Duran Duran
Muziek / Reportage
special: Reportage deel 3 - Zondag
Duran Duran

Northside Festival Aarhus

De zondag: de slotdag van het fijne Northside Festival in Aarhus. De vrijdag en de zaterdag waren twee geslaagde dagen en ook het programma op zondag is niet mis. Deze zonnige dag is het het drukst op het festival: Duran Duran trekt enorm veel bekijks. Er zijn zelfs fans uit Engeland gekomen om de band te bekijken. Verder staan onder andere Beck, Twin Atlantic, Flume, Caribou, Damien Rice en Bloc Party op de zondagposter. Over diversiteit gesproken.

Vooraan het hek van de Green Stage staan na opening van het terrein om half 1 meteen een aantal diehard Duran Duran fans uit Engeland terwijl die show pas om 20:50 uur deze avond is. Om 14:00 uur is het hier tijd voor niemand minder dan Damien Rice, een enorm vroege tijd voor een dergelijk groot artiest als Rice. Wellicht wilde de organisatie mensen vroeg naar het festival trekken, wat ze in ieder geval gelukt is. Vlak voor de show staat het veld namelijk goed vol. Toch had hij met zijn emotionele en magische tracks ook heel goed iets later op de timetable kunnen staan.

Damien Rice

Damien Rice

Rice komt op met een indrukwekkende en ‘kleine’ versie van het prachtige ‘Delicate’, een nummer dat live nóg puurder is dan op de plaat. De goedlachse doch serieuze muzikant heeft weinig tijd om wat te vertellen: hij probeert zoveel mogelijk nummers in de krappe drie kwartier die hij heeft te proppen. Alleen maar fijn: hoe meer tracks, hoe beter! ‘9 Crimes’ is harder dan het origineel, ‘Cannonball’ kruipt onder je huid en laat je niet meer los en ‘My Favorite Faded Fantasy’ wordt zachtjes meegezongen tot achter op het veld. Veel te snel wordt de energieke show van de talentvolle Ier met een bombastisch ‘It Takes A Lot’, waarin hij door middel van een loopstation zelf een complete bandsound in elkaar zet, afgesloten. Kippenvel gegarandeerd wanneer hij twee drumstokken pakt om vervolgens snoeihard los te gaan op de aanwezige drums. Het is jammer dat de show maar zo kort is, maar op de een of andere manier zorgde dit wel voor een enorm intense beleving van de nummers die gespeeld werden. Wat een held is deze man toch.

Variatie

Na dit bizar goede begin loopt het hele veld uit richting de Blue Stage waar de artiesten van het Deense Scarlet Pleasure klaar staan om Northside plat te spelen. En dat doen ze. Het is wederom een beetje een gevalletje Lukas Graham: de poppy en aanstekelijke r&b doet enorm boyband aan. Ook zanger Emil Goll is daar helemaal op ingespeeld: met zijn Nick Carter-look (inclusief blonde gelkuif) danst hij alsof hij zo uit de jaren 90 is gestapt en zwaait hij naar de grootste fans die vooraan het hek aan het dringen zijn. Ook hier gaan de Denen compleet los: van de 16-jarige meisjes bij het podium tot aan de 40-jarige rockers achter op het veld, bijna iedereen weet elk nummer mee te zingen. De gladde show en dito muzikanten en liedjes zijn totaal niet ons ding, maar toegegeven: het is zeker niet slecht. De zang klopt, de instrumentale partijen kloppen, het samenspel klopt en ze weten er een strakke show van te maken. Het is echter bewonderenswaardig hoe zoete acts als deze en Lukas Graham enorm in trek zijn in Denemarken.

Jake Bugg

Jake Bugg

Een echte showman is Jake Bugg, de volgende artiest die we checken, niet. Zijn catchy nummers en opvallende stem doen het werk echter wel voor hem, maar voor een knallend optreden moet je niet bij de jonge Brit zijn. Hij kijkt geconcentreerd voor zich uit, zegt af en toe wat en speelt zijn dansbare hitjes. Bugg heeft als groot voordeel dat zijn stem ontzettend onderscheidend is in vergelijking met andere jonge singer-songwriters, zonder dat het saai wordt. Alsof hij de stembanden van een oudere muzikant gekregen heeft. Dat maakt zijn show alsnog interessant om naar te kijken en vooral te luisteren, ook al gebeurt er niet zoveel op het podium. Met maar liefst dertien nummers, met onder andere het karakteristieke ‘Never Wanna Dance’ en hitjesafsluiter ‘Lightning Bolt’, weet hij de eerste rijen publiek aardig in te pakken. Jake Bugg is een prima afsluiter van deze extreem zonnige middag.

Caribou is naast Damien Rice een van de andere absolute hoogtepunten van deze festivalzondag. Met het dansbare ‘Odessa’, waarbij zowel frontman Dan Snaith als het publiek compleet losgaat, hebben de in wit gestoken mannen een festivalhit van de dag gecreëerd. Het is sowieso mooi om te zien hoe de Canadese muzikanten, inmiddels toch aardig op leeftijd, stralend op het podium staan. Af en toe geven ze elkaar een knikje of een grote glimlach wanneer ze zien dat het overgrote deel van het publiek de fijne elektronische beats als zoete koek slikt. Op de gehele show is vrijwel niets aan te merken: het is gelikt en exact wat je van een festivalshow mag en kan verwachten. De bombastische afsluiter ‘Sun’ past precies bij dit moment en deze avond en het is eigenlijk nog veel te vroeg om te stoppen met de show. Live dancemuziek maken met gitaar, bas, drums en synthesizers: er is geen andere act Caribou die dat zó kwalitatief en liefdevol weet over te brengen. Zelfs wanneer je niet van deze levendige elektronicaliedjes houdt is het moeilijk om de joviale mannen niet in je hart te sluiten.

Afsluiters

Duran Duran

Duran Duran

Tegen een uurtje of negen worden de wensen van de diehard fans inclusief shirts, petjes, tassen en eindelijk behartigd: het is tijd voor Duran Duran. Natuurlijk maken de inmiddels bijna veteranen er een echte show van: dansbare beats, knallende confetti en een ware hitparade. Vanaf het tweede nummer, ‘The Wild Boys’, kan het voor veel aanwezigen eigenlijk al niet meer stuk. Een beetje vergane glorie is het echter wel, of beter: laten we het een revival uit de jaren 80 noemen die het prima zou doen op het Eurovisie Songfestival volgend jaar. Dat zegt waarschijnlijk wel genoeg. “Kom, we gaan naar de speciaalbierbar”, is wellicht het beste onderdeel van het optreden van de Britse popband, hoewel ze ‘Planet Earth/Space Oddity’ van David Bowie best aardig weten te spelen. Het is leuk voor even, maar we hebben het vrij gauw wel gezien.

Een veel betere show zien we bij afsluiter Beck op de Blue Stage. Dit multitalent weet er met sarcastische grapjes en leuke praatjes er een hele fijne show van te maken. Uitgebreid meezingen met ‘Loser’ (tot achter op het veld!), losgaan op ‘Devil’s Haircut / Where It’s At’ en opwarmen op ‘Dreams’, Beck is de ideale afsluiter voor Northside 2016; het is niet per se steengoed of onvergetelijk maar het werkt wel als een tierelier. Uit het afsluitende praatje (in het Deens natuurlijk) van de presentatoren begrijpen we enigszins dat de data voor de volgende editie reeds geprikt zijn: Northside 2017 zal 9, 10 en 11 juni plaatsvinden. Het festival is absoluut een aanrader voor iedereen die het fijn vindt om even niet tussen de Nederlanders van een festival met toffe acts te genieten: we hebben tijdens Northside geen andere landgenoten weten te spotten, slechts een handjevol Duitsers en Engelsen. Daarnaast is de combinatie van festival en stad heel leuk: Aarhus is een sfeervolle studentenstad waar op ieder moment van de dag wel íets te beleven valt. Je kunt niet kamperen op Northside, maar er zijn genoeg hotels, hostels en toffe appartementen te huur om er een optimale festivalbeleving van te maken. Dus voor ons is het absoluut: op naar Northside 2017!

Theater / Reportage
special: Holland Festival 2016 - Deel 2

Holland Festival 2016

Vorige week deed de theaterredactie al verslag van de veelvoud aan variatie op het Holland Festival. Drie festivalweken passen echter nooit in een enkel artikel. Zodoende gaan we hieronder vrolijk verder met een tweede beschouwing van ´s lands grootste podiumkunstenfestival.

Ça ira (1) Fin de Louis – Louis Pommerat / Compagnie Louis Brouillard

In de programmering van deze Europa-editie zijn twee voorstellingen opgenomen die in de Europese geschiedenis duiken. Milo Rau onderzoekt in The Dark Ages hoe Europa zich na het Derde Rijk verenigde. Louis Pommerat volgt de totstandkoming van de Europese democratie in Fin de Louis, een reconstructie van de politieke hervormingen tijdens de Franse Revolutie. Met horten en stoten verovert de derde stand stemrecht en werpt de Franse monarchie omver. Vrijheid, gelijkheid en broederschap worden de steekwoorden van een nieuw Frankrijk, maar tegen een prijs.

