De La Soul - And the Anonymous Nobody
Muziek / Album

Veteranen blijven niet in het verleden hangen

recensie: De La Soul - And the Anonymous Nobody
De La Soul - And the Anonymous Nobody

De La Soul keert terug met een ambitieus en bijzonder afwisselend album vol gastbijdrages en verschillende invloeden. Er staat een enkele misstap op, maar over het algemeen overtuigt het legendarische hiphoptrio met deze frisse en moderne plaat.

Na meer dan tien jaar keert hiphoptrio De La Soul terug met een volwaardig studioalbum. De oude rotten mogen hun hoogtijdagen dan eind jaren tachtig en begin jaren negentig hebben gevierd, ze blijven op geen enkele manier in het verleden hangen. Van de wijze waarop And the Anonymous Nobody tot stand kwam – via een kickstarter – tot de ambitieuze muziek zelf: het drietal is volledig bij de tijd gebleven.

Bont allegaartje

De plaat zit immers vol creativiteit en variatie. De La Soul besloot meer dan driehonderd uur aan muziek op te nemen, daarbij puttend uit een breed scala aan genres, om deze vervolgens als samples te gebruiken. Dat scheelde flink wat juridische rompslomp en zorgt bovendien voor een levendig geluid. Deze live sound vormt een broodnodig verbindend element op dit album, dat verder een bont allegaartje van stijlen en invloeden is.

Je hoeft je dan ook geen moment te vervelen: het ene moment komt er een jazzy hiphoptrack met koninklijke blazers langs, even later beland je in een soort hardrocknummer met raps, inclusief minutenlange gitaarsolo. Deze variatie maakt het album een boeiende rit, maar het vormt ook een risico: de kans is groot dat je tegen een nummer aanloopt waar je niks mee hebt. Niet iedereen kan tegelijk houden van de funky hiphop van De La Soul, de bombastische hardrock van Justin Hawkins, de gladgestreken R & B van Usher én het vleugje wereldmuziek van David Byrne.

Goed uitgewerkt

Uiteindelijk is And the Anonymous Nobody vooral een fris project stampvol ideeën, waarvan het grootste deel goed is uitgewerkt. Een uitstekend voorbeeld is de funky single ‘Pain’, waarop het lastig stilzitten is, dat voorzien is van een heerlijk soepele verse van Snoop Dogg. Ook het soulvolle ‘Memory Of…’, over mislukte liefdes, vormt een hoogtepunt, mede dankzij de smaakvolle bijdrage van zangeres Estelle. Zo overschaduwen de positieve punten het aantal mindere momenten, die zeker ook aan te wijzen zijn – neem de aanstellerige zang van Usher op ‘Greyhounds’ of de kale, saaie muziek onder ‘Drawn’.

De mannen van De La Soul mogen dan tegen de vijftig aanlopen, ze bewijzen dat het maken van goede hiphop niet voorbehouden is aan de jonge honden, zoals Dr. Dre vorig jaar deed met Compton. And the Anonymous Nobody is een levendig en ambitieus geheel dat een enkele verkeerde afslag neemt, maar over het algemeen overtuigt. De La Soul bewijst anno 2016 nog altijd relevant te zijn, en dat is op zichzelf al noemenswaardig.

Theater / Achtergrond
special: Emilio Guzman – Alle mensen verzamelen

Nette kerel, die Emilio Guzman

Emilio Guzman is de naam, niet Javier Guzman. Emilio, het ‘broertje van’, toert – samen met zijn speelgoedrobot ‘Emilio’ – vanaf september rond met zijn nieuwe voorstelling Alle mensen verzamelen. Daarin spreekt hij over de vluchtelingenkwestie, over de verkeerde berichtgeving omtrent de kwestie en over de persoonlijke connotatie die hieraan vast zit. Het is een boeiende voorstelling, waarin wordt afgerekend met de ‘daar moet een piemel in’-schreeuwer en andere herkenbare, irritante types die Guzman het liefst zou ‘doorwisselen’.

Wie hem hoort spreken, zou het niet denken, maar Guzman is half Spaans. Als driejarige kleuter ontvluchtte hij met zijn moeder Las Palmas en groeide hij als katholiek op in het streng gereformeerde IJssel, een plek waar Emilio en zijn broer en moeder als ‘vreemdelingen’ werden beschouwd. Op de lagere school werd hij samen met andere ‘buitenlanders’ in een apart schoolbankje gezet. Want ‘jullie spreken allemaal buitenlands’, redeneerde zijn juffrouw destijds. Het zijn dit soort mensen met hun domme,  ondoordachte opmerkingen die de woede van Guzman aanwakkeren. Zo ook Halbe Zijlstra, die beweerde dat vluchtelingen naar Nederland zijn gekomen voor ‘borstvergrotingen’ en die zich wel heel fel toonde in de Zwarte Pietdiscussie. Maar ook de dikke, luidruchtige kerel in het theater, mensen die niet wachten tot anderen de trein zijn uitgestapt en betogers tegen asielzoekerscentra (‘vol is vol!’) moeten volgens Guzman allemaal weg: ‘wisselen!’. Geëngageerd, netjes en sober: dát is het stijlboek van Guzman is in zijn laatste voorstelling Alle mensen verzamelen.

Beschaafde jongeman

Zelf is Guzman naar eigen zeggen een uiterst ‘beschaafd’ opgevoede jongeman. Zijn nette opvoeding staat hem in de weg om vervelende mensen van repliek te dienen. Dat leidt ertoe dat hij zijn woede afreageert op mensen die dat niet verdienen. Zoals op zijn vriendin, die iedere minuut de sfeer wil benoemen (‘het is gezellig, hè?’). Guzman is duidelijk in hart en ziel een zachtaardige jongen, iemand die vanuit de luwte de wereld waarneemt en wéét waarover het gaat. In precieze verwoordingen weet Guzman uit te leggen hoe de vork in de steel zit, bijvoorbeeld over de vluchtelingenkwestie en de woede van kleine gemeentes daarover, maar ook over algemeenheden. Dat Guzman steeds de juiste woorden weet te vinden is opmerkelijk voor een dyslecticus als hij.

