Nederpopupdate_Volume4
Muziek / Album

Gevarieerd aanbod uit Nederland met Nynke Laverman, Ralph de Jongh en Eva van Pelt

recensie: Nederpop update volume 4
Nederpopupdate_Volume4

Dat Nederland niet alleen qua bevolking een gemêleerde samenstelling kent, weten we maar al te goed. Muzikaal is deze verscheidenheid mogelijk nog groter en kwalitatief is het vaak van onverwacht hoog niveau.

In deze vierde editie komt een bijzondere vorm van Fado aan bod, die steeds meer iets eigens heeft. Friese fado ontsnapt aan het genre met Nynke Laverman en er is Blues in singer-songwritervorm. Opgenomen in Nederlands beroemdste studio’s klinkt het als een spreekwoordelijke klok. Ralph de Jongh zocht de Hilversummer bossen op. En dan hebben we nog singer-songwritermuziek die – als je het live mag aanschouwen – zelfs in de kleinkunst gezien en gehoord mag worden. Eva van Pelt verbaast ons.

Friese fado met rock

Nynke Laverman neemt een bijzondere plaats in binnen de fado-muziek. Met haar Friese taal benadert ze de fado uit Portugal op een bijzondere manier. Ze oogst daarmee niet alleen veel lof van haar fanschare maar ook van collegae fadisten. Met haar nieuwe album Wachter trekt Laverman de fado langzaam maar zeker naar de rock: een nieuwe fase in de muzikale ontdekkingstocht van Laverman. Het album opent met een lang, door Laverman gereciteerd gedicht genaamd ‘Boskule’ zonder melodie. Een compositie die bij herhaalde beluistering van het album vaak overgeslagen zal worden, omdat het veel aandacht vraagt om dit zijn uitwerking te laten hebben. ‘Jefte’ gaat vervolgens over de gift van het licht, de gift van het leven. De rest van het album gaat vooral over de kunst van het wachten, de rust die we vinden in de natuur waar alles in een veel langzamer tempo gaat. Waar de natuur de tijd neemt om te rijpen en schoonheid te laten groeien in tegenstelling tot ons moderne leven. Zo staat de bosuil symbool voor de ultieme wachter: hij wacht om uiteindelijk toe te slaan.

Het is een album dat ook het geduld van de luisteraar vraagt om opnieuw van Laverman te houden, terwijl ze de fado transformeert naar een heel eigen stijl waar de fado zeker nog in doorklinkt. Maar de hartslag van de muziek is nadrukkelijk voelbaar, zoals in het lied ‘De Langste Sliep’. Het gaat over de dood, maar voelt als een bonzend hart dat maar blijft vasthouden aan het leven, dat probeert te ontglippen aan het al afkoelende lichaam. Wie ruim durft te denken, de tijd neemt en vooral niet te puur denkt, zal met Wachter een prachtig nieuw album ervaren van Nynke Laverman, die zichzelf meer ruimte veroorloofde om door te groeien.

 

Bluesrocker op de top

Bij de start van dit jaar verscheen al het dubbelalbum Live @ De Noot van Ralph de Jongh om een kwartaal later gevolgd te worden door een tweede dubbelaar, opgenomen in de beroemde Wisseloord Studio’s in de bossen van Hilversum. En eigenlijk is het niet eens één dubbelalbum maar zijn het twee nieuwe studioalbums. Lonesome Man, Ocean of Love laat een creativiteitsexplosie horen van een herboren Ralph de Jongh. De vierentwintig nieuwe liedjes van De Jongh klinken stuk voor stuk helder en ademen een bijzonder fijne sfeer uit: een sfeer die ligt tussen Bruce Springsteen en The Rolling Stones. De stem van De Jongh lijkt nog altijd veel op die van Mick Jagger. De Jonghe’s hand van liedjes schrijven in de blues- en rock-traditie doet de rest. Naast een begenadigd muzikant is De Jongh tevens als beeldend kunstenaar actief.

Het boekje bij het album toont een negental schilderijen van de zanger samengevoegd met veel foto’s verhalend over de legendarische optredens van De Jongh en zijn band. Naast de kern van de band die gevormd wordt door Nico Heilijgers, Arie Verhaar, Maarten Ouweneel en Moon Anderson, worden ook her en der gasten toegevoegd rondom de stem van Ralph de Jongh, zijn bluesharp en gitaren. Wie de gerestaureerde Wisseloord Studio’s onlangs heeft bezocht, weet dat het geluid daar in de bossen bijzonder helder klinkt.

In tegenstelling tot eerder werk van De Jongh valt het bijzonder heldere geluid daarom op dat Huub Reijnders, Felix Tournier, Arie Verhaar en De Jongh zelf als productieteam uit de mixtafel hebben weten te halen. De studio zit vol techniek maar is ook vol van natuurlijke elementen, die de sound soms een onverklaarbare helderheid en diepte geven. Ralph de Jongh kroop in 2015 met Sun Coming Up uit een diep dal. We interviewde hem destijds in zijn huiselijke sfeer. Met Lonesome Man, Ocean of Love en Moon Anderson aan zijn zijde, horen we deze bluesrocker misschien wel op de toppen van zijn kunnen en creativiteit. Wie door de liedjes heen luistert voelt de liefde en het leven van een mooie muzikant en fijn mens. Het tempo ligt vaak laag, maar je voelt de broeierigheid die live zal kunnen ontvlammen in een hevig opgestookt vuur.

 

Folk/pop-liedjes met lichte rap-zang

Eva van Pelt was een verrassing tijdens het Hidden Treasures festival van Roepaen in april dit jaar. Met Zwart bewijst Van Pelt dat ze na het bezinken van deze live-ervaring ook op de plaat dezelfde intensiteit weet op te roepen als ze in levenden lijve en van heel dichtbij wist te bereiken. Nu we het album op zichzelf kunnen beoordelen vallen de elf liedjes ook stuk voor stuk op zijn plaats. Op het album is vooral de instrumentatie van een wat rijkere uitdossing zoals een uitgebreide drumkit, waardoor de liedjes lekker vol klinken. Er is een traditionele band-bezetting van gitaar, bas, drums en toetsen. Soms klinkt er een verrassing doorheen van een viool en een trombone. Het doet de liedjes veel goed en voegt een extra dimensie toe aan de muziek, we de nadrukkelijke en expressieve voordracht van Van Pelt moeten missen, omdat je nu eenmaal de lichaamstaal niet kan vastleggen in geluid.

De zang van Eva van Pelt is van een soort praat-zang. Wie het wil horen, hoort een soort rap gehuld in kleren van een singer-songwriter folk/pop-zangeres. De woorden van de liedjes zijn prima te verstaan. Het zijn liedjes die ook zeker de aandacht voor het ontwarren van de teksten verdienen, omdat Van Pelt de luisteraar wat wil vertellen.

De liedjes zijn kleine, korte verhalen en gaan over van alles en nog wat. Het zijn geen gewone liefdesliedjes, maar vaak observaties van gebeurtenissen uit het leven. Meestal zijn ze vanuit de ik-persoon geschreven. Een keer woordeloos in ‘Droom’, waar alleen wat achtergrondklanken hoorbaar zijn tijdens akoestisch gitaarspel. De begeleiding van de liedjes, waar de zang centraal staat, is smaakvol en nergens dichtgespeeld. Zwart is een volwassen debuut van Eva van Pelt, die veel meer liedjes in haar rugzak heeft dan hier vastgelegd, zo bleek tijdens haar optreden. Tweemaal een aanrader dus: live en zeker ook het album!

 

 

Boeken / Fictie / Strip

Een strip waar iedereen iets aan heeft

recensie: Noelle Stevenson - Nimona

Noelle Stevenson heeft in de VS vooral naam gemaakt met de serie Lumberjanes (Boom Studios), die ze samen met Grace Ellis en Brooke Allen creëerde. Haar tekenstijl is heel herkenbaar en zorgt voor een open uitstraling van de verhalen, waardoor die toegankelijk blijven voor iedereen, zelfs als er over moeilijker onderwerpen vertelt zou worden. Die tekenstijl komt ook terug in Stevensons eerste (in Nederland uitgegeven) solowerk: Nimona.

Lumberjanes en Nimona komen behalve uiterlijk ook thematisch enigszins met elkaar overeen. In allebei de strips komen bovennatuurlijke elementen voor en in allebei de strips spelen tieners een belangrijke rol. Toch is Nimona geen andere versie van Lumberjanes, maar een lief verhaal, waarin verschillende verhaallijnen met elkaar verweven worden. Het gaat over loyaliteit, je plek vinden in de wereld en over vertrouwen. In jezelf en in anderen.

Een sprookje

In een land hier ver vandaan (misschien) en heel lang geleden (mogelijk) leefde een schurk genaamd Ballister Zwarthart. Ooit zat hij op de Academie, waar hij werd opgeleid tot ridder. Maar door een klasgenoot (aartsvijand Ambrosius Goudzak) verloor hij een arm, waardoor alleen het slechte pad nog overbleef. Nimona vertelt dit verhaal, vanaf het moment dat Nimona, een tienermeisje, zich aandient als Ballisters nieuwe sidekick.

Het verhaal van Ballister wordt in (voornamelijk) korte hoofdstukken verteld. Niet alleen het hoe en waarom van zijn schurk-zijn wordt ontrafeld, maar ook het grotere verhaal eromheen. Was alles een vooropgezet plan van de Academie, om een balans tussen goed en kwaad te creëren? En wie (of wat) is Nimona eigenlijk? Is ze een onschuldig klein meisje, of een monsterlijk wezen dat zich als meisje voordoet? Of misschien wel iets heel anders?

