Film

Heel hard glimlachen

recensie: Les souvenirs

De Franse tragikomedie Les souvenirs bewijst dat een aangename film allesbehalve groots en meeslepend hoeft te zijn.

Les souvenirs vertelt een herkenbaar verhaal. We volgen een Parijse familie, waarin ieder zijn eigen kleine probleempjes en geheimpjes heeft. Studerende zoon Romain wil nu eindelijk wel eens aan de vrouw. Vader valt na zijn pensioen in een diep zwart gat. Moeder ziet het huwelijk niet meer zitten en droomt van een scheiding. En oma Madeleine wil niet naar een verzorgingshuis en neemt de benen naar haar geboorteplaats aan de Normandische kust.

Het op een roman van David Foenkinos gebaseerde verhaal maakt geen drama van deze levensgebeurtenissen. Met opgewekte toon vertelt regisseur Jean-Paul Rouve deze verwikkelingen. Uiteindelijk zal alles min of meer goed komen. Struikelend nemen de hoofdpersonages de hindernissen des levens, om uiteindelijk toch steeds overeind te blijven.

Komische typetjes

Tegen de opvallend gewone centrale karakters zet Rouve een keur aan komische typetjes in de bijrollen. De huisgenoot van Romain heeft een nogal eclectisch culinaire smaak, een tankstationmedewerker geeft in ruil voor de aankoop van een Twix wijze levenslessen en een VVV-mevrouw wijst de weg naar de meest effectieve zelfmoordplekken aan de Normandische kliffenkust.

Realisme en geestige overdrijving zijn in Les souvenirs mooi in evenwicht. Het resultaat is een film om heel hard bij te glimlachen.

Boeken / Fictie

Onwaarschijnlijk bijzonder debuut

recensie: Lize Spit - Het smelt

Lize Spit is een naam om te onthouden. Het smelt, haar romandebuut dat in januari verscheen bij nieuwe uitgeverij Das Mag, is een weergaloos staaltje vakmanschap.

Knap als je overtuigend zulke schrijnende eenzaamheid kan vatten als Spit doet in Het smelt. Een onaf huis met karton op de trap, schimmel in de badkamer en bewoners die allemaal een eigen toilettas bezitten: ‘(…) ieder had zijn eigen zeepje, eigen tandpasta, een eigen haarborstel. Heel traag waren we al aan het inpakken, allemaal hadden we een andere bestemming op het oog’. Lize Spit (1988) heeft met Het smelt een weergaloos debuut afgeleverd. Spit schrijft raak: open, eerlijk en droog. Ze moet niets hebben van pathetiek en daarmee winnen de gebeurtenissen en personages aan intensiteit.

Luguber raadsel

In een lege kamer hangt een man met een strop om zijn nek aan een balk, onder hem een plas water. Hij is alleen de kamer binnengegaan. Wat is er gebeurd? Hoe is hij daar gekomen? Dit raadsel, waar hoofdpersoon Eva in opdracht van haar jeugdvrienden Pim en Laurens mee op de proppen komt voor een luguber spel, wordt Eva’s noodlot. Spit construeert het plot meesterlijk door de werkelijk verstreken tijd één dag, de dag waarop Eva terugkeert naar haar dorp, te laten beslaan, afgewisseld met terugblikken op Eva’s jeugd. Je weet als lezer van begin af aan dat er iets vreselijks is voorgevallen, maar ook dat er nog iets ergs staat te gebeuren.

Ontwricht gezin

Eva, de verteller, observeert haar jeugd in een ontwricht gezin in een Vlaams dorp. Haar vader en moeder voeren elke dag hun eigen alcoholistische ritueel uit; doorkruisen huis en tuin op weg naar hun drankvoorraden. Eva’s jongste zusje, Tesje, is vrijwel onzichtbaar voor vader en moeder. Eva is de schakel binnen het gezin, een zwakke weliswaar. Die verhoudingen geeft Spit vanaf het begin subtiel weer: ‘Hij [vader], nam een slok wijn. “Eva, mag ik de zilveruitjes?” Tesje legde haar vork neer en gaf vader de bokaal door, omdat zij er dichterbij zat.’ In de zomer van 2002 eindigt Eva’s vriendschap met Laurens en Pim plotseling op gruwelijke wijze.

Macabere humor

Het smelt is moeilijk naast je neer te leggen omdat het verhaal zo onheilspellend spannend is. Daarnaast is het fascinerend om kennis te maken met de taal van Lize Spit. Woensdagmiddagen in de vakantie zijn ‘nuloperaties’ want die uren had je toch al vrij. Of het woord ‘pleegmoeder’: ‘mensen kunnen veel plegen, een moord, een overval en andere handelingen die verboden zijn, maar toch geen moederschap (…)’. Spit beschikt bovendien over een goede dosis macabere humor; neem de oppas die seksstandjes voordoet met Ken en Barbie, bijvoorbeeld, net zolang tot er een hoofd loskomt en door de keuken rolt.

Spit

Lize Spit woont in Brussel. Ze publiceerde o.a. in Het Liegend Konijn, De Gids en Das Magazin en won in 2013 schrijfwedstrijd Write Now! Sindsdien vochten uitgevers om de eer haar debuut uit te mogen geven. Verrassend dus dat nieuwkomer in de uitgeverijwereld Das Mag Uitgevers haar heeft gestrikt.

