recensie:Mozarts Zauberflöte - the next generation
/ door: Els van Swol / beeld: foto Joris van Bennekom 4 Sterren
Het lijkt wel een Zauberflöte-jaar afgelopen en komend theaterseizoen. Het Singspiel is nu in de theaters te zien in een Nederlandstalige bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen, was in diverse bioscopen al te zien vanuit de MET in New York en is in december wederom te zien bij De Nationale Opera in Amsterdam. Eén werk – verschillende interpretaties.
In deze recensie valt het spotlight op de Nederlandstalige voorstelling van Opera2Day en de Theateralliantie, maar eerst iets over het Singspiel zelf.
Het Singspiel
Over het algemeen wordt Die Zauberflöte beschouwd als een vrijmetselaarsopera, hoewel er ook elementen uit de gnostiek (naar het Griekse woord voor kennis) en het humanisme vallen te bespeuren. Om over de invloed van de ideeën uit de Franse revolutie (vrijheid, gelijkheid, broederschap) nog maar te zwijgen. Mozart was, net als zijn librettist Schikaneder, vrijmetselaar en gooide alle elementen in een smeltkroes. Zo zijn er de drie deuren (rede, natuur en Moeder wijsheid) waarvan de zuilen doen denken aan een vrijmetselaarsloge. De deuren worden geschraagd door zuilen met kapitelen die het mannelijke en vrouwelijke vertegenwoordigen. Eén van de tegenstellingen die het hele Singspiel doorwerken, net als dag en nacht, goed en kwaad. Bijvoorbeeld in de personages Sarastro (zon) en de Koningin van de Nacht (maan). Of Mozart nu echt zo vrouwonvriendelijk was zoals vaak wordt gemeend, valt te betwijfelen. Vergeet bijvoorbeeld het duet ‘Mann und Weib und Weib und Mann reichen an die Gottheit an’ van Papageno en Pamina niet! Wat niet wegneemt dat er in het Singspiel wel degelijk seksistische en racistische (Monostatos!) elementen zitten.
In ieder geval genoeg elementen voor een regisseur om zich op uit te leven en eigen accenten aan te brengen. Zeker voor bewerkers die nog een stap verder gaan dan dat.
De bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen
Het opmerkelijke aan de bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen is dat er aan de ene kant een kaasschaaf over het origineel wordt gehaald en aan de andere kant juist nieuwe, geactualiseerde accenten worden aangebracht.
De kaasschaaf wordt al vanaf de ouverture gehanteerd. Hier zit geen symfonieorkest in de orkestbak, maar een orkest in een uitgedunde bezetting. Dit tot een ensemble gereduceerde orkest is overigens het gerenommeerde LUDWIG, een in 2012 opgericht collectief dat kan krimpen en uitzetten van klein ensemble tot groot orkest. Het staat hier onder leiding van Hernán Schvartzman, die af en toe fraaie accenten legt. Bijvoorbeeld wanneer tovenaar Sarastro zingt (niemand minder dan Huub Claessens). Dan wordt de sonore klank van de fagot uitgelicht, wat zeer raak is, als symbool voor het duistere in de rol van Sarastro. De kaasschaaf is duidelijk ook gehaald over de racistische elementen in het origineel, maar weer minder over de vrouwonvriendelijke. Op deze manier blijft de tweeslachtigheid in het origineel van het libretto zitten, maar dan op een ander niveau. Zo zijn bijvoorbeeld de drie dames die de Koningin van de Nacht vergezellen in de versie van Boermans en Van Deursen vervangen door drie amazones met volle borsten.
Foto: Joris van Bennekom
Extra aangezet is de spraak van de vogelvanger (Jasper van Hofwegen): onvervalst plat Amsterdams. Monostatos (Mike Reus) gebruikt weer slang. De drie knaapjes in het origineel zijn in deze productie drie padvinders met een klappertjespistool. Humor is de opvoering dan ook niet vreemd, evenals een vertaling naar het hier-en-nu. Zo is de vogelvanger op jacht naar ganzen uit derdewereldlanden die zich ophouden in het kroondomein van de Koningin van de Nacht. Geactualiseerde én dystopische accenten, die ook naar voren komen op het moment dat er sprake is van het Vierde Rijk. Accenten die sommige bezoekers misschien, net als sommige grofheden in de tekst, kunnen afschrikken. Dit neemt niet weg dat er ook aandoenlijke elementen te zien zijn. Zo verandert Papagena (Dominique Woerdings) van een vrouw achter een met plastic zakken volgeladen winkelwagentje opeens in een knappe jongedame.
Bijzonder fraai is de projectie van Arjen Klerkx, die de natuur in al haar pracht en kwetsbaarheid toont. De beelden van smeltende gletsjers en opborrelende lava (water en vuur uit het origineel) blijven onrustbarend, al bloeit er wel degelijk nieuw leven uit op. Nieuw, jong leven én liefde – dat is wat ook in de bewerking van Boermans en Van Deursen ondanks alle donkere accenten blijft. Een hoopvol gegeven. Al hoeft dat nu ook weer niet persé te betekenen dat alles wat oud is als afgedaan moet worden beschouwd.
Uiteindelijk kan iedereen in deze productie iets van zijn/haar gading vinden. Liefhebbers van opera, toneelspel, thrillers enzovoort. Jong én oud.
Mozarts Zauberflöte - the next generation
Regie:Theu Boermans Artiest:Bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen Gezien opzondag 25 juni 2023inDeLaMar, Amsterdam Nog te zien tot zondag 03 december 2023
De nieuwste film van Wes Anderson, Asteroid City, behaalt lovende kritieken, maar krijgt ook wat kritische noten. Het is op zich een hapklare maaltijd met dezelfde terugkomende Anderson ingrediënten, maar toch is hij net iets slimmer – of eerder ingewikkelder – dan zijn andere films. Ga uit van een avondje geconcentreerd kijken.
Het is een filmmaker waar je van houdt of niet. Velen lopen weg met zijn eigenzinnigheid – waaronder heel Hollywood – terwijl anderen zich storen aan zijn haperende plaat. Asteroid City heeft weer veel Anderson elementen. De film is best complex te noemen. Het zijn twee verhalen die voortdurend naar elkaar verwijzen en overlappen: je volgt een scenarioschrijver in het schrijfproces van een toneelstuk, en je ziet het toneelstuk dat uitgevoerd wordt. Het eerste verhaal in B-film-zwart-wit en het tweede in kleur – lees pastelkleuren, lees een basisbestanddeel van een Anderson film. De verwijzingen creëren een interessante diepgang, maar voor de gemiddelde kijker zal het nogal wat verwarring veroorzaken: wat gebeurt er nu en wat heeft dat met het andere te maken? Niet voor niks zegt de regisseur dat je de film het beste een paar keer kunt bekijken. Een verstandige keuze.
Een gelaagde verhaalstructuur
De verhalen zijn gesitueerd in 1955 en hebben met de hoeveelheid aan karakters evenzoveel zijsporen. Wie je het meeste volgt zijn een oorlogsfotograaf, zijn puberzoon en een bekende actrice (Scarlet Johansson) met haar puberdochter. De fotograaf – gespeeld door de huisacteur Jason Schwartzman – reist naar het stadje Asteroid City, in de Nevada woestijn, omdat zijn ‘brainiac’-zoon een van de winnaars is van een wetenschapsaanmoedigingsprijs. Hetzelfde geldt voor de dochter van de actrice. Tijdens een avondje sterrenkijken op de bodem van een eeuwenoude meteorietkrater zijn zij getuige van een ingrijpend kosmisch incident. Dit zorgt voor een kettingreactie aan gebeurtenissen waarbij het hele stadje in quarantaine worden geplaatst. Deze gevangenschap wordt logischerwijs omzeild door een uitgedacht en gedetailleerd plan verzonnen door een aantal eigenzinnige personen. Logisch, want: een basis-ingrediënt van een Wes Anderson-film.
Sterrencast zonder Bill Murray
Dat Wes Anderson compleet omarmd wordt door Hollywood is te zien aan de enorme sterrencast. Om maar een paar te noemen: Tom Hanks, Scarlet Johansson, Jeffrey Wright, Bryan Cranston, Edward Norton, Tilda Swinton. Opvallend is dat deze keer Bill Murray er niet in zit, iemand die voorheen toch tot de vaste cast behoorde. De speculaties dat hij er niet in zat vanwege diva-gedrag worden door de regisseur weerlegd, want net voor de filmopnames bleek Murray besmet met Covid-19 en moest hij afzeggen voor de rol (bron: Moviemaker). Toch wordt hij niet gemist, ook omdat de rol waar hij voor gecast was – nu vertolkt door Steve Carell – nogal triviaal is in het geheel. Helaas is dat van toepassing op meer rollen in deze film.
Adolescente humor
Het werk van Anderson drijft voor een groot deel op komedietechnieken. Veel van zijn acteurs komen dan ook uit het humorveld of hebben eerder in komediefilms gespeeld. Zijn films zijn dus vaak grappig (bedoeld). Asteroid City is dit ook absoluut. Maar let wel; het is humor met weinig diepgang. Zijn grappen zijn soms nogal puberaal, soms niet meer dan flauw of het is onduidelijk of het nu een grap is of niet. Vergelijkbaar met een puberventje dat ergens helemaal in een deuk over ligt terwijl de rest hem onbegrijpend aankijkt.
Los daarvan is de film erg vermakelijk, op sommige vlakken intelligent te noemen. Je zou de film misschien zelfs kunnen lezen als een kritiek op de ‘slapende mens’, het type dat alleen nog in de eigen waarheid gelooft, ook al staat die haaks op de wetenschappelijke feiten. Liefhebbers van complexiteit zullen niet van een koude kermis thuiskomen bij Asteroid City. En wat ook meespeelt is dat het geheel is versierd met een gigantische strik. Een pastelkleurige welteverstaan.
Asteroid City duurt 106 minuten en draait in 79 zalen.
Asteroid City
Regie:Wes Anderson Distributeur:Universal Pictures imdb:https://www.imdb.com/title/tt14230388/
When in doubt, ask emeritus hoogleraar klinische psychologie Paul Verhaeghe. Als geen ander weet hij de psychologische problemen van onze tijd bloot te leggen. In Onbehagen is hij wederom scherp, al horen we zijn ideeën niet voor het eerst.
In de inleiding stelt Verhaeghe vast dat er frictie zit binnen de menselijke identiteitsontwikkeling. Enerzijds willen we bij de groep horen en tegelijkertijd hebben we een verlangen naar autonomie. Een tegenstelling die hij ook op grotere schaal herkent, zo schrijft hij: ‘Het evenwicht tussen wat een maatschappij van haar burgers verwacht en waar zij menen recht op te hebben, is nooit in balans, en elk tijdperk formuleert een eigen antwoord.’ Dit is het onbehagen waarover Verhaeghe spreekt. Aan de hand van psychosociale gezondheidsindicatoren bekijkt hij in het boek de kwaliteit van onze maatschappij.
Neoliberalisme
Het neoliberalisme ligt volgens Verhaeghe ten grondslag aan het gevoel van onbehagen dat zo velen van ons voelen. Dit neoliberale narratief is onder andere te herkennen aan het feit dat waarde tegenwoordig haast uitsluitend in economische zin wordt uitgedrukt, bijvoorbeeld door het gebruik van ‘cliënt’ in plaats van ‘patiënt’. Ook komt de nadruk steeds meer op het individu te liggen in plaats van op de groep, waardoor autonomie een groot goed is geworden. Het neoliberale discours zit inmiddels zo diep verweven in de samenleving, dat het alomtegenwoordig is geworden en niet eens altijd als dusdanig herkend wordt.