Onderlaag

Nimona gaat boven alles over vriendschap. Op het eerste gezicht is het een simpel verhaal, waarin alle personages leren dat niet alles is wat het lijkt en dat uiterlijk ook slechts schijn kan zijn. Stevenson vertelt een sprookje. Zo’n sprookje waarin iedereen krijgt wat hij verdient: vrienden vinden elkaar terug, de outcast vindt een plek en de slechteriken verdwijnen van het toneel. En Stevenson vertelt dat sprookje erg goed.

Behalve de voldoening die de afronding van het verhaal geeft is het ook nog eens heel prettig geschreven. Hoewel de tekenstijl niet de meest uitdagende is, is het wel een prettig ogende stijl die goed bij de sfeer van het verhaal past. Geen overmatig gecompliceerd geheel, maar overzichtelijk en duidelijk. De afbeeldingen houden een fijn tempo, waardoor het aangenaam lezen is. Het lukt Stevenson om dat tempo aan te passen aan de gebeurtenissen in het verhaal. Hierdoor, en door de het vriendelijke verhaal, is Nimona absoluut het lezen waard.

Theater / Voorstelling

Een sober spektakel

recensie: Stichting Het Pauperparadijs - Het Pauperparadijs

Er zijn geen coulissen. Voorbij de grenzen van het podium kijkt het publiek naar de muren van het tweede gesticht van de kolonie van weldadigheid. Het Pauperparadijs stopt niet bij de muren van een theater. Zoals elke plaats met een duistere geschiedenis geeft ook deze regelmatig kippenvel.

“Welkom! Ik ben uw gids” de goed gemutste verteller (Paul R. Kooij) leidt ons 200 jaar terug in de tijd. Johannes van den Bosch sticht de maatschappij van weldadigheid op om de armoede die Nederland in zijn greep heeft tegen te gaan. Een mooi idee, maar een met een tragische uitwerking. De begroting moet creatief sluitend worden gemaakt en dat komt de idealen niet ten goede. Gelukkig verzekert de verteller ons dat “Wij Nederlanders daar nu gelukkig anders mee omgaan”, maar is dit wel zo?

Niet lichtzinnig

Tom de Ket maakt met Het Pauperparadijs een maatschappijkritisch stuk met een knipoog. Door de komisch geregisseerde scènes, met overdreven geluidseffecten, krijgt het stuk genoeg lucht om ook het zware behapbaar te maken. Het pauperparadijs is echter geen lichtzinnige musical. Het genre wordt regelmatig op de hak genomen, in een overdreven musicalnummer of sortie. Het decor is sober, industrieel en decorstukken worden opzichtig door de techniek neergezet. Het geeft Het Pauperparadijs iets authentieks, niets wordt verbloemd en alles is zichtbaar. De muzikale omlijsting van Lavalu en haar band heeft niets met musical van doen, maar heeft soul en is duister en poëtisch. Het publiek deint mee op de vette bluesriffs en aanstekelijke melodieën.

Sterke schakels

Niet onopgemerkt blijft de sterke cast, die moeiteloos schakelt tussen het verleden en het nu of tussen typematig en realistisch spel. Zo schakelt ook de verteller constant tussen het publiek en de personages. Dit wordt steeds complexer in de scènes tussen hem en zijn betovergrootvader Johannes van den Bosch (Dragan Bakema) waarin zij elkaar gedurende het stuk spiegelen. Nog zo’n lichtpunt is Myrthe Burger. Zij zet Aagje, het gehandicapte zusje van de hoofdpersoon Theunis, ontzettend realistisch en aandoenlijk neer.

De vele figuranten zorgen voor mooie composities en tonen zich goede zangers. Hun danstalent laat echter wat te wensen over: de dans is niet synchroon en dat maakt het rommelig. Gelukkig is er danser Ricardo Sbrighi om ook die discipline recht aan te doen. Als zwarte zwaan of duivelsfiguur, maakt deze met zijn fascinerende dans de dreiging van de onvermijdelijke tragiek al vroeg zichtbaar.

Het wringt

Regelmatig worden parallellen met het nu gemaakt. Soms grappig, maar ook confronterend. De regie van Tom de Ket is glashelder. Hij zet met Het Pauperparadijs kritische vraagtekens bij onze eigen participatiemaatschappij. Hij dringt het publiek echter geen moraal op, maar zoekt naar daar waar het wringt. We kunnen slechts toekijken en met eigen ogen zien hoe de geschiedenis zich herhaald.

Het pauperparadijs is een waar theaterspektakel. Toch blijft het sober en daarmee doet het recht aan zijn magische omgeving. Tom de Ket weet wanneer hij uit moet pakken, maar ook vooral wanneer hij zich in moet houden. Als de tragiek uiteindelijk daar is, wordt het klein, a capella en dan beneemt Het Pauperparadijs je de adem.

 

Theater / Achtergrond
special: Julidans 2016

Dans met mij – 2

Julidans is het internationale festival voor hedendaagse dans. Ooit met drie voorstellingen begonnen als zomeropvulling in de Grote Zaal van de Stadsschouwburg Amsterdam, inmiddels uitgegroeid tot een jaarlijkse danshappening die elf dagen duurt en veel bezoekers trekt. En dat is logisch want het is een zeer interessant festival met veel prachtige, fascinerende, grappige, ongemakkelijke en vervreemdende voorstellingen.

Dit jaar ziet Julidans de bijdragen van alle choreografen, waaronder veel spraakmakende, als een afspiegeling van de menselijke conditie, dat wil zeggen nauw verbonden met onze dagelijkse realiteit. Het sleutelwoord is ‘dans met mij’. Dit staat op alle T-shirts die verkocht worden en die door veel theatermedewerkers worden gedragen. 8WEEKLY bezocht een aantal van de voorstellingen. Hier is het tweede en laatste verslag.

SetRatioSize500500-vierkant-protagonistProtagonist – Jefta van Dinter/Cullberg Ballet

Jefta van Dinther is in Utrecht geboren, in Zweden opgegroeid, in Amsterdam als danser getraind en nu al een aantal jaren in Zweden als choreograaf werkzaam bij het Cullberg Ballet. Protagonist is zijn meest autobiografische werk tot nu toe en beleeft tijdens Julidans de wereldpremière. Van Dinther heeft het gecreëerd in een moeilijke periode van zijn leven, na een depressie. Hij heeft zelf de tekst geschreven die wordt uitgesproken door de Zweedse zanger Elias, die daarnaast met zijn hit ‘Revolution’ een belangrijke onderdeel van de voorstelling vormt. Het stuk begint met een voice-over die zegt dat je soms beseft dat je vast zit en dat het tijd is voor verandering. De vijftien dansers dragen allerlei soorten kleding: baggy, bloot, doorzichtig en verkennen de ruimte en elkaar. Hun gedrag is ongelooflijk herkenbaar en daardoor zeer fascinerend. Iedereen is af en toe hoofdpersoon en krijgt aandacht, maar ze zijn vooral een ensemble. Ze dagen elkaar uit, flirten, hebben conflicten, ze testen elkaar en proberen hun positie te bepalen. Dan danst een aantal van hen synchroon, hun rug naar het publiek toe en uiteindelijk veranderen ze in passievere figuren. Elias zingt ‘Let’s start a revolution’ en alle dansers zingen mee en komen naar voren op het podium. Het zaallicht komt op en in een stilte die minutenlang duurt staren dansers en publiek elkaar aan. Het is uitermate spannend maar ook verwarrend. Wat willen ze? Moet ik iets doen? Dan verandert de atmosfeer en het beeld: van stoere mooie mensen veranderen ze in kwetsbare en zelfs lelijke individuën. Het wordt weer donker, hun kleren gaan uit en hun motoriek lijkt op die van apen. Van Dinther ziet de verandering als de natuur die redding brengt en de moed om in het hier en nu te leven. Protagonist duurt ruim een uur en is aantrekkelijk, spannend, verleidelijk, verwarrend, herkenbaar, sexy en ontroerend. Schitterend!

Portland – Marcos Morau/La Veronal & Lali Ayguadé

Portland hoort bij Julidans NEXT, het platform voor een nieuwe lichting choreografen. Op de vloer van de Melkweg Theaterzaal ligt een kleine tengere danseres. Ze draagt een astronautenpak en –helm en beweegt haar armen en benen alsof ze gewichtsloos is. Een lichtspot pal boven haar veroorzaakt intrigerende pikzwarte schaduwen op de vloer om haar heen. Ze zet haar helm af en geeft die aan iemand in het publiek. Lali Ayguadé houdt sowieso van publieksparticipatie, later vraagt ze of iemand haar wil helpen met het uitvouwen van de Amerikaanse vlag. En aan het eind van de voorstelling moeten een paar van de toeschouwers bij haar op de grond komen liggen en haar volgen in haar bewegingen, iets waar ze niet allemaal even blij mee zijn. Ayguadé is een prachtige danseres met een expressief gezicht en een geweldige lichaamsbeheersing. We horen geluiden vanuit de buitenwereld: Obama’s inauguratiespeech en een schietpartij op een highschool, maar ook klassieke muziek. Met haar lichaam en haar gezichtsuitdrukking reageert ze daarop. Wat ze denkt en voelt is niet altijd even duidelijk, maar de manier waarop ze danst is zo licht en vloeiend dat je gefascineerd naar haar blijft kijken. En je weer eens realiseert dat we in feite allemaal met ons lichaam en onze adem reageren op wat ons raakt en bang maakt en dat je daarvan bewust zijn belangrijk is.