Wanneer Eva met een blok ijs in de achterbak naar haar geboortedorp terugkeert, wordt de grip van het raadsel op Eva’s leven pas echt duidelijk. De wraak die Eva voor ogen heeft, komt als een schok en laat je verslagen achter. Mooi hoe Spit die ontzetting bij de lezer teweegbrengt. Wat een onwaarschijnlijk boek. Ga dit lezen!

Concert

Onmisbaar randprogramma

recensie: Verslag PlatoSonic

Groningen bruist van de muziek tijdens het EuroSonic/Noorderslag-festival. Voor wie geen kaartjes heeft voor het showcase festival is er genoeg muziek te beleven op allerlei kleine podia, in de kroegen en op de Grote Markt.

De selectie uit de artiesten die we willen zien heeft bepaald dat The Coffee Company, pal naast Plato gelegen, drie middagen lang onze vaste stek zal zijn voor het beleven van PlatoSonic. Dat is een plek met een prima ambiance, waar we al jaren van vele uren muziek genieten.
Het geluid wordt dit jaar opnieuw uitstekend verzorgd door dezelfde vaste kracht en dat is een kunst op zich, omdat alle artiesten hun eigen wensen hebben.

Donderdagmiddag

Voor ons start de middag met een optreden van de Ier Graig Gallagher, die gewapend met zijn gitaar een korte set van zijn fraaie eigen liedjes ten gehore brengt. Zijn handelsmerk is zijn stem, waarmee hij ook regelmatig de kopstem laat horen. Wonderlijk genoeg sluit hij zijn korte set af met een Elvis-cover: een – overigens prachtige – uitvoering van ‘I Can’t Help Falling In Love With You’.
Vervolgens worden we getrakteerd op een stevig potje rechttoe-rechtaan rock met de donkere stem van Hans Hanneman. Daar is niets mis mee, maar het is ook niet echt opvallend.
Dat laatste kan absoluut niet gezegd worden van het optreden van de IJslandse Axel Flóvent, die met zijn band indruk maakt. De stem van Flóvent doet een beetje denken aan Jeff Buckley en zijn zelfgeschreven liedjes blinken uit in aantrekkingskracht door frisse wendingen en niet voor de hand liggende melodielijnen. Het viertal maakt zo’n uitzonderlijke indruk dat we besluiten om ze diezelfde avond nog een keer te gaan bekijken bij de showcase in de Stadsschouwburg.
De soul van de uit de UK afkomstige Aosoon mag er ook zijn. De ietwat schuchtere zangeres weet echter niet de gevoelige snaar te raken, maar blijft te keurig binnen de lijntjes. De band is bovendien niet een met de zangeres, die echter wel duidelijk potentie laat horen voor de toekomst.
Een tweede topper van de middag is The Young Folk, dat op 26 februari haar tweede album zal uitbrengen in Nederland. De band speelt een volwassen klinkende set met duidelijk Ierse tongval en een muziekkleur die je direct in Ierse sferen brengt: natuurlijk compleet met akoestische gitaren, schuiftrombone, mondorgel en xylofoon. Het prachtige ‘Home’, dat dezelfde avond zal worden vrijgegeven via iTunes, bevestigt het talent van deze prima klinkende band. Afsluitend speelt de band onversterkt staand op de tafel midden in het koffiehuis.
De voorlaatste act van de middag, die wij zien voordat we ons opmaken voor nog een avond vol muziek, is het Nederlandse gitaarbandje Diff. Deze formatie valt niet alleen op omdat ze de hele zaal trakteert op een zelfgemaakt stukje worst, maar vooral door het ingehouden spel, gecombineerd met een langzaam, doch stuwend ritme. Een kleine smet vormt de onverstaanbaarheid van de zanglijnen, die overigens muzikaal prima in het plaatje passen.man ukelele

De IJslandse singer-songwriter Svavar Knútur heeft in zijn thuisland reeds drie albums vol prachtige luisterliedjes uitgebracht. Hij waagt het met dit optreden om ook in het buitenland zijn geluk te zoeken. Zichzelf begeleidend op de akoestische gitaar, zoals ook op zijn debuut, zingt hij deels in het Engels en deels in het IJslands. Knútur laat duidelijk horen reeds een geroutineerd, maar nog steeds geïnspireerd, artiest te zijn door zijn ontspannen benadering van het publiek.

Vrijdagmiddag

De vrijdagmiddag start voor ons met Amber Arcades uit Nederland waar we slechts een snippertje van meekrijgen, maar wel de indruk opdoen dat we er wel meer van willen horen, gevolgd door de Engelse soul van Jones. Jones doet een sterk beroep op de emotie met haar zachte, veelzeggende stem. De soul van Jones is uit een fluweelzacht hout gesneden.

De Belgische act Hydrogen Sea valt op twee manieren op. De elektronische begeleiding wordt door een hyperactieve toetsenist gespeeld, die helemaal opgaat in zijn spel. Het is bijna te druk om naar te kijken. De zang van de zangeres is echter van zo’n bijzondere schoonheid op het geluidsbed dat voor haar is uitgespreid, dat het geheel zeer goed in het gehoor ligt.
De aangekondigde act Barns Courtney en de in de wandelgangen genoemde Jesse Jay worden vervangen door Tenfold. Deze Emmeloordse singer-songwriter heeft de Popacademie achter de rug en benadert nu op haar eigenwijze wijze de muziekindustrie door haar muziek gratis weg te geven als download. Toch zullen haar fraaie liedjes, die wat weg hebben van de rustige kant van de muziek van Anouk, op cd verschijnen. Maar die cd zal nog wel wat speciaals hebben, laat ze weten op haar website. Tenfold maakt een zelfverzekerde indruk en weet het publiek met haar onderkoelde houding flink te boeien.
De afsluiter van de middag is Oh Thunder waar – gezien de harp op het podium – veel van verwacht wordt. Helaas weet de band de verwachtingen totaal niet waar te maken. Vooral door de onzuivere zang van de zangeres/harpspeelster slaan ze de plank behoorlijk mis.