In vier uur tijd worden de politieke verschuivingen van de Franse Revolutie uit de doeken gedaan, beginnend met het aarzelende toezegging van Lodewijk om zijn volk meer inspraak te geven tot het moment dat zijn heerschappij voorbij is. Pommerat kiest voor een gestage vertelling, die tegen het einde zijn vruchten afwerpt. De utopische belofte van een gelijke samenleving blijkt een desillusie wanneer de vertegenwoordigers van de derde stand net zo vervreemd van hun achterban zijn geraakt als de adel en geestelijkheid tegen wie ze streden. Het is een van de vele pijnlijke parallellen die in dit stuk naar voren komen. De performance mag dan een re-enactment van het verleden zijn, de performers lijken op moderne politici. We zien mannen én vrouwen, allen gekleed in nette maatpakken. Het is een sombere herinnering; de problematiek van toen is ook de problematiek van nu. De nationale schuld waar Lodewijk onder gebukt gaat, de vervreemding tussen burgers en politici; we kennen ze.

Inhoudelijk dus niets mis met deze voorstelling. Het is vooral de vorm die deze voorstelling tegenwerkt. Elke scene mondt uit in een felle discussie. Het publiek, als ‘passieve derde stand’ is voortdurend getuige van hoogoplopende ruzies tussen leden van het Assemblée Nationale. De performance (en het publiek) krijgt daardoor maar zelden ruimte om te ademen en te bezinnen. De aanwezigheid van het volk in de derde akte geeft een tegenkleur die niet alleen verbaal aanwezig is. Het contrast tussen de ‘gewone’ man en hun in pak gestoken vertegenwoordigers maakt in een beeld duidelijk hoe groot de kloof tussen beiden geworden is. (JvW)

Melancholia – Sebastian Nübling, Ives Thuywis, Theater Basel i.s.m. Junges Theater Basel

Het is een druk komen en gaan op het podium tijdens Melancholia van regisseur Sebastian Nübling en choreograaf Ives Thuwis. Te midden van de trillende tieners van het Junges Theater Basel en barokorkest La Cetra sjokt countertenor Tim Mead, mistroostig de levendigheid om hem heen beschouwend. Nübling presenteert de melancholie, met haar sombere berusting, als tegengif voor de neppe positiviteit en de drang tot zelfmanifestatie van het digitale tijdperk. Deze melancholie wordt verklankt middels composities uit de vroege barok, een tijdperk waarin het treurig tobben nog als voorwaarde voor het kunstenaarschap gold. Ondanks de tijdsinkadering is de muzikale variatie groot: canonieke componisten als Monteverdi en Purcell staan schouder aan schouder met onbekendere tijdgenoten als Froberger en Marini en de bezetting wisselt van solo’s tot tutti’s en al wat daartussenin ligt.

In het begin is het even wennen: de combinatie van de drukke groepschoreografieën en de contemplatieve muziek komt soms wat gekunsteld over. Op sommige momenten, bijvoorbeeld wanneer de Zwitserse jongeren ook nog selfies gaan maken en gedubbeld worden op de achterwand, al dan niet live, dreigt Melancholia wel eens uit de bocht te vliegen. Op andere momenten vallen de elementen weer prachtig samen, door sterk fysiek spel van een aantal leden van het Bazelse jeugdtheatergezelschap of de dramatische laag die de zangers (naast Mead veelal leden van Opera Studio OperAvenir) toevoegen. Mocht dit alles toch als te veel nieuwlichterij klinken, dan is er altijd nog de optie om de ogen te sluiten en de muziek haar werk te laten doen: die is te allen tijde prachtig. (DS)

Nelken – Tanztheater Wuppertal Pina Bausch

Bij binnenkomst in de stampvolle zaal zien we duizenden roze anjers (Nelken) uit het podium groeien, een fascinerend gezicht. Toeschouwers maken foto’s alsof ze in de Keukenhof zijn. Hoe fraai het beeld ook is, aanvankelijk blokkeren die anjers het zicht op de dansers, zeker als je vooraan zit. Maar ze geven ook een bijzonder perspectief: alsof je in hoog gras ligt. Later speelt het probleem niet meer, de anjers zijn vertrapt.

Nelken is in 1982 gemaakt met als thema onschuld en onderdrukking. Waar het de beelden en de dans betreft, maken die vierendertig jaar niets uit, verre van. Pina Bausch is al zeven jaar dood, maar onder dansliefhebbers leeft ze onverminderd voort en als je Nelken ziet snap je heel goed waarom. Echter, de wijze waarop onderdrukking wordt getoond, is achterhaald. Ouders doen rot tegen hun kinderen, what else is new? Een man loopt geregeld om paspoorten te vragen, dat is lastig ja, maar toch ook niet echt een ramp. En verbazingwekkend: iedereen geeft dat paspoort meteen gehoorzaam af. Daar moet je tegenwoordig als gezagsdrager iets meer je best voor doen.

Maar Nelken is een magische voorstelling met veel absurde en aandoenlijke beelden. Zoals mannen in jurken die als konijnen door de anjers springen. Of een versie van ‘The man I love’ in gebarentaal. Of de scène waarbij de paspoortenman een danser beveelt een aantal dieren uit te beelden: vooral de papegaai en kikker zijn briljant en erg geestig. Of het spelletje waar iedereen vol passie en geruzie aan meedoet. Het lijkt sowieso vaak of we naar kinderen kijken, er is zoveel vrijheid en overgave. De kwaliteit van de dans is prachtig, maar de menselijkheid staat voorop. Heerlijk dat het Tanztheater Wuppertal het bijzondere werk van Bausch blijft tonen. (EN)

Theatre of the World – De Nederlandse Opera

Louis Andriessens Theatre of the World is wellicht de meest groteske opera van een vooraanstaande hedendaagse componist sinds Ligeti’s Le Grand Macabre, en dat is een compliment. De voorstelling, onder regie van Pierre Audi, is een pandemonium van helse beulen, sprekende portretten en duiveltjes die het midden houden tussen Jeroen Boschfiguurtjes en Weimarcabaretartiesten. De kostuums en animaties van de gebroeders Quay, beroemd om hun stop-motionfilms met oude poppen en antieke prullaria, geven een prettige naargeestigheid aan het geheel.

Aan het einde van zijn leven blikt Athanasius Kircher (Leigh Melrose), de laatste Renaissanceman, terug op zijn leven: de enorme sloot aan kennis die hij heeft vergaard, heeft hem niet kunnen behoeden voor zijn lusten, zijn onvolmaaktheden en zijn angst voor de dood. Op reis door zijn gedachten wordt hij onder andere bijgestaan door paus Innocentius IX (Marcel Beekman), die een speelbal is geworden van Kircher, en een ongevraagde leerling (Lindsay Kelleman), een diabolisch menneke dat de wetenschapper op socratische wijze op zijn leven laat reflecteren. Met wat gepsychologiseer van de koude grond kom je al snel uit op een parallel met Andriessen en de andere Notenkrakers die, indachtig het vooruitgangsideaal, in de jaren zestig en zeventig de heilige huisjes omver trapten en nu moeten toezien hoe die ideale wereld verder weg lijkt dan ooit.

In zijn recente composities verruilt Andriessen het minimalisme van de jaren zeventig voor eclecticisme. Ook in Theatre of the World tapt hij uit vele vaatjes, van een apocalyptisch koperidioom tot een prachtig ingetogen a-capelladuet tot jazzpastiches. Het libretto van Helmut Krausser in Engels, Duits, Frans, Spaans en Latijn en met gesproken passages in het Midden-Nederlands, versterkt deze grilligheid. Vol narrige levenslust stuitert de opera door richting de onvermijdelijke dood van het hoofdpersonage. De hoop is dat uit die dood weer nieuw leven kan ontstaan. (DS)

De Komst van Xia – Wunderbaum

Met de afronding van het meerjarige project The New Forest, over de samenleving van morgen, krijgt Wunderbaum op het Holland Festival de ruimte om de verschillende vruchten van hun zoektocht naast elkaar te zetten. In het vorige HF-verslag werd al de afsluitende documentaire Stop Acting Now besproken, maar ook The Future of Sex, een samenwerking met Arnon Grunberg, en De Komst van Xia uit 2013, het startpunt van The New Forest, staan hier op het programma. De laatstgenoemde voorstelling heeft op FabCity, de tijdelijke campus voor duurzame creatievelingen op het Java-eiland, een ideale locatie gevonden. Op de kop van het eiland staat het panopticum van architectenbureau ZUS, een amfitheater in drie taartpunten, een ‘denkcirkel’. De leden van Wunderbaum (minus Wine Dierickx, die was deze weken bezig met haar voorstelling Privacy, maar plus Sylvia Poorta en Hannah van Lunteren) betreden als filosofen het middenpodium in om tot de voorwaarden voor een ideale samenleving te komen. Via Plato, Kant en Schopenhauer komen ze uiteindelijk tot het metamodernisme, een constant wisselen tussen de vergezichten van het modernisme en de relativering van het postmodernisme. Mocht dit alles wat pretentieus klinken, Wunderbaum heeft genoeg humor en is creatief genoeg om met beide voeten op de grond te blijven. De deelname van amateuracteurs uit het publiek toont nog eens aan dat de vooruitgang misschien niet in het grote denken, maar in kleine acties zit.