Tefer – Itamar Serussi

Tefer vormt een tweeluik met The dry piece XL dat na de pauze wordt gedanst. Tefer is gemaakt door de Israëlische choreograaf Itamar Serussi met zes mannelijke dansers van het Balletto di Roma. Het begin is ijzersterk: de zaaldeuren zijn nog niet dicht, toeschouwers komen nog binnen, maar het gordijn zwaait al open. Serussi dwingt op deze manier stilte en aandacht af. We zien een danser gekleed in zwart badpak met zijn rug naar ons toe. Hij staat te wachten op een manier die onzekerheid verraadt. Dat is wat Serussi met dit korte stuk wil laten zien, hoe mannen het moeilijk kunnen hebben met hun verplichte stoere buitenkant en hun gevoelige binnenkant. Er zijn schitterende frases waarin met tegenlicht wordt gewerkt en je de dansers, allemaal in hetzelfde badpak, in silhouet ziet bewegen tegen de bakstenen achterwand. De bewegingen zijn zowel staccato als vloeiend en flitsend, maar toch is het hier iets minder spannend als bij Scapino, waar hij vaste choreograaf is. Daar zie je naast de felle onvoorspelbare bewegingen ook altijd contact tussen de dansers, dat is hier nauwelijks. Een mooie voorstelling, maar niet een van Serussi’s beste.

SetSize11771100-redPile-AnnavanKooij-0152The dry piece XL – Keren Levi

Na de pauze komt The dry piece XL, hier staat het vrouwenlichaam centraal. Keren Levi is geïnspireerd door de uitspraken van de feministische auteur Naomi Wolf over schoonheid als mythe. Er staat een doorzichtig projectiescherm op het toneel, waarachter acht naakte danseressen bewegen. We zien op het scherm de beelden die we kennen uit oude Amerikaanse musicals, een andere inspiratiebron van Levi: een van bovenaf gefilmde groep vrouwen die synchroon beweegt, uit elkaar gaat, terug fladdert en doet denken aan bloemen. Door het doorzichtige scherm kunnen we zien dat de vrouwen heel hard werken om het voor elkaar krijgen. Maar het is, op een paar momenten na, niet bijster spannend om naar te kijken. Later zien we interessantere beelden, close ups van armen en benen met blauwe plekken en wondjes, hoofden die rood en bezweet zijn. Maar het duurt erg lang allemaal. Tegen het einde komen er tientallen naakte vrouwen bij. Als ze allen op tergend langzame wijze weglopen en je opgelucht denkt, klaar, komen ze aangekleed terug en staan minutenlang het publiek beschuldigend aan te kijken, alsof het onze schuld is dat ze daar naakt rondliepen. Levi heeft interessante ideeën maar de voorstelling zou er baat bij hebben als ze een paar van haar darlings zou killen. En misschien moet ze ook eens naar het werk van landgenoot Serussi kijken om te zien dat mooie dans niet per se heel lang hoeft te duren om effectief te zijn.

Kokoro – Lali Ayguadé

Eerder op deze editie van Julidans zagen we Lali Ayguadé dansen in Portland, nu leren we haar kennen als choreograaf. Ayguadé heeft voor Julidans NEXT vier verschillende soorten dansers bij elkaar gebracht en vier dansstijlen met elkaar verbonden: modern, ballet, jazz en hiphop. Terwijl je de dansers een voor een op eigen wijze ziet binnenkomen vraag je je onwillekeurig af, wie danst wat? De hiphopper en de moderne danseres herken je zo, maar wat doen die andere twee? Kokoro (Japans voor ‘geest’ of ‘hart’) is een lichte, vaak grappige, heel levendige voorstelling. We zien hoe de vier op hun eigen wijze met elkaar en het leven omgaan. Hoe ze worstelen met tegenslag en op zoek zijn naar liefde. Het mooiste is als je ze vrij ziet dansen, alleen of samen, maar voor Ayguadé is het narratief soms te belangrijk. Dan staan de vier op een kluitje en gebeurt er niet zo veel. Maar als ze los mogen gaan, elkaar mee kunnen slepen, dansen, zich verkleden, sprankelt het, zeker als de muziek en belichting daaraan meewerken, wat gelukkig vaak het geval is. Anna Calsina Forrellad is de enige vrouw en daardoor vaak het centrum van de aandacht. Ze wordt door de anderen soms onder de duim gehouden en tot bepaalde posities gedwongen, maar ze is ongelooflijk krachtig. Forrellad is een bijzondere danseres met een uiterst expressief, bijna transparant gezicht dat maakt dat je naar haar blijft kijken. Je moet geregeld om haar lachen maar aan het einde van de voorstelling is zij degene die door de expressie van gezicht en lichaam het meeste raakt.

barbarians – Hofesh Shechter Company

Hofesh Shechter is een in Engeland wonende Israëlische danser, choreograaf en musicus. Met zijn nieuwste voorstelling barbarians vormt hij het drukbezochte slotstuk van Julidans 2016 Het stuk bestaat uit drie onderdelen: barbarians in love, tHE bAD en Two completely different angles of the same fucking thing. Daarmee bedoelt hij de liefde. Shechter is een gecompliceerde persoonlijkheid die worstelt met zijn leeftijd (40), het land waar hij vandaan komt, zijn veelvuldig hertrouwde en gescheiden ouders, het, naar hij zegt slaapverwekkende, concept moderne dans en waarschijnlijk nog veel meer. Als met veel heftige licht- en geluidseffecten het eerste onderdeel van het stuk begint, zien we met gigantische letters ‘prologue’ op het achterdoek staan. Vijf minuten voor het einde staat er barbarians. Dit is bewust zo gedaan, vertelt Shechter in een boeiend nagesprek. Voor hem begint het stuk dan pas echt. Al het andere is voorbereiding. Hij vraagt belangstellend of wij toeschouwers dat in de gaten hadden? Uh, nee. Shechter componeert en mixt zelf de muziek bij zijn voorstellingen en gebruikt dan echt van alles, ook barok. Maar dit laatste bewaart hij voor later. Bij aanvang van de voorstelling waan je je bij een rockconcert met lichtbundels die over het publiek zwaaien, flitsende spots en keiharde beats. De dansers zijn in het wit gekleed en dansen vrijwel steeds synchroon. Dat hebben we niet veel gezien deze Julidans. Het dansen is niet heel spannend, enigszins conventioneel en statisch. Veel gezwaai met de armen en gehuppel met de benen. Halverwege, terwijl de dansers stil staan, hoor je via de speakers een lang gesprek tussen een vrouw en Shechter zelf, althans een man die zich zo noemt. Hij zit erg met zichzelf in de knoop. In het tweede onderdeel dragen de dansers gouden leotards. Dit keer is de dans een stuk opwindender. Het doet denken aan clubs en raves, maar eronder heerst een onaangename kilte. Een aantal jongeren in de zaal is dolenthousiast en klapt mee. Het laatste onderdeel is het meest interessante. Een man, met een hoedje op en in Lederhosen, en een vrouw in nette bloes en broek dansen met elkaar, vechten, maken het weer goed en gaan weer uit elkaar. De in het wit en goud geklede dansers komen tevoorschijn en geven commentaar. Uiteindelijk danst iedereen samen, de man in zijn onderbroek. Shechter is een intrigerende maker met een zeer eigen stijl en visie. Zijn werk is niet heel toegankelijk, al zien jongeren dat vermoedelijk anders. Maar het is interessant en het zet je aan het denken dat hij juist het meest universeel herkenbare deel van barbarians als het belangrijkst ziet. Een choreograaf om te blijven volgen.

Julidans 2016
Theater / Reportage
special: Julidans 2016
Julidans 2016

Dans met mij – 1

Julidans is the International Festival for Contemporary Dance. Ooit met drie voorstellingen begonnen als zomeropvulling in de grote zaal van de Stadsschouwburg Amsterdam, inmiddels uitgegroeid tot een jaarlijkse danshappening die elf dagen duurt en veel bezoekers trekt. Bij Julidans is theatrale zeggingskracht belangrijker dan esthetiek, al betekent dat niet dat dat laatste onbelangrijk is. Dit jaar is het thema: een afspiegeling van de menselijke conditie. Het sleutelwoord is ‘dans met mij’. 8WEEKLY bezocht een aantal van de voorstellingen. Hier een eerste verslag, later volgt het tweede en laatste.

#Losmicrófonos – Guillem Mont de Palol & Jorge Dutor

Julidans 2016Deze voorstelling hoort bij Julidans NEXT, het platform voor nieuwe choreografen. Bij de Theaterzaal in de Melkweg, waar alle Julidans NEXT voorstellingen gespeeld worden, horen we bij aankomst al luide popmuziek, een fijne binnenkomer. Er hangt een luidspreker boven de toegangsdeur en tijdens het wachten kunnen we genieten van ‘Don’t leave me this way’, ‘Let’s dance’ en andere bekende hits. Helaas zijn deze momenten de meest swingende van de hele voorstelling. Mont de Palol en Dutor beloven ons in hun programma op fysieke wijze hun associaties met de popgeschiedenis te tonen. Wat dat vooral betekent is dat namen van popsterren, en later ook filmsterren en -titels, eindeloos herhaald worden terwijl beide dansers een beetje heen en weer lopen of met hun armen zwaaien. Het begin is grappig: de naam Céline Dion wordt gezongen op de melodie van een van haar grootste hits. Er is ook een interessante fysieke uitvoering van een popsong, waarbij geen woord wordt gesproken. Wat we daarna zien is vooral saai. Als de twee elkaar na een gevecht zogenaamd hebben neergeschoten terwijl ze eindeloos Jones hebben geroepen (van Grace en Catherine Zeta) fluistert een bezoeker achter me ‘I shot the sheriff’. Maar deze associatie komt niet op bij Mont de Palol en Dutor. Jammer.