Emilio, die stopte met zijn studie Nederlands om stand-upcomedian te worden, is sinds 2003 lid van Comedytrain en hielp daarnaast mee met de programma’s van zijn broer Javier. In 2011 kwam de Spaans-Nederlandse cabaretier met zijn eerste eigen voorstelling op de proppen: Doen en laten, opgevolgd door Een dunne dekmantel (2014). In laatstgenoemde voorstelling – waarvoor Guzman de Neerlands Hoop-cabaretprijs ontving – vertelde Guzman over zijn lafheid en zijn tekortkomingen. Eenzelfde weg slaat hij ook in met Alle mensen verzamelen. Guzman noemt zichzelf o.a. ‘verwijfd’ en doorstaat de beledigingen die zijn robot Emilio naar zijn hoofd slingert. De functie van die robot is om commentaar te leveren op zowel de maatschappij als Emilio, zodat de ‘echte Emilio’ Guzman daarop kan inhaken.

Op de manier waarop Guzman tot het publiek spreekt, wordt duidelijk dat hij angstig graag ‘aardig’ gevonden wil worden. Zo blijft Guzman na een grap over mongolen het publiek op het hart drukken dat hij daarmee niet doelt op ‘mensen met het syndroom van Down’. De cabaretier is erg gevoelig voor de mening van het publiek; op ieder kuchje (‘kappen nou!’) of instemmend ofwel afkeurend geluid gaat hij in. Wanneer iemand iets mompelt nadat hij ‘Ich habe es nicht gewußt’ heeft gezegd, zegt Guzman quasi-weifelend iets in de trant van: ‘Ach, de oorlog, dat is toch lang geleden en zoveel grijze koppen zitten er toch niet in de zaal.’ Veel grijze gezichten, dát doet de cabaretier pijn aan zijn hart, want in de toekomst hoopt hij toch ‘trouwe fans’ voor langere tijd te krijgen. Die heeft de cabaretier ongetwijfeld, want op deze avond is de zaal voor het merendeel gevuld met jongelingen.

Engagement van de kritiek

Kenmerkend voor de shows van Guzman is niet alleen dat hij zichzelf wegcijfert, maar ook dat hij zeer geëngageerd is. Daar waar in Alle mensen verzamelen zowel rechtse politici als vervelende burgers worden uitgefoeterd, sprak Guzman in zijn vorige shows over de (afschaffing van de) verzorgingsstaat en zijn familie. Oftewel: Guzman heeft het over mensen, over het volk, over ons. Door in te gaan op actuele gebeurtenissen, zoals presidentskandidaat Trump en de vluchtelingen, speelt Guzman met alledaagse thema’s die voor iedere bezoeker bekend zijn. Guzman heeft het over dingen die ons allemaal aangaan en wil daar via omwegen – want hij durft geen stelling te nemen – tóch een mening over geven. En om zijn visie te laten horen en zien, moeten alle mensen zich verzamelen in de theaters in heel Nederland.

Boeken / Fictie

In de taal ziet men verandering

recensie: Chinua Achebe - Termietenheuvels in de savanne

Chinua Achebe, de in 2013 overleden Nigeriaanse auteur, werd bekend met Een wereld valt uiteen. Het nu vanuit het Engels vertaalde Termietenheuvels in de savanne is echter lang niet zo sprankelend als die roman.

Een wereld valt uiteen verscheen in 1958, Termietenheuvels in de savanne in 1987. Het eerste boek vestigde Achebe’s naam als één van de grootste auteurs van niet alleen Nigeria, maar heel Afrika. Het tweede boek bevestigde die naam. Wat opvalt aan deze roman, is Achebe’s beheersing van de taal, zijn gave subtiele veranderingen in taal te vatten.

De plot van Termietenheuvels in de savanne is minder bijzonder. De roman volgt drie vrienden, Ikem, Chris en Sam. Zij kennen elkaar van hun studie. Ook hun werkende levens zijn met elkaar vervlochten: Ikem is hoofdredacteur van een krant geworden, Chris academicus en Commissaris van Informatie in Sams regering. Van welk land is niet helemaal duidelijk, wel dat het ergens in Oost-Afrika moet liggen. Sam tovert het land steeds verder om in een dictatuur; zelf wordt hij, schijnbaar met de dag, corrupter.

Terugschrijven

Dit gegeven – een kort geleden onafhankelijk geworden staat die afglijdt in chaos en onderdrukking; een nieuwe, ‘inheemse’ leider die niet veel anders blijkt te zijn dan de koloniale heerser – is niet nieuw. Achebe heeft veel ideeën over gerechtigheid en vervolging in de roman gestopt; ook daarmee valt Termietenheuvels in de savanne niet op te midden van het grotere aanbod van literatuur en kunst over postkoloniale transities. Voor de plot hoef je het boek dus niet te lezen.

Interessanter is de manier waarop Achebe schrijft. Voor deze roman verscheen, eind jaren tachtig, was hij in een polemiek verwikkeld met de Keniaanse auteur Ngugi wa Thiong’o. Het onderwerp: taal, specifieker: in welke taal moet een auteur in een postkoloniale staat schrijven? Inzet van het debat was de verhouding van beide schrijvers tot het Engels, de taal van de macht die hun staten decennialang overheerst had. Hoe konden ze ‘terugschrijven’ tegen Groot-Brittannië? Ngugi vond dat men zich van het Engels diende af te keren, Achebe verdedigde de taal als een manier om zichtbaar te zijn.