Zaterdagmiddag

tiny legs timZaterdag is de dag van Noorderslag (lees hier het sfeerverslag dat Vincent Meijninger erover schreef) Wij laten ons als toetje nog even muzikaal verwennen in The Coffee Company door een selectie van acts. De Belg Tiny Legs Tim maakt de
hooggespannen verwachtingen waar van zijn vorig jaar verschenen album Stepping Up. Zijn snerpend scherpe stem past prima bij zijn bluesy muziek, die naast veel historie ook zo zijn eigenheid weet te behouden.

all the kings daughtersHet Nederlandse duo All The King’s Daughters is het hoogtepunt van de middag. Deze zusjes spelen een vriendelijk soort folkmuziek, terwijl ze zichzelf begeleiden op akoestische gitaren, mandoline en af toe trom. De samenzang van de tweelingzusjes Nina en Laura Philips is erg fraai, doordat de stemmen genetisch machtig met elkaar kleuren. Ook zij klimmen op de tafel voor een unplugged sessie. Een donderend applaus bevestigt de kwaliteit. Als laatste kozen we voor het teleurstellende optreden van Vikings of Tibet, die vanwege hun onzuivere zang het wachten niet waard bleken te zijn. Gelukkig heeft dat geen invloed op het geweldige gevoel dat we hebben over drie dagen PlatoSonic.

 

 

Francesca Woodman
Kunst / Expo binnenland

Klassieke foto’s met niet alleen naaktheid als onderwerp

recensie: Francesca Woodman – On being an Angel
Francesca Woodman

Rondlopend in een tentoonstelling waarbij je weet dat de maker vlak na de laatst getoonde werken zelfmoord pleegde bestaat het gevaar van hineininterpretieren, maar het is te makkelijk Woodmans expositie alleen te zien als druipend van tragiek.

Wanneer de kunstenaar in een video toont hoe ze een van haar werken maakt is het, na de serene zwart wit foto’s tot dan toe, een schok om haar volkomen natuurlijke blije uitroep te horen over de uitkomst ervan: ‘Oh, I’m really pleased!’  Ook is het gek om aan het einde van de reeks zwart-witte naaktfoto’s ineens kleurenfoto’s te zien, waarin ze kleding draagt.
Een andere serie die ze kort voor haar dood maakte is weer in zwart-wit en toont hoe ze met de natuur bezig is: berkenschors die ze over haar polsen draagt, bijvoorbeeld, of de foto waarin ze haar haar precies zo opgestoken heeft dat het lijkt op een schelp. Licht, compositie, vormen, de natuur imiteren – kortom: dit is niet alleen een tragisch verhaal van een jong gestorvene, Woodman was tweeëntwintig- maar ook een kunstenaar die zeer bedreven was in het uitoefenen van de klassieke principes.

Francesca Woodman

Francesca Woodman, From Space, 1976
© Betty and George Woodman

Een naakt lichaam in een oud huis

Bijna alle foto’s van Woodman zijn zelfportretten. Ze maakte veel ervan in een oud huis, waarin het zonlicht de ruimte krijgt. Het zijn series waarin ze dingen onderzoekt, zoals in een glazen terrarium opgesloten zitten. Of de reeks met model Charlie, die opgeblazen condooms vasthoudt, of: Polkadot: de stippenjurk die steeds meer opengaat.
De reeks begint met een eerste zelfportret op haar dertiende, waar ze in een nonchalante en stoere houding poseert maar toch verborgen, met haar haren over haar gezicht. Ze draagt een witte kabeltrui, losse broek, heeft haar vrije hand losjes over de leuning van de stoel hangen. Opvallend in deze eerste foto is al de sterke schaduw en het felle zonlicht. De rest van de tentoonstelling toont dat ze zich daarnaast vooral bezig zal gaan houden met naaktheid en het lichaam.

Francesca Woodman

Francesca Woodman, Self-Deceit # 1, 1978
© Betty and George Woodman

Krachtig, kwetsbaar of sexy?

Een aantal videobeelden die ook worden getoond voegen aan deze tentoonstelling echt iets toe. Je hoort haar stem, die de foto’s als het ware tot leven brengt. Het is alsof je met haar in dat huis bent  en erbij bent als ze de foto’s maakt die je aan de muren ziet hangen. Ze laat namelijk zien hoe ze het doet.
Ook zijn er video’s die zelf kunstwerken zijn. Zoals de film waarin je water hard en onprettig op de houten vloer ziet en vooral hoort kletteren. Of de film die toont hoe ze een foto van haar naakte lichaam op ware grootte voor haar naakte lichaam houdt en verscheurt. Erbij draagt ze nog wel een masker met haar eigen gezicht erop. Het geeft een vreemd exhibitionistisch effect.

