vallen passeren natuurlijk ook de revue, waaronder Blink-182 en NOFX. Met laatstgenoemde wist Turner er een volledig album uit te halen, waar de artiesten elkaar coveren. Op het album West Coast vs. Wessex uit 2020 covert Turner enkele hits van NOFX, waaronder “Bob” en “Falling In Love”, maar worden zijn eigen hits waaronder “Thatcher Fucked the Kids” gecoverd door de Amerikaanse punkers van NOFX. Het wordt een ware inception op YouTube bij de videoclip van Bob (in Turners’ versie), waar in de videoclip de leden van NOFX verkleed gaan en acteren als Frank Turner en zijn band. Benieuwd hoe de andere nummers klinken? Die zijn te vinden in onze nieuwste playlist! 

Punkversies van diva’s

Dat de zanger van NOFX, Fat Mike, ook van covers houdt is niet vreemd: hij is bassist bij de punkcoverband Me First and the Gimme Gimmes. Deze supergroep bestaat uit leden van verschillende punk- en rockbands, waaronder Lagwagon, Foo Fighters en Swingin’ Utters. De band ontstond als hobbyproject van de leden en speelt alleen covers van andere nummers. Zes studioalbums later kunnen we wel stellen dat dit hobbyproject in de categorie “uit de hand gelopen hobby” valt. Het zesde album Are We Not Men? We Are Diva! focust zich, zoals de titel al kenbaar maakt, op diva’s. Ze coveren (bijna alleen) bekende zangeressen die volgens hun in de categorie diva vallen, dus zangeressen als Barbra Streisand, Madonna en Cher ontbreken zeker niet. Waarom bijna alleen zangeressen? De Britse zanger Boy George van Culture Club kan ook rekenen op een dikke knipoog en wordt ook gecoverd op dit album. Benieuwd hoe “Straight Up” van Paula Abdul klinkt als punk nummer? Ook deze hit is te vinden in de nieuwe playlist.  

Disturbed: groter dan het origineel

Het is elk jaar weer een spannende strijd: welke versie van “The Sound Of Silence” zal dit jaar hoger eindigen in de Top2000? Jarenlang stond het origineel van Simon & Garfunkel het hoogst, maar sinds 2019 staat de versie van Disturbed hoger dan het origineel. Hoewel “The Sound Of Silence” ongetwijfeld de bekendste cover van Disturbed is, hebben ze al een jarenlange traditie waar ze op elk album een cover plaatsen. Vaak pakken ze een oude hit en verhogen ze daarvan het tempo én maken ze het iets agressiever. Eerdere nummers die al een ware Disturbed transformatie hebben ondergaan zijn “If I Ever Loose My Faith In You” van Sting en “Land Of Confusion” van Genesis, beiden te vinden in de nieuwste playlist. 

Naast de covers van Frank Turner, NOFX, Me First and the Gimme Gimmes en Disturbed staan er nog vele andere rockcovers op je te wachten in de nieuwste playlist van 8WEEKLY. Veel luisterplezier! 

  • Disturbed – The Sound of Silence (Origineel: Simon and Garfunkel) 
  • Apocalyptica, Till Lindemann – Helden (Origineel: David Bowie) 
  • Me First and the Gimme Gimmes – Straight Up (Origineel: Paula Abdul) 
  • Floor Jansen, Henk Poort – Phantom of the Opera  
  • Apocalyptica, Nina Hagen – Seemann (Origineel: Rammstein)
  • The Cranberries – Go Your Own Way (Origineel: Fleetwood Mac) 
  • Guns N’ Roses – Knockin’ On Heaven’s Door (Origineel: Bob Dylan) 
  • Green Day – Working Class Hero (Origineel: John Lennon) 
  • The Struts – Dancing In The Street (Origineel: Martha Reeves and the Vandellas) 
  • Maneskin – Beggin’ (Origineel: Frankie Valli and the Four Seasons) 
  • The Ataris – The Boys Of Summer (Origineel: Don Henley) 
  • Red Hot Chili Peppers – Higher Ground (Origineel: Stevie Wonder) 
  • Chris Cornell – Watching The Weels (Origineel: John Lennon) 
  • Limp Bizkit – Behind Blue Eyes (Origineel: The Who) 
  • Disturbed – If I Ever Lose My Faith In You (Origineel: Sting) 
  • Blink-182 – Another Girl Another Planet (Origineel: The Only Ones) 
  • Five Finger Death Punch – Bad Company (Origineel: Bad Company) 
  • Joan Jett & The Blackhearts – I Love Rock ‘N Roll (Origineel: The Arrows) 
  • Shinedown – Simple Man (Origineel: Lynyrd Skynyrd) 
  • The Smashing Pumpkins – Landslide (Origineel: Fleetwood Mac) 
  • Tenacious D – The Last In Line (Origineel: Dio) 
  • Led Zeppelin – Dazed and Confused (Origineel: Jake Holmes) 
  • Billie Joe Armstrong, Green Day – Kids in America (Origineel: Kim Wilde) 
  • Disturbed – Land of Confusion (Origineel: Genesis) 
  • The Interrupters – Bad Guy (Origineel: billie eilish) 
  • Alanis Morissette – King of Pain (Origineel: The Police) 
  • Kula Shaker – Hush (Origineel: Joe South) 
  • NOFX – Thatcher Fucked the Kids (Origineel: Frank Turner) 
  • Pearl Jam – Rockin’ in the Free World (Origineel: Neil Young) 
  • No Doubt – It’s My Life (Origineel: Talk Talk) 
  • George Harrison – Got My Minds Set On You (Origineel: James Ray) 
  • Venice Sunlight – Flagpole Sitta (Origineel: Harvey Danger) 
  • Tim Akkerman – Nemo (Origineel: Nightwish) 
  • Miley Cyrus – Heart of Glass (Origineel: Blondie) 
  • Frank Turner – Falling in Love (Origineel: NOFX) 
Theater / Voorstelling