B’grijp je?

Lezers van Achebe in het Engels kennen zijn controle over die taal, weten hoe hij die taal kan laten dansen. In deze vertaling valt een deel van die fonkeling weg, maar veel gelukkig ook niet. Termietenheuvels in de savanne is het meest interessant wanneer de door personages gesproken taal schuift en verandert en zo blijk geeft van een karakterverandering. Vooral bij Sam, die als Zijne Excellentie door het leven gaat, is dat goed duidelijk. Of zoals hij in het begin van de roman zegt: ‘Daarom rommel ik niet maar wat aan. Ik neem voorzorgsmaatregelen. B’grijp je?’

Boeken / Fictie

Pleidooi voor het sentiment

recensie: Jonathan Safran Foer - Hier ben ik

Elf jaar moesten bewonderaars van Alles is verlicht en Extreem luid & ongelooflijk dichtbij erop wachten: een nieuwe roman van Jonathan Safran Foer. Maar hij is er: Hier ben ik, een bovenal weergaloze ontvouwing van de dynamiek van het gezin.

Jacob en Julia zijn zestien jaar getrouwd en hebben drie zonen van wie de oudste op het punt staat bar mitswa te worden. Een wezenlijk moment waarop de verhoudingen in het gezin op scherp worden gezet en waarna al vrij snel duidelijk wordt dat het echtpaar elkaar ergens in het spitsuur van het leven is kwijtgeraakt. Een scheiding blijkt onafwendbaar. Hier ben ik is een pijnlijke reconstructie van wat er misging, maar ook een ode aan de huwelijksjaren, aan opvoeden en aanmodderen. Jacob concludeert over die jaren: ‘er was te veel liefde om gelukkig te zijn.’

Hoofd en hart

Foer bouwt een verhaal op dat uit twee componenten bestaat: crisis in een land versus crisis in een gezin. De eerste crisis is die in Israël, waar Foer een nieuwe climax in de oorlog laat ontstaan, naar aanleiding van een verwoestende aardbeving. Een Derde Wereldoorlog, een oproep aan Joden over de hele wereld om naar Israël te komen om te vechten, en de vraagstukken waar de hoofdpersonen als Amerikaanse Joden – al dan niet binnen die actualiteit – mee worstelen. De tweede is de crisis in het huwelijk van Jacob en Julia.

Het boek kent twee grondtonen: intellectualisme en sentimentalisme. Het contrast tussen de twee is groot. Waar de ‘huwelijkse hoofdstukken’ veelal lezen als een puntige romcom die een groot publiek zou trekken, is er tekstueel gezien regelmatig sprake van complexe zinnen die na drie keer lezen nog niet te begrijpen zijn:

‘Terwijl Sam op het bankje van rabbijn Singer zat te wachten, naderde Samantha de bima. Die had Sam van digitaal oud iepenhout gebouwd dat hij geborgen had van de bodem van een digitaal zoutwatermeer dat hij had gecreëerd en waarin hij een jaar geleden een klein woud had laten verzinken, toen hij net als een onschuldige hond op een gemene elektrische vloer de machteloosheid had leren kennen.’

Hier is de intellectuele uitdaging van zodanig formaat dat het leesplezier in de weg zit. Veel vaker gebeurt dat net niet – dan daagt de manier waarop Foer schrijft uit om de manier waarop het hoofd van Foer werkt zo ver mogelijk te volgen. Een buitengewoon intelligent en creatief hoofd is dat.

De Bijbel

Er zit creativiteit in Foers romans die tot buiten het verhaal strekt. In Alles is verlicht was het de merkwaardige taal van de tolk, in EL&OD was het de visuele verbeelding en in Hier ben ik is het de vorm, de vervlechting van het verhaal met de televisieserie die Jacob in het diepste geheim heeft geschreven.

Jacob heeft het script voor deze televisieserie voorzien van een gebruiksaanwijzing die hij de Bijbel noemt en die toelicht hoe de scenes (uit zijn eigen leven) gespeeld dienen te worden. Die toelichting staat bol van symboliek en wordt uiteindelijk veel omvangrijker dan het verhaal zelf. Het schrijven van de serie is Jacobs vlucht uit het echte leven. Voor zijn zonen is dat het computerspel (dat volgens hen overigens geen spel mag worden genoemd) ‘Other Life’, waarin Jacob – wederom is Foer niet licht in symboliek – per ongeluk de avatar van zijn zoon aan een dodelijk giftige plant laat snuffelen.

Het sentiment

De tweede grondtoon in het verhaal vormt zoals gezegd het sentiment. Foer wordt regelmatig te sentimenteel genoemd, waarbij emotie als iets negatiefs wordt geschetst, iets banaals dat in een écht goede roman niet thuishoort. Ook in Hier ben ik wordt het sentiment niet geschuwd, maar daarin schuilt toch juist de pracht van deze roman. Waarom zou een verhaal niet mogen ontroeren? Dialogen als het tiki-taka voetbal van FC Barcelona, scherp, snel, geestig en ja, ontroerend. De scene tussen Jacob en Julia als zij hem confronteert wat ze in zijn telefoon heeft gevonden, je leest het ademloos. Niks mis met een beetje sentiment. En zeker niet in dit boek: Foer is er een meester in.

Boeken / Non-fictie

Kritisch kijken dankzij kunst

recensie: Amy E. Hermans - De kunst van het observeren

In Amy Hermans De kunst van het observeren draait alles om het zien wat anderen niet zien. Aan de hand van kunstwerken toont Herman hoe we kunnen leren op details te letten en hoe we die vaardigheid vervolgens kunnen gebruiken in ons dagelijks leven.

