Van Hall - Ot en Sien
Kunst / Kunstboek

Het onvoltooide leven van Frits van Hall

recensie: Frits van Hall (1899 - 1945) - Beeldhouwer van de gereserveerde gratie
Van Hall - Ot en Sien

Op dit moment presenteert Museum Beelden aan Zee een kleine intieme tentoonstelling van de tamelijk onbekende beeldhouwer Frits van Hall. Deze tentoonstelling valt samen met het verschijnen van zijn eerste monografie met de titel: Frits van Hall (1899-1945) – Beeldhouwer van de gereserveerde gratie. Is deze aandacht meer dan zeventig jaar na zijn dood wel terecht?

De monografie van Van Hall is een gedegen wetenschappelijk werk. Het is opgebouwd uit een voorwoord, gevolgd door hoofdstukken over zijn beeldhouwwerk, zijn tekenwerk en leven. Verder is de monografie voorzien van vele afbeeldingen en een uitgebreid notenapparaat. De tekst leest echter niet lekker weg, maar de vraag kan worden gesteld of dat niet inherent is aan een wetenschappelijk werk.

Prix de Rome

Laatst bekende portretfoto van Frits van Hall. © Museum Beelden aan Zee

Laatst bekende portretfoto van Frits van Hall. © Museum Beelden aan Zee

Frits van Hall werd in 1899 op Java in het voormalig Nederlands Indië geboren. In 1905 keerde hij met zijn familie terug naar Nederland. Van 1918 tot 1923 studeerde hij beeldhouwkunst aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Zijn leermeester was Jan Bronner (1881-1972). Kort na zijn afstuderen won hij de gouden medaille van de Prix de Rome in de categorie beeldhouwkunst, een aanmoedigingsprijs voor jonge kunstenaars. Hij won de eindronde met het beeld Samson in de Tempel (1923). Die aanmoedigingsprijs hield ook een geldbedrag in, waardoor de kunstenaar zich internationaal kon ontwikkelen. Dit besloeg een periode van vier jaar, waarbij de kunstenaar verplicht was om regelmatig bewijsstukken van zijn kunnen naar Nederland te sturen. Van Hall vertrok naar Rome en vervolgens naar Anticoli Corrado (provincie van Rome), waar een tijd van experimenteren voor hem aanbrak. In 1924 vertrok Van Hall naar Frankrijk, waar hij voornamelijk werkte aan opdrachten voor de Prix de Rome.

Opdrachten

Ad Windig Van Hall werkend aan het gipsmodel voor het beeld van de Rijksverzekeringsbank 1941-1942 Maria Austria Instituut Amsterdam. © Museum Beelden aan Zee

Ad Windig, Van Hall werkend aan het gipsmodel voor het beeld van de Rijksverzekeringsbank, 1941-1942, Maria Austria Instituut, Amsterdam. © Museum Beelden aan Zee

Het jaar 1927 betekende een keerpunt voor Van Hall. Teruggekeerd in Nederland, moest hij vanaf dit moment opdrachten zien te krijgen, om zijn gezin (hij was in 1924 getrouwd met kunstenares Jeanne Brandsma en had een dochtertje) te onderhouden. Zijn eerste opdracht kwam van de Rijksakademie in Amsterdam. Daarvoor maakte hij de gevelversiering; twee in koper gedreven reliëfs. Daarna volgden kleine publieke opdrachten; een granieten monumentje Ot en Sien (1930) in Den Haag voor de pedagoog Jan Ligthart, Dans (1928) en Meisje met hond, poes, vogel en bloemtuiltje (1931), in opdracht van de gemeente Amsterdam. Deze kleine publieke werken komen nogal zoet en lief over.

In de jaren dertig verwierf Van Hall – samen met architecten – ook monumentale opdrachten. Om er een paar te noemen: het bordeshek van het Enschedese raadhuis (1933), het Van Heutsz-monument (1935) in Amsterdam en het Moerdijk-monument (1937). In de monografie worden al zijn monumentale werken – ook de niet uitgevoerde – uitgebreid besproken. Niet alleen de thematiek en de stijl, maar ook de strijd rondom de werken komt aan bod.

Gereserveerde gratie

Frits van Hall

Frits van Hall werkend in zijn atelier, 1942. © Erven Frits van Hall

Van Hall wordt de ‘beeldhouwer van de gereserveerde gratie’ genoemd. Waarom? In de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog werd de beeldhouwkunst gedomineerd door twee stromingen: het Expressionisme en het Classicisme. Van Hall behoorde bij geen van beide. Zijn stijl vertoont een mengeling van classicisme en de verfijnde en sierlijke kunst van het Verre Oosten, het meest opvallend in het Van Heutsz-monument.

Naast grote werken vervaardigde Van Hall in de jaren dertig tal van kleine sculpturen en reliëfs uitgevoerd in klei, terracotta, hout, brons, steen, gips, gedreven koper en zilver. Hoewel veel van dit werk verloren is gegaan is het Museum Beelden aan Zee toch gelukt een kleine intieme expositie samen te stellen. Hier komt de ‘gereserveerde gratie’ duidelijk tot haar recht. Toch zegt de tentoonstelling op zich weinig over deze veelzijdige kunstenaar, mits je de monografie leest.

Helaas was Van Hall een kort leven beschoren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde hij, als communist, een actieve rol in het kunstenaarsverzet. Hij werd in 1943 gearresteerd en opgesloten in Kamp Vught, waar hij in eerste instantie nog kon werken. Vervolgens werd hij gedeporteerd naar het concentratiekamp Dachau en later naar Auschwitz. Hij werd op 18 januari 1945, na de ontruiming van Auschwitz, tijdens de dodenmars langs de weg gefusilleerd bij Gleiwitz in Polen.