Francesca Woodman

Francesca Woodman, Untitled, 1979
© Betty and George Woodman

Wat betekent dat exhibitionisme? De foto’s zijn namelijk niet alleen krachtig en afgrijselijk kwetsbaar maar ook mooi en sexy. Als je, met terugwerkende kracht, uitgaat van een kwetsbaar iemand zou je haar exhibitionisme kunnen zien als zelfhaat en roekeloosheid. Maar wanneer je uitgaat van een sterk iemand die plezier heeft in wat ze doet kan het juist kracht en durf zijn. Los van de sluimerende tragiek-interpretatie is dit in elk geval een tentoonstelling die op een zorgvuldige manier een echt goede, klassieke kunstenaar presenteert.

Theater / Voorstelling

Spel op de kale vlakte

recensie: Toneelschuur producties / Korzo producties - Wachten op de barbaren

Het barbarenvolk dat we kennen uit de klassieker Wachten op de barbaren van Coetzee, blijkt nog niet uitgeroeid. Het doet opnieuw zijn intrede in het rijk waar Jan-Paul Buijs als Magistraat met een verveeld pruillipje de wacht houdt. In een interdisciplinaire voorstelling, waaruit de verstikkende macht van het totalitaire regime blijkt, verliest hij langzaam de controle – zowel over het Rijk als over zichzelf.

‘Iedere generatie kent wel een periode van hysterie over de barbaren,’ mijmert de Magistraat vanuit zijn post, waaruit de conclusie getrokken kan worden dat hij die barbaren zelf alleen maar kent uit zijn jongensdromen. In een flets winterlandschap, bestaande uit twee platen die bedekt zijn met plastic sneeuwsnippers en gescheiden worden door een scheur in de grond, duidt inderdaad niets op vijandelijk volk. De macabere strijkmuziek doet de hoop op vredige slee- en schaatstaferelen echter al snel teniet en kondigt politiek geweld aan.

Ondergesneeuwd

Wachten op de barbaren - Toneelschuur Producties en Korzo producties foto Sanne Peper (5)Wachten op de barbaren probeert het effect van onderdrukking van de staat op het individu weer te geven. ‘De staat’ en ‘het individu’ zijn daarbij twee variabelen die naar eigen inzicht en tijdsgeest ingevuld kunnen worden. Op dit moment is de situatie in Syrië de meest voor de hand liggende interpretatie, maar in 1945 zou dit thema evengoed geldig hebben kunnen zijn. Coetzee zelf verwees vooral naar de Apartheid. Deze moderne versie, onder regie van Michiel de Regt, is helaas nogal inconsequent in de manier waarop de thematiek wordt uitgebeeld. De keuze om Jan-Paul Buijs drie rollen te laten vertolken, die van de Magistraat, kolonel Joll en af en toe het barbarenmeisje, had een toevoeging kunnen zijn. Het beheerste spel van Buijs leent zich voor naadloze omschakelingen. In combinatie met het meisje, dat zonder enige onderbouwing door drie personen belichaamd wordt, schept het helaas vooral verwarring en raakt de essentie een beetje ondergesneeuwd – letterlijk, want de Magistraat uit zijn frustratie veelal door het toneel met nepvlokken te bombarderen.

Een verhaal apart

Wachten op de barbaren - Toneelschuur Producties en Korzo producties foto Sanne Peper (4)Zwijgzame gevangenen, kaal decor en een monoloog: de soberheid van Wachten op de barbaren had ervoor kunnen zorgen dat de aandacht op de vertelling gevestigd werd. Aangezien het verhaal de verbinding vormt tussen de drie verschillende disciplines, is dit eigenlijk ook een vereiste. Het zou te gemakkelijk zou zijn van choreograaf Iván Peréz om de danseressen het gesproken woord te laten vertolken, maar er is nu sprake van het andere uiterste: de choreografie is een verhaal apart. Zeker tegen het slot contrasteren de stuiptrekkende, felle bewegingen op een storende manier met de tekst. Het is een touwtrekken tussen abstract uitbeelden en concreet benoemen.

Als je alle elementen afzonderlijk bekijkt, mist er niets. De monoloog is helder en rijk aan treffende beelden, de choreografie doordacht en de muziek een welkome aanvulling op de sfeer. Als geheel is Wachten op de barbaren helaas niet veel meer dan het decor: een kale, platte vlakte waarop nog iets moet groeien.

Kunst / Expo binnenland

’t Is een mooie stad hier

recensie: Vincent van Gogh 400 dagen in Amsterdam

Dat het 125 jaar is geleden dat Vincent van Gogh is gestorven, zal weinig mensen zijn ontgaan. Ook kleinere musea en expositieruimten delen in deze herdenking. Zoals het Stadsarchief van Amsterdam. Met succes.

Het is vooral de Van Gogh van rond zijn zenuwinzinking die tot de verbeelding spreekt. En in de van de kunstenaar bekende brieven gingen zijn herinneringen terug naar allerlei plaatsen waar hij woonde. Maar niet naar Amsterdam, terwijl hij daar toch ook ruim een jaar (1877- 1878) vertoefde en tien jaar later nog een keer terugkwam. De tijd waarin onder meer het Rijksmuseum en het Centraal Station werden gebouwd. Als vierentwintigjarige student schreef hij aan zijn broer Theo: ”t Is een mooie stad hier. Wat zou ik graag u allerlei dingen hier wijzen en laten zien.’ Met deze fraaie tentoonstelling krijgt hij bij wijze van spreken de kans dat alsnog te doen.