Een moment waarop het discours wel duidelijk aan de oppervlakte kwam, was gedurende de coronacrisis. Hele volksstammen stonden op omdat ze het oneens waren met de overheid die hun vrijheid ‘afpakte’. Mensen hadden niet enkel recht op een eigen mening, maar ook op handelswijze en argumentatie. Criteria waarop wetenschappelijke bevindingen berusten werden soms zonder pardon van tafel geveegd, de ‘eigen mening’ woog zwaarder dan de objectieve realiteit.
Incompleet
Hoewel je Verhaeghe enkel overschot aan gelijk kunt geven, blijft Onbehagen een wat onbevredigende leeservaring. Het boek echoot veel thema’s die Verhaeghe eerder al in Identiteit behandelde. De druk om te presteren, de verantwoordelijkheid die bij het individu wordt gelegd, hierover schreef Verhaeghe in 2011 al een uitstekend werk.
Daarnaast komt er wel een erg breed scala van factoren voorbij die bijdragen aan onbehagen, waaronder nature, nurture, educatie, zorg, politiek en het bedrijfsleven. Natuurlijk wordt alles met elkaar in verband gebracht binnen een neoliberaal discours, maar het maakt Onbehagen ook lichtelijk tot een klaagzang. Verhaeghe komt pas op de valreep – in de uitleiding – met een voorstel voor een verzoening tussen autonomie en verbondenheid. Dit moet niet verward worden met berusting, het gaat om een actief toe-eigenen van de sociale wereld. Een welkome vrolijke noot na een somber stemmend relaas.
Onbehagen
Schrijver: Paul Verhaeghe Uitgever: De Bezige Bij Prijs: 24,95 Bladzijden: 284 ISBN: 9789403117027
/ door: Frank Kremer / beeld: foto Frank Kremer 4 Sterren
Het Mauritshuis trok zijn topstuk Meisje met de parel al vroegtijdig terug uit de grootse Vermeer-expositie in het Rijksmuseum. En nu komt het met een imposante primeur. In de foyer beneden kun je er tot januari 2024 een gigantische 3D-print van het schilderij – aangevuld met interessante nieuwe info – bezichtigen én aanraken!
In 8WEEKLY’s recensie van de Vermeer-tentoonstelling werd al even gewezen op het raakvlak tussen de schilder en zijn stad- en leeftijdgenoot Antoni van Leeuwenhoek. De 3D-print van vier meter hoog in het Mauritshuis – vervaardigd op basis van zeer geavanceerde microscopie en printtechniek – zou Van Leeuwenhoek ongetwijfeld met gepaste trots vervullen. Waar vakkundig lenzen slijpen al niet goed voor is.
Tijdens de perspresentatie op 8 juni jongstleden werd duidelijk dat de print vooral een pronkstuk voor de technologie is. Diverse betrokkenen gaven tekst en uitleg over het onderzoek en het proces dat uiteindelijk in een honderdvoudig vergrote 3D-versie van Meisje met de parel resulteerde.
Vruchtbare samenwerking
De basis voor de print werd gelegd door samenwerking met twee internationale bedrijven. Om te beginnen met het in Frankrijk gevestigde Hirox Europe. Dit bedrijf is gespecialiseerd in digitale microscopie, waarmee de afgelopen jaren al tal van meesterwerken zijn onderzocht. Met zijn techniek construeerde Hirox Europe een minutieus 3D-ontwerp van de oppervlakte van Meisje met de parel. Het reliëf van het schilderij werd met andere woorden uiterst gedetailleerd in kaart gebracht.
Om daar ook een reusachtige afdruk van te maken werd Canon ingeschakeld. Een van de paradepaardjes van dat bedrijf is de zogeheten ‘elevated printing technology’. Dit komt erop neer dat Canon met behulp van speciale printers afdrukken in drie dimensies kan maken, dus helemaal in overeenstemming met het oppervlak van bijvoorbeeld een schilderij. Dit gaat laagje voor laagje, steeds met een dikte die dunner is dan een mensenhaar. Uiteindelijk duurde het printen van deze ongekende vergroting zo’n 230 uur en was er rond de 20 tot 30 liter inkt voor nodig.
Een wand vol verdieping
De enorme print siert nu een wand in de foyer van het Mauritshuis. Bij binnenkomst kun en wil je daar wel even stil bij staan, en je hand natuurlijk ook over het oppervlak laten gaan. Als je héél oneerbiedig bent, zou je kunnen zeggen dat het meisje met haar egale huid opeens vol met jeugdpuistjes blijkt te zitten. Want wat je voelt zijn heel veel korrelige oneffenheden. Maar het indrukwekkende paneel (eigenlijk een set panelen) dwingt natuurlijk grote bewondering af. Dichter bij Vermeer kun je niet komen, daar is geen woord teveel van gezegd. Je aanraking brengt je ook in contact met finale verfstreken, een klodder oogwit, de stipjes die Vermeer aanbracht voor subtiele effecten.
Johannes Vermeer, Meisje met de parel, zoals ze er waarschijnlijk in 1665 uitzag. Foto: Mauritshuis.
Zeker niet te veronachtzamen zijn ook andere onderdelen van de wand. Zo zijn in een fraaie vitrine tien flesjes met pigmenten uitgestald die Vermeer voor het schilderij heeft gebruikt. Variërend van het giftige loodwit tot het exotische ultramarijn – onttrokken aan lapis lazuli uit Afghanistan – geven deze pigmenten meer inzicht in zijn schilderkunst. Speciale vermelding verdient de bijdrage van TU Delft, waar met behulp van digitale technieken de oorspronkelijke versie van het schilderij zo goed mogelijk is teruggetoverd. Hoe zag Meisje met de parel er in 1665 uit, toen Vermeer er net de laatste hand aan had gelegd? Door de gevolgen van de tand des tijds, en dan met name de opgetreden verkleuring en ontstane barstjes, terug te draaien, kan nu ook een afbeelding worden gepresenteerd die waarschijnlijk heel dicht bij het origineel komt.
In een leerzame video kun je het resultaat zien. Zoals eerder al naar buiten is gebracht, bestaat de achtergrond van het schilderij bijvoorbeeld uit een donkergroen gordijn, dat helaas veel van zijn oorspronkelijke kleur verloren heeft. Verder valt op dat de gelaatstinten van het meisje echt levendiger en warmer waren dan op het schilderij dat we nu kennen. Maar met deze en andere veranderingen zullen we natuurlijk moeten leven. Het schilderij uit de 17e eeuw zijn we een beetje kwijt, dat kan niet anders, maar dankzij onze moderne technologie kunnen we het toch bijna perfect terughalen.
Who’s that Girl? – Mauritshuis Den Haag
Gezien in:Mauritshuis ,Den Haag Nog te zien tot:zondag 07 januari 2024
De Amerikaanse filosofe Susanne Langer (1895-1985) heeft onder literatuur-, kunst- en muziekkenners een bekende naam. Bij een groter publiek is dat minder. De recent gepubliceerde bundel Over de betekenis van muziek, met een selectie uit Langers essays over muziek, wil daar verandering in brengen.
Muziek zegt u? Het eerste van de zes opzichzelfstaande essays begint met de vraag wat een Griekse vaas onderscheidt van een bonenpot uit New England en een houten emmer. Dat was Langer ten voeten uit: ze legde dwarsverbanden die op het eerste gezicht niet zo voor de hand liggen. Waar ze naar op zoek was, zijn fundamentele patronen die de drie items onderling verbinden. De hele werkelijkheid, de kunsten en toegepaste kunst vormden voor haar een betekenisvolle samenhang. Toch was het niet zo dat die bonenpot en houten emmer evenveel waarde hadden als de Griekse vaas. Het ging om de aard en de betekenis van de verschillende objecten en hun functie in de samenleving. Dat gold ook voor muziek.
Absolute muziek
Langer richtte zich op absolute muziek, dat wil zeggen muziek zonder een verhaal erachter (de zogenaamde programmamuziek). Programmamuziek omschreef ze als muziek ‘die opzettelijk het lawaai en het geschreeuw van het marktplein, de hoefslagen, klinkende hamers, stromende beekjes, nachtegalen, klokken en de onvermijdelijke koekoek nabootst’. Daarmee zat ze op één lijn met muziekcriticus Eduard Hanslick en componist Ferruccio Busoni, die een formalistische kijk op muziek hadden. Deze kijk gaat uit van de objectieve vorm en niet van een subjectieve inhoud, het programma. Langer ontkende echter niet dat muziek kan emotioneren. Het is de luisteraar die de inhoud in een compositie legt. Muziek maakt het gevoelsleven volgens haar voorstelbaar. Muziek is, schreef ze, ‘een bron van inzicht, niet een verzoek om medelijden’.
Componeren – uitvoeren – luisteren
Het doel van componeren en het uitvoeren van een compositie ‘is het creëren en ontwikkelen van de illusie van de vloeiende tijd die voorbijgaat’, schreef Langer in een ander essay. Ze maakte onderscheid tussen beeldende kunst en wat ze ‘gebeurende’ kunsten noemde. Een muziekstuk was volgens haar pas voltooid als het is uitgevoerd. Je kunt je afvragen of dit zo is. Bachs Kunst der Fuge was bijvoorbeeld eerder bedoeld om te illustreren wat Bach contrapuntisch allemaal in zijn mars had dan om uit te voeren en – nog een stap verder – te beluisteren. Het is volgens sommigen zelfs bevredigender om zijn muziek te lezen en innerlijk te horen. Wat niet wegneemt dat de Kunst der Fuge regelmatig wordt gespeeld, al dan niet op een klavierinstrument of in een bewerking voor andere instrumenten. Maar dit terzijde.
Langers opvatting over luisteren – net als bijvoorbeeld haar opvatting over hedendaagse muziek – doet decennia later overigens wat gedateerd aan. Ze meende bijvoorbeeld dat ‘provinciale concerten, lekenorkesten (…) gewoonlijk programma’s presenteren die bestaan uit korte stukken en fragmenten van langere werken’. Wie de programma’s in de provincie en van bijvoorbeeld studentenorkesten bekijkt, zal zien dat dit allang is achterhaald. Het geldt misschien alleen nog voor sommige radioprogramma’s: ‘één deel van een sonate, één deel van een trio’ enzovoort.
Desalniettemin zijn er elementen in haar denken die nog steeds actueel aandoen. Het essay ‘Het tijdsbeeld’ roept bijvoorbeeld met zijn omschrijvingen als ‘kloktijd’ en ‘duurtijd’ – denken dat zich vaak beweegt ‘op de rand van een filosofie van de kunst’ (Langer) – herinneringen op aan studies van Joke J. Hermsen over het begrip tijd.
Ook heeft Langers denken over muziek nog steeds invloed. Onder andere op dat van Marlies De Munck, die een nawoord bij deze essaybundel schreef en bekend werd door haar eigen boek Waarom Chopin de regen niet wilde horen dat in 2017 bij dezelfde uitgever, Letterwerk, is verschenen. De Munck zocht in de voetsporen van Langer ook naar de betekenis van met name absolute muziek. Ook in haar ogen zijn het uiteindelijk de luisteraars die die betekenis maken.