Dat er nu hernieuwde aandacht voor deze kunstenaar is, is volkomen verdiend. De monografie laat Van Hall zien als zeer veelzijdig en veelbelovend. Als hij niet zo vroeg uit het leven was gerukt, was hij waarschijnlijk uitgegroeid tot een beter bekende beeldhouwer.

Monografie
Titel: Frits van Hall (1899-1945) – Beeldhouwer van de gereserveerde gratie
Auteurs: Frits Scholten, Didi van Suchtelen
Uitgever: Waanders uitgevers Zwolle
ISBN 9789462620957
Prijs: € 35,00.
Beoordeling: 3,5 sterren

Tentoonstelling
Frits van Hall – Gereserveerde gratie
Gezien in: Museum Beelden aan Zee, Den Haag
Nog te zien tot en met: 12 februari 2017
Beoordeling: 2,5 sterren

Whitney
Muziek / Album

Verwachtingen ingelost

recensie: Whitney – Light upon the Lake
Whitney

SXSW, Austin Texas, dikwijls de plek waar gewild dan wel ongewild nieuwe hypes worden gecreëerd. Een band die op deze plek door publiek en pers omarmd wordt, wacht doorgaans een ‘enerverend’ jaar.

Tijdens de meest recente editie viel deze eer te beurt aan Whitney. Zonder dat er nog iets op plaat was vastgelegd, werd hier al een buzz gecreëerd. Een recensie schrijven over een debuutalbum van een band die door alles en iedereen, en niet in de laatste plaats, de serieuze en professionele muziekpers al de hemel in is geprezen, vormt daarmee op zijn zachtst gezegd een uitdaging.

Een veiling

Whitney bestaat in de basis uit Max Kakacek (gitaar) en Julien Ehrlich (drums). Beide heren speelden eerder in Unknown Mortal Orchestra en Max Kahacek heeft daarnaast ook een geschiedenis bij Smith Westerns. Helemaal nieuw in de branche zijn ze dus niet. Op de bovengenoemde show op South by Southwest (SXSW) eerder dit jaar speelden beide heren een soort van try-out. Volgens eigen zeggen begonnen hier, na pas twee nummers gespeeld te hebben, diverse personen in de zaal naarstig te bellen en te appen, alsof het een soort van veiling was met allerlei biedende partijen aan de andere kant van de lijn. Winnende partij: Secretly Canadian, Bloomington Indiana. Ofwel Whitney: twee jonge gastjes (24 en 25) met een blanco discografie en tal van labels die om hun gunst vechten.

Dat schept op zijn minst verwachtingen. De muziek die vervolgens ingespeeld werd kwam desondanks op uiterst ongedwongen wijze tot stand. West Coast loomheid zullen we maar zeggen. In het appartement dat beide vrienden in Chicago samen deelden, was het een zoete inval waarbij de meest frequente bezoekers automatisch werden toegevoegd aan de band. Op deze wijze werd de band uitgebreid met Malcolm Brown (keyboards) en Will Miller (trompet). Naast slaapplek was het appartement ook de plek waar naar hartenlust drugs werden geconsumeerd ter inspiratie voor nieuwe nummers.

Verslavend

De muziek van Whitney kan gekenschetst worden aan de hand van twee hoofdingrediënten: de weemoedige falsetstem van Ehrlich en de trompet van Miller. Het eindresultaat is folkachtige indiemuziek, of indie-achtige folkmuziek, zoals u wilt: luie ritmes gelardeerd met blazers en laid back orgels, overgoten met een duidelijk jaren zeventig sausje. Direct verslavend waardoor het een plaat is geworden die het in zich heeft om direct onder je huid te kruipen.

Met Light Upon The Lake wordt de zomer bijna als vanzelf in huis gehaald, hoewel de nummers wel vaak op een gevaarlijke kantelpunt balanceren: aan de ene kant lichtvoetige en kleine liedjes met een te laag tempo en een al te weemoedige, gammele klaagzang over mislukte liefdes, en aan de andere kant meeslepende, prettig in het oor liggende indiepopliedjes die na een keer luisteren direct hun verslavende werking uitoefenen. Whitney balanceert zeer vakkundig op dit koord zonder te struikelen. Jammer dat we op deze plaat hier slechts een half uur van kunnen genieten. Zeer aangenaam debuut.

Danny Brown
Muziek / Concert

Eigenzinnige rapper kiest voor de ‘highs’

recensie: Danny Brown @ De Melkweg
Danny Brown

Door zijn karakteristieke vocalen en gewaagde beatkeuzes geldt Danny Brown als een van de meest eigenzinnige rappers van het moment. Zijn Atrocity Exhibition Tour brengt hem vanavond naar Amsterdam, waar hij De Melkweg een uur lang afbreekt.

Maar weinig hedendaagse rappers zijn zo origineel als Danny Brown. Met zijn bijzondere stemgebruik, aparte beatkeuzes en teksten over onder meer excessief drugsgebruik, expliciete seks en depressiviteit heeft hij zich ver boven het maaiveld uit geheven. Vanavond staat hij in Amsterdam vanwege de Atrocity Exhibition Tour, vernoemd naar zijn laatste album, waarop Brown meer experimenteert dan ooit.

Eigenzinnige rapper

Voordat het fenomeen uit Detroit het podium beklimt, is het aan protegé Zelooperz om het publiek warm te draaien. Dat lukt hem met zijn opzwepende beats en energieke flow zeer behoorlijk. De vergelijking met Danny Brown is gauw gemaakt, aangezien Zelooperz een soortgelijk stemmetje opzet. Het niveauverschil tussen de twee is echter groot: naast zijn flow biedt Zelooperz louter platte trapbeats en ongeïnspireerd klinkende refreintjes. Een aparte stem maakt dan ook nog geen eigenzinnige rapper.