Het boeiende leven van een legendarische danser

recensie: Recensie: première Nureyev - Jan Kooijman
Jan Kooijman danst in NureyevAnnemieke van der Togt

Geboren in een rijdende trein, achterna gezeten door de KGB en uiteindelijk gevlucht van de beknellende Sovjet-Unie naar het vrije Frankrijk: het leven van danser Rudolf Nureyev (1938-1993) klinkt als een spannende roman. Niet gek dat hij onderwerp was van boeken, documentaires en een film. In Nureyev brengt Jan Kooijman de legendarische danser tot leven in het theater.

De meeste mensen zullen Jan Kooijman kennen als presentator van programma’s als So You Think You Can Dance, Dance Dance Dance en Hij, Zij, Hen. Als acteur verkreeg hij naamsbekendheid in GTST en verscheen hij in films als Verliefd op Ibiza en Hartenstraat. Voor zijn overstap naar televisie en film was hij jarenlang actief als danser bij het Scapino Ballet. In Nureyev gaat hij terug naar zijn roots als danser en keert hij terug in het theater in deze serieuze en complexe rol. Hierbij wordt hij vergezeld door de twee jonge dansers Kiran Gezels en Nehanda Péguillan.

Een bijzondere repetitie

In het stuk zien we Nureyev op 54-jarige leeftijd werken aan zijn zwanenzang: het choreograferen van een nieuwe versie van het ballet La Bayadère voor de Opéra in Parijs. Hij lijdt al enkele jaren aan AIDS en zijn gezondheid wordt steeds zwakker. Hij onderbreekt tijdens een woede-uitbarsting de repetitie en stuurt het gezelschap weg, alleen de hoofdrolspelers dienen te blijven. Hij vertelt over het beroemde ballet, over de verboden liefde tussen strijder Solor en tempeldanseres Nikiya. Hij sommeert de dansers om meer te voelen tijdens het dansen, in plaats van alles alleen perfect uit te voeren.

Jan Kooijman acteert in Nureyev

Een fascinerende levensgeschiedenis

Nureyev begint vervolgens snel te vertellen over zijn bijzondere leven. Van het moment dat hij verliefd werd op het ballet tijdens een bezoek aan een voorstelling van Song of the Cranes tot het intense verzet tegen zijn ziekte. Vanaf het begin van de voorstelling wordt verwezen naar het meest bepalende moment in zijn leven: zijn vlucht naar Frankrijk. Nureyev is in Parijs voor optredens met het Mariinsky Ballet en wordt continu gevolgd door de KGB. Hij moet terug naar de Sovjet-Unie, maar weigert. In een steriele witte ruimte neemt hij het besluit om asiel aan te vragen in Frankrijk, waarna een indrukwekkende balletcarrière in het Westen van start gaat bij onder andere The Royal Ballet. Hij dompelt zich al snel onder in een losbandig leven vol feesten, maar komt altijd terug bij zijn grote liefde, de Deense danser Erik Bruhn.

Knap uitgevoerde monoloog mist soms diepgang

Kooijman levert een zeer knappe prestatie door de 80 minuten durende monoloog foutloos voor te dragen. Hij laveert overtuigend tussen de gefrustreerde, zieke man en het jonge feestbeest. Zelfs dialogen weet hij in zijn eentje levendig te maken voor de toeschouwer. Kooijman heeft echter soms moeite om het opvliegende en narcistische karakter van Nureyev geloofwaardig neer te zetten. De tekst van Allard Blom is daarbij niet altijd even ondersteunend. De focus ligt vooral op een beschrijving van gebeurtenissen en feiten en minder op de emoties en de beleefwereld van Nureyev. Hierdoor heb je niet het gevoel dat je de danser écht leert kennen tijdens deze voorstelling.

Jan Kooijman danst in Nureyev

Mooie combinatie van theater en dans

De voorstelling heeft voldoende vaart en blijft boeien. Wanneer de monoloog langdradig begint te worden, wordt dit afgewisseld door danssegmenten uitgevoerd door Gezels en Péguillan. De choreografie is in handen van Rinus Sprong, een oude bekende van Kooijman uit de tijd van So You Think You Can Dance. Een klassieke choreografie gaat naadloos over in een modernere dans wanneer Péguillan haar spitzen uittrekt. De dansers hebben tijdens de voorstelling geen tekst. Hierdoor fungeren zij als een blank canvas op wie verschillende personages worden geprojecteerd, zoals de dansers van La Bayadère, geliefde Erik Bruhn en vriendin en collega-danser Margot Fonteyn. Kooijman voegt zich sporadisch tussen de dansers, maar voert geen ingewikkelde choreografieën uit. Een goede keuze, aangezien het geloofwaardig ‘nadoen’ van een grootse danser als Rudolf Nureyev wel erg veel uitdaging met zich meebrengt.

Aanrader voor de liefhebber

Nureyev is zonder twijfel een zeer een originele en vernieuwende Nederlandse productie en is een aanrader voor liefhebbers van theater en dans. De monoloog legt veel nadruk op de feitelijke levensloop van de danser, waardoor het geheel soms wat oppervlakkig blijft. Desalniettemin blijft de voorstelling boeien door het vermengen van een monoloog met dansfragmenten. De toeschouwer wordt meegenomen door een indrukwekkende levensgeschiedenis van een van de beste dansers uit de 20ste eeuw én het mooie verhaal van het ballet La Bayadère.