Guardians of the Galaxy Vol. 3, het langverwachte slotstuk van de geliefde Guardians-trilogie, is een visueel aantrekkelijke film met een goed verhaal, uitstekende acteerprestaties en een perfecte balans tussen emotie en humor. Met een heuse sterrencast wordt de kijker getrakteerd op een meeslepend en kleurrijk avontuur.
Het verhaal van Guardians of the Galaxy Vol. 3 begint met een deken van smart die over de personages hangt. Peter Quill (Chris Pratt) rouwt om het verlies van zijn groenkleurige vriendin Gamora (Zoë Saldana), terwijl er een nieuwe en veranderde versie van haar rondloopt zonder enige herinnering aan hun romance. Het hart van het verhaal draait echter om wasbeertje Rocket (met de stem van Bradley Cooper), wiens gruwelijke voorgeschiedenis via aangrijpende flashbacks wordt onthuld. Deze momenten snijden door merg en been, mede dankzij de fenomenale (stem)acteerprestaties van Cooper.
Een lust voor het oog met uitstekende cinematografie en CGI
Visueel gezien is Guardians of the Galaxy 3 een lust voor het oog. De film springt eruit met zijn kleurrijke cinematografie. De variatie aan mooie shots en de uitstekende CGI staan garant voor een rijke beleving. Zelfs de kleinste details zijn perfect afgewerkt, waardoor de film een visueel spektakel wordt. Regisseur Gunn weet ook computergegenereerde creaties overtuigend neer te zetten, als levensechte entiteiten. Wasbeertje Rocket mag dan helemaal kunstmatig zijn, wanneer hij Quill in zijn druipend jumpsuitje naar de kamer volgt, is zijn irritatie maar al te invoelbaar. Hij maakt je zelfs aan het huilen.
Subtiele acteerprestaties, volwassen inhoud en een fantastische soundtrack
Het rollenspel in de film is subtiel. Pratt weet bijvoorbeeld op realistische wijze de pijn van het verlies van een geliefde en het omgaan met verdriet neer te zetten. Guardians of the Galaxy 3 behandelt het thema van acceptatie ook op een volwassen en diepgaande manier. De personages leren zichzelf en elkaar te waarderen, inclusief hun fouten en eigenaardigheden. De film is hierdoor inhoudelijker wat ‘rijper’ dan zijn voorgangers. Het volwassen gevoel wordt versterkt door de brutere actie en het gebruik van scheldwoorden, waardoor de grenzen van een PG-13 film worden opgezocht. Toch ontbreken de grappige momenten niet, hoewel sommige grappen net iets te lang doorgaan. De soundtrack van de film is ook weer heerlijk en een kenmerkend element van de Guardians of the Galaxy-franchise. Voor elke muziekliefhebber is er iets te vinden, van hip-hop tot rock ’n roll.
Een waardig afscheid en een must-see voor fans van het Marvel Cinematic Universe
Als afsluiter van de Guardians-trilogie is deze film een waardig afscheid. Gunn weet de film een goede flow te geven met een speelduur van 2,5 uur, waarin alle Guardians de tijd krijgen om te schitteren en zich persoonlijk te ontwikkelen. De film bouwt op naar een mooie afronding van dit Guardiansavontuur. Guardians of the Galaxy Vol. 3 is zeker aan te raden. Een absolute must-see voor fans van het Marvel Cinematic Universe.
Guardians of the Galaxy 3
Regie:James Gunn Distributeur:Walt Disney Studios Motion Pictures imdb:https://www.imdb.com/title/tt6791350/
De film Tchaikovsky’s Wife van de Russische regisseur Kirill Serebrennikov werd ondanks een oproep tot een boycot in verband met de Russische inval in Oekraïne toch vertoond op het Cannes Film Festival 2022. Sneed die oproep hout, of snijdt de film ondanks dat hout?
De film is een biopic over het kortstondige huwelijk (1877) tussen de componist en een leerlinge van hem, Antonina Miliukova, bekeken vanuit haar gezichtspunt. Zij adoreerde hem, maar hij zag al gauw zijn fout in om met haar te trouwen. De reden van het huwelijk zou zijn dat hij op haar geld uit was en zijn homoseksualiteit op die manier wilde verbloemen. Het eerste klopt niet, want zoals in de film al blijkt, gaf hij haar alimentatie nadat hij haar had verlaten. En bovendien kreeg hij financiële ondersteuning van Nadezjda von Meck, zijn mecenas. Het tweede zou kunnen kloppen, want in het Rusland van die tijd waren sinds 1835 homoseksuele handelingen in het Burgerlijk wetboek verboden, hoewel veroordelingen op grond daarvan zeldzaam waren.
Homoseksuele Tsjaikovski
Dat ligt in het Rusland van nu anders. Sinds 2013 zijn openlijke uitingen van homoseksualiteit strafbaar. En daaronder worden bijvoorbeeld verstaan het op straat kussen van twee mensen van hetzelfde geslacht of het lopen met een regenboogvlag. Zo’n film als deze past dan ook helemaal in de kritische houding van Serebrennikov. Neem alleen al het feit dat de rol van Tsjaikovski in deze kostuumfilm wordt gespeeld door de homoseksuele acteur Odin Lund Biron, die veelvuldig met Serebrennikov samenwerkt. Ook bij de Nederlandse Opera in de productie van Von Webers Der Freischütz (2022). Thans woont hij, overigens net als Serebrennikov, in Berlijn.
De film verschiet telkens van kleur. Het begin is in een diffuus en koel licht gefilmd. Haast zwart-wit. We schrijven het moment dat Tsjaikovski Miliukova heeft verlaten. Dan gaat het terug in de tijd en zien we het moment waarop zij contact met hem zoekt, omdat ze naar het Conservatorium wil én haar leven met hem wil delen. Alles is dan in warme kleuren gehuld, zoals Miliukova zelf dat gaandeweg in de film ook vaker is, gekleed in een rode jurk. Een jurk waaraan Tsjaikovski zegt zo’n hekel te hebben. Het zijn scènes die herinneringen oproepen aan beroemde schilderijen: de brief schrijvende vrouw van Vermeer, Danaë van Rembrandt. Het laatste doek hangt overigens in de Hermitage in St. Petersburg…
Manzieke Miliukova
Waar de aandacht inhoudelijk vooral naar uitgaat, is de ontwikkeling, de lijdensweg van Antonina Miliukova, gespeeld door Aljona Michajlova. Gaandeweg worden de scènes met haar steeds hallucinerender en surrealistischer. Nadat Tsjaikovski haar heeft verlaten en ze maar niet snapt dat hij niet op vrouwen valt, krijgt ze van advocaten vijf mannen in Adamskostuum ter vervanging op zicht. Een kan zelfs op zijn handen lopen. Antonina besnuffelt en betast ze allemaal. De vijf mannen achtervolgen haar in haar dromen. Ze blijft naar concerten in het Conservatorium gaan, waar muziek van Tsjaikovski wordt gespeeld en ze hem hoopt te zien. Welke muziek is overigens niet duidelijk, want daar valt de nadruk in de film niet op. Uiteindelijk komt ze in een inrichting terecht en sterft in 1917.
Zo is de film een over het Rusland van 1877 en eigenlijk ook het Rusland van nu. Serebrennikov heeft het in deze biopic mooi en treffend weergegeven.
Tchaikovsky's Wife
Regie:Kirill Serebrennikov Distributeur:Imagine Filmdistributie Nederland imdb:https://www.imdb.com/title/tt17538510/
Als er een festival is waar je onbekende punk en indie bands uit het buitenland kunt ontdekken, dan is het London Calling. Tweejaarlijks wordt Paradiso omgetoverd tot een smeltkroes aan talent, veelal uit Engeland, Amerika, en Australië. Slechts voor de ingewijden van post-punk en aanverwante genres zal een korte blik op de line-up voor herkenning zorgen. Maar voor herkenning moet je niet bij dit festival zijn. Het bezoeken van London Calling is een kans om elk uur een presentje uit te pakken in de vorm van een korte auditieve trip. De spanning zit hem in het aangaan van het onbekende. Zoals Forrest Gump ooit al treffend zei: ‘Life is like a box of chocolates, you’ll never know what you’re gonna get’.
Pootje badend het festival in
Kate Davis en band mogen het festival aftrappen. Tijdens het wachten scharrelt de half lege zaal nog wat onrustig heen en weer, en babbelt wat met elkaar. De meeste bezoekers komen net uit hun werk en moeten nog even op een andere golflengte komen. Kate Davis komt op met band en zet in. De band zoekt naar een houding en het publiek evenzeer. Na een tijdje is de schroom er vanaf en kunnen we mee in een ingetogen indierock ervaring vol melodieuze zang en passende harmonieën. Dit fenomeen herhaalt zich in de Grote Zaal bij de folkrock van Sylvie. De zaal is hier ook nog halfvol, en de focus van het publiek is nog tam. Sylvie schotelt desondanks een dromerig pallet voor dat zachtjes heen en weer doet wiegen. Het doet denken aan een mengeling van de seventies, Pink Floyd en George Harrison. All things must pass, dus applaus en door.
Australische surfpunk
Langzaam begint Paradiso vol te stromen en dat is maar goed ook, want the Grogans spelen een mengeling van rokerige blues, punk en surfrock die enkel gepast is bij een stomende zaal. Deze drie jongens spelen zo te horen al jaren samen, want regelmatig klikt het in elkaar als de raders van een uurwerk. De nummers zijn qua songwriting nog van wisselende kwaliteit, soms is het te vlak en simpel. Maar het vermoeden rijst dat hier een act in de Kleine Zaal staat die over enkele jaren grote zomerfestivals kan platspelen. Ze besluiten de set met een garagerock knaller die in vorm en inhoud doet denken aan Buddy Holly’s ‘Oh Boy’. Zodoende bewijst rock ’n roll zich weer tijdloos.
Licht en ontwapenend
In de Grote Zaal aangekomen zien we Hamish Hawk aan het werk met een indierock geluid dat hier en daar refereert aan de jaren 80. Hamish zijn laatste album Angel Numbers heeft stormachtige internationale recensies gekregen, dus het doet benieuwen wat er live gaat gebeuren.
Hamish wordt bijgestaan door een drietal muzikanten die zich vooral dienend naar hun frontman opstellen. Hamish oogt zelf in zijn fysiek jong. Hij dartelt, springt en huppelt over het podium als een kalf dat na een lange winter eindelijk de wei in mag. Hij heeft de performatieve intensiteit van Samuel T Herring, bekend als frontman van de synthpop band Future Islands. Het oogt eigen en oprecht. Zijn diepe bariton geeft een fijn contrast met het lichtvoetige werk. Het is enthousiasmerend, en ontwapenend. Wel mag hij zijn energie de volgende keer de hele zaal in projecteren. In zijn performance richt hij zich vooral op de eerste staande rijen.
Mentaal opfrismoment
Iedereen die bekend is met Paradiso weet dat de Kleine Zaal van een andere orde is dan de Grote Zaal. Het gebeurt dus ook regelmatig dat je bot vangt als je te laat naar de Kleine Zaal vertrekt, die dan al uitpuilt. Maar even bijkomen van alle muzikale prikkels is geen slecht plan. Er moet opgefrist worden voor er weer auditief op het gemoed gebeukt kan worden, want sommige acts sproeien emoties het publiek in alsof ze auditieve Jackson Pollocks zijn. Dan is een wit canvas op zijn plaats. Dus enkele frisse ademteugen vóór op de stoep zijn, naast bier en de pompoen curry die geserveerd werd in de Grote Zaal, de noodzakelijke benzine voor een dag London Calling.