Dat geldt uiteraard ook voor Danny Brown zelf. Hij heeft, zowel tekstueel als muzikaal gezien, echter heel wat meer in zijn mars dan het clowneske stemmetje waar hij om bekend staat. Neem alleen al de wijze waarop hij zijn optreden passend inluidt: zijn DJ gaat aan de haal met ‘Atrocity Exhibition’ van postpunkband Joy Division, het duistere nummer waaraan Danny Browns laatste plaat en de tour hun naam ontlenen.

Nul aansporing nodig

Wanneer Brown zelf het podium beklimt, blijkt echter dat de melancholische sfeer niet bedoeld is om de toon te zetten: vanaf de eerste seconde gaan de remmen los. De rapper heeft bij het tweede nummer, ‘Lie4’, al een deel van het publiek aan het moshen, iets dat vervolgens elke anderhalve track gebeurt. Vol energie geeft hij zich over aan de muziek.

Daarbij maakt hij opvallend weinig contact met het publiek. Hij stelt zich tweemaal voor en vraagt een keertje om de handen in de lucht, maar dat was het wel zo’n beetje. Dat is echter geen enkel probleem: de toeschouwers hebben precies nul aansporing nodig om los te gaan en luidkeels mee te rappen. De rapper breekt de tent dan ook volledig af.

Gestructureerde setlist

Brown kiest voor een duidelijk gestructureerde setlist, door zijn laatste drie platen een voor een langs te laten komen. Te beginnen met tracks van zijn kale, rauwe doorbraakalbum XXX (2011). Het valt daarbij op dat hij zich enkel richt op de ‘highs’ van de ongebonden eerste helft van die plaat.

Hetzelfde geldt voor de rest van de set: van Old (2013) laat hij vrijwel uitsluitend de door EDM beïnvloede feestkant horen en ook van het experimentele Atrocity Exhibition komen alleen de klappers aan bod. De ernstige kanten van Brown, die zijn feesttracks een dubbele laag bezorgen, blijven daardoor bijna volledig achterwege. Het resultaat is echter dat het publiek nummer na nummer los kan gaan en dat ook uitbundig doet.

Abrupt einde

Zo toepasselijk als Brown zijn concert begon met het nummer van Joy Division, zo vreemd breekt hij het na ongeveer een uur ineens af. Het brute ‘Pneumonia’ is nauwelijks afgelopen wanneer hij uit het niets de coulissen induikt. Dat was het dan. Het publiek blijft duidelijk een beetje op zijn honger zitten, mede omdat Atrocity Exhibition relatief kort aan bod komt. Zeker als je bedenkt dat hij zijn tour ernaar vernoemd heeft. Wellicht komt dat gevoel mede door het hoge niveau van het optreden, want hoe je er ook naar kijkt, uiteindelijk heeft Danny Brown simpelweg een uur lang de zaal platgespeeld.

Gezien: 21-10-2016
De Melkweg, Amsterdam

Theater / Voorstelling

Weinig subtiliteiten in Vrijdag vs. Sandifort

recensie: Remko Vrijdag en Martine Sandifort - Vrijdag vs. Sandifort

Het begint wat flauw, de opening van de nieuwe show van Remko Vrijdag en Martine Sandifort: Vrijdag vs. Sandifort. Twee typetjes zitten klaar om naar de voorstelling te gaan kijken. Ze voeren voor aanvang een geanimeerd gesprek over hun vele culturele interesses, want het zijn echte kunstliefhebbers. Het gesprek zit vol met versprekingen: Mary Poppins wordt Mary Popcorn, Barry Atsma wordt Harry Batsma en Harry Mulisch wordt Harry Muesli, bekend van De Ontdekking van de Hema. Je moet ervan houden.

Vrijdag vs. Sandifort is het derde theaterprogramma van het duo Remko Vrijdag en Martine Sandifort. Waar de ‘versus’ precies op slaat is niet helemaal duidelijk, want nergens leveren de twee nou echt een strijd met elkaar. Wat er wel gebeurt: in hoog tempo en met veel energie worden er in anderhalf uur vele typetjes gepresenteerd. Wel allemaal typetjes van hetzelfde allooi: dommig, vaak op het zwakbegaafde af en niet zelden met een spraakgebrek. De voorstelling moet het met name hebben van het energieke spel van Vrijdag en Sandifort. De show leunt namelijk te veel op onderbroekenlol en sullige versprekingen om echt grappig te kunnen worden.

Neem de sketch waarin twee oud bekenden elkaar tegenkomen op een dansfeestje. De muziek staat hard, dus ze verstaan elkaar slecht. Uiteindelijk schreeuwt het typetje van Sandifort het typetje van Vrijdag toe dat ze vroeger zo gepest werd door Vrijdag en zijn broertje. Dat kan een leuke ingang zijn: twee oud bekenden die een compleet verschillende interpretatie hebben van hun vroegere relatie. Maar er wordt niet meer uitgehaald dan wat spraakverwarringen – ‘ ik wilde wel dood’, ‘wil je een Spa Rood?’ – afgesloten met Sandifort die Vrijdag een trap in de ballen geeft.