Als blijkt dat we er met filosofie niet uit kunnen komen en de filosofen de arena verlaten, vindt een klein wonder plaats. Het panopticum breekt open en tegen een achtergrond van het IJ in de schemering voltrekt zich een droomachtige vlaggenparade van gemaskerde en exotisch uitgedoste lieden om de leider van de nieuwe maatschappij te verwelkomen. De nieuwe leider is Xia, een negenjarig Chinees meisje en de antithese van de blankemannengedachten die de vorige vijf kwartier zo aanwezig waren op het podium. De inauguratie is prachtig poëtisch en vervreemdend en de woorden van Xia zijn gespeend van elk kwaad. Toch wringt het einde: sluimert in deze massaverering, hoe wonderschoon ook, niet het risico van een nieuw totalitarisme, al is het nog zo ver weg? Maar juist dat soort discrepanties – die eeuwige ‘maar’ – maakt De Komst van Xia ook nu nog actueel en een proeve van de intelligente eigengereidheid van Wunderbaum. (DS)

Husbands and Wives – Toneelgroep Amsterdam

Wat je vooral wil na afloop van de voorstelling Husbands and Wives van Toneelgroep Amsterdam is de film van Woody Allen, waar dit een toneelbewerking van is, opnieuw zien. Eindigde die ook zo melancholiek makend? Simon Stone, de Australische wonderboy, die na twee zeer succesvolle Holland Festival producties, Wild Duck en Thyestes, door Toneelgroep Amsterdam is omarmd, heeft dit keer een andere werkwijze gekozen. Gewoonlijk herschrijft hij de klassiekers die hij op het toneel laat zien, dit keer heeft hij Allens tekst bijna volledig intact gelaten. Het gevolg daarvan is wel dat je Allen soms mist. Ramsey Nasr werkt zich als Gabe, Allens personage, uit de naad, maar hij kan je Allen niet doen vergeten. Halina Reijn is zeer geestig en geloofwaardig als zijn vrouw Judy.

Gabe en Judy horen van hun vrienden Sally en Jack dat die uit elkaar gaan. Dat bericht maakt van alles bij hen los en zet hun eigen huwelijk op scherp. Stones enscenering van de gebeurtenissen is zeer inventief. De voorstelling begint met een compacte berg meubilair midden op het podium. Aan het eind van de avond hebben de personages alles uit elkaar gehaald en keurig geordend, maar ondertussen is er het een en ander kapotgegaan in hun levens.

Allens vele grappen werken bij deze acteurs niet altijd, misschien hebben ze hun avond niet. Eerlijk gezegd komt halverwege de voorstelling de gedachte op dat Stone misschien zijn touch aan het verliezen is. Maar na de sterke scène waarin Gabe en Judy het failliet van hun huwelijk bespreken en The Smiths keihard ‘Heaven knows I’m miserable now’ zingen, besef je dat er meer lagen in deze adaptatie zitten dan je aanvankelijk dacht. Allen wilde met deze film een antwoord geven op Scènes uit een huwelijk van Ingmar Bergman. Is hij daar destijds in geslaagd? Toch nog maar een keer de film zien om dat vast te stellen. Stone lukt het in ieder geval wel. (EN)

Theater / Achtergrond
special: Oerol 2016

Heb ik ooit een originele gedachte gehad?

Theatermaker zijn kan op zoveel manieren, en als je kijkt naar het uitgebreide en diverse theateraanbod dat Oerol biedt, raak je des te meer van dit besef doordrongen. De programmamakers van Oerol onderscheiden maar liefst zeven niches binnen het theater. En natuurlijk past geen voorstelling precies in één zo’n hokje, al was het alleen maar omdat (bijna) alle voorstellingen delen van het prachtige Terschellingse landschap als decor hebben.

Per toeval waren veel voorstellingen die ik heb gezien van jonge makers. Er waren grote verschillen in de uitgangspunten die zij namen voor hun projecten. Sommigen redeneerden vooral vanuit zichzelf en vertelden zo een verhaal dat duidelijk een persoonlijke stempel had. Anderen waren bezig met thema´s die ook vanuit een individuele fascinatie voortkwamen, maar die daar duidelijk verder bovenuit stegen.

Atelier Oerol: denken over de norm, over apathie en over niet-zijn

Tijdens de Atelier Oerol-route bevroeg Merel Smitt met de voorstelling Het Traject de norm. Het Traject is een (over)duidelijk Orwelliaans aandoend project, waarin ‘mensen die afwijken van de norm’ geleerd wordt om weer in het gareel te lopen. Drie stewardess-achtige ‘medewerksters’ van Het Traject nemen het publiek mee langs de verschillende Het Traject-onderdelen, die variëren van individuele afzondering tot leven in Het Traject-gemeenschapshuizen. Opvallend is dat een aantal oudere mannelijke bezoekers zo geagiteerd raakt, dat zij de dames onderbreken en onder het mom van het stellen van een vraag de kans grijpen om hun beklag te doen over wat er allemaal wel niet mis is met de maatschappij. De norm; blijkbaar een onderwerp dat snel weerstand oproept.

Ach… van Hedwig Koers wordt in het PR-materiaal aangekondigd als ‘een battle tussen de excessen van empathie en onverschilligheid, met time-outs van onderonsjes over dagelijkse problemen’. De eindeloze dagelijkse routine waarin mensen verstrikt zitten, wordt in de voorstelling vertaalt als het steeds terugschieten in simpele danspasjes van de drie acteurs als zij niet spreken. In de tekst worden pseudo-filosofische gedachten over het thema behandeld. Het stuk is te kort om de diepte in te kunnen gaan, waardoor ook de abstrahering aanvoelt als een afstandelijke tentoonstelling. Wanneer in het eindbeeld de drie acteurs gekleed in gouden leggings een leger aan plastic gele badeendjes naar het publiek toe tennissen, wordt bevestigd dat onze dagelijkse routine inderdaad willekeurig is – maar het is lastig om er meer uit te halen.

In Voor we slapen houdt Bart van Woestijne naar aanleiding van zijn gedachte ‘Hoe zou het zijn om er níet te zijn’? een collectief gedachtenexperiment. Een stem maakt het publiek, dat verspreid in het donkere bos op boomstammetjes zit, bewust van de omgeving en van zichzelf, en vertelt over de verschillende manieren waarop het niet-zijn van een mens zich zou kunnen manifesteren. Het geheel lijkt op een mindfulnessoefening – maar dan wel eentje met lugubere kantjes, want de vertelling eindigt met een gedetailleerde beschrijving van hoe het menselijk lichaam ontbindt. Ja, dat is ook een manier van verdwijnen, natuurlijk.

Ver weg en dichtbij: denken over de wereld

De vier jonge makers van BOG. staat bekend om hun intelligente, filosofische en scherp getimede teksten. Ze brengen geen kant-en-klaar verhaal, maar overzien en beschouwen per voorstelling een ander thema. In hun drie eerdere voorstellingen wisselden de performers elkaar af in het uitspreken van de teksten, in OER. presenteren ze monologen met het karakter van een stream of consciousness. De teksten worden met subtiel trommelwerk onderlegd. De acteurs staan op duintoppen ver weg. Door de afstand zie je het individu niet meer, maar een anoniem mens in een uitgestrekt landschap. Ván dat mens hoor je echter dichtbij uit de speakers een associatieve, persoonlijke gedachtestroom, waarin veel herkenbare en fantasievolle gedachtesprongen zitten. Een van de spelers vraagt zich koortsig af: ‘Heb ik ooit een originele gedachte had?’ Bij BOG. moet je niet proberen om elk woord, elke zin te begrijpen. Eerder wakkert het collectief op een bijzonder originele manier je creativiteit aan en zet het je hersens op scherp. En ook in OER. lukt dat weer uitstekend.

