Theater / Voorstelling

Een sober spektakel

recensie: Stichting Het Pauperparadijs - Het Pauperparadijs

Er zijn geen coulissen. Voorbij de grenzen van het podium kijkt het publiek naar de muren van het tweede gesticht van de kolonie van weldadigheid. Het Pauperparadijs stopt niet bij de muren van een theater. Zoals elke plaats met een duistere geschiedenis geeft ook deze regelmatig kippenvel.

“Welkom! Ik ben uw gids” de goed gemutste verteller (Paul R. Kooij) leidt ons 200 jaar terug in de tijd. Johannes van den Bosch sticht de maatschappij van weldadigheid op om de armoede die Nederland in zijn greep heeft tegen te gaan. Een mooi idee, maar een met een tragische uitwerking. De begroting moet creatief sluitend worden gemaakt en dat komt de idealen niet ten goede. Gelukkig verzekert de verteller ons dat “Wij Nederlanders daar nu gelukkig anders mee omgaan”, maar is dit wel zo?

Niet lichtzinnig

Tom de Ket maakt met Het Pauperparadijs een maatschappijkritisch stuk met een knipoog. Door de komisch geregisseerde scènes, met overdreven geluidseffecten, krijgt het stuk genoeg lucht om ook het zware behapbaar te maken. Het pauperparadijs is echter geen lichtzinnige musical. Het genre wordt regelmatig op de hak genomen, in een overdreven musicalnummer of sortie. Het decor is sober, industrieel en decorstukken worden opzichtig door de techniek neergezet. Het geeft Het Pauperparadijs iets authentieks, niets wordt verbloemd en alles is zichtbaar. De muzikale omlijsting van Lavalu en haar band heeft niets met musical van doen, maar heeft soul en is duister en poëtisch. Het publiek deint mee op de vette bluesriffs en aanstekelijke melodieën.

Sterke schakels

Niet onopgemerkt blijft de sterke cast, die moeiteloos schakelt tussen het verleden en het nu of tussen typematig en realistisch spel. Zo schakelt ook de verteller constant tussen het publiek en de personages. Dit wordt steeds complexer in de scènes tussen hem en zijn betovergrootvader Johannes van den Bosch (Dragan Bakema) waarin zij elkaar gedurende het stuk spiegelen. Nog zo’n lichtpunt is Myrthe Burger. Zij zet Aagje, het gehandicapte zusje van de hoofdpersoon Theunis, ontzettend realistisch en aandoenlijk neer.

De vele figuranten zorgen voor mooie composities en tonen zich goede zangers. Hun danstalent laat echter wat te wensen over: de dans is niet synchroon en dat maakt het rommelig. Gelukkig is er danser Ricardo Sbrighi om ook die discipline recht aan te doen. Als zwarte zwaan of duivelsfiguur, maakt deze met zijn fascinerende dans de dreiging van de onvermijdelijke tragiek al vroeg zichtbaar.

Het wringt

Regelmatig worden parallellen met het nu gemaakt. Soms grappig, maar ook confronterend. De regie van Tom de Ket is glashelder. Hij zet met Het Pauperparadijs kritische vraagtekens bij onze eigen participatiemaatschappij. Hij dringt het publiek echter geen moraal op, maar zoekt naar daar waar het wringt. We kunnen slechts toekijken en met eigen ogen zien hoe de geschiedenis zich herhaald.

Het pauperparadijs is een waar theaterspektakel. Toch blijft het sober en daarmee doet het recht aan zijn magische omgeving. Tom de Ket weet wanneer hij uit moet pakken, maar ook vooral wanneer hij zich in moet houden. Als de tragiek uiteindelijk daar is, wordt het klein, a capella en dan beneemt Het Pauperparadijs je de adem.