Vriendinnenweekend

Ook in andere sketches is de premisse van de scène veelbelovend, maar komt er geen interessant vervolg. Bijvoorbeeld in de scène waar de ene vriendin (Vrijdag) de andere vriendin (Sandifort) een weekendje Parijs cadeau doet; ‘omdat je niet aanwezig was op ons vriendinnenweekend’. Maar dan blijkt al snel dat het typetje van Sandifort wel degelijk aanwezig was op het vriendinnenweekend en dat Vrijdags typetje dit compleet vergeten is. Wederom een goeie ingang die een vermakelijke en absurdistische sketch belooft. Maar in plaats van dit gegeven uit te werken, kiezen Vrijdag en Sandifort ervoor om hier direct overheen te spelen en met nog zwaarder geschut aan te komen zetten: Vrijdag blijkt ook nog eens niet te weten dat Sandiforts relatie al een jaar uit is en als klap op de vuurpijl is zijn typetje de naam van zijn beste vriendin vergeten. Dat is geen absurdisme meer, dat slaat gewoon nergens op.

Sterke imitaties

Amusanter zijn de persiflages van verschillende collega-cabaretiers. Dat Remko Vrijdag een prima Freek de Jonge-imitatie in zich heeft, wisten we al van de Vliegende Panters. Maar ook Hans Teeuwen, Jochem Meijer, Marc-Marie Huijbregts en Brigitte Kaandorp worden ontzettend goed neergezet. Dit levert in een paar minuten een mooie ode op aan het Nederlands cabaret.

Het hoge energielevel en de snelle afwisseling van sketches houden je bij de voorstelling. Helaas is er in Vrijdag vs. Sandifort weinig ruimte voor subtiliteiten, waardoor leuke openingen te vaak geen boeiend vervolg krijgen.

Muziek / Concert

Eén groot feest bij Zweedse rockshow

recensie: Royal Republic @ Melkweg

De alternatieve rockgroep Royal Republic uit Malmö gaat lekker. Met vier albums binnen zes jaar en een volgepropt tourschema zou je misschien verwachten dat de band wat uitgeblust op het podium staat. Maar niets is minder waar. De mannen zetten, geheel volgens hun reputatie, een energiek en verrassend optreden neer in The Max van de Melkweg.

Verwacht vanavond geen sentimentele liedjes of gitaarballads. Het overgrote deel van Royal Republics repertoire bestaat uit stevige rocknummers. En met songtitels als ‘Underwear’, ‘Uh Huh’ en ‘Everybody Wants to be an Astronaut’ weet je ook dat de teksten waarschijnlijk niet al te diepzinnig zijn. Maar waar de band wél om bekendstaat, is om het feit dat elk van hun optredens een feestje is.

Voorafje, salade en een koninklijk hoofdgerecht

dinosaur pile upEerst is het de taak aan de twee voorprogramma’s om de zaal op te warmen. Het Britse Dinosaur Pile Up is met drie man sterk goed voor een half uur aan harde rock, die soms naar metal neigt. Terwijl de zaal langzaam volstroomt mag ook de sympathieke Tim Vantol wat liedjes spelen. De keuze voor één man met alleen een akoestische gitaar lijkt wat gek deze avond, en Vantol noemt zichzelf dan ook ‘de salade tussen het voorafje en het hoofdgerecht’. Maar met zijn enorme strot weet hij een hoop geluid te produceren, en zelfs als hij een stukje onversterkt speelt, is zijn akoestische punkrock boven op het balkon ook nog goed te horen, over het rumoer van de pratende toeschouwers heen.

tim vantolPrecies op tijd betreedt daarna Royal Republic het podium, met alle vier de mannen strak in pak. Als de band al buigend het optreden begint en er bij het eerste nummer al een moshpit ontstaat, weet je dat zowel de artiesten als het publiek er zin in hebben. De zaal is vanavond gevuld met veel echte fans, wat meerdere malen duidelijk wordt als de zanger zijn mond houdt en het publiek woord voor woord kan invullen.

Ietwat over the top

Technisch zit het optreden sterk in elkaar, en er zijn eigenlijk geen foutjes of valse noten te ontdekken. Wat de avond verrassend maakt is het showelement. Dit wordt vooral veroorzaakt door de extravagante en prettig gestoorde frontman Adam Grahn. Hij steelt de show met zijn danspasjes en expressieve gezichtsuitdrukkingen. Maar ook tussen de nummers door eist hij alle aandacht op, door monologen van soms wel vijf minuten te houden waar hij zelf het hardst om moet lachen.

royal-republic-2Hier en daar wordt de aandachtsbehoefte van de besnorde Grahn wat irritant, en ook enkele aspecten van het concert zijn too much. Zo is het niet per se nodig om na elk nummer het licht volledig te laten uitdoven, of om een gesprek te simuleren met een stem van een bandje, die een of andere god moet voorstellen. Ook de te lange theatrale stiltes hadden niet gehoeven.

Maar je kunt eigenlijk niets anders dan bewondering hebben voor de manier waarop Royal Republic dit optreden aanpakt. Ze weten precies waar ze mee bezig zijn, en zorgen ervoor dat de avond één groot feest wordt en niemand in de zaal stilstaat. Dat de mannen dan zo arrogant zijn om hun eigen bandnaam te scanderen, wordt ze dankzij hun knappe show vergeven.

wilde bloemen - uitgelichte afbeelding bij recensie 'Koning van Utopia' van Hans Achterhuis
Boeken / Non-fictie

Minitopia

recensie: Hans Achterhuis - Koning van Utopia
wilde bloemen - uitgelichte afbeelding bij recensie 'Koning van Utopia' van Hans Achterhuis

In Koning van Utopia werpt Hans Achterhuis nieuw licht op het klassieke en tot de verbeelding sprekende werk Utopia (1516) van Sir Thomas More, en op het daaruit ontstane utopische denken van de afgelopen vijf eeuwen.