Herman schreef haar boek naar aanleiding van de cursussen die ze aan allerhande groepen, waaronder de FBI, medici, justitie en het ministerie van Buitenlandse Zaken, geeft. Door samen aandachtig naar kunst in de breedste zin van het woord te kijken leert ze haar cursisten op een nauwlettende manier te observeren. Hiermee beoogt ze dat mensen niet enkel goed naar kunst kijken, maar ook naar de wereld om hen heen.

Oog voor detail

Iedere lezer – of die nu scherp is of zich veel laat ontgaan – zal tijdens het lezen van dit boek voorbeelden tegenkomen die hem of haar steil achterover doen slaan. Herman geeft je de opdracht een schilderij zo goed mogelijk in je op te nemen en daarbij te letten op alle details. Toch kan ze vervolgens nog punten aanwijzen die je hoogstwaarschijnlijk over het hoofd hebt gezien. Herman heeft het vermogen haar scherpe observaties op creatieve wijze over te dragen op haar lezers.

Hermans boodschap is niet uniek; oog voor detail hebben geldt in het algemeen als een waardevolle eigenschap. Het gaat dan ook met name om de manier waarop Herman dit brengt. Het gebruiken van kunst als methode is bijzonder en zeer treffend; kunst leent zich bij uitstek voor verschillende interpretaties.

Water bij de wijn

Ondanks dat Herman een goed verhaal heeft, lijkt ze de lezer hier toch voortdurend van te moeten overtuigen door middel van verhalen over ex-studenten. Zelfs zo veelvuldig dat het storend wordt. Niet vaak genoeg kan ze vertellen over de wendingen die de levens van haar leerlingen hebben genomen nadat ze haar cursus gevolgd hebben. Niet alleen zijn het betere waarnemers geworden, ze zijn ook nog eens een stuk zelfverzekerder tijdens moeilijke gesprekken, om maar wat te noemen. Enige bescheidenheid zou Herman niet misstaan.

Een ander punt van kritiek betreft de lengte van het boek. Zoals veel populair wetenschappelijke titels had ook De kunst van het observeren een stuk beknopter gekund. Hermans lessen zijn erg boeiend maar toch verliest ze vaart door haar materiaal eindeloos uit te spinnen. Zo hadden de vier delen van het boek (Beoordelen, Analyseren, Formuleren en Aanpassen) allemaal makkelijk in één hoofdstuk gepast. In plaats daarvan weidt ze uit in meerdere hoofdstukken die soms min of meer hetzelfde uitleggen (zij het met andere kunstwerken). Zonde, want de kern van Hermans betoog is ijzersterk.

hoofdfoto-new-fall-mcmorrow
Muziek / Reportage
special: Topkwaliteit centraal
hoofdfoto-new-fall-mcmorrow

New Fall Festival 2016 @ Düsseldorf (1/2)

Als er twee zaken centraal staan bij de organisatie van het New Fall Festival dan zijn dat verrassende toplocaties en de topklasse muziek. Ook deze zesde editie van het festival weet deze twee eisen te combineren en het publiek te behagen. Voor het eerst gebeurt dit in twee parallel lopende steden, Düsseldorf en Stuttgart.

Net als vorig jaar is het moeilijk om te kiezen wat te zien en te horen. Gezien het feit dat de meeste optredens gelijktijdig plaatsvinden is het ondoenlijk om de meeste concerten in zijn geheel te beleven. Wij kiezen donderdag eerst voor de show van James Vincent McMorrow in de torenzaal van de Johanneskirche. Een kleine zaal met een knusse uitstraling maar met een fantastisch geluid waar hij tot tweemaal toe uitspreekt dat hij tegenwoordig gewend is in grotere zalen te spelen. McMorrow weet de sound die we kennen van zijn twee voorgaande albums ook toe te passen op de songs van het verse nieuwe album We Move met veel aandacht voor synthesizer en toetsenwerk. Het geeft zijn oude liedjes een compleet nieuw jasje.

mcmorrow-in-dusseldorfBijzondere avond beleven

McMorrow is de schroom die we bij zijn optredens eerder zagen volledig voorbij, al wil hij zijn concentratie niet laten afleiden door flitsende mobieltjes. Opgetuigd met een hoedje speelt hij zowel toetsen als gitaar. Binnen de sound van zijn nieuwe album is zijn kenmerkende zang gelukkig volledig intact gebleven; de falset klinkt nog steeds even zuiver en krachtig als altijd. McMorrow laat zich begeleiden door een drummer en twee dames op toetsen, waarvan een ook af en toe de bas bespeelt. Zelf laat hij vooral zijn stem schitteren bovenop de begeleiding die steeds in dienst staat van zijn zang.

McMorrow speelt een aantal van zijn prachtige liedjes akoestisch wat de puurheid wederom laat schijnen en voor de broodnodige rustmomenten zorgt in het drukke pallet van toetsengeweld. Van de nieuwe versie van ‘If I Had a Boat’ dat zijn debuutalbum opende, tot de nieuwste tracks van Move On, waar we al bij de keel gegrepen worden door ‘Rising Water’, weet McMorrow in dit optreden zijn ziel bloot te geven en als een volleerd entertainer de zaal aan zich te binden zodat deze aan zijn lippen hangt. Het festival doet zijn naam eer aan met het feit dat de beleving van dit concert het waard maakt om even op en neer naar Düsseldorf te gaan en een bijzondere avond te beleven.

 

Voor altijd in het geheugen gegrift

De officiële opening van het festival doet festivalleider Hamed Shahi bij aanvang van het optreden van Regina Spektor. Hij quoteert daarbij een van zijn medewerkers en zegt: “Het mooiste moment van het festival is als een optreden is afgelopen en ik de bezoekers naar buiten zie lopen met een brede lach op hun gezicht.” Dat is waar New Fall Festival voor staat.