Duistere gothsferen
In de Grote Zaal belandt het publiek vervolgens in een unheimische sfeer die ergens tussen gothic, dystopisch en emo valt. Heartworms krijst, schreeuwt, hijgt en fluistert, en geeft haar lichaam alle ruimte om die boodschap te versterken. Haar band is solide, en vervult diens rol zonder in clichématige partijen te verzanden. Daardoor blijft het geheel spannend. Wanneer Heartworms tegen het einde aan op de grond krioelt rent een fotografe vooraan als een bezetene eropaf om enkele foto’s te schieten. Tevreden en opgelucht laat het meisje de foto zien aan een omstander, want zo een plaatje vang je wellicht één keer op een dag.
Heartworms is bijna klaar met haar set, en tussen een nummer door geeft ze aan hoe blij ze is hier te mogen spelen en gooit ze een merchandise-tasje de zaal in. De vrolijke manier waarop ze dat doet is lichtelijk vervreemdend en in groot contrast met de duistere sfeer die zonet nog benauwend over de zaal hing. Het zij haar vergeven, want met haar ogenschijnlijk jonge leeftijd laat ze zien al een volwassen compositiebeheersing en podium presence te bezitten.
Woeste doch kwetsbare hooligan
Wat krijg je als je hooligans – die de cursus ‘kwetsbaarheid voor gevorderden’ succesvol hebben doorlopen – een boel instrumenten in de handen duwt? Het stomende vijftal Vlure natuurlijk. Vlure brengt een mengeling van techno en postpunk die lijkt op een boze hulk versie van Faithless. Dit collectief opgepompte muzikanten loopt als gorilla’s op hun naakte borst te trommelen en ontbloot grommend hun tanden. Deze bende aan Schotse hipsters – de heerlijke rollende tongval verraadt dat – oogt agressief zonder ons van zich te vervreemden. Ze schreeuwen over kwetsbaarheid, en kermen over pijn en verlies. Zodoende komen ze nader tot ons. Paradiso is een kerk, en het is fijn als we dan een prediker zien die het woord van liefde verkondigd, niet door te zingen, maar door als een gewonde hond te blaffen.
Een muzikaal dans duet
De dienst zit erop. Ik snel me naar de Kleine Zaal voor Cumgirl8. Maar ik ben murw gebeukt door het vele geweld dat ik deze dag gezien heb en neem niks meer op. Dat is de verdienste van een dag London Calling: je krijgt veel voor je kiezen en het meeste is bepaald niet lichtzinnig. Op herkenning kun je geen moment leunen. Je krijgt voortdurend nieuwe prikkels op je afgevuurd, nieuwe ideeën te verwerken, en nieuwe geluiden om op te bezinnen. Het festival vraagt wat van je. Dat is een noodzakelijke afwisseling in deze tijd van instant gratificaties die de streamingdiensten, Spotify-playlisten en radiozenders op ons bordje plempen. Het kijken naar al die veelal prille bands is geen vermaak: het is een dans. De bands begeleiden, en het publiek moet meebewegen, anders gebeurt er niks. Gelukkig is het publiek op veel fronten bereidwillig omdat ze voelen dat het een teameffort is. Moet er gemoshed worden? Dan doen we dat. Even uithijgen? Natuurlijk. Je wilt crowdsurfen? Kom maar op dan. Punk was nog nooit zo gebroederlijk.
Laurence Crane is een minimalist met een zeer directe aanpak en hij schrijft zeer transparante muziek. Hij maakt gebruik van klassieke instrumenten maar ook een elektrische gitaar, een casio keyboard of sampling technieken behoren tot zijn compositorisch palet.
Natural World is tot stand gekomen op initiatief van Juliet Fraser. Deze actieve Engelse sopraan, medeoprichtster van het EXAUDI Vocal Ensemble, specialisten op het terrein van oude muziek én nieuwe muziek, geeft regelmatig compositieopdrachten aan eigentijdse componisten.
Rachel Carson
Juliet Fraser brengt het werk van Rachel Carson (1907-1964) onder de aandacht van Laurence Crane. Deze Amerikaanse zeebiologe deed baanbrekend onderzoek naar de invloed van het gebruik van insecticiden. Met het boek Silent Spring (1962) vraagt ze aandacht voor de milieuproblematiek. De titel van het boek verwijst naar de lente van het apocalyptische jaar waarin de vogels niet meer zingen doordat zij als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn uitgeroeid. Deze kennismaking met het werk van Carson doet Crane besluiten om iets te gaan schrijven over de natuurlijke wereld.
En zo belanden we in een wereld vol zingende vogels en zeegeluiden, encyclopedische lijstjes over vogelsoorten, sinusgolven, casio keyboard drones, luisterboek imitaties, en natuurlijk vocaal trapezewerk van Juliet Fraser en haar muzikale partner Mark Knoop op piano en electronics.
Het werk van Laurence Crane heeft altijd het verfrissende effect van een duik in een koele zee, humoristisch, niet belerend, minimalistisch maar altijd met verassende wendingen. Natural World bestaat uit drie secties: ‘Field Guide’, ‘Chorus’ en ‘Seascape’. Voor mij is het een klassieke recitalvorm met eigentijdse elementen, er zijn verwijzingen naar Maurice Ravel (Oiseaux Tristes / Miroirs no. 2 ), Joseph Cornell (surrealistische kijkdozen), Pierre Henry (Musique Concrète, elektro-akoestische muziek).
Als luisteraar word je meegenomen in een surrealistische wereld, vriendelijk, melancholisch, Alice in Wonderland, Engels, een muzikale wereld. Dit is een muzikale reis die de zorg om het milieu in zich meedraagt maar het is Crane’s persoonlijke zorg: eerlijk, niet zeurend en zeker niet moraliserend.
Een aanrader voor eenieder die wel eens wat anders wil.
TIP: ga naar Xeno-canto: sharing wildlife sounds from around the world, https://xenocanto.org (een coproductie met Naturalis).
componist Laurence Crane
Album: Natural World Prijs: € 11,6 Aantal tracks:1 (in 3 delen)
Simon Reynell, de drijvende kracht achter ‘Another Timbre’, het Engelse label dat zoveel betekent voor de eigentijdse gecomponeerde muziek, viert weer een mooie overwinning met uitgave nr. 200: Jürg Frey’s Borderland Melodies. Het ‘huisensemble’ Apartment House, speelt op deze CD drie recente composities van de Zwitserse componist Jürg Frey.
Jürg Frey (Aarau, 1953) neemt ons mee in zijn muzikale wereld die altijd gaat over grenzen verkennen, de grens tussen het abstracte en het concrete, het ervaren van geluid en stilte, de overgang van los element naar structuur, naar compositie.
Een muzieknoot getekend door Frey is als een gedroogd blaadje, op zichzelf staand, fragiel maar ook krachtig. Zijn sensitieve houding met betrekking tot materiaalgebruik heeft gevolgen voor zijn wijze van componeren. Stapsgewijs onderzoekt en rangschikt hij zijn muzikale materialen en na verloop van tijd vormt hij zich een beeld van wat een compositie zou kunnen worden. Klinkt dit vaag en wellicht wat zweverig? Luister naar de composities op deze CD en ontdek een stevige zelfbewuste muzikale architectuur die een wereld voor je kan openen.
Borderland Melodies (2019)
Een quintet voor piano, viool, cello, klarinet en basklarinet, opent de CD. Het is een voor Frey kenmerkend stuk vol spaarzame klanken. Frey creëert een heldere omgeving waarin de vaak aanhoudende klanken van de verschillende instrumenten verbindingen kunnen aangaan. Deze verbindingen zijn melodisch van aard en grijpen terug naar de basisprincipes van de meerstemmigheid.
L’État de simplicité (2019 – 2021)
Deze vierdelige compositie, een quintet voor viool, altviool, cello, klarinet en basklarinet, vormt het hart van de CD. Instrumenten gemaakt van hout met hun diepte en warmte leveren een magisch klassiek palet op. Frey zet dit palet in om de melodische mogelijkheden van deze combinatie te onderzoeken.
Hij beschrijft deze compositie als een set van kleine muzikale essays over de betekenis van muziek. Zoals een schilder onderzoekt Frey keer op keer zijn wil tot componeren, zijn fascinaties en zijn verwondering.
Movement, Ground, Fragility (2014 – 2020)
Een septet voor piano, viool, altviool, cello, klarinet, basklarinet en percussie. De basis voor deze compositie wordt gelegd door het licht toucheren, aanstrijken van een bekken en een reeks korte gestreken altviool klanken.
Zo nu en dan verschijnen er individuele tonen en tweeklanken. Naargelang het instrument bepalen ze de de kleur van dit stuk. De cello neemt het lage register voor zijn rekening en zorgt dan voor een welhaast cinematografische ervaring.
Cellist Anton Lukoszevieze zegt hierover: ‘I never have played such a slow Blues before’
Het laatste deel van de compositie is organisch van aard. Frey maakt hier gebruik van toevalselementen, sommige secties van de compositie bevatten een muzieknotatie, andere secties bestaan uit door de componist opgestelde lijstjes. De musici kunnen hieruit keuzes maken. Mede hierdoor gaan eigen melodische fragmenten en tempo’s ontstaan en ontvouwt zich een uniek muzikaal landschap.
‘Apartment House’ weet goed raad met de subtiele composities van Jürg Frey en de productie van Simon Reynell is weer geweldig.
Een aanrader!
componist Jürg Frey
Album: Borderland Melodies Prijs: € 11,6 Aantal tracks:3
We kunnen vragen om cookies op uw apparaat te plaatsen. We gebruiken cookies om ons te laten weten wanneer u onze websites bezoekt, hoe u met ons omgaat, om uw gebruikerservaring te verrijken en om uw relatie met onze website aan te passen.
Klik op de verschillende rubrieken voor meer informatie. U kunt ook enkele van uw voorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze websites en de services die we kunnen bieden.
Essentiële Website Cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om u diensten aan te bieden die beschikbaar zijn via onze website en om sommige functies ervan te gebruiken.
Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn om de website te leveren, heeft het weigeren ervan invloed op het functioneren van onze site. U kunt cookies altijd blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen en alle cookies op deze website geforceerd te blokkeren. Maar dit zal u altijd vragen om cookies te accepteren/weigeren wanneer u onze site opnieuw bezoekt.
We respecteren volledig als u cookies wilt weigeren, maar om te voorkomen dat we u telkens opnieuw vragen vriendelijk toe te staan om een cookie daarvoor op te slaan. U bent altijd vrij om u af te melden of voor andere cookies om een betere ervaring te krijgen. Als u cookies weigert, zullen we alle ingestelde cookies in ons domein verwijderen.
We bieden u een lijst met opgeslagen cookies op uw computer in ons domein, zodat u kunt controleren wat we hebben opgeslagen. Om veiligheidsredenen kunnen we geen cookies van andere domeinen tonen of wijzigen. U kunt deze controleren in de beveiligingsinstellingen van uw browser.