Slechts twee plankjes

Dirk Schäfer, Markt in de Jodenbuurt, 1915 Pastel Stadsarchief Amsterdam

Dirk Schäfer, Markt in de Jodenbuurt, 1915. Pastel. Stadsarchief Amsterdam

Niet dat zijn productie in die Amsterdamse periodes zo groot is geweest. Slechts twee ‘plankjes’, zoals hij het noemde, resten uit 1877, het jaar waarin hij in de hoofdstad theologie studeerde en door Maurits Benjamin Mendes da Costa werd bijgespijkerd in Latijn en Grieks. En niet te vergeten een tekening met een bijbels thema: De spelonk van Machpela. Spaarzaam, met pen en inkt op papier gezet.
Het Stadsarchief nam, om de context van deze schamele oogst te laten zien, zijn toevlucht tot wat er in de brieven van Van Gogh wordt beschreven. Net zoals de bibliotheek van het Van Goghmuseum de boeken aanschafte die de schilder las. Boeken die overigens ook op deze tentoonstelling zijn te zien, zoals Thomas à Kempis’ Over de navolging van Christus. Van Gogh kocht deze boeken veelal bij joodse handelaren, wat weer aanleiding gaf tot het onderdeel ‘Jodenbuurt’ op de tentoonstelling.

Oom Jan en de anderen

Een ander onderdeel heet ‘Familie’. Zoals oom Johan (Jan) die op het eiland Kattenburg woonde, en waar Vincent inwoonde. Van deze oom is onder andere een foto in albuminedruk en een tekening te zien.
Interessant is dat er litho’s zijn tentoongesteld van kunstenaars die Van Gogh beïnvloedden; van Millet en van Jozef Israëls, en van één van zijn navolgers: Jan Sluijters. Van deze laatste wordt een recente aanwinst in het Stadsarchief getoond: De Baarsjes bij Amsterdam. Dit geeft een mooie omraming aan het geheel.
Natuurlijk kregen de twee ‘plankjes’ een ereplaats. Op het ene olieverfschilderij is Het Singel met de Ronde Lutherse Kerk afgebeeld, op het andere De Ruijterkade ter hoogte van waar nu – fluisterde een suppoost in – de Kamer van Koophandel staat. Beide geschilderd in de donkere aardetinten die we van zijn vroege werk kennen.

De ‘nee’ van Kee

Vincent van Gogh aan Theo van Gogh Brief 114: Amsterdam, 19 mei 1877 Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

Vincent van Gogh aan Theo van Gogh
Brief 114: Amsterdam, 19 mei 1877
Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

Wat kerken betreft: een oom van Van Gogh, ds. J.P. Stricker, was aanhanger van de zogenaamde Groninger richting binnen de protestantse kerk. De audiotour geeft hier verder geen uitsluitsel over, maar wel over het feit dat Vincent verliefd was op de dochter van deze oom; nichtje Kee. In 1881 deed hij haar een aanzoek, waarop ze antwoordde met: ‘Neen, nooit, nimmer.’ Waarop Vincent later schreef dat hij hoopte dat ze inmiddels aan het ontdooien was. Dit tovert ongetwijfeld een glimlach rond de mond van sommige bezoekers. Zoals de hele tentoonstelling bij tijd en wijle eigenlijk doet. Een glimlach uit een feest der herkenning, of door de fraaie context die op grond van Vincents brieven tevoorschijn wordt getoverd. Brieven van een theologiestudent in Amsterdam die uiteindelijk een wereldberoemd schilder zou worden.

 

Catalogus: Vincent van Gogh 400 dagen in Amsterdam door Nienke Denekamp (uitgeverij THOTH), € 14,95

 

Theater / Voorstelling

Bitterzoete Kersentuin

recensie: NTGent - De Kersentuin

Op de lichtbalk die constant onder het verhoogde podium doorloopt is achtereenvolgens te lezen: “it rains”, “still raining”, “it rains again”. We kijken naar een voorstelling van Tsjechovs De Kersentuin van NTGent onder regie van Johan Simons. Russische melancholie over het deprimerende lot van de mensheid. Tsjechov zelf noemde zijn stukken komedies en velen hebben het daar moeilijk mee gehad. Maar Simons is er met zijn kanjers van acteurs op wonderbaarlijke wijze in geslaagd de tragiek op komische wijze vorm te geven.

‘De Kersentuin’ is een landgoed dat wijd en zijd bekend staat vanwege een prachtige kersentuin. De eigenaresse, Ljoebov Ranjevskaja, is doodongelukkig omdat achtereenvolgens haar man en haar zoontje zijn gestorven. Zij is weggevlucht naar Frankrijk en heeft zich daar in een destructieve relatie gestort, die haar nog ongelukkiger heeft gemaakt. Ljoebov is nu terug op haar geboortegrond, maar dreigt haar eigendom te verliezen. Vanwege haar opgehoopte schulden moet het landgoed waarschijnlijk worden verkocht.

Benauwend

De acteurs staan vooraan op het podium op een breed platform dat ongeveer een meter hoog is en zeer smal in de diepte. Ze hebben moeite elkaar te passeren. Het achterdoek bestaat uit stukken karton en lege kasten. Het geheel wordt omsloten door een schilderijenlijst. Er zijn bepaalde dingen te herkennen: gebloemd behang uit de kinderkamer, cijfers die met potlood op de muur zijn geschreven om aan te duiden hoeveel de kinderen zijn gegroeid en een kinderstoeltje met de naam Grisja erop. Aanvankelijk is het geestig om de acteurs zo moeizaam te zien bewegen. Naderhand, als er veel mensen in huis zijn, wordt het benauwend. Iedereen zit hier letterlijk en figuurlijk vast.