Emeritus hoogleraar filosofie Hans Achterhuis staat bekend om zijn werken over de utopie. In De erfenis van de utopie (1998), Utopie (2006), De utopie van de vrije markt (2010) en in tal van artikelen en lezingen over dit onderwerp waarschuwt hij keer op keer voor het gevaar van de utopie. De utopie wordt gezien als een ideale samenleving die evenwel niet bereikt kan worden. In zijn nieuwste boek Koning van Utopia komt Achterhuis uitdrukkelijk terug op zijn waarschuwingen voor de utopie en betoogt hij waarom een gedeeltelijk utopisch denken in de hedendaagse tijd juist wenselijk is. Dat maakt het boek meteen al bijzonder interessant om te lezen, want een filosoof die jarenlang zijn ideeën heeft bepleit en er openlijk op terugkomt, dat zien we niet vaak.

Het gevaar van de utopie

Volgens Achterhuis schuilt het gevaar van utopisch denken erin dat een utopische blauwdruk voor de toekomst de grootste wandaden en geweld goedkeurt – of zelfs nodig acht voor zijn verwerkelijking. In het utopische denken wordt het doel hoger gewaardeerd dan de middelen, waardoor men al snel kritiek op wreedheden wegwuift. Volgens Achterhuis zal ‘een beschrijving van een nieuwe maatschappij in haar totaliteit onvermijdelijk totalitaire trekken krijgen’. Zo wijst hij op de communistische utopie die een wrede, totalitaire dictatuur mogelijk maakte. Maar ook de kapitalistische utopie, die volgens Achterhuis reeds verwerkelijkt is, verliest de negatieve gevolgen van haar eigen werking uit het oog. Ook daar ageert hij fel tegen. ‘Als er in onze tijd ergens een halt aan moet worden toegeroepen, dan is het wel het utopisch geloof in de eindeloze groeimogelijkheden van de vrije markt.’

Utopia

In Koning van Utopia leest Achterhuis opnieuw – en vanuit een andere invalshoek dan voorheen – de oerutopie Utopia van de Engelsman More. Voorheen zag Achterhuis dit werk als een gevaarlijke blauwdruk voor een totalitaire samenleving waarin geen enkele vrijheid bestond. Na hernieuwde lezing van het boek en na uitgebreid onderzoek naar de persoon van More, komt hij echter tot de conclusie dat Utopia nooit zo bedoeld is. Het werk was veeleer een satirische kritiek op de maatschappij waarin More leefde. Waarschijnlijk heeft More zelf de titel Utopia niet eens verzonnen, maar was dat zijn goede vriend Erasmus. Het lezen van Utopia als blauwdruk voor de vorming van een samenleving is volgens Achterhuis dus een verkeerde lezing van deze klassieke tekst. En hoewel er wel meer mensen zijn die Utopia lezen als maatschappijkritisch pamflet – en dit inzicht dus niet volkomen nieuw is – wordt het werk volgens Achterhuis nog steeds te vaak gelezen als een schets van de ideale samenleving.

De waarschuwing van Orwell

In zijn wereldberoemde werk 1984 schetst de Engelse schrijver George Orwell een totalitaire samenleving. Achterhuis ziet dit werk als angstaanjagend voorbeeld voor het gevaar dat in een volledig utopisch denken schuilt. ‘Orwell was een van de eerste intellectuelen die het gevaar van het nazisme en daarna het communisme onderkenden.’ Dat grote gevaar van de utopie geldt nog steeds volgens Achterhuis, hierop komt hij dan ook niet terug in zijn nieuwste werk. In 1984 blijkt het grote geheim van de machthebbers dat de macht en het behouden daarvan door middel van onderdrukking uiteindelijk belangrijker is geworden dan de doelen erachter. Met Orwell laat Achterhuis zien dat men moet waken voor die utopische gedachten die stellen dat de macht gegrepen moet worden om de ideale samenleving te stichten.

Herijking van het utopische gedachtegoed

In Koning van Utopia nuanceert Achterhuis zijn denken over de utopie. Hij komt terug op zijn louter negatieve ideeën over de utopie die geen ruimte boden aan de eventuele goede zaken die door het utopische denken voortgebracht worden. In zijn nieuwste boek is het Achterhuis gelukt om die ruimte te openen waarin de utopie niet volledig verbannen hoeft te worden, maar juist bruikbaar kan zijn voor de hedendaagse samenleving.

Die ruimte zit in de kleinschalige of ‘partiële utopie’ die Achterhuis beschrijft. Deze kan tot gedeeltelijke oplossingen leiden voor de moderniteit en brengt geen gevaar met zich mee, omdat ze niet poogt alomvattend te zijn en daarmee altijd in gesprek blijft met andere heersende ideeën. Volgens Achterhuis kan dit partiële utopische denken een opening bieden aan de bevrijding van de kapitalistische utopie waarin we onszelf vandaag de dag bevinden.

‘Onze tijd vraagt erom dat we de als een vanzelfsprekendheid beschouwde gestolde kapitalistische utopie openbreken met (tegen)utopieën.’

De kapitalistische utopie is alomvattend en dus gevaarlijk, omdat ze geen ruimte biedt aan andere zienswijzen. Het heil van de partiële utopie ligt erin dat zij de moderne samenleving van binnenuit kan verbeteren, zonder eerst het geheel omver te willen werpen. Als voorbeeld noemt Achterhuis de herovering van de meent als de gemeenschappelijke ruimte die niet toebehoort aan de staat of de markt, maar die zich daartussen bevindt. De meent kan zo een ruimte zijn waarin het iedereen vrij staat vorm te geven aan de gemeenschap, los van het kapitalistische denken in termen van staats- of privébezit.

Achterhuis laat zien een filosoof te zijn die met een heldere argumentatie filosofisch denken aan de dagelijkse praktijk kan koppelen. Dat maakt Koning van Utopia – samen met zijn vele verwijzingen naar bekende werken uit de literatuurgeschiedenis – een bijzonder interessant en tegelijkertijd spannend en vermakelijk boek om te lezen.