Google Analytics Cookies
Deze cookies verzamelen informatie die in geaggregeerde vorm wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn, of om ons te helpen onze website en applicatie voor u aan te passen om uw ervaring te verbeteren.
Als u niet wilt dat wij uw bezoek aan onze site volgen, kunt u dit in uw browser hier uitschakelen:
Overige externe diensten
We gebruiken ook verschillende externe services zoals Google Webfonts, Google Maps en externe videoproviders. Aangezien deze providers persoonlijke gegevens zoals uw IP-adres kunnen verzamelen, kunt u ze hier blokkeren. Houd er rekening mee dat dit de functionaliteit en het uiterlijk van onze site aanzienlijk kan verminderen. Wijzigingen zijn pas effectief zodra u de pagina herlaadt
Google Webfont Instellingen:
Google Maps Instellingen:
Google reCaptcha instellingen:
Vimeo en Youtube video's insluiten:
Andere cookies
De volgende cookies zijn ook nodig - U kunt kiezen of u ze wilt toestaan:
Privacy Beleid
U kunt meer lezen over onze cookies en privacy-instellingen op onze Privacybeleid-pagina.
Singspiel voor jong en oud
Het lijkt wel een Zauberflöte-jaar afgelopen en komend theaterseizoen. Het Singspiel is nu in de theaters te zien in een Nederlandstalige bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen, was in diverse bioscopen al te zien vanuit de MET in New York en is in december wederom te zien bij De Nationale Opera in Amsterdam. Eén werk – verschillende interpretaties.
In deze recensie valt het spotlight op de Nederlandstalige voorstelling van Opera2Day en de Theateralliantie, maar eerst iets over het Singspiel zelf.
Het Singspiel
Over het algemeen wordt Die Zauberflöte beschouwd als een vrijmetselaarsopera, hoewel er ook elementen uit de gnostiek (naar het Griekse woord voor kennis) en het humanisme vallen te bespeuren. Om over de invloed van de ideeën uit de Franse revolutie (vrijheid, gelijkheid, broederschap) nog maar te zwijgen. Mozart was, net als zijn librettist Schikaneder, vrijmetselaar en gooide alle elementen in een smeltkroes. Zo zijn er de drie deuren (rede, natuur en Moeder wijsheid) waarvan de zuilen doen denken aan een vrijmetselaarsloge. De deuren worden geschraagd door zuilen met kapitelen die het mannelijke en vrouwelijke vertegenwoordigen. Eén van de tegenstellingen die het hele Singspiel doorwerken, net als dag en nacht, goed en kwaad. Bijvoorbeeld in de personages Sarastro (zon) en de Koningin van de Nacht (maan). Of Mozart nu echt zo vrouwonvriendelijk was zoals vaak wordt gemeend, valt te betwijfelen. Vergeet bijvoorbeeld het duet ‘Mann und Weib und Weib und Mann reichen an die Gottheit an’ van Papageno en Pamina niet! Wat niet wegneemt dat er in het Singspiel wel degelijk seksistische en racistische (Monostatos!) elementen zitten.
In ieder geval genoeg elementen voor een regisseur om zich op uit te leven en eigen accenten aan te brengen. Zeker voor bewerkers die nog een stap verder gaan dan dat.
De bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen
Het opmerkelijke aan de bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen is dat er aan de ene kant een kaasschaaf over het origineel wordt gehaald en aan de andere kant juist nieuwe, geactualiseerde accenten worden aangebracht.
De kaasschaaf wordt al vanaf de ouverture gehanteerd. Hier zit geen symfonieorkest in de orkestbak, maar een orkest in een uitgedunde bezetting. Dit tot een ensemble gereduceerde orkest is overigens het gerenommeerde LUDWIG, een in 2012 opgericht collectief dat kan krimpen en uitzetten van klein ensemble tot groot orkest. Het staat hier onder leiding van Hernán Schvartzman, die af en toe fraaie accenten legt. Bijvoorbeeld wanneer tovenaar Sarastro zingt (niemand minder dan Huub Claessens). Dan wordt de sonore klank van de fagot uitgelicht, wat zeer raak is, als symbool voor het duistere in de rol van Sarastro. De kaasschaaf is duidelijk ook gehaald over de racistische elementen in het origineel, maar weer minder over de vrouwonvriendelijke. Op deze manier blijft de tweeslachtigheid in het origineel van het libretto zitten, maar dan op een ander niveau. Zo zijn bijvoorbeeld de drie dames die de Koningin van de Nacht vergezellen in de versie van Boermans en Van Deursen vervangen door drie amazones met volle borsten.
Foto: Joris van Bennekom
Extra aangezet is de spraak van de vogelvanger (Jasper van Hofwegen): onvervalst plat Amsterdams. Monostatos (Mike Reus) gebruikt weer slang. De drie knaapjes in het origineel zijn in deze productie drie padvinders met een klappertjespistool. Humor is de opvoering dan ook niet vreemd, evenals een vertaling naar het hier-en-nu. Zo is de vogelvanger op jacht naar ganzen uit derdewereldlanden die zich ophouden in het kroondomein van de Koningin van de Nacht. Geactualiseerde én dystopische accenten, die ook naar voren komen op het moment dat er sprake is van het Vierde Rijk. Accenten die sommige bezoekers misschien, net als sommige grofheden in de tekst, kunnen afschrikken. Dit neemt niet weg dat er ook aandoenlijke elementen te zien zijn. Zo verandert Papagena (Dominique Woerdings) van een vrouw achter een met plastic zakken volgeladen winkelwagentje opeens in een knappe jongedame.
Bijzonder fraai is de projectie van Arjen Klerkx, die de natuur in al haar pracht en kwetsbaarheid toont. De beelden van smeltende gletsjers en opborrelende lava (water en vuur uit het origineel) blijven onrustbarend, al bloeit er wel degelijk nieuw leven uit op. Nieuw, jong leven én liefde – dat is wat ook in de bewerking van Boermans en Van Deursen ondanks alle donkere accenten blijft. Een hoopvol gegeven. Al hoeft dat nu ook weer niet persé te betekenen dat alles wat oud is als afgedaan moet worden beschouwd.
Uiteindelijk kan iedereen in deze productie iets van zijn/haar gading vinden. Liefhebbers van opera, toneelspel, thrillers enzovoort. Jong én oud.
Mozarts Zauberflöte - the next generation
Regie: Theu BoermansArtiest: Bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen
Gezien op zondag 25 juni 2023 in DeLaMar, Amsterdam
Nog te zien tot zondag 03 december 2023
Misschien ook iets voor u
Complex maar vermakelijk
De nieuwste film van Wes Anderson, Asteroid City, behaalt lovende kritieken, maar krijgt ook wat kritische noten. Het is op zich een hapklare maaltijd met dezelfde terugkomende Anderson ingrediënten, maar toch is hij net iets slimmer – of eerder ingewikkelder – dan zijn andere films. Ga uit van een avondje geconcentreerd kijken.
Het is een filmmaker waar je van houdt of niet. Velen lopen weg met zijn eigenzinnigheid – waaronder heel Hollywood – terwijl anderen zich storen aan zijn haperende plaat. Asteroid City heeft weer veel Anderson elementen. De film is best complex te noemen. Het zijn twee verhalen die voortdurend naar elkaar verwijzen en overlappen: je volgt een scenarioschrijver in het schrijfproces van een toneelstuk, en je ziet het toneelstuk dat uitgevoerd wordt. Het eerste verhaal in B-film-zwart-wit en het tweede in kleur – lees pastelkleuren, lees een basisbestanddeel van een Anderson film. De verwijzingen creëren een interessante diepgang, maar voor de gemiddelde kijker zal het nogal wat verwarring veroorzaken: wat gebeurt er nu en wat heeft dat met het andere te maken? Niet voor niks zegt de regisseur dat je de film het beste een paar keer kunt bekijken. Een verstandige keuze.
Een gelaagde verhaalstructuur
De verhalen zijn gesitueerd in 1955 en hebben met de hoeveelheid aan karakters evenzoveel zijsporen. Wie je het meeste volgt zijn een oorlogsfotograaf, zijn puberzoon en een bekende actrice (Scarlet Johansson) met haar puberdochter. De fotograaf – gespeeld door de huisacteur Jason Schwartzman – reist naar het stadje Asteroid City, in de Nevada woestijn, omdat zijn ‘brainiac’-zoon een van de winnaars is van een wetenschapsaanmoedigingsprijs. Hetzelfde geldt voor de dochter van de actrice. Tijdens een avondje sterrenkijken op de bodem van een eeuwenoude meteorietkrater zijn zij getuige van een ingrijpend kosmisch incident. Dit zorgt voor een kettingreactie aan gebeurtenissen waarbij het hele stadje in quarantaine worden geplaatst. Deze gevangenschap wordt logischerwijs omzeild door een uitgedacht en gedetailleerd plan verzonnen door een aantal eigenzinnige personen. Logisch, want: een basis-ingrediënt van een Wes Anderson-film.
Sterrencast zonder Bill Murray
Dat Wes Anderson compleet omarmd wordt door Hollywood is te zien aan de enorme sterrencast. Om maar een paar te noemen: Tom Hanks, Scarlet Johansson, Jeffrey Wright, Bryan Cranston, Edward Norton, Tilda Swinton. Opvallend is dat deze keer Bill Murray er niet in zit, iemand die voorheen toch tot de vaste cast behoorde. De speculaties dat hij er niet in zat vanwege diva-gedrag worden door de regisseur weerlegd, want net voor de filmopnames bleek Murray besmet met Covid-19 en moest hij afzeggen voor de rol (bron: Moviemaker). Toch wordt hij niet gemist, ook omdat de rol waar hij voor gecast was – nu vertolkt door Steve Carell – nogal triviaal is in het geheel. Helaas is dat van toepassing op meer rollen in deze film.
Adolescente humor
Het werk van Anderson drijft voor een groot deel op komedietechnieken. Veel van zijn acteurs komen dan ook uit het humorveld of hebben eerder in komediefilms gespeeld. Zijn films zijn dus vaak grappig (bedoeld). Asteroid City is dit ook absoluut. Maar let wel; het is humor met weinig diepgang. Zijn grappen zijn soms nogal puberaal, soms niet meer dan flauw of het is onduidelijk of het nu een grap is of niet. Vergelijkbaar met een puberventje dat ergens helemaal in een deuk over ligt terwijl de rest hem onbegrijpend aankijkt.
Los daarvan is de film erg vermakelijk, op sommige vlakken intelligent te noemen. Je zou de film misschien zelfs kunnen lezen als een kritiek op de ‘slapende mens’, het type dat alleen nog in de eigen waarheid gelooft, ook al staat die haaks op de wetenschappelijke feiten. Liefhebbers van complexiteit zullen niet van een koude kermis thuiskomen bij Asteroid City. En wat ook meespeelt is dat het geheel is versierd met een gigantische strik. Een pastelkleurige welteverstaan.
Asteroid City duurt 106 minuten en draait in 79 zalen.
Asteroid City
Regie: Wes AndersonDistributeur: Universal Pictures
imdb: https://www.imdb.com/title/tt14230388/
Misschien ook iets voor u
Onbestemde onvrede
When in doubt, ask emeritus hoogleraar klinische psychologie Paul Verhaeghe. Als geen ander weet hij de psychologische problemen van onze tijd bloot te leggen. In Onbehagen is hij wederom scherp, al horen we zijn ideeën niet voor het eerst.