In Fragments peinzen twee vrienden van rond de zestig tegen het decor van een kleine hoge duinpan over wat reizen hen gebracht heeft, en over wat de huidige technologie doet met het menselijk perspectief van plaats en tijd. De tekst van het stuk is het resultaat van een samenwerking tussen de Nederlander Jeroen van den Berg en de Welshman Ian Rowlands en is deels in het Nederlands, deels Engels. Vaak herhaalt de beginzin van de ene spreker de eindzin van de andere spreker in zijn eigen taal. In het begin heeft dit iets poëtisch. Naarmate het stuk vordert wordt het echter ergerlijk; het is net alsof de schrijvers verwachtten dat de betekenis van de woorden niet tot het publiek zou doordringen als deze slechts in één taal zou worden gebracht. Daarnaast vermoeit de ‘discussie’ tussen de mannen op den duur. Het lijkt erop dat de heren grote moeite hebben om met hun tijd mee te gaan, daar maar niet uitkomen, en zich daarom africhten op elkaar. Die boosheid is ongeloofwaardig en doet zelfs zeurderig aan. Daarnaast wordt er, vanuit het publiek gezien, nauwelijks gebruik gemaakt van het landschap, wat jammer is ­– we zijn op Terschelling!

Het langdradige verhaal over een jeugd in een sekte

Onder de vlag van Orkater/De Nieuwkomers brengen Iona Daniel en Rineke Roosenboom samen met de rockband Shaking Godspeed Rumspringa, een voorstelling die tegen de achtergrond van een multifunctioneel buurthuis vertelt over een jeugd in een sektarische gemeenschap. De twee dames spreken afwisselend en bouwen het verhaal op een bedeesde, naïeve manier op. Het is duidelijk dat er iets niet in de haak is, maar de clou wordt lang uitgesteld. Te lang; de bleuheid verveelt al snel en wordt zelfs irritant. De afwisseling met de rocknummers is bovendien erg abrupt. Wat wilden de dames met dit stuk? Sektes aan de kaak stellen? Een spannende thriller maken? Het blijft onduidelijk.

Oorlog = niet chill, kap ermee

In De Ilias wordt de oude Griekse mythe door Toneelgroep Oostpool en Frascati Producties stevig in het nu geplant. Op een stuk Terschellingse crossbaan is een legerkamp verrezen, inclusief afzetting met zandzakken, een wachttoren en een uitgebrande auto. We zien vijf jonge elite-militairen die al jaren in de oorlog zitten, die razend reflecteren op oorlog en wat dat hen en de wereld nu eigenlijk brengt, en die zich ondertussen ook nog allerlei andere, meer alledaagse en persoonlijke zaken afvragen. De dialogen zijn doorspekt met geslepen, hedendaagse formuleringen. De bewerking en regie van het duo Jan Hulst en Kasper Tareskeen is snel, slim en draagt een ironie die ervoor zorgt dat deze Ilias meer is dan een heldenverhaal; het is tegelijkertijd een spiegel waarvan de reflectie nog lang op je netvlies blijft staan.

De wereld bevragen zónder toneeltekst

In Origami van de Franse Compagnie Furinkai staan danseres Satchie Noro en een grote witte zeecontainer centraal. Met een onheilspellende soundtrack, die wisselt van een beat met mensengemompel, cafégeluiden en allerhande vooral elektronische instrumenten, vouwt de zeecontainer zich door middel van het mechanisch trekken aan staalkabels langzaam open. Daar is Noro, die eerst in, dan op, dan zijdelinks en rond de container beweegt en zich vasthoudt aan op de container gemonteerde handgrepen, aan stalen punten en aan de staalkabels. Als in gedachten verzonken laveert ze in opperste concentratie rond het mondiale voorwerp. De symboliek is veelzijdig maar wordt niet expliciet gemaakt; de invulling zal per persoon verschillen. De voorstelling is door de Oerolprogrammeurs als ‘dans’ geclassificeerd, maar Noro is eerder een acrobaat dan een danser. Haar gevaarlijke manoeuvres rondom de container zorgen voor veel ademloze momenten in het publiek.

In INSTANT HAPPINESS van Cello8ctet Amsterdam / Via Berlin volgen we acht cellisten die naast muziek maken, ook een performance uitvoeren, vaak met hun cello nog in hun handen. De acht komen met vleeskleurig ondergoed de bossen uit en gaan op weg naar de kleine glazen kasjes waar hun cello’s in staan. Langzaam worden de glimmende gouden zakken, die in de bomen hangen, naar beneden getakeld. Er blijken grote stapels kleurige kleding in te zitten. De vredige begintoestand van ‘naakte’ mensen met cello’s wordt getart door verleiding in allerlei vormen. De cellisten raken steeds meer in de ban van zichzelf, van elkaar en van de bergen katoen. Het is een spel van aantrekken en afstoten. Ook in deze voorstelling is de symboliek duidelijk; overconsumptie is slecht, kijk maar wat het met een mens doet. Dat demonstreert Cello8ctet Amsterdam heel helder.

Total Eclipse Of The Heart is zonder meer de Oerol 2016-voorstelling die de meeste lachbuien wist op te wekken bij het publiek. In deze voorstelling zien we vier heren en een hond in een rommelige garage met typische huis-tuin-en-keuken-voorwerpen zoals een grasmaaier, een half verzakte stellagekast, wat verfblikken en een bbq. In deze treurnis ‘praten’ de vier met elkaar, met al even treurige en stoïcijns uitgestreken gezichten. Het bijzondere is; zij spreken en half-zingen in zinnetjes van bekende popliedjes. De ‘gesprekken’ die zo ontstaan over het dagelijks leven zijn natuurlijk absurdistisch en over the top. De combinatie met de bekende liedteksten, die steeds weer slim in elkaar overvloeien, en de knullige, ernstige houding van de mannen, maakt Total Eclipse Of The Heart hilarisch. Het doet je echter ook nadenken over wat popmuziek doet, namelijk grote emoties in een behapbaar, afgerond format gieten. Daar sta je niet iedere dag bij stil.

Northside Festival
Muziek / Reportage
special: Reportage deel 2 - Zaterdag
Northside Festival

Northside Festival Aarhus

De tweede dag van het Northside Festival is veelbelovend wat betreft line-up: onder andere Wilco, Sigur Rós, Beach House en Jamie xx staan op het programma. Ook deze dag beginnen we met een flinke portie zon. Het ziet ernaar uit dat die net aangeschafte regenjas helemaal niet gebruikt gaat worden dit weekend. Wat nou drie dagen regen?

Jamie Lawson

Jamie Lawson

De fijne tunes van singer-songwriter Jamie Lawson zijn perfect om deze zonnige zaterdagmiddag mee op te starten. Het geheel is nogal veilig en zoals hij zelf aangeeft: “niet echt muziek om flink op los te gaan op een festival”. Toch heeft de goedlachse singer-songwriter wel een bepaalde gunfactor: de liedjes liggen goed in het gehoor, zijn stem is prima en de band speelt strak. De aandacht van menigeen gaat toch liever uit gaat naar het gesprek met vrienden, maar nummers zoals ‘Cold in Ohio’ en hitje ‘Wasn’t Expecting That’ zijn dan ook prima als achtergrondmuziek. Als de show wat aantrekkelijker was om naar te kijken, zou het geheel interessanter zijn geweest.

Raggende gitaren

Bij alt-rockband Wilco is het allesbehalve saai te noemen: de heren uit Chicago weten vanaf het begin tot het eind te boeien met hun stevige bombastische gitaarmuziek waarbij geen enkel kippenvelbultje wordt overgeslagen. Het hoogtepunt komt vrij snel in de setlist: het meeslepende ‘I Am Trying To Break Your Heart’ wordt als derde gespeeld en zet meteen de toon voor de rest van de show. Nummers als ‘I’m The Man Who Loves You’ en ‘Impossible Germany’ zijn parels, maar niets weten ze zo feilloos over te brengen als het eerdergenoemde nummer. Wat is Wilco een fijne band om deze zonnige middag mee te vieren.

Wolf Parade

Wolf Parade

Vanaf de Green Stage lopen we door naar P6 Beat Stage waar Wolf Parade hun terugkeer op het podium viert. Hoewel de indierockband uit Canada nooit écht officieel gestopt is, zijn er toch reeds een aantal jaren voorbij gegaan sinds ze hun laatste show speelden. Die jaren hebben hen goed gedaan: met een onwijs strakke setlist en een dikke portie zelfverzekerdheid staan Spencer Krug en Dan Boeckner met band te spelen. Het publiek vooraan gaat goed los, de show is gelikt en de band is tevreden. Wat ze precies met “You all look so healthy!” over een publiek met voornamelijk blond haar en blauwe ogen bedoelen is een beetje gissen, maar een toffe show in totaal is het wel. Afsluiters ‘This Heart’s On Fire’ en ‘Kissing The Beehive’ brengen de show naar een hoogtepunt waarbij het jammer is dat ze daarna het podium moeten verlaten.