St. Tropez @ Mezz, Breda
Muziek / Concert

Clubtour St. Tropez, halte Mezz

recensie: Kort maar krachtige show
St. Tropez @ Mezz, Breda

Met het gelijknamige debuutalbum zijn de bandleden van St. Tropez begonnen aan een herstart in hun muzikale carrière. Het verleden is losgelaten om een compleet nieuwe weg in te slaan. Dat betekent echter niet dat zij zich daarom inhouden; de bandleden gedragen zich als een stel losgeslagen beesten op het podium.

Met een groot gapend gat voor het podium begint St. Tropez aan het optreden in de kleine zaal van Mezz in Breda. Alsof de band een enorme energiebubbel heeft gecreëerd waar het publiek bang voor lijkt te zijn. Het grootste deel van het publiek staat op een kluitje bij elkaar. Het hindert het spel van de band niet, maar het geheel is toch wat te passief wat de bandleden betreft.

Energiek interactief spel met publiek

Leadzanger en bassist Lars Kroon beklimt de bassdrum en springt daarna het publiek in om een moshpit op te stoken. Het is maar goed dat hij met een kabel nog verbonden is aan het podium, want door zijn energieke bewegingen lijkt hij bijna gedesoriënteerd te raken. Aan de gezichtsuitdrukkingen en gejoel te zien geniet het publiek van deze actie, maar zet de moshpit niet door nadat Kroon het podium weer opgeklommen is. Later onderbreekt hij ‘I Wanna Live In St. Tropez’ handig tijdens een break om het publiek aan te spreken. Er is nog steeds meer dan genoeg ruimte voor het podium om de mensen in het gedrang achterin ook meer ruimte te kunnen geven om te genieten van de show.

Op een enkeling na blijft het publiek redelijk rustig, zelfs tijdens de uptempo-nummers als ‘Las Vegas’, ‘Cut Me Loose’ en ‘I Don’t Wanna Be In Love’. Keer op keer zoeken de bandleden de interactie op terwijl de toeschouwers de zweet- en speekseldruppels over zich heen krijgen onder de rauwe uitspattingen in de zang en heftige gitaarlijnen in onder andere ‘Which Side Are You On’ en ‘Easy Jet’.

Nog niet uit gespeeld

Dat de bandleden van St. Tropez zich volledig hebben gemaakt van het verleden blijkt wel uit de relatief korte setlist, die bij elkaar nog geen uur duurt en alleen maar nieuw materiaal bevat. Dat was wel te verwachten, aangezien het enige materiaal van de band op het moment het debuutalbum is waar ook alle nummers van de eerder uitgebrachte EP op staan. Tegen het eind van de set verontschuldigt de band zich hier dan ook voor, maar besluit om het publiek toch nog een mooie toegift van twee covers te geven. Daarbij vragen ze of het voorprogramma, The Mighty Breaks, hen bijstaat. Een imposante vertoning om het hele podium in de kleine zaal van Mezz vol bandleden te zien staan terwijl de twee leadzangers duidelijk vermaakt door het publiek heen lopen.

De band speelt alleen muziek waar ze zelf helemaal achter staan. Succes is niet belangrijk, plezier des te meer, zelf als het publiek tam blijft zoals vanavond. Voor de band een geslaagd optreden, voor het publiek een mooie kennismaking met de hernieuwde stijl.

 

Live in Nederland:

30/12 Utrecht – ACU (ism EKKO)

14/01 Tilburg – Extase

20/01 Heerlen – Nieuwe Nor

27/01 Apeldoorn – Gigant

28/01 Rotterdam – V11

03/02 Gouda – So What!

04/02 Lierop – Nirwana

11/02 Nieuwendijk – Xinix

Audio Adam in Paradiso, 13 november 2016 - fotograaf: Annika den Hoed
Muziek / Concert

Slechte dag of slechte acts?

recensie: Audio Adam & Eleonor Coco @ Paradiso
Audio Adam in Paradiso, 13 november 2016 - fotograaf: Annika den Hoed

Audio Adam en Eleonor Coco, twee Nederlandse acts. Beide timmeren al een tijdje aan de weg met hun muziek, beide zijn nog steeds niet doorgebroken bij het grote publiek. Dit najaar bundelen ze hun krachten met een gezamenlijke clubtour, en strijken hiermee vanavond neer in de kleine zaal van Paradiso.

Audio Adam zou je kunnen kennen van hun bescheiden radiohitjes als ‘If It Takes You Home’ en ‘You’ll be Alone’. De band vierde laatst zijn vijfjarig jubileum, maar heeft in die tijd wel een wisseling in de bezetting meegemaakt in de vorm van een nieuwe bassist. Ook Eleonor Coco is al sinds 2012 bezig en kwam vorige maand met haar nieuwe album I.

Audio Adam - fotograaf Annika den HoedTechnische problemen…

Als eerste is het de beurt aan Audio Adam. De vierkoppige band staat vooral bekend om zijn dromerige indiepopliedjes. Deze komen vanavond dan ook goed uit de verf. Maar op de setlist staan ook wat nieuwe nummers die nog nergens zijn verschenen. Deze hebben een wat steviger rockgeluid met harde gitaren, en voldoen niet aan hun wat brave imago. Zou dit de nieuwe richting zijn die de band inslaat onder invloed van de nieuwe drummer? Het is afwachten of deze nog niet-af klinkende nummers daadwerkelijk op het nieuwe album komen.