Vrije markt

Een van de hoofdrolspelers, de koopman Lopachin, op meesterlijke wijze gespeeld door Pierre Bokma, komt uit een geslacht van lijfeigenen. Hij is nu rijker dan Ljoebov, leent haar geld uit en koopt uiteindelijk het landgoed, maar voelt zich nog steeds inferieur aan haar en haar familie. Frappant is dat Tsjechov zelf uit een familie van lijfeigenen stamt. Zijn grootvader heeft zich vrij kunnen kopen. Misschien is dat de reden dat Lopachin, in ieder geval in deze versie, tot de sympathiekste personages hoort. Simons ziet in dit stuk ook een verwijzing naar onze tijd, waarin veel mensen door omstandigheden hun geboortegrond verlaten. Waar willen we sterven, doet dat er voor ons überhaupt toe?

In De Kersentuin wint de vrije markt, zoals het in onze samenleving op het moment ook lijkt te gebeuren. Ljoebov en haar broer Gajev, mooi gespeeld door Elsie de Brauw en Oscar van Rompay, zijn niet helemaal van deze wereld. Ljoebov heeft geen cent, maar blijft (geleend) geld weggooien alsof het water is. Gajev probeert dat te voorkomen, maar is er te zwak voor.  Beiden zijn ze niet in staat hun ouderlijk huis, het prachtige landgoed, te behouden. Lopachin is een zenuwpees, maar hij heeft wel oog voor de omstandigheden. De mooie kersentuin, Ljoebovs troost, zal worden gekapt en er zullen toeristenhuisjes worden geplaatst. Hoe triest dat ook is, Ljoebov en Gajev verdienen hun lot. Ze doen niet genoeg moeite om dat wat voor hen van waarde is te behouden. Simons wil ons met dit stuk wakker schudden: zijn wij in onze tijd hetzelfde aan het laten gebeuren? Een zeer relevante vraag!

Aandoenlijk

Lien Wildemeersch is Varja, de aangenomen dochter van Ljoebov, die door haar nauwelijks wordt gezien en daar hevig onder lijdt. Varja is verliefd op Lopachin, die haar eveneens negeert. Wildemeersch is prachtig in haar wanhopig smachten en verdriet. Haar vertolking doet zin krijgen in een door haar gespeelde Sonja in Oom Wanja. Maar de sterren van de avond zijn Bokma en Benny Claessens, de laatste als de student Trofimov. Beiden dragen te krappe kleren en beiden zijn zeer specifiek in het neerzetten van hun personages. Zich samenknijpende handen, knipperende oogleden, achterdocht, veel achterdocht. Bokma is soms bijna karikaturaal, maar steeds zeer geestig of aandoenlijk en in zijn dronkemansscène magistraal. Claessens neemt in zijn monologen (soms te) lange pauzes, maar die dragen bij aan de stille fragiele sfeer. De scène die zich tegen het einde tussen hen beiden afspeelt is een genot om mee te maken.

Dit is de eerste regie die Johan Simons bij NTGent voert na zijn terugkeer uit München. Hij heeft er een wonderschone voorstelling van gemaakt.

ESNS 2016 Colm Mac Con Iomaire
Muziek / Reportage
special: Eurosonic 2016: vrijdag 15 januari
ESNS 2016 Colm Mac Con Iomaire

Steeds op zoek naar vernieuwing

De laatste dag van EuroSonic 2016 is meestal een drukke vrijdag. Er zijn meer mensen op de been dan op de andere dagen die her en der een graantje meepikken van de muziek die het de komende tijd moet gaan maken.

De keuzes voor een avond muziek zijn beperkt, want met slechts vier acts uit het aanbod is de avond voor de recensent al vol. Uit de veelheid aan niet gehoorde acts zijn er vast verschillenden die we de komende tijd zullen gaan horen op de vaderlandse radio en kunnen gaan zien op de vele podia die ons land rijk is.

Vernieuwingsdrang

Heel toepasselijk starten we de avond op podium Vrijdag, waar de Tsjechische formatie VR/Nobody acte de présence geeft. De elektronische muziek wordt weliswaar gespeeld met computers, maar is buiten de toonsoorten en geluidssoorten niet voorgeprogrammeerd; we zien dus wel degelijk een muzikant aan het werk. De zang voegt hier een bijzonder fraai stijlelement aan toe wat zich uit in melodieuze muziek. ESNS 2016 VR NobodyAf en toe wordt een instrument zoals een trom toegevoegd. Het duo speelt nagenoeg in het duister met slechts een vleugje rood of helblauw licht. De muziek klinkt vernieuwend en doet soms denken aan Faithless, maar dan met hoge zanglijnen. De vernieuwingsdrang van dit duo is groot en resulteert in een goed te verteren stuk muziek dat hongert naar meer en je nieuwsgierig maakt naar hoe dit op cd gaat klinken.