In de inleiding stelt Verhaeghe vast dat er frictie zit binnen de menselijke identiteitsontwikkeling. Enerzijds willen we bij de groep horen en tegelijkertijd hebben we een verlangen naar autonomie. Een tegenstelling die hij ook op grotere schaal herkent, zo schrijft hij: ‘Het evenwicht tussen wat een maatschappij van haar burgers verwacht en waar zij menen recht op te hebben, is nooit in balans, en elk tijdperk formuleert een eigen antwoord.’ Dit is het onbehagen waarover Verhaeghe spreekt. Aan de hand van psychosociale gezondheidsindicatoren bekijkt hij in het boek de kwaliteit van onze maatschappij.
Neoliberalisme
Het neoliberalisme ligt volgens Verhaeghe ten grondslag aan het gevoel van onbehagen dat zo velen van ons voelen. Dit neoliberale narratief is onder andere te herkennen aan het feit dat waarde tegenwoordig haast uitsluitend in economische zin wordt uitgedrukt, bijvoorbeeld door het gebruik van ‘cliënt’ in plaats van ‘patiënt’. Ook komt de nadruk steeds meer op het individu te liggen in plaats van op de groep, waardoor autonomie een groot goed is geworden. Het neoliberale discours zit inmiddels zo diep verweven in de samenleving, dat het alomtegenwoordig is geworden en niet eens altijd als dusdanig herkend wordt.
Een moment waarop het discours wel duidelijk aan de oppervlakte kwam, was gedurende de coronacrisis. Hele volksstammen stonden op omdat ze het oneens waren met de overheid die hun vrijheid ‘afpakte’. Mensen hadden niet enkel recht op een eigen mening, maar ook op handelswijze en argumentatie. Criteria waarop wetenschappelijke bevindingen berusten werden soms zonder pardon van tafel geveegd, de ‘eigen mening’ woog zwaarder dan de objectieve realiteit.
Incompleet
Hoewel je Verhaeghe enkel overschot aan gelijk kunt geven, blijft Onbehagen een wat onbevredigende leeservaring. Het boek echoot veel thema’s die Verhaeghe eerder al in Identiteit behandelde. De druk om te presteren, de verantwoordelijkheid die bij het individu wordt gelegd, hierover schreef Verhaeghe in 2011 al een uitstekend werk.
Daarnaast komt er wel een erg breed scala van factoren voorbij die bijdragen aan onbehagen, waaronder nature, nurture, educatie, zorg, politiek en het bedrijfsleven. Natuurlijk wordt alles met elkaar in verband gebracht binnen een neoliberaal discours, maar het maakt Onbehagen ook lichtelijk tot een klaagzang. Verhaeghe komt pas op de valreep – in de uitleiding – met een voorstel voor een verzoening tussen autonomie en verbondenheid. Dit moet niet verward worden met berusting, het gaat om een actief toe-eigenen van de sociale wereld. Een welkome vrolijke noot na een somber stemmend relaas.
Onbehagen
Schrijver: Paul VerhaegheUitgever: De Bezige Bij
Prijs: 24,95
Bladzijden: 284
ISBN: 9789403117027
Misschien ook iets voor u
Vermeer als showcase voor de technologie
Het Mauritshuis trok zijn topstuk Meisje met de parel al vroegtijdig terug uit de grootse Vermeer-expositie in het Rijksmuseum. En nu komt het met een imposante primeur. In de foyer beneden kun je er tot januari 2024 een gigantische 3D-print van het schilderij – aangevuld met interessante nieuwe info – bezichtigen én aanraken!
In 8WEEKLY’s recensie van de Vermeer-tentoonstelling werd al even gewezen op het raakvlak tussen de schilder en zijn stad- en leeftijdgenoot Antoni van Leeuwenhoek. De 3D-print van vier meter hoog in het Mauritshuis – vervaardigd op basis van zeer geavanceerde microscopie en printtechniek – zou Van Leeuwenhoek ongetwijfeld met gepaste trots vervullen. Waar vakkundig lenzen slijpen al niet goed voor is.
Tijdens de perspresentatie op 8 juni jongstleden werd duidelijk dat de print vooral een pronkstuk voor de technologie is. Diverse betrokkenen gaven tekst en uitleg over het onderzoek en het proces dat uiteindelijk in een honderdvoudig vergrote 3D-versie van Meisje met de parel resulteerde.
Vruchtbare samenwerking
De basis voor de print werd gelegd door samenwerking met twee internationale bedrijven. Om te beginnen met het in Frankrijk gevestigde Hirox Europe. Dit bedrijf is gespecialiseerd in digitale microscopie, waarmee de afgelopen jaren al tal van meesterwerken zijn onderzocht. Met zijn techniek construeerde Hirox Europe een minutieus 3D-ontwerp van de oppervlakte van Meisje met de parel. Het reliëf van het schilderij werd met andere woorden uiterst gedetailleerd in kaart gebracht.
Om daar ook een reusachtige afdruk van te maken werd Canon ingeschakeld. Een van de paradepaardjes van dat bedrijf is de zogeheten ‘elevated printing technology’. Dit komt erop neer dat Canon met behulp van speciale printers afdrukken in drie dimensies kan maken, dus helemaal in overeenstemming met het oppervlak van bijvoorbeeld een schilderij. Dit gaat laagje voor laagje, steeds met een dikte die dunner is dan een mensenhaar. Uiteindelijk duurde het printen van deze ongekende vergroting zo’n 230 uur en was er rond de 20 tot 30 liter inkt voor nodig.
Een wand vol verdieping
De enorme print siert nu een wand in de foyer van het Mauritshuis. Bij binnenkomst kun en wil je daar wel even stil bij staan, en je hand natuurlijk ook over het oppervlak laten gaan. Als je héél oneerbiedig bent, zou je kunnen zeggen dat het meisje met haar egale huid opeens vol met jeugdpuistjes blijkt te zitten. Want wat je voelt zijn heel veel korrelige oneffenheden. Maar het indrukwekkende paneel (eigenlijk een set panelen) dwingt natuurlijk grote bewondering af. Dichter bij Vermeer kun je niet komen, daar is geen woord teveel van gezegd. Je aanraking brengt je ook in contact met finale verfstreken, een klodder oogwit, de stipjes die Vermeer aanbracht voor subtiele effecten.
Johannes Vermeer, Meisje met de parel, zoals ze er waarschijnlijk in 1665 uitzag. Foto: Mauritshuis.
Zeker niet te veronachtzamen zijn ook andere onderdelen van de wand. Zo zijn in een fraaie vitrine tien flesjes met pigmenten uitgestald die Vermeer voor het schilderij heeft gebruikt. Variërend van het giftige loodwit tot het exotische ultramarijn – onttrokken aan lapis lazuli uit Afghanistan – geven deze pigmenten meer inzicht in zijn schilderkunst. Speciale vermelding verdient de bijdrage van TU Delft, waar met behulp van digitale technieken de oorspronkelijke versie van het schilderij zo goed mogelijk is teruggetoverd. Hoe zag Meisje met de parel er in 1665 uit, toen Vermeer er net de laatste hand aan had gelegd? Door de gevolgen van de tand des tijds, en dan met name de opgetreden verkleuring en ontstane barstjes, terug te draaien, kan nu ook een afbeelding worden gepresenteerd die waarschijnlijk heel dicht bij het origineel komt.
In een leerzame video kun je het resultaat zien. Zoals eerder al naar buiten is gebracht, bestaat de achtergrond van het schilderij bijvoorbeeld uit een donkergroen gordijn, dat helaas veel van zijn oorspronkelijke kleur verloren heeft. Verder valt op dat de gelaatstinten van het meisje echt levendiger en warmer waren dan op het schilderij dat we nu kennen. Maar met deze en andere veranderingen zullen we natuurlijk moeten leven. Het schilderij uit de 17e eeuw zijn we een beetje kwijt, dat kan niet anders, maar dankzij onze moderne technologie kunnen we het toch bijna perfect terughalen.
Who’s that Girl? – Mauritshuis Den Haag
Gezien in: Mauritshuis , Den HaagNog te zien tot: zondag 07 januari 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Muziek als bron van inzicht
De Amerikaanse filosofe Susanne Langer (1895-1985) heeft onder literatuur-, kunst- en muziekkenners een bekende naam. Bij een groter publiek is dat minder. De recent gepubliceerde bundel Over de betekenis van muziek, met een selectie uit Langers essays over muziek, wil daar verandering in brengen.
Muziek zegt u? Het eerste van de zes opzichzelfstaande essays begint met de vraag wat een Griekse vaas onderscheidt van een bonenpot uit New England en een houten emmer. Dat was Langer ten voeten uit: ze legde dwarsverbanden die op het eerste gezicht niet zo voor de hand liggen. Waar ze naar op zoek was, zijn fundamentele patronen die de drie items onderling verbinden. De hele werkelijkheid, de kunsten en toegepaste kunst vormden voor haar een betekenisvolle samenhang. Toch was het niet zo dat die bonenpot en houten emmer evenveel waarde hadden als de Griekse vaas. Het ging om de aard en de betekenis van de verschillende objecten en hun functie in de samenleving. Dat gold ook voor muziek.
Absolute muziek
Langer richtte zich op absolute muziek, dat wil zeggen muziek zonder een verhaal erachter (de zogenaamde programmamuziek). Programmamuziek omschreef ze als muziek ‘die opzettelijk het lawaai en het geschreeuw van het marktplein, de hoefslagen, klinkende hamers, stromende beekjes, nachtegalen, klokken en de onvermijdelijke koekoek nabootst’. Daarmee zat ze op één lijn met muziekcriticus Eduard Hanslick en componist Ferruccio Busoni, die een formalistische kijk op muziek hadden. Deze kijk gaat uit van de objectieve vorm en niet van een subjectieve inhoud, het programma. Langer ontkende echter niet dat muziek kan emotioneren. Het is de luisteraar die de inhoud in een compositie legt. Muziek maakt het gevoelsleven volgens haar voorstelbaar. Muziek is, schreef ze, ‘een bron van inzicht, niet een verzoek om medelijden’.
Componeren – uitvoeren – luisteren
Het doel van componeren en het uitvoeren van een compositie ‘is het creëren en ontwikkelen van de illusie van de vloeiende tijd die voorbijgaat’, schreef Langer in een ander essay. Ze maakte onderscheid tussen beeldende kunst en wat ze ‘gebeurende’ kunsten noemde. Een muziekstuk was volgens haar pas voltooid als het is uitgevoerd. Je kunt je afvragen of dit zo is. Bachs Kunst der Fuge was bijvoorbeeld eerder bedoeld om te illustreren wat Bach contrapuntisch allemaal in zijn mars had dan om uit te voeren en – nog een stap verder – te beluisteren. Het is volgens sommigen zelfs bevredigender om zijn muziek te lezen en innerlijk te horen. Wat niet wegneemt dat de Kunst der Fuge regelmatig wordt gespeeld, al dan niet op een klavierinstrument of in een bewerking voor andere instrumenten. Maar dit terzijde.