No dance, no paradise – Pere Faura

Pere Faura heeft evenals Mont de Palo choreografie gestudeerd aan de School for New Dance Development in Amsterdam en is Spanjaard, maar daarmee houdt de vergelijking op. Faura is bezeten van dans. No dance, no paradise begint met een voice-over die een aantal interessante dingen over dans zegt waaronder ‘There are short-cuts to happiness, and dancing is one of them’. Faura analyseert vier iconische momenten uit de dansgeschiedenis die belangrijk voor hem zijn: Singing in the Rain van Gene Kelly, John Travolta’s discodancing, het minimalisme van Anna Teresa De Keersmaeker en de klassieker De Stervende Zwaan, oorspronkelijk van Anna Pavlova. Hij legt in detail de choreografie van de dansen uit, geeft achtergrondinfo en stelt zich vragen, waarom vinden mensen dit mooi? Dan, opwindend moment, daalt van bovenaf een kledingrek naar beneden met de kostuums die horen bij de vier dansen. Faura begint met het aantrekken van de tutu van de stervende zwaan, daaroverheen komt de zwarte jurk van De Keersmaeker, dan de strakke kleren van Travolta en uiteindelijk het vijftiger jaren-kostuum van Gene Kelly. Terwijl hij dat aan het doen is, word je al enigszins verliefd op hem. Dan danst hij, terwijl hij kledinglaag na kledinglaag uittrekt, afwerpt, weggooit, alle fragmenten precies zoals hij ze heeft uitgelegd, maar met kleine nuances die de dans van hem maken. Daarna komt het meest persoonlijke gedeelte. We horen ‘Dance me to the end of love’ van Leonard Cohen in vier verschillende versies. Faura danst, in gewone kleren, de essentie van alle dansen die hij net heeft getoond, maar nu is het zíjn choreografie, intens en gepassioneerd. Hij slaagt erin op ons over te dragen wat hem beweegt, wat de mens die zo danst ervaart. Het ontroerendst en opwindendst is het einde, de stervende zwaan: heftige bewegingen en dan stil. Prachtige voorstelling.

Stones in her mouth – Lemi Ponifasio/MAU

Julidans 2016In Stones in her mouth staan Maorivrouwen centraal. De Maoris zijn de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland die, zoals overal ter wereld met inheemse volkeren gebeurde, door de Europese veroveraars als minderwaardig werden gezien. In de Maori cultuur zijn vrouwen, als scheppers van leven, juist heel belangrijk. De voorstelling vindt plaats op een donker podium met vooraan een helle horizontale lichtband. We horen prachtig vrouwengezang dat als balsem voor de ziel voelt. Dan zien we tien vrouwen, allen in het zwart gekleed met lichte gezichten en zeer donkere lippen, in de schaduw opdoemen. Hun benen bewegen nauwelijks maar allen hebben heftig fladderende vingers, vergelijkbaar met kolibrievleugels. Een van de vrouwen gaat met de opengesperde ogen die bij Maori rituelen horen voor op het toneel staan en zingt met een schitterende stem die door merg en been gaat. Later zal ze hetzelfde doen en op een dreigende manier roodbruin poeder om zich heen werpen, een prachtig beeld. Een naakte, met bloed besmeurde vrouw wordt geofferd terwijl het geluid op de soundscape aanzwelt tot een angstaanjagend volume. Je ziet constant symbolen, rituelen en kracht, het is zeer indrukwekkend. De vrouwen werken vooral met armen en handen met heel precieze en volkomen gelijke bewegingen. Maar soms duren segmenten te lang, steeds dezelfde geluiden en dezelfde bewegingen maken dat je bijna in slaap (trance?) wordt gewiegd. Het einde is aangrijpend: door slim gebruik van licht en schaduw lijken de vrouwen te verdrinken en natuurlijk doet dat denken aan de vluchtelingen die Europa proberen te bereiken, al wordt dat hier waarschijnlijk niet bedoeld. Stones in her mouth is een krachtige ritualistische voorstelling die je bewondering opwekt, maar, op dat eindbeeld en de vrouw met de bijzondere stem na, niet echt raakt. Maar nadat het warme applaus heeft geklonken en we en masse langzaam de zaal verlaten kun je achter het toneel opgewonden gekwetter van vrouwenstemmen horen. En verlaat je de zaal toch nog met een glimlach.

MONUMENT o – Haunted by wars (1913-2013) – Eszter Salamon

De Hongaarse choreografe Eszter Salomon verzamelde vijftig dansen: rituele dansen om strijders klaar te maken voor het gevecht, overwinningsdansen, dansen om over het verlies te rouwen, allemaal dansen van aangevallen, onderdrukte en bezette volkeren. Salamon wil aan de hand van oorlogen die onder invloed van westerse regimes werden gevoerd de geschiedenis van de laatste eeuw tonen. Haar zes dansers, vier mannen en twee vrouwen, zijn fantastisch. Sterk, lenig, lichtvoetig en uiterst expressief, gekleed in met strepen of skeletten beschilderde tricots. Hun gezichten zijn ook beschilderd en bemaskerd en ze dragen bijzondere hoofdtooien. Er wordt veel gesprongen en gegromd. De dansen doen vooral Afrikaans en Aziatisch aan. De belichting danst mee. In het begin is het zo donker dat we de dansers nauwelijks kunnen zien. Naarmate de gevolgen van de gevechten duidelijker worden komt er meer licht. De dansers verliezen hun eigenheid, worden in pelotons gestopt en krijgen bevelen toegeblaft. De sterke vitale mensen raken invalide, slepen zich voort, zijn mank. Ze veranderen ook psychisch, trekken rare gezichten, zijn duidelijk gestoord. Aan het einde van de voorstelling staan er tientallen bordjes met de jaartallen van de oorlogen op het toneel. Die worden gedurende een voodoodans omvergeworpen door een van de meest expressieve dansers, een lange zwarte man gekleed in een witte jas en met een grote witte dameshoed op. Het is niet steeds duidelijk wat er bedoeld wordt, maar dat geeft niet. Als publiek kun je er je eigen invulling aan geven. Erg mooie voorstelling.

TORDRE – Rachid Ouramdane/CCN2

Julidans 2016Twee danseressen tonen in deze voorstelling hun kwetsbaarheid. De Amerikaanse Annie Hanauer mist een arm, maar dat weerhoudt haar er niet van een leven als danseres te leiden. De Letse Lora Juodkaite verbergt haar kwetsbaarheid door constant rond te draaien, steeds sneller. Beiden hebben in eerdere voorstellingen van Rachid Ouramdane gestaan. In het programma lezen we dat hij getroffen was door hun vermogen om met hun manier van dansen iets te laten zien van hun persoonlijke geschiedenis. Hij wil tonen dat iedereen in staat is zijn beperkingen te overwinnen. Een mooi idee, maar de uitwerking is nogal braaf. Beide danseressen dansen verschillende solo’s. Die van Juodkaite zijn het meest overtuigend: ze is uiterst flexibel, wervelt rond en buigt haar armen in bijzondere vormen. Al dansend praat ze over zichzelf en haar kwetsbaarheid, maar aan de dans is die kwetsbaarheid niet af te zien, integendeel.

Bij Hanauer is dat anders. Je ziet haar armprothese en hoe die in een tuigje is bevestigd aan haar lichaam. Aanvankelijk is het confronterend om haar te zien, ook omdat haar dans nogal aarzelend is. Je begint je af te vragen: kan dat wel, met één arm dansen? Heb je er geen twee nodig voor de balans? Zij danst op ‘Feelings’ van Nina Simone en eigenlijk is de muziek spannender dan de dans. Pas aan het einde, als er Amerikaanse showmuziek klinkt, gaan beiden echt los en tonen ze een paar momenten van grote vrijheid. Maar bij het verlaten van de zaal zingt Frank Sinatra ‘My Way’ en dat levert, in ieder geval bij mij, kromme tenen op.

Muziek / Reportage
special: Reportage deel 4

Rock Werchter

Dag #4. We worden wakker en hebben alweer over insecten gedroomd. Vocht, eten, modder en vuile festivalgangers zijn ideale omstandigheden om grote populaties muggen, regenwormen, mieren en zwarte spinnetjes te laten gedijen. Plots een jeukerig gevoel in de navel – we kijken met een lui oog naar beneden. Tot onze gruwel stellen we vast dat er zich een gigantische, van bloed opgezwollen teek in het putje heeft genesteld!

Onderweg naar de Rode Kruispost voelen we nog eens voorzichtig aan onze navel -het beestje voelt nogal fluffy aan. Een facepalm en een gevoel van opluchting later trekken we het ding eruit: ‘t is verdorie navelpluis! Deze dag kan niet meer stuk, en bovendien schijnt de zon. Het is dag #4 en wij trekken fris, monter en teekloos naar de weide.

Melkmuilen & mannen met baarden

De Ierse melkmuilen van The Strypes zijn ofwel heel zenuwachtig, ofwel nog niet goed uitgeslapen. De prettige energie die van hun albums Snapshot en Little Victories spat, is op de main stage nergens te bespeuren. Toch kan niemand op de wei het zich laten om die “a-aah ah ah” vanop ‘Get Into It’ uit volle borst mee te jengelen.