In de USVA spelen de Duitse broer en zus Sarah & Julian voor zo’n honderd toegestroomde belangstellenden. Julian speelt akoestische gitaar terwijl Sarah de toetsen laat klinken. Als toevoeging is ook een drummer actief. De liedjes van het duo passen in een singer-songwritersjasje met een licht indie-popsausje. Af en toe horen we het duo een uitstapje maken naar een wat extravaganter geluid, als ze bijvoorbeeld samen als intro opESNS 2016 Sarah and Julian één trom spelen om vervolgens verder te gaan met Sarah achter de toetsen terwijl Julian nog verder speelt op de trom. De stemmen van deze broer en zus kleuren mooi bij elkaar. Ze sluiten hun optreden af met het eerste liedje dat ze ooit samen schreven, ‘Yesterday’. Met z’n tweeën spelen ze quatre-mains op piano van Sarah. Het van origine countryliedje krijgt een hedendaagse make-over, zodat de country roots niet meer hoorbaar zijn.

Ierse wortels

Het hoogtepunt van de avond treffen we in Der AA-Kerk. Ex-Frames lid Colm Mac Con Iomare laat duidelijk zijn Ierse wortels horen. Met zijn altviool speelt hij een indrukwekkende strijkersset waarbij hij af en toe wordt begeleid door bandleden op piano en nog spaarzamer op akoestische gitaar, elektrische gitaar en mandoline. Kortom de band heeft vaak niets te doen. Voor het overgrote deel speelt Iomare alles zelf, gebruik makend van opname-apparatuur en het live in elkaar zetten van verschillende door elkaar afspelende loops. De muziek van deze bijzondere band klinkt in de kerk met zijn galm extra indrukwekkend. Voor iedereen die voorbereid was op dit strijkerswerk is de muziek van Iomare een ware traktatie. Hij waagt zich zelfs aan een stuk genaamd ‘Celeste’ dat hij in opdracht geschreven heeft voor een event dat zal plaatsvinden op 26 januari ter gelegenheid van zes Ierse dichters (niet bekend welke).

ESNS 2016 KieslowskiWe lopen bij de USVA, waar Marble Sounds reeds gestart is met hun set, tegen een grote rij wachtenden aan wat ons doet besluiten om ons door de inmiddels glad geworden straten van Groningen richting Newscafé te begeven. In de kelder speelt de Tsjechische formatie Kieslowski. Het duo speelt gitaar en toetsen waarbij de zang voor rekening komt van beide bandleden. Zo wisselen de vrouwelijke klanken de mannenstem af. De dame speelt toetsen en mondorgel. De zangeres memoreert dat we wel weinig zullen begrijpen van hun Tsjechische teksten. Toch valt er muzikaal voldoende te genieten, zodat we geboeid blijven luisteren: muziek met een elektronische beat, piano- en keyboardklanken, aanvullend met gitaargeluid dat meer op de achtergrond beweegt.

De balans

De balans opmakend van EuroSonic 2016 kunnen we niet om het optreden van Colm Mac Con Iomare in Der AA-Kerk heen. We voegen deze dan ook graag toe aan het lijstje van donderdag. De twee verrassende acts uit Tsjechië, VR/Nobody en Kieslowski, vragen erom om muzikaal gevolgd te worden, ook na EuroSonic Met de drie hoogtepunten van de donderdag erbij is de oogst prima, zeker als we de korte proeverijen van PlatoSonic mogen meerekenen.

 

 

 

bladmuziek
Boeken / Fictie

Harmonie van muziek, tumult van terreur

recensie: Julian Barnes - Het tumult van de tijd
bladmuziek

Het ziet ernaar uit dat romanciers zich meer wagen aan half-fictie, zoals Julian Barnes in Het tumult van de tijd, een romanesk bedoeld portret van de componist Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975). Die probeert wanhopig de genadeloze Stalin genoeg welgevallig te zijn om de ‘decadente ketelmuziek’ te kunnen schrijven die hij op zijn hart heeft.

Barnes koos voor een biografische vorm van korte paragrafen, royaal van elkaar gescheiden door dubbele witregels, die enigszins van de hak op de tak alledaagse en cruciale gebeurtenissen uit het leven van de componist plukken. De schrijver laat hem ’s nachts voor zijn huislift wachten om opgepakt en meegevoerd te worden door Stalins mannetjes. De feiten worden niet braaf opgelepeld, maar in de wisselende verbanden van een stream of consciousness gezet. Die vindt plaats in het brein van Sjostakovitsj. Af en toe herinnert een korte alinea eraan dat hij nog steeds voor de lift staat, ‘Op de overloop’, zoals het eerste van de drie verhaalsegmenten heet. Deze beslaan de stalinistische periode voor en na de oorlog en de dooi onder Nikita (de Maïskolf) Chroesjtsjov.

Gesuggereerde ik

Barnes is alwetend op de hoogte van de herinneringen en gedachten die door het geplaagde hoofd van de componist gaan. Op voornoemde overloop, later tijdens een vliegreis van Rusland naar de VS en terug, en tot slot in een auto. Nadeel van het hij-perspectief is de afstand tot de lezer, die zich in de loop van het verhaal toch ietwat begint te wreken. De componist krijgt te weinig een persoonlijke stem. De hij van Barnes loopt de gesuggereerde ik van Sjostakovitsj structureel voor de voeten. Resultaat: portret noch zelfportret.

Dat wordt nog versterkt doordat Sjostakovitsj filosofeert maar geen filosoof is, het over politiek heeft zonder er veel belangstelling voor te hebben, gedachten en gevoelens onder woorden brengt zonder schrijver te zijn – stilistische hoogstandjes komen op rekening van Barnes.