Regina Spektor speelt op deze tournee maar op een paar plaatsen en daar is New Fall Festival gelukkig onderdeel van. Ze werd geboren in Rusland maar verhuisde naar de USA met haar familie. Ze heeft inmiddels een fraaie carrière opgebouwd en bracht onlangs haar zevende studioalbum uit onder de titel Remember Us to Life. Natuurlijk staat dit album behoorlijk centraal tijdens het optreden in de Stadthalle van het Congres Centrum in Düsseldorf. Wederom is dit een bijzondere locatie waar nog maar zelden een concert is gegeven.regina-spektor

Spektor zit het grootste gedeelte van het optreden achter de vleugel. Ze is niet al te groot van stuk maar weet het grote instrument prima naar haar hand te zetten. Ze opent na een onthaal met een daverend applaus de show met ‘On The Radio’, een van haar bekende liedjes. Slechts een enkele keer verlaat ze de piano zoals bij het van het nieuwe album afkomstige ‘Small Bills’.

Een bijzonder moment is er als ze het lied ‘Apres Moi’ opdraagt aan een aantal familieleden, dat in de zaal zit en waarvan ze enkelen al zo’n vijfentwintig jaar niet meer gezien heeft. Het brengt haar heel even van haar stuk als ze dat vertelt en ze moet zich even herpakken om zich de woorden van het liedje te herinneren. Spektor speelt ruim anderhalf uur en steelt de harten van alle aanwezigen. Een perfect concert, zoals we dat van New Fall Festival mogen verwachten, wordt bewaarheid. Gezien de drukte bij de merchandise na afloop van het concert zijn er veel mensen die deze artieste nog niet echt kenden en graag wat tastbaars mee naar huis nemen naast de onuitwisbare indruk die Regina Spektor met haar band voor altijd in ons geheugen heeft gegrift.

posthuma
Boeken / Fictie

Stuurloos volwassen worden

recensie: Jente Posthuma - Mensen zonder uitstraling
posthuma

‘Die avond in bed staarde ik naar het plafond. Ik besta niet, dacht ik. Ik ben een verzinsel van anderen.’ Veel eigenwaarde geeft debutante Jente Posthuma haar beschouwende hoofdpersoon niet mee. Toch lijkt ze gaandeweg het leven prima aan te kunnen.

Met een moeder als actrice – iemand met uitstraling – en een vader als psychiater kijkt de jonge vertelster met een heldere blik en in afgemeten zinnen naar het verloop van haar leven. Het is de naïeve verwondering van een kind die ongemerkt overgaat in de onzekerheid van de opgroeiende puber. Een groot obstakel in de dagelijkse omgang vormen de geluiden die anderen maken, met name tijdens het eten: ‘De cruesli kraakte tussen zijn kiezen. Het doorslikken van de hap ging gepaard met een duidelijk hoorbaar samentrekken van de keelspieren. Daarna klonken een dof klikje en een zucht’.

In zeer precieze observaties wordt een universum aan ervaringen blootgelegd, terwijl de licht ironische toon prachtig contrasteert met de ernst van de situatie. De moeder is terminaal ziek en blijft tot haar overlijden – en tot ver daarna – als een veeleisende diva over de houding van haar dochter waken. Mensen zonder uitstraling zijn verschrikkelijk, zo verkondigt ze vanaf haar sterfbed, die zijn nog erger dan lelijke mensen. ‘Om haar blij te maken zei ik steeds dat ze de mooiste van de wereld was’, is de weldoordachte reactie van dochterlief.

Geen medelijden

Het is de achteloze stijl waarmee Posthuma haar vertelster een uiterst indringende sfeer laat oproepen. De verschillende indrukken worden aan elkaar geknoopt om zo in twaalf afzonderlijke hoofdstukken een haast terloops beeld van een jong leven te presenteren. Ouders staan op een voetstuk, het gezin is de meest vertrouwde plek ter wereld en daarbuiten is alles nieuw en rijp voor ontdekking en avontuur. Voor deze jongvolwassene ligt de romantiek vervolgens in Parijs, waar een boek geschreven moet gaan worden. Met die zelfverworven onafhankelijkheid blijkt het moeizaam te dealen, de eenzaamheid slaat om in wanhoop en het project mislukt jammerlijk: ‘Verder lag ik te lang op bed, was mijn hoofd te klein vergeleken met de rest van mijn lichaam en at ik overal te veel mayonaise bij. Ondertussen kwam ik niet aan schrijven toe’.

Ondanks de aanhoudende stuurloosheid die Mensen zonder uitstraling gemakkelijk tot een larmoyante bekentenisroman had kunnen maken, houdt Posthuma de teugels stevig in handen. Haar nuchtere registratie roept geen medelijden op, maar wijst telkens vooruit, naar het heden waarin de vertelster een volwassen vrouw en zelf moeder is geworden. Alle toestanden ten spijt – het gemis van een overheersende moeder, de verhouding tot een rouwende vader, de zoektocht naar een betrouwbare partner en een opspelende kinderwens – blijkt het geluk toch maakbaar te zijn. Zo wordt in een zakelijke boodschap meegedeeld: ‘De baby heette Bob’.

De vraag is in hoeverre Jente Posthuma in Mensen zonder uitstraling haar eigen leven als inspiratie heeft genomen. Volgens de schrijfster bestaat het uit een mengeling van persoonlijke ervaringen, bekentenissen van mensen uit haar omgeving en een goed gevoel voor fictie. Zeker is dat met deze ingrediënten een bijzonder boek is gecomponeerd, in een uitgesproken stijl en een meeslepende vorm. Het wachten is op nummer twee.