Bear’s Den staat in The Barn? Dat moeten wel mannen met baarden en akoestische gitaren zijn. Effectief: daar komt warme muziek aangewaaid vanuit The Barn, en de gestaltes op de schermen bevestigen onze vermoedens. Net als we arriveren draait de Londense band het mes nog eens om in de diep geperforeerde meisjesharten, die uit zelfkastijding de ballade ‘Agape’ meebrullen: “For I’m so scared of losing you/ And I don’t know what I can do/ About it”.

Happy Birthday

Om het hoekje in Klub C brengt Elle King levendige country rock, die bij elk liedje doet denken aan KT Tunstall. Het meisje is jarig vandaag, en dat zullen we geweten hebben. Niet alleen vernoemt ze het tig keer, het brave publiek trakteert haar ook op een spontane ‘Happy Birthday’. De dankbare King pakt daarop het publiek in met een cover van ‘Folsom Prison Blues’, en doet er een strikje rond met ‘Song of Sorrow’, dat verrassend overgaat in reggaeklassieker ‘Bam Bam’ van Sister Nancy. Afsluiten doet ze met ‘Chain Smokin Hard Drinkin Woman’: vuile blues, aardig en geloofwaardig gebracht. Puik concert!

Het smelt

Lianne La Havas

Lianne La Havas

Luierend laten we ons door de mensenmassa meevoeren naar The Barn, en dat zullen we ons niet gauw beklagen. Plots zijn we daar getuige van iets van buitengewone orde. We gaan hier zeker niet beweren dat wij super hard-to-get zijn, maar aan de charme, de présence en de muziek van Lianne La Havas gaven wij ons al na twee minuten gewillig over.

In ‘Green & Gold’ bezingt ze haar ontstaansgeschiedenis, of hoe het voelt om als liefdeskind van een Grieks-Jamaïcaans koppel in ZW Londen terecht te komen. Wat een stem, wat een betovering! Hoe kan iemand die ooit La Havas aan het werk heeft gezien nog tegen globalisering zijn? “Electricity lingers/ In our fingers” zingt ze in ‘Wonderful’. Affirmatief.

Bij een akoestische versie van Aretha Franklin’s ‘I Say a Little Prayer’ beginnen we niet enkel gênant hard te zweten – de drie dagen oude, aangekoekte modder smelt spontaan van onze wandelschoenen. In het Carla Bruneske ‘Age’ laat ze ons nog even naar adem happen, maar met ‘Grow’ zwaait ze ons magistraal af. Stunning, jaw-dropping, awe-inspiring; Nederlandse superlatieven schieten hier even te kort.

Enkel nog Iggy

Toch maar even in de zon gaan zitten nu. Want wat we straks écht willen zien, zal energie vergen. Na Lemmy en Ziggy rest ons enkel nog Iggy, en we willen onze appreciatie voor de man nog eens dik in de verf zetten – anno 2016 weet je maar nooit wanneer het te laat is.

Maar Iggy Pop heeft nog lang geen enkeltje Hiernamaals geboekt. Met Post Pop Depression heeft de rocklegende nog maar net een nieuw album uit, en voor het eerst in decennia heeft hij met ‘Gardenia’ een radiohit te pakken. Op zijn negenenzestigste, godbetert.

Iggy Pop

Iggy Pop

Iggy is niet gekomen om de tracklist van zijn nieuwe plaat af te jengelen. Integendeel: er wordt vlammend gestart met ‘No Fun’, en nog meer hits van The Stooges volgen met ‘I Wanna Be Your Dog’, ‘1969’ en ‘Search & Destroy’. Kloek en pittig brengt Blote Bast Iggy ook nagenoeg al zijn solohits. ‘The Passenger’, ‘5 Foot 1’, ‘Lust For Life’ en ‘Nightclubbing’, niemand blijft op zijn honger zitten tijdens de energieke set. Uit de nieuwe cd worden we getrakteerd op ‘Sunday’ en ‘Gardenia’, die meteen goed onthaald worden in Werchter.

Heeft de Belgische regering in tijden van sociaal protest bewust oude knarren als Paul McCartney en Iggy Pop op de affiche geprogrammeerd, om aan te tonen hoe relatief een “pensioensgerechtigde leeftijd” wel niet is? Iggy rockt nog steeds als een driftig beest en penetreert indeed een uur lang onze geesten.

Bromance

The Last Shadow Puppets, de supergroep van sirs-to-be Alex Turner (Arctic Monkeys) en

The Last Shadow Puppets

The Last Shadow Puppets

Miles Kane, spelen een thuiswedstrijd op Werchter. Als regelrechte macho’s brengen ze in kleurig kostuum een show waar ze duidelijk zelf van genieten. Ze schurken tegen elkaars rug aan bij gitaarsolo’s, en roepen het publiek op om elkaars naam te scanderen: de tongue-in-cheek bromance is groot. Naast de grote hits onthouden we vooral fantastische versies van ‘My Mistakes Were Made For You’ en ‘Sweet Dreams, TN’.

Hou toch je Beck

Excuses: deze titel is louter provocatief en dient om aandacht te trekken, want Beck Hansen mag nooit ofte nimmer het zwijgen opgelegd worden. De iconische zanger zet moeiteloos The Barn in de fik, en moet het heus niet enkel hebben van de aanwezige 30- of 40-jarigen. Een pancarte met “FIFA brought me here!” spreekt boekdelen: ook de jongste festivalgangers zijn hier aanwezig. Hij zingt er af en toe wel eens naast, maar Beck brengt een weergaloze set met vele hoogtepunten als ‘Devil’s Haircut’, ‘Dreams’, ‘E-Pro’ en uiteraard ‘Loser’ zelf.

Beck

Beck

Kers op de taart is funky afsluiter ‘Where It’s At’, dat oneindig lijkt door te gaan. Ondertussen stelt hij zijn geweldige bandleden uitgebreid voor, met een hommage aan Bowie hier en een tribute aan Prince daar erin verwerkt. De keet ontploft nogmaals wanneer de “Two turntables and a microphone” een laatste keer weerklinken, en de vijfde passage van Beck in Werchter is er opnieuw eentje geworden om in te kaderen.

Gosh, no

Voor sommige concerten schieten woorden te kort. Daarom zou het oneerbiedig zijn om te veel woorden vuil te maken aan andere sets. Aan de “live” show van Macklemore & Ryan Lewis bijvoorbeeld, die even goed op een blinde muur geprojecteerd kan worden. Toegegeven: ze schoppen ambiance in de wei, en een ‘Dance Off’ zie je nu ook weer niet elke dag in de Lage Landen, maar voor een soundmixshow met pruiken zijn we echt niet naar Werchter gekomen.

Jamie XX

Jamie XX

Ook Jamie XX live ontgoochelt ons, door gewoon een beetje te staan doen wat hij thuis ook had kunnen doen: apathisch plaatjes opleggen. ‘Loud Places’ en ‘Gosh’ verdrinken in een troebele dj-set, die afgesloten wordt met Ben E. Kings ‘Stand By Me’: geen remix, geem sample, niets. Jamie heeft duidelijk zin om naar huis te gaan.

Lieve, rode hemelveeg

De oververdiende afsluiter van Rock Werchter 2016 is een uitmuntende Florence + The Machine, je weet wel, die rosse furie die kilometers podium afloopt op haar blote voeten. In haar bindteksten klinkt Florence Welch lief en frêle, maar op muziek zet haar stem de wei in vuur en vlam. Eerst zijn we vertederd, maar wat later staan we ons dan weer te vergapen aan de kracht die uit deze absolute topband ontsnapt.

Florence + TheMachine

Florence + TheMachine

‘Ship To Wreck’, ‘Cosmic Love’, ‘Shake It Out’ en ‘Dog Days Are Over’ – Florence + The Machine hebben sinds 2008 meer hits bij elkaar geschreven dan we hier kunnen of willen opsommen. Geen wonder dat alles van meet af aan wordt meegezongen door een uiterst gecharmeerd publiek. Ook bij afsluiter ‘What Kind of Man’ is dat het geval, en heus niet alleen door de vrouwtjes! Florence zet met veel flair een punt achter Rock Werchter 2016, en wel in de hoogste hoogte.

Vuurwerk en pyromanie

Het afsluitend vuurwerk is niet indrukwekkend, maar nooit laat iemand na om er met bewondering naar te staan gapen. De Belgische festivaltraditie om na het allerlaatste concert her en der vuurtjes te stoken, zet de talrijke stewards duchtig aan het werk. Stampend en blussend hossen ze de wei rond, en daar is het de amateur-pyromanen om te doen: stampende stewards in hun middens krijgen. Best kinderachtig, toch een tikkeltje amusant.

Deze editie van Rock Werchter zal de annalen ingaan als een van de natste en vuilste ooit, maar ook als een pareltje: een pareltje tussen de modderzwijnen. “We hebben het toch maar mooi weer samen overleefd”, is het algemeen gevoel. Iedereen keert zeer tevreden terug naar huis of camping. Rock Werchter matters, zelfs al ben je er tien jaar weggeweest.