Langers opvatting over luisteren – net als bijvoorbeeld haar opvatting over hedendaagse muziek – doet decennia later overigens wat gedateerd aan. Ze meende bijvoorbeeld dat ‘provinciale concerten, lekenorkesten (…) gewoonlijk programma’s presenteren die bestaan uit korte stukken en fragmenten van langere werken’. Wie de programma’s in de provincie en van bijvoorbeeld studentenorkesten bekijkt, zal zien dat dit allang is achterhaald. Het geldt misschien alleen nog voor sommige radioprogramma’s: ‘één deel van een sonate, één deel van een trio’ enzovoort.
Desalniettemin zijn er elementen in haar denken die nog steeds actueel aandoen. Het essay ‘Het tijdsbeeld’ roept bijvoorbeeld met zijn omschrijvingen als ‘kloktijd’ en ‘duurtijd’ – denken dat zich vaak beweegt ‘op de rand van een filosofie van de kunst’ (Langer) – herinneringen op aan studies van Joke J. Hermsen over het begrip tijd.
Ook heeft Langers denken over muziek nog steeds invloed. Onder andere op dat van Marlies De Munck, die een nawoord bij deze essaybundel schreef en bekend werd door haar eigen boek Waarom Chopin de regen niet wilde horen dat in 2017 bij dezelfde uitgever, Letterwerk, is verschenen. De Munck zocht in de voetsporen van Langer ook naar de betekenis van met name absolute muziek. Ook in haar ogen zijn het uiteindelijk de luisteraars die die betekenis maken.
Over de betekenis van muziek
Schrijver: Susanne LangerUitgever: Letterwerk
Prijs: € 24,99
Bladzijden: 200
ISBN: 978 94 6459 8315
Misschien ook iets voor u
Een kleurrijk en emotioneel slotstuk
Guardians of the Galaxy Vol. 3, het langverwachte slotstuk van de geliefde Guardians-trilogie, is een visueel aantrekkelijke film met een goed verhaal, uitstekende acteerprestaties en een perfecte balans tussen emotie en humor. Met een heuse sterrencast wordt de kijker getrakteerd op een meeslepend en kleurrijk avontuur.
Het verhaal van Guardians of the Galaxy Vol. 3 begint met een deken van smart die over de personages hangt. Peter Quill (Chris Pratt) rouwt om het verlies van zijn groenkleurige vriendin Gamora (Zoë Saldana), terwijl er een nieuwe en veranderde versie van haar rondloopt zonder enige herinnering aan hun romance. Het hart van het verhaal draait echter om wasbeertje Rocket (met de stem van Bradley Cooper), wiens gruwelijke voorgeschiedenis via aangrijpende flashbacks wordt onthuld. Deze momenten snijden door merg en been, mede dankzij de fenomenale (stem)acteerprestaties van Cooper.
Een lust voor het oog met uitstekende cinematografie en CGI
© Guardians of the Galaxy 3, Copyright Marvel Studios 2023
Visueel gezien is Guardians of the Galaxy 3 een lust voor het oog. De film springt eruit met zijn kleurrijke cinematografie. De variatie aan mooie shots en de uitstekende CGI staan garant voor een rijke beleving. Zelfs de kleinste details zijn perfect afgewerkt, waardoor de film een visueel spektakel wordt. Regisseur Gunn weet ook computergegenereerde creaties overtuigend neer te zetten, als levensechte entiteiten. Wasbeertje Rocket mag dan helemaal kunstmatig zijn, wanneer hij Quill in zijn druipend jumpsuitje naar de kamer volgt, is zijn irritatie maar al te invoelbaar. Hij maakt je zelfs aan het huilen.
Subtiele acteerprestaties, volwassen inhoud en een fantastische soundtrack
Het rollenspel in de film is subtiel. Pratt weet bijvoorbeeld op realistische wijze de pijn van het verlies van een geliefde en het omgaan met verdriet neer te zetten. Guardians of the Galaxy 3 behandelt het thema van acceptatie ook op een volwassen en diepgaande manier. De personages leren zichzelf en elkaar te waarderen, inclusief hun fouten en eigenaardigheden. De film is hierdoor inhoudelijker wat ‘rijper’ dan zijn voorgangers. Het volwassen gevoel wordt versterkt door de brutere actie en het gebruik van scheldwoorden, waardoor de grenzen van een PG-13 film worden opgezocht. Toch ontbreken de grappige momenten niet, hoewel sommige grappen net iets te lang doorgaan. De soundtrack van de film is ook weer heerlijk en een kenmerkend element van de Guardians of the Galaxy-franchise. Voor elke muziekliefhebber is er iets te vinden, van hip-hop tot rock ’n roll.
Een waardig afscheid en een must-see voor fans van het Marvel Cinematic Universe
Als afsluiter van de Guardians-trilogie is deze film een waardig afscheid. Gunn weet de film een goede flow te geven met een speelduur van 2,5 uur, waarin alle Guardians de tijd krijgen om te schitteren en zich persoonlijk te ontwikkelen. De film bouwt op naar een mooie afronding van dit Guardiansavontuur. Guardians of the Galaxy Vol. 3 is zeker aan te raden. Een absolute must-see voor fans van het Marvel Cinematic Universe.
Guardians of the Galaxy 3
Regie: James GunnDistributeur: Walt Disney Studios Motion Pictures
imdb: https://www.imdb.com/title/tt6791350/
Misschien ook iets voor u
Biopic van Serebrennikov
De film Tchaikovsky’s Wife van de Russische regisseur Kirill Serebrennikov werd ondanks een oproep tot een boycot in verband met de Russische inval in Oekraïne toch vertoond op het Cannes Film Festival 2022. Sneed die oproep hout, of snijdt de film ondanks dat hout?
De film is een biopic over het kortstondige huwelijk (1877) tussen de componist en een leerlinge van hem, Antonina Miliukova, bekeken vanuit haar gezichtspunt. Zij adoreerde hem, maar hij zag al gauw zijn fout in om met haar te trouwen. De reden van het huwelijk zou zijn dat hij op haar geld uit was en zijn homoseksualiteit op die manier wilde verbloemen. Het eerste klopt niet, want zoals in de film al blijkt, gaf hij haar alimentatie nadat hij haar had verlaten. En bovendien kreeg hij financiële ondersteuning van Nadezjda von Meck, zijn mecenas. Het tweede zou kunnen kloppen, want in het Rusland van die tijd waren sinds 1835 homoseksuele handelingen in het Burgerlijk wetboek verboden, hoewel veroordelingen op grond daarvan zeldzaam waren.
Homoseksuele Tsjaikovski
Dat ligt in het Rusland van nu anders. Sinds 2013 zijn openlijke uitingen van homoseksualiteit strafbaar. En daaronder worden bijvoorbeeld verstaan het op straat kussen van twee mensen van hetzelfde geslacht of het lopen met een regenboogvlag. Zo’n film als deze past dan ook helemaal in de kritische houding van Serebrennikov. Neem alleen al het feit dat de rol van Tsjaikovski in deze kostuumfilm wordt gespeeld door de homoseksuele acteur Odin Lund Biron, die veelvuldig met Serebrennikov samenwerkt. Ook bij de Nederlandse Opera in de productie van Von Webers Der Freischütz (2022). Thans woont hij, overigens net als Serebrennikov, in Berlijn.
De film verschiet telkens van kleur. Het begin is in een diffuus en koel licht gefilmd. Haast zwart-wit. We schrijven het moment dat Tsjaikovski Miliukova heeft verlaten. Dan gaat het terug in de tijd en zien we het moment waarop zij contact met hem zoekt, omdat ze naar het Conservatorium wil én haar leven met hem wil delen. Alles is dan in warme kleuren gehuld, zoals Miliukova zelf dat gaandeweg in de film ook vaker is, gekleed in een rode jurk. Een jurk waaraan Tsjaikovski zegt zo’n hekel te hebben. Het zijn scènes die herinneringen oproepen aan beroemde schilderijen: de brief schrijvende vrouw van Vermeer, Danaë van Rembrandt. Het laatste doek hangt overigens in de Hermitage in St. Petersburg…
Manzieke Miliukova
Waar de aandacht inhoudelijk vooral naar uitgaat, is de ontwikkeling, de lijdensweg van Antonina Miliukova, gespeeld door Aljona Michajlova. Gaandeweg worden de scènes met haar steeds hallucinerender en surrealistischer. Nadat Tsjaikovski haar heeft verlaten en ze maar niet snapt dat hij niet op vrouwen valt, krijgt ze van advocaten vijf mannen in Adamskostuum ter vervanging op zicht. Een kan zelfs op zijn handen lopen. Antonina besnuffelt en betast ze allemaal. De vijf mannen achtervolgen haar in haar dromen. Ze blijft naar concerten in het Conservatorium gaan, waar muziek van Tsjaikovski wordt gespeeld en ze hem hoopt te zien. Welke muziek is overigens niet duidelijk, want daar valt de nadruk in de film niet op. Uiteindelijk komt ze in een inrichting terecht en sterft in 1917.
Zo is de film een over het Rusland van 1877 en eigenlijk ook het Rusland van nu. Serebrennikov heeft het in deze biopic mooi en treffend weergegeven.
Tchaikovsky's Wife
Regie: Kirill SerebrennikovDistributeur: Imagine Filmdistributie Nederland
imdb: https://www.imdb.com/title/tt17538510/
Misschien ook iets voor u
London Calling is een roep om muzikaal indie & punk avontuur
Als er een festival is waar je onbekende punk en indie bands uit het buitenland kunt ontdekken, dan is het London Calling. Tweejaarlijks wordt Paradiso omgetoverd tot een smeltkroes aan talent, veelal uit Engeland, Amerika, en Australië. Slechts voor de ingewijden van post-punk en aanverwante genres zal een korte blik op de line-up voor herkenning zorgen. Maar voor herkenning moet je niet bij dit festival zijn. Het bezoeken van London Calling is een kans om elk uur een presentje uit te pakken in de vorm van een korte auditieve trip. De spanning zit hem in het aangaan van het onbekende. Zoals Forrest Gump ooit al treffend zei: ‘Life is like a box of chocolates, you’ll never know what you’re gonna get’.
Pootje badend het festival in
Kate Davis en band mogen het festival aftrappen. Tijdens het wachten scharrelt de half lege zaal nog wat onrustig heen en weer, en babbelt wat met elkaar. De meeste bezoekers komen net uit hun werk en moeten nog even op een andere golflengte komen. Kate Davis komt op met band en zet in. De band zoekt naar een houding en het publiek evenzeer. Na een tijdje is de schroom er vanaf en kunnen we mee in een ingetogen indierock ervaring vol melodieuze zang en passende harmonieën. Dit fenomeen herhaalt zich in de Grote Zaal bij de folkrock van Sylvie. De zaal is hier ook nog halfvol, en de focus van het publiek is nog tam. Sylvie schotelt desondanks een dromerig pallet voor dat zachtjes heen en weer doet wiegen. Het doet denken aan een mengeling van de seventies, Pink Floyd en George Harrison. All things must pass, dus applaus en door.
Australische surfpunk
Langzaam begint Paradiso vol te stromen en dat is maar goed ook, want the Grogans spelen een mengeling van rokerige blues, punk en surfrock die enkel gepast is bij een stomende zaal. Deze drie jongens spelen zo te horen al jaren samen, want regelmatig klikt het in elkaar als de raders van een uurwerk. De nummers zijn qua songwriting nog van wisselende kwaliteit, soms is het te vlak en simpel. Maar het vermoeden rijst dat hier een act in de Kleine Zaal staat die over enkele jaren grote zomerfestivals kan platspelen. Ze besluiten de set met een garagerock knaller die in vorm en inhoud doet denken aan Buddy Holly’s ‘Oh Boy’. Zodoende bewijst rock ’n roll zich weer tijdloos.