Naderhand valt ook op dat het hoofdpersonage en de omstandigheden feitelijk niet zo gek veel ontwikkeling vertonen. In een roman heeft een hij-figuur baat bij de fantasie die erop wordt losgelaten, maar Barnes heeft weinig ruimte om aan het biografisch materiaal te ontsnappen. De veronderstelde dialogen klinken te veel als uitgeschreven rollenspelen.

Wat eveneens wringt is de constructie van de beperkte locaties van overloop, vliegtuig en auto voor alles wat in de componist opborrelt. De proporties van het een en het ander sluiten te weinig op elkaar aan.

Uitgemolken

Verder doet het de spanning van het verhaal niet zo goed dat de bizarre akeligheden van de Sovjetdictatuur anno nu toch wel enigszins zijn uitgemolken. Getuigenis (1979), het boek waarin Solomon Volkov vóór de val van het Sovjetrijk de herinneringen van zijn vriend min of meer betrouwbaar optekende, sloeg in als een bom waarvan de inslag enigszins is uitgewerkt, zeker nu tsaar Poetin een nieuwe bom in voorbereiding zou kunnen hebben.

Ook de kwestie of Sjostakovitsj het met de onderdrukkers wel iets minder op een akkoordje had kunnen gooien, is enigszins oudbakken. Door niet naar het buitenland te vluchten heeft hij voortdurend het vlijmscherpe zwaard van Damocles boven zijn hoofd moeten verdragen. Wie kan beslissen of hij meer heldenmoed had moeten opbrengen onder een zo moordzuchtig regime? De gevluchte Strawinsky was meer in de gelegenheid enige moed te betonen door publiekelijk de Sovjetmisdaden te veroordelen, wat hij weigerde.

Onvergankelijk

Sjostakovitsj, ervan overtuigd dat door de dood zijn muziek eindelijk tot leven zou komen, was een buitengewoon begenadigd componist. Het doet enigszins vreemd aan dat zijn muziek in Het tumult van de tijd weinig aan bod komt. Vergeeflijk, want de onvergankelijke klanken kunnen voor zichzelf spreken.

Theater / Voorstelling

Het vaderschap als experiment

recensie: PIPS:lab - Aarsvaders

De mannen van PIPS:lab zijn vader geworden en dat zullen hun zoontjes weten ook. In een met camera’s volgehangen laboratorium onderwerpen de jonge vaders hun kroost aan een scala pedagogisch niet altijd even verantwoorde experimenten. Doel: het moderne vaderschap onderzoeken.

Want wat maakt je tot een goede ouder? Laat je je kind in vrijheid de wereld ontdekken of hou je de lijn strak? En welke waarden wil je je kind meegeven? Creativiteit? Gehoorzaamheid? Zelfstandigheid? Vele vragen maar, zoals de bevriende vaders verzuchtten, weinig antwoorden. In Aarsvaders gaan de mannen van PIPS:lab (Keez Duyves, Willem Weemhoff, Daan van West en Thijs de Wit) op zoek naar die antwoorden in een nieuw laboratorium.

Dynamiek

Beelden uit het lab, die veelal bestaan uit rondrennende peuters in gekleurde overalls, worden geprojecteerd op grote bewegende schermen. Het publiek kan vrijuit over het podium rondlopen en heeft zo de illusie zelf in het laboratorium aanwezig te zijn. De bewegende schermen en de afwisselende beelden die daarop geprojecteerd worden leveren een interessante dynamiek. Omdat je als kijker op het podium mag staan en gaan waar je wilt, word je zelf ook onderdeel van het steeds in beweging zijnde decor. Wat je van de voorstelling ziet, wordt voor een groot gedeelte niet bepaald door de makers maar door de bezoeker zelf. Het ene moment luister je naar een monoloog van een autoritaire vader die zijn kind leert hoe je voor jezelf op moet komen, het volgende moment wandel je naar een blokfluitspelende pappa die het liefst zingend met zijn zoon communiceert.

De voorstelling wordt het sterkst wanneer de vier vaders elk een hoek van het podium innemen en iedere vader op zijn eigen manier de aandacht van het publiek probeert op te eisen. De vaders zijn niet langer elkaars vrienden maar raken verwikkelt in een concurrentiestrijd. Als marktkoopmannen overschreeuwen ze elkaar over wiens opvoedtechnieken de beste zijn.

Duistere ondertoon

Meer nog dan over het vaderschap gaat Aarsvaders over technologie en de mogelijkheden die daardoor worden gecreëerd om het hele leven vast te leggen op beeld. De peutertjes krijgen camera’s omgehangen en worden daarnaast geobserveerd vanuit tientallen andere standpunten. In computermodellen wordt het precieze gedrag van de kinderen geanalyseerd. Een van de vaders verwoordt het pakkend: we wilden niets niet zien. Het past in onze tijd, waarin trotste ouders Facebook volgooien met foto’s van hun kinderen en de tijd waarin kinderen steeds jonger met telefoons worden uitgerust ter kalmering van de bezorgde vader of moeder. Aarsvaders laat zien dat een al te obsessieve belangstelling in het doen en laten van kindlief niet tot een gezondere band tussen vader en zoon leidt. Zelfs de vader die het meest een vrije en creatieve opvoeding voorstond, verandert langzaamaan in een personage dat ze bij de KGB graag in dienst hadden genomen. Dit geeft het luchtige Aarsvaders een duistere ondertoon.