Werchter 2017 zal plaatsvinden van 29/6 t.e.m 2/7 (tenzij Foo Fighters dat weekend naar een feestje moeten en liever een week vroeger komen, om vervolgens hun been te breken en uiteindelijk niet op te dagen)

Muziek / Reportage
special: Reportage deel 3

Rock Werchter

Dag #3. Op de camping is onze tent een eilandje in een zee van modder. De weergoden hebben Rammsteins gebeden niet verhoord. We nemen een douche en trekken naar de weide, maar bij aankomst zijn we al opnieuw zeiknat door een korte maar krachtige regenvlaag. Werchter 2016: het is een die-hard editie aan het worden.

Eenmaal op het terrein haasten we ons naar The Barn, want daar is het tenminste lekker droog. Ook zal

Courtney Barnett

Courtney Barnett

Courtney Barnett er zodadelijk beginnen klagen over ordinaire first world problems, zoals welke koffie ze lekker of slecht vindt, of het dilemma of ze nu wel of niet moet uitgaan vanavond. De Australische bezingt haar bekommernissen op hilarische wijze en in stevige grungestijl. Een genoegen om naar te luisteren, in haar gezelschap willen we gerust nog een keer schuilen voor de regen.

Barbaars pak slaag

Nog meer straffe madammen zijn een uur later en een tent verder te vinden in Klub C. De leden van de

Savages

Savages

Britse postpunkband Savages stormen als ware Walkuren op ons af en we kunnen al gauw geen kant meer op. Zangeres Jehnny Beth geeft ons in elk nummer een flink pak rammel. Het doet pijn, maar toch zijn we nieuwsgierig hoe de volgende barbaarse afrossing zal aanvoelen. Donker, stevig en aanstekelijk: check them out.

Zachter van aard die middag is Glen Hansard, de Ierse teddybeer die ooit het mooie weer bij The Frames maakte. Met drie strijkers en drie blazers is hij naar Werchter afgezakt om er een groot, groot feest te bouwen. Zijn weapons of choice: country, ballads, stevige soulrock en Bob Dylan-folk. Hansard amuseert zich zo hard dat hij zich samen met het publiek aan een ‘ice haka’ waagt (handklapritueel, wereldbekend geworden op het EK voetbal door revelatie Ijsland).

Maar Hansard, de gelukkigste mens op Rock Werchter 2016, brengt ons met zijn pure intensiteit ook tot tranen, zoals tijdens ‘Winning Streak’, ‘Her Mercy’ en de fantastische Van Morisson cover ‘Astral Weeks’. Een keer krijgt hij het zelf ook even moeilijk, maar een lied later staat hij opnieuw als een uitgelaten gek te dansen. Briljant concert; Glen Hansard mag van de voltallige Barn vanaf nu elke zomer terugkeren.

Zonne-energie

Two Door Cinema Club

Two Door Cinema Club

Tijdens de zoektocht naar makkelijk verteerbare lunch passeren we langs de main stage, waar we Two Door Cinema Club net ‘Undercover Martyn’ horen inzetten. De zon heeft de festivalweide eindelijk bereikt, en het publiek voelt er met deze vrolijke Noord-Ierse deuntjes al meteen een zomer aankomen.

Het is een broodje gezond geworden, dat we iets later naast de Klub C zittend verorbenen. Uit de tent komen flarden jazz van BadBadNotGood naar buiten, en die klinken, wel, niet slecht. Belangrijker nu zijn die zonnestralen, en om er even zo veel mogelijk van te genieten.

Vanop een plekje in de zon horen we vanuit The Barn Beirut aan hun set beginnen. Met ‘Gibraltar’, ‘No No No’ en ‘Perth’ spelen ze meteen een zomerse soundtrack bij elkaar, onder de eerste zon in veel te veel tijd.

De sound van Beirut klinkt nog steeds internationaler dan de VN zelve, maar de band kan intussen al op enkele klassiekers bogen. Ook de jongste festivalgangers gaan uit hun dak als ‘Nantes’ wordt ingezet, en gillen vrolijk mee met ‘Postcards from Italy’ en ‘Santa Fe’.

Goosebumps

Goose

Goose

We verkassen nogmaals naar de main stage om Goose aan het werk te zien. Het Belgische electropunk ensemble heeft na vier jaar een nieuwe plaat uit, en komt deze trots voorstellen aan een wel heel groot publiek. Het is drummen voor de main stage want iedereen heeft zin in feest, maar de nieuwe nummers blijken minder dansbaar dan de fans hadden gehoopt.

Maar Goose is flexibel, en besluit het publiek te geven waarvoor het is gekomen: extreem dansbare hits als ‘Bring It On’, ‘Can’t Stop Me Now’, ‘Black Gloves’ en ‘Words’. Met hun magnum opus ‘Synrise’ sluiten ze een ijzersterke set af, die nochtans aarzelend was begonnen. Een beetje het omgekeerde dus van wat de Rode Duivels gisteravond presteerden. Neenee, die voetbal, die zijn we al helemaal vergeten.

PJ Harvey

PJ Harvey

We zijn nu toch al de hele dag aan het pendelen, dus keren we na Goose terug naar The Barn om er nog een stukje van PJ Harvey op te vangen. Dankbaar aanhoren we ‘Down By the Water’ in een pikzwarte, oceaandiepe tent, en een versie van ‘To Bring You My Love’ om vingers en tenen bij af te likken.

Op de main stage worden Red Hot Chili Peppers aangekondigd, dus we rennen erheen. We hebben ons lief beloofd om te bellen tijdens haar favoriete RHCP-liedje, maar dat komt spijtig genoeg niet meteen aan bod. We horen ‘Can’t Stop’ en ‘Dani California’ de set openen, waarna ‘We Turn Red’ uit het nieuwe album The Getaway wordt uitgeprobeerd. Hierna keren Kiedis & co terug naar lauwe

Red Hot Chili Peppers

Red Hot Chili Peppers

uitvoeringen van ’Scar Tissue’ en ‘Snow’, en met de tijd verdwijnt de fut uit de band en het publiek.

We vonden het aanvankelijk een smerige streek van de organisatie, RHCP horizontaal tegenover Tame Impala programmeren, maar eerlijk: we zijn bijna opgelucht om RHCP na een halfuurtje te mogen verlaten om naar het Australische spektakel te gaan kijken. Oude legendes, weet je wel, daar wil je toch geen medelijden mee gaan krijgen.

Maar Tame Impala dus. Glorieus concert. Een zotte trip die begint met ‘Let It Happen’ en zich doorzet in ‘Mind Mischief’ en ‘The Moment’. Werchter zweet en eet uit hun hand, en ook Kevin Parker moet er even zijn jasje bij uittrekken. Als alle confetti neergedwarreld is, verschijnt op de schermen een meisje dat een pancarte naar de groep ophoudt: “I skipped RHCP for you!”. We zijn dus lang niet de enigen die hebben geworsteld met tweestrijd.

Tame Impala

Tame Impala

Bij ‘The Less I Know The Better’ gaat het dak er voor de tweede keer af, bij ‘New Person, Same Old Mistakes’ nog een derde keer om het af te leren. Met Tame Impala hebben we nu alle vier Aussie bands gezien, en geen enkele landgenoot uit Down Under komt voorlopig nog maar tot de enkels van Parker & co.

In Klub C begint Paul Kalkbrenner van jetje te geven in een Duits voetbaltruitje; hij ziet er bijzonder gelukkig uit (of heeft bijzonder veel drugs genomen). OK, de Mannschaft heeft net gewonnen tegen Italië, maar who really cares?

We laten ook de main stage voor wat ze is, want geef toe: Editors zijn tegenwoordig met geen stokken meer weg te krijgen uit de Benelux. Ongewoon vroeg maar tevreden verlaten we het festivalterrein, nog surfend op de trip die Tame Impala ons net geschonken heeft. Geen Paul of Tom die beter kan doen. Tot morgen, Werchter.

Regen
Muziek / Reportage
special: Reportage deel 2
Regen

Rock Werchter

Dag #2 op een meerdaags festival betekent meestal: laat ontwaken met een enorme kater, en dus de vroege middagacts skippen. Niet voor ons, want wij zijn verantwoordelijk en bovendien op een missie. Wij misten de eerste middagact omdat we ons verkeken op de kleine cijfertjes van het programmaboekje.

Zo komt het dat ons eerste concert op vrijdag dat van Gary Clark Jr. is geworden, want

Gary Clark Jr

Gary Clark Jr

tijdens Blackberry Smoke zaten wij nog gewoon ergens een boterhammetje te eten. De “nieuwe Jimi Hendrix” uit Texas maakt zijn opwachting in een voor dat vroege uur bijzonder goed gevulde Barn. Wat volgt is een intieme set, gevuld met zowel rauwe blues als zinnenprikkelende soul. ‘Our Love’ klinkt zo moorddadig mooi dat het nooit zou mogen stoppen.

Moeders, stuur jullie kinderen naar Werchter

Als we vervolgens The Barn verlaten, moeten we even terug wennen aan het daglicht: de sfeer en innigheid van het concert heeft onze biologische klok al op nachttarief gezet. We trekken naar Klub C voor Jagwar Ma, waar we vaststellen dat de Australische band zanger Gabriel Winterfield heeft thuisgelaten. De overige bandleden proberen ons te verleiden met een dj-set, maar daarvoor vinden we het dan weer net wat te vroeg dag.