Audio Adam wordt vanavond geplaagd door technische problemen. Al bij het derde nummer weigert de drumpad dienst. Verder hebben ze last van piepende microfoons, ontstemde gitaren en een telefoon die tijdens de set afgaat, waar gelukkig wel de humor van wordt ingezien. De mannen houden de moed erin en dit slaat over op de zaal. Het weinige publiek dat er is staat knus voor het podium verzameld en doet bij vlagen zelfs wat voorzichtige dansmoves. Hoogtepuntje van het optreden is wanneer de band midden in de zaal komt staan om hun single ‘Train’ akoestisch te spelen, inclusief contrabas. Punten voor enthousiasme en doorzettingsvermogen!

Eleonor Coco - fotograaf Annika den Hoed…en meer ellende

Als het publiek nog gezellig staat te kletsen, valt zonder enige aankondiging Eleonor Coco in. Deze nog jonge zangeres wordt ondersteund door een drummer, gitarist, bassist en toetsenist. Zelf pakt Coco ook bij enkele nummers de elektrische gitaar erbij, maar veel meer dan wat ondersteunende akkoorden komt daar vervolgens niet uit. Ook het tweede optreden verloopt allesbehalve vlekkeloos, met problemen als missende backing vocals, snoeren die in de knoop zitten en op een gegeven moment zelfs een keyboard dat minutenlang niets doet. Aan de band zal het in elk geval niet liggen; de dansbaarheid van de popliedjes dankt zich vooral aan de strakke grooves van de drummer.

Maar de act draait om de zangeres. Er valt veel te zeggen over zowel haar stem als haar houding. Het is een kwestie van smaak of haar zang als zoet en dromerig of als irritant en kinderlijk wordt ervaren, en haar performance kan zowel als arrogant en onverschillig als zelfverzekerd en nonchalant worden geïnterpreteerd. Feit is dat de zaal langzaam leegloopt tijdens het concert. Ook Coco zelf lijkt niet tevreden met haar optreden, maar gelukkig kan er aan het einde nog net een bedankje vanaf.

Een samenloop van omstandigheden, een slechte dag, of is dit het constante niveau van de acts? Juist met zo’n soort clubtour zouden artiesten veel mensen kunnen bereiken, maar als ze op deze manier blijven spelen zal het geen positief effect hebben op hun carrière. De avond begon redelijk, en ging daarna helaas met een dalende lijn verder. Hopelijk volgende keer beter!

Theater / Voorstelling

Vanuit een beklemmende jeugd naar toekomst zonder angst

recensie: Patrick Nederkoorn - Het komt nu wel heel dichtbij

Esthetisch oogt het niet heel fraai, de tweede voorstelling van Patrick Nederkoorn (1983). Het decor bestaat uit een luxaflex, waar zo nu en dan projecties op verschijnen van belabberde kwaliteit. Dat het wat amateuristisch aandoet, kan Nederkoorn waarschijnlijk niet zoveel schelen. Hij is een man van de inhoud. Toch ontbreekt net de finesse om er een mooi geheel van te maken.

Waar hij in zijn eerste programma Code Rood nog in ging op de staat van de zorg, kiest Nederkoorn nu duidelijk voor een geheel andere invalshoek. Dit keer vormen religie en angst de rode draad van zijn verhaal. Dat begint al in zijn vroegste jeugd, wanneer zijn moeder hem dreigend toespreekt wanneer een situatie lijkt te escaleren. Als Nederkoorn alle varianten van het christelijk geloof opsomt en zichzelf indeelt bij de ‘gereformeerd synodalen’, en aangeeft dat de ‘vrijgemaakte gereformeerden’ een gevaar vormen, is het discours duidelijk. Religie werkte als een rem en Nederkoorn ervoer daardoor zijn jeugd als beklemmend, zelfs in een saaie wijk in Amersfoort.

Fundamentalistisch opgevoed

Die angst voor het noodlot ziet hij, wanneer hij student is, ook terug bij de politie. Nederkoorn vertelt over een onschuldige grap die hij met zijn vrienden wil uithalen, waarop hij wordt gearresteerd en in de cel moet plaatsnemen. Na een huiszoeking zijn er aanwijzingen dat hij mogelijk een terrorist is; een telefoonnummer van een inmiddels roemruchte klasgenoot, een vluchtdocument van IranAir en een schoolschriftje met hakenkruizen zouden wijzen op een nogal ‘fundamentalistische opvoeding’. Voor de politie een reden om hem langer vast te houden.

Contrast

Nederkoorn vertelt het allemaal met een oprechte verontwaardiging, die zijn afkeer tegen religie voedt. Daarbij doet hij enkele verrassende uitspraken die aanzetten tot nadenken. Dat is gelijk het sterkste gedeelte van het programma: zijn stellingen werken eerder prikkelend dan dat ze om te lachen zijn. Het is een bijzonder contrast in Nederkoorns werk: zo kaal als de voorstelling wordt opgevoerd, zo rijk is de inhoud als het aankomt op actuele thema’s als veiligheid en angst.

Inhoudelijk sterk

Toch is het eindresultaat net niet bevredigend. De humor doet soms wat braaf en erg flauw aan, bijvoorbeeld wanneer hij een Marokkaans accent imiteert of over zijn seksuele onzekerheid rept. Het doet wat puberaal aan, en dat heeft Nederkoorn niet nodig. Beter concentreert hij zich op inhoudelijk sterke grappen, want hij toont aan dat dat hij originele gedachten heeft en ook iets zinnigs kan zeggen. Wellicht dat hij met zijn derde voorstelling vorm en inhoud naar een hoger niveau kan tillen.

New York vanaf de Brooklyn Bridge
Boeken / Fictie

Sciencefiction of waarschuwing?

recensie: Lionel Shriver - De Mandibles
New York vanaf de Brooklyn Bridge

De Verenigde Staten, 2029. De dollar is gecrasht en de eens onaantastbare kapitalistische grootmacht reset haar volledige economie. Lionel Shriver schetst in haar nieuwste roman De Mandibles een huiveringwekkend toekomstbeeld van het moderne Amerika.

De Amerikaanse auteur en journaliste Lionel Shriver werd wereldberoemd met haar aangrijpende roman We moeten het even over Kevin hebben (2003), die een succesvolle verfilming opleverde en verhaalt over een jongen die op school een bloedbad aanricht. Shrivers nieuwste roman De Mandibles is zeker niet minder indrukwekkend dan haar debuut. Een familiekroniek tegen de achtergrond van een ineenstortende westerse samenleving.

Een welgestelde familie

Het boek verhaalt over de in New York gevestigde familie Mandible, die dankzij de stokoude pater familias Douglas over een groot fortuin beschikt. Wanneer de volledige Amerikaanse economie instort verdwijnt dit fortuin – en daarmee de zekerheid voor een toekomst in welvaren – als sneeuw voor de zon. De dollar is van de één op de andere dag niets meer waard. De Amerikanse president reset de volledige economie. Alle openstaande schulden worden per direct kwijtgescholden en al het goud in publiek bezit wordt geconfisqueerd door de staat. De familie Mandible moet zien te overleven. Om dat te bereiken blijken Douglas, zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen op elkaar aangewezen. In De Mandibles wordt deze familiegeschiedenis verteld vanuit het gezichtspunt van elk familielid, om beurten. Zo is het daadwerkelijk een familiekroniek, die alle kanten van deze heftige geschiedenis belicht.

Een mogelijke toekomst

De Franse econoom Thomas Piketty waarschuwt in zijn Kapitaal in de 21e eeuw (2013) voor een interne tegenstrijdigheid in het moderne kapitalisme, die ervoor zorgt dat het systeem vroeg of laat uit balans raakt en in crisis zal verkeren. Dat dit gebeurt – wanneer het systeem zich niet op tijd aanpast – staat volgens Piketty vast. De vragen wanneer dit zal gebeuren en hoe deze depressie eruit zal zien zijn nog onbeantwoord.

De Mandibles kan gelezen worden als een invulling van één van de mogelijke toekomsten van het moderne kapitalisme en dus als één van de mogelijke antwoorden op beide vragen. Deze crisis begint in 2029, over dertien jaar. En hoe ze eruit ziet? Het New York dat Shriver schetst is niet mals. Op een paar bijzonder vermogende mensen na heeft niemand meer geld om eten te kopen en zijn de supermarkten trouwens ook nagenoeg leeg. Door de grote inflatie zijn de eerste levensbehoeften peperduur geworden. De gelukkige die een eigen huis bezit, zoals Florance, de kleindochter van Douglas, zal dit moeten delen met behoeftige naasten. Elk recht op eigendom wordt betwijfelbaar wanneer armoede allesoverheersend wordt.

Kapitalismekritiek

Zo is De Mandibles een roman over het falende kapitalisme en over de impact die dat heeft op het leven van het individu. Maar tegelijkertijd is het óók een filosofische zoektocht naar begrippen die voor de moderne mens zo gewoon lijken, zoals waarde, eigendom en vrijheid. Shriver laat de lezer zien dat deze begrippen verbonden lijken te zijn met het hedendaagse kapitalistische discours en bovendien hoe deze begrippen een andere betekenis krijgen in het nieuwe paradigma dat door de crisis tot stand is gekomen.

Duurzaamheid van het succes

Volgens de evolutietheorie zullen die soorten overleven die zich het best weten aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Ook succesvolle rijken en samenlevingen die niet flexibel zijn en op tijd bijsturen raken in verval, zoals eens het Romeinse Rijk. Het kapitalistische Westen is al eeuwen ongelofelijk succesvol. In zijn vooruitstrevende drang naar groei is het vandaag de dag tot een geglobaliseerd systeem verworden dat de wereld vormgeeft. Maar hoe handelt dit systeem wanneer de omstandigheden onomkeerbaar veranderen?

Willing – de achterkleinzoon van Douglas met een groot talent voor economie en een scherp analytisch vermogen – is in deze kroniek de belichaming van die vraag naar het aanpassingsvermogen van het moderne kapitalisme. Willing is de eerste in de familie die ziet dat het tijd is anders te gaan denken en handelen wanneer de veranderde omstandigheden om een andere aanpak vragen. Zo oppert hij op een zeker moment dat het verstandig zou zijn om een pistool te kopen, omdat de straten van New York inmiddels levensgevaarlijk zijn geworden.

Realistisch relaas

Shriver laat in haar buitengewoon spannende roman zien hoe het hedendaagse Westen kan worstelen met aan de ene kant zijn drang naar vooruitgang, en aan de andere kant zijn onvermogen het roer werkelijk om te gooien.

Het hele idee dat alles verloren is, dat het verval onomkeerbaar is, is de psyche van dit land volkomen wezensvreemd.

Dit alles grijpt de lezer aan, omdat de gevolgen van deze systeemcrisis getoond worden aan de hand van het leven van één familie, waardoor men zich eenvoudig in de situatie kan verplaatsen. Bovendien is deze familiegeschiedenis gemakkelijk invoelbaar, omdat de manier van leven die in gevaar is de onze is. Het is namelijk de hedendaagse Westerse samenleving zoals wij die vandaag de dag kennen die in dit verhaal ten onder is gegaan.

De Mandibles kan worden gelezen als een dystopisch verhaal of als een sciencefictionroman, maar óók als waarschuwing voor de moderne mens. Het door Shriver geschetste toekomstbeeld is niet onvoorstelbaar en zorgt juist daardoor voor een extra onbehaaglijk gevoel.