Theater / Voorstelling

Met nieuwe energie briest en geniet Van ’t Hek met volle teugen

recensie: Youp van 't Hek - Licht

Na een jaar van fysieke malheur is topcabaretier Youp van ’t Hek helemaal terug met zijn nieuwste voorstelling Licht. Hoewel hij ook nu weer met grof geschut iedereen de maat neemt en ook zichzelf niet spaart, is zijn toon prettig relativerend en opgewekt. In een lekker tempo knalt zijn programma door het theater, gesteund door een sfeervol decor en zalvende muziek. Van ’t Hek is in topvorm.

Bij Youp van ’t Hek waren de kritieken op zijn laatste voorstellingen niet bijzonder lovend. De teneur was vooral ‘oude wijn in nieuwe zakken’, een herhaling van zetten zonder dat het een hoger niveau haalde. Nu hij de sprankeling terugheeft en toevoegt, valt alles precies op de goede plaats; fijntjes refereert Van ’t Hek aan het feit dat zijn hartproblemen zomaar kunnen leiden tot een plotselinge dood. Die zelfspot is nodig om vervolgens in volle vaart alle heilige huisjes volledig af te breken. Dit doet hij aan de hand van zijn overleden vriend en ‘mensenmens’ Peter, de psychiater met wie hij 34 jaar bevriend was. Een dergelijke rode draad gebruikt Van ’t Hek wel vaker – een (oude) bekende als kapstok om zijn verhaal aan op te hangen – en dat maakt het programma ook nu weer prima te behappen.

Anders dan anders gaat Van ’t Hek echter niet heel diep in op politieke of maatschappelijke thema’s, maar raakt hij slechts af en toe actuele onderwerpen aan. Zo gaat het meerdere malen over de vluchtelingenproblematiek of de zwartepietendiscussie. Van ’t Hek gaat pas echt los nadat hij de EO (‘Baske en Toos’, ‘Teflon Bertje’) meerdere vegen uit de pan heeft gegeven, en vertelt over zijn Schotse vakantie. Elk woord daarover zou op deze plek afbreuk doen aan de sketch, want die is gerust meesterlijk te noemen. Dat geldt ook voor de Spaanse pepers, die verderop in het programma ter sprake komen. Het tekent wederom het talent en vakmanschap van Van ’t Hek dat ze met uitgekiende timing gebracht worden.

Daarnaast houdt Van ’t Hek ook genoeg ruimte voor terugblikken, zoals zijn tijd van cabaret NAR begin jaren ’80 en zijn moeizame weg naar de top via talloze lege zaaltjes. Ook zijn studententijd op de Amsterdamse Wallen wordt omgeven met oude grappen (zoals over golfen en knikkeren) en ook flauwe woordgrappen, al vallen ze in de context precies op hun plek. Natuurlijk mogen ook de liedjes niet ontbreken, al is het krakerige en ietwat valse stemgeluid nooit echt een genot voor het gehoor. Toch blijft de voorstelling fier overeind staan door de verrassende clou en is de toegift een pareltje uit de oude doos. Wie een avondje ongeneerd wil lachen, doet er goed aan om aan een kaartje te komen.

Theater / Interview
special: Een interview met Greg Nottrot, artistiek leider van het NUT

Stemmen! Een uitputtingsslag waarin geschiedenis wordt geschreven

Donderdagochtend was mijn vuurdoop als kersverse theaterredacteur van 8WEEKLY. Ik mocht Greg Nottrot, artistiek leider van het Nieuw Utrechts Toneel (NUT), interviewen over de theatervoorstelling Stemmen!, geproduceerd door de Orde van de Dag en in coproductie met het Zuidelijk Toneel en het Nationale Toneel. In de aanloop van de verkiezingsnacht heeft de Orde van de Dag enkele onderzoeksvoorstellingen door het land gespeeld. Op 8 november wordt de grote finale gespeeld tijdens de verkiezingsnacht in Amerika. Ik sprak Nottrot over de Amerikaanse verkiezingen en de invloed van de media op de politiek en maatschappij.

Waarom wilden jullie deze voorstelling juist nu maken?

Wij maken met de Orde van de Dag nu al vijf jaar lang elke laatste zondag van de maand een theatervoorstelling over de actualiteit. We willen met deze voorstelling graag reageren op het nieuws van de afgelopen maand. Het nadeel van deze vorm van theatermaken is dat we de nieuwsberichten maar heel even aanraken en dat het iets vluchtigs heeft. We wilden graag een keer iets maken waarbij we een onderwerp wat langer kunnen onderzoeken, maar die wel ingaat op de actualiteit en tevens de frisheid heeft van de Orde van de Dag. Daan Windhorst, de hoofdschrijver van dit project, kwam anderhalf jaar geleden met het idee om een voorstelling te maken over de invloed van de 24-uurs-nieuwsmedia. Tegenwoordig krijgen we de hele dag door allerlei nieuwsberichten op ons af. We wilden gaan onderzoeken wat de invloed daarvan is op ons als mens. Het mediacircus rondom de Amerikaanse verkiezingen leek ons het perfecte moment om dit te onderzoeken. Daarbij wilden we ook meteen de langste voorstelling ooit maken. Dit idee klonk zo onmogelijk dat ik daar juist heel enthousiast van werd, het onmogelijke mogelijk maken.

Hoe gaat deze unieke nacht eruitzien?

Het wordt een nacht waarin we een fictieve nieuwsredactie gaan volgen. Binnen deze redactie zijn allemaal dramalijnen verweven die tevens de thema’s uit de verkiezingen verpersoonlijken. Een groot deel van het stuk wordt ter plekke geschreven. De schrijvers schrijven eigenlijk als het ware ter plekke de voorstelling die je gaat zien. Zij verwerken het laatste nieuws en de uitslagen van de verkiezingen in de teksten die de acteurs gaan spelen. De dramalijnen worden afgewisseld met analyse, satire en sketches. Dit maakt de opzet van Stemmen! toch een andere opzet dan de reguliere Orde van de Dag. Tijdens de verkiezingsnacht gaan we op zoek naar een antwoord op de vraag: wat is de invloed van de media op de politiek en op onze maatschappij? Stemmen! gaat dus niet zozeer alleen over de Amerikaanse verkiezingen, we bevragen tijdens de voorstelling ook de invloed van de media op de politiek.