Een oerkreet weerklinkt vanop de main stage, dus we hollen er naartoe. Ter plaatse stellen we vast dat we

Bring Me The Horizon

Bring Me The Horizon

niemand de eerste zorgen moeten toedienen, schreeuwen is gewoon Oliver Sykes’ manier om het publiek te begroeten. De zanger van Bring Me The Horizon roept het jonge volkje meermaals op om lekker hard te gaan moshpitten en te crowdsurfen, hoewel dat laatste uitdrukkelijk verboden is op Rock Werchter. De wilde beelden die volgen zijn, in combinatie met de luide, dreigende muziek, niet meteen de meest geruststellende pamfletten voor ouders die zoonlief naar zijn eerste Rock Werchter zien vertrekken.

Daughter

Daughter

Grote festivals als Rock Werchter zijn een beetje als een snoepwinkel. Klinkt Bring Me The Horizon net iets te bitter voor jou? Stap dan gewoon weg, je komt elders vast wel iets zoeter tegen. Zoals bv. Oh Wonder, Londense lo-fi in Klub C, of Daughter, meer Londense lo-fi in The Barn. Vooral laatstgenoemde kan ons bekoren met dromerige songs als ‘Youth’ en ‘Tomorrow’.

Tongen draaien

Dag #2 van Rock Werchter is tot nog toe geen muzikale hoogvlieger geweest, maar rond 18u vertrekken we met goeie moed naar The Barn om er naar Richard Hawley te gaan kijken. De singer-songwriter en ex-gitarist van Pulp wordt al jaren de ‘laatste echte crooner’ genoemd, maar is hij dat wel? Op sommige nummers klinkt hij heel rauw, à la Mark Lanegan. Op andere croont hij wel, maar met veel minder pretentie en vibratie dan pakweg Frank Sinatra aan de dag legt.

Bijzonder weinig mensen zijn op post wanneer Hawley aan zijn set begint, maar wanneer we The Barn verlaten is het duwen en pardonneren om er uit te geraken. Zijn natuurlijke cool en pure muziek doet elke passant overstag gaan om even te komen kijken. ‘Tonight the Streets Are Ours’ geeft ons helemaal een thuisgevoel, en wie bij ‘Open Up Your Door’ geen zin heeft om direct iemand een tong te draaien, die mens heeft geen hart. Of geen tong, in een ander geval.

At The Drive-in

At The Drive-in

Vanop de main stage luiden de bellen om een nieuwe testosteronhoogmis aan te kondigen. At The Drive-In is in reünie, en doet ook Werchter aan. De gek die zanger Cedric Bixler is, probeert om op het podium op zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk schade aan te richten. Maar toch, terwijl hij bv. een statief wegkeilt of een onschuldige versterker onteert, zingt hij nimmer out of key, en draagt zijn explosiviteit bij tot een geweldige show.

Rock Werchter en haar verschrikkelijke voetbaltraditie

En dan is er voetbal. Het viel al een tijdje op, maar vandaag valt er echt niet naast te kijken: ongeveer elke Belg hier aanwezig heeft een rood truitje aangetrokken, want vanavond speelt België tegen Wales op het EK voetbal. Rock Werchter speelt hier handig op in door op elk buitenscherm voetbal te vertonen in plaats van concerten. Maar er is een negatieve traditie wat betreft Werchter en voetbal: iedere keer dat er op het festival een wedstrijd van de Rode Duivels werd uitgezonden, werd er verloren.

We kunnen het niet langer verzwijgen: wij zijn Belgen. Meer nog, wij zijn helemaal mee in #tousensemble enzo, en kicken op de nationale voetbalgekte. Om 21u besluiten we om ons terug te trekken naar de backstage, waar de wedstrijd met commentaar wordt uitgezonden.

#toustristes

Naarmate de 90 minuten vorderen kantelt de sfeer van uitzinnig naar gefrustreerd, naar uiteindelijk diepe ontgoocheling. Iedere aanwezige kijkt verslagen, en verwijt zichzelf deze rampzalige wedstrijd te hebben verkozen boven de optredens van The 1975 of The Offspring. Rock Werchter doet haar reputatie als Belgendoder opnieuw alle eer aan. Moge er nooit meer voetbal op de wei worden uitgezonden.

Parov troost

Parov Stelar

Parov Stelar

We vluchten de wei op en trekken naar The Barn, om er op Parov Stelar alle frustratie van ons af te shaken. We zijn duidelijk niet de enige, want de tent barst van roodgeverfde gezichten, die dansen en schreeuwen en drinken om te vergeten. Buiten giet het pijpenstelen, maar de sfeer binnen is zwoel en zuiders. Dat halfuurtje electro swing doet deugd, want de enige act die ons vanavond nog rest mag dan wel veel zijn, maar zal nooit swingend of melodieus zijn.

We hebben het uiteraard over Rammstein, die Duitse gimmick die een metal band is geworden – of was het nu omgekeerd? De show op de main stage wordt ingeleid door een tapdansende Till Lindemann. Nadat de twee gitaristen uit de hemel zijn neergedaald, wordt de nieuwe single ‘Ramm 4’ ingezet. Wat volgt is een show van vuurwerk, verkleedpartijen en veel te veel decibels. We zien bommengordels ontploffen, en gitaren staan letterlijk in brand, net als Lindemanns hart.

Rammstein

Rammstein

Ach, we kunnen cynisch zijn over het showgehalte en de twijfelachtige muzikale kunde van de Duitse headliners, maar we geven grif toe dat we de hele tijd geamuseerd staan te kijken. ‘Ich Will’ en ‘Links 2-3-4’ bezorgen de weide collectief kippenvel – misschien enigszins in de hand gewerkt door het natte en koude rotweer. In het laatste nummer spreken Rammstein en publiek dan ook samen de weergoden aan. “Hier kommt die Sonne”, zingen we allen samen, en we hebben het nog nooit zo hard gemeend.

Met een biertje in de hand, een tuut in de oren en water in de schoenen druipen we het terrein af. En die voetbal? Die zijn wij al lang vergeten.

Modder op Werchter
Muziek / Reportage
special: Reportage deel 1
Modder op Werchter

Rock Werchter

Ze werden op de proef gesteld, de muzikale meerwaardezoekers en festivalitislijders die afgelopen weekend afzakten naar Rock Werchter. Het regende oude wijven met klompen, de bekendste weide van België was niets meer en niets minder dan een grote modderpoel. Toch wilde niemand voor geen geld ter wereld elders zijn. Want waar Rammstein je bombardeert, Lianne La Havas je masseert en Tame Impala je bezweert, daar is het eldorado. Wij waren erbij, en hebben het (nipt) overleefd.

Ondertekende bezocht zes jaar lang onafgebroken de heilige weide van Werchter. Dat ene weekend aan de start van de zomervakantie was voor mijn vrienden en mezelf oneindig veel belangrijker dan pakweg Kerstmis of schoolexamens. Mede op Werchterse graszoden voltrok zich het proces van puber tot jongeman. Ik verloor er mijn maagdelijkheid toen ik me op een nacht van tentje vergiste, en mijn twijfelachtige muzieksmaak toen ik me op de wei van stage vergiste. De wei van Werchter staat vol mijlpalen.

Aan die mooie serie van Rock Werchter-bezoeken kwam een eind. Plots kwam het besef dat je met een volledig festivalbudget ruim drie weken kon gaan reizen in pakweg Indonesië of Guatemala. Nu – tien jaar later – keer ik er voor het eerst terug. Wat blijft er over van de tijd van toen? ’t Is wel een beetje raar, 31 jaar, trillend op mijn benen van de nostalgie en voor wat er komen zal.

Werchter Beach

Of er dan zo veel veranderd is? Het festivalpark is groter geworden en er is een stage bijgekomen (Klub C). Her en der vind je smartphone-oplaadpalen, er staan 101 food trucks waar vroeger enkel friet, hamburgers en pizza verkocht werden, en de urinoirs hebben tussenschotjes gekregen. Toch oogt de wei op het eerste gezicht niet classier dan vroeger: aanhoudende regen heeft het festivalterrein in een gigantische moddermassa getransformeerd. Slijk hoort bij festivals zoals Samson bij Gert, maar op de editie van 2016 is alle proportie zoek.

Uitzonderlijke omstandigheden vragen om creatieve oplossingen. Daarom rukte de organisatie last minute honderden containers met boomschors en zeezand aan om de drassige ondergrond enigszins te verharden. Bij momenten kreeg je zowaar een strandvakantiegevoel, maar dan met bomen aan de einder in plaats van een zeetje, en bijzonder weinig bikini’s.

Maar genoeg aangemodderd en uitgeweid over het decor, tenslotte zijn we hier nog steeds voor de muziek. Trek die regenlaarzen aan en plens met ons doorheen vier dolle dagen van muzikale parels, ongewassen zwijnen en absolute bagger.

Dag #1

Ze zijn misschien ergens gestagneerd na ‘Never Miss a Beat’ in 2008, maar Kaiser Chiefs is een band die nog steeds een hele wei aan het zingen krijgt. Op hun zesde (!) passage op Rock Werchter zijn ze de eerste welbekende naam die donderdag het publiek mag opwarmen. In hun voetsporen volgt een andere Britse

Jake Bugg

Jake Bugg

artiest die vandaag wél nog relevant is. Jake Bugg is amper 22, maar trakteert de weide op een cleane en volwassen set. Tieners en grijsaards janken mee met ‘Two Fingers’ en ‘Lightning Bolt’ als waren het stokoude klassiekers, en misschien zijn ze dat nu al een beetje.

Het hoofdpodium krijgt vandaag uitsluitend Britse acts over de vloer (op de Amerikaanse spitsafbijters na, maar die heten The London Souls). Toch laten ze een voor een flauwe Brexitmopjes achterwege. Wij wensen Ellie Goulding nog gauw een goede set toe, maar steken voor het eerst de weide over richting Klub C en The Barn.