Volle maan

Sigur Rós

Sigur Rós

Terwijl de zon ondergaat wacht een aardig grote groep fans vooraan het hek van de Blue Stage op de IJslandse band Sigur Rós. Het podium is inmiddels omgebouwd tot een indrukwekkend visueel spektakel met een groot scherm waar de intrigerende muzikanten de eerste drie nummers (‘Óvedur’, ‘Starálfur’ en ‘Sæglópur’) achter verscholen blijven. ‘E-Bow’ op de helft van de set is een van de meest aangrijpende tracks. Terwijl het langzaam donker wordt, de volle maan tevoorschijn komt en het grootse muzikale stuk live gespeeld wordt, is het heel moeilijk om niet ontroerd te raken. De IJslandse songs zijn kunstwerken op zich en worden met ontzettend veel overtuiging gespeeld. Wat de band eerder op het vergelijkbare festival Best Kept Secret als afsluiter niet lukte, lukt ze op een vrijwel zelfde stage in Denemarken wel: je volledig inpakken en niet meer loslaten. Random feit: na de donkere en magistrale afsluiter ‘Popplagið’ wordt de stage letterlijk afgebroken: het drumstel wordt omgegooid en de gitaar weggesmeten. Om vervolgens doodleuk terug het podium op te komen met een grote glimlach en een kind in een eenhoornpak. Over tegenstellingen gesproken.

Beach House

Beach House

Het donkere sfeertje blijft nog even hangen, waarin ook deels plaatsgemaakt wordt voor intensiteit van een ander niveau. Het is tijd voor het Frans-Canadese duo Beach House. Een mysterieus gevoel dringt binnen wanneer de band in slechts gedimd licht en met diepe tonen het podium op komt. Dit maakt al gauw plaats voor een onbeschrijfelijke emotie waarbij je, zelfs in deze frisse wind van de avond, een warme gloed van binnen voelt. ‘Take Care’ is een prachtig deel van de set, waarin de stem van de excentrieke Victoria Legrand tot een hoogtepunt komt. Wegdromen op z’n maximum!

Jonge hond Jamie xx mag vanavond de Blue Stage afsluiten. Na de intense shows van Sigur Rós en Beach House is het even omschakelen naar de dansbare en goed in het gehoor liggende hits van de dj. Hoewel de nadruk bij Northside toch echt op bands ligt, is Jamie xx een hele fijne afsluiter. Het is de eerste keer dit festival dat je niet meteen aardig vooraan kunt staan zonder te dringen: overal staan groepjes mensen los te gaan, Deense shotjes uit gekke buisjes worden in overvloed gedronken en de voeten gaan flink van de vloer. Tot nu toe is dat niet hoeven te dringen juist het ontspannen kenmerk van Northside: bij welke act je ook komt, je kunt het altijd goed zien. Ook al kom je tien minuten voor aanvang aan, er zijn nog genoeg plekjes links of rechts vlakbij het podium en vanaf een afstand heb je sowieso goed zicht: beide grote podia liggen wat lager dan het veld waar het publiek op staat. Het is dan ook tof om van een afstand te zien hoe de menigte losgaat op de beats van Jamie xx. Hoogtepuntje is toch wel de remix van Gil Scott Heron’s ‘I’ll Take Care Of U’ inclusief vette visuals waar de volle maan van dat moment op geprojecteerd wordt. Ook dikke afsluiter ‘Loud Places’ is fantastisch: het veld van de Blue Stage is tot dan toe nog niet zó intiem geweest.

Phoria - Volution
Muziek / Album

Euforie dankzij Phoria

recensie: Phoria - Volition
Phoria - Volution

Jarenlang werkte de Engelse band Phoria aan zijn debuutalbum. In 2015 werd het tijd voor een release, maar toen bleek de groep toch nog niet tevreden. Een jaar later is eindelijk Volition gelanceerd. De conclusie? Het was het wachten waard.

Noem een willekeurige band die enigszins succesvol begint te worden en de vergelijkingen met muzikale grootheden zijn niet van de lucht. Zo ook in het geval van Phoria. Aphex Twin, James Blake, Radiohead en Sigur Rós: het zijn bepaald niet de minsten waarmee het vijftal uit Brighton wordt geassocieerd. Hoewel het noemen van elk van die namen begrijpelijk is, klinkt Phoria vooral als zichzelf.

Mijmeren en verdwalen

Bij Volition is geen enkel geluid is aan het toeval overgelaten. Daarvoor is zanger en producer Trewin Howard de hoofdverantwoordelijke. Na een nooit opgehelderde ziekte hoort hij sinds een paar jaar al het geluid om zich heen haarscherp. Een tijdlang was het onduidelijk of hij het ooit nog aan zou kunnen om muziek te maken. Dat bleek gelukkig wel het geval. Maar als elk geluid bij je binnendringt als een boormachine, moet het verdraaid goed zijn. Over elke milliseconde is daarom nagedacht en niets minder dan perfectie was het doel. Phoria komt er verdacht dicht bij in de buurt.

Dat komt voor een belangrijk deel doordat de minutieus uitgewerkte nummers kunnen bogen op een heel eigen geluid. In de jaren dat Phoria aan de weg begon te timmeren – sinds de oprichting in 2009 verschenen er al drie ep’s – ontstond langzaam die specifieke sound. Elektronische ambientpop is er misschien wel de beste benaming voor. Elk nummer is een gelaagd landschap dat je laat mijmeren en verdwalen. De teksten zijn vaak cryptisch en eigenlijk niet eens zo belangrijk. Het is voor zanger Howard met name van belang om met zijn stem de sfeer te versterken en haast helemaal in de muziek op te gaan.

Een fraai voorbeeld van zo’n landschap is te vinden in ‘Loss’. Het begint klein, en bouwt onder aanvoering van de fragiele falsetto van Howard langzaam op. Je hoort piano, er komen strijkers en synths bij en de onderliggende, stuwende beat is op de achtergrond duidelijk aanwezig. Er wordt toegewerkt naar het dramatische middel- en hoogtepunt van het album, om vervolgens geleidelijk weer in de stilte te verdwijnen. Een nummer over verlies dat niet alleen intens treurig maar ook gelukkig maakt, simpelweg omdat het zo mooi is.

Beats en bloemen

Soms is een track meer uptempo en daarmee wat luchtiger, zoals opener ‘Melatonin’ en ook ‘Everything beta’. Voor een zonnig zomeralbum ben je bij Phoria echter aan het verkeerde adres: als geheel is het album intens en melancholisch. De zorgvuldig opgebouwde climax is een middel dat de band daarvoor succesvol inzet. Net als in het hierboven genoemde ‘Loss’ werken ook ‘Emanate’ en ‘Yourself still’ na een ingetogen begin toe naar een allesverterende muzikale uitbarsting.

Veel vaker nog toont Phoria zich bijna overdreven beheerst. In plaats van een groots einde blijft het klein. Bijvoorbeeld in het ingetogen maar betoverende ‘Red’, met hoofdrollen voor een klapperige beat en samples van natuurkundige Richard Feynman, die over de schoonheid van bloemen praat. Al de verschillende lagen sluiten naadloos op elkaar aan.

Euforisch einde

Is er dan geen enkel minpunt aan het album op te noemen? Vooruit, een kleintje dan. Het – overigens werkelijk prachtige – ‘Saving us a riot’ valt met zijn akoestische verstilling enigszins buiten het verder perfect geconstrueerde geheel. Bovendien zijn de toegevoegde achtergrondstemmen geen verbetering ten opzichte van de reeds in 2014 uitgebrachte versie. Maar voordat daarover daadwerkelijk gekniesd kan worden, is het al tijd voor afsluiter ‘Yourself still’, ongetwijfeld niet toevallig dezelfde titel dragend als de allereerste ep. De cirkel is eindelijk rond. Met een explosie aan strijkers zorgt Phoria hiermee voor het euforische einde van Volition.

Northside Festival
Muziek / Reportage
special: Reportage deel 1 - Vrijdag
Northside Festival

Northside Festival Aarhus

Gooi de standaard weerapplicatie maar van je smartphone af; gekleed in warme regenjassen begeven we ons op de eerste dag van het grootste festival van studentenstad Aarhus richting het festivalterrein van Northside. De zon schijnt als een malle, terwijl er maar liefst 100% regen voorspeld is voor dit moment. Jassen uit, benen bloot, hoofd in de zon, wat een prima begin om een eerste festivaldag te beginnen!

Vandaag staan er een aantal aardige en vooral diverse namen op het programma: we beginnen de dag met singer-songwriter en producer Alex Vargas om vervolgens door te gaan richting Bernhoft and the Fashion Bruises. Verder staan onder andere Temper Trap, Yeasayer, Deftones, Lukas Graham, Digitalism, Iggy Pop en The Chemical Brothers op de poster van deze vrijdag.