Hoe zie jij die invloed van de media op de politiek?

Dat zijn we aan het onderzoeken in de afleveringen die we nu aan het spelen zijn. De invloed van de media op de politiek werkt natuurlijk beide kanten op. Ik denk dat Trump als het ware een product is van hoe die media werken. Het was heel interessant om het proces te zien waarin je Fox News ziet schrikken van datgene wat ze gecreëerd hebben en waar ze niet meer vanaf kunnen komen. Aan de andere kant zien we dat Trump heel goed weet hoe hij de media moet beïnvloeden en bespelen.

In de media gaat het tegenwoordig niet meer over de inhoud, maar om korte geruchtmakende quotes die de hele tijd worden herhaald. Degene die dit op een goede manier weet te doen, krijgt de meeste aandacht en de meeste zendtijd. Daarbij vind ik dat er een polarisatie zit in de manier waarop de media functioneren. Een ander punt is dat ze in Amerika graag alles heel helder en duidelijk willen hebben. Degene die iets wat complex is toch op een korte heldere en duidelijke manier weet uit te leggen, krijgt de meeste aandacht. Daarnaast willen de media zo veel mogelijk lezers en kijkers hebben en zoeken daarom de sensatie en het entertainment op. Ons project gaat eigenlijk vooral over het behagen en entertainen van je kiezers, kijkers en toeschouwers aan de ene kant en het nastreven van een overtuiging of een ideologie aan de andere kant. Wat ik daar heel spannend aan vindt is dat ik mezelf daar heel erg in herken. Ik denk dat het herkenbaar is voor veel meer mensen. Aan de ene kant wil je iets heel graag doen omdat je daar van overtuigd bent, maar aan de andere kant wil je ook de mensen om je heen tevreden stellen. Voor zowel een theatermaker, journalist als een politicus is het moeilijk om daar de juiste balans in te vinden. Je ziet toch dat deze balans steeds meer doorslaat naar het behagen en minder naar die ideologie of overtuiging.

Waarin zie je dat behagen dan naar voren komen?

Bij de politiek zie ik dat terugkomen in het populisme. Clinton weegt bijvoorbeeld haar standpunten af aan de hand van hoe deze zullen vallen bij haar kiezers. Dit geldt ook voor de manier waarop ze deze standpunten brengt. Ik denk dat deze tendens alleen maar sterker wordt. Waar het jaren geleden veel meer ging om de inhoud van het partijprogramma, gaat het nu veel meer om hoe het naar buiten wordt gebracht. De media zijn dan het meest concrete kanaal naar de kiezer toe en je ziet dat de politici zich aanpassen aan die media. Niet alleen de kranten en de tv fungeren als medium, maar ook de sociale media worden veelvuldig gebruikt in de politiek. Kiezers denken vaak dat de sociale media alleen maar een doorgeefluik zijn, maar ook hier zit een vorm van censuur in. Zo moet je bij Twitter je boodschap beperken tot 140 tekens. Kortom, degene die het beste een kort en duidelijk bericht schrijft, krijgt de meeste aandacht in de media. Dit wil niet zeggen dat deze persoon ook de beste politicus is.

Hoe zien jullie de rol van theater als medium?

Het grote voordeel van theater ten opzicht van alle andere media is dat het een heel eerlijk medium is. Wij hebben als makers direct contact met ons publiek en het publiek kan dan ook ingrijpen als ze dat zouden willen. Daarnaast zijn wij met een grote groep, waardoor we meerdere visies, kleuren en ideeën hebben. We zijn niet  pro-Clinton of pro-Trump zoals elk medium in Amerika dat wel is. Wij bekijken alles antropologisch omdat wij de hele maatschappij willen bezien en daar vervolgens in tien kleuren iets van vinden. Dit komt doordat iedere schrijver een eigen vorm en een eigen taal heeft en zijn eigen teksten schrijft. Zo krijg je een palet aan perspectieven en ideeën die samen iets van een waarheid in zich hebben. Wij hopen dat het publiek ook zelf zijn of haar eigen waarheid gaat formuleren. Ik ben zelf ook op zoek naar mijn eigen waarheid. Ik ben op zoek naar het antwoord op de vraag: hoe scheppen we de ruimte binnen de politiek om onze idealen na te kunnen streven, zonder dat we dat behagen helemaal los hoeven te laten? Theater is een goed medium om daar over na te denken, omdat het een plek is voor ontmoeting en een aanleiding biedt voor gesprek en discussie. Ik geloof heel erg in die functie van theater en in de uitwisseling van verschillende gedachten.

Waarom moet je naar het theater komen?

De verkiezingsnacht wordt hoe dan ook een historische nacht. De wereld zal er na deze verkiezingsnacht heel anders uit gaan zien. Gebaseerd op de peilingen denken de meeste mensen dat Clinton de verkiezingen makkelijk gaat winnen, maar ik denk dat het ook zo maar eens Trump kan worden. Ik denk dat het tot het laatste moment spannend blijft. Daarnaast wordt het ook heel bijzonder wat wij met de voorstelling gaan doen. Het wordt een uitputtingsslag van 12 uur lang theater maken. Die uitputtingsslag zit ook in de vermoeidheid van al die berichten die je de hele dag door ontvangt. Wij denken dat er ook fysiek iets met je gebeurt als je de hele dag door al die impulsen binnenkrijgt. Tijdens Stemmen! gaan we onderzoeken en tevens ervaren wat dat met ons en het publiek doet. Hier gaan we ook tijdens de nacht op reflecteren. Dat vind ik het mooie aan theater, dat het niet alleen op een rationeel niveau werkt, waarbij een aantal deskundigen iets bespreken, maar dat je ook juist door middel van satire en drama de systemen achter alles kan blootleggen.