Bij aankomst in Klub C begint Walk Off The Earth net ‘Hello’ van Adele te coveren. De Canadese Youtube-sensatie heeft het dankzij miljoenen mouseclicks tot op de grote Europese festivals geschopt. Wereldhits overdoen zijn hun handelskenmerk, maar aangezien wij nooit echt mee zijn met internethypes stappen we ostentatief verder.

Lemmy is back

In The Barn staat Gutterdämmerung geprogrammeerd. Een Zweeds-Belgisch experiment, een rock opera, een silent movie met live muziek. Moeilijk om er een naam op te plakken, maar wat het ook is, het blaast je omver. Geprojecteerde film met rocklegendes als Iggy Pop, Josh Homme en wijlen Lemmy Kilmister; Henry Rollins die vermomd als priester spoken words brengt; een uitstekende live band die ons van loeiharde rockklassiekers voorziet, en hier en daar een pijltje vuurwerk: je ziet het niet elke dag.

Achteraf gaan we even zitten om bij te komen. Iemand steekt een mexicano in onze mond, en gaandeweg beseffen we dat die tuut in ons oor geen tinnitus is, maar gewoon Flume die ondertussen Klub C heeft ingepalmd. Hij is de eerste van de maar liefst vier Australische acts die dit weekend Werchter zullen aandoen.

New Order

New Order

Wat later passeren we even bij New Order, om op goed geluk één van hun hitjes mee te pikken. Die hadden ze ons immers beloofd bij de aankondiging van hun nieuwe tournee. We prijzen ons gelukkig met ‘Crystal’ en ‘Bizarre Love Triangle’, maar eigenlijk voelt de hele set nogal anachronistisch aan. Voor die gedateerde eighties sound en lichtshow voelen wij ons toch wat te jong. Te jong, nota bene, op een festival waar we kamperen tussen wel tienduizend tieners.

Macca Dag

We haasten ons terug naar de main stage, want van Paul McCartney willen we uiteraard geen noot missen. Want laat ons eerlijk zijn: vandaag is toch vooral De Dag Dat Macca Komt. Niemand gaat naar Hooters voor de buffalo wings, en niemand is speciaal naar Werchter afgezakt om Sigma of Kaiser Chiefs aan het werk te zien.

Iedereen begint spontaan te glimlachen wanneer McCartney & band ‘A Hard Day’s Night’ inzetten. Dit gevoel is precies waarop we aan het wachten waren. ‘Can’t Buy Me Love’, ‘Eleanor Rigby’ en nog veel meer Beatles-hits passeren de revue, maar McCartney scoort even goed met Wings-nummers als ‘Band on the Run’, ‘Live & Let Die’ en het fenomenale ‘Let Me Roll It’. Ook ‘FourFiveSeconds’, zijn recente samenwerking met Rihanna, brengt hij verrassend goed zonder de diva uit Barbados.

Naa nana nanananaa!

73 is Paul McCartney, en hij swingt en hij zingt en entertaint met succes ruim twee uur lang een publiek bestaande uit verschillende generaties. Hij geniet wanneer hij lachend ‘Lady Madonna’ op piano brengt, en ontroert een hele wei wanneer het akoestische ‘Blackbird’ wordt ingezet. Oude legendes aan het werk zien is altijd een dubbeltje op z’n kant, maar Paul McCartney speelt een weergaloos concert en ontgoochelt geen seconde. De naa nana nanananaa- climax uit ‘Hey Jude’ zal nog vier dagen lang nagezongen worden op bus, camping en festivalweide. Machtig. Een mijlpaal erbij.

Disclosure

Disclosure

Met hits als ‘Omen’ en ‘Latch’ proberen de mannen van Disclosure wat later de aandacht naar zich toe te trekken. Iedereen is immers nog volop aan het napraten over Paul McCartney. Niet zonder succes: met ‘Magnets’ trekken de Britse jongemannen ook de laatste talking heads over de streep, en sluiten dag #1 af met een strakke dj-set.

Boeken / Non-fictie

Samen komen we verder

recensie: Andrea Wulf - De uitvinder van de natuur. Het avontuurlijke leven van Alexander von Humboldt

Alexander von Humboldt was een homo universale, die met Goethe en Thomas Jefferson filosofeerde en eind 18e eeuw zich al kritisch uitte over het westers kapitalisme. Zijn ideeën leven voort, zijn leven is vergeten, blijkt uit Andrea Wulfs nieuwe biografie.

In De uitvinder van de natuur, geschreven door Andrea Wulf en onderscheiden  met de Costa Biography Award, volgen we Duitse Alexander von Humboldt vanaf zijn geboorte in 1769 tot aan zijn dood in 1859. Andrea Wulf, auteur van een aantal boeken over Engelse tuinen en de natuur, beschrijft zowel de feiten van Humboldts leven, als ook de invloed die Humboldts ideeën hebben gehad de afgelopen tweehonderd jaar. Centraal staat haar verbazing dat de man naar wie honderden planten- en dierensoorten, asteroïden en straten zijn vernoemd in de vergetelheid is geraakt.

En dat terwijl Humboldt tot op de dag van vandaag bepaalt hoe wij – westerlingen – ons tot de natuur verhouden. De aarde noemde hij ‘een natuurlijk geheel dat door inwendige krachten wordt aangestuurd en bezield’, en zie daar de kern van ons huidige idee van ecosystemen. Humboldt had een hekel aan grenzen (tussen vakgebieden, of tussen kunst en wetenschap) en zag verbanden tussen ecologie en politiek. Die houding is, volgens Wulf, ‘van meer betekenis dan ooit’: alleen door verbanden te leggen kunnen we de klimaatverandering aanpakken. Tijd voor een herwaardering.

Beroemde wetenschapper

Hoewel Humboldt en zijn oudere broer Wilhelm in een adellijk Pruisisch geslacht werden geboren (vandaar het ‘von’ in hun achternaam), stond het bij Alexanders geboorte niet vast dat hij een bekende geleerde zou worden. Zijn jeugd was ongelukkig: hij las veel, maar daar kon hij weinig mee. Met tegenzin werd hij mijninspecteur: werk waar hij goed in was, maar dat hem geen voldoening opleverde. Zijn broer, intussen, werkte zich op binnen het ambtenaren- en diplomatenapparaat.

Via Wilhelm ontmoette Alexander Goethe en Schiller, met wie hij intense gesprekken voerde. Zelfs de grote Goethe, die zelf van vele markten thuis was, kon de jonge Humboldt soms maar amper (of net niet) volgen: hij sprak ontzettend snel, en zijn ideeën gingen alle kanten op. Die observatie keert een aantal keer terug in De uitvinder van de natuur. Het houdt Humboldt niet tegen: wanneer hij, terug uit een jarenlange reis door Zuid-Amerika, in Parijs openbare colleges houdt, zitten de zalen voller vol om naar zijn pijlsnel afgevuurde betogen te luisteren.

Vanaf dat punt in de biografie – zo ongeveer halverwege Humboldts leven – duiken steeds meer grote namen op. Simón Bolívar bijvoorbeeld, de Venezolaanse vrijheidsstrijder, en Charles Darwin en Henry David Thoreau. Iedereen wil Humboldt ontmoeten en zich laven aan zijn verhalen over verre oorden, aan zijn betogen over planten en bergen, over lucht en aarde, politiek en wetenschap. Over dat laatste onderwerp had hij nog wel eens een aanvaring. Humboldt zag in slavernij de menselijke overheersing en uitputting van de aarde weerspiegeld en was om die reden tegen. Maar zijn vriend Thomas Jefferson was voor: zijn rijkdom was voor een groot deel gebaseerd op plantages.

Eenzaam hoog

Wulf legt nogal veel nadruk op de fysieke ontberingen die Humboldt heeft moeten doorstaan op zijn grote reis door Zuid-Amerika – en, later, door Rusland. Dat ontzag komt niet verder dan het particuliere. Het meest inspirerende en vernieuwende aan haar portret van Humboldt is echter de manier waarop hij verbanden legt tussen domeinen die tot dan toe (en nog steeds) als gescheiden werden gezien. In de tijd dat het Westerse kapitalisme goed op stoom begon te komen, waarschuwde Humboldt dat dat economische systeem op de uitputting van zowel mens als aarde beruste. Die observatie is nog lang niet overal ingedaald.

Met het kapitalisme had Humboldt sowieso weinig op: hij was uiterst gul met het delen van kennis, ideeën en spullen. Copyright was hem vreemd: samen komen we verder. Ook dat is in onze tijd een inspirerende en lovenswaardige houding. Ironisch genoeg staat deze praktijk ook haaks op het door zijn broer Wilhelm ontwikkelde universiteitsmodel, waar de wetenschap opgedeeld wordt in disciplines en departementen. Dat maakt Wulfs observatie dat we Humboldt uit het oog zijn verloren extra pijnlijk.

De invloed die Alexander von Humboldt door zijn openheid heeft uitgeoefend is groot. Wulf heeft er voor gekozen dat duidelijk te maken door hoofdstukken te wijden aan ontmoetingen met andere grote geesten en hoe zij Humboldts ideeën verder brachten. Deze roepen de vraag op of De uitvinder van de natuur een biografie van Humboldts leven of van zijn ideeën is: als symbiose van die twee is het niet geheel geslaagd. Daarvoor steken deze hoofdstukken te veel uit. Dat bewijst nog maar eens hoe eenzaam hoog Alexander von Humboldt staat.