Goed begin

Er is van alles te doen, te bekijken, te proeven en te beleven op het terrein van Northside Festival. Er zijn drie podia: het grotere Blue Stage en Green Stage op het heuvelachtige centrale veld en het sfeervolle P6 Beat Stage verscholen tussen de bomen. Het festivalterrein is een beetje een mix van Best Kept Secret (wat toevallig ook hetzelfde weekend plaatsvindt) en Down The Rabbit Hole, zonder de grote tenten waar shows worden gegeven. Voor deze dag is dat alleen maar fijn: de zon heeft haar weg door de wolken weten te vinden en schijnt als een malle op ons hoofd. Achter de Green Stage is het centrum van Aarhus te zien terwijl het festival voor de rest omgeven is door het industriegebied van de stad. Dit merk je eigenlijk alleen wanneer je richting het terrein loopt vanuit de stad, op Northside zelf word je al gauw opgeslokt door de fijne sfeer van het festival.

We beginnen deze dag met de Deens-Engelse singer-songwriter Alex Vargas, de ideale artiest om de Blue Stage mee te openen. Het was al duidelijk dat Vargas het prima doet met clubshows, eerder dit jaar zagen we hem in het kleinere Paradiso-Noord. Een compleet veld vullen met dezelfde sound is een ander verhaal, zou je denken. Niets blijkt minder waar: Vargas weet met zijn rauwe stem, zijn intense beats en zijn prachtige tracks de aandacht van alle aanwezigen te trekken én vast te houden. Het is overduidelijk dat ‘Shackled Up’ ook in Denemarken een hitje is; het nummer wordt luidkeels meegezongen en gefilmd op de smartphones. Hoogtepuntjes zijn zonder twijfel de verrassende en steengoede cover van Beyoncé’s ‘Baby Boy Meets Girl’ én de chemie tussen de zanger en zijn compagnon Tommy Sheen. De samenwerking tussen deze twee topmuzikanten spat van het podium af. Na een korte maar toffe set lopen ze met de armen over elkaars schouders en een grote glimlach het podium af – om kippenvel van te krijgen.

Diverse programmering

Deftones

Deftones

Vanaf het grote veld bekijken we wat het festival nog meer te bieden heeft en belanden we uiteindelijk in een zitzak in de zon bij de P6 Beat Stage waar Bernhoft and the Fashion Bruises klaar staat om er een feestje van te maken. De vrolijke en dansbare poprock van deze Noorse band van solo-artiest Bernhoft is exact datgene wat deze middag nu al geslaagd maakt. Met nummers als ‘Writing On The Wall’ krijgen ze het publiek al goed aan het dansen, wat knap is aangezien de visuele show op het podium niet heel interessant is. De zonnestralen, de lekkere (dure Deense) biertjes, de uptempo beats met jazzy invloeden… Bernhoft and the Fashion Bruises hebben de juiste ingrediënten te pakken voor een geslaagde middagshow.

De oude rockers van Deftones iets later op de dag zijn een van de grote verrassingen van deze eerste festivaldag. Met een nogal discutabel verleden – en dito shows wat betreft kwaliteit – zijn Moreno en kornuiten (inclusief geverfd blond én roze haar) live beter dan ooit. De show staat als een huis: Moreno is goed op stem en de band zit vol energie. Wanneer hij in het midden van de set óp de dranghekken bij de eerste rij van het publiek gaat staan kan het optreden niet meer stuk. Fans houden hem aan zijn benen vast zodat hij niet omvalt terwijl hij door blijft schreeuwen en zingen alsof het niks is. Na maar liefst vijftien nummers, met onder andere een doordringende versie van ‘Prayers / Triangle’ en een bizar goed ‘What Happened To You?’, komt de band zelfs nog terug voor een energiek encore met ‘Bored’ en ‘Engine no. 9’. Enorm tof om Deftones na al die jaren weer eens écht goed te zien knallen.

Lukas Graham

Lukas Graham

Het veld voor de Blue Stage is inmiddels grotendeels gevuld met enthousiaste Denen: Lukas Graham is de volgende artiest en we zijn toch wel nieuwsgierig waarom vrijwel alle aanwezigen van het festival hier al enkele tientallen minuten staan te wachten. De poppy liedjes, zoals hitje ‘7 Years’, van de Deense band liggen prima in het gehoor, hoewel het af en toe wel lijkt alsof er een boyband uit de jaren 90 op de planken staat. De stem van Graham is hier en daar ietwat schel en de nummers lijken enorm op elkaar. Dat lijkt de enthousiaste Denen niets uit te maken: zowel de jonge tienermeiden als de mannelijke 40-plussers gaan compleet uit hun dak. Bizar hoe een artiest in een ander land een volledige hype kan zijn terwijl wij niet zo goed weten wat we er mee aan moeten. Op naar de bar dan maar. Het fijne aan de bars en de eettentjes op het festival is dat je overal alleen met een pinpas kunt betalen. Geen gedoe met (halve en verdwaalde) muntjes, maar gewoon direct je biertjes betalen. Dat is weer eens wat anders dan na afloop thuis nog een reeks muntjes à 20 euro onderin je tas te vinden.

Flink opwarmen

De afsluiter op de Green Stage deze avond is niemand minder dan Iggy Pop. De show is exact zoals je die gewend bent van de oude rocker en band: vies, vuig en hard, maar wel zonder dat je je aandacht verliest. Hij is toch een beetje de dronken (aso-)tante die net iets te veel port heeft gedronken op het familiefeest: zijn seksueel getinte dansmoves en gekke gezwaai zijn misschien nog wel viezer dan zijn gespuug en de aantal keren dat hij “fuck” en “cocksucker” roept. Toch kunnen we zeggen wat we willen; de Amerikaanse muzikant is op zijn leeftijd nog wel een legende en op het optreden is kwalitatief niets aan te merken. Het is behoorlijk afgekoeld deze avond en een ieder die Iggy Pop al eens live gezien heeft, weet dat hij zijn shows altijd half naakt doet. Tijdens ‘Gardenia’ gooit een meelevende fan zijn slobberige Nike-trui naar de rondrennende zanger, die hij met enige hulp van een PA aan weet te trekken. Het geheel ziet er hilarisch uit en even komt Iggy over als een willekeurige normale man op leeftijd. Dat beeld is slechts van korte duur: de trui wordt verruild voor een kort leren jasje die hij uiteraard open laat om zijn oude (maar strakke) lichaam te showen waarna hij een nieuwe reeks “fuck” en “cunt” het publiek in spuwt. Om vervolgens al vriendelijk lachend en uitgebreid zwaaiend het podium te verlaten alsof we net met z’n allen thee hebben gedronken.. het blijft een vreemde man.

Het festivalpubliek krijgt helaas geen slobberige Nike-trui toegeworpen waardoor veel mensen na Iggy Pop om 01:00 uur het terrein verlaten om de kou in te ruilen voor een warm bed of een gezellige kroeg. Het is de taak aan The Chemical Brothers om de nogal verkleumde overblijvers op te warmen met hun stevige beats. Op dit moment van de avond heeft het zeker iets om met z’n allen in de openlucht te dansen op deze laatste act, maar de wind is zo fris dat het ook prettig zou zijn om in een grote festivaltent te kunnen dansen. The Chemical Brothers doen hun ding zonder dat het tot een daadwerkelijk hoogtepunt leidt. De visuals zijn door de jaren heen een beetje achterhaald en de show is vrijwel exact hetzelfde als een aantal jaren geleden. Slecht is het nergens, zo is ‘Hey Girl, Hey Boy’ zoals altijd een feestje, maar echt héél spectaculair is het zeker niet. Het grote voordeel en een pluspunt aan de muziek van The Chemical Brothers is dat helemaal stil blijven staan lastig is waardoor je jezelf toch enigszins warm kunt houden op deze frisse avond. Bij de bar worden inmiddels de laatste biertjes ingeschonken en zowaar uitgedeeld aan de overgebleven mensen, de laatste patatjes worden opgegeten en om 03:00 uur is het tijd om het terrein te verlaten. Op naar de zaterdag!

The Gift
Film / Films

Eng of eenzaam

recensie: The Gift (dvd)
The Gift

Waarschuwing: voor wie van The Gift wil genieten, kijkt vooraf vooral niet de trailer. Je zou zomaar kunnen denken dat we hier met B-horror vol goedkope schrikeffecten te maken hebben. Niets is minder waar. Het regiedebuut van acteur Joel Edgerton, die zelf ook het verhaal schreef, is een venijnige psychologische thriller.

Edgerton heeft daarbij goed gekeken naar het werk van Hitchcock en films als Fatal Attraction en The Hand That Rocks the Cradle. Zelfs de filmhuisshocker Caché van Michael Haneke schiet in gedachten, maar dan wel een goedgemaakte versie voor de grotere massa.

The Gift draait om drie personen. Het jonge stel Simon (Jason Bateman) en Robyn (Rebecca Hall) verhuist naar de suburbs van LA om daar na een miskraam en psychose een nieuw begin te maken in hun modernistische bungalow. In de supermarkt lopen ze Gordo (Joel Edgerton), een oude bekende van Simon tegen het lijf.

The GiftOngevraagde cadeautjes

Deze wat zonderlinge figuur is snel niet meer uit hun leven weg te denken. Hij komt het echtpaar ongevraagd cadeautjes brengen en nodigt zichzelf uit voor etentjes. Daardoor is The Gift meteen al spannend, want wat wil de opdringerige Gordo nou eigenlijk van de twee?

De sfeer wordt nog eens extra broeierig omdat het stel het maar niet eens kan worden over de bedoelingen van de ongewenste nieuwe ‘vriend’. Robyn ziet vooral een eenzame man die contact zoekt. Simon vindt zijn oude schoolgenoot maar een manipulatieve engerd. Omdat Edgerton zijn rol van indringer vrijwel emotieloos en met uitgestreken gezicht speelt blijft het voor de kijker ook lange tijd een raadsel hoe we Gordo nou moeten duiden.

Het meningsverschil leidt tot relationele spanningen tussen het stel. Zeker wanneer blijkt dat het gedeelde verleden van Simon en Gordo iets complexer in elkaar steekt dan Robyn al die tijd dacht.

Vaardige manipulatie

Edgerton voert bekwaam de druk op. Telkens wanneer je denkt te weten welke kant de film opgaat, volgt er een plotwending die weer nieuwe perspectieven biedt. Enkele goedgekozen schrikeffecten houden de kijker scherp. En dan is er de vierde hoofdrolspeler: de bungalow met de grote glaswanden biedt Edgerton de mogelijkheid om een constante sfeer van dreiging en onbehagen neer te zetten.

Over het verrassende einde valt te twisten. Zeker wanneer je na de eerste schrik bedenkt dat er tegenwoordig toch technieken bestaan die de waarheid achter het onthulde grote geheim kunnen onderzoeken. Maar ook dan nog blijft het sterke ensemblespel van de drie hoofdrolspelers en de vaardige, manipulatieve regie van Edgerton overeind. Een veelbelovend debuut.

Theater / Reportage
special: Oerol 2016 - deel 3

De menselijke natuur op Terschelling

De feestelijkheden rondom de 35ste editie van Oerol, waarin het thema ’tijd’ in vele gedaantes terugkeert, beginnen al op het moment dat de zonnige gele entreekaarten op mijn deurmat vallen. Een verwachtingsvol gevoel tintelt vanuit mijn tenen richting mijn hart, waar dit bijzondere festival vol locatietheater, landschapskunst en muziek een speciaal plekje verworven heeft. Omdat het programma dit jubileumjaar te veel moois beloofde om alleen te kunnen zien, deel ik de feestvreugde met redacteur Tamara de Reus. Haar Oerol-ervaringen zullen later deze week verschijnen. Die van mij beschrijf ik aan de hand van de thema’s Tijd, Trippen en De menselijke natuur in drie delen.

De Dansers – Ten Noorden van Nergens

Een van Terschellings meest fascinerende locaties, het hoogste punt op Seinpaalduin met uitzicht over een groot deel van het eiland, wordt in Ten Noorden van Nergens helaas weinig benut. Het zicht dat zich tussen twee duinen door voordoet op de Waddenzee met daarachter Terschellings meest oostelijke puntje is het enige uitzicht vanaf de tribune, waar nauwelijks mee wordt gespeeld. De Dansers speelden in de choreografie van Josephine van Rheenen vooral met elkaar en hadden daar zichtbaar veel lol in. De duin is hun speeltuin, waarin zij hun eigen grenzen en die van elkaar verkennen. Ze vallen, vechten en vieren met elkaar hun lijfelijke menselijkheid waarin ze veel oogcontact maken met het publiek. In de choreografie wordt moderne dans verweven met capoeira, waardoor beide vormen niet echt tot hun recht kunnen komen. In de muziek, live gespeeld door de indiefolkband La Corneille, komt de intensiteit van de overgave aan de (menselijke) natuur het best tot zijn recht. Deze drie muzikanten zijn de stuwende kracht achter De Dansers.

Ulrike Quade Company – DE WAND

UlrikeQuadeComapany_DeWandOerol2_MaschaJansenIn DE WAND van Ulrike Quade Company lijk ik mij midden in een apocalyps-scenario te bevinden. Slingerende bospaadjes leiden mij langs onnatuurlijke voorwerpen, die met de soundscape van Strijbos & Van Rijswijk klinkend door de koptelefoon mij een onheilspellend gevoel geven. Eenmaal aangekomen bij de tribune ben ik omsloten door bos, zittend te midden van naaldbomen met dunne stammen en prikkende takken, de een nog ieler dan de ander. Door de schel klinkende klanken ga ik de boom pal voor mij met argwaan bekijken: wat zijn dat eigenlijk voor gekke groene plekken? Het lichte groen dat zich links van mij uitstrekt lijkt te fel, als in een computerspel. Ik weet niet meer of de vogels in mijn koptelefoon of in de lucht fluiten. Dan klinkt de stem van Harriet Stroet in mijn oren, zij speelt zeer overtuigend een vrouw die alleen met haar hond in haar weekendhuis in de bergen leeft. Later krijgt zij gezelschap van meer dieren, die zij laat leven met haar poppenspel. De ramp die zich heeft voltrokken wordt in het ongewisse gelaten, de eenzaamheid van de vrouw die dit tot gevolg heeft blijft interessant genoeg gedurende de voorstelling. Hierin wordt slim gebruik gemaakt van de locatie: als de vrouw met haar hond achter de helling verdwijnt waarop zij speelt, ontvouwt zich voor mij een denkbeeldige wereld verder. Ook de plaatsing van de tribune tussen de bomen draagt sterk bij aan de totale ervaring: de bomen waar het publiek omheen moet kijken worden onderdeel van het toneelbeeld. Het zicht wordt hierdoor geregeld beperkt, maar de voorstelling wordt hier juist als werkelijker door ervaren: de vierde wand verdwijnt in DE WAND. Ik word onderdeel van de verhaalwereld waarbij de natuur de toeschouwer met cultuur verbindt. Dit theater is als een ultieme imaginary-realityervaring.

Stichting Daria Bukvić – Nobody Home

In het Hoornse Bos staat de locatiebewerking van Nobody Home, de voorstelling gemaakt door een jonge generatie gevluchte theatermakers waarop al veel lofzangen geuit zijn en die na de herneming het afgelopen seizoen het komende seizoen opnieuw in het theater te zien zal zijn. Deze omgeving heeft voor mij echter geen meerwaarde, al zou het bospad dat naar de voorstelling leidt door de attributen erlangs als vluchtroute gezien kunnen worden en benadrukken de tot lampionnen omgetoverde tassen de dieptewerking van het bos. Even dringt de gedachte aan een Terschellinger Jungle zich aan me op. Aan het begin van de voorstelling leidt de omgeving mij namelijk af van het  toneelbeeld, dat daar wat verdwaald staat. Maar al snel ga ik op in de verhalen van de spelers, waarbij ik Majd Mardo als jong jongetje in Syrië over straat zie lopen en Vanja Rukavina zijn frustratie over de complicatie van zijn herkomstsituatie heel begrijpelijk voor mij maakt. Samen met Saman Amini, wiens gezongen tekst dynamisch werkt, laten zij ons hun kennismaking met Nederland ervaren. Dat land wat niet altijd even tolerant blijkt te zijn. De momenten waarop de spelers even uit hun rol stappen om een ander van commentaar te voorzien (waarbij ook het publiek niet gespaard blijft), doen soms wat flauw aan, maar missen hun effect als luchtig intermezzo niet. Daarbij benadrukken deze uitstapjes het gegeven dat de spelers op het toneel hun eigen verhalen vertellen, waardoor deze nog lang na blijven klinken in mijn hoofd.

Moeremans&Sons / Noord Nederlands Toneel – Crashtest Ibsen III: Ik zie spoken

Na deel I en II uit de Crashtest Ibsen-reeks is Crashtest Ibsen: Ik zie spoken een derde wederom metatheatrale bewerking, geschreven door Joachim Robbrecht en geregisseerd door Sarah Moeremans. Crashtest Ibsen: Nora was vorig jaar voor mij een zeer verrassende kennismaking met dit werk. Helaas doet Ik zie spoken dit jaar meer als een welbekend kunstje aan dat opnieuw wordt uitgevoerd. De actualiteit wordt gekunsteld aan haar haren het verhaal ingesleept, waarbij datingapps, ondernemers, verandermanagement en vluchtelingen her en der opduiken en de imaginaire locaties en personages gecreëerd door de auteur en hijzelf openlijk op het toneel becommentarieerd worden. Dit doen de acteurs met veel plezier, waarbij zij veelal mét hun personage spelen. Deze personages nemen het heft in eigen handen: zo verzekert mevrouw Alving zich tegen de in Ibsens Spoken onontkoombare brand. Maar ook in Crashtest Ibsen is het vuur niet te controleren en gaat het net gebouwde weeshuis toch in vlammen op, samen met de verzekeringspapieren. De mens is 135 jaar na Spokens dato nog steeds net zo min te controleren…

Theater / Reportage
special: Oerol 2016 - deel 2

Trippen op Terschelling

De feestelijkheden rondom de 35ste editie van Oerol, waarin het thema ’tijd’ in vele gedaantes terugkeert, beginnen al op het moment dat de zonnige gele entreekaarten op mijn deurmat vallen. Een verwachtingsvol gevoel tintelt vanuit mijn tenen richting mijn hart, waar dit bijzondere festival vol locatietheater, landschapskunst en muziek een speciaal plekje verworven heeft. Omdat het programma dit jubileumjaar te veel moois beloofde om alleen te kunnen zien, deel ik de feestvreugde met redacteur Tamara de Reus. Haar Oerol-ervaringen zullen later deze week verschijnen. Die van mij beschrijf ik aan de hand van de thema’s Tijd, Trippen en De menselijke natuur in drie delen.

Club Guy & Roni / Slagwerk Den Haag – Mechanical Ecstasy

Mechanical Ecstasy KNELISDe eerste voorstelling die ik zie op deze editie van Oerol is Mechanical Ecstasy van Club Guy & Roni die samen met Slagwerk Den Haag een ode aan rave parties beloven: een clubnight waarin feest en voorstelling dwars door elkaar heen lopen. De Amsterdamse RoXY dient als inspiratiebron, waarbij een poging is gedaan om de lokale Terschellinger dansgelegenheid Braskoer hiertoe om te bouwen. Tijdens de opkomst van de dance eind jaren ’80 was ik nog niet eens geboren, waardoor ik de hoogtijjaren dan ook niet mee heb gemaakt. Mogelijk is dit een gebrek waardoor opgaan in de club deze avond lastig voor mij werd. De show waarvan ik geen deel uitmaakte voltrok zich aan alle kanten om mij heen, op twee diametraal opgestelde podia in de uiterste hoeken tot dansers die overal op de vloer losgaan. Aan het begin van de show dansen zij nog in zichzelf gekeerd, gedurende de show gaan zij steeds meer voor het publiek los en uiteindelijk wordt het publiek door de dansers mee het podium op getroond. Het grootste deel van het publiek laat zich hier makkelijk toe verleiden, uiteindelijk staan er meer mensen op het podium te dansen (algemeen directeur Marelie van Rongen incluis) dan dat er op de vloer staan. Het ongemak dat ik ervaar in mijn rol als toeschouwer – kijk ik nu naar een performance of doe ik hieraan mee – wint het uiteindelijk van de uitzinnige dans en muziek, waadoor ik hier niet in op kan gaan. Als in een slechte trip dringt de leegte van de nacht zich aan me op en bezie ik het fenomeen ‘uitgaan’ als een bizar gebeuren. Club Guy & Roni hebben het gehele publiek in elk geval (letterlijk en/of figuurlijk) bewogen.

Ragazze Quartet / Kapok / Slagwerk Den Haag / Blauwe Uur – Planetary Sunrise

Bij Planetary Sunrise nemen de strijkers van Ragazze Quartet, de jazzmusici van Kapok, de slagwerkers van Den Haag en de visuele kunstenaars van het Blauwe Uur mij mee op een reis door het werk van Terry Riley. De mooie woorden in het programmaboekje losten hun belofte in dit geval geheel in: het prachtige samenspel van beeld en geluid resulteert in een gelukzalige trip tijdens dit theatrale concert in de duinen. Klanken en kleuren voeden elkaar en daarmee zowel kijker als luisteraar. Waar ik muziek vaak liever beluister met mijn ogen dicht, wordt deze nu nog intenser door het licht. Bijzonder is hoe goed de makers de videoprojecties ter plaatse afstemmen op de klankkleuren van de muziek en deze verder voortstuwen. Ook vloeien natuur en cultuur in elkaar over aan het begin en eind van het concert: waar de muzikanten opkomen in het enige maanlicht van die avond, laat de vuurtoren precies zijn licht over hen schijnen op de laatste noten. Een mooi cadeautje van het eiland.

Theater / Reportage
special: Oerol 2016 - deel 1

Tijd op Terschelling

De feestelijkheden rondom de 35ste editie van Oerol, waarin het thema ’tijd’ in vele gedaantes terugkeert, beginnen al op het moment dat de zonnige gele entreekaarten op mijn deurmat vallen. Een verwachtingsvol gevoel tintelt vanuit mijn tenen richting mijn hart, waar dit bijzondere festival vol locatietheater, landschapskunst en muziek een speciaal plekje verworven heeft. Omdat het programma dit jubileumjaar te veel moois beloofde om alleen te kunnen zien, deel ik de feestvreugde met redacteur Tamara de Reus. Haar Oerol-ervaringen zullen later deze week verschijnen. Die van mij beschrijf ik aan de hand van de thema’s Tijd, Trippen en De menselijke natuur in drie delen.

Collectief Walden – WINDSTILLEVEN

In WINDSTILLEVEN van Collectief Walden staat de tijd centraal. Al bij de instructies voorafgaand aan de voorstelling (of is deze nu al bezig?) wordt het publiek gevraagd om hun tijd in te leveren, waarbij alle apparatuur met tijdsindicatie achter slot en grendel gaat. Vervolgens wordt er middels een college in een duinpan door dramaturg en filosoof Thomas Lamers doorgedrongen tot het hart van de tijd, waarin dit veelzijdige begrip aan de hand van Bergson en Einstein belicht wordt. Hierna wordt de tijd even stil gezet als door het collectief een blackbox om het publiek heen gebouwd wordt, waarin teksten van filosoof Hella Godee en diepe geluiden uit de saxofoon van bioloog en muzikant Thijs van Vuure klinken. Eenmaal uit de donkere doos wordt de tijd weer op gang gebracht, waarbij je op een duinpaadje door je eigen leef-tijd loopt. Een menselijke tijdslijn door het verleden, die je laat stilstaan bij het heden en naar de toekomst vooruit doet zien. Het opvolgende verhaal in een zandafgraving over het Proust-effect, wederom door filosoof Hella Godee, brengt je heel dicht bij haar jeugdherinnering. Zo ga je terug in de tijd door herinneringen uit het verleden, die zo sterk zijn dat ze even heel dicht bij het heden komen. Tot slot kijkt het publiek bij het slotapplaus elkaar in de eigen tijd in de ogen.

Schweigman& / Het Houten Huis – Curve

In Curve, dat theatermaker Boukje Schweigman samen met kunstenaar Cocky Eek en geluidsontwerper Martin Franke gecreëerd heeft, staat de tijd in de vorm van het tempo centraal. Al voorafgaand aan het betreden van de installatie, een groot wit opgeblazen ovaal dat in het donker nog buitenaardser lijkt, wordt je vertraagd door het volgen van een bonkend ritme tijdens je route door het weiland en het bos, uitmondend bij de ingang van de curve. Hier begint een onbeschrijfelijke totaalervaring, die ik nu toch zal trachten te beschrijven, maar waarvan ik vooral wil zeggen dat je deze moet ondergaan. In deze installatie worden vele zintuigen geprikkeld: al horend, ziend, ruikend en voelend loop je met de golfstroom mee waarbij je soms je evenwicht moet zien te hervinden. De vertraging van het tempo waarmee je de ervaring doorloopt, brengt verdieping. Even uit de installatie wordt je zelfs helemaal stilgezet: met een bril op worden stimuli verder beperkt waardoor de cadans van het geluid nog intenser gevoeld wordt. Dit werkte bij mij zeer verlichtend, waardoor ik ontspannen de curve verder doorloop. Even ben ik helemaal overgeleverd aan het verdere verloop van de curve, wat mij bij buitenkomst vanbinnen een diepe ontspanning  geeft, zoals ik deze ook weleens na een yogales ervaren heb. Dit was net wat ik nodig had na een lekke band.

Nynke Laverman – Wachter

Het idyllische kerkje van Midsland is het ideale decor voor Nynke Lavermans moderne sprookje Wachter. Als Nynke start met het voordragen van Friese abracadabra op het podium, waarop een dierlijk, van takken en bladeren gemaakt kunstwerk centraal staat, wordt de associatie met een heidens ritueel al snel gelegd. Om mij heen hoor ik mensen die het jammer vinden dat ze de Friese taal niet machtig zijn, maar eigenlijk vind ik dit zelf helemaal niet erg. Het magische karakter van haar woorden wordt zo versterkt, waarbij ik Nynke tot bosnimf zie verworden. Na dit pakkende openingsgedicht vertelt zij haar sprookje over de kunst van het wachten en het opgaan in de natuur vanuit een boek. Deze vertelling ondersteunt de afwisselend Friese en Nederlandse liederen die zij samen met Sytze Pruiksma (piano, slagwerk en elektronica) en Geneviève Verhage (cello) ten gehore brengt. Gedrieën laten zij een ontroerende kwetsbare levenskracht klinken die, zoals Nynke het zo mooi verwoord, de ‘partituur van de natuur’ vormt.