De voorstelling vindt plaats in de grote zaal en wordt onderverdeeld in een aantal blokken. Het is net alsof je een serie gaat binge watchen. Wij gaan alle uitslagen live volgen en gebruiken een gigantische projectie in de zaal als ons venster naar de buitenwereld toe. Wij zullen dan ook regelmatig doorschakelen naar verschillende zenders en terugblikken op informatie waarvan wij denken dat die relevant is. Vanaf 12 uur komen de eerste verkiezingsuitslagen van de verschillende staten binnen en dan begint het grote puntenspel. Uiteindelijk werken we toe naar de overwinningsspeech die de winnaar om 7 uur gaat geven.

Stemmen! wordt een unieke nacht waarbij we samen gaan ervaren wat al die constante streaming van informatie met ons doet. Daarnaast wordt het ook gewoon een groot logeerfeest waarbij we met z’n allen een nacht in de Stadsschouwburg Utrecht doorbrengen. We gaan iets doen wat voor het gemiddelde theaterpubliek niet gangbaar is. Dit vraagt van het publiek dat ze op een bepaalde manier gaan kijken. Wij vragen het publiek om zich vooral betrokken te voelen, mee te denken en mee te doen. Wij hopen dat het publiek ook de schoonheid kan gaan zien van dingen die mislukken. Wij zetten in op de charme van het eerste moment. Dat eerste moment heeft iets onbevangens, de magie van iets wat ter plekke ontstaat.

Stemmen! speelt tijdens de verkiezingsnacht op 8 november van 21:00 tot 09:00 uur. Mocht je nog geen kaarten hebben voor deze bijzondere theaterervaring, er zijn nog kaarten verkrijgbaar via de website van de Stadsschouwburg Utrecht.

Boeken / Non-fictie

Tegen de stroom in

recensie: De literaire apologie, een alternatieve verdediging van het christendom


Wie vandaag de dag gelooft, moet zich dikwijls verdedigen. Dat was tijdens het vroege christendom niet anders. In De literaire apologie vergelijkt theoloog en literatuurwetenschapper Hans van Stralen de moderne en klassieke apologeten (geloofsverdedigers) van het christendom.

De situatie van de hedendaagse christen in Nederland is vergelijkbaar met die van de vroege christenen in het Romeinse Rijk: als minderheid dienen zij zich te verweren tegen een niet-christelijke meerderheid. Nu hoeven de christenen van vandaag de dag niet te vrezen dat ze in een kolkende kuip door leeuwen worden verslonden, zoals in Rome veelvuldig gebeurde. Maar wie intellectueel nog serieus genomen wil worden, heeft het als christen niet eenvoudig.

Nu zou Willem Jan Otten, nadat hij als christen uit de kast kwam, de bulderende lach van z’n collega’s van het NRC Handelsblad ongetwijfeld als onprettig hebben ervaren. Toch valt dit immer te prefereren boven het gebrul van een hongerige leeuw.

Er staat, kortom, minder op het spel en dat klinkt door in de toon van de geschriften. Klassieke apologeten als Irenaeus, Tertullianus en Origenes verdedigden hun geloof in zeer felle bewoordingen en deinsden niet terug om hun tegenstanders te beledigen (Tertullianus vergeleek het hoofd van een tegenstander met een pompoen omdat hij hem een leeghoofd vond). Het doel was de superioriteit van het christendom te verdedigen; een idee waar zij heilig van overtuigd leken.

Het innerlijke


Moderne apologeten kenmerken zich door een andere insteek: niet zozeer de superioriteit van het christendom wordt verdedigd, maar meer het recht om gelovig te mogen zijn. De nadruk ligt meer op de individuele belevingswereld van de schrijver waarbinnen ook veel ruimte is voor twijfel. Áls al getracht wordt de ander te overtuigen, dan leggen de moderne apologeten, anders dan de klassieke, meer de nadruk op de schoonheid en minder op de waarheid van het geloof.

Van Stralen ziet Friedrich Schleiermacher (1768-1834) als de grondlegger van deze moderne vorm van apologetiek bedrijven. Ook de Nederlandse literaire apologeten die Van Stralen behandelt – Gerard Reve, Frans Kellendonk en Willem Jan Otten – staan duidelijk in die traditie. Net als Schleiermacher voeden zij graag het romantische beeld van de outcast en zijn ze niet bepaald terughoudend om de nadruk te leggen op hoe intolerant de intellectuele goegemeente staat tegenover hun christen-zijn.

Miscommunicatie


Weinig goede woorden heeft Van Stralen over voor atheïsten als Richard Dawkins en Herman Philipse die zich veelvuldig kritisch uitlaten over het geloof, maar ‘het niet nodig achten zich op theologisch vlak te verdiepen in geloofszaken’. Volgens Van Stralen koesteren veel atheïstische denkers vaak achterhaalde of onjuiste denkbeelden over religie, hetgeen een zorgvuldige discussie in de weg staat.

Van Stralen geeft een goed overzicht van de overeenkomsten en verschillen tussen de klassieke en moderne apologie. Helaas gaat hij niet erg diep in op de behandelde schrijvers. Hij behandelt er ook wel erg veel (veertien!) voor een boek van zo’n 150 pagina’s. Van Stralen had best wat uitgebreider mogen citeren uit het proza van bijvoorbeeld Kellendonk of Reve. Dat had het boek niet alleen inhoudelijk sterk gemaakt, maar zou ook een welkome compensatie zijn geweest voor het tamelijk droge schrijven van Van Stralen zelf.