Licht en ontwapenend
In de Grote Zaal aangekomen zien we Hamish Hawk aan het werk met een indierock geluid dat hier en daar refereert aan de jaren 80. Hamish zijn laatste album Angel Numbers heeft stormachtige internationale recensies gekregen, dus het doet benieuwen wat er live gaat gebeuren.
Hamish wordt bijgestaan door een drietal muzikanten die zich vooral dienend naar hun frontman opstellen. Hamish oogt zelf in zijn fysiek jong. Hij dartelt, springt en huppelt over het podium als een kalf dat na een lange winter eindelijk de wei in mag. Hij heeft de performatieve intensiteit van Samuel T Herring, bekend als frontman van de synthpop band Future Islands. Het oogt eigen en oprecht. Zijn diepe bariton geeft een fijn contrast met het lichtvoetige werk. Het is enthousiasmerend, en ontwapenend. Wel mag hij zijn energie de volgende keer de hele zaal in projecteren. In zijn performance richt hij zich vooral op de eerste staande rijen.
Mentaal opfrismoment
Iedereen die bekend is met Paradiso weet dat de Kleine Zaal van een andere orde is dan de Grote Zaal. Het gebeurt dus ook regelmatig dat je bot vangt als je te laat naar de Kleine Zaal vertrekt, die dan al uitpuilt. Maar even bijkomen van alle muzikale prikkels is geen slecht plan. Er moet opgefrist worden voor er weer auditief op het gemoed gebeukt kan worden, want sommige acts sproeien emoties het publiek in alsof ze auditieve Jackson Pollocks zijn. Dan is een wit canvas op zijn plaats. Dus enkele frisse ademteugen vóór op de stoep zijn, naast bier en de pompoen curry die geserveerd werd in de Grote Zaal, de noodzakelijke benzine voor een dag London Calling.
Duistere gothsferen
In de Grote Zaal belandt het publiek vervolgens in een unheimische sfeer die ergens tussen gothic, dystopisch en emo valt. Heartworms krijst, schreeuwt, hijgt en fluistert, en geeft haar lichaam alle ruimte om die boodschap te versterken. Haar band is solide, en vervult diens rol zonder in clichématige partijen te verzanden. Daardoor blijft het geheel spannend. Wanneer Heartworms tegen het einde aan op de grond krioelt rent een fotografe vooraan als een bezetene eropaf om enkele foto’s te schieten. Tevreden en opgelucht laat het meisje de foto zien aan een omstander, want zo een plaatje vang je wellicht één keer op een dag.
Heartworms is bijna klaar met haar set, en tussen een nummer door geeft ze aan hoe blij ze is hier te mogen spelen en gooit ze een merchandise-tasje de zaal in. De vrolijke manier waarop ze dat doet is lichtelijk vervreemdend en in groot contrast met de duistere sfeer die zonet nog benauwend over de zaal hing. Het zij haar vergeven, want met haar ogenschijnlijk jonge leeftijd laat ze zien al een volwassen compositiebeheersing en podium presence te bezitten.
Woeste doch kwetsbare hooligan
Wat krijg je als je hooligans – die de cursus ‘kwetsbaarheid voor gevorderden’ succesvol hebben doorlopen – een boel instrumenten in de handen duwt? Het stomende vijftal Vlure natuurlijk. Vlure brengt een mengeling van techno en postpunk die lijkt op een boze hulk versie van Faithless. Dit collectief opgepompte muzikanten loopt als gorilla’s op hun naakte borst te trommelen en ontbloot grommend hun tanden. Deze bende aan Schotse hipsters – de heerlijke rollende tongval verraadt dat – oogt agressief zonder ons van zich te vervreemden. Ze schreeuwen over kwetsbaarheid, en kermen over pijn en verlies. Zodoende komen ze nader tot ons. Paradiso is een kerk, en het is fijn als we dan een prediker zien die het woord van liefde verkondigd, niet door te zingen, maar door als een gewonde hond te blaffen.
Een muzikaal dans duet
De dienst zit erop. Ik snel me naar de Kleine Zaal voor Cumgirl8. Maar ik ben murw gebeukt door het vele geweld dat ik deze dag gezien heb en neem niks meer op. Dat is de verdienste van een dag London Calling: je krijgt veel voor je kiezen en het meeste is bepaald niet lichtzinnig. Op herkenning kun je geen moment leunen. Je krijgt voortdurend nieuwe prikkels op je afgevuurd, nieuwe ideeën te verwerken, en nieuwe geluiden om op te bezinnen. Het festival vraagt wat van je. Dat is een noodzakelijke afwisseling in deze tijd van instant gratificaties die de streamingdiensten, Spotify-playlisten en radiozenders op ons bordje plempen. Het kijken naar al die veelal prille bands is geen vermaak: het is een dans. De bands begeleiden, en het publiek moet meebewegen, anders gebeurt er niks. Gelukkig is het publiek op veel fronten bereidwillig omdat ze voelen dat het een teameffort is. Moet er gemoshed worden? Dan doen we dat. Even uithijgen? Natuurlijk. Je wilt crowdsurfen? Kom maar op dan. Punk was nog nooit zo gebroederlijk.
Misschien ook iets voor u
Another Timbre nr. 210
Laurence Crane is een minimalist met een zeer directe aanpak en hij schrijft zeer transparante muziek. Hij maakt gebruik van klassieke instrumenten maar ook een elektrische gitaar, een casio keyboard of sampling technieken behoren tot zijn compositorisch palet.
Rachel Carson
Juliet Fraser brengt het werk van Rachel Carson (1907-1964) onder de aandacht van Laurence Crane. Deze Amerikaanse zeebiologe deed baanbrekend onderzoek naar de invloed van het gebruik van insecticiden. Met het boek Silent Spring (1962) vraagt ze aandacht voor de milieuproblematiek. De titel van het boek verwijst naar de lente van het apocalyptische jaar waarin de vogels niet meer zingen doordat zij als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn uitgeroeid. Deze kennismaking met het werk van Carson doet Crane besluiten om iets te gaan schrijven over de natuurlijke wereld.
En zo belanden we in een wereld vol zingende vogels en zeegeluiden, encyclopedische lijstjes over vogelsoorten, sinusgolven, casio keyboard drones, luisterboek imitaties, en natuurlijk vocaal trapezewerk van Juliet Fraser en haar muzikale partner Mark Knoop op piano en electronics.
Het werk van Laurence Crane heeft altijd het verfrissende effect van een duik in een koele zee, humoristisch, niet belerend, minimalistisch maar altijd met verassende wendingen. Natural World bestaat uit drie secties: ‘Field Guide’, ‘Chorus’ en ‘Seascape’. Voor mij is het een klassieke recitalvorm met eigentijdse elementen, er zijn verwijzingen naar Maurice Ravel (Oiseaux Tristes / Miroirs no. 2 ), Joseph Cornell (surrealistische kijkdozen), Pierre Henry (Musique Concrète, elektro-akoestische muziek).
Als luisteraar word je meegenomen in een surrealistische wereld, vriendelijk, melancholisch, Alice in Wonderland, Engels, een muzikale wereld. Dit is een muzikale reis die de zorg om het milieu in zich meedraagt maar het is Crane’s persoonlijke zorg: eerlijk, niet zeurend en zeker niet moraliserend.
Een aanrader voor eenieder die wel eens wat anders wil.
TIP: ga naar Xeno-canto: sharing wildlife sounds from around the world, https://xenocanto.org (een coproductie met Naturalis).
componist Laurence Crane
Album: Natural WorldPrijs: € 11,6
Aantal tracks: 1 (in 3 delen)
Misschien ook iets voor u
Another Timbre nr. 200
Simon Reynell, de drijvende kracht achter ‘Another Timbre’, het Engelse label dat zoveel betekent voor de eigentijdse gecomponeerde muziek, viert weer een mooie overwinning met uitgave nr. 200: Jürg Frey’s Borderland Melodies. Het ‘huisensemble’ Apartment House, speelt op deze CD drie recente composities van de Zwitserse componist Jürg Frey.
Jürg Frey (Aarau, 1953) neemt ons mee in zijn muzikale wereld die altijd gaat over grenzen verkennen, de grens tussen het abstracte en het concrete, het ervaren van geluid en stilte, de overgang van los element naar structuur, naar compositie.
Een muzieknoot getekend door Frey is als een gedroogd blaadje, op zichzelf staand, fragiel maar ook krachtig. Zijn sensitieve houding met betrekking tot materiaalgebruik heeft gevolgen voor zijn wijze van componeren. Stapsgewijs onderzoekt en rangschikt hij zijn muzikale materialen en na verloop van tijd vormt hij zich een beeld van wat een compositie zou kunnen worden. Klinkt dit vaag en wellicht wat zweverig? Luister naar de composities op deze CD en ontdek een stevige zelfbewuste muzikale architectuur die een wereld voor je kan openen.
Borderland Melodies (2019)
Een quintet voor piano, viool, cello, klarinet en basklarinet, opent de CD. Het is een voor Frey kenmerkend stuk vol spaarzame klanken. Frey creëert een heldere omgeving waarin de vaak aanhoudende klanken van de verschillende instrumenten verbindingen kunnen aangaan. Deze verbindingen zijn melodisch van aard en grijpen terug naar de basisprincipes van de meerstemmigheid.
L’État de simplicité (2019 – 2021)
Deze vierdelige compositie, een quintet voor viool, altviool, cello, klarinet en basklarinet, vormt het hart van de CD. Instrumenten gemaakt van hout met hun diepte en warmte leveren een magisch klassiek palet op. Frey zet dit palet in om de melodische mogelijkheden van deze combinatie te onderzoeken.
Hij beschrijft deze compositie als een set van kleine muzikale essays over de betekenis van muziek. Zoals een schilder onderzoekt Frey keer op keer zijn wil tot componeren, zijn fascinaties en zijn verwondering.
Movement, Ground, Fragility (2014 – 2020)
Een septet voor piano, viool, altviool, cello, klarinet, basklarinet en percussie. De basis voor deze compositie wordt gelegd door het licht toucheren, aanstrijken van een bekken en een reeks korte gestreken altviool klanken.
Zo nu en dan verschijnen er individuele tonen en tweeklanken. Naargelang het instrument bepalen ze de de kleur van dit stuk. De cello neemt het lage register voor zijn rekening en zorgt dan voor een welhaast cinematografische ervaring.
Cellist Anton Lukoszevieze zegt hierover: ‘I never have played such a slow Blues before’
Het laatste deel van de compositie is organisch van aard. Frey maakt hier gebruik van toevalselementen, sommige secties van de compositie bevatten een muzieknotatie, andere secties bestaan uit door de componist opgestelde lijstjes. De musici kunnen hieruit keuzes maken. Mede hierdoor gaan eigen melodische fragmenten en tempo’s ontstaan en ontvouwt zich een uniek muzikaal landschap.
‘Apartment House’ weet goed raad met de subtiele composities van Jürg Frey en de productie van Simon Reynell is weer geweldig.
Een aanrader!
componist Jürg Frey
Album: Borderland MelodiesPrijs: € 11,6
Aantal tracks: 3
Misschien